NL1022342C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een decoratie-element voor gebruik bij planten, alsmede daarmee verkregen product. - Google Patents

Description

Titel: werkwijze voor het vervaardigen van een decoratie-element voor gebruik bij planten, alsmede daarmee verkregen product.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een decoratie-element voor gebruik bij planten, bloemen en der gelijke.

Het is bekend planten of bloemen, zoals rozen, buxus, klimop en 5 dergelijke, langs een decoratie-element te leiden, teneinde de planten in een gewenste twee- of driedimensionale vorm te laten groeien. Dergelijke decoratie-elementen zijn doorgaans vervaardigd uit een raamwerk van langs- en dwarselementen van bijvoorbeeld metaal, hout of bamboe. Deze elementen zijn daartoe op lengte gezaagd, eventueel in een gewenste vorm 10 gebogen en vervolgens onderling verbonden, bijvoorbeeld door lassen, solderen, vlechten waarbij een element door een andere element wordt gestoken, of met behulp van losse verbindingsmiddelen zoals bouten, moeren, eendelige klemmiddelen of touw onderling verbonden.

Deze bekende vervaardigingswerkwijze is arbeidsintensief, met 15 name het tot stand brengen van de verbindingen, zeker wanneer het complexe vormen betreft. Bovendien kan de vorm van de verkregen decoratie-elementen niet of nauwelijks door een eindafnemer worden aangepast aan zijn persoonlijke smaak. De werkwijze is voorts weinig geschikt voor vervaardiging van veel verschillende uitvoeringsvormen, 20 omdat voor elke variant verschillende langs- en dwarselementen nodig zijn die bovendien op verschillende wijze onderling dienen te worden verbonden, hetgeen tot grote hoeveelheden verschillende onderdelen leidt met bijbehorende complexe logistieke stromen en productieprocessen. Eenmaal vervaardigd nemen de decoratie-elementen veel ruimte in beslag en kunnen 25 zij onder invloed van onvoorziene belastingen tijdens opslag en transport ongewenst vervormen.

λ η o o λ 4 λ I 2

Verder zijn decoratie-elementen bekend die worden aangeleverd als I bouwpakket, door een verkoper of eindafnemer in elkaar te zetten.

I Dergelijke bouwpakketten bieden het voordeel dat het decoratie-element in I deze vorm compacter en redelijk goed beschermd kan worden I 5 getransporteerd en opgeslagen. Het in elkaar zetten vergt echter de nodig I tijd en behendigheid. Bovendien bieden deze bouwpakketten evenmin I flexibiliteit in te realiseren eindvorm.

I De uitvinding beoogt een werkwijze voor het vervaardigen van een decoratie-element van het hiervoor beschreven type, waarbij althans een I 10 deel van genoemde nadelen is opgeheven, met behoud van voordelen daarvan. Daartoe wordt een werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.

Bij een dergelijke werkwijze wordt een aantal eerste draden zodanig verbonden met ten minste één tweede draad, dat een uiteinde van 15 deze eerste draden aan ten minste één zijde van deze ten minste ene tweede draad over een relatief grote lengte uitsteekt, gerekend vanaf de tweede draad. Deze uitstekende draadeinden kunnen vervolgens in een gewenste vorm worden gebogen met behulp van een of meerdere vervormingselementen. Deze vervormingselementen zijn daartoe voorzien H 20 van koppelelementen waarmee de vervormingselementen met de eerste draden kunnen worden verbonden. Daarbij worden de eerste draden, H afhankelijk van de onderlinge positie van de koppelelementen, op een H bepaalde wijze vervormd, bijvoorbeeld naar elkaar toegetrokken of juist uit II elkaar gedreven. Aldus kunnen de draden eenvoudig handmatig worden 25 vervormd, zonder additionele mechanische hulpmiddelen of gereedschap. De uiteindelijke eindvorm van het decoratie-element zal daarbij sterk afhangen van het of elk aangebrachte vervormingselement, in het bijzonder de onderlinge positie van de koppelelementen. Aldus kan met een relatief beperkt aantal verschillende vervormingselementen, en een uit eerste en H 30 tweede draden gevormd draadelement een grote verscheidenheid aan 4 Λ O λ J λ -—a ιτ-,.ί.1.·.·.·· 1——· · i'liV rilTWilnm^^M£a^L^LLi___ τ·ι» · »τ· . · ___ ' τ η· ^w.ir.a» wjjjfci 3 decoratie-elementen worden gerealiseerd, afgestemd op de individuele smaak van een consument. Een decoratie-element kan ook zijn samengesteld uit meerdere draadelementen en/of meerdere vervormingselementen, waardoor het aantal te realiseren 5 uitvoeringsvormen nog verder toeneemt. Uiteraard kunnen ook eigenschappen van het draadelement worden gevarieerd, bijvoorbeeld de afmetingen, de draaddikte, het aantal eerste en tweede draden en de onderlinge oriëntatie daarvan.

In een nadere uitwerking wordt een werkwijze volgens de 10 uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 4.

Door de ten minste ene tweede draad met de uitstekende eerste draden te buigen kan een driedimensionaal decoratie-element worden gevormd. Dit ombuigen geschiedt bij voorkeur pas bij het opzetten van het decoratie-element, zodat de eerste en tweede draden tot aan dat moment in 15 hoofdzaak vlak kunnen worden getransporteerd en opslagen. Dit bespaart ruimte en maakt de draden minder kwetsbaar voor vervormingen. Het ombuigen van de ten minste ene tweede draad draagt voorts bij aan de stijfheid en stabiliteit van het uiteindelijke decoratie-element.

In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een werkwijze volgens de 20 uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 5.

Door de uiterste einden van de eerste draden te verbinden door een samenbindingselement wordt de stabiliteit van het decoratie-element nog verder vergroot. Daarnaast biedt het element een beschermende functie omdat hiermee de mogelijk scherpe draadeinden worden afgeschermd van 25 de omgeving. Voorts kan het element een decoratieve functie hebben, doordat hiermee de draadeinden kunnen worden afgedekt met een aantrekkelijk vormgegeven kap. In of op het samenbindingselement kan bijvoorbeeld een lamp of dergelijk sfeerverhogend element zijn opgenomen.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt een werkwijze 30 volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 6.

I Dergelijke vlakke panelen van eerste draden en daarop bevestigde I tweede draden kunnen eenvoudig worden vervaardigd, op bekende I inrichtingen die bijvoorbeeld worden toegepast voor de vervaardiging van I gaas of traliewerk, zoals een las- of soldeerstation. De aldus gevormde I 5 vlakke draadpanelen kunnen vervolgens afzonderlijk of tezamen met een of I meerdere vervormingselementen op compacte wijze, en goed beschermd I worden aangeboden aan afnemers zoals een detailhandelaar, een kweker of H een consument.

I De uitvinding heeft voorts betrekking op een samenstel van een I 10 draadpaneel en ten minste een vervormingselement, dat met I koppelelementen op uitstekende draadeinden van het draadpaneel kan I worden bevestigd, daarmee de onderlinge stand en vorm van deze draadeinden beïnvloedend.

Met een dergelijk samenstel kan met een beperkt aantal 15 verschillende onderdelen een veelheid aan uiteenlopende decoratie- I elementen worden gerealiseerd, van zeer eenvoudige decoratie-elementen, I gevormd uit één draadpaneel en één vervormingselement, tot zeer complexe I decoratie-elementen, samengesteld uit meerdere draadpanelen en/of vervormingselementen. De draadpanelen en vervormingselementen kunnen I 20 bovendien eenvoudig worden vervaardigd en zonder verder gereedschap in I elkaar worden gezet en kunnen voorts tot aan gebruik in vlakke toestand I worden getransporteerd en opgeslagen om pas vlak voor gebruik tot een I driedimensionale vorm te worden opgezet. Hierdoor wordt ruimte bespaard H en het risico van beschadiging beperkt.

25 Wanneer een decoratie-element uit meerdere draadpanelen is I samengesteld kunnen de vervormingselementen tevens dienst doen als I koppelmiddel, voor aan elkaar koppelen van de verschillende draadpanelen.

I Daarbij bieden de naden, gevormd door twee eerste draden van twee I aangrenzende panelen, stevigheid en stabiliteit aan het decoratie-element.

I 1022342 5

De stabiliteit van het decoratie-element kan verder worden vergroot door de draadpanelen van meer dan een tweede draad te voorzien en/of door de vrije uiteinden van de eerste draden bijeen te houden of te verbinden door een samenbindingselement.

5 De uitvinding heeft voorts betrekking op een draadpaneel, een vervormingselement en een daaruit samen te stellen decoratie-element.

In de verdere volgconclusies worden nadere voordelige uitvoeringsvormen van een werkwijze, samenstel, draadpaneel, vervormingselement en decoratie-element volgens de uitvinding beschreven. 10 Ter verduidelijking van de uitvinding zullen een aantal uitvoeringsvoorbeelden van een decoratie-element volgens de uitvinding en een werkwijze voor het tot stand brengen daarvan nader worden beschreven aan de hand van de tekening. Daarin toont fig. 1 in bovenaanzicht een uitvoeringsvorm van een draadpaneel 15 volgens de uitvinding; fig. 2A-C in perspectivisch aanzicht een draadpaneel volgens figuur 1 en twee verschillende vervormingselementen volgens de uitvinding, geschikt voor gebruik met het draadpaneel fig. 2D,E het draadpaneel en de vervormingselementen volgens 20 figuur 2A-C in geassembleerde toestand; fig. 3A,B een tweetal verdere uitvoeringsvormen van decoratie-elementen volgens de uitvinding, samengesteld uit ten minste een draadpaneel en ten minste een vervormingselement volgens de uitvinding; fig. 4 een verdere uitvoeringsvorm van een vervormingselement 25 volgens de uitvinding; fig. 5A-C een verdere uitvoeringsvorm van een decoratie-element volgens de uitvinding, gevormd uit een draadpaneel met aan weerszijden van de tweede draden uitstekende eerste draden; en fig. 6A,B in bovenaanzicht twee mogelijke tussenproducten bij de 30 vervaardiging van een draadpaneel volgens fig. 1; ! - : ;U 2 H Fig. 7 in zijaanzicht een tweetal alternatieve uitvoeringsvormen I van een inrichting als getoond in fïg. 3;

Fig. 8 in perspectivisch aanzicht schematisch en verdere uitvoeringsvorm; 5 Fig. 9 en plantsteun vervaardigd volgens de uitvinding; en

Fig. 10 een verdere alternatieve uitvoeringsvorm.

I Figuur 1 toont in bovenaanzicht een draadpaneel 2 volgens de I uitvinding, omvattende een zestal in hoofdzaak evenwijdige eerste draden 4 I en twee eveneens in hoofdzaak evenwijdige tweede draden 5, die op korte 10 afstand van elkaar met de eerste draden 4 zijn verbonden, nabij een eerste einde 6 daarvan. Daarbij steken eerste einden 6 van de eerste draden 4 over een relatief kleine lengte Li uit ten opzichte van de tweede draden 5, terwijl I tweede einden 7 over een relatief grote lengte L2 uitstéken aan de andere zijde van de tweede draden 5. De draden 4, 5 kunnen bijvoorbeeld zijn 15 vervaardigd uit kunststof of metaal, eventueel bekleed met kunststof of I gecoat, en zijn ter plaatse van hun kruispunten onderling verbonden door I bijvoorbeeld solderen, (punt)lassen, ultrasoon lassen of lijmen.

I In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld strekken de eerste draden 4 I zich op regelmatige onderlinge afstand S uit en sluiten zij een hoek α in met I 20 de tweede draden 5 die ongeveer gelijk is aan 90°. Het moge duidelijk zijn I dat vele variaties mogelijk zijn. Zo kan de hoek α elke waarde tussen 0° en I 180° aannemen en kunnen de onderlinge afstanden S tussen opeenvolgende I eerste draden 4 ter plaatse van de tweede draden 5 variëren. Zelfs kunnen I de eerste draden 4 onderling convergeren of juist divergeren Voorts kan het I 25 aantal eerste en tweede draden 4, 5 per draadpaneel 2 variëren, alsmede de I lengten Li en L2 waarover de eerste draden 4 zich aan weerszijden van de ten minste ene tweede draad 5 uitstrekken. De lengte L2 is bij voorkeur I enige malen groter dan de afstand S tussen de eerste draden 4. De lengte Li kan gelijk zijn aan nul, doch kan ook even groot zijn als L2. De diameter van I 30 de draden 4, 5 is zodanig dat deze handmatig kunnen worden gebogen, I 102234? 7 hetgeen bij metalen draden bijvoorbeeld neerkomt op een draaddiameter van ongeveer 3 a 5 mm. Voorts kan het draadpaneel 2 met een enkele tweede draad 5 zijn uitgevoerd. Twee of meer tweede draden 5 heeft de voorkeur, omdat dit de stabiliteit van een uiteindelijk uit het draadpaneel 2 5 te vormen decoratie-element 1 helpt vergroten.

In figuur 2A en B zijn twee vervormingselementen 10A en 10B getoond, geschikt voor het omvormen van het in fig. 2C getoonde draadpaneel 2' tot een in hoofdzaak tweedimensionaal decoratie-element als getoond in fig. 2D en E. Het draadpaneel 2' komt in hoofdzaak overeen met 10 het in figuur 1 getoonde draadpaneel 2, doch omvat één eerste draad 4 minder. De vervormingselementen 10A,B hebben een langwerpige, rechthoekige vorm en zijn voorzien van koppelelementen in de vorm van doorboringen 11, welke op een onderlinge afstand X, Y zijn geplaatst, die kleiner, respectievelijk groter is dan de afstand S tussen de eerste draden 4 15 van het draadpaneel 2'. In het getoonde voorbeeld komt het aantal doorboringen 11 overeen met het aantal eerste draden 4 van het draadpaneel 2', doch dit is niet noodzakelijk. De diameter van de doorboringen 11 is voldoende groot voor doorlating van de eerste draden 4.

Ter vorming van de in fig. 2D en E getoonde decoratie-elementen 20 1A,B worden de tweede uiteinden 7 van de eerste draden 4 van het draadpaneel 2' door de openingen 11 van het vervormingselement 10A of 10B gestoken, waarna het vervormingselement 10A,B richting de tweede draden 5 wordt geschoven. Hierdoor worden de eerste draden 4 naar elkaar toe getrokken (bij vervormingselement 10A), respectievelijk uit elkaar 25 gedwongen (vervormingselement 10B). Daarbij zullen de eerste draden 4 een zijwaartse terugveerkracht op de vervormingselementen 10A,B uitoefenen waardoor deze op de aanbrenghoogte blijven hangen. Uiteraard kunnen met dit doel ook speciale klemmiddelen zijn voorzien, die het vervormingselement 10A,B op de gewenste hoogte fixeren.

/:\ . ; ι-y f\ * Λ H Het aldus verkregen decoratie-element 1A,B kan vervolgens bijvoorbeeld tegen een wand worden bevestigd, of als op zichzelf staand lei- element in de grond of in een plantpot worden gestoken met de eerste uiteinden 6 van de eerste draden 4, waarna bloemen of planten langs de 5 draden 4, 5 kunnen worden geleid. De draden 4, 5 kunnen daartoe desgewenst van lei-haakjes zijn voorzien, die bij voorkeur als losse elementen zijn aan te brengen. Uiteraard kan het draadpaneel 2' ook eerst in een ondergrond worden vastgezet en vervolgens met behulp van de vervormingselementen ΙΟΑ,Β tot een decoratie-element 1A,B worden 10 omgevormd.

Het moge duidelijk zijn dat door variatie van het ontwerp van de vervormingselementen ΙΟΑ,Β, in het bijzonder de onderlinge afstand en ligging van de koppelelementen 11, vele verschillende decoratie-elementen kunnen worden gevormd uit eenzelfde draadpaneel 2'. Zo kunnen de I 15 koppelelementen 11 bijvoorbeeld versprongen worden aangebracht of gegroepeerd in subgroepjes. Ook kunnen meerdere vervormingselementen op één draadpaneel 2' worden geschoven, waarbij de draden 4 bijvoorbeeld door een eerste aan te brengen vervormingselement 10A naar elkaar toe I worden getrokken en door een tweede aan te brengen vervormingselement 20 10B uit elkaar worden gedwongen, zodat een diabolovorming decoratie- I element wordt verkregen. Vele andere vormen zijn mogelijk.

I In fig. 3A en 3B zijn twee verdere uitvoeringsvormen van een I decoratie-element volgens de uitvinding getoond, waarbij de I koppelelementen 11 van de vervormingselementen IOC en 10D in een vlak H 25 zijn gelegen, in het bijzonder in een cirkel en een vierkant, in plaats van op een rechte lijn. De hiermee gevormde decoratie-element hebben daardoor I een driedimensionale vorm.

Het in fig. 3A getoonde decoratie-element is opgebouwd uit twee draadpanelen 2A,B volgens fig. 1, waarvan de tweede draden 5 voorafgaand 30 aan het assembleren tot een halve cirkel zijn gebogen. De beide = --·*·" · ^*'?Μ.Αΐ^ηΜΐΜΒ^^^^:-·^ΑΧ^.,.^ιιΐΒ|||ίΐ!··6;μ#?vwj-· ±ψ.. .τ··.,·τ-τζ- 9 draadpanelen 2 zijn vervolgens met hun beide meest buitengelegen eerste draden 4 tegen elkaar geplaatst, waarna een vervormingselement IOC over de vrije uiteinden 7 is geschoven. Dit vervormingselement IOC is voorzien van in een cirkel geplaatste doorboringen 11, 11', op een onderlinge afstand 5 X die kleiner is dan de afstand S tussen opeenvolgende eerste draden 4. Het vervormingselement IOC is in het getoonde geval ringvormig, doch kan ook een gesloten vorm hebben. Door vervolgens het vervormingselement IOC langs de eerste draden 4 richting de tweede draden 5 te schuiven, worden de eerste draden 4 door de doorboringen 11, 11' naar elkaar toe getrokken.

10 Het vervormingselement IOC fungeert in dit voorbeeld tevens als koppelmiddel voor het aan elkaar koppelen van de draadpanelen 2A,B. Het vervormingselement IOC is daartoe voorzien van twee diametraal tegenover elkaar gelegen doorboringen 11', elk met een grotere doorsnede dan de overige doorboringen 11, voor doorlating van de twee eerste draden 4, op de 15 raakvlakken van beide panelen 2A,B. Uiteraard kan het aan elkaar koppelen van de panelen 2A,B ook met aparte, speciaal daartoe voorziene klemmiddelen geschieden. Voorts kan het vervormingselement IOC uit meerdere delen bestaan, bijvoorbeeld twee halve ringen. Dit is bijvoorbeeld voordelig wanneer het tot stand te brengen decoratie-element 1 rond een 20 voorwerp, bijvoorbeeld een boomstam, wordt opgezet. Een ringvormig vervormingselement IOC kan dan te klein zijn om over een boveneinde van dit voorwerp, bijvoorbeeld een boomkruin, te worden geschoven. Opsplitsen van het vervormingselement in twee of meer delen vereenvoudigt in dat geval het aanbrengen.

25 Het in fig. 3A getoonde decoratie-element kan ook worden gerealiseerd uit een enkel draadpaneel dat tot een koker is gebogen, of uit meer dan twee draadpanelen, die elk tot een cirkelsegment zijn gebogen en tezamen een gehele cirkel kunnen vormen. Gebruik van twee of meer draadpanelen biedt het voordeel dat de 'naden', gevormd door de dubbele 30 eerste draden 4, extra stabiliteit geven aan de constructie.

H Teneinde de stabiliteit van het decoratie-element nog verder te H vergroten zijn de uiteinden 7 van de eerste draden 4 afgedekt met een H samenbindingselement 12, in de vorm van een beivormig kapje 12. Vele H andere vormen zijn mogelijk. Dit samenbindingselement kan tevens een H 5 decoratieve functie hebben en daartoe bijvoorbeeld zijn voorzien van een H ornament of een tuinlicht.

Fig. 3B toont een verdere driedimensionale variant van een decoratie-element, waarbij één draadpaneel 2 tot een vierhoekige koker is gebogen, zodat de buitenste eerste draden 4 in een hoekpunt aan elkaar 10 grenzen (in figuur 3B het meest rechter hoekpunt). Vervolgen is over de

draadeinden 7 een vierhoekig, ringvormig vervormingselement 10D

H geschoven, met doorboringen 11, waarvan de onderlinge afstand S in hoofdzaak gelijk is aan de onderlinge afstand S tussen de eerste draden 4

van het paneel 2. In dit geval fungeert het vervormingselement 10D

15 daardoor slechts als koppel- en stabilisatie-element voor het in de kokervormige stand houden van het draadpaneel 2. Vervolgens is een rond, ringvormig vervormingselement IOC aangebracht, vergelijkbaar met het vervormingselement uit fig. 3A, waarvan de doorboringen 11 op een onderlinge afstand Y liggen die groter is dan de afstand S tussen de eerste 20 draden 4. De draden zullen daardoor uiteen worden gedwongen en daarbij beide vervormingselementen 10C,D vastklemmen.

Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat op hiervoor beschreven I wijze talloze verschillende twee- en driedimensionale decoratie-elementen I kunnen worden gevormd. Daarbij kan bijvoorbeeld een set van een of I 25 meerdere draadpanelen 2 met een of meerdere vervormingselementen 10A- D worden aangeboden of kan een consument zelf een combinatie van I draadpanelen en vervormingselementen samenstellen, volledig afgestemd I op zijn behoefte.

I De in de figuren 2 en 3 getoonde vervormingselementen 10A-D zijn 30 alle vormstijf en bijvoorbeeld vervaardigd uit hout, metaal of kunststof.

I 1 no on λ rt .. ............................. I·· I Fl'Wfi'.'' 1-; Hill ΙΙΙ><·ΙΙΙ· ” -; Ή: —ea—mwwm: »”·««— 11

Voordeel van dergelijke vormstijve vervormingselementen 10A-D is dat deze bijdragen aan de stabiliteit van de daarmee gevormde decoratie-elementen 1. De vervormingselementen kunnen evenwel ook slap of flexibel zijn uitgevoerd. Zo toont fig. 4 een voorbeeld van een draadvormig 5 vervormingselement 10E. De draad 10E is op regelmatige afstanden van een markering 14 voorzien, welke aangeeft dat de draad op dat punt rond een eerste draad 4 van een draadpaneel 2 dient te worden geslagen of geknoopt.

In plaats van een markering 14 kan de draad 10E ook van een lus 15 of ringvormig klemelement (niet nader getoond) zijn voorzien, welke rond de 10 uiteinden 7 van de eerste paneeldraden 4 kunnen worden geschoven. Een dergelijk draadvormige uitvoeringsvorm 10E biedt het voordeel dat deze zeer eenvoudig en tegen lage productiekosten kan worden vervaardigd, en compact kan worden aangeleverd op bijvoorbeeld een rol 13. Bovendien biedt een dergelijk vervormingselement 10E nog meer vrijheid in te 15 realiseren decoratie-elementen. De draad 10E draagt evenwel weinig bij aan de stabiliteit van de constructie en wordt daarom bij voorkeur gecombineerd met een vormstijf samenbindingselement 12 als getoond in figuur 3A.

Daarbij kan het samenbindingselement 12, zoals reeds aangegeven, een andere vorm hebben dan het in fig. 3A getoonde kapje, bijvoorbeeld een 20 ringvormige of vierkante rand met een naar onderen open groef, voor opname van de uiteinden 7.

Voorts kan een vervormingselement 10 volgens de uitvinding zijn uitgevoerd als een gedeeltelijk vormstijf, gedeeltelijk flexibel element, bijvoorbeeld een metalen strip, die op regelmatige onderlinge afstand van 25 gaten of andere geschikte koppelelementen is voorzien. Een dergelijke strip kan bijvoorbeeld op rol of per strekkende meter worden verkocht en biedt j | een gebruiker alle vrijheid de strip op maat te knippen, tot een gewenste vorm te verbuigen en vervolgens met een deel van de koppelelementen of alle koppelelementen 11 aan eerste draden 4 van een draadpaneel 2 te 30 verbinden, een en ander zodanig dat deze draden 4 in elke gewenste vorm 102234 ? I 12 H kunnen worden gedwongen. Ook een dergelijk, gedeeltelijk vormstijf vervormingselement wordt bij voorkeur gecombineerd met een samenbindingselement 12 als getoond in figuur 3A, teneinde de stabiliteit I van het gevormde decoratie-element 1 te bevorderen.

I 5 In figuur 5A is een verdere uitvoeringsvorm van een draadpaneel I 2" volgens de uitvinding getoond, waarbij de eerste draden 4 onderling zijn I verbonden door middel van een reeks tweede draden 5, welke zodanig zijn gepositioneerd, dat de eerste draden 4 aan weerszijden daarvan over een I relatief grote lengte Li, L2 uitsteken. Beide uitstekende draadeinden 6, 7 10 kunnen vervolgens op overeenkomstige wijze als hiervoor beschreven met I behulp van vervormingselementen 10A-E tot een twee- of driedimensionaal

I decoratie-element 1 worden omgevormd, bijvoorbeeld tot het in figuur 5C

I getoonde decoratie-element 1". In deze figuur zijn de vervormingselementen I 10 waarmee de onderste draadeinden 6 zijn vervormd in onderbroken lijnen I 15 weergegeven. Zoals hiervoor aangegeven, kan het decoratie-element 1" uit I één of meerdere draadpanelen 2" zijn samengesteld.

I Alternatief kan het in fig. 5C getoonde decoratie-element 1" zijn I vervaardigd uit een draadpaneel 2"' als getoond in fig. 5B, in perspectivisch aanzicht. Dit draadpaneel 2"' is gevormd, door de draadeinden 6 van het in 20 fig. 5A getoonde draadpaneel 2" met behulp van bekende omzetapparatuur twee maal om te zetten, beide keren over een hoek βι, β2 van ongeveer 90°.

I Het draadpaneel 2'" kan vervolgens tot een koker (of deel daarvan) worden I gebogen, als getoond in fig. 5C, waarna over de bovenste draadeinden 7 vervormingselementen 10 kunnen worden geschoven, teneinde het paneel 25 2"' in de kokerstand te fixeren en/of de bovenste draadeinden 7 te vervormen. Een dergelijke werkwijze biedt het voordeel dat op zeer eenvoudige wijze een decoratie-element 1" met een relatief complexe vorm tot stand kan worden gebracht. Daarbij kunnen de eerste draden 4 met behulp van de omzetapparatuur over relatief scherpe hoeken β worden 30 omgezet, hetgeen met vervormingselementen 10 ook mogelijk is, maar J A r\ 13 minder eenvoudig. Het moge duidelijk zijn dat de draadeinden 7 op soortgelijke wijze kunnen worden omgezet, in plaats van of naast de getoonde draadeinden 6. Voorts zijn andere omzethoeken mogelijk.

Een decoratie-element volgens fig. 5C kan bijvoorbeeld met de 5 omgezette poten 6 in de grond worden verankerd of in een houder en aan de bovenzijde worden voorzien van een vervormingselement 10 (als getoond) of een samenbindingselement 12. Ook kan in de open bovenzijde bijvoorbeeld een plantpot worden opgehangen, of kan daarop een blad van een tuintafel worden afgesteund. Wederom zijn vele variaties mogelijk.

10 In fig. 6A en B zijn in bovenaanzicht twee mogelijke tussenproducten getoond waaruit een draadpaneel 2 volgens fig. 1 en 2C kan worden vervaardigd. Zo toont fig. 6A een spiegelsymmetrisch draadpaneel, gevormd door een reeks eerste draden 4, welke op gewenst onderlinge afstand van elkaar zijn geplaatst en nabij hun uiteinden 15 onderling zijn verbonden door een reeks tweede draden 5. Dit draadpaneel kan vervolgens worden doorgeknipt, bijvoorbeeld ongeveer halverwege beide reeksen tweede draden 5, als aangegeven in onderbroken lijnen C. Hierdoor worden twee min of meer identieke draadpanelen 2 verkregen. In plaats van uit één paneel kunnen de draadpanelen 2 ook uit een (semi)continue band 20 worden gevormd, als getoond in fig. 6B, waarbij een reeks lange eerste draden 4 op regelmatige afstanden is verbonden door een reeks tweede draden 5 en vervolgens vlak voor of vlak na een dergelijke reeks tweede draden 5 is doorgeknipt, langs onderbroken lijnen C, zodat afzonderlijke draadpanelen 2 worden verkregen, waarvan de eerste draden 4 zich aan ten 25 minste een zijde van de tweede draden 5 over een relatief grote afstand uitstrekken.

Het aanbrengen van de tweede draden 5 kan plaatsvinden met op zichzelf bekende inrichtingen, welke bijvoorbeeld worden toegepast bij het vervaardigen van gaas of traliewerk, zoals een soldeerstation, een 30 puntlasstation, of een ultrasoon lasstation. Aldus kunnen op eenvoudige '/ I ' ' ' " r, H wijze, met bekende middelen, draadpanelen 2 volgens de uitvinding worden vervaardigd.

Figuur 7 toont een tweetal conusvormige inrichtingen, volgens de uitvinding, vergelijkbaar met die als getoond in figuur 3A, waarbij evenwel 5 de eerste draden 4 onderling verbonden zijn nabij een einde door één of meer tweede draden 5 en waarbij de vrije einden 7 onder een hoek q zijn omgezet, zodanig dat deze einden 7 tegen elkaar aanliggen. Een klemring 16, in de tekening los getoond, is over genoemde einden 7 vastgezet teneinde deze onderling te verbinden.

10 Figuur 8 toont een verdere alternatieve uitvoeringsvorm, waarbij een paneel 2 volgens de uitvinding, bij voorbeeld als getoond in fig. 1., is rondgezet voor de vorming van bijvoorbeeld een cilinder of conus, waarbij eerste einden van de eerste draden 4 tot bijvoorbeeld ongeveer een tweede draad 5 in de grond (maaiveld) 17 zijn gestoken, waarna over de draden I 15 bloempotten 18 zijn geschoven met openingen 19 in flenzen 20 van de potten 18. De potten 18 functioneren derhalve als vervormers. De bloempotten 18 zijn volgestort met aarde 21 zodat de potten 18 op elkaar kunnen rusten, I waarbij tussen de bodem 22 van elke pot en de flens 20 een rand aarde vrij I ligt waarin planten of bloemen 23 kunnen worden geplaatst. In figuur 8 ter 20 rechterzijde is een afgeknot conisch element 1 volgens de uitvinding getoond, waarin in afnemende grootte potten 18 kunnen worden geplaatst.

Figuur 9 toont een plantgeleidingselement vervaardigd met behulp van twee panelen 2 volgens de uitvinding, bijvoorbeeld als getoond in fig. 1.

I Hierbij is een tweetal elementen gevormd, zoals bijvoorbeeld getoond in fig.

I 25 7, waarbij de vrije einden 7 tegen de buitenzijde van een buis 24 zijn I bevestigd met behulp van een klemring 16 of dergelijke. Overigens kunnen I deze uiteraard ook in de buis 24 worden gestoken en op andere wijze worden I vastgezet, bijvoorbeeld met behulp van een in de buis gedrukte stop. De eerste draden 4 lopen hierbij buitenwaarts uit in de richting van de tweede I 30 draden 5, zodat een kegelvormig lichaam wordt verkregen. Zoals in figuur 9 15 ter linkerzijde is getoond kan het onderste element IA met de tweede draad 5 op de bodem 22 van de kuipvormige pot 18' worden ingezet, waarna de pot 18' kan worden volgestort met aarde. Hierdoor wordt een stabiele opstelling verkregen. Een plant zoals een leiplant kan worden gepoot in genoemde 5 aarde en langs de buis 24 omhoog worden geleid tot in het korfvormige tweede element 1B. Daarin kan de plant verder uitgroeien. Hiermee wordt een bijzonder decoratieve plantsteun verkregen, welke bovendien enigszins flexibel is.

In Fig. 10 is een verdere alternatieve uitvoeringsvorm getoond van 10 een inrichting 1 volgens de uitvinding, in de vorm van een enigszins diabolovorming element. Eerste draden 4 zijn hierbij nabij een middengedeelte samengebonden met een klemring 16, op afstand van de of elke tweede draad 5 waarop de inrichting 1 tijdens gebruik kan steunen. Aan de bovenzijde is tussen de vrije einden 7 een insteekopening 7A 15 verkregen waarin een pot 18 met plant 23 kan worden gestoken. De pot 18 is in de getoonde uitvoeringsvorm (fig. 10 rechts) enigszins kegelvormig uitgevoerd, zodat deze goed in de inrichting 1 past. De pot kan bijvoorbeeld uit terracotta, kunststof of kokos zijn vervaardigd. Bij voorkeur is het steunvlak 5A gevormd door de onderzijde van het onderste gedeelte van de 20 inrichting 1 enigszins groter dan de doorsnede van de pot 18, zodat een stabiele opstelling wordt verkregen. Overigens kan met twee of meer klemringen boven elkaar, op deze wijze ook een inrichting volgens fig. 9 worden vervaardigd.

In de getoonde uitvoeringsvormen zijn de eerste en tweede draden 25 4, 5 steeds als relatief dunne kunststof of metaaldraden getoond. Het zal evenwel duidelijk zijn dat hiertoe ook ander materialen kunnen worden toegepast, bijvoorbeeld hout of combinaties daarvan. Ook de vervormers kunnen uit allerlei materialen worden vervaardigd. Als vervormer kan ook een doekelement worden toegepast, waarin bijvoorbeeld door zomen 30 kokervormige naden kunnen worden verkregen waarin de eerste draden 4 H kunnen worden geschoven. Door deze kokervormige naden bijvoorbeeld in H één richting naar elkaar te laten convergeren kan, wanneer de draden in genoemd doek worden geschoven, bijvoorbeeld een van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen worden verkregen. Een dergelijk element kan 5 alsdan bijvoorbeeld worden toegepast bij tuinverlichting of als decoratie- element en kan al dan niet begroeien. In een voordelige uitvoeringsvorm wordt deze zodanig uitgevoerd dat het doek eenvoudig van de draden kan worden afgetrokken, zodat opbergen eenvoudig is.

Deze en vele variaties worden geacht binnen het raam van de 10 uitvinding te vallen zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.

Claims (19)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een decoratie-element (1) voor gebruik bij planten, bloemen en dergelijke, waarbij een reeks eerste draden (4) via een reeks verbindingspunten (8) wordt verbonden met ten minste één tweede draad (5), zodanig dat de eerste draden (4) en de ten 5 minste ene tweede draad (5) onderling een hoek (a) insluiten en de eerste draden (4) zich aan ten minste een zijde van de ten minste ene tweede draad (5) uitstrekken over een relatief grote afstand (L2), in het bijzonder een afstand (L2) die groter is dan de afstand (S) tussen de eerste draden (4), waarna ten minste één vervormingselement (10A-E) op de eerste draden (4) 10 wordt aangebracht, op afstand van de ten minste ene tweede draad (5), welk vervormingselement (10A-E) met ten minste twee en bij voorkeur alle eerste draden (4) wordt verbonden en daarbij een aantal eerste draden (4) vervormt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de eerste draden (4) in een 15 in hoofdzaak regelmatig patroon op de ten minste ene tweede draad (15) worden bevestigd, in het bijzonder op een regelmatige onderlinge afstand (S), waarbij een vervormingselement (10A-E) wordt aangebracht dat is voorzien van koppelelementen (11, 14, 15) voor koppeling met ten minste een reeks en bij voorkeur alle eerste draden (4), welke koppelelementen (11, 20 14, 15) zodanig zijn geplaatst dat de afstand (X,Y) tussen de koppelelementen (11, 14, 15) die met eerste draden (4) worden gekoppeld afwijkt van de afstand (S) tussen de eerste draden (4) nabij de ten minste ene tweede draad (5), zodanig dat bij plaatsing van het ten minste ene vervormingselement (10A-E) de betreffende eerste draden (4) door het 25 vervormingselement (10A-E) uit elkaar worden gedwongen of naar elkaar toe worden getrokken. I 18 Η

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij een reeks vervormingselementen (10A-E) wordt aangebracht, waarbij ten minste twee vervormingselementen (10A-E) de draden (4) op verschillende wijzen I vervormen. I 5

4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ten I minste ene tweede draad (5) wordt gebogen.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de I eerste draden (4) nabij de van de ten minste ene tweede draad (5) I afgekeerde einden (7) onderling worden verbonden, in het bijzonder door I 10 toepassing van een samenbindingselement (12) zoals een kap.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de I eerste draden (4) en de ten minste ene tweede draad (5) als een paneel (2) I worden vervaardigd, in het bijzonder een in hoofdzaak vlak paneel, en I tezamen met ten minste één vervormingselement (10A-E) worden I 15 aangeboden aan afnemers.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij ten minste twee dergelijke panelen (2A,B) worden aangeboden, tezamen met ten minste één vervormingselement (10A-E) dat is ingericht voor vervormen van de draden (4) en/of koppelen van de beide panelen (2A,B), waarbij met behulp van 20 genoemde panelen en het of elk vervormingselement een driedimensionale vorm wordt vervaardigd.

8. Samenstel van ten minste een draadpaneel (2) en een vervormingselement (10A-E), waarbij het draadpaneel (2) ten minste een reeks eerste draden (4) en ten minste één tweede draad (5) omvat, onderling I 25 verbonden zodanig dat de eerste draden (4) en de ten minste ene tweede draad (5) onderling een hoek (a) insluiten en de eerste draden (4) zich aan ten minste een zijde van de ten minste ene tweede draad (5) uitstrekken I over een relatief grote afstand (L2), in het bijzonder een afstand (L2) die I groter is dan de afstand (S) tussen de eerste draden (4), waarbij het I 30 vervormingselement (10A-E) is voorzien van koppelelementen (11, 14, 15) I 4 Π 9 9 Q /1 9 voor koppeling daarvan met ten minste twee en bij voorkeur een reeks, in het bijzonder alle eerste draden (4) van het draadpaneel (2), zodanig dat bij koppeling van het koppelelement (10A-E) met het draadpaneel (2) op afstand van genoemde ten minste ene tweede draad (5), vervorming van ten 5 minste een aantal van de eerste draden (4) optreedt.

9. Samenstel volgens conclusie 8, waarbij ten minste twee vervormingselementen (10A-E) zijn voorzien die qua vorm en/of afmeting, althans in positie van de koppelelementen (11, 14, 15) van elkaar verschillen.

10. Samenstel volgens conclusie 8 of 9, waarbij twee draadpanelen (2A,B) zijn voorzien, waarbij ten minste een vervormingselement (10A-E) is I ingericht voor koppeling van de draadpanelen.

11. Samenstel volgens een der conclusies 8 - 10, waarbij het of elk I vervormingselement (10A-E) koppelelementen (11, 14, 15) omvat die anders I 15 dan op een rechte lijn naast elkaar zijn gepositioneerd.

12. Samenstel volgens een der conclusies 8 - 11, waarbij het of elk I vervormingselement (10A-E) openingen (11, 15) omvat die koppelelementen I vormen en waarmee het vervormingselement over ten minste een aantal en I bij voorkeur alle eerste draden (4) van ten minste één en eventueel I 20 meerdere draadpanelen (2) kan worden geschoven.

13. Samenstel volgens een der conclusies 8 - 12, waarbij het of elk I vervormingselement (10A-E) klemelementen (11, 15) omvat die I koppelelementen vormen en waarmee het betreffende vervormingselement I op eerste draden (4) van één of een reeks draadpanelen (2) kan worden I 25 geklemd.

14. Samenstel volgens een der conclusies 8 - 13, waarbij het of elk I draadpaneel (2) van een reeks tweede draden (5) is voorzien.

15. Samenstel volgens een der conclusies 8 - 14, waarbij de eerste I draden (4) een vrije lengte (L2) hebben die ten minste vier maal, bij voorkeur I 30 ten minste zes maal en meer in het bijzonder ten minste tien maal de Η afstand (S) tussen de eerste draden (4) betreft, ter hoogte van de tweede draad (5), vanaf waar genoemde vrije lengte (L2) zich uitstrekt.

16. Samenstel volgens een der conclusies 8 - 15, waarbij een samenbindingselement (12) is voorzien voor het onderling verbinden van H 5 een aantal en bij voorkeur alle eerste draden (4), in het bijzonder een aantal H en bij voorkeur alle vrije einden (7) van de eerste draden (4).

17. Draadpaneel voor gebruik in een samenstel volgens een der H conclusies 8 - 16.

18. Vervormingselement voor gebruik in een samenstel volgens een der H 10 conclusies 8 - 16 of met een draadpaneel (2) volgens conclusie 17.

19. Decoratie-element, opgebouwd met ten minste een samenstel volgens een der conclusies 8 -16, een draadpaneel (2) volgens conclusie 17 en/of een vervormingselement (10) volgens conclusie 18.