NL1022720C2

NL1022720C2 - Mounting system for securing e.g. tools to wall or constructing cupboard units, comprises fasteners for holding objects and securing to pile loops on basis structure

Info

Publication number: NL1022720C2
Application number: NL1022720A
Authority: NL
Inventors: Johannus Theodorus Gera Lokven
Original assignee: Bredeveld Monique Eveline; Johannus Theodorus Gera Lokven
Priority date: 2003-02-18
Filing date: 2003-02-18
Publication date: 2004-08-19

Abstract

At least part of the basis structure (2) to which the object (5, 8) is being secured is provided with a first set of pile-shaped protrusions (4) and the fastener (6) for securing the object to this structure is provided with a second set of protrusions which can cooperate with the first set.

Description

Systeem voor het bevestigen van objecten aan een basisstructuurSystem for attaching objects to a basic structure

De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het bevestigen van objecten aan een basisstructuur, omvattende: ten minste één basisstructuur, en ten minste één met de 5 basisstructuur losneembaar koppelbaar bevestigingselement, welk bevestigingselement is ingericht om te worden verbonden met een aan de basisstructuur te bevestigen object.The invention relates to a system for attaching objects to a basic structure, comprising: at least one basic structure, and at least one fastening element detachable with the basic structure, which fastening element is adapted to be connected to a fastening to the basic structure object.

Systemen voor losneembare bevestiging van objecten aan een basisstructuur zijn reeds in velerlei varianten bekend. Alzo bestaan er bijvoorbeeld prikborden, waarbij (deels) 10 penetreerbare objecten middels een bevestigingselement, zoals bijvoorbeeld een punaise, aan het prikbord kunnen worden bevestigd. Nadeel van dit systeem is dat de objecten gepenetreerd worden door het bevestigingselement, en aldus worden beschadigd. Een ander voorbeeld van een bekend bevestigingssysteem is een metalen (wand)bord waaraan met behulp van een magnetisch bevestigingselement een relatief 15 dun object kan worden bevestigd. Een nadeel van dit systeem is dat dit systeem slechts toepasbaar is bij relatief dunne objecten. Bovendien is de bevestiging van de objecten aan het wandbord doorgaans niet zeer solide. Een derde voorbeeld van een systeem voor het bevestigen van objecten aan een basisstructuur is een rek voorzien van haken waaraan objecten kunnen worden gehangen. Een eerste nadeel van dit systeem is dat 20 doorgaans slechts objecten voorzien van een lus kunnen worden opgehangen aan het rek. Daarbij komt dat de objecten slechts op discrete posities met het rek kunnen worden verbonden. Objecten kunnen tevens met gegomde band, in het bijzonder plakband, worden bevestigd aan een basisstructuur. Een nadeel van een dergelijk systeem is dat het plakband als bevestigingselement de objecten, zoals bijvoorbeeld een 25 poster, doorgaans relatief snel kan beschadigen tijdens verwijdering van het plakband van het object. Tevens kunnen gomresten achterblijven op het object na verwijdering van de band. Bovendien kunnen relatief zware objecten veelal relatief moeizaam worden opgehangen aan een basisstructuur met behulp van conventioneel plakband. Resumerend zijn er dus diverse bekende systemen voor het bevestigen van objecten aan 30 een basisstructuur, waarbij elk systeem ten minste één eigen nadeel bezit.Systems for releasable attachment of objects to a basic structure are already known in many variants. For example, there are notice boards in which (partially) penetrable objects can be attached to the notice board by means of a fastening element, such as, for example, a pin. The disadvantage of this system is that the objects are penetrated by the fastening element, and thus damaged. Another example of a known mounting system is a metal (wall) board to which a relatively thin object can be attached with the aid of a magnetic mounting element. A disadvantage of this system is that this system can only be used with relatively thin objects. Moreover, the attachment of the objects to the wallboard is generally not very solid. A third example of a system for attaching objects to a basic structure is a rack provided with hooks to which objects can be hung. A first drawback of this system is that generally only objects provided with a loop can be hung on the rack. In addition, the objects can only be connected to the rack at discrete positions. Objects can also be attached to a basic structure with a gummed tape, in particular adhesive tape. A drawback of such a system is that the adhesive tape as fastening element can usually damage the objects, such as for instance a poster, relatively quickly during removal of the adhesive tape from the object. Gum residues can also remain on the object after removal from the belt. In addition, relatively heavy objects can often be suspended with relatively little difficulty from a basic structure with the aid of conventional adhesive tape. In summary, there are therefore various known systems for attaching objects to a basic structure, each system having at least one inherent disadvantage.

De uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een verbeterd systeem voor het bevestigen van objecten aan een basisstructuur, zonder voomoemde nadelen.The invention has for its object to provide an improved system for attaching objects to a basic structure, without the aforementioned disadvantages.

1 n o o -7 ^ λ H De uitvinding verschaft daartoe een systeem van het in aanhef genoemde type, met het H kenmerk, dat ten minste een deel van de basisstructuur is voorzien van meerdere eerste H poolvormige uitsteeksels, en dat het bevestigingselement ten minste gedeeltelijk is voorzien van meerdere tweede poolvormige uitsteeksels, waarbij de eerste poolvormige H 5 uitsteeksels en de tweede poolvormige uitsteeksels zijn ingericht voor onderlinge H samenwerking. Een eerste voordeel van toepassing van de poolvormige uitsteeksels is dat een object op elke willekeurige positie losneembaar met de basisstructuur kan H worden bevestigd. De positionering van het bevestigingselement, en aldus het object, ten opzichte van de basisstructuur is niet op voorhand beperkt tot een discreet aantal 10 bevestigingslocaties. Derhalve ontstaat een grote vrijheid ten aanzien van de locatie van het bevestigen van het object aan de basisstructuur, waardoor het systeem relatief flexibel functioneert. Een ander voordeel van het systeem overeenkomstig de uitvinding is dat de door poolvormige uitsteeksels gevormde verbinding tussen het H bevestigingselement en de basisstructuur relatief erg stabiel en solide is. Dit maakt het Η 15 bijvoorbeeld mogelijk om relatief zware objecten op duurzame en betrouwbare wijze op een gefixeerde positie te verbinden met een staande (verticaal of diagonaal georiënteerde) of liggende (horizontaal of diagonaal georiënteerde) basisstructuur. Weer een ander voordeel van het systeem overeenkomstig de uitvinding is dat velerlei objecten bevestigbaar zijn aan de draagstructuur, waarbij de massa, dimensionering en 20 vormgeving van de objecten doorgaans een inferieure rol spelen. Onder poolvormige uitsteeksels worden haken, knopen, knoppen of lussen bedoeld, waarbij de - doorgaans J-vormige - haken en de - doorgaans T-vormige - knopen zijn ingericht om te aan te grijpen in de knoppen en de lussen, waardoor de onderlinge verbinding tussen het I bevestigingselement en de basisstructuur kan worden gevormd. Opgemerkt zij dat de 25 onderling samenwerkende eerste poolvormige uitsteeksels en tweede poolvormige uitsteeksels doorgaans tevens worden aangeduid als klittenband.To this end, the invention provides a system of the type mentioned in the preamble, characterized in that at least a part of the basic structure is provided with a plurality of first H pole-shaped protrusions, and that the fastening element is at least partially provided with a plurality of second pole-shaped protrusions, the first pole-shaped protrusions and the second pole-shaped protrusions being arranged for mutual H-cooperation. A first advantage of using the pole-shaped protrusions is that an object can be fixed releasably at any position with the basic structure. The positioning of the fastening element, and thus the object, relative to the basic structure is not limited in advance to a discrete number of fastening locations. Therefore, there is great freedom with regard to the location of attaching the object to the basic structure, whereby the system functions relatively flexibly. Another advantage of the system according to the invention is that the connection between the H fastening element and the basic structure formed by pole-shaped protrusions is relatively very stable and solid. This makes it possible, for example, to connect relatively heavy objects in a durable and reliable manner in a fixed position to a standing (vertically or diagonally oriented) or horizontal (horizontally or diagonally oriented) basic structure. Yet another advantage of the system according to the invention is that many objects can be attached to the support structure, the mass, dimensioning and shaping of the objects usually playing an inferior role. Pole-shaped protrusions are understood to mean hooks, knots, buttons or loops, the - usually J-shaped - hooks and the - usually T-shaped - knots being arranged to engage in the buttons and loops, whereby the mutual connection between the fastening element and the basic structure can be formed. It is noted that the mutually cooperating first pole-shaped protrusions and second pole-shaped protrusions are generally also referred to as Velcro.

In een voorkeursuitvoering worden de eerste poolvormige uitsteeksels ten minste in hoofdzaak gevormd door lussen. Een bijzonder voordeel van deze voorkeursuitvoering 30 is dat conventionele weefsels als (deel van een) basisstructuur kun worden toegepast. In I een andere voorkeursuitvoering zijn de tweede pool vormige uitsteeksels ten minste in H hoofdzaak haakvormig. De bij voorkeur J-vormige of T-vormige tweede poolvormige I uitsteeksels worden prima facie doch niet noodzakelijkerwijs gevormd door doorgesneden lussen. Elke haak heeft bij voorkeur een diameter die is gelegen tussen I ! 02.2 7 2 0 3 0,1 en 0,4 mm, waarbij de haken doorgaans circa 1 tot 3 mm uitsteken ten opzichte van het bevestigingselement. De verbinding tussen de J-vormige of T-vormige uitsteeksels en de lussen is enerzijds zodanig solide dat relatief zware objecten op relatief hechte wijze aan de basisstructuur kunnen worden verbonden doch anderzijds zodanig zwak 5 dat de verbinding relatief eenvoudig verbreekbaar is, zodat een persoon bevestigde objecten relatief makkelijk kan verwijderen van de basisstructuur. In een bijzondere voorkeursuitvoering wordt de basisstructuur ten minste gedeeltelijk gevormd door een luspoolweefsel. Als luspoolweefsel kan bijvoorbeeld conventioneel tapijt worden toegepast. Door toepassing van het tapijt als basisstructuur kan de basisstructuur relatief 10 goedkoop worden vervaardigd. Het is eveneens mogelijk de eerste poolvormige uitsteeksels haakvormige uit te voeren en de tweede poolvormige uitsteeksels lusvormig uit te voeren. In een bijzondere voorkeursuitvoering worden de poolvormige uitsteeksels ten minste in hoofdzaak gevormd door lussen, waarbij de lussen een variabele lushoogte hebben. Alzo zal veelal een betere aangrijping van de haken in de 15 lussen kunnen worden gerealiseerd, hetgeen doorgaans resulteert in een (nog) meer solide en stevige onderlinge verbinding tussen de eerste poolvormige uitsteeksels en de tweede poolvormige uitsteeksels.In a preferred embodiment, the first pole-shaped protrusions are formed at least substantially by loops. A special advantage of this preferred embodiment is that conventional fabrics can be used as (part of a) basic structure. In another preferred embodiment, the second pole-shaped protrusions are at least substantially H-shaped. The preferably J-shaped or T-shaped second pole-shaped protrusions are prima facie but not necessarily formed by cut-through loops. Each hook preferably has a diameter that is between I! 02.2 7 2 0 3 0.1 and 0.4 mm, the hooks generally protruding approximately 1 to 3 mm with respect to the fixing element. The connection between the J-shaped or T-shaped protrusions and the loops is on the one hand so solid that relatively heavy objects can be connected to the basic structure in a relatively tight manner but on the other hand so weak that the connection is relatively easy to break, so that a person attached can remove objects relatively easily from the basic structure. In a particularly preferred embodiment, the basic structure is at least partially formed by a loop pole fabric. For example, conventional carpet can be used as the loop pile fabric. By using the carpet as a basic structure, the basic structure can be manufactured relatively inexpensively. It is also possible to make the first pole-shaped projections hook-shaped and the second pole-shaped projections to be loop-shaped. In a particularly preferred embodiment, the pole-shaped protrusions are formed at least substantially by loops, the loops having a variable loop height. A better engagement of the hooks in the loops can thus often be realized, which usually results in an (even) more solid and sturdy mutual connection between the first pole-shaped protrusions and the second pole-shaped protrusions.

In een andere voorkeursuitvoering wordt het bevestigingselement gevormd door een 20 materiaalstrip. De materiaalstrip kan vervolgens met het te bevestigen object worden verbonden middels bekende al dan niet mechanische bevestigingsmiddelen. Bij voorkeur is de materiaalstrip flexibel uitgevoerd. Het flexibel uitvoeren van de materiaalstrip verschaft een grotere vrijheid ten aanzien van het bevestigen van de materiaalstrip aan het object. Echter, het is eveneens mogelijk om de materiaalstrip ten 2<r 0 minste in hoofdzaak star uit te voeren. Het is alzo bijvoorbeeld denkbaar om de starre materiaalstrip reeds op voorhand te integreren met het te bevestigen object. In een bijzondere voorkeursuitvoering is de materiaalstrip aan een zijde voorzien van de tweede poolvormige uitsteeksels en aan een overliggende zijde voorzien van hechtmiddel voor bevestiging van de materiaalstrip aan het object. Via het hechtmiddel ^ van het bevestigingselement op solide wijze met het te bevestigen object worden verbonden. Het hechtmiddel wordt bij voorkeur zodanig gekozen dat doorgaans geen, of althans in hoofdzaak geen, beschadiging van het object zal optreden. Daarnaast is het eveneens denkbaar dat het hechtmiddel wordt gevormd door een mechanisch bevestigingsorgaan, zoals bijvoorbeeld een spijker of klinknagel (veelal aangeduid als 1 O?-, <^>20 I nietje), welk bevestigingsorgaan is ingericht om gedeeltelijk te worden aangebracht in I het te bevestigen object. Veelal zal alsdan evenwel beschadiging van het object optreden. In een andere bijzondere voorkeursuitvoering is de materiaalstrip aan een zijde voorzien van de tweede pool vormige uitsteeksels en aan een overliggende zijde is 5 voorzien van derde poolvormige uitsteeksels, welke derde poolvormige uitsteeksels zijn I ingericht voor samenwerking met de tweede pool vormige uitsteeksels. Voordeel van I een dergelijke bijzondere voorkeursuitvoering is dat de materiaalstrip kan worden I gedeformeerd tot een stabiel gevormde lus, waarbij de lus op solide wijze wordt gesloten door onderlinge samenwerking van de tweede poolvormige uitsteeksels en de 10 derde poolvormige uitsteeksels. Daar de lus doorgaans een deel van het object (nauw) zal insluiten zijn doorgaans geen additionele hulpmiddelen benodigd voor degelijke I bevestiging van de materiaalstrip aan het object, en opvolgende bevestiging van een door de materiaalstrip en het object gevormd samenstel aan de basisstructuur.In another preferred embodiment, the fastening element is formed by a material strip. The material strip can then be connected to the object to be attached by means of known mechanical or non-mechanical fastening means. The material strip is preferably of flexible design. The flexible design of the material strip provides greater freedom with regard to attaching the material strip to the object. However, it is also possible to make the material strip at least substantially rigid. It is thus conceivable, for example, to integrate the rigid material strip with the object to be attached in advance. In a particularly preferred embodiment the material strip is provided on one side with the second pole-shaped protrusions and on an opposite side provided with adhesive for attaching the material strip to the object. Be securely connected to the object to be attached via the adhesive of the fastening element. The adhesive is preferably chosen such that usually no, or at least substantially no, damage to the object will occur. In addition, it is also conceivable for the adhesive to be formed by a mechanical fastener, such as, for example, a nail or rivet (often referred to as a staple), which fastener is adapted to be partially applied in the object to be confirmed. However, damage to the object will then often occur. In another particularly preferred embodiment the material strip is provided on one side with the second pole-shaped protrusions and on an opposite side is provided with third pole-shaped protrusions, which third pole-shaped protrusions are adapted for cooperation with the second pole-shaped protrusions. The advantage of such a particularly preferred embodiment is that the material strip can be deformed into a stably shaped loop, the loop being closed in a solid manner by mutual cooperation of the second pole-shaped protrusions and the third pole-shaped protrusions. Since the loop will generally (partially) enclose a part of the object, no additional aids are usually required for proper attachment of the material strip to the object, and subsequent attachment of an assembly formed by the material strip and the object to the basic structure.

I 15 In weer een andere voorkeursuitvoering is het bevestigingselement verbonden met ten minste een deel van een meubelstuk. Onder ten minste een deel van een meubelstuk kan I bijvoorbeeld worden verstaan: (een deel van) een tafel, stoel, kast, bed et cetera.In yet another preferred embodiment, the fixing element is connected to at least a part of a piece of furniture. At least a part of a piece of furniture can be understood to mean, for example: (a part of) a table, chair, cupboard, bed, etc.

I Dergelijke meubelstukken kunnen via het bevestigingselement op solide doch I losneembare wijze worden verbonden met de basisstructuur. Alzo is het denkbaar I 20 leefruimten (groten)deels met behulp van het systeem overeenkomstig de uitvinding in I te richten.Such pieces of furniture can be connected to the basic structure in a solid but releasable manner via the fastening element. It is thus conceivable to arrange living areas (large areas) in I partly with the aid of the system according to the invention.

I Bij voorkeur is het aantal poolvormige uitsteeksels, in het bijzonder het aantal lussen, per oppervlakte-eenheid is gelegen tussen 25000 en 35000 uitsteeksels per m . Bij een 25 dergelijke dichtheid van de uitsteeksels, in het bijzonder lussen, per oppervlak kan doorgaans een solide onderlinge verbinding tussen de poolvormige uitsteeksels worden gerealiseerd, waardoor zelfs relatief zware objecten met de basisstructuur kunnen worden verbonden, in het bijzonder aan de basisstructuur kunnen worden opgehangen.The number of pole-shaped protrusions, in particular the number of loops, per unit area is between 25000 and 35000 protrusions per m. With such a density of the protrusions, in particular loops, per surface, a solid mutual connection between the pole-shaped protrusions can generally be realized, as a result of which even relatively heavy objects can be connected to the basic structure, in particular can be suspended from the basic structure. .

I In een andere voorkeursuitvoering is het aantal uitsteeksels en/of de verdeling van de 30 uitsteeksels per oppervlakte-eenheid afhankelijk van de beoogde toepassing van het systeem. Alzo is het denkbaar het aantal uitsteeksels per oppervlak voor bevestiging van relatief zware objecten (enigszins) te verhogen, terwijl voor relatief lichte objecten de uitsteekseldichtheid kan worden gereduceerd. Het is eveneens denkbaar de uitsteekselverdeling per oppervlak - afhankelijk van de beoogde toepassing - te I t 0 72 7 20 ' 5 variëren. Het bevestigingselement kan bijvoorbeeld slechts aan de randen of hoekpunten zijn voorzien van tweede poolvormige uitsteeksels in plaats van een volledig homogene uitsteekselverdeling te hebben.In another preferred embodiment, the number of protrusions and / or the distribution of the protrusions per unit area depends on the intended application of the system. It is thus conceivable to (slightly) increase the number of protrusions per surface for mounting relatively heavy objects, while for relatively light objects the protrusion density can be reduced. It is also conceivable to vary the protrusion distribution per surface area - depending on the intended application -. The fixing element can for instance only be provided at the edges or corner points with second pole-shaped protrusions instead of having a completely homogeneous protrusion distribution.

In een laatste voorkeursuitvoering omvat het systeem meerdere basisstructuren en 5 meerdere bevestigingselementen voor bevestiging van objecten aan meerdere basisstructuren tegelijkertijd. Alzo kan bijvoorbeeld een kastenconstructie worden vervaardigd, waarbij tussen meerdere staanders (basisstructuren), via meerdere bevestigingselementen één of meer liggers op solide wijze kunnen worden opgehangen.In a final preferred embodiment, the system comprises a plurality of basic structures and a plurality of fastening elements for fastening objects to a plurality of basic structures simultaneously. Thus, for example, a cupboard construction can be manufactured, wherein one or more beams can be hung in a solid manner between several uprights (basic structures), via several fastening elements.

10 De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren i weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur 1 een zijaanzicht op een uitvoeringsvorm van een systeem overeenkomstig de uitvinding, figuur 2 een gedetailleerd zijaanzicht op een deel van het systeem volgens figuur 1, 15 figuur 3 een zijaanzicht op een andere uitvoeringsvorm van een systeem overeenkomstig de uitvinding, en figuur 4 een vooraanzicht op weer een ander systeem overeenkomstig de uitvinding.The invention will be elucidated on the basis of non-limitative exemplary embodiments shown in the following figures. Herein: figure 1 shows a side view of an embodiment of a system according to the invention, figure 2 shows a detailed side view of a part of the system according to figure 1, figure 3 shows a side view of another embodiment of a system according to the invention, and figure 4 is a front view of yet another system according to the invention.

Figuur 1 toont een zijaanzicht op een uitvoeringsvorm van een systeem 1 20 overeenkomstig de uitvinding. Het systeem 1 omvat een ondergrond 2, en een met de ondergrond verbonden luspoolweefsel, in het bijzonder een tapijt 3. Het tapijt 3 is aan een van de ondergrond 2 afgekeerde zijde voorzien van meerdere kleine lussen 4, welke lussen 4 in figuur 2 in meer detail zijn weergegeven. Aan een verticaal deel van het tapijt 3 is een hamer 5 aan het tapijt 3 bevestigd met behulp van een bevestigingslus 6.Figure 1 shows a side view of an embodiment of a system 1 according to the invention. The system 1 comprises a substrate 2, and a loop pile fabric connected to the substrate, in particular a carpet 3. The carpet 3 is provided on a side remote from the substrate 2 with several small loops 4, which loops 4 in Figure 2 detail are shown. To a vertical part of the carpet 3 a hammer 5 is attached to the carpet 3 by means of a fastening loop 6.

25 De bevestigingslus 6 is tweezijdig voorzien van poolvormige uitsteeksels 7, waarbij de poolvormige uitsteeksels 7 van een zijde zijn ingericht voor samenwerking met poolvormige uitsteeksels van de andere zijde. Alzo is de bevestigingslus 6 op solide wijze gesloten, waarbij de bevestigingslus 6 tevens relatief eenvoudig worden opengebroken. De poolvormige uitsteeksels 7 op een buitenoppervlak van de 30 bevestigingslus 6 zijn T-vormig uitgevoerd, waardoor de T-vormige uitsteeksels 7 in de lussen 4 van het tapijt 3 kunnen aangrijpen, zodanig dat een solide verbinding ontstaat tussen de bevestigingslus 6 en het tapijt 3. Alzo is het mogelijk om de hamer 5 op duurzame en betrouwbare wijze te verbinden met het tapijt 3. Het moge duidelijk zijn dat het getoonde systeem 3 relatief flexibel is daar de hamer 5 op elke gewenste positie 1022720 I met het tapijt 3 kan worden verbonden, waardoor het inrichten van het systeem 1, id est I het positioneren van objecten ten opzichte van het tapijt 3, naar eigen wens kan I geschieden. Een zaag 8 is tevens met behulp van een materiaalstrip 9 aan een verticaal I deel van het tapijt 3 opgehangen. De materiaalstrip 9 is aan een naar de zaag 8 I 5 toegekeerde zijde voorzien van hechtmiddel 10 met behulp waarvan de zaag 8 en de materiaalstrip 9 onderling zijn verbonden. Een naar het tapijt 3 toegekeerde zijde van de I materiaalstrip 9 is voorzien van meerdere J-vormige uitsteeksels 11, welke zijn I ingericht voor samenwerking van de lussen 4 van het tapijt 3. De onderlinge I samenwerking van de J-vormige uitsteeksels 11 en de lussen 4 is in figuur 2 in meer 10 detail weergegeven.The mounting loop 6 is provided on two sides with pole-shaped protrusions 7, wherein the pole-shaped protrusions 7 from one side are adapted for cooperation with pole-shaped protrusions from the other side. The fastening loop 6 is thus closed in a solid manner, while the fastening loop 6 is also relatively easily broken open. The pole-shaped protrusions 7 on an outer surface of the fixing loop 6 are T-shaped, so that the T-shaped protrusions 7 can engage in the loops 4 of the carpet 3, such that a solid connection is created between the fixing loop 6 and the carpet 3. It is thus possible to connect the hammer 5 to the carpet 3 in a durable and reliable manner. It will be clear that the system 3 shown is relatively flexible since the hammer 5 can be connected to the carpet 3 at any desired position. whereby the arrangement of the system 1, ie the positioning of objects relative to the carpet 3, can be effected as desired. A saw 8 is also suspended with the aid of a material strip 9 on a vertical part of the carpet 3. The material strip 9 is provided with adhesive 10 on a side facing the saw 8, by means of which the saw 8 and the material strip 9 are mutually connected. A side of the material strip 9 facing the carpet 3 is provided with a plurality of J-shaped protrusions 11, which are arranged for cooperation of the loops 4 of the carpet 3. The mutual cooperation of the J-shaped protrusions 11 and the loops 4 is shown in more detail in figure 2.

Figuur 2 toont een gedetailleerd zijaanzicht op een deel van het systeem 1 volgens figuur 1. In figuur 2 wordt met name de zaag 8 getoond, welke zaag 8 met behulp van de materiaalstrip 9 aan het tapijt 3 is verbonden. Zoals reeds vermeld wordt de I 15 onderlinge koppeling tussen de materiaalstrip 9 en de zaag 8 bewerkstelligd door het hechtmiddel 10. De onderlinge koppeling tussen de materiaalstrip 9 en het tapijt 3 wordt I bewerkstelligd door onderlinge samenwerking tussen van het tapijt 3 deel uitmakende I lussen 4 en van de materiaalstrip 9 deel uitmakende J-vormige uitsteeksels 11. De verbinding tussen de J-vormige uitsteeksels 11 en de lussen 4 is zodanig stevig, dat (in 20 hoofdzaak) evenwijdige verplaatsing van de materiaalstrip 9 ten opzichte van het tapijt 3 niet, of althans zeer moeizaam, mogelijk is. Daarentegen kan de materiaalstrip 9 op relatief eenvoudige wijze van het tapijt 3 worden verwijderd door een trekkracht op de materiaalstrip 9 uit te oefenen in een richting die ten minste in hoofdzaak loodrecht staat op de materiaalstrip 9 en het (verticale deel van het) tapijt 3.Figure 2 shows a detailed side view of a part of the system 1 according to figure 1. Figure 2 in particular shows the saw 8, which saw 8 is connected to the carpet 3 by means of the material strip 9. As already stated, the mutual coupling between the material strip 9 and the saw 8 is effected by the adhesive 10. The mutual coupling between the material strip 9 and the carpet 3 is achieved by mutual cooperation between loops 4 forming part of the carpet 3. and J-shaped protrusions 11 forming part of the material strip 9. The connection between the J-shaped protrusions 11 and the loops 4 is so strong that (substantially) parallel displacement of the material strip 9 relative to the carpet 3 is not, or at least very difficult. Conversely, the material strip 9 can be removed from the carpet 3 in a relatively simple manner by exerting a tensile force on the material strip 9 in a direction that is at least substantially perpendicular to the material strip 9 and the (vertical part of the) carpet 3.

I Figuur 3 toont een zijaanzicht op een andere uitvoeringsvorm van een systeem 12 I overeenkomstig de uitvinding. Het systeem 12 omvat een luspoolweefsel, in het I bijzonder een tapijt 13, een met het tapijt 13 verbonden tafel 14 en een met het tapijt 13 I verbonden, de tafel 14 ondersteunende stut 15. De tafel 14 is aan een onderzijde met een I 30 horizontaal deel van het tapijt 13 verbonden met behulp van een met de tafel 14 verbonden materiaalstrip 16 voorzien van meerdere (niet-weergegeven) haakvormige I elementen. Een bovenzijde van de tafel 14 is niet voorzien van een dergelijke I materiaalstrip 16 en aldus niet direct verbonden met het tapijt 13, maar wordt I ondersteund door de stut 15, welke stut 15 evenwel is voorzien van een soortgelijke 3 U L· i / - u 7 materiaalstrip 16. De tafel 14 is alzo op losneembare, doch solide wijze verbonden met het tapijt 13, waardoor een stabiele positionering van de tafel 14 verkregen.Figure 3 shows a side view of another embodiment of a system 12 in accordance with the invention. The system 12 comprises a loop pile fabric, in particular a carpet 13, a table 14 connected to the carpet 13 and a support 15 connected to the carpet 13 and supporting the table 14. The table 14 is at the bottom with an I 30 horizontal part of the carpet 13 connected by means of a material strip 16 connected to the table 14 provided with a plurality of (non-shown) hook-shaped elements. An upper side of the table 14 is not provided with such a material strip 16 and is thus not directly connected to the carpet 13, but is supported by the strut 15, which strut 15, however, is provided with a similar 3 UL · i / - u 7 material strip 16. The table 14 is thus connected to the carpet 13 in a detachable but solid manner, whereby stable positioning of the table 14 is obtained.

Figuur 4 toont een vooraanzicht op weer een ander systeem 17 overeenkomstig de 5 uitvinding. Het getoonde systeem 17 omvat een eerste staander 18 en een op afstand van de eerste staander 18 gepositioneerde tweede staander 19, en een tussen de eerste staander 18 en de tweede staander 19 gepositioneerde centrale staander 20. De eerste staander 18 is aan een naar de centrale staander 20 toegekeerde zijde verbonden met een tapijt 21 voorzien van meerdere (niet-weergegeven) kleine lussen. De centrale staander 10 20 is tweezijdig voorzien van het tapijt 21, en de tweede staander 19 is aan een naar de centrale staander 20 toegekeerde zijde voorzien van het tapijt 21. Tussen de eerste staander 18 en de centrale staander 20 is een ligger 22 gepositioneerd. De ligger 22 wordt nabij twee overliggende kopse zijden ondersteund door met de eerste staander 18 en de centrale staander 20 verbonden stutten 23. Elke stut 23 is aan een naar de staander 15 18, 20 toegekeerde zijde voorzien van een materiaalstrip 28 voorzien van (niet- weergegeven) haken. De onderlinge bevestiging van elke stut 23 met een staander 18, 20 geschiedt door onderlinge samenwerking van de lussen van het tapijt 21 en de haken van de materiaalstrip 28. Voor een nadere werking van de bevestiging wordt verwezen naar figuur 2. De ligger 22 draagt een zitkussen 24 daar de ligger 22, vanwege de 20 relatief stevige bevestiging van de stutten 23aan de staanders 18,20, als zetel voor een persoon kan fungeren. Tussen de centrale staander 20 en de tweede staander 19 is een tweetal liggers 25 gepositioneerd, alsmede een draagstang 26 voor kledingstukken 27. De liggers 25 en de draagstang 26 worden aan weerszijden ondersteund door stutten 29. De stutten 29 zijn met de staanders 19, 20 op dezelfde wijze verbonden als de 25 bevestiging van de stut 23 aan de eerste staander 18 en de centrale staander 20, en aldus onder tussenkomst van materiaalstrips 30 voorzien van J- of T-vormige haken. Het in figuur 4 getoonde systeem 17 is slechts een uitvoeringsvoorbeeld. Het aantal en de aard van de met de staanders 18,19,20 te bevestigen componenten is arbitrair. Duidelijk dient te zijn dat de staanders 18,19, 20 in plaats van het tapijt 21 in een variant 30 eveneens kunnen zijn voorzien van een materiaal voorzien van haken, of knopen, waarbij de materiaalstrips 28, 30 worden gevormd door het tapijt 21.Figure 4 shows a front view of yet another system 17 according to the invention. The system 17 shown comprises a first upright 18 and a second upright 19 positioned at a distance from the first upright 18, and a central upright 20 positioned between the first upright 18 and the second upright 19. The first upright 18 is at a center side 20 facing connected to a carpet 21 provided with several (not shown) small loops. The central upright 20 is provided on two sides with the carpet 21, and the second upright 19 is provided with a carpet 21 on a side facing the central upright 20. A beam 22 is positioned between the first upright 18 and the central upright 20. The girder 22 is supported near two opposite end faces by struts 23 connected to the first upright 18 and the central upright 20. Each strut 23 is provided on a side facing the upright 18, 20 with a material strip 28 provided with (non-) shown). The mutual attachment of each post 23 with an upright 18, 20 takes place through mutual cooperation of the loops of the carpet 21 and the hooks of the material strip 28. For a further operation of the attachment, reference is made to Figure 2. The girder 22 carries a seat cushion 24 since the beam 22, because of the relatively firm attachment of the struts 23 to the uprights 18,20, can act as a seat for a person. Between the central upright 20 and the second upright 19 two beams 25 are positioned, as well as a bearing rod 26 for garments 27. The beams 25 and the bearing rod 26 are supported on either side by struts 29. Struts 29 are with uprights 19, 20 connected in the same manner as the attachment of the strut 23 to the first upright 18 and the central upright 20, and thus provided with J- or T-shaped hooks with the aid of material strips 30. The system 17 shown in Figure 4 is only an exemplary embodiment. The number and nature of the components to be attached with the uprights 18, 19, 20 is arbitrary. It should be clear that the uprights 18, 19, 20 instead of the carpet 21 in a variant 30 can also be provided with a material provided with hooks, or knots, wherein the material strips 28, 30 are formed by the carpet 21.

1022720 I De voorbeschreven uitvoeringsvormen vormen slechts niet-limitatieve I uitvoeringsvoorbeelden van het systeem overeenkomstig de uitvinding. Het moge I duidelijk zijn dat voor een vakman thans nog velerlei varianten denkbaar zijn.1022720 I The embodiments described above only constitute non-limitative I exemplary embodiments of the system according to the invention. It will be clear that many variants are currently conceivable for a person skilled in the art.

I 1 ff. O )I 1 ff. O)

I U L· L· i z 'JI U L · L · i z 'J

Claims

A system for attaching objects to a basic structure, comprising: at least one basic structure, and 5. at least one fastening element detachable with the basic structure, which fastening element is adapted to be connected to an object to be fastened to the basic structure, with characterized in that at least a part of the basic structure is provided with a plurality of first pole-shaped protrusions, and in that the fixing element is at least partially provided with a plurality of second pole-shaped protrusions, the first pole-shaped protrusions and the second pole-shaped protrusions being arranged for mutual cooperation .

A system according to claim 1, characterized in that the first pole-shaped protrusions are formed at least substantially by loops.

A system according to claim 1 or 2, characterized in that the second pole-shaped protrusions are at least substantially hook-shaped. 20

A system according to any one of the preceding claims, characterized in that the basic structure is at least partially formed by a loop pole fabric.

5. System as claimed in claim 3, characterized in that the loops have a variable loop height.

6. System as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the fixing element is formed by a material strip.

A system according to claim 6, characterized in that the material strip is flexible.

8. System as claimed in claim 6 or 7, characterized in that the material strip is provided on one side with the second pole-shaped protrusions and on a side which is 1022720 I 10 H provided with adhesive for attaching the material strip I to the object.

9. System as claimed in claim 7, characterized in that the material strip is provided on one side with the second pole-shaped protrusions and on an opposite side I is provided with third pole-shaped protrusions, which third pole-shaped protrusions I are adapted for cooperation with the second pole-shaped protrusions.

10. System as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the H 10 fixing element is connected to at least a part of a piece of furniture. I 11. " A system according to any one of the preceding claims, characterized in that the number of I pole-shaped protrusions per unit area is between 25000 and 35000 I protrusions per m2.

12. A system according to any one of the preceding claims, characterized in that the distribution of the pole-shaped protrusions varies per unit area.

13. System as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the system comprises a plurality of basic structures and a plurality of fastening elements for fastening objects to a plurality of basic structures simultaneously. I 2 2 72 0