NL1022327C2

NL1022327C2 - Gebouw.

Info

Publication number: NL1022327C2
Application number: NL1022327A
Authority: NL
Inventors: Hans Hondius
Original assignee: Hans Hondius
Priority date: 2003-01-08
Filing date: 2003-01-08
Publication date: 2004-07-09

Description

ί

GEBOUW

5 De onderhavige uitvinding betreft een gebouw met ten minste twee afzonderlijke functionaliteiten. Het gebouw is derhalve multifunctioneel. Van het gebouw hangt daarbij ten minste één specifieke component van het gebouw direct samen met één van die functionaliteiten.

10 Dergelijke multifunctionele gebouwen zijn in het algemeen bekend. Bijvoorbeeld worden sportstadions vaak zodanig gebouwd, dat de tribunes rusten op of tegen componenten van het sportstadion, met een andere functie, of hiertegen aan leunen. Dergelijke componenten van het sportstadion met 15 een andere functie zijn dan bijvoorbeeld in gebruik als afzonderlijke sporthal, winkels, kantoren, etc. Hoewel het voorbeeld van een sportstadion hieronder wordt aangegrepen om de onderhavige uitvinding te verduidelijken, wordt opgemerkt, dat die uitvinding niet tot de genoemde specifieke toepassing 20 beperkt is.

De uitvinding strekt zich tevens uit tot het gebied van gebouwen met een duale functionaliteit in het algemeen, zoals bijvoorbeeld theaters, waar ook een als tribune aan te merken toeschouwersgedeelte aanwezig is met een schuin oplo-25 pende oriëntatie, waaronder (in bepaalde stukken) ruimtes met andere functionaliteiten kunnen worden gehuisvest, bijvoorbeeld oefenruimtes.

De bekende gebouwen vertonen het nadeel, dat veelal de functionaliteiten daarvan elkaar "in de weg zitten". Een 30 voorbeeld daarvan is, dat de tribune van een voetbalstadion, die aanleunt tegen een kantorencomplex, het uitzicht aan één zijde van het kantorencomplex belemmert. Aan de zijde van de tribune is het kantorencomplex dus niet licht en luchtvrij; 1022327 H er is geen uitzicht. Er zijn diverse nationale regelgevingen, die voorschrijven, dat een werknemer niet in een ruimte zon- der uitzicht of een bepaalde lichtinval te werk gesteld mag worden. Effectief is derhalve één zijde van een dergelijk 5 kantorencomplex onbruikbaar. Hetzelfde geldt, wanneer de tribune aanleunt tegen een schoolgebouw of iets dergelijks; en een privé-persoon wil in het algemeen ook niet wonen in een ruimte zonder raam of uitzicht en lichtinval.

I Met de onderhavige uitvinding is beoogd de boven- I 10 genoemde nadelen van de bekende techniek van multifunctionele gebouwen te verhelpen, waartoe een gebouw volgens de onderha- vige uitvinding zich onderscheidt, doordat de direct met de ene functionaliteit van het gebouw samenhangende component I beweegbaar is ten opzichte van overige componenten van het I 15 gebouw, en te bergen is in of bij het gebouw.

In een gebouw volgens de onderhavige uitvinding wordt vermeden, dat enige van de functionaliteiten één van de ove- rige functionaliteiten kan belemmeren. Meer in het algemeen geldt, dat een veelzijdiger multifunctioneel gebouw mogelijk 20 is met meer toepassingsmogelijkheden en meer flexibiliteit bij de inzet daarvan.

I De uitvinding kent een aantal voorkeursuitvoerings- H vormen, zoals die zijn gedefinieerd in de afhankelijke con- H clusies van de bijgevoegde set conclusies.

I 25 Zo is het mogelijk, dat de functionaliteit van het I gebouw er één van een sportstadion is, en de daarmee samen- I hangende beweegbare component een tribune daarvan is. Dit is I een bijzonder schrijnend voorbeeld van een gebouw, dat veel I ruimte in beslag neemt in stedelijk gebied, maar slechts 30 sporadisch (bijv. enkele uren per twee weken in het voetbal- seizoen) daadwerkelijk als stadion wordt ingezet. Door een I dergelijk stadion in samenhang met het stadion omringende I componenten als gebouw volgens de onderhavige uitvinding vorm I 1 :' J: 23 2 7 —iFfc- --- - ~ '*%.t . ΒΤί,ΜΛΜΤίΓΜίΙ—>'' V - - - _, - > · - » · 'qy· ' . ,Μ··· :'gTOIi«pMWWlWPTi!iWjfc fa." ^ '· -fc. ' ..7^1 3 te geven, is het mogelijk om die omringende componenten in hogere mate dezelfde, en meer functies te laten vervullen.

Dat blijkt wel als wordt benadrukt, dat die stationaire componenten, die het sportstadion kunnen omringen, of een wille-5 keurig ander multifunctioneel gebouw volgens de onderhavige uitvinding, een school, een kantoor, een winkelcomplex, een sporthal, etc. kunnen zijn.

Verder is de beweegbare component van een gebouw volgens de onderhavige uitvinding op diverse plaatsen te 10 bergen, zoals op of naast de stationaire componenten; in de grond; etc., en hetzelfde geldt voor de verscheidenheid aan standen, waarin de beweegbare component te bergen is, zoals rechtstandig, liggend, etc. Daarbij wordt er dus vanuit gegaan dat er sprake is van een vlakke beweegbare component, 15 maar opgemerkt wordt, dat de onderhavige uitvinding daar niet toe is beperkt.

Een gebouw volgens de onderhavige uitvinding omvat verder middelen voor het verplaatsen van de beweegbare component in een voorkeursuitvoeringsvorm. Daarmee is verplaatsing 20 van de beweegbare component mogelijk gemaakt, waarbij van belang is, dat die beweegbare component in de buurt van het gebouw blijft, ook al is de daarmee samenhangende functionaliteit dan niet verwezenlijkt.

Tot slot wordt als specifieke uitvoeringsvorm van een 25 set maatregelen om middelen te vormen voor het verplaatsen van de beweegbare component gewezen op de mogelijkheid van een takelinstallatie om de specifieke beweegbare componenten op te tillen en te plaatsen, waarbij plaatsen kan gebeuren op een willekeurige positie, waar de beweegbare component gebor-30 gen is.

Hieronder zal, aan de hand van de bijgevoegde tekeningen, een uitvoeringsvoorbeeld van een gebouw volgens de onderhavige uitvinding worden beschreven. In de tekeningen ’"22327 4 zijn dezelfde of soortgelijke referentienummers aangeduid met dezelfde referentienummers. Verder, in de tekeningen toont:

Fig. 1 een perspectivisch bovenaanzicht van een gebouw volgens de onderhavige uitvinding; 5 Fig. 2 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch zijaanzicht, dat overeenkomt met fig. 1;

Fig. 3 een perspectivisch zijaanzicht, zoals fig. 2 maar met de beweegbare component op een andere positie; en

Fig. 4 een perspectivisch en gedeeltelijk opengewerkt 10 bovenaanzicht, zoals fig. 1, maar met de beweegbare component in een nog verder verplaatste positie dan al in fig. 3 is getoond.

Uit de korte figuurbeschrijving hierboven blijkt al direct, dat de bijgevoegde figuren allen een enkele mogelijke 15 uitvoeringsvorm van een gebouw volgens de onderhavige uitvinding betreffen. Daartoe is de onderhavige uitvinding echter in het geheel niet beperkt; de enige beperking, die aan de uitvinding mag worden opgelegd, vloeit voort uit de bijgevoegde conclusies.

20 De figuren tonen een gebouw 1, bestaande uit twee delen 2 en 3. Het deel 2 vertoont een andere functionaliteit dan het deel 3 van het gebouw.

Het gedeelte 2 van het gebouw 1 kan de functie hebben van een school; een kantoor; een winkelcomplex; een sporthal; 25 etc. Er is geen enkele functionaliteit uitgesloten, en zelfs een flatgebouw met woonhuizen is een mogelijke uitvoeringsvorm van het gedeelte 2.

Het gedeelte 3 van het gebouw 1 vervult een andere functie, te weten die van een tribune van een stadion. Dit is 30 echter ook geen beperking van de uitvinding, en er zijn ook andere uitvoeringsvormen van een dergelijk gedeelte 3 van het gebouw 1 volgens de onderhavige uitvinding mogelijk, zoals in het voorgaande ook is aangestipt.

1 noo o o -7 —mi- - π —......... '· · ·'·'· ^ ^• "•g·· ^ - ~~ - VllUMWii :. - )A... -' · ..

5

Belangrijke eigenschap van het gebouw 1, zoals dat in fig. 1 is getoond, is dat het gedeelte 3 van het gebouw 1 een functionaliteit vertoont en daar direct mee samenhangt. Bovendien is het gedeelte 3 als component van het gebouw 1 5 beweegbaar ten opzichte van de overige componenten van het gebouw, te weten het gedeelte 2, en verder is het gedeelte 3 te bergen in of bij het gebouw, zoals hieronder nader zal worden toegelicht. Het als tribune vormgegeven gedeelte 3 is derhalve een beweegbare component van het gebouw 1.

10 Terwijl in fig. 2 eenzelfde toestand is weergegeven als in fig. 1, blijkt duidelijk uit fig. 3 op welke wijze de in de hier getoonde uitvoeringsvorm het gedeelte 3 beweegbaar is.

Het gebouw 1 omvat een uitkraging 4, die dienst kan 15 doen als overkapping, hetgeen bijzonder gunstig is, wanneer het beweegbare gedeelte 3 een tribune vormt, zoals in de figuren is weergegeven.

De overkapping 4 bevat een aantal maatregelen voor het verplaatsen van de beweegbare component. Deze zijn echter 20 niet in detail beschreven of getoond. Het zal de vakman duidelijk zijn op welke manier deze maatregelen kunnen worden verwezenlijkt. Een mogelijke uitvoeringsvorm is die, waarbij aan het gedeelte 2 van het gebouw 1 een takelinstallatie is aangebracht om het beweegbare gedeelte 3 te tillen en op het 25 gedeelte 2 te plaatsen. De posities, die daarbij door het beweegbare gedeelte 3 worden doorlopen, zijn in fig. 3 en 4 getoond.

In fig. 3 is weergegeven, dat het beweegbare gedeelte is opgetakeld of opgetild tot vlak onder de overkapping 4.

30 Bij het optakelen of optillen van het beweegbare gedeelte 3 is rekening gehouden met de in fig. 1 en fig. 2 getoonde schuinstand van het beweegbare gedeelte 3 bij het vervullen van een taak als tribune. Dat wil zeggen, dat het beweegbare > 022327 H gedeelte 3 aan de zijde van het gedeelte 2 minder ver opgeta- keld hoeft te worden dan die delen van het gedeelte 3, die op H grotere afstand van het gedeelte 2 zijn gelegen.

Het beweegbare gedeelte 3 is dan in fig. 3 in een 5 horizontale oriëntatie gebracht. Zoals in fig. 4 is weergege- ven, kan het beweegbare gedeelte 3 van het gebouw 1 vervol- gens op het gedeelte 2 worden geplaatst. Het zal duidelijk zijn, dat in de toestand van fig. 4 het gedeelte 2 van het gebouw 1 aan de zijde, waar in fig. 1 de tribune is ge- 10 plaatst, nu aan beide zijden dezelfde functies kan vervullen, in hoofdzaak omdat het gedeelte 2 van het gebouw 1 nu aan beide zijden licht- en luchtvrij staat. Zo omvat het gedeelte 2 van het gebouw 1 op de begane grond en op de diverse verd- iepingen ook aan de zijde van de tribune in fig. 1 ramen 5.

15 Het uitzicht door deze ramen 5 van het gedeelte 2 van het gebouw 1 wordt in de toestand van fig. 1 en fig. 2 belemmerd, waardoor het toepassingsgebied van het gedeelte 2 van het gebouw 1 zou worden belemmerd, ware het niet, dat de uitvin- ding hier een oplossing voor biedt.

I 20 Opgemerkt wordt, dat om een optimaal effect te ver- I krijgen, de overkapping 4 niet perse gesloten hoeft te zijn of op zichzelf ook een verwijderbare bedekking kan hebben.

Met een open overkapping heeft een takelinstallatie voor het bewegen of verplaatsen van het beweegbare gedeelte 3 afdoende 25 ondersteuning om het beweegbare gedeelte 3 te verplaatsen.

I Hiertoe is een eenvoudig vakwerk vaak afdoende, in het bij- H zonder wanneer een lichte constructie van het beweegbare gedeelte 3 wordt gebruikt. Het kan dan dus gunstig zijn om, I met het beweegbare gedeelte 3 in een als tribune bruikbare I 30 positie, de overkapping te sluiten met panelen om aldus het publiek op die tribune te beschermen tegen weer en wind.

I Zoals gezegd kan het gunstig zijn voor de invloed op I de functionaliteit van het gedeelte 2, dat ook die overkap- I i ') ') O o o '--—· 1#,-^^.- ·« j» · -··· ·-nwwtaro»·^» :." -*— —--- m ping met het beweegbare gedeelte 3 buiten gebruik, open te maken voor meer lichtinval en uitzicht vanuit het gedeelte 2 van het gebouw 1.

In het voorgaande is een zeer specifieke uitvoerings-5 vorm van een gebouw volgens de onderhavige uitvinding getoond. Hierbij wordt benadrukt, dat de uitvinding niet tot een dusdanige uitvoeringsvorm beperkt is. Zo is het evenzeer mogelijk om het beweegbare gedeelte 3 in een berging onder de grond te laten verzakken. Een dusdanige uitvoeringsvorm zou 10 kunnen omvatten, dat het beweegbare gedeelte 3 vlak wordt gelegd en met een niet nader omschreven element wordt bedekt.

Als alternatief is het tevens mogelijk om het beweegbare gedeelte 3 rechtstandig in een diepe smalle put te verzinken en met een niet nader omschreven takelsysteem in stelling te 15 brengen.

Zo blijkt, dat er vele alternatieven en aanvullende uitvoeringsvormen mogelijk zijn ten opzichte van die, welke in het voorgaande expliciet zijn beschreven en in de tekeningen uitdrukkelijk zijn getoond. Uit de voorbeelden van 20 alternatieven en aanvullingen blijkt eenduidig, dat de uitvinding niet tot die expliciete uitvoeringsvormen is beperkt, maar slechts door de definities van de bijgevoegde conclusies .

. " \ .

Claims

2. Gebouw volgens conclusie 1, waarbij de specifieke component ten minste ten dele een belemmering vormt voor de 10 een van de overige functionaliteiten.
3. Gebouw volgens conclusie 1 of 2, waarbij de functiona- liteit van het gebouw er één van een sport stadion is en de daarmee samenhangende beweegbare component een tribune daar- I van is.
4. Gebouw volgens conclusie 3, waarbij de stationaire I componenten een functionaliteit vervullen uit de groep, die omvat: een school; een kantoor; een winkelcomplex; een sport- hal; etc.
5. Gebouw volgens één van de voorgaande conclusies, waar- I 20 bij de beweegbare component te bergen is op één van de plaat- sen uit de groep: op of naast de stationaire componenten; in I de grond; etc.
6. Gebouw volgens één van de voorgaande conclusies, waar- I bij de beweegbare component te bergen is in op één van de 25 standen uit de groep: rechtstandig, liggend, etc.
7. Gebouw volgens één van de voorgaande conclusies, ver- I der omvattende middelen voor het verplaatsen van de beweegba- I re component.
8. Gebouw volgens conclusie 7, waarbij aan de overige I 30 componenten een takelinstallatie is aangebracht om de speci- fieke component te tillen en op de stationaire component te I plaatsen. I ; - ' .4 ƒ *