NL1023297C1 - Drankblik met meerdere openingen. - Google Patents

Description

Drankblik met meerdere openingen

De uitvinding heeft betrekking op een drankblik waarbij in de bovenzijde van het blik twee mogelijke openingen van 5 verschillende grootte zijn voorbewerkt en die met één in het centrum van het deksel om een klinknagel draaibare trekclip naar wens van de gebruiker kunnen worden geopend, waarbij de kleine opening geschikt is voor het inbrengen van een zuigrietje en waarbij de grote opening geschikt is voor het 10 uitschenken of direct uit het blik drinken van de inhoud.

De drankblikken zoals zij tegenwoordig veelvuldig worden toegepast voor alcoholvrije zowel als alcoholhoudende dranken zoals bieren zijn voorzien van één te maken opening waarmee de drank direct uit het blik kan worden gedronken dan 15 wel overgeschonken in een beker of glas.

Met name voor de alcoholvrije dranken die veelal suiker bevatten zijn twee potentiële problemen te onderkennen. Het eerste probleem is het morsen van de frisdrank, bijvoorbeeld tijdens het nuttigen van de frisdrank op de achterbank van 20 een auto tijdens een vakantiereis. Een tweede probleem is het gevaar van wespen of vergelijkbare insecten die kunnen binnendringen in het blik en daarbij een gevaar vormen voor degene die direct uit het blik drinkt.

Het doel van de uitvinding is een drankblik te 25 verkrijgen dat naast de gebruikelijke toepassing met relatief grote opening ook de mogelijkheid biedt de inhoud met een zuigrietje te kunnen nuttigen via een kleine opening.

Uit de octrooiliteratuur zijn een aantal mogelijke oplossingen bekend. Het Duitse patent DE19744245 beschrijft 30 een mogelijkheid om een geopend blik goed af te kunnen sluiten met een afzonderlijke voorziening tegen het binnendringen van insecten waarbij een kleine opening mogelijk is voor een zuigrietje. Deze oplossing heeft het nadeel dat een afzonderlijk object altijd bij de hand moet I zijn.

I Het patent W002053468 beschrijft een blik met een deksel waarmee alleen een kleine opening wordt verkregen, geschikt I voor een zuigrietje. Ook deze oplossing beperkt het I 5 toepassingsgebied van het drankblik in hoge mate.

I Het drankblik volgens de uitvinding komt aan al deze I bezwaren tegemoet omdat zonder speciale voorzieningen zowel I een grote opening als een kleine opening kan worden I toegepast, al naar gelang de omstandigheden dat vragen of de I 10 gebruiker dat wenst. Bovendien kan het drinken direct uit het I blik, wanneer dat geen' gevaar oplevert, eenvoudiger worden I omdat in zo'n situatie beide openingen kunnen worden gebruikt: de grote opening als drinkopening en de kleine I opening als beluchtingsopening.

I 15 Het drankblik volgens de uitvinding wordt hierbij I beschreven aan de hand van de volgende figuren. Deze figuren I dienen geenszins ter beperking van de beschermingsomvang, maar tonen een mogelijke uitvoeringsvorm daarvan.

I Figuur 1 toont een bovenzijde van een drankblik waarin I 20 twee openingen, een kleine en een grote opening, zijn voorbewerkt.

Figuur 2 toont de bovenzijde van een drankblik van figuur 1 compleet met een trekclip voor het openen van het I drankblik.

I 25 Figuur 3 toont een perspectivische weergave van de I bovenkant van een drankblik volgens figuur 2.

I Figuur 4 ten slotte toont de bovenkant van het drankblik I van figuur 3 waarbij de kleine opening is gemaakt met daarin, I transparant getekend, een buigrietje.

I 30 Het drankblik volgens de uitvinding heeft een bovenzijde I (1) waarin twee openingen, een kleine opening (2) en een I grote opening {3), zijn voorbewerkt door middel van gestanste I breuklijnen (21) respectievelijk (31) al of niet in I combinatie met verstijvingsprofielen (22) respectievelijk . «Ma 3 (32) en die de openingslippen (20) en (30) omvatten zoals in figuur 1 is weergegeven. Beide mogelijke openingen (2) respectievelijk (3) liggen tegenover elkaar ten opzichte van een centrale klinknagel (4) waaronder een trekclip (5) met 5 een buigbare lip (52) draaibaar rond de klinknagel (4) is vastgezet zoals in figuur 2 met de gestreepte pijlen (L) en (R) is weergegeven. De trekclip (5) is tevens voorzien van een verstevigde uitstulping of neus (51) die de bovenzijde (1) van het drankblik wordt ingedreven zodra de trekclip (5) 10 met een vinger van de bovenzijde (1) wordt weggetrokken. De trekclip (5) mag een enigszins van de bovenzijde (1) afstaande positie innemen zoals in de perspectivische weergave van figuur 3 tot uiting is gebracht door de streep-stip hartlijn die een hoek bevat ter plaatse van de 15 klinknagel (4) en de buigbare lip (52), zolang de trekclip (5) maar valt binnen de vrije hoogte van de kraag (11) van de bovenzijde (1) van het drankblik. Een dergelijke positie van de trekclip (5) laat toe dat de trekclip (5) makkelijk tussen duim en wijsvinger kan worden aangevat om de trekclip (5) te 20 verdraaien. Bovendien geeft de trekbeweging aan de trekclip (5) in zo'n uitgangspositie minder aanleiding tot nagelbreuk of overbelasting van de vingertop.

Wanneer het wenselijk is de kleine opening (2) te gebruiken voor het inbrengen van een zuigrietje wordt de 25 trekclip (5) over een kwart slag met de klok mee gedraaid zoals met de pijl (R) in figuur 2 is weergegeven. De uitstulping of neus (51) bevindt zich dat precies boven de openingslip (20) voor de kleine opening (2). Vervolgens wordt de trekclip (5) rond de buigbare lip (52) volgens de baan van 30 pijl (B) in figuur 4 naar boven getrokken waardoor de neus (51) de openingslip (20) naar binnen duwt, waarbij de gestanste breuklijn (21) open scheurt en de kleine opening (2) ontstaat. Vervolgens wordt de trekclip (5) weer langs de zelfde baan (B) teruggeduwd. In de zo verkregen toestand is Λ O000Q7 I het drankblik geschikt om met een zuigrietje te worden leeg I gedronken.

De grote opening (3) wordt gemaakt door de trekclip (5) I over een kwart slag tegen de klok in te draaien zoals met de I 5 pijl (L) in figuur 2 is weergegeven waarna de trek- en I drukbeweging volgens pijl (B) ervoor zorg draagt dat de I openingslip (30) wordt geopend voor de grote opening (3).

I Kan zonder gevaar direct uit het blik worden gedronken I dan kan de kleine opening (2) eerst al of niet geheel worden I 10 geopend, vervolgens wordt de trekclip (5) in de I oorspronkelijke hoek tën opzichte van de bovenzijde (1) teruggebracht en over honderd tachtig graden gedraaid, waarna I de grote opening (3) kan worden geopend.

I Het drankblik volgens de uitvinding is niet beperkt tot I 15 het in de tekeningen weergegeven en in het voorgaande I beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Er kan op verschillende I manieren binnen het kader van de uitvinding worden I gevarieerd.

I Zo kunnen de vormen, het materiaal en de afmetingen van I 20 de verschillende componenten die deel uitmaken van de I uitvinding binnen redelijke grenzen worden gevarieerd.

I Het drankblik volgens de uitvinding is niet beperkt in gebruik in andere situaties of toepassingen.

Claims (9)

1. Drankblik voor frisdranken of alcoholhoudende dranken, met het kenmerk,.dat in de bovenzijde van het 5 drankblik twee mogelijke openingen zijn voorbewerkt.

2. Drankblik Volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de twee mogelijke openingen van verschillende grootte zijn.

3. Drankblik volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de twee mogelijke openingen beide met één en de 10 zelfde trekclip kunnen worden geopend welke trekclip draaibaar is rond een klinknagel in het centrum van de bovenzijde van het drankblik waaronder de trekclip met een buigbare lip is vastgezet.

4. Drankblik volgens conclusie 1, 2 of 3, met het 15 kenmerk, dat de twee mogelijke openingen per opening zijn voorbewerkt met een in de bovenzijde van het drankblik gestanste breuklijn.

5. Drankblik volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de twee mogelijke openingen per opening zijn 20 voorbewerkt met een gestanste breuklijn in combinatie met een geheel of gedeeltelijk aan de breuklijn parallel lopend ingeperst verstevigingsprofiel.

6. Drankblik volgens conclusie 1, 2, 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat de kleinste van de twee voorbewerkte 25 openingen zodanige afmetingen heeft dat na opening een zuigrietje kan worden ingebracht, waarna geen ruimte meer in de kleine opening overblijft waardoor wespen of vergelijkbare insecten kunnen binnendringen.

7. Drankblik volgens conclusie 1, 2, 3, 4 of 5, met 30 het kenmerk, dat de kleinste van de twee voorbewerkte openingen zodanige afmetingen heeft dat na opening een buigrietje kan worden ingebracht die de opening vrijwel geheel afsluit.

8. Drankblik volgens een van de voorgaande conclusies, A n O r\ n ~7 I met het kenmerk, dat de beide voorbewerkte openingen I diametraal tegenover elkaar zijn gepositioneerd ten opzichte I van de klinknagel in het centrum van de bovenzijde van het drankblik. I 5

9. Drankblik volgens een van de voorgaande conclusies, I met het kenmerk, dat de voorbewerkte openingen beide kunnen I worden geopend waarbij de grote opening functioneert als I drinkopening en de kleine opening functioneert als I beluchtingsopening. I 10