NL1023141C2 - Spanningzoeker. - Google Patents

Description

Spanm'ngzoeker.

BESCHRIJVING

De uitvinding heeft betrekking op een spanm’ngzoeker, die 5 is voorzien van een stiftvormig deel, van een aansluitklem en van een tussen het stiftvormig deel en de aansluitklem geschakeld indicatie-orgaan met behulp waarvan wordt aangeduid of al dan niet spanning staat op een onderdeel waarmede het stiftvormige deel in aanraking is gebracht.

Dergelijke algemeen bekende spanningzoekers hebben in het 10 algemeen de vorm van een langgestrekte handgreep aan een uiteinde waarvan een stiftvormig deel in het verlengde van de handgreep is aangebracht, terwijl aan het andere uiteinde van de handgreep met behulp van een stroom geleidende draad een aansluitklem is bevestigd. Gebruikelijk is in de doorzichtige handgreep een indicatie-orgaan in de vorm van een 15 lichtbron aangebracht. Een dergelijke spanningzoeker wordt in het algemeen gebruikt om na te gaan of er al dan niet spanning staat op een voor het geleiden van stroom geschikte draad. Hiertoe wordt gebruikelijk de aansluitklem met een geaard geleidend voorwerp verbonden terwijl de pen door de isolatiemantel van de te testen voor het geleiden van stroom 20 geschikte draad wordt gestoken om in aanraking te komen met de geleidende kern van deze draad. Voor het doorboren van de isolatiemantel is in het algemeen vrij veel kracht nodig. In de praktijk is gebleken, dat hierbij het gevaar bijzonder groot is, dat het stiftvormig deel van de isolatiemantel van de te onderzoeken draad afglijdt, hetgeen tot 25 verwonding van de de spanm'ngzoeker bedienende persoon kan leiden.

Met de uitvinding wordt beoogd aan dit nadeel van de bekende spanningzoekers tegemoet te komen.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt, doordat het stiftvormig deel is aangebracht op een bek van een tang, die voorzien is 30 van een tweetal bekken waarvan de ene bek naar de andere bek toe en van de andere bek weg beweegbaar is.

I Bij gebruikmaking van een spanningzoeker volgens de B uitvinding kan een te onderzoeken draad tussen de beide bekken worden B geplaatst om vervolgens de isolatiemantel van de draad te doorboren door B het naar elkaar toe bewegen van de bekken van de tang. In de praktijk is B 5 gebleken, dat hierbij op veilige wijze de isolatiemantel van een te B onderzoeken draad kan worden doorboord met behulp van het aan een van de B bekken bevestigde stiftvormige deel terwijl met behulp van de tang ook B zonder grote krachtsinspanning van de gebruiker toch een I verhoudingsgewijs grote kracht op het stiftvormig deel voor het doorboren I 10 van de isolatiemantel kan worden uitgeoefend. Bij gebruikmaking van de I spanningzoeker volgens de uitvinding kan dan ook op veilige, en weinig I krachtsinspanning vereisende wijze het testen van voor het geleiden van I stroom geschikte draden worden uitgevoerd.

De uitvinding zal hieronder nader worden beschreven aan de I 15 hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een tang volgens de uitvinding.

I Figuur 1 toont een aanzicht op een tang volgens de I uitvinding.

I Figuur 2 toont een deel van de in figuur 1 weergegeven I 20 tang, die voorzien is van een tweede langgestrekt stiftvormig orgaan.

I Figuur 3 toont een met figuur 2 overeenkomend aanzicht I waarin het tweede langgestrekte stiftvormige orgaan in een tweede ten I opzichte van de in figuur 2 weergegeven stand gewijzigde stand is I weergegeven.

I 25 Een in figuur 1 weergegeven tang 1 is voorzien van een I tweetal geïsoleerde handgrepen 2 en 3, die ten opzichte van elkaar I verzwenkbaar zijn om een scharnieras 4 en die een geheel vormen met I tegenover elkaar liggende bekken 5 resp. 6. Met behulp van de handgrepen I 2 en 3 kunnen de bekken 5 en 6 op voor een dergelijke tang gebruikelijke I 30 wijze naar elkaar toe en van elkaar af bewogen worden.

I Nabij het vrije uiteinde van de bek 6 is aan de naar de bek 3 5 toegekeerde zijde van de bek 6 een stiftvormig deel 7 bevestigd, dat een in hoofdzaak kegel vormige vorm heeft met de punt van de kegel gericht naar de bek 5.

Aan de naar de bek 6 toegekeerde zijde van de bek 5 is 5 nabij het uiteinde van de bek 5 een inkeping 8 in de bek 5 aangebracht, een en ander zodanig, dat bij het naar elkaar toe bewegen van de beide bekken 5 en 6 het stiftvormig deel 7 in de inkeping 8 komt, zoals in de figuren 2 en 3 is weergegeven.

De uit stroom geleidend materiaal vervaardigde bek 5 staat 10 via een in de handgreep 2 opgenomen stroom geleidend deel in verbinding met de kern van een aan het vrije uiteinde van de handgreep 2 bevestigde geïsoleerde stroom geleidende draad 9 aan het uiteinde waarvan een gebruikelijke aansluitklem 10 is bevestigd.

In de stroom geleidende verbinding tussen de bek 5 en de 15 draad 9 is een indicatie-orgaan 11 opgenomen, dat een signaal afgeeft indien door de stroom geleidende verbinding tussen de bek 5 en de draad 9 een stroom vloeit. Een dergelijk indicatie-orgaan wordt gebruikelijk gevormd door een lichtbron, maar het zal bijvoorbeeld ook denkbaar zijn een een geluid afgevend indicatie-orgaan of dergelijke te gebruiken.

20 Een te onderzoeken draad kan nu bij geopende tang zoals weergegeven in figuur 1 in de in de bek 5 aangebrachte inkeping 8 worden gelegd, waarna de beide bekken 5 en 6 met behulp van de handgrepen 2 en 3 naar elkaar kunnen worden verzwenkt. Bij het sluiten van de bekken 5 en 6 zal op een gegeven moment het stiftvormig deel 7 in aanraking komen met 25 het in de uitsparing 8 liggende deel van de te onderzoeken draad en daarvan de isolatiemantel doorboren om met de kern van de draad in aanraking te komen.

Het zal duidelijk zijn, dat met behulp van de handgrepen 2 en 3 met behulp van verhoudingsgewijs weinig krachtsinspanning een grote 30 kracht op het stiftvormig deel 7 kan worden uitgevoerd voor het doorboren van de isolatiemantel van de te onderzoeken draad waarbij de te H onderzoeken draad stevig in de uitsparing 8 is vastgeklemd. Daarbij is een wegglijden van het stiftvormig deel zodanig, dat dit verwonding van de gebruiker van de spanningzoeker zou kunnen veroorzaken, uitgesloten.

Zoals aanvullend in figuren 2 en 3 is weergegeven kan op de 5 buitenzijde van een van de bekken een verder langwerpig stiftvormig orgaan 12 zijn aangebracht, dat vanuit een stand, waarin dit stiftvormig I orgaan zich in hoofdzaak langs de desbetreffende bek uitstrekt, zoals weergegeven in figuur 2, kan worden gebracht in een stand, waarin het stiftvormig orgaan zich over enige afstand voorbij de vrije uiteinden van I 10 de bekken 5 en 6 uitstrekt, zoals weergegeven in figuur 3. In het I weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt deze verstelling bewerkstelligd I doordat het stiftvormig orgaan met behulp van een afgebogen uiteinde draaibaar met de desbetreffend bek 5 is verbonden. Ook andere I mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld het verschuifbaar aanbrengen van het I 15 stiftvormig orgaan 12 op de buitenzijde van de desbetreffende bek zal I denkbaar zijn.

I Indien het 1anggestrekte stiftvormig orgaan 12 de in figuur I 3 weergegeven gebruikstand inneemt kan het stiftvormig orgaan I bijvoorbeeld in contact worden gebracht met onder een relais uitstekende I 20 stekeraansluitingen of dergelijke om na te gaan of deze aansluitingen al I dan niet onder spanning staan. Het zal duidelijk zijn, dat door toepassing van het tweede stiftvormig orgaan 12 de gebruiksmogelijkheden I van de spanningzoeker zijn uitgebreid.

Claims (7)

1. Spanningzoeker, die is voorzien van een stiftvormig deel, van een aansluitklem en van een tussen het stiftvormig deel en de 5 aansluitklem geschakeld indicatie-orgaan met behulp waarvan wordt aangeduid of al dan niet spanning staat op een onderdeel waarmede het stiftvormige deel in aanraking is gebracht, met het kenmerk, dat het stiftvormig deel is aangebracht op een bek van een tang, die voorzien is van een tweetal bekken, waarvan de ene bek naar de andere bek toe en van 10 de andere bek weg beweegbaar is.

2. Spanningzoeker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in de bek, die tegenover de van het stiftvormige deel voorziene bek is gelegen een voor het opnemen van een draad geschikte inkeping is aangebracht, zodanig, dat de isolatiemantel van het in de inkeping 15 gelegen deel van de draad bij het sluiten van de tang met het stiftvormig deel kan worden doorboord.

3. Spanningzoeker volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het stiftvormig deel nabij een vrij uiteinde van de desbetreffende bek is aangebracht.

4. Spanningzoeker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het indicatie-orgaan op een handgreep van de tang is aangebracht.

5. Spanningzoeker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aansluitklem met behulp van een stroom geleidende 25 draad op een vrij uiteinde van een handgreep van de tang is aangesloten.

6. Spanningzoeker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een tweede stiftvormig deel is aangebracht, welke verstelbaar is tussen een niet werkzame stand, waarin dit tweede stiftvormig deel zich langs een bek uitstrekt, en een tweede stand, 30 waarin het stiftvormige deel althans over een deel van zijn lengte voorbij het vrije uiteinde van de desbetreffende bek uitsteekt.

7. Spanningzoeker volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het tweede stiftvormige deel verzwenkbaar met een bek van de tang is verbonden.