NL1023624C2 - Besturingsmodule, scenario-besturingsmiddelen en een modulair automatiseringssysteem voor het schakelen van elektrische verbruikers. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Besturingsmodule, scenario-besturingsmiddelen en een I modulair automatiseringssysteem voor het schakelen I van elektrische verbruikers.

I 5 BESCHRIJVING

I De uitvinding heeft betrekking op een besturingsmodule voor I gebruik in een modulair automatiseringssysteem» welke besturingsmodule is I voorzien van gegevensverwerkingsmiddelen, met de gegevensverwerkings- I middelen gekoppelde communicatiemiddelen voor gegevensuitwisseling met I 10 êên of meer op afstand gelegen schakelmodules voor het schakelen van I elektrische verbruikers» en met de gegevensverwerkingsmiddelen gekoppelde I interfacemiddelen voor het aansluiten van bedieningsmiddelen voor het I bedienen van êên of meer van de schakelmodules.

I Een dergelijke besturingsmodule en schakelmodule, in het I 15 bijzonder voor gebruik in een modulair hulsautomtiseringssysteem voor I het schakelen van op een elektriciteitsnet aangesloten elektrische I verbruikers, zoals bijvoorbeeld verlichting, audio- en video-apparatuur, I huishoudelijke apparatuur en apparatuur voor beveiligingsdoeleinden, zijn I op zichzelf in de praktijk bekend.

I 20 Teneinde een universele toepasbaarheid te bewerkstelligen, I zijn de bekende besturingsmodules zodanig ingericht, dat de I interfacemiddelen reageren op het met signaalaarde verbinden van één of I meer ingangsaansluitpunten, voor het als gevolg hiervan via de I gegevensverwerkingsmiddelen en de communicatiemiddelen volgens activeren 25 of deactiveren van een schakelmodule. De schakelmodules zijn in hun eenvoudigste vorm ingericht voor het in- en uitschakelen van een aangesloten elektrische verbruiker. In een meer geavanceerde uitvoeringsvorm kunnen de schakelmodules bijvoorbeeld als I dimmerschakeling zijn uitgevoerd.

I 30 De communicatie tussen de besturingsmodules en de I schakelmodules verloopt met voordeel via het elektriciteitsnet. Hiertoe I zijn de modules elk van een adres voorzien, waarmee elke module kan worden geselecteerd voor gegevensuitwisseling voor het bijvoorbeeld schakelen van een betreffende module. Tweewegscommunicatie geniet de voorkeur, omdat hiermee interactief kan worden geschakeld en kan worden 5 ingesprongen op afwijkingen wanneer bijvoorbeeld een te schakelen verbruiker, zoals een lamp, stuk is.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn infrarood- of radiogestuurde afstandsbedieningsmiddelen aan het systeem toegevoegd, voor het op afstand bedienen van de diverse modules en zijn de 10 besturingsmodules programmeerbaar, voor het op een voorafbepaal de wijze uitvoeren van schakelfuncties. Deze schakelfuncties kunnen op zich weer afhangen van andere schakelfuncties van andere besturingsmodules in het systeem en de reactie van de geschakelde verbruikers.

De term "schakelen" dient in het licht van deze 15 beschrijving en de uitvinding te worden begrepen elke functie te omvatten waarmee de werking van een aangesloten elektrische verbruiker kan worden beïnvloed. Dat wil zeggen het geschikt sturen van de aan een verbruiker afgegeven spanning of de door de verbruiker opgenomen stroom.

Omdat de interfacemiddelen van een besturingsmodule 20 reageren op het met de signaal aarde verbinden van één of meer ingangsaansluitpunten daarvan, kan een schakelmodule worden bediend met eenvoudige bedieningsmiddelen in de vorm van impulsschakelaars of dergelijke. Bijvoorbeeld voor het in- of uitschakelen van een verbruiker maar ook voor het activeren van een dimmerschakelmodule, zoals 25 bovengenoemd. Voor het met een dergelijke besturingsmodule sturen van een schakelmodule voor het uitvoeren van meer gecompliceerde schakel handelingen, zoals bijvoorbeeld het volgens een bepaald scenario activeren en deactiveren van elektrische verbruikers, het schakelen van motoren in verschillende werkstanden of bijvoorbeeld het afhankelijk van 30 een sensorsignaal sturen van een schakelmodule, dienen de interfacemiddelen van een besturingsmodule hiertoe geschikt en met kennis 3 van zaken met de betreffende bedieningsmiddelen te worden gekoppeld. Het aantal scenario's is in de praktijk feitelijk onbeperkt en hangt sterk af van een bepaalde applicatie.

Begrepen zal worden dat bij de huidige besturingsmodules 5 voor het bewerkstelligen van een gewenst geavanceerd schakel scenario de kennis van een deskundige of specialist onontbeerlijk is. Gezien de hiermee gepaard gaande kosten, is gebleken dat het bekende automatiseringssysteem in de praktijk slechts voor een beperkt aantal schakelfuncties of schakel scenario's wordt toegepast. In hoofdzaak voor 10 het volgens een bepaalde volgorde in- en uitschakelen van verbruikers, het tijdsafhankelijk schakelen van verbruikers en de genoemde dimmerwerking.

Het is daarom een opgave van de uitvinding om de bekende besturingsmodules zodanig te verbeteren, dat deze ook door minder of 15 zelfs in het geheel niet specialistisch geschoolde gebruikers kunnen worden geïnstalleerd en toegepast voor meer geavanceerde besturingsscenario's, zonder afbreuk te doen aan de universele en modulaire opbouw van de besturingsmodules en het automatiseringssysteem als geheel.

20 Volgens de uitvinding wordt deze opgave opgelost door met de interfacemiddelen gekoppelde scenario-besturingsmiddelen, ingericht voor het met de bedieningsmiddelen volgens een voorafbepaald scenario sturen van één of meer van de schakelmodules.

Deze scenario-besturingsmiddelen zijn ingericht voor het 25 volgens een vastgelegd scenario, dat applicatie-afhankelijk kan zijn, sturen van één of meer van de schakelmodules. De scenario-besturingsmiddelen zijn daarbij ingericht om met aangepaste, dat wil zeggen op een applicatie afgestemde, bedieningsmiddelen de besturingsmodules te sturen voor het gewenst activeren en/of deactiveren 30 van schakelmodule(s).

Door de scenario-besturingsmiddelen, overeenkomstig een I uitvoeringsvorm van de uitvinding, als aparte module voor gebruik bij een besturingsmodule te verschaffen, blijft de universele opbouw van een besturingsmodule gehandhaafd, zodat hiermee desgewenst ook relatief eenvoudige schakel handelingen kunnen worden uitgevoerd. De scenario-5 besturingsmiddelen kunnen, overeenkomstig de uitvindingsgedachte, dan ook in wezen bij elke bestaande besturingsmodule worden toegepast c.q. elke bestaande besturingsmodule kan met de scenario-besturingsmiddelen worden uitgebreld. Uiteraard kunnen de op een bepaald gewenst scenario afgestemde scenario-besturingsmiddelen ook in een besturingsmodule worden 10 geïntegreerd, echter ten koste van de universele toepasbaarheid van een dergelij ke besturi ngsmodule.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de scenario-besturingsmiddelen ingericht voor interactieve communicatie met de interfacemiddelen. Hiermee kan een scenario dan ook interactief worden 15 gestuurd, c.q. geactiveerd, vanuit de besturingsmodule en desgewenst afhankelijk van een gerealiseerde schakelfunctie indien de besturingsmodule en een betreffende schakelmodule eveneens zijn ingericht voor interactieve of tweerichtingscommunicatie.

In een weer verdere uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding 20 daarin, dat de scenario-besturingsmiddelen op een voorafbepaald besturingsscenario afgestemde besturingselektronica omvatten, in het bijzonder programmeerbare besturingselektronica. Middels deze besturingselektronica worden dan ingangsaansluitpunten van de interfacemiddelen geschikt met de signaal aarde verbonden, voor het 25 uitvoeren van de gewenste schakelfuncties.

Deze besturingselektronica kan onder andere zijn ingericht voor het volgens een voorafbepaald scenario sturen van één of meer van de schakelmodules in afhankelijkheid van bedieningsmiddelen in de vorm van één of meer sensoren, zoals één of meer sensoren uit een (niet 30 uitputtende) groep omvattende temperatuursensoren, lichtsensoren, vochtsensoren, rooksensoren, geluidsensoren en (elektro)- 5 magneetveldsensoren. Via deze besturingselektronica kunnen een groot aantal schakel- en stuurfuncties worden verricht, onder andere ook op het gebied van beveiliging, bewaking, enz.

Verdere uitvoeringsvormen van de besturingsmodule volgens 5 de uitvinding zijn onder andere voorzien van besturingselektronica omvattende één of meer spannings- en/of stroomcomparatoren, voor het schakelen van een schakelmodule in het geval van bijvoorbeeld onder- of overspanning of bij een te grote stroomopname uit het elektriciteitsnet.

De uitvinding voorziet met voordeel ook daarin, dat de 10 besturingselektronica is ingericht voor het tijdsafhankelijk sturen van één of meer van de schakelmodules, waartoe de besturingselektronica bijvoorbeeld één of meer instelbare klokschakelingen omvat.

In een weer verdere uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding daarin, dat de besturingselektronica is ingericht voor het met een enkele 15 bedieningsschakelaar inschakelen van eerste schakelmodule en voor het tegelijkertijd uitschakelen van een tweede schakelmodule. Hiermee kunnen dan verschillende verbruikers afhankelijk van elkaar worden geschakeld via een enkel bedieningscommando. In een eenvoudige uitvoeringsvorm bevat de besturingselektronica daartoe één of meer halfgeleiderdioden.

20 In een bijzondere uitvoeringsvorm voor gebruik met ventilatorschakelingen in woonhuizen, voorziet de uitvinding daarin dat de besturingselektronica is ingericht voor het met twee schakelmodules en drie bedieningsschakelaars op drie verschillende omwentelingssnelheden instellen van een ventilatormotor. Hiermee kan dan zonder wijziging van 25 de bestaande bedrading of het bestaande elektriciteitsleidingsysteem in bijvoorbeeld een woonhuis, een ventilatorsysteem voor afzuiging e.d. worden gerealiseerd waarbij de bedieningsmiddelen en de ventilator zelf op uiteenlopende plaatsen in een huis naar keuze kunnen worden geïnstalleerd.

30 Met voordeel kan een besturingsmodule zelf één of meer in de besturingsmodule opgenomen schakelmodules omvatten. De H besturingsmodule kan met voordeel ook zijn voorzien van stekermiddelen voor aansluiting op een wandcontactdoos van een elektrische installatie, waarmee de besturingsmodule dan zowel van elektrische energie kan worden voorzien, zodat geen batterijen nodig zijn, alsook via het 5 elektriciteitsnet communiceren met één of meer schakelmodules.

I De uitvinding voorziet tevens in scenario- besturingsmiddelen voor gebruik met een besturingsmodule zoals in het bovenstaande uiteengezet, in het bijzonder scenario-besturingsmiddelen H met ingangsmiddelen voor het aansluiten van bedieningsmiddelen en 10 uitgangsmiddelen voor aansluiting op één of meer ingangsaansluitpunten I van de interfacemiddelen van een besturingsmodule.

De uitvinding voorziet tevens in een modulair automatiseringssysteem voor gebruik in een elektrische installatie, I omvattende ten minste één schakelmodule voor het schakelen van tenminste 15 één elektrische verbruiker, en tenminste één besturingsmodule, waarbij de of elke schakelmodule en besturingsmodule is voorzien van I gegevensverwerkingsmiddelen en met de gegevensverwerkingsmiddelen I gekoppelde communicatiemiddelen voor gegevensuitwisseling tussen een I schakelmodule en een besturingsmodule, waarbij de of elke I 20 besturingsmodule is voorzien van interfacemiddelen voor het aansluiten I van bedieningsmiddelen voor het bedienen van één of meer van de schakelmodules, met het kenmerk, dat tenminste één besturingsmodule is I voorzien van met de interfacemiddelen gekoppelde scenario- I besturingsmiddelen, ingericht voor het met de bedieningsmiddelen volgens I 25 een voorafbepaald scenario sturen van één of meer van de schakelmodules.

I Bij voorkeur omvat het modulair automatiseringssysteem één of meer afstandsbedieningsmodules ingericht voor het op afstand sturen van één of meer van de schakelmodules, welke afstandsbedieningsmodules, schakelmodulus en besturingsmodules zijn ingericht voor 30 gegevensuitwisseling via de elektrische installatie.

De uitvinding zal in het navolgende aan de hand van 7 voorbeelduitvoeringsvormen meer in detail worden geïllustreerd.

Figuur 1 toont een algemeen elektrisch blokschema van een uitvoeringsvorm van een bekende besturingsmodule.

Figuur 2 toont een algemeen elektrisch blokschema van een 5 uitvoeringsvorm van een besturingsmodule volgens de uitvinding.

Figuren 3 t/m 7 tonen schematisch uitvoeringsvormen van scenario-besturingsmiddelen volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont schematisch een algemene besturingsmodule 1 zoals op zichzelf bekend in de stand van de techniek, voor gebruik in een 10 huisautomatiseringssysteem voor het via één of meer schakelmodules schakelen van op een elektriciteitsnet aangesloten elektrische verbruikers, zoals verlichting, huishoudelijke apparatuur, audio- en video-apparatuur e.d.

De module 1 omvat gegevensverwerkingsmiddelen 2, 15 bijvoorbeeld een microprocessor, waarop communicatiemiddelen 3 zijn aangesloten voor gegevensuitwisseling via het elektriciteitsnet 4. Tussen I de communicatiemiddelen 3 en de gegevensverwerkingsmiddelen 2 zijn I modulatormiddelen 5 en demodulatormiddelen 6 aangesloten, voor het I respectievelijk voor verzending geschikt maken van gegevens afkomstig van I 20 de gegevensverwerkingsmiddelen 2 en voor het voor verwerking door de I gegevensverwerkingsmiddelen 2 geschikt maken van ontvangen gegevens.

De modulator- en demodulatormiddelen 5, 6 en de communicatiemiddelen 3 kunnen volgens elk voor gegevensuitwisseling I geschikt protocol werken, al dan niet via een eigen of I 25 applicatiespecifiek dan wel via een gestandaardiseerd protocol. Voor het I doel van de uitvinding is dit verder niet van belang en hierop zal dan I ook niet verder worden ingegaan. Van belang is dat elke module in het I systeem via een eigen specifiek adres kan worden geïdentificeerd en I hiermee gegevens kunnen worden uitgewisseld.

I 30 Met de verwerkingsmiddelen 2 zijn verder interfacemiddelen I 7 gekoppeld, welke in deze uitvoeringsvorm van de besturingsmodule 1

Iingangsmiddelen 8 en uitgangsmiddelen 9 omvatten. De ingangsmiddelen 8 bezitten tenminste één ingangsaansluitpunt 10, in een voorkeursuitvoeringsvorm bijvoorbeeld vier ingangsaansluitpunten 101, 102, 103 en 104 en een gemeenschappelijke signaal aarde 105. Door het via 5 geschikte bedieningsmiddelen zoals impulsschakelaars (niet getoond) met de signaal aarde 105 verbinden van één of meer van de ingangsaansluitpunten 101, 102, 103 of 104 kan via de verwerkingsmiddelen 2 en de communicatiemiddelen 3 een schakel opdracht aan een bepaalde schakelmodule worden gegeven. Door het geschikt programmeren c.q. 10 instellen van de gegevensverwerkingsmiddelen 2 kan bijvoorbeeld elk van de ingangsaansl uitpunten 102, 103, 104 en 105 corresponderen met een bepaald adres c.q. een bepaalde schakelmodule.

De uitgangsmiddelen 9, welke facultatief zijn, zijn in deze uitvoeringsvorm ingericht als schakelmodule met geschikte schakelmiddelen 15 voor het via uitgangsaansluitpunten 11 sturen van elektrische verbruikers. De uitgangsaansluitpunten 11 kunnen bijvoorbeeld zijn ingericht voor het via een eerste uitgangsaansluitpunt 111 middels een halfgeleiderschakelaar schakelen van een verbruiker, voor het via een tweede uitgangsaansluitpunt 112 via een relais schakelen van een 20 verbruiker of bijvoorbeeld via een uitgangsaansluitpunt 113 desgewenst elektrisch isoleren van een verbruiker.

De besturingsmodule 1 omvat verder voedingsmiddelen 12 voor het van een geschikte voedingsspanning voorzien van de diverse componenten van de besturingsmodule. Deze voedingsmiddelen 12 onttrekken 25 hun elektrische energie aan het elektriciteitsnet 4, bijvoorbeeld direct of via de communicatiemiddelen 3.

De besturingsmodule is in een voorkeursuitvoeringsvorm ingericht voor montage in inbouwdozen van een elektriciteitsleidingen-stelsel voor het opnemen van schakelaars en wandcontactdozen e.d.

30 De verwerkingsmiddelen 2 kunnen geschikt worden geprogrammeerd c.q. ingesteld voor het met op de ingangsaansluitpunten 10 9 van de interfacemiddelen 7 aangesloten bedieningsmiddelen (niet getoond), zoals de eerder genoemde impulsschakelaars, in een gewenste volgorde schakelen van één of meer schakelmodules, al dan niet interactief in afhankelijkheid van een, door één of meer van de schakelmodules 5 uitgevoerde schakelfunctie, de toestand van een geschakelde verbruiker, etc. De communicatiemiddelen 3 en de interfacemiddelen 7 zijn daartoe bij voorkeur ingericht voor tweewegs- of interactieve communicatie.

Teneinde de besturingsmodule 1 geschikt te maken voor andere bedieningsmiddelen dan impulsschakelaars of dergelijke, voorziet 10 de uitvinding in met de interfacemiddelen 7 gekoppelde scenario-besturingsmiddelen 15, zoals in blokschemavorm getoond in fig. 2.

In de getoonde uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de scenario-besturingsmiddelen 15 als afzonderlijke component of module aan de besturingsmodule 1 toegevoegd en met hun uitgangszijde 17 met de 15 ingangsaansluitpunten 10 van de interfacemiddelen 7 gekoppeld. De scenario-besturingsmiddelen 15 zijn ingericht voor het volgens een voorafbepaald scenario sturen van de schakelmodules, door middel van aan de ingangszijde 16 van de scenario-besturingsmiddelen 15 aangesloten bedieningsmiddelen (niet getoond). Het aantal en het type van de, op de 20 ingangszijde 16 aan te sluiten bedieningsmiddelen hangt daarbij af van de applicatie c.q. het gewenste scenario. Hiertoe bezitten de scenario-besturingsmiddelen 15 op een voorafbepaald besturingsscenario afgestemde besturingselektronica 18, welke al dan niet programmeerbaar of instelbaar kan zijn uitgevoerd.

25 Met andere woorden, met de scenario-besturingsmiddelen 15 volgens de uitvinding wordt de besturingsmodule 1 geschikt voor het schakelen van willekeurige verbruikers met willekeurige bedieningsmiddelen, waarbij de besturingselektronica 18 de voor het aansluiten van de bedieningsmiddelen en het volgens een gewenst scenario 30 activeren van één of meer van de ingangsaansl uitpunten 10 van de interfacemiddelen 7 geschikte "intelligentie" bezit. Hierdoor kan met een H universeel uitgevoerde besturingsmodule, zoals de in fig. 1 getoonde I besturingsmodule 1, op relatief eenvoudige wijze zonder de noodzaak voor specialistische kennis, nagenoeg elke gewenste schakelfunctie via de I hiermee in communicatie verkerende schakelmodule of schakelmodules worden 5 uitgevoerd, eenvoudigweg door het toepassen van geschikt uitgevoerde I scenario-besturingsmiddelen 15.

I Met voordeel kunnen de scenario-besturingsmiddelen 15 ook met de uitgangsaansluitpunten 11 van de interfacemiddelen 7 worden I gekoppeld, voor het bewerkstelligen van interactieve communicatie met de I 10 interfacemiddelen 7 en de aangesloten schakelmodules, zoals met I onderbroken lijnen getoond in fig. 2.

Fig. 3 toont schematisch een eerste uitvoeringsvoorbeeld I van scenario-besturingsmiddelen 20 volgens de uitvinding, met I besturingselektronica 21 in de vorm van een instelbare klokschakeling I 15 voor het tijdsafhankelijk sturen van een schakelmodule. In de getoonde I uitvoeringsvorm zijn de scenario-besturingsmiddelen 20 geschikt voor het I aan de uitgangszijde 17 daarvan verbinden met een enkel aansluitpunt, I zoals bijvoorbeeld het aansluitpunt 104 van de aansluitpunten 10 van de I interfacemiddelen 7 van de besturingsmodule 1, en de signaal aarde 105.

I 20 Aan de ingangszijde 16 zijn de scenario-besturingsmiddelen 20 ingericht I voor het aansluiten van bedieningsmiddelen in de vorm van een I impulsschakelaar 22 voor het activeren van de besturingselektronica 21.

Een deskundige zal begrijpen dat de besturingselektronica 21 kan zijn I ingericht voor het activeren van verschillende aansluitpunten 10 van de 25 interfacemiddelen 7 en zo nodig voor het aansluiten van verschillende I bedieningsmiddelen. Met deze scenario-besturingsmiddelen 20 kan een I besturingsmodule 1 op relatief eenvoudige wijze geschikt gemaakt worden voor tijdsafhankelijke sturing van verbruikers.

I Fig. 4 toont schematisch een tweede uitvoeringsvoorbeeld I 30 van scenario-besturingsmiddelen 25 volgens de uitvinding, met I besturingselektronica 26 in de vorm van elektronische componenten zoals 11 operationele versterkers, weerstanden, condensatoren, transistoren e.d. voor het in afhankelijkheid van bedieningsmiddelen zoals sensoren 27 waaronder begrepen temperatuursensoren, lichtsensoren, vochtsensoren, rooksensoren, geluidsensoren, (elektro)magneetveldsensoren en andere voor 5 het waarnemen van fysische grootheden geschikte sensoren, geschikt activeren en deactiveren van schakelmodules. Ook hier geldt dat de besturingselektronica de signalen van de sensoren 27 geschikt converteert voor het activeren van één of meer van de aansluitpunten 10 van interfacemiddelen 7 van een besturingsmodule. De besturingselektronica 26 10 zorgt uiteraard ook voor het van een geschikte werkspanning voorzien van de sensoren 27. Bij voorkeur is de besturingselektronica 26 ingericht voor interactieve tweewegscommunicatie met de interfacemiddelen 7.

Een deskundige kan geschikte elektronische schakelingen voor het uitvoeren van een gewenst besturingsscenario al dan niet met 15 interactieve communicatie realiseren. Ook hier geldt weer dat met de scenario-besturingsmiddelen 25 een besturingsmodule 1 op relatief eenvoudige wijze geschikt kan worden gemaakt voor het afhankelijk van waargenomen fysische grootheden sturen van verbruikers. In het oog springende applicaties liggen op het gebeid van beveiliging en bewaking. 20 Fig. 5 toont schematisch een derde uitvoeringsvoorbeeld van scenario-besturingsmiddelen 30 volgens de uitvinding, met besturingselektronica 31 in de vorm van spannings- of stroomcomparatoren, voor het afhankelijk van aan de ingangszijde 16 van de scenario-besturingsmiddelen 30 waargenomen spannings- of stroomniveaus aan de 25 uitgangszijde 17 activeren van één of meer van de ingangsaansluitpunten 10 van de interfacemiddelen 7. De volgorde van het activeren van de ingangsaansluitpunten wordt daarbij bepaald door de besturingselektronica 31.

Fig. 6 toont schematisch een vierde uitvoeringsvoorbeeld 30 van scenario-besturingsmiddelen 35 volgens de uitvinding, met besturingselektronica 36 in de vorm van drie halfgeleiderdioden 37, 38 en Η 39, geschakeld zoals getoond in de figuur. Deze uitvoeringsvorm van de scenario-besturingsmiddelen 35 is in het bijzonder geschikt voor het op verschillende snelheden instellen van een ventilatormotor 40 van een ventilatiesysteem in woning of dergelijke. Deze ventilatormotoren 40 I 5 bezitten in het algemeen een eerste en tweede wikkeling 41 en 42 die I zodanig zijn geschakeld dat bij bekrachtiging van de eerste wikkeling 41 I de ventilatormotor op een lage snelheid loopt, bij bekrachtiging van de I tweede wikkeling 42 de ventilatormotor 40 op bijvoorbeeld op halve kracht I werkt en dat bij gelijktijdige bekrachtiging van de beide wikkelingen 41 I 10 en 42 de ventilatormotor op volle kracht werkt.

I Aan de ingangszijde 16 van de scenario-besturingsmiddelen 35 zijn bedieningsmiddelen 45, 46 en 47 aangesloten in de vorm I impulsschakelaars voor het respectievelijk in de lage, midden (halve) of hoge (volle) stand schakelen van de ventilatormotor 40 door het I 15 respectievelijk indrukken van een betreffende schakelaar 45, 46, 47.

Voor het schakelen van de ventilatormotor 40 zijn de eerste I en tweede wikkelingen 41 en 42 respectievelijk via een eerste schakelmodule 43 en een tweede schakelmodule 44 met het elektriciteitsnet I 4 verbonden. De schakelmodules 43 en 44 zijn, in hun eenvoudigste vorm, I 20 zoals in het voorgaande met betrekking tot de besturingsmodule 1 uiteengezet, voorzien van communicatiemiddelen 3, modulator- en demodulatormiddelen 5, 6, verwerkingsmiddelen 2 en uitgangsmiddelen 9 I voor het schakelen van een elektrische verbruiker. In een meer I geavanceerde uitvoeringsvorm kunnen de schakelmodules ook van I 25 ingangsmiddelen 8 zijn voorzien, voor interactieve communicatie met een I verbruiker. In de figuur zijn de schakelmodules 43, 44 I eenvoüdigheidshalve als schakelaar weergegeven.

I De besturingsmodule 1 is zodanig geprogrammeerd dat bij het I met de signaal aarde 105 verbinden van het ingangsaansluitpunt 101 van de I 30 interfacemiddelen 7, de tweede schakelmodule 44 wordt uitgeschakeld (niet I geleidend worden). Bij het met de signaalaarde 105 verbinden van het 13 ingangsaansluitpunt 102 wordt de tweede schakelmodule 44 ingeschakeld (geleidend worden). Bij het met de signaal aarde 105 verbinden van het ingangsaansluitpunt 103 wordt de eerste schakelmodule 43 uitgeschakeld en bij het met de signaal aarde 105 verbinden van het ingangsaansluitpunt 104 5 wordt de eerste schakelmodule 43 ingeschakeld.

De schakeling werkt nu als volgt. Bij het indrukken van schakelaar 45 wordt via de scenario-besturingsmiddelen 35 het ingangsaansluitpunt 104 van de interfacemiddelen 7 van besturingsmodule 1 met de signaal aarde 105 verbonden, hetgeen leidt tot het inschakelen van 10 de eerste schakelmodule 43. Via de diode 37 en de schakelaar 45 wordt ook het ingangsaansl uitpunt 101 van de interfacemiddelen 7 met de signaal aarde 105 verbonden, hetgeen een opdracht is voor het uitschakelen van de tweede schakelmodule 44. De venti 1 atormotor 40 werkt nu in zijn lage stand, omdat alleen de eerste wikkeling 41 via de eerste 15 schakelmodule 43 wordt bekrachtigd.

Bij het vervolgens indrukken van de schakelaar 46, wordt het ingangsaansluitpunt 103 met de signaal aarde 105 verbonden, hetgeen leidt tot het uitschakelen van de eerste schakelmodule 43. Via de diode 38 en de schakelaar 46 wordt dan tegelijkertijd ook het 20 ingangsaansluitpunt 102 met de signaalaarde 105 verbonden, hetgeen leidt tot een inschakel commando naar de tweede schakelmodule 44. De venti1atormotor 40 werkt nu op halve kracht, omdat slechts de tweede wikkeling 42 via de tweede schakelmodule 44 wordt bekrachtigd.

Het bedienen van de schakelaar 47 leidt niet tot een 25 uitschakel commando, omdat alleen het ingangsaansluitpunt 102 en via de diode 39 het ingangsaansl uitpunt 104 met de signaalaarde 105 worden verbonden, voor het respectievelijk inschakelen van de eerste en tweede schakelmodules 43 en 44 waardoor de venti1atormotor 40 op volle snelheid kan draaien.

30 Door het toepassen van de scenario-besturingsmiddelen 35 hoeft de gebruiker niet over speciale kennis van het aansluiten van de

Iventilatormotor 40 te beschikken. De gebruiker hoeft slechts de betreffende scenario-besturingsmiddelen 35 met de ingangsaansluitpunten 10 van de interfacemiddelen 7 van de besturingsmodule 1 te verbinden, de bedieningsschakelaars 45, 46 en 47 aan te sluiten en de beide 5 schakelmodules 43 en 44. De schakel intelligentie c.q. het besturingsscenario is in de besturingselektronica 36 en de bedrading van de scenario-besturingsmiddelen 35 ondergebracht.

Fig. 7 toont een variant van de schakeling van fig. 6 waarbij een ventilatormotor 50 met drie wikkelingen 51, 52 en 53 wordt 10 toegepast. Tijdens gebruik wordt de wikkeling 51 voortdurend bekrachtigd via een permanente verbinding met het elektriciteitsnet 4 en draait de ventilatormotor continue op een laag toerental. Bekrachtiging van de wikkeling 52 laat de motor op halve toeren draaien, c.q. op een gemiddelde snelheid, en door bekrachtiging van de wikkeling 53 draait de 15 ventilator 50 op vol vermogen.

Met de besturingsmodule 1 zoals boven uiteengezet, de eerste en tweede schakelmodule 43 en 44, en met scenario-besturingsmiddelen 55 met besturingselektronica 56 voorzien van twee halfgeleiderdioden 57 en 58, geschakeld zoals getoond in fig. 7, kan nu 20 aan de hand van de, op de scenario-besturingsmiddelen 55 aangesloten besturingsschakelaars 45, 46, 47, zoals getoond in fig. 7, de volgende werking worden bereikt.

Door het indrukken van de schakelaar 45 wordt het ingangsaansluitpunt 103 en via de diode 58 wordt het ingangsaansluitpunt 25 101 met de signaalaarde 105 verbonden, hetgeen leidt tot het uitschakelen van de eerste en tweede schakelmodules 43 en 44, waardoor alleen wikkeling 51 van de ventilatormotor 50 wordt bekrachtigd en deze derhalve in zijn lage stand werkt. Het indrukken van schakelaar 46 leidt tot het met de signaalaarde 105 verbinden van het ingangsaansluitpunt 104, 30 waardoor de eerste schakelmodule 43 wordt ingeschakeld en via de diode 57 de tweede schakelmodule 44 wordt uitgeschakeld, i.e. via 15 I ingangsaansluitpunt 101. De ventilatormotor 50 werkt nu in zijn I middenstand doordat de wikkeling 52 via de eerste schakelmodule 43 wordt I bekrachtigd. Het tenslotte indrukken van de schakelaar 47 leidt tot het I met de signaal aarde 105 verbinden van het ingangsaansluitpunt 102, I 5 waardoor de tweede schakelmodule 44 wordt ingeschakeld en via deze de I tweede wikkeling 52 van de Ventilatormotor 50 wordt bekrachtigd. De I ventilator draait nu op vol vermogen.

I Een deskundige zal begrijpen dat voor de scenario- I besturingsmiddelen volgens de uitvinding vele varianten mogelijk zijn, I 10 waarbij bijvoorbeeld met geschikte geschakelde halfgeleiderdioden en I dergelijke verschillende schakelfuncties via een enkele I bedieningsschakelaar kunnen worden uitgevoerd, etc.

I De scenario-besturingsmiddelen volgens de uitvinding kunnen I desgewenst in een besturingsmodule worden geïntegreerd, zoals schematisch I 15 met onderbroken lijnen 19 in figuur 2 is geïllustreerd. Hierdoor ontstaan I dan applicatiespecifieke besturingsmodules.

I De besturingsmodule 1 voorzien van scenario- I besturingsmiddelen 15, 20, 25, 30, 35 of 55 en de schakelmodules 43 en 44 kunnen deel uitmaken van een groter automatiseringssysteem voor het I 20 schakelen van elektrische verbruikers, zoals een huishoudelijke I verbruikers. Hiertoe kunnen verdere besturingsmiddelen in de vorm van I afstandsbedieningsmiddelen zijn verschaft voor het op afstand bedienen I van de betreffende verbruikers via êên of meer van de besturingsmodules I en schakelmodules.

I 25 Door de verbinding 13 van de communicatiemiddelen 3 van een I besturingsmodule 1 met het elektriciteitsnet 4 als stekerverbinding uit I te voeren, kan de besturingsmodule 1 met de scenario-besturingsmiddelen I volgens de uitvinding op een willekeurige wandcontactdoos van een I elektriciteitsnet uitgerust met een automatiseringssysteem volgens de 30 uitvinding worden aangesloten. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor de I schakelmodules. In een verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn H de schakelmodules en de besturingsmodules van geschikte afmetingen voorzien voor montage in inbouwdozen van een I elektriciteitsleidingenstelsel achter desbetreffende schakelaars en wandcontactdozen e.d.

H 5 De uitvinding is niet beperkt tot de getoonde en besproken uitvoeringsvoorbeelden. Op basis van de bovenstaande beschrijving zijn voor een deskundige vele wijzigingen en aanvullingen mogelijk, zonder daarbij af te wijken van de uitvindingsgedachte zoals neergelegd in de conclusies, welke worden geacht al deze wijzigingen en aanvullingen te I 10 omvatten.

Claims (17)

1. 2. Besturingsmodule volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat I 15 de scenario-besturingsmiddelen zijn ingericht voor interactieve I communicatie met de interfacemiddelen.
2. 3. Besturingsmodule volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, I dat de scenario-besturingsmiddelen op een voorafbepaald besturings- I scenario afgestemde besturingselektronica omvatten. I 20 4. Besturingsmodule volgens conclusies 3, met het kenmerk, dat I de scenario-besturingsmiddelen programmeerbare besturingselektronica I omvatten.
3. 5. Besturingsmodule volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, I dat de besturingselektronica is ingericht voor het met signaal aarde I 25 verbinden van één of meer ingangsaansluitpunten van de interfacemiddelen I voor het volgens een voorafbepaald scenario sturen van één of meer van de I schakelmodules.
4. 6. Besturingsmodule volgens conclusie 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat de besturingselektronica is ingericht voor het volgens een 30 vooraf bepaald scenario sturen van één of meer van de schakelmodules in afhankelijkheid van bedieningsmiddelen in de vorm van één of meer H sensoren. Η 7. Besturingsmodule volgens conclusie 6, met het kenmerk» dat de sensoren bestaan uit één of meer sensoren uit een groep omvattende temperatuursensoren, lichtsensoren, vochtsensoren, rooksensoren, I 5 geluidsensoren en (elektro)magneetveldsensoren.
5. 8. Besturingsmodule volgens conclusie 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat de besturingselektronica één of meer spannings- en/of I stroomcomparatoren omvat.
6. 9. Besturingsmodule volgens conclusie 3, 4 of 5, met het 10 kenmerk, dat de besturingselektronica is ingericht voor het I tijdsafhankelijk sturen van één of meer van de schakelmodules.
7. 10. Besturingsmodule volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat besturingselektronica één of meer instelbare klokschakelingen omvat.
8. 11. Besturingsmodule volgens conclusie 3, 4 of 5, met het I 15 kenmerk, dat de besturingselektronica is ingericht voor het met een I enkele bedieningsschakelaar in de vorm van een impulsschakelaar inschakelen van eerste schakelmodule en voor het tegelijkertijd I uitschakelen van een tweede schakelmodule.
9. 12. Besturingsmodule volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat 20 de besturingselektronica één of meer halfgeleiderdioden omvat.
10. 13. Besturingsmodule volgens conclusie 3, 4, 5, 11 of 12, met het kenmerk, dat de besturingselektronica is ingericht voor het met twee schakelmodules en drie impulsbedieningsschakelaars op drie verschillende omwentelingssnelheden instellen van een ventilatormotor.
11. 14. Besturingsmodule volgens één of meer van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door één of meer in de besturingsmodule opgenomen schakelmodules.
12. 15. Besturingsmodule volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de scenario-besturingsmiddelen in de 30 besturingsmodule zijn geïntegreerd.
13. 16. Besturingsmodule volgens één of meer van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door stekermiddelen voor aansluiting op een wandcontactdoos van een elektrische installatie.
14. 17. Scenario-besturingsmiddelen voor gebruik met een besturingsmodule volgens één of meer van de conclusies 1 t/m 14.
15. 18. Scenario-besturingsmiddelen volgens conclusie 16, gekenmerkt door ingangsmiddelen voor het aansluiten van I bedieningsmiddelen en uitgangsmiddelen voor aansluiting op de I interfacemiddelen van een besturingsmodule.
16. 19. Modulair automatiseringssysteem voor gebruik in een I 10 elektrische installatie, omvattende ten minste één schakelmodule voor het I schakelen van tenminste één elektrische verbruiker, en tenminste één I besturingsmodule, waarbij de of elke schakelmodule en besturingsmodule is I voorzien van gegevensverwerkingsmiddelen en met de I gegevensverwerkingsmiddelen gekoppelde communicatiemiddelen voor I 15 gegevensuitwisseling tussen een schakelmodule en een besturingsmodule, I waarbij de of elke besturingsmodule is voorzien van interfacemiddelen I voor het aansluiten vafi bedieningsmiddelen voor het bedienen van één of I meer van de schakelmodules, met het kenmerk, dat tenminste één I besturingsmodule is voorzien van met de interfacemiddelen gekoppelde I 20 scenario-besturingsmiddelen, ingericht voor het met de bedieningsmiddelen I volgens een voorafbepaald scenario sturen van één of meer van de I schakelmodules.
17. 20. Modulair automatiseringssysteem volgens conclusie 19, I gekenmerkt door één of meer afstandsbedieningsmodules ingericht voor het I 25 op afstand sturen van één of meer van de schakelmodules, welke I afstandsbedieningsmodules, schakelmodulus en besturingsmodules zijn I ingericht voor gegevensuitwisseling via de elektrische installatie.