NL1022507C2 - Warmtedistributie-inrichting, alsmede een werkwijze voor het distribueren van warmte. - Google Patents

Warmtedistributie-inrichting, alsmede een werkwijze voor het distribueren van warmte. Download PDF

Info

Publication number
NL1022507C2
NL1022507C2 NL1022507A NL1022507A NL1022507C2 NL 1022507 C2 NL1022507 C2 NL 1022507C2 NL 1022507 A NL1022507 A NL 1022507A NL 1022507 A NL1022507 A NL 1022507A NL 1022507 C2 NL1022507 C2 NL 1022507C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
heat exchanger
liquid
heating system
heat
central heating
Prior art date
Application number
NL1022507A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrikus Frederik Joz Staring
Original Assignee
Nathan Imp Exp B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nathan Imp Exp B V filed Critical Nathan Imp Exp B V
Priority to NL1022507A priority Critical patent/NL1022507C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1022507C2 publication Critical patent/NL1022507C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D10/00District heating systems
    • F24D10/006Direct domestic delivery stations
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B30/00Energy efficient heating, ventilation or air conditioning [HVAC]
    • Y02B30/17District heating

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Steam Or Hot-Water Central Heating Systems (AREA)

Description

Titel: Warmtedistributie-inrichting, alsmede een werkwijze voor het distribueren van warmte
De uitvinding heeft betrekking op een warmtedistributie-inrichting.
Een dergelijke inrichting is uit de praktijk bekend en wordt bijvoorbeeld toegepast in een stadsverwarmingssysteem of dergelijke. De 5 bekende inrichting is bestemd en ingericht voor het distribueren van een door een vloeistoftoevoer aan de inrichting toegevoerde, verwarmde vloeistof, bijvoorbeeld verwarmd water, ten behoeve van het verwarmen van ten minste een ruimte, alsmede ten behoeve van het op een gewenste temperatuur brengen van tapwater. De bekende distributie-inrichting is 10 hiertoe, althans tijdens gebruik, in de eerste plaats aangesloten op een centrale-verwarming systeem, dat bijvoorbeeld van één of meer in de te verwarmen ruimtes opgestelde radiatoren en/of andere warmteafgifte-inrichtingen is voorzien. De warmtedistributie-inrichting is ingericht om toegevoerde warme vloeistof aan het centrale-verwarming systeem toe te 15 voeren, bijvoorbeeld onder invloed van een warmtevraag van een thermostaat van dat verwarmingssysteem. Daarnaast is de bekende distributie-inrichting voorzien van een tapwater-warmtewisselaar. De warmtedistributie-inrichting is ingericht om toegevoerde, verwarmde vloeistof aan een primair deel van die warmtewisselaar toe te voeren op het 20 moment dat tapwater door een secundair deel van de warmtewisselaar stroomt, opdat de verwarmde vloeistof warmte het tapwater kan verwarmen.
Nadeel van de bekende inrichting is, dat deze uit relatief veel onderdelen bestaat. Zo omvat de bekende inrichting relatief veel 25 vloeistofleidingen met veel vertakkingen om de toegevoerde vloeistof naar en van het centrale-verwarming systeem en naar en van de warmtewisselaar te laten stromen. Daarnaast is de bekende inrichting H voorzien van relatief veel klepmiddelen om de vloeistofstroom telkens de H voor een gewenste tapwaterverwarming en/of centrale verwarming benodigde route door dat leidingennetwerk te laten volgen. De bekende inrichting is hierdoor relatief complex en duur. Bijkomend nadeel is, dat de H 5 verwarmde vloeistof reeds veel warmte afgeeft wanneer het zich nog in deze bekende distributie-inrichting bevindt. Veel warmte gaat daardoor onnodig H verloren. Bovendien kan zich in of nabij de bekende inrichting bevindend, in een buis stilstaand tapwater daardoor ongewenst worden verwarmd, hetgeen bijvoorbeeld kan leiden tot ongewenste besmetting met de 10 legionella bacterie.
De onderhavige uitvinding beoogt de genoemde nadelen op te heffen. In het bijzonder beoogt de uitvinding een warmtedistributie- inichting die relatief eenvoudig is uitgevoerd.
De inrichting wordt hiertoe volgens de uitvinding gekenmerkt door 15 de maatregelen van conclusie 1.
De warmtedistributie-inrichting is ingericht om een via een vloeistoftoevoer aan de inrichting toegevoerde, verwarmde vloeistof aan een centrale-verwarming systeem toe te voeren voor verwarming van ten minste I één ruimte. Daarnaast is de inrichting voorzien van ten minste één 20 warmtewisselaar voor verwarming van tapwater. De ten minste ene I warmtewisselaar is zodanig opgesteld, dat in hoofdzaak alle aan de inrichting toegevoerde vloeistof ten minste door die warmtewisselaar stroomt. Op deze manier kan de inrichting met relatief weinig onderdelen, in het bijzonder relatief weinig buizen, weinig buisvertakkingen en weinig 25 klepmiddelen worden uitgevoerd. Bijkomend voordeel is, dat deze inrichting door zijn eenvoud op zichzelf relatief weinig warmte zal afgeven tijdens gebruik, althans minder warmte dan door de bekende, van veel onderdelen voorziene distributie-inrichting.
De inrichting volgens conclusie 1 is met name voordelig bij 30 toepassing in een verwarmingssysteem dat is voorzien van ten minste één 1 0 2 2 r n 7 - 3 verwarmingsinrichting om een vloeistof te verwarmen. Een dergelijk systeem kan bijvoorbeeld een stadsverwarmings-, wijkverwarmings- en/of blokverwarmingssysteem omvatten. De door die ten minste ene verwarmingsinrichting verwarmde vloeistof wordt dan, bijvoorbeeld via een 5 leidingennetwerk, aan een aantal inrichtingen volgens althans conclusie 1 verbonden om een aantal respectieve ruimtes en tapwater te verwarmen. Die te verwarmen ruimtes kunnen zich bijvoorbeeld bevinden in een aantal appartementen, woningen, gebouwen en/of andere objecten. De vloeistof-verwarmingsinrichting kan op diverse manieren zijn ingericht om de 10 vloeistof te verwarmen. Daarbij kan bijvoorbeeld zonne-energie, warmtekrachtkoppeling, een verbranding en/of dergelijke worden toegepast. Daarnaast kan afvalwarmte, bijvoorbeeld van een fabriek en/of vuilverbranding, worden gebruikt om de vloeistof te verwarmen.
Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de 15 volgconclusies. Thans zal de uitvinding worden verduidelijkt aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en de tekening. Daarin toont:
Fig. 1 een schematisch weergeven uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.
Het in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld omvat een 20 warmtedistributie-inrichting 1, welke via een toevoerbuis 16 en een afvoerbuis 22 is aangesloten op een vloeistof-hoofdtoevoer 12 resp. -hoofdafvoer 11. De genoemde hoofdtoevoer 12 is gekoppeld aan een niet weergegeven verwarmingsinrichting om vloeistof, bijvoorbeeld water, te verwarmen. Deze verwarmingsinrichting kan bijvoorbeeld deel uitmaken 25 van een blok-, wijk-, flat- en/of stadsverwarmingssysteem. De vloeistof-hoofdafvoer 11 dient om gebruikte vloeistof bijvoorbeeld weer naar die verwarmingsinrichting terug te voeren. De aan deze hoofdafvoer 11 gekoppelde afvoerbuis 22 van de inrichting 1 is voorzien van een bestuurbare klep 10 om het vloeistofdebiet door die buis 22 -en derhalve 30 naar en door de inrichting 1- te regelen.
1 022507 - H Zoals fig. 1 toont, is de distributie-inrichting 1 ingericht om de via de vloeistoftoevoer 12 aan de inrichting toegevoerde vloeistof naar een H centrale-verwarming systeem 3, 4 te voeren voor verwarming van ten H minste één ruimte. De distributie-inrichting 1 omvat hiertoe een H 5 aanvoerbuis 17 en afvoerbuis 18 die op een aanvoerleiding 3 resp. een retourleiding 4 van het centrale-verwarming systeem zijn aangesloten. Het centrale-verwarming systeem omvat verder een in de door dat systeem te verwarmen ruimte opgestelde thermostaat 13. Het centrale-verwarming systeem is daarnaast voorzien van één of meer in die ruimte opgestelde, niet 10 weergegeven radiatoren en/of overige warmte-afgiftesystemen die op de H aanvoerleiding 3 en retourleiding 4 zijn aangesloten. De op het centrale- verwarming systeem aangesloten afvoerbuis 18 is voorzien van een pomp 6 om een gewenst vloeistofdebiet in dat verwarmingssysteem en de ten minste ene radiator te bewerkstelligen.
15 Zoals figuur 1 verder toont, is de distributie-inrichting 1 voorzien van een warmtewisselaar 9 voor verwarming van tapwater. De warmtewisselaar 9, althans een primair deel daarvan, is zodanig opgesteld, I dat in hoofdzaak alle, via de hoofdaanvoer 12 aan de inrichting 1 toegevoerde vloeistof ten minste door die warmtewisselaar 9 stroomt. De I 20 warmtewisselaar 9 is hiertoe eenvoudig tussen de retourleiding 4 van het centrale-verwarming systeem en de genoemde hoofdafvoer 11 opgesteld, terwijl de warm te wisselaar-toe voerleiding 19 bovendien via een by-pass I leiding 15 direct op de toevoerbuis 16 is aangesloten. De warmtewisselaar 9 is derhalve in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld stroomafwaarts ten I 25 opzichte van het centrale-verwarming systeem opgesteld.
I De genoemde by-pass leiding 15 verbindt de aan het centrale- verwarming systeem gekoppelde toe- en afvoerbuizen 17, 18 aan elkaar, I opdat de aan de distributie-inrichting 1 toegevoerde vloeistof geheel of I gedeeltelijk buiten het centrale-verwarming systeem 3, 4 direct naar de 30 warmtewisselaar 9 kan worden omgeleid. De by-pass leiding 15 is voorzien H 4 _ ..
5 van een temperatuursensor 7 om de temperatuur van zich in die leiding 15 bevindende vloeistof te bepalen. Bij voorkeur omvat de by-pass een in hoofdzaak drukloze, open verdeler 15 om mogelijke drukverschillen tussen het centrale-verwarming systeem 3, 4 en de warmtewisselaar 9 op te 5 vangen.
Een secundair deel van de warmtewisselaar 9 is aangesloten op een tapwatertoevoer 1 en tapwaterafvoer 2 via een koud-water leiding 21 resp. een warm-water leiding 20. De koud-water leiding 21 is voorzien van een stromingssensor 8 om tapwaterstroming te detecteren. De warm-water 10 leiding 20 omvat een temperatuursensor 5 om de temperatuur van zich in die leiding 20 bevindend tapwater te bepalen.
De distributie-inrichting 1 is daarnaast voorzien van een niet weergegeven besturing om althans de distributie van verwarmde vloeistof tussen de warmtewisselaar 9 en het centrale-verwarming systeem te 15 regelen. De besturing is in de eerste plaats ingericht om de stand van de klep 10 te regelen. De besturing is tevens ingericht om signalen van de genoemde temperatuur- en stromingssensoren 5, 8, 7 te ontvangen en verwerken. Daarnaast is de besturing aan de pomp 6 gekoppeld. De besturing is tevens op de thermostaat 13 aangesloten.
20 Tijdens gebruik kan verwarmde vloeistof via de hoofdtoevoer 12 aan de inrichting 1 worden toegevoerd. De vloeistofdruk in de hoofdtoevoer 12 is hiertoe hoger dan de druk in de hoofdafVoer 11. Wanneer de thermostaat 13 een signaal aan de genoemde besturing geeft dat de genoemde ruimte dient te worden verwarmd, neemt de besturing ten minste 25 de volgende stappen: de pomp 6 wordt op een gewenste pompsnelheid gebracht en de klep 10 wordt naar een bepaalde kiepstand geopend. Daardoor stroomt de verwarmde vloeistof via leidingen 16, 17, 3 naar de radiatoren van het centrale-verwarming systeem om de genoemde ruimte te verwarmen, terwijl de vloeistof vervolgens via leidingen 4, 18, 19, 22 naar de 30 hoofdafvoer 11 wordt geretourneerd. De vloeistofstroming is voor de * n o O r- -- _ l 5 Ü 7 H duidelijkheid met pijlen in de tekening weergegeven. Zoals de figuur toont, H wordt de aan de inrichting 1 via hoofdtoevoer 12 toegevoerde vloeistof in H hoofdzaak altijd door de warmtewisselaar 9 wordt gevoerd. De besturing H kan de stand van de klep 10 en de pompsnelheid van de pomp 6 eenvoudig H 5 op elkaar afstemmen om te verhinderen dat een rendement-verminderende stroming door de by-pass leiding 15 plaatsvindt. De besturing kan hiertoe bijvoorbeeld zijn voorzien van geheugenmiddelen waarin is opgeslagen welke kiepstand met welke pompsnelheid correspondeert. Daarnaast kan de besturing bijvoorbeeld aan de hand van de vloeistoftemperatuur in by-pass 10 leiding 15 bepalen, of de kiepstand en de pompsnelheid goed op elkaar zijn afgestemd. Indien de klep 10 bijvoorbeeld te ver open staat, zal verwarmde vloeistof tevens direct via de by-pass leiding 15 naar de hoofdafvoer 11 stromen, hetgeen een door de sensor 7 detecteerbare temperatuurverlaging van de by-pass tot gevolg heeft.
15 Het is voordelig wanneer de pomp 6 eerst in bedrijf wordt gezet, waarbij de klep 10 vervolgens pas na een bepaalde periode, bijvoorbeeld circa 30 sec., wordt geopend. In die tussenliggende periode kan de I temperatuur in de by-pass leiding 15 worden gemeten, aan de hand I waarvan de besturing de juiste kiepstand van klep 10 kan bepalen.
20 Bij voorkeur is de inrichting is voorzien van middelen om de pomp I 6 modulerend actief te laten zijn, zodanig dat het vloeistofdebiet door het I centrale-verwarming systeem afhankelijk is van de gewenste temperatuur I in de ten minste ene te verwarmen ruimte. De modulerende regeling omvat I het aanpassen van de warmtetoevoer, via de verwarmde vloeistof en de I 25 radiatoren, aan de warmtebehoefte. Door de modulerende pompregeling kan een relatief efficiëntie en aangename verwarming van die ruimte worden bewerkstelligd. Verder voordeel van de modulerende pompbesturing is, dat daarmee een relatief hoog rendement kan worden behaald.
I Wanneer tapwater via tapwaterleidingen 1, 21, 20, 2 door de I 30 warmtewisselaar 9 stroomt, bijvoorbeeld doordat elders in de leiding een 7 kraan of dergelijke wordt geopend, wordt deze stroming door sensor 8 gedetecteerd en aan de besturing doorgegeven. De besturing is ingericht om klep 10 in dat geval naar een gewenste stand te openen, zodanig dat verwarmde vloeistof via leidingen 16, 19 naar de warmtewisselaar 9 stroomt 5 om het tapwater te verwarmen. Het is dan zeer voordelig, indien de besturing is ingericht om de klep 10 zodanig te besturen, dat de warmtewisselaar 9 een voldoende hoog vloeistofdebiet ontvangt om tapwater tot een gewenste temperatuur te verwarmen. De temperatuur van het uit de warmtewisselaar 9 stromende tapwater wordt hierbij door sensor 10 5 gemeten en aan de besturing doorgegeven, opdat de besturing kan bepalen of het tapwater voldoende in de warmtewisselaar 9 wordt verwarmd.
Tijdens de tapwaterverwarming kan de pomp 6 nog actief zijn ten behoeve van het centrale-verwarming systeem. Bij voorkeur laat de besturing de pompsnelheid van de pomp 6 in dat geval afnemen, opdat 15 vloeistof van een voldoende hoge temperatuur de warmtewisselaar 9 via leiding 18 en/of by-pass leiding 15 kan bereiken om het tapwater op de gewenste watertemperatuur te brengen. Door menging van de centrale-verwarming retourvloeistof, dat nog een bepaalde verhoogde temperatuur kan hebben, met via by-pass 15 toegevoerde warme vloeistof kan het 20 tapwater relatief energiezuinig worden verwarmd.
Bij voorkeur is de besturing ingericht om de pompmiddelen 6 in een gedeactiveerde toestand te brengen en/of houden wanneer de warmtewisselaar 9 zich in de actieve, tapwater verwarmende toestand bevindt. Daardoor kan de verwarmde vloeistof in hoofdzaak direct via de by-25 pass leiding 15 en leiding 19 naar de warmtewisselaar stromen om het tapwater snel op een relatief hoge temperatuur te brengen.
Zoals in het bovenstaande is beschreven kan het getoonde uitvoeringsvoorbeeld de in de toegevoerde vloeistof opgeslagen warmte op voordelige en efficiënte wijze distribueren, waarbij de verwamde vloeistof bij 30 voorkeur op in hoofdzaak verschillende momenten door het centrale- 1 Π > O r H verwarming 3, 4 systeem enerzijds en de warmtewisselaar 9 anderzijds H wordt gevoerd. Doordat daarbij prioriteit wordt gegeven aan tapwaterverwarming, zal het optioneel moduleren van de pomp 6 van de centrale verwarming doorgaans niet of in mindere mate plaatsvinden 5 tijdens bedrijf van de warmtewisselaar 9. Vanzelfsprekend kan deze werkwijze, waarbij een toegevoerde verwarmde vloeistof slechts op H verschillende momenten naar ten minste één warmtewisselaar en naar een centrale-verwarming systeem wordt gevoerd, tevens worden uitgevoerd met andere warmte-distributie inrichtingen, bijvoorbeeld met een inrichting 10 waarbij niet al het aan de distributie-inrichting toegevoerde tapwater door de ten minste ene warmtewisselaar stroomt.
De distributie-inrichting 1 is van relatief weinig onderdelen voorzien. De inrichting 1 geeft derhalve tijdens gebruik relatief weinig warmte, bijvoorbeeld via straling van die onderdelen en/of convectie langs 15 die onderdelen, aan een omgeving af. In het bijzonder kan met slechts één I klep zowel de vloeistofstroming door de warmtewisselaar 9 als de stroming I door het centrale-verwarming systeem worden geregeld. Verder kan de via I retourleiding 4 uit het centrale-verwarming systeem stromende vloeistof nog een bepaalde verhoogde temperatuur hebben en derhalve dienen om de 20 warmtewisselaar 9 voor te verwarmen. Daardoor kan de wachttijd voor verwarmd tapwater worden verkort.
Bij voorkeur worden de hoofdaanvoer 12, de toevoerbuis 16, by- I pass leiding 15, en/of warmtewisselaartoevoer 19 tevens op een bepaalde verhoogde stand-by temperatuur gehouden wanneer geen vraag naar warm 25 tapwater of centrale-verwarming van de genoemde ruimte bestaat. Dit kan I eenvoudig door de besturing van de distributie-inrichting 1 worden bewerkstelligd, door de klep 10 periodiek enigszins te openen om warme vloeistof in die leidingen te laten stromen. De besturing kan dan aan de I hand van de door op de by-pass 15 aangebrachte temperatuursensor 7 I 1 Π O ·'"} .-· . 7 9 afgegeven signaal bepalen of de leidingen de gewenste stand-by temperatuur hebben bereikt.
Een aantal van de in fig. 1 getoonde distributie-inrichtingen 1 kan bijvoorbeeld worden toegepast in een systeem dat van een of meer vloeistof-5 opwarmingsinstallaties is voorzien. De door deze opwarmingsinrichtingen opgewarmde vloeistof wordt dan eenvoudig aan de daaraan gekoppelde distributie-inrichtingen 1 toegevoerd. Daardoor kan warmte, bijvoorbeeld afvalwarmte, op een zeer milieuvriendelijke manier worden benut om ruimtes en tapwater in één of meer op het systeem aangesloten huishoudens 10 en/of bedrijven te verwarmen.
Het spreekt vanzelf dat de uitvinding niet beperkt is tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Diverse wijzigingen zijn mogelijk binnen het raam van de uitvinding zoals is verwoord in de navolgende conclusies.
Zo kunnen bijvoorbeeld één of meer centrale-verwarmings 15 systemen 3, 4 aan de warmtedistributie-inrichting zijn gekoppeld.
Daarnaast kan de inrichting 1 zijn voorzien van één of meer warmtewisselaars om tapwater te verwarmen.
De ten minste ene warmtewisselaar kan op diverse posities zijn opgesteld, bijvoorbeeld stroomopwaarts of stroomafwaarts ten opzichte van 20 het centrale-verwarming systeem. Daarnaast kan de warmtewisselaar bijvoorbeeld in het centrale-verwarming systeem zijn vervat. Daardoor kan de warmtewisselaar bijvoorbeeld nabij een tappunt worden opgesteld. De warmtewisselaar zijn op diverse manieren zijn uitgevoerd en bijvoorbeeld een platen-warmtewisselaar of dergelijke omvatten.
25 De te verwarmen vloeistof kan bijvoorbeeld water, een andere vloeistof en/of een mengel van ten minste één vloeistof omvatten.
De klep 10 kan op diverse posities zijn opgesteld, bijvoorbeeld in hoofdtoevoer 12, hoofdaiVoer 11 of daartussen gelegen leidingen 16, 19, 22. De klep kan verder op diverse manieren zijn uitgevoerd, en bijvoorbeeld een 30 regelafsluiter met een elektronische regelaar of dergelijke omvatten.
1 0 2 2 ^ n 7 H De besturing kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd en bijvoorbeeld elektronica en/of micro-elektronica, in het bijzonder één of meer microcontrollers of -processors, bevatten.
De inrichting kan voorts bijvoorbeeld van filtermiddelen zijn 5 voorzien om de toegevoerde verwarmde vloeistof te filteren.
De genoemde thermostaat kan bijvoorbeeld een standaard H thermostaat of een modulerende thermostaat omvatten.
Daarnaast kan de besturing van inrichting 1 zijn ingericht om bijvoorbeeld vorstbeveiliging, automatische pompschakeling, 10 storingsindicaties, en dergelijke te bewerkstelligen.
Voorts kan het centrale-verwarming systeem bijvoorbeeld van één of meer radiatoren, convectoren, vloerverwarmingssystemen en/of andere warmteafgifte-inrichtingen zijn voorzien. Elk van dergelijke warmteafgifte- inrichtingen kan bijvoorbeeld op verschillende posities in, langs en/of nabij I 15 de door die inrichting te verwarmen ruimte zijn opgesteld.
1 Π Ί Ί rr η -V

Claims (20)

1. Warmtedistributie-inrichting, ingericht om een via een vloeistoftoevoer (12) aan de inrichting toegevoerde, verwarmde vloeistof aan een centrale-verwarming systeem (3, 4) toe te voeren voor verwarming van ten minste één ruimte, waarbij de inrichting is voorzien van ten minste één 5 warmtewisselaar (9) voor verwarming van tapwater, waarbij de ten minste ene warmtewisselaar (9) zodanig is opgesteld, dat in hoofdzaak alle aan de inrichting toegevoerde vloeistof ten minste door die warmtewisselaar (9) stroomt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de inrichting (1) is voorzien 10 van een aan de vloeistoftoevoer (12) gekoppelde bypass-leiding (15) om de via die toevoer (12) aan de inrichting (1) toegevoerde vloeistof buiten het centrale-verwarming systeem (3, 4) om te voeren.
3. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting is voorzien van klepmiddelen (10) ten behoeve van regeling van 15 het debiet van de aan de inrichting toegevoerde vloeistofstroom.
4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting (1) is voorzien van pompmiddelen (6) om vloeistof door het centrale-verwarming systeem te pompen.
5. Inrichting volgens ten minste conclusie 4, waarbij de inrichting is 20 voorzien van middelen om de pompmiddelen (6) modulerend actief te laten zijn, zodanig dat het vloeistofdebiet door het centrale-verwarming systeem afhankelijk is van de gewenste temperatuur in de ten minste ene te verwarmen ruimte.
6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de 25 inrichting is voorzien van een besturing die is ingericht om de klepmiddelen (10) zodanig te besturen, dat de ten minste ene warmtewisselaar (9) een 1 Π ? o Γ r>. ^ H voldoende hoog vloeistofdebiet ontvangt om tapwater tot een gewenste H temperatuur te verwarmen.
7. Inrichting volgens conclusies 4 en 6, waarbij de besturing is ingericht om de pompmiddelen (6) in een gedeactiveerde toestand te H 5 brengen en/of houden wanneer de warmtewisselaar (9) zich in een actieve, tapwater verwarmende toestand bevindt.
8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting is voorzien van detectiemiddelen (8) om stroming van het tapwater te detecteren.
9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting is ingericht om aan een vloeistofafvoer (11) te worden gekoppeld voor aiVoer van het via de toevoer (12) toegevoerde vloeistof.
10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting is voorzien van een toevoer (17) en afvoer (18) om aan de 15 inrichting toegevoerde vloeistof aan het centrale-verwarming systeem (3, 4) toe- resp. daarvan af te voeren.
11. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de I ten minste ene warmtewisselaar (9) stroomafwaarts ten opzichte van het I centrale-verwarming systeem (3, 4) is opgesteld.
12. Inrichting volgens ten minste conclusie 1, waarbij de ten minste ene warmtewisselaar (9) in het centrale-verwarming systeem is opgesteld.
13. Inrichting volgens ten minste conclusie 1, waarbij de vloeistoftoevoer (12) op een vloeistof-verwarmingsinrichting, bijvoorbeeld I van een stadsverwarmingsysteem of dergelijke, is aangesloten.
14. Verwarmingssysteem, voorzien van ten minste één I verwarmingsinrichting om een vloeistof te verwarmen, waarbij het verwarmingssysteem is gekoppeld aan een aantal inrichtingen volgens althans conclusie 1 om met de verwarmde vloeistof een aantal respectieve ruimtes en tapwater te verwarmen. I 1 0 ? / c ^ -t
15. Systeem volgens conclusie 14, waarbij het systeem een blok-, wijk-, flat* en/of stadsverwarmingssysteem omvat.
16. Werkwijze voor het distribueren van warmte, waarbij een verwamde vloeistof op in hoofdzaak verschillende momenten door een 5 centrale-verwarming systeem enerzijds en ten minste één warmtewisselaar voor het verwarmen van tapwater anderzijds wordt gevoerd.
17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij de vloeistof in hoofdzaak altijd door de warmtewisselaar wordt gevoerd.
18. Werkwijze volgens ten minste conclusie 16, waarbij de 10 vloeistofstroom door het centrale-verwarming systeem wordt gemoduleerd, afhankelijk van de temperatuur van een daarmee te verwarmen ruimte, althans wanneer de warmtewisselaar buiten bedrijf is.
19. Werkwijze voor het distribueren van warmte onder gebruikmaking van een inrichting volgens ten minste conclusie 1, waarbij in hoofdzaak alle 15 aan de inrichting (1) toegevoerde vloeistof ten minste door de warmtewisselaar (9) stroomt.
20. Werkwijze volgens conclusie 19, waarbij in hoofdzaak al het door het centrale-verwarming systeem stromende vloeistof eveneens door de ten minste ene warmtewisselaar stroomt. 20 1 0225117
NL1022507A 2003-01-27 2003-01-27 Warmtedistributie-inrichting, alsmede een werkwijze voor het distribueren van warmte. NL1022507C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022507A NL1022507C2 (nl) 2003-01-27 2003-01-27 Warmtedistributie-inrichting, alsmede een werkwijze voor het distribueren van warmte.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022507A NL1022507C2 (nl) 2003-01-27 2003-01-27 Warmtedistributie-inrichting, alsmede een werkwijze voor het distribueren van warmte.
NL1022507 2003-01-27

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1022507C2 true NL1022507C2 (nl) 2004-07-28

Family

ID=33029014

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1022507A NL1022507C2 (nl) 2003-01-27 2003-01-27 Warmtedistributie-inrichting, alsmede een werkwijze voor het distribueren van warmte.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1022507C2 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE826612A (fr) * 1975-03-12 1975-06-30 Groupe individuel de chauffage par eau chaude pour immeuble a appartements
EP0368715A1 (fr) * 1988-10-26 1990-05-16 GEMINOX, Société Anonyme Installation et appareil pour le chauffage et la production d'eau chaude sanitaire individuels à partir d'une chaufferie collective
FR2667136A1 (fr) * 1990-09-21 1992-03-27 Cecid Production Module de chauffage et de production d'eau chaude sanitaire, et installation de chauffage collectif equipee de tels modules.

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE826612A (fr) * 1975-03-12 1975-06-30 Groupe individuel de chauffage par eau chaude pour immeuble a appartements
EP0368715A1 (fr) * 1988-10-26 1990-05-16 GEMINOX, Société Anonyme Installation et appareil pour le chauffage et la production d'eau chaude sanitaire individuels à partir d'une chaufferie collective
FR2667136A1 (fr) * 1990-09-21 1992-03-27 Cecid Production Module de chauffage et de production d'eau chaude sanitaire, et installation de chauffage collectif equipee de tels modules.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20080265046A1 (en) Tankless water heater hot water return system
US5339859A (en) Water conservation system
US8511296B2 (en) Solar heating systems
JP2024508653A (ja) 給湯システム
KR200471736Y1 (ko) 중앙난방 또는 지역난방의 난방수를 이용한 난방 및 온수 제어 시스템
RU2508509C1 (ru) Нагревательная установка для производства горячей воды для бытовых нужд
JPWO2017134743A1 (ja) 給湯システムの制御方法及び給湯システム
US11421896B1 (en) Return tee for hot water recirculation system
SK107594A3 (en) Method and apparatus for heating building
DK2369243T3 (en) Process for heating drinking water, building technology system, housing station and building
US20110272132A1 (en) Arrangement and method for heating drinking water for one consumption point or tapping point
NL1022507C2 (nl) Warmtedistributie-inrichting, alsmede een werkwijze voor het distribueren van warmte.
HUT74648A (en) Heating system
NL2020522B1 (en) Improved satellite plumbing unit
US20150308752A1 (en) Three-conductor and four-conductor system for saving energy in connection with district heat
EP3910249B1 (fr) Système de production et de distribution de chaleur et de froid et son procédé de gestion
JPH0618092A (ja) 集中給湯装置
EP4390239A1 (en) System for transporting and controlling liquid flow in a heating system
CH689122A5 (fr) Installation de chauffage d'eau sanitaire pour la fourniture d'eau chaude et pour le chauffage d'un immeuble.
EP4166882A1 (en) Energy recovery system or plant
AU2007100748A4 (en) OZCIRC - A Methodology to Save Water & Energy
NL1030257C2 (nl) Warmtedistributie-inrichting, alsmede systeem voorzien van ten minste één dergelijke inrichting.
US11118813B2 (en) Tankless water heater and manifold system
AU2011202486B2 (en) Split non-pressurised solar water heating systems
RU2265776C1 (ru) Система теплоснабжения здания

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120801