NL1022158C1 - Vouw- of scharnierverbinding. - Google Patents

Description

Vouw- of schamierverbinding.

De uitvinding heeft betrekking op een vouw- of schamierverbinding tussen een eerste vouwdeel en een tweede vouwdeel die elk zijn voorzien van een zijrand, welke 5 vouwdelen zijn gevormd uit een gelaagd plaatmateriaal dat bestaat uit twee buitenlagen en tenminste een binnenlaag.

Het gelaagde plaatmateriaal kan daarbij meer in het bijzonder zijn gevormd door dat hetwelk onder de merknaam Hylite in het verkeer wordt gebracht. Dit materiaal 10 bestaat uit twee dunne aluminium buitenlagen en een kunststof binnenlaag. De kunststof binnenlaag wordt gevormd door polypropileen. Hylite materiaal wordt gebruikt voor vele doeleinden, onder andere als verpakkingsmiddel voor electronica en dergelijke.

Door het materiaal van de aluminium buitenlagen via een snede te verwijderen tot op 15 het materiaal van de kunststof binnenlaag kunnen uit het plaatmateriaal twee of meer delen worden verkregen, hierna aangeduid als vouwdelen, die elk bij een van hun zijranden aan elkaar blijven verbonden door het materiaal van de kunststof binnenlaag. De kunststof binnenlaag vormt op deze wijze een schamierverbinding tussen de vouwdelen.

20

Verpakkingsmiddelen die op deze wijze uit Hylite zijn vervaardigd, hebben het bezwaar dat zij relatief eenvoudig bij de schamierverbinding open te breken zijn, hetgeen diefstal van de daarin verpakte apparatuur vergemakkelijkt. Hoewel de aluminium buitenlagen van vouwdelen van het Hylite plaatmateriaal min of meer 25 goed bestand zijn tegen een bewerking met een mes, geldt dit niet voor de kunststof binnenlaag. Een hoekverbinding of schamierverbinding tussen vouwdelen die wordt gevormd door het materiaal van de kunststof binnenlaag kan eenvoudig met een geschikt mes worden doorgesneden zodat het verpakkingsmiddel kan worden opengemaakt.

30 1022158 I De uitvinding beoogt dit bezwaar te ondervangen en een vouw- of I schamierverbindiiig tussen een eerste vouwdeel en een tweede vouwdeel die elk zijn I voorzien van een zijrand te verschaffen, die goed tegen openbreken bestand is.

I 5 De vouw- of schamierverbinding volgens de uitvinding vertoont daartoe het I kenmerk, dat een stuk materiaal met een eerste uiteinde is vastgemaakt aan het eerste I vouwdeel en met een tweede uiteinde is vastgemaakt aan het tweede vouwdeel, H zodanig, dat, wanneer de vouwdelen in hoofdzakelijk een vlak ten opzichte van I elkaar zijn gelegen, het tussen het eerste uiteinde en het tweede uiteinde gelegen I 10 middelste deel van het stuk materiaal zich over de zijranden van de beide vouwdelen I uitstrekt en de vouwdelen gedeeltelijk afdekt.

Volgens een kenmerk van de vouw- of schamierverbinding volgens de uitvinding I wordt het stuk materiaal gevormd door een buigbaar materiaal, terwijl volgens een I 15 verder kenmerk dit wordt gevormd door een plaatvormig materiaal, terwijl dit volgens weer een ander kenmerk van de vouw- of schamierverbinding volgens de I uitvinding is gevormd door een stuk of een strook verenstaal.

Volgens nog een kenmerk van de vouw- of schamierverbinding volgens de I 20 uitvinding zijn de uiteinden van het stuk materiaal aan de vouwdelen vastgemaakt H met behulp van bouten, nagels of nieten.

Volgens weer een ander kenmerk van de vouw- of schamierverbinding volgens de uitvinding wordt het stuk materiaal gevormd door een stuk plaatmateriaal, welk stuk 25 plaatmateriaal langs evenwijdig ten opzichte van elkaar verlopende vouwlijnen is verdeeld in een stel van tenminste drie vouwsecties, waarbij de eerste buitenste vouwsectie is vastgemaakt aan het eerste vouwdeel en de tweede buitenste vouwsectie is vastgemaakt aan het tweede vouwdeel, zodanig, dat, wanneer de vouwdelen in hoofdzakelijk een vlak ten opzichte van elkaar zijn gelegen, de derde 30 of binnenste vouwsectie zich over de zijranden van de beide vouwdelen uitstrekt en de vouwdelen gedeeltelijk afdekt.

3

Volgens een verder kenmerk van de vouw- of schamierverbinding volgens de uitvinding zijn de buitenste vouwsecties aan de vouwdelen vastgemaakt met behulp van bouten, nagels of nieten.

5 Volgens nog een ander kenmerk van de vouw- of schamierverbinding volgens de uitvinding is een van de buitenste vouwsecties voorzien van tenminste een sleufvormige opening voor de doorvoer van een bout of nagel voor de bevestiging aan een vouwdeel, waarbij de bout of nagel in de sleuf vormige opening heen en weer verschuifbaar is en de vouwsectie over het vouwdeel waaraan zij is verbonden 10 verschuifbaar is.

Met de uitvinding wordt een vouw- of schamierverbinding verkregen die bij braak niet eenvoudig open te breken is. Indien iemand met een mes de, door de kunststof binnenlaag gevormde, schamierverbinding tussen twee vouwdelen in een 15 verpakkingsmiddel doorsnijdt, zal het mes daarachter op een of meer tussen de vouwdelen aangebrachte stukken materiaal stuiten, die de beide vouwdelen bij elkaar houden en voorkomen dat het verpakkingsmiddel kan worden opengevouwen. Het stuk materiaal kan zijn gevormd door meerdere stukken verenstaal die op afstand van elkaar over de lengte van de schamierverbinding zijn aangebracht. Het stuk materiaal 20 kan ook zijn gevormd door een gelaagd plaatmateriaal zoals Hylite. Het is ook mogelijk beide soorten materiaal tegelijkertijd toe te passen.

De uitvinding zal thans nader worden beschreven aan de hand van de tekeningen van uitvoeringsvoorbeelden van de vouw- of schamierverbinding volgens de uitvinding. 25

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een schamierverbinding volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een bovenaanzicht van de schamierverbinding getoond in figuur 1. Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van de schamierverbinding, waarbij de 30 vouwdelen in een hoek ten opzichte van elkaar zijn gevouwen.

Figuur 4 toont een detailaanzicht van figuur 3.

Figuur 5 toont een bovenaanzicht van de schamierverbinding getoond in figuur 3.

1 022:58 I Figuren 6a, 6b, 6c tonen bovenaanzichten van de schamierverbinding in I verschillende vouwstanden.

I Figuur 7 toont een perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de I schamierverbinding volgens de uitvinding.

I 5 Figuur 8 toont een detailaanzicht van figuur 7.

I Figuur 9 toont een bovenaanzicht van de schamierverbinding getoond in figuur 7.

I Figuur 10 toont een perspectivisch aanzicht van de uitvoeringsvorm getoond in I figuur 7, waarbij de vouwdelen zijn samengevouwen.

I Figuur 11 toont een detailaanzicht van figuur 10.

I 10 Figuur 12 toont een bovenaanzicht van de schamierverbinding getoond in figuur 10.

Figuur 13 toont een perspectivisch aanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van de I schamierverbinding volgens de uitvinding, waarbij een stuk verenstaal is toegepast.

I Figuur 14 toont een bovenaanzicht van de schamierverbinding getoond in figuur 13.

I Figuur 15 toont een perspectivisch aanzicht van de uitvoeringsvorm getoond in 15 figuur 13, waarbij de vouwdelen zijn samengevouwen.

I Figuur 16 toont een bovenaanzicht van de schamierverbinding getoond in figuur 15.

I Figuren 17a,17b, 17c tonen bovenaanzichten van de schamierverbinding volgens I figuur 13 in verschillende vouwstanden.

I 20 In de figuren is getoond een vouw- of schamierverbinding tussen een eerste H vouwdeel 1 en een tweede vouwdeel 2. De vouwdelen 1,2 zijn elk zijn voorzien van I een zijrand 3, 4. In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn de vouwdelen gevormd uit het I genoemde materiaal Hylite en bestaan deze uit, zoals is te zien in het detailaanzicht van figuur 4, twee aluminium buitenlagen 5, 6 en een binnenlaag 7 van I 25 polypropileen. In de figuren 3,4 en 5 is te zien dat het materiaal van de aluminium I buitenlagen 5,6 ter plaatse van 8 is verwijderd tot op het materiaal van de kunststof I binnenlaag 7. De vouwdelen 1, 2 zijn bij een van hun zijranden 3, 4 aan elkaar I verbonden door het materiaal van de kunststof binnenlaag 7. De kunststof binnenlaag I 7 vormt op deze wijze een schamierverbinding 15 tussen de vouwdelen 1,2.

I 30 In het uitvoeringsvoorbeeld van de schamierverbinding getoond in de figuren 1 tot en I met 6c is, zoals is te zien in figuur 1, een stuk plaatmateriaal 9 langs evenwijdig ten opzichte van elkaar verlopende vouwlijnen 10, 11 verdeeld in een stel van tenminste 5 drie vouwsecties 12,13 en 14. De eerste buitenste vouwsectie 12 is vastgemaakt aan het eerste vouwdeel 1 en de tweede buitenste vouwsectie 14 is vastgemaakt aan het tweede vouwdeel 2. Wanneer de vouwdelen 1, 2 in hoofdzakelijk een vlak ten opzichte van elkaar zijn gelegen, zoals is te zien in de figuren 1,2 en 6a, strekt de 5 derde of binnenste vouwsectie 13 zich over de zijranden 3, 4 van de beide vouwdelen 1, 2 uit. De binnenste vouwsectie 13 ligt daarbij over de door de kunststof binnenlaag 7 gevormde schamierverbinding 15 en dekt de vouwdelen 1,2 gedeeltelijk af.

De buitenste vouwsecties 12,14 zijn aan de vouwdelen 1,2 vastgemaakt met behulp 10 van bouten of nagels 16. Tenminste een van de buitenste vouwsecties, in het uitvoeringsvoorbeeld getoond in de figuren 1 tot en met 6c de vouwsectie 12, is voorzien van sleufvormige openingen 17 voor de doorvoer van de bout of nagel 16 voor de bevestiging van de vouwsectie 12 aan het vouwdeel 1. Zoals in de figuren is te zien, is de bout of nagel 16 in de sleufvormige opening 17 heen en weer 15 verschuifbaar, waardoor de vouwsectie 12 over het vouwdeel 1 verschuifbaar is, zodat de vouwdelen 1 en 2 vanuit een hoofdzakelijk vlakke toestand, zoals getoond in de figuren 1, 2 en 6a tot in een hoek kunnen worden gevouwen, een en ander zoals getoond in de figuren 3, 4, 5 en 6b en 6c.

20 De figuren 7, 8, 9, 10, 11 en 12 tonen een andere uitvoering van de schamierverbinding volgens de uitvinding, waarbij de randdelen 3,4 van de vouwdelen 1, 2 niet aan elkaar zijn verbonden, maar geheel los van elkaar zijn. Zoals is te zien in de figuren 10,11 en 12 kunnen de vouwdelen 1, 2 geheel worden omgevouwen en min of meer worden samengeklapt.

25

De figuren 13, 14, 15, 16 en 17a tot en met 17c tonen weer een andere uitvoeringsvorm van de schamierverbinding volgens de uitvinding.

Een stuk materiaal, in de getoonde voorbeelden een stuk verenstaal 18, is met een eerste uiteinde 19 vastgemaakt aan het eerste vouwdeel 1 en met een tweede uiteinde 30 20 vastgemaakt aan het tweede vouwdeel 2. Wanneer de vouwdelen 1, 2 in hoofdzakelijk een vlak ten opzichte van elkaar zijn gelegen, strekt het tussen het eerste uiteinde 19 en het tweede uiteinde 20 gelegen middelste deel 21 van het stuk 1 022 1 58 I verenstaal 18 zich over de zijranden 3, 4 van de beide vouwdelen 1, 2 uit, en dekt het I de vouwdelen 1,2 gedeeltelijk af.

I Het verenstaal is buigbaar. Bij deze uitvoeringsvorm van de schamierverbinding zijn I de uiteinden 19,20 van het stuk materiaal ook voorzien van sleufvormige openingen I 5 22 voor de doorvoer van een bout of nagel 23 voor de bevestiging aan de vouwdelen Η 1,2. De bout of nagel 23 is in de sleufvormige opening 22 heen en weer I verschuifbaar en de uiteinden 19,20 van het verenstaal zijn verschuifbaar over de I vouwdelen 1,2.

10 Verder is een uitvoering van vouw-of schamierverbinding volgens de uitvinding mogelijk, waarbij in een of beide vouwdelen het materiaal van een van de I buitenlagen is verwijderd en het stuk verenstaal ter plaatse op het materiaal van de I binnenlaag is bevestigd, zodat het verenstaal is verzonken in het materiaal van de vouwdelen.

In de figuren is de strook verenstaal 18 bevestigd samen met een samenstel van drie I vouwsecties 12,13 en 14. Het is ook mogelijk om het verenstaal alleen toe te passen, I zodat de schamierverbinding alleen versterkt is door een of meer stroken verenstaal.

20 De vouw- of schamierverbinding volgens de uitvinding kan worden toegepast als onderdeel in artikelen die worden vervaardigd uit het vorengenoemde gelaagde plaatmateriaal bestaande uit twee metalen buitenlagen, meer in het bijzonder aluminium buitenlagen, en een kunststof binnenlaag, zoals dat onder de merknaam

Hylite verkrijgbaar is. Deze artikelen kunnen meer in het bijzonder betrekking 25 hebben op verpakkingsmiddelen voor electronica en dergelijke.

Verpakkingsmiddelen waarin de vouw- of schamierverbinding volgens de uitvinding is toegepast zijn bij braakpogingen niet eenvoudig te openen. In figuur 6c is met een pijl A de beweging van een mes aangegeven in de situatie waarin iemand met het mes de, door de kunststof binnenlaag gevormde, hoek- of schamierverbinding tussen 30 twee vouwdelen in een verpakkingsmiddel wil doorsnijden. Het mes zal de kunststof schamierverbinding kunnen doorsnijden maar zal vervolgens op de vouwsectie 13 tussen de vouwdelen 1 en 2 stuiten, die vanwege de aluminium buitenlagen niet

H II fi V O i k U

7 eenvoudig is door te snijden. De aan de vouwsectie 13 verbonden vouwsecties 12 en 14 houden de beide vouwdelen 1,2 bij elkaar en voorkomen dat het verpakkingsmiddel kan worden opengevouwen.

Op gelijke wijze is in figuur 17c is met de pijl B de beweging van een mes 5 aangegeven in de situatie waarin iemand met het mes de, door de kunststof binnenlaag gevormde, hoek- of schamierverbinding tussen twee vouwdelen in het verpakkingsmiddel wil doorsnijden. Het mes zal de kunststof schamierverbinding kunnen doorsnijden maar zal vervolgens op het middelste gedeelte 21 van het verenstaal 18 stuiten, waarvan de beide uiteinden 19, 20 de vouwdelen 1 en 2 bij 10 elkaar houden.

In figuur 17 c is achter het verenstaal ook nog het samenstel van de drie vouwsecties 12,13,14 aangebracht, maar dit is geenszins noodzakelijk. Een aanmerkelijke versterking van de schamierverbinding wordt al verkregen wanneer alleen het verenstaal tussen de vouwdelen is aangebracht.

15 20 25 30 1 022 1 58

Claims (11)

1. Vouw- of schamierverbinding tussen een eerste vouwdeel en een tweede vouwdeel I die elk zijn voorzien van een zijrand, welke vouwdelen zijn gevormd uit een gelaagd 5 plaatmateriaal dat bestaat uit twee buitenlagen en tenminste een binnenlaag, met het I kenmerk, dat een stuk materiaal met een eerste uiteinde is vastgemaakt aan het eerste I vouwdeel en met een tweede uiteinde is vastgemaakt aan het tweede vouwdeel, I zodanig, dat, wanneer de vouwdelen in hoofdzakelijk een vlak ten opzichte van H elkaar zijn gelegen, het tussen het eerste uiteinde en het tweede uiteinde gelegen 10 middelste deel van het stuk materiaal zich over de zijranden van de beide vouwdelen uitstrekt en de vouwdelen gedeeltelijk afdekt.

2. Vouw- of schamierverbinding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het stuk I materiaal buigbaar is.

3. Vouw- of schamierverbinding volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het stuk materiaal wordt gevormd door een plaatvormig materiaal.

4. Vouw- of schamierverbinding volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het I 20 stuk materiaal wordt gevormd door een stuk of strook verenstaal.

5. Vouw- of schamierverbinding volgens conclusie 1,2 of 3 of 4, met het kenmerk, dat de uiteinden van het stuk materiaal aan de vouwdelen zijn vastgemaakt met behulp van bouten, nagels of nieten.

6. Vouw- of schamierverbinding volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste een van de uiteinden van het stuk materiaal is voorzien van tenminste een sleufvormige opening voor de doorvoer van een bout of nagel voor de bevestiging aan een vouwdeel, zodanig dat de bout of nagel in de sleufvormige 30 opening heen en weer verschuifbaar is en het uiteinde over het vouwdeel waaraan hij is verbonden heen en weer verschuifbaar is.

7. Vouw- of schamierverbinding volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in tenminste een van de vouwdelen het materiaal van een van de buitenlagen is verwijderd en het stuk materiaal ter plaatse op het materiaal van de binnenlaag is bevestigd. 5

8. Vouw- of schamierverbinding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het stuk materiaal wordt gevormd door een stuk plaatmateriaal, welk stuk plaatmateriaal langs evenwijdig ten opzichte van elkaar verlopende vouwlijnen is verdeeld in een stel vein tenminste drie vouwsecties, waarbij de eerste buitenste vouwsectie is vastgemaakt 10 aan het eerste vouwdeel en de tweede buitenste vouwsectie is vastgemaakt aan het tweede vouwdeel, zodanig, dat, wanneer de vouwdelen in hoofdzakelijk een vlak ten opzichte van elkaar zijn gelegen, de derde of binnenste vouwsectie zich over de zijranden van de beide vouwdelen uitstrekt en de vouwdelen gedeeltelijk afdekt.

9. Vouw- of schamierverbinding volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de buitenste vouwsecties aan de vouwdelen zijn vastgemaakt met behulp van bouten, nagels of nieten.

10. Vouw- of schamierverbinding volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat 20 een van de buitenste vouwsecties is voorzien van tenminste een sleufvormige opening voor de doorvoer van een bout of nagel voor de bevestiging aan een vouwdeel, waarbij de bout of nagel in de sleufvormige opening heen en weer verschuifbaar is en de vouwsectie over het vouwdeel waaraan zij is verbonden verschuifbaar is. 25

11. Vouw- of schamierverbinding volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat gebruik is gemaakt van vouwdelen die bij hun zijranden aan elkaar zijn verbonden door middel van het materiaal van de binnenlaag. 30 1022158