NL1022715C2 - Verlichtingssysteem met globale bus en locale intelligentie. - Google Patents

Verlichtingssysteem met globale bus en locale intelligentie. Download PDF

Info

Publication number
NL1022715C2
NL1022715C2 NL1022715A NL1022715A NL1022715C2 NL 1022715 C2 NL1022715 C2 NL 1022715C2 NL 1022715 A NL1022715 A NL 1022715A NL 1022715 A NL1022715 A NL 1022715A NL 1022715 C2 NL1022715 C2 NL 1022715C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lighting
lighting unit
unit
command
internal
Prior art date
Application number
NL1022715A
Other languages
English (en)
Inventor
Ronald Ivo Maria Verbeeck
Original Assignee
Etap Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Etap Nv filed Critical Etap Nv
Priority to NL1022715A priority Critical patent/NL1022715C2/nl
Priority to EP04711419A priority patent/EP1595430A2/en
Priority to PCT/IB2004/000381 priority patent/WO2004073357A2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1022715C2 publication Critical patent/NL1022715C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B47/00Circuit arrangements for operating light sources in general, i.e. where the type of light source is not relevant
    • H05B47/10Controlling the light source
    • H05B47/175Controlling the light source by remote control
    • H05B47/18Controlling the light source by remote control via data-bus transmission
    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B47/00Circuit arrangements for operating light sources in general, i.e. where the type of light source is not relevant
    • H05B47/10Controlling the light source
    • H05B47/105Controlling the light source in response to determined parameters
    • H05B47/11Controlling the light source in response to determined parameters by determining the brightness or colour temperature of ambient light
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B20/00Energy efficient lighting technologies, e.g. halogen lamps or gas discharge lamps
    • Y02B20/40Control techniques providing energy savings, e.g. smart controller or presence detection

Landscapes

  • Circuit Arrangement For Electric Light Sources In General (AREA)

Description

Titel: Verlichtingssysteem met globale bus en locale intelligentie
De uitvinding heeft betrekking op een verlichtingssysteem en op verlichtingseenheden voor gebruik in een dergelijk systeem.
Het is bekend om lichtregelaars te gebruiken om het vermogen te 5 regelen die aan lampen wordt toegevoerd. Het vermogen kan ingesteld worden met een eenvoudige instelknop, maar men kan ook gebruik maken van een regellus met bijvoorbeeld een lichtgevoelig element waarmee het vermogen zo geregeld wordt dat een gevraagd lichtniveau gerealiseerd wordt.
10 In toenemende mate worden digitale technieken gebruikt om dergelijke regelaars te realiseren. Onder andere wordt gebruik gemaakt van busverbindingen waaraan een aantal verlichtingseenheden en één of meer besturingseenheden samen aangesloten worden. Een besturingseenheid bepaalt in dit geval het gewenste vermogensniveau en stuurt één of meer 15 overeenkomstige boodschappen via de busverbinding naar de verlichtingseenheden, met commando's om lampen aan of uit te zetten of het toegevoerde vermogen op een bepaald niveau in te stellen. De besturingseenheid kan de commando's om allerlei redenen genereren, bijvoorbeeld op afhankelijk van de tijd van de dag, in reactie op bediening 20 van een lichtknop of op grond van een gemeten hoeveelheid buitenlicht.
Soms zijn de commando's ook afhankelijk van informatie uit boodschappen die door de besturingseenheid via de bus van verlichtingseenheden of andere eenheden ontvangen worden, maar het is niet wezenlijk of de busverbinding ook dergelijke omgekeerde communicatie toestaat.
25 In een dergelijk bussyteem wordt de intelligentie met name geconcentreerd in de besturingseenheid. Daarin wordt de informatie vergaard die nodig is voor de besturing van de verlichtingseenheden. De verlichtingseenheden zelf kunnen zodoende vrij "dom" gehouden worden H door hun werking te beperken tot het instellen van de gecommandeerde vermogensniveaus. Zodoende blijven de kosten voor de verlichtingseenheden laag.
H Een nadeel van een dergelijk systeem is dat een complexe 5 programmering van de besturingseenheid nodig is als men rekening wil houden met diversiteit in de verlichtingssituatie op verschillende plaatsen in een gebouw. In dat geval kan geen gebruik gemaakt worden van "broadcast" commando's van de besturingseenheid die voor al de verlichtingseenheden dezelfde inhoud hebben, maar moeten de commando's 10 afhankelijk van de situatie van de betrokken verlichtingseenheid aangepast worden. Dit kan de kosten van de installatie (waaronder configuratie en inwerkingstelling) van een dergelijk systeem aanzienlijk verhogen. Het alternatief om alle verlichtingssystemen intelligent, afhankelijk van de locale verlichtingssituatie te laten reageren, maakt echter veel voordelen 15 van een bussysteem weer ongedaan.
Het is daarom, onder andere, een doel van de uitvinding om te voorzien in een verlichtingssysteem met een busverbinding waarin met een H besturingseenheid commando's voor situatie onafhankelijke I 20 verlichtingseenheden uitgestuurd kunnen worden, welke zelfde commando's echter plaatselijk ook gebruikt kunnen worden voor intelligente, situatieafhankelijke besturing.
I De uitvinding voorziet in een verlichtingssysteem volgens conclusie I 1. Volgens de uitvinding wordt éénzelfde type via de busverbinding 25 verstuurd commando door verschillende verlichtingseenheden verschillend I verwerkt. Door "domme" verlichtingsheden wordt een getal uit het een dergelijk commando als een vermogensinstelling gebruikt, terwijl andere, I "slimme" verlichtingseenheid hetzelfde getal gebruikt voor het bepalen van I een intensiteitsreferentie in een vermogensregeling, deels afhankelijk van I 30 het lichtniveau van licht dat van buiten de slimme verlichtingseenheid 3 komt. Daardoor is het mogelijk dat een commando dat aan een groep verlichtingseenheden geadresseerd wordt door "slimme" eenheden in de groep anders behandeld wordt dan door "domme" eenheden in de groep. Zodoende zijn is een enkel commando voor een dergelijke heterogene groep 5 voldoende. Ook kunnen overeenkomstige commando's, die er alleen in verschillen dat respectievelijk een sümme en een domme verlichtingseenheid geadresseerd wordt, gebruikt worden om domme en slimme eenheden te besturen. Zodoende is het genereren van commando's eenvoudiger dan wanneer de inhoud van de commando's afhankelijk van het I 10 type eenheid bepaald moet worden.
I Daarbij wordt er bijvoorkeur van uit gegaan dat, als het getal in I het commando een maximale vermogenswaarde heeft, een I intensiteitsreferentie de maximaal zelfstandig door de tweede I verlichtingseenheid haalbare waarde moet hebben en dat, naarmate het I 15 getal in het commando een kleinere vermogenswaarde aangeeft, de I intensiteitsreferentie evenredig kleiner is dan de maximaal zelfstandig I haalbare waarde.
I De slimme verlichtingseenheid bevat bijvoorkeur een geheugen I voor de maximaal zelfstandig haalbare waarde. Deze kan dan fabrieksmatig I 20 voor een standaardomgeving ingesteld worden of in voorkomende gevallen I afhankelijk van een plaatselijke verlichtingssituatie. Bijvoorkeur wordt I hiervoor van een non-volatile geheugen zoals een EPROM gebruik gemaakt.
I Voor de regeling kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van een regeling die de bijdrage van de slimme verlichtingseenheid aan het I 25 lichtniveau vermindert naarmate de verlichtingsbijdrage van buiten de I slimme verlichtingseenheid groter is, maar zo dat het totale aan het I lichtniveau toch toeneemt naarmate de verlichtingsbijdrage van buiten de I slimme verlichtingseenheid groter wordt. Zodoende wordt een natuurlijke I reactie op veranderingen in omgevingslicht ten dele gecompenseerd, hetgeen I 30 een natuurlijker effect heeft.
I Bijvoorkeur bevat de tweede verlichtingseenheid een interne verlichtingseenheid van het "domme" type, waaraan in reactie op het commando op de bus een aangepast commando wordt toegevoerd om de vermogeninstelling te besturen. Zodoende kan van standaard domme 5 interne verlichtingseenheid gebruik gemaakt worden. In het geval dat de interne verlichtingseenheid via de bus gevoed wordt, wordt tenminste een deel van de rest van de slimme verlichtingseenheid bijvoorkeur via het lichtnet gevoed. Zodoende is de slimme verlichtingseenheid wat betreft bus belasting compatibel met domme verlichtingseenheden.
10 Bijvoorkeur bevat de interne verlichtingseenheid een back-up voeding voor het opwekken van licht in een noodverlichtingstoestand. In dit geval wordt bijvoorkeur een schakeleenheid gebruikt om, wanneer de verlichtingseenheid in de noodverlichtingstoestand geschakeld is, commando's aan de interne voedingseenheid toe te voeren, onder bypass van 15 de controller die de aanpassing verricht. Zodoende blijft het systeem ook in de noodverlichtingstoestand operationeel.
Deze en andere doelstellingen en voordelen van het verlichtingssysteem, de verlichtingseenheid en de werkwijze van installatie 20 en gebruik van een dergelijk systeem zullen nader worden beschreven aan de hand van de volgende figuren.
Figuur 1 toont een verlichtingssysteem Figuur 2 toont een regelkarakteristiek 25 Figuur 3 toont een grafiek van aan het lichtniveaus
Figuur 4 toont een uitvoeringsvorm van een verlichtingseenheid
Figuur 1 toont een verlichtingssysteem voorzien van een besturingseenheid 12, een bus 10, een aantal "domme" verlichtingseenheden 30 14a-c, een slimme verlichtingseenheid 16 en een lichtnetaansluiting 18.
5
Besturingseenheid 12 is via bus 10 aan verlichtingseenheden 14a-c, 16 gekoppeld. Verlichtingseenheden 14a-c, 16 zijn verder aan lichtnetaansluiting 18 gekoppeld. Lichtnetaansluiting 18 wordt met een enkele lijn getoond, maar het zal duidelijk zijn dat deze over het algemeen I 5 een paar lichtnetgeleiders voorstelt, waartussen een lichtnetspanning staat.
I Evenzo zal bus 10 over het algemeen meerdere geleiders bevatten; zonder I van de uitvinding af te wijken kan echter ook gebruikgemaakt worden van I draadloze bus communicatie, bijvoorbeeld met RF elektromagnetische I signalen.
I 10 Eén van de domme verlichtingseenheden 14a wordt in meer detail I getoond. Deze bevat een controller 140, een vermogenstoevoercircuit 142 en I een lamp 144. Controller 140 is tussen bus 10 en een besturingsingang I vermogenstoevoercircuit 142 gekoppeld. Vermogenstoevoercircuit 142 is I tussen lichtnetaansluiting 18 en lamp 144 gekoppeld. Controller 140 en I 15 vermogenstoevoercircuit 142 worden bijvoorkeur geïntegreerd in één I standaard bouwcomponent, om eenvoudige fabricage mogelijk te maken. De I overige domme verlichtingseenheden 14b-c hebben een vergelijkbare I structuur.
I Slimme verlichtingseenheid 16 bevat een controller 160, een I 20 interne domme verlichtingseenheid 162 van hetzelfde type als de overige I domme verlichtingseenheden 14a-c, een lichtmeter 164 en een geheugen I 166. Lichtmeter 164 meet lichtniveaus (bijvoorbeeld lichtsterkte, lichtintensiteit). Controller 160 is gekoppeld aan interne domme verlichtingseenheid 162, aan lichtmeter 164, geheugen 166 en aan bus 10.
I 25 Verder is controller 160 gekoppeld aan lichtnetaansluiting 18. Controller 160 en 162 worden bijvoorkeur geïntegreerd in één bouwcomponent, waarin ook aan lichtmeter 164 mechanisch kan worden geïntegreerd, of via I bedrading kan worden aangesloten.
I In bedrijf stuurt besturingseenheid 12 boodschappen met I 30 commando's aan verlichtingseenheden 14a-c, 16. Controllers 140,160 in de verlichtingseenheden 14a-c, 16 ontvangen de commando's en sturen het vermogensgebruik van een lamp (of lampen) 142,162 in de verlichtingseenheid 14a-c, 16 afhankelijk van de commando's. Daarbij wordt H eenzelfde type boodschap gebruikt voor zowel domme verlichtingseenheden 5 14a-c als slimme verlichtingseenheid 16.
H In een uitvoeringsvorm bevat een boodschap bijvoorbeeld een veld waarmee adresinformatie voor een individuele verlichtingseenheid 14a-c, H 16, geadresseerd wordt. Ook kan men bijvoorbeeld een type commando gebruiken met adresinformatie waarmee alternatief een individuele 10 verlichtingseenheid 14a-c, 16, een groep van de verlichtingseenheden 14a-c, 16 tegelijk of alle verlichtingseenheden 14a-c, 16 tegelijk geadresseerd kunnen worden, waarvoor het commando bestemd is. De boodschap bevat verder informatie die een instructiecode en eventueel besturingsdata representeren. Allerlei vormen van commando's zijn mogelijk: de uitvinding 15 is niet beperkt tot gebruik bij een specifiek type commando format.
De commando's kunnen onder andere dim commando's zijn, met een instructiecode die het commando als dim-commando identificeert, waarbij de besturingsdata een getal representeert dat een gewenste vermogenstoevoer voorstelt. Bij versturing van een dergelijke boodschap 20 over bus 10 controleren controllers 140 van de domme verlichtingseenheden 14a-c de waarde van de adresinformatie en vergelijken het zonodig met een I individueel adres of een groepsadres van de domme verlichtingseenheid 14a- I Als deze adresinformatie aangeeft dat het commando bestemd is 25 voor de betreffende verlichtingseenheid 14a-c, voor een groep waartoe deze I verlichtingseenheid 14a-c behoort of voor alle verlichtingseenheden 14a-c, I 16 dan verwerkt controller 140 het commando. In dat geval leest controller I 140 instructiecode en stuurt vermogenstoevoercircuit 142 overeenkomstig de instructiecode. Betreft instructiecode bijvoorbeeld een aan/uit commando I 30 dan wordt vermogenstoevoer vanuit lichtnetaansluiting 18 naar lamp 144 I 7 I bijvoorbeeld aan of uitgeschakeld. Betreft instructiecode een dim commando I dan leest controller 160 de besturingsdata uit het commando en bestuurt I vermogenstoevoercircuit 142 zo dat het een hoeveelheid vermogen bepaald I door de besturingsdata uit lichtnetaansluiting 18 aan lamp 144 toevoert.
I 5 Voor het besturen van slimme verlichtingseenheid 16 gebruikt I besturingseenheid 12 eenzelfde type boodschap als voor het besturen van I domme verlichtingseenheden 14a-c. Ook kunnen broadcast boodschappen I tegelijkertijd slimme en domme verlichtingseenheden 14a-c, 16 besturen I en/of een groep die zowel domme als slimme verlichtingseenheden 14a-c, 16 I 10 omvat.
I In reactie op ontvangst van een extern dim commando vanaf bus 10 I genereert controller 160 in slimme verlichtingseenheid 16 een intern dim I commando voor interne domme verlichtingseenheid 162, met daarin I berekende interne data voor het sturen van de vermogenstoevoer. Controller I 15 160 leest een lichtniveaumeting van lichtmeter 164 uit en berekent de interne data voor het interne dim commando afhankelijk van de I lichtniveaumeting, van externe data uit het externe dim commando en I eventueel afhankelijk van informatie uit geheugen 166. Controller geeft I andere commando's, zoals externe aan/uit commando's van bus 10 20 onveranderd door aan interne verlichtingseenheid, eventueel onder I toevoeging van aanvullende commando's, bijvoorbeeld een aanvullende dim commando bij een "aan" commando. Interne domme verlichtingseenheid 162 I ontvangt de interne commando's en voert ze net als domme I verlichtingseenheden 14a-c uit.
I 25 Figuur 2 toont een regelkarakteristiek, met daarin een kromme 30 I voor de hoeveelheid vermogen P, dat controller 160 in het interne commando plaatst, uitgezet is als functie van het gestuurde vermogen X dat I controller 160 uit het externe commando leest, zoals controller 160 berekent I in het geval van een gegeven lichtniveaumeting, of een gemiddelde van
30 dergelijke metingen over een bepaalde tijdsperiode (beide vermogens P, X
H uitgezet op een schaal van de lichtniveau's die met die vermogens H gerealiseerd worden). Ter referentie wordt in de figuur ook het één op één H verband 36 aangegeven dat voor domme verlichtingseenheden 14a-c tussen de data X uit het externe commando en het vermogen P bestaat. Zoals 5 duidelijk is stijgt kromme 30 geleidelijk. Eerst is de stijging relatief zwak tot een datawaarde 34 van X en daarna sterker, tot geleidelijk een stijging evenredig met de toename van X bereikt wordt. Datawaarde 34 wordt bepaald door de lichtniveaumeting van lichtmeter 164. Naarmate de lichtniveaumeting hoger is wordt datawaarde 34 hoger. Kromme 30 is dus 10 een geleidelijke versie van een hoekige karakteristiek met een P die eerst tot datawaarde 34 nul is en daarna volgens een rechte 32 evenredig met de toename van X stijgt.
In een uitvoeringsvorm vervangt controller 160 het dimcommando door een "uit" commando in het geval dat de data X meer dan een I 15 voorafbepaalde factor onder datawaarde 34 ügt en voert dit uitcommando aan interne verlichtingseenheid 162 toe.
Met een werking volgens een kromme als kromme 30 zorgt I controller 160 ervoor dat het externe commando van bus 10, dat voor domme I verlichtingseenheden een vermogensstuur commando inhoudt, door slimme I 20 verlichtingseenheid voor een regeling van het lichtniveau gebruikt wordt, zó dat minder vermogen P toegevoerd wordt naarmate de locatie die door I interne verlichtingseenheid 162 verlicht wordt een hoger lichtniveau van buiten interne verlichtingseenheid 162 ontvangt.
Figuur 3 toont een grafiek met een kromme 40 van de bijdrage van 25 verlichtingseenheid 162 aan het lichtniveau op de locatie die door interne I verlichtingseenheid 162 verlicht wordt, als functie van de externe I lichtniveaubijdrage van buiten interne verlichtingseenheid 162 die zodoende I gerealiseerd wordt (uitgedrukt in aan de lamp toegevoerd vermogen P, maar I getekend op schaal van lichtniveau). In afwezigheid van een externe 30 bijdrage levert verlichtingseenheid 162 een bijdrage die door het ontvangen 9 dimcommando bepaald wordt. Boven een drempelwaarde 42, die door het ontvangen dim-eommando bepaald wordt, neemt de lichtniveaubijdrage van interne verlichtingseenheid 162 sterk af. Kromme 40 is een geleidelijke versie van een afval 44 tot aan drempelwaarde 42 en geen 5 lichtniveaubijdrage boven de drempelwaarde 42.
Bijvoorkeur behandelt controller 160 een commando met besturingsdata (waarde "X") die domme verlichtingseenheden een fractie F van hun maximaal haalbare hoeveelheid lichtintensiteit Y0 laat produceren als volgt. Controller 160 behandelt het commando als een commando om, op I 10 de locatie die door interne verlichtingseenheid 162 verlicht wordt, de fractie I F van de maximaal bij verlichting van die locatie door interne I verlichtingseenheid 162 alleen haalbare lichtniveau te realiseren.
I Dit kan op verschillende manieren gerealiseerd worden.
I Bijvoorkeur is lichtmeter 164 gericht op de locatie die door interne I 15 verlichtingseenheid 162 verlicht wordt. In dit geval vergelijkt controller 160 I bijvoorbeeld de lichtniveaumeting van lichtmeter 164 met de betrokken I fractie van het maximale lichtniveau. Deze laatste leest controller 160 uit I geheugen 166. In beginsel is het maximale lichtniveau afhankelijk van de I omstandigheden op de betrokken locatie, bijvoorbeeld van de niveau van I 20 (voornamelijk diffuse) reflectie in de omgeving (donker of licht tapijt bijvoorbeeld). Meestal zijn de omstandigheden gemiddeld en kan van een I standaard maximaal lichtniveau gebruik gemaakt worden die onafhankelijk I van de locatie is ingesteld.
I In een uitvoeringsvorm is het mogelijk om het maximale I 25 lichtniveau in geheugen 166 afhankelijk van de omgeving in te stellen, I bijvoorbeeld bij installatie. Daartoe wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een non-volatile geheugen 166, zoals een EPROM of een flash memory, zodat de maximale permanent beschikbaar blijft. Deze waarde kan ook "in I situ" bepaald worden doordat controller 160 het verschil tussen I 30 lichtniveaumetingen Yl, Y2 bij verschillende vermogenstoevoer PI, P2 (bijvoorbeeld maximale en minimale vermogentoevoer) meet en daarmee het maximum Ymax te berekenen waaruit de externe bijdrage Yext is geëlimineerd:
Yext= (Pl*Y2-P2*Yl)/(Pl-P2) waarin de vermogens PI worden H 5 uitgedrukt op de schaal van lichtniveau die met het vermogen bereikt wordt. Ook kan Yext uit de minimale lichtniveaumeting in een dagelijkse H cyclus bepaald worden.
In een andere uitvoeringsvorm is lichtmeter 164 extern gericht, zó dat alleen of voornamelijk de niveau van de externe lichtniveaubijdrage 10 Yext gemeten wordt die op de verlichte locatie invalt en niet of nauwelijks de lichtniveaubijdrage die door interne verlichtingseenheid 162 geproduceerd wordt. In dit geval bepaalt controller 160 de te gebruiken regelkromme door datawaarde 34 evenredig met de gemeten Yext in te stellen.
15 Controllers 140,160 worden bijvoorbeeld gerealiseerd als geschikt geprogrammeerde geïntegreerde circuits microcontrollers, maar er kan ook gebruik gemaakt worden van speciaal als controller ontworpen circuits.
Zoals beschreven genereert controller 160 een intern dim commando in reactie op een extern dim commando's dat over bus 10 I 20 aankomt, waarbij de vermogensinstelling in het interne commando wordt berekend uit de vermogensinstelling uit het externe commando, afhankelijk I van een interne lichtniveaumeting. Daarnaast is het bijvoorkeur ook I mogelijk dat controller 160 zelf aanvullende interne dim commando's I genereert zonder de directe aanleiding van een extern dim commando, 25 bijvoorbeeld naar aanleiding van veranderingen in de lichtniveau metingen I (of verandering in een tijdsgemiddelde van de lichtniveaumetingen over een I bepaalde periode), of in reactie op een "aan" commando, waarbij naast een I aan commando voor interne verlichtingseenheid 162 een dimcommando gegenereerd wordt alsof het aan commando een dim commando voor 100% I 30 vermogenstoevoer was.
11
Verder kunnen in de verlichtingseenheid één of meer verdere sensoren aangebracht worden, zoals bewegingsmelder en/of een andere aan-of afwezigheidsdetector is en/of een afstandsbediening en/of een drukknop. Deze sensoren werken in plaats van lichtmeter 164 of in combinatie met 15 lichtmeter 164 om de interne commando's aan te passen afhankelijk van sensor signalen. Met behulp van een bewegingsmelder is het bijvoorbeeld mogelijk geleidelijk het gewenste lichtniveau te dimmen ten opzichte van het extern als gewenst aangegeven niveau als er niemand meer aanwezig is tot een bepaald niveau. Dit vindt bijvoorbeeld toepassing in grote 10 kantoorruimtes met wisselende bezetting. Men kan door een geleidelijke of gedeeltelijke aanpassing van het gewenste lichtniveau energie besparen bij afwezigheid van een detectiesignaal van beweging, maar zonder (storend) te schakelen en/of met behoud van een restlichtniveau vanwege het comfort van de nog aanwezige persoenen (mensen zitten zodoende niet in een eiland 15 van licht in een voorts donkere ruimte).
Bijvoorkeur wordt, zoals beschreven, intern in slimme verlichtingseenheid 16 gebruik gemaakt wordt van boodschappen met interne commando's van dezelfde soort als boodschappen met externe commando's op bus 10, omdat zodoende gebruik gemaakt kan worden van 20 een bestaande domme verlichtingseenheid 162 in slimme verlichtingeenheid 16. In plaats hiervan kan echter ook afgezien worden van dergelijke interne boodschappen, door controller 160 rechtstreeks een vermogenstoevoercircuit te laten besturen.
Verder wordt in voor het voeden van de controller 140 in domme 25 verlichtingseenheden 14a-c bijvoorkeur gebruik gemaakt van energie toevoer via bus 10. Slimme verlichtingseenheid 16 bevat echter meer dan alleen een enkele controller (namelijk, naast de controller van interne verlichtingseenheid 162 ook nog controller 160 en lichtmeter 164). Om te voorkomen dat zodoende een groter beslag gelegd wordt op de voeding dan door domme verlichtingseenheden 14a-c worden tenminste controller 160 en lichtmeter 164 bijvoorkeur gevoed uit lichtnetaansluiting 18.
In een uitvoeringsvorm worden domme verlichtingseenheden 14a-c, 162 voorzien van een interne backupvoeding die de verlichtingseenheid 14a-5 c, 162 aanschakelt voor het voeden van noodverlichting in een noodverlichtingstoestand als de vermogenstoevoer via lichtnetaansluiting H 18 wegvalt. In deze uitvoeringvorm bevat slimme verlichtingseenheid 16 bijvoorkeur schakelaars om boodschappen vanaf bus 10 in de noodverlichtingstoestand rechtstreeks aan interne verlichtingseenheid 162 10 toe te voeren, dus buiten controller 160.
Figuur 4 toont een slimme verlichtingseenheid 16 met een schakeleenheid 50 met dergelijke schakelaars. Schakeleenheid 50 is tussen controller 160 en de busingang van interne verlichtingseenheid 162 geplaatst en wordt door controller 160 gecontroleerd, zó dat bij wegvallen 15 van de spanning op lichtnetaansluiting 18 de busingang van interne I verlichtingseenheid 162 met bus 10 verbonden wordt, terwijl in aanwezigheid van spanning op lichtnetaansluiting 18 controller 160 aan de busingang van interne verlichtingseenheid 162 met bus 10 verbonden wordt. Zodoende blijft slimme verlichtingseenheid 16 als een domme I 20 verlichtingseenheid toegankelijk in de noodverlichtingstoestand.
H Verder toont figuur 4 een backupvoeding 52, die aan de interne controller (niet getoond, maar analoog controller 140) van interne I verlichtingseenheid 162 gekoppeld is, voor gebruik in de I noodverlichtingstoestand. Buiten de noodverlichtingstoestand wordt de 25 interne controller bijvoorkeur gevoed vanuit bus 10.

Claims (23)

1. Verlichtingssysteem, voorzien van - een besturingsbus; - één of meer eerste verlichtingseenheden gekoppeld aan de besturingsbus; I - een besturingseenheid gekoppeld aan de besturingsbus, ingericht voor het I 5 uitzenden van een commando dat een vermogensinstelling aangeeft I waarmee de één of meer eerste verlichtingseenheden een voor verlichting I gebruikt vermogen overeenkomstig het commando instellen; I - een tweede verlichtingseenheid voorzien van een lichtmeter voor het I verkrijgen van een lichtniveaumeting van tenminste licht dat een door de I 10 tweede verlichtingseenheid verlichte locatie verlicht, welke tweede I verlichtingseenheid aan de bus gekoppeld is en ingericht is om uit het I gestuurde vermogensniveau een intensiteitsreferentie te bepalen voor het regelen van het voor verlichting gebruikte vermogen afhankelijk van de I lichtniveaumeting. I 15
2. Verlichtingssysteem volgens conclusie 1, waarin de tweede verlichtingseenheid is voorzien van interne verlichtingseenheid en een controller tussen de besturingsbus en interne verlichtingseenheid en waarin I de controller ingericht is om in reactie op het commando als onderdeel van I het regelen een aangepaste vermogensinstelling te berekenen en een 20 gewijzigd commando naar de interne verlichtingseenheid te sturen, waarin I de aangepaste vermogensinstelling opgenomen is.
3. Verlichtingssysteem volgens conclusie 2, waarin de besturingsbus is ingericht voor het leveren van voeding aan de interne verlichtingseenheid en waarin de tweede verlichtingseenheid verder voorzien is van een 25 lichtnetaansluiting, van waaruit de controller en/of de lichtmeter gevoed I worden.
4. Verlichtingssysteem volgens conclusie 3, waarin de interne verlichtingseenheid is voorzien van een noodvoeding, voor gebruik in een noodverlichtingstoestand en waarin de tweede verlichtingseenheid is voorzien van een schakeleenheid ingericht om, afhankelijk van het al dan 5 niet optreden van de noodverlichtingstoestand, het commando H respectievelijk rechtstreeks van de busverbinding of via de controller aan de interne verlichtingseenheid toe te voeren.
5. Verlichtingssysteem volgens één der voorafgaande conclusies, waarin de besturingseenheid is ingericht om het commando aan een veeltal 10 van de eerste en tweede verlichtingseenheden, inclusief de tweede verlichtingseenheid, tegelijk te richten, respectievelijk voor H vermogensinstelling en aangepaste vermogensinstelling.
6. Verlichtingssysteem volgens één der voorafgaande conclusies waarin de tweede verlichtingseenheid is ingericht om 15. de intensiteitsreferentie te bepalen door een fractie van een maximaal zelfstandig door de tweede verlichtingseenheid haalbare bijdrage aan de verlichting van de locatie te berekenen, waarbij een grootte van de fractie door de vermogensinstelling uit het commando bepaald wordt, en - een aangepaste vermogenshoeveelheid te berekenen voor gebruik I 20 in de tweede verlichtingseenheid, die voldoende is om het lichtniveau op de I locatie tot boven de fractie op te voeren.
7. Verlichtingssysteem volgens conclusie 6, voorzien van een geheugen voor opslag van informatie over een niveau van de maximaal haalbare bijdrage.
8. Verlichtingssysteem volgens conclusie 6 of 7, waarin de aangepaste I vermogenseenheid tenminste rond een waarde van de lichtniveaumeting I waar deze waarde gelijk is aan de intensiteitsreferentie met een in wezen I continue afgeleide als functie van de lichtniveaumeting aangepast wordt.
9. Verlichtingssysteem volgens één der voorafgaande conclusies, 30 waarin de tweede verlichtingseenheid is ingericht om met de ...... -τ"" ' Λ"~-..ί: UUM^Lf^yq^ vermogenshoeveelheid bij toename van de bijdrage aan een lichtniveau van de locatie van buiten de tweede verlichtingseenheid in mindere mate dan de toename een verdere bijdrage aan het lichtniveau van de locatie door de tweede verlichtingseenheid te verminderen, tenminste totdat de bijdrage 5 van buiten de tweede verlichtingseenheid de intensiteitsreferentie overtreft.
10. Verlichtingssysteem volgens één der voorafgaande conclusies, waarin de tweede verlichtingseenheid is voorzien van een sensor die in combinatie met de lichtmeter werkt, waarbij het de tweede verlichtingseenheid is ingericht om het regelen aan te passen afhankelijk 10 van een signaal van de sensor.
11. Verlichtingssysteem volgens conclusie 10, waarin de sensor een bewegingsmelder en/of een andere aan- of afwezigheidsdetector is en/of een afstandsbediening en/of een drukknop.
12. Verlichtingseenheid voor gebruik als tweede verlichtingseenheid in 15 een verlichtingssysteem volgens één der voorgaande conclusies, voorzien Van een busaansluiting, een controller, een lichtmeter en een interne verlichtingseenheid, waarbij de controller aan de lichtmeter gekoppeld is en verder tussen de busaansluiting en de interne verlichtingseenheid en ingericht is om om uit een gestuurde vermogensinstelling in een commando 20 van de busaansluiting een intensiteitsreferentie te bepalen voor het regelen van het in de interne verlichtingseenheid voor verlichting gebruikte vermogen, afhankelijk van een bijdrage van licht dat van buiten de interne verlichtingseenheid komt.
13. Verhchtingseenheid volgens conclusie 12, waarin de controller 25 ingericht is om in reactie op het commando in het kader van het regelen een aangepaste vermogensinstelling te berekenen en een gewijzigd commando naar de interne verlichtingseenheid te sturen, waarin het aangepaste vermogensinstelling opgenomen is.
14. Verlichtingseenheid volgens conclusie 12 of 13, voorzien is van een 30 lichtnetaansluiting, waarin de bus is ingericht voor het leveren van voeding 1022 7 1 5 H aan de interne verlichtingseenheid en waarin de lichtnetaansluiting de controller en/of de lichtmeter voedt.
15. Verlichtingseenheid volgens conclusie 12,13 of 14, waarin de interne verlichtingseenheid is voorzien van een noodvoeding, voor gebruik 5 in een noodverlichtingstoestand en waarin de verlichtingseenheid is I voorzien van een schakeleenheid ingericht om, afhankelijk van het al dan niet optreden van de noodverlichtingstoestand, het commando respectievelijk rechtstreeks of na wijziging door de controller aan de interne verlichtingseenheid toe te voeren.
16. Verlichtingseenheid volgens conclusie 12, 13, 14 of 15, waarin de controller ingericht is om de intensiteitsreferentie te bepalen door een H fractie van een maximaal zelfstandig door de interne verlichtingseenheid haalbare bijdrage van de verlichting van de locatie te berekenen, waarbij I een grootte van de fractie door de vermogensinstelling bepaald wordt, en I 15 een aangepaste vermogenshoeveelheid te berekenen die voldoende is om het I lichtniveau op de locatie tot boven de fractie op te voeren.
17. Verlichtingseenheid volgens conclusie 16, voorzien van een I geheugen voor opslag van informatie over een waarde van de maximaal haalbare bijdrage. I 20
18. Verlichtingseenheid volgens conclusie 16, waarin de aangepaste vermogenseenheid tenminste rond een waarde van de lichtniveaumeting waar deze waarde gelijk is aan de intensiteitsreferentie met een in wezen I continue afgeleide als functie van de lichtniveaumeting aangepast wordt.
19. Verlichtingseenheid volgens conclusie 16, waarin de controller I 25 ingericht is om de aangepaste vermogenseenheid zo te bepalen wordt dat I het lichtniveau op de locatie minstens gelijk is aan de intensiteitsreferentie, I en dat de aangepaste vermogensinstelling afneemt naarmate de bijdrage van buiten de tweede verlichtingseenheid toeneemt.
20. Verlichtingseenheid volgens één der conclusies 12 tot en met 19, 30 voorzien van een sensor die in combinatie met de lichtmeter werkt, waarbij het de tweede verlichtingseenheid is ingericht om het regelen aan te passen afhankelijk van een signaal van de sensor.
21. Verlichtingssysteem volgens conclusie 20, waarin de sensor een bewegingsmelder en/of een andere aan- of afwezigheidsdetector is en/of een 5 afstandsbediening en/of een drukknop.
22. Werkwijze voor het installeren van een verlichtingssysteem volgens conclusie 1, waarin informatie over een maximaal haalbare bijdrage van de tweede verlichtingseenheid aan een door de tweede verlichtingseenheid verlichte locatie locatieafhankelijk wordt 10 ingeprogrammeerd.
23. Werkwijze voor het verlichten van een gebouw onder besturing van commando’s die via een bus aan verlichtingseenheden verstuurd worden, waarbij eenzelfde commando of type commando met een vermogeninstelling door een eerste deel van de verlichtingseenheden als een commando voor het 15 besturen van de betrokken verlichtingseenheden op de vermogensinstelling gebruikt wordt en in een tweede deel van de verlichtingseenheden als een commando voor het regelen van de verlichting afhankelijk van een lichtniveaumeting, waarbij de vermogensinstelling uit het commando gebruikt wordt voor het berekenen van een intensiteitsreferentie voor de 20 regeling. 1022715-
NL1022715A 2003-02-17 2003-02-17 Verlichtingssysteem met globale bus en locale intelligentie. NL1022715C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022715A NL1022715C2 (nl) 2003-02-17 2003-02-17 Verlichtingssysteem met globale bus en locale intelligentie.
EP04711419A EP1595430A2 (en) 2003-02-17 2004-02-16 Lighting system with global bus and local intelligence
PCT/IB2004/000381 WO2004073357A2 (en) 2003-02-17 2004-02-16 Lighting system with global bus and local intelligence

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022715A NL1022715C2 (nl) 2003-02-17 2003-02-17 Verlichtingssysteem met globale bus en locale intelligentie.
NL1022715 2003-02-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1022715C2 true NL1022715C2 (nl) 2004-08-19

Family

ID=32867105

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1022715A NL1022715C2 (nl) 2003-02-17 2003-02-17 Verlichtingssysteem met globale bus en locale intelligentie.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP1595430A2 (nl)
NL (1) NL1022715C2 (nl)
WO (1) WO2004073357A2 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1997043876A1 (en) * 1996-05-13 1997-11-20 Faberman Ira S Distributed network control of a dimmable fluorescent lighting system
EP0871104A1 (de) * 1997-04-11 1998-10-14 TRILUX-LENZE GmbH & Co. KG Beleuchtungs-Steuereinrichtung
WO2000030409A1 (en) * 1998-11-16 2000-05-25 Helvar Oy Ab Control device for illumination system with light sensor
US6094016A (en) * 1997-03-04 2000-07-25 Tridonic Bauelemente Gmbh Electronic ballast
US6307331B1 (en) * 1998-05-18 2001-10-23 Leviton Manufacturing Co., Inc. Multiple sensor lux reader and averager
US6388399B1 (en) * 1998-05-18 2002-05-14 Leviton Manufacturing Co., Inc. Network based electrical control system with distributed sensing and control
US20020145886A1 (en) * 2001-04-06 2002-10-10 Stevens Carlile R. Power inverter for driving alternating current loads

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1997043876A1 (en) * 1996-05-13 1997-11-20 Faberman Ira S Distributed network control of a dimmable fluorescent lighting system
US6094016A (en) * 1997-03-04 2000-07-25 Tridonic Bauelemente Gmbh Electronic ballast
EP0871104A1 (de) * 1997-04-11 1998-10-14 TRILUX-LENZE GmbH & Co. KG Beleuchtungs-Steuereinrichtung
US6307331B1 (en) * 1998-05-18 2001-10-23 Leviton Manufacturing Co., Inc. Multiple sensor lux reader and averager
US6388399B1 (en) * 1998-05-18 2002-05-14 Leviton Manufacturing Co., Inc. Network based electrical control system with distributed sensing and control
WO2000030409A1 (en) * 1998-11-16 2000-05-25 Helvar Oy Ab Control device for illumination system with light sensor
US20020145886A1 (en) * 2001-04-06 2002-10-10 Stevens Carlile R. Power inverter for driving alternating current loads

Also Published As

Publication number Publication date
WO2004073357A3 (en) 2004-09-16
EP1595430A2 (en) 2005-11-16
WO2004073357A2 (en) 2004-08-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR100461504B1 (ko) 조명 시스템용 전력제어장치
RU2369990C2 (ru) Система освещения
US8214061B2 (en) Distributed intelligence automated lighting systems and methods
US6388399B1 (en) Network based electrical control system with distributed sensing and control
CA3069962C (en) Configuration for a load regulation device for lighting control
RU2249925C2 (ru) Устройство управления освещением
US7501774B2 (en) Multi-button low voltage switch adaptable for three states
US20060279225A1 (en) Multi-zone closed loop daylight harvesting having at least one light sensor
US9006982B2 (en) Daylight harvest lighting control system
US4585339A (en) Power control of electronic apparatus in response to surrounding brightness
RU2460247C2 (ru) Способ и схема для управления работой устройства
NL1022715C2 (nl) Verlichtingssysteem met globale bus en locale intelligentie.
KR100670843B1 (ko) 광감지 자동 조도조절 조명시스템
AU2011100078B4 (en) Lighting system
AU2008285874B2 (en) Dimming of lighting control devices to a predefined level
JPH11214179A (ja) 自動照度制御装置
KR102561970B1 (ko) 조도 센서와 인체감지센서와 전력량계 및 무선통신스위치를 이용한 원격 조명 제어 시스템
GB2404474A (en) Emergency lighting monitoring system with lighting control
USRE32450E (en) Light-sensing, light fixture control system
JPH11238579A (ja) 照明装置
Choi et al. Development of a daylight responsive dimming system and preliminary evaluation of system performance
Arifin et al. Development of automated microcontroller-based lighting control system for indoor room implementation
WO2017108502A1 (en) Demand responsive lighting control system and method
JP2005085588A (ja) 調光制御システム
JPH11144882A (ja) 照明制御システムにおける自動照度設定方式

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100901