NL1022062C1 - Kabelhaspel. - Google Patents

Description

Kabelhaspel.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kabelhaspel omvattende twee schijfvormige delen, die in het midden daarvan met elkaar verbonden zijn door een 5 kunststof verbindingsdeel, waarbij ten minste een van de schijfvormige delen uit een buigzaam kunststof materiaal bestaat en omklapbaar is tussen een positie waarin de eindrand daarvan grenzend aan de eindrand van het andere schijfvormige deel ligt en een positie waarin die eindrand op afstand van de eindrand van het andere schijfvormige deel ligt. Een dergelijke kabelhaspel is onder de naam "cable turtle" algemeen be-10 kend. Een dergelijke haspel bestaat uit twee buigzame schijfvormige delen die in twee stabiele posities geklapt kunnen worden. In de gesloten positie kan daartussen een hoeveelheid kabel of snoer opgenomen worden.

De bekende "cable turtle" wordt gebruikt voor het verkorten van de lengte van snoeren. Daarbij wordt een deel van het snoer op de kabelhaspel gewikkeld en kan zo 15 niet langer een ongewenste belemmering vormen.

Hoewel daarmee een aanzienlijk probleem opgelost wordt, blijft bij met name verlengsnoeren altijd een aantal delen bestaan. Dit zijn de stekker, contrastekker, deel kabel en de daarbij toegepaste kabelhaspel.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding een dergelijke combinatie effici-20 enter en aantrekkelijker uit te voeren.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven kabelhaspel doordat dat verbindingsdeel omvat twee aan elkaar te bevestigen delen, elk omvattende een flens en een daarop aansluitend hulsvormig lichaam, waarbij elk van die schijfvormige delen elk voorzien is van een opening voor het om dat hulsvormige lichaam aanbrengen van dat 25 schijfvormige deel, aanliggend tegen die flens, en waarbij de hulsvormige lichamen met elkaar verbonden zijn en in het inwendige daarvan een holte begrenzen, waarbij in die holte metallische contacten van een contactdoos aangebracht zijn, welke metallische contacten vast verbonden zijn met een buisvormige lichaam/flens, waarbij die (bijbehorende) flens van openingen is voorzien voor het opnemen van een stekker, en 30 waarbij die metallische contacten verbonden zijn met een van stekker voorziene kabel die op die haspel gewikkeld kan worden en zich vanaf die holte uitstrekt.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt de kabelhaspel voorzien van een contactdoos. Meer in het bijzonder wordt dit contactdoos aangebracht in de kern die de 102?06? I beide schijfVormige helften verbindt. Daartoe wordt deze kern op de hierboven be- schreven wijze uitgevoerd. Het contactdoos wordt verbonden met de kabel die op de I haspel gewikkeld wordt en het andere vrije einde van de kabel wordt van een stekker I voorzien. Op een dergelijke wijze kan een bijzonder efficiënt verlengsnoer verkregen 5 worden. In de opgewikkelde toestand bestaat dit uit een enkel deel waaruit (een deel) H van een stekker steekt. Het kan bijzonder plaatsbesparend opgeborgen worden. Boven- I dien is het aanzicht ook bij afgewikkelde kabel steeds aantrekkelijk.

H Hoewel de hierboven beschreven hulsvormige lichamen op een in de stand der H techniek bekende wijze verbonden kunnen worden zoals door lijmen en dergelijke, I 10 wordt er de voorkeur aan gegeven deze door snappen met elkaar te verbinden. Dit I snappen kan eventueel in combinatie met schroeven uitgevoerd worden. Indien schroe- I ven of andere bevestigingsmiddelen toegepast worden, heeft het de voorkeur dat deze I afgedekt worden zodat demontage niet op eenvoudige wijze mogelijk is.

I De hulsvormige lichamen zijn bij voorkeur voorzien van met elkaar samenwer- I 15 kende uitsteeksels die een klemmende opname voor het snoer vormen. Op deze wijze I kan bij het samenvoegen van de twee hulsvormige lichamen op eenvoudige wijze in I een trekontlasting voorzien worden.

Indien de kabelhaspel en meer in het bijzonder de daarop gewikkelde kabel ge- schikt is voor uitsluitend kleinere vermogens, is de flens waarin het contactdoos aange- I 20 bracht wordt zodanig uitgevoerd dat deze een verdieping heeft welke ten minste ge- I deelteüjk overeenkomt met de buitenomtrek van het stekkerlichaam. Door deze uit te I voeren in de vorm van een eurostekker kan verzekerd worden dat slechts een beperkt vermogen door de kabelhaspel overgebracht kan worden.

Zowel de hulsvormige lichamen als de schijfvormige delen van de kabelhaspel I 25 volgens de onderhavige uitvinding zijn bij voorkeur uitgevoerd uit een vlamvertragend I en/of vlamdovend materiaal. Daarmee kan aan de door verschillende overheden vast- I gelegde voorschriften voldaan worden. Verschillende materialen kunnen gebruikt wor- I den voor het vervaardigen van de kabelhaspel. Als voorbeelden voor de hulsvormige lichamen worden PA of ABS al dan niet in combinatie met een vulmiddel genoemd. De I 30 schijfVormige delen kunnen uit TDE vervaardigd worden.

I De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld I uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij toont: 3

Fig. 1 in perspectivisch aanzicht de kabelhaspel volgens de onderhavige uitvinding;

Fig. 2 de kabelhaspel volgens de onderhavige uitvinding in dwarsdoorsnede.

In fig. 1 is de kabelhaspel volgens de onderhavige uitvinding in het geheel met 1 5 aangegeven. Deze bestaat uit twee schijfvormige delen 2 en 3. In fig. 1 zijn deze in de naar elkaar toegeklapte positie getoond, dat wil zeggen de positie waarbij de eindran-den 8 daarvan tegen elkaar liggen of in ieder geval naar elkaar toe gericht zijn. Deze eindranden zijn bij voorkeur enigszins verdikt uitgevoerd om het omklapeffect te bevorderen.

10 In fig. 2 is de opengeklapte positie schematisch weergegeven.

Om de twee schijfvormige delen 2, 3 met elkaar te verbinden is een kern 4 aangebracht. Deze bestaat uit kerndelen 9 en 10. Elk kerndeel bestaat uit een flens 11 respectievelijk 12 en een daarop aansluitend hulsvormig lichaam 13 respectievelijk 14.

De uitwendige diameter van het hulsvormige lichaam is zodanig uitgevoerd dat 15 deze opgenomen kan worden in de opening in elk van de schijfvormige delen. De flens is groter dan deze opening. Door het aan elkaar bevestigen van de kerndelen 9 en 10 worden de schijfvormige delen 2 en 3 daartussen gefixeerd.

Volgens de onderhavige uitvinding is de kern 4 bijzonder uitgevoerd. Kerndeel 10 is voorzien van twee verdiepingen 7 waarvan de omtrek overeenkomt met de omtrek 20 van een eurostekker. Openingen 19 zijn aanwezig zodat elk van de verdiepingen 7 geschikt is voor het opnemen van een eurostekker. Aan kabel 5 is een contourenstekker 6 aangebracht. Indien een enkele contactdoos aanwezig is, kan daarvoor een eurostekker gebruikt worden.

Uit fig. 2 blijkt dat op openingen 19 metallische contacten 15 aansluiten die op 25 enigerlei wijze (zoals door aanspuiten) verbonden zijn met de flens 14. Met de metallische contacten 15 is kabel 5 verbonden. Tussen de hulsvormige lichamen 13 en 14 wordt een opening 16 begrensd waardoor de kabel bij bedrijf naar buiten geleid wordt. Tegenover elkaar liggende uitsteeksels 17 en 18 zijn aanwezig op elk van de hulsvormige lichamen 13 en 14. Bij het aan elkaar bevestigen van deze hulsvormige lichamen 30 wordt daartussen een opening begrensd voor het knellend opnemen van kabel 5 zodat in trekontlasting voorzien wordt.

Bevestiging van de hulsvormige lichamen 13 en 14 vindt plaats door snaptong 20 van hulsvormig lichaam 14 dat samenwerkt met snapopening 21 in hulsvormig lichaam 1022062 I 13. Voor verdere bevestiging is een opening 23 aanwezig in hulsvormig lichaam 13 I waarin een schroef 24 geplaatst kan worden die in aangrijping gebracht kan worden I met hulsvormiglichaam 14. Een dergelijke opening 23 kan afgesloten worden met een I dop 25 om latere demontage zo veel mogelijk te voorkomen. Echter kan door de aan- I 5 wezigheid van de snaptong 20 latere demontage grotendeels voorkomen worden.

I De hierboven beschreven constructie dient niet alleen als eenvoudig verlengsnoer I maar eveneens als verdeeldoos. Immers, uitgaande van een enkele stekker 6 zijn twee I contactdozen 7 beschikbaar. Begrepen zal worden dat afhankelijk van de toepassing I wijzigingen aangebracht kunnen worden. Zo zijn stekkers in bepaalde landen anders I 10 uitgevoerd en zal dienovereenkomstig het daarmee samenwerkende contactdoos even- I eens gewijzigd uitgevoerd worden. Tevens is het mogelijk de niet van openingen voor I een stekker voorziene flens alsnog van dergelijke openingen te voorzien. Daardoor kan I een groter aantal contactdozen in een verhoudingsgewijs kleine ruimte verwezenlijkt worden. Bovendien kunnen aardcontacten en dergelijke aanwezig zijn. Deze en verdere 15 wijzigingen liggen voor de hand na het lezen van bovenstaande beschrijving en binnen het bereik van de bijgaande conclusies.

Claims (9)

1. Kabelhaspel omvattende twee schijfVormige delen (2, 3), die in het midden daarvan met elkaar verbonden zijn door een kunststof verbindingsdeel (4), waarbij ten 5 minste een van de schijfVormige delen uit een buigzaam kunststof materiaal bestaat en omklapbaar is tussen een positie waarin de eindrand (8) daarvan grenzend aan de eindrond van het andere schijfvonnige deel ligt en een positie waarin die eindrand op afstand van de eindrand van het andere schijfvonnige deel ligt, met het kenmerk, dat dat verbindingsdeel omvat twee aan elkaar te bevestigen delen, elk omvattende een flens 10 (11, 12) en een daarop aansluitend hulsvormig lichaam (13, 14), waarbij elk van die schijfvormige delen elk voorzien is van een opening voor het om dat hulsvormige lichaam aanbrengen van dat schijfvormige deel, aanliggend tegen die flens, en waarbij de hulsvormige lichamen met elkaar verbonden zijn en in het inwendige daarvan een holte begrenzen, waarbij in die holte metallische contacten (15) van een contactdoos (7) I 15 aangebracht zijn, welke metallische contacten vast verbonden zijn met een hulsvormige I lichaam (13) / flens, waarbij die (bijbehorende) flens van openingen (19) is voorzien I voor het opnemen van een stekker, en waarbij die metallische contacten verbonden zijn I met een van stekker (6) voorziene kabel (5) die op die haspel gewikkeld kan worden en I zich vanaf die holte uitstrekt.

2. Kabelhaspel volgens conclusie 1, waarbij die hulsvormige lichamen van met I elkaar samenwerkende snapmiddelen (20, 21) zijn voorzien.

3. Kabelhaspel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die hulsvor- mi ge lichamen van met elkaar samenwerkende uitsteeksels (17, 18) zijn voorzien voor het daartussen klemmend opnemen van die kabel (5).

4. Kabelhaspel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die van ope- H ningen voorziene flens (12) een verdieping (7) omvat voor het ontvangen van een stek- kerlichaam.

5. Kabelhaspel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de binnenom- H trek van die verdieping (7) ten minste gedeeltelijk overeenkomt met de buitenomtrek H 30 van een eurostekker.

6. Kabelhaspel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die schijfvor-mige delen cirkelvormig zijn.

7. Kabelhaspel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die niet van H openingen voorziene flens voorzien is van een opname (23) voor een bevestigingsmid- del (24).

8. Kabelhaspel volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende verschei-5 dene contactdozen.

9. Kabelhaspel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die schijven een vlamdovend/vlamvertragend materiaal omvatten.