NL1021978C2 - Afdeklagen om onkruidgroei tegen te gaan. - Google Patents

Afdeklagen om onkruidgroei tegen te gaan. Download PDF

Info

Publication number
NL1021978C2
NL1021978C2 NL1021978A NL1021978A NL1021978C2 NL 1021978 C2 NL1021978 C2 NL 1021978C2 NL 1021978 A NL1021978 A NL 1021978A NL 1021978 A NL1021978 A NL 1021978A NL 1021978 C2 NL1021978 C2 NL 1021978C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
peels
ground cover
cover according
oxidized
potato steam
Prior art date
Application number
NL1021978A
Other languages
English (en)
Inventor
Theodoor Maximiliaan Slaghek
Willem Cornelis Drost
Original Assignee
Tno
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Tno filed Critical Tno
Priority to NL1021978A priority Critical patent/NL1021978C2/nl
Priority to EP03776067A priority patent/EP1562415B1/en
Priority to DE60329519T priority patent/DE60329519D1/de
Priority to PCT/NL2003/000807 priority patent/WO2004047520A1/en
Priority to AT03776067T priority patent/ATE443988T1/de
Priority to US10/535,968 priority patent/US7597753B2/en
Priority to AU2003284829A priority patent/AU2003284829A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1021978C2 publication Critical patent/NL1021978C2/nl
Priority to US12/548,647 priority patent/US7805883B2/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G13/00Protecting plants
    • A01G13/02Protective coverings for plants; Coverings for the ground; Devices for laying-out or removing coverings
    • A01G13/0256Ground coverings
    • A01G13/0262Mulches, i.e. covering material not-pre-formed in mats or sheets
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09KMATERIALS FOR MISCELLANEOUS APPLICATIONS, NOT PROVIDED FOR ELSEWHERE
    • C09K17/00Soil-conditioning materials or soil-stabilising materials
    • C09K17/52Mulches

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Toxicology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Agricultural Chemicals And Associated Chemicals (AREA)
  • Protection Of Plants (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)

Description

. I
Titel: Afdeklagen om onkruidgroei tegen te gaan
De uitvinding heeft betrekking op een bodembedekker, een werkwijze voor het tegengaan van onkruidgroei door het toepassen van een bodembedekker, bet gebruik van aardappelstoomschillen voor het tegengaan van onkruidgroei en het gebruik van een kurkfractie van 5 aardappelstoomschillen voor het tegengaan van onkruidgroei.
De aardappelstoomschil is een restproduct van de aardappelverwerkende industrie en bestaat grofweg uit koolhydraten (zetmeel, cellulose, hemicellulose en pectine), eiwitten en een kurkfractie.
De kurkfractie zit in het vel van de aardappel. Chemisch gezien bestaat 10 kurk onder andere uit een aantal algen was, cutin en suberin. Dit zijn in hoofdzaak verzadigde en onverzadigde vetzuren. De samenstelling van de kurkfractie is mede afhankelijk van de oorsprong van het kurkmateriaal en de behandeling die de fractie heeft ondergaan, Zo bestaat de kurkfractie van de aardappelstoomschil hoofdzakelijk uit suberin (meer dan 50%).
15 De belangrijkste afzetmarkt voor de aardappelstoomschillen (ASS) is veevoer. In de onderhavige uitvinding is een alternatieve toepassing voor deze nevenstroom ontwikkeld. Uit eerder onderzoek is gebleken dat het zetmeel, wat in de ASS aanwezig is, via fermentatie kan worden omgezet in alcohol. Na de fermentatie blijft een restproduct over, namelijk de 20 kurkfractie. Voor deze kurkfractie is een industriële applicatie ontwikkeld.
In de teelt op de volle grond en in bijvoorbeeld boomkwekerijen of containerteelt wordt gebruik gemaakt van bestrijdingsmiddelen om onkruidgroei en schimmelvorming tegen te gaan. De laatste jaren staat dit gebruik van bestrijdingsmiddelen onder druk met als gevolg een groeiende 25 behoefte aan alternatieven. Er wordt dientengevolge veel tijd besteed aan de ontwikkeling van formuleringen die in staat zijn om onkruidgroei tegen te gaan. Een alternatief voor de bestrijdingsmiddelen wordt gevormd door de zogenaamde bodembedekkers (ook wel worteldoeken genaamd). Echter, 1021978« I 2 Η I zoals hieronder nader beschreven, is het grootste nadeel van de bestaande bodembedekkers dat zij onkruidgroei niet goed tegengaan.
I EP 0 143 913 beschrijft afdekplaten met ronde of vierkante I openingen die om bomen of bosjes gelegd kunnen worden. Deze afdekplaten I 5 worden gemaakt van boomschors en meststoffen en hebben de eigenschap I dat zij langzaam voedingsstoffen aan de bodem afgeven, tevens verhinderen zij het verdrogen van de bodem en gaan onkruidgroei tegen.
I US 5,077,935 beschrijft een deklaag bestaande uit een biologische I laag (bijvoorbeeld stro) en een laag bestaande uit UV-afbreekbaar 10 synthetisch materiaal welke laatste laag vastgenaaid wordt aan de I biologische laag. Aan de eerste synthetische laag wordt vervolgens nog een I tweede synthetische laag vastgemaakt.
Een ander voorbeeld van een bodembedekker wordt beschreven in I WO 96/09355. Deze bodembedekker is gebaseerd op verlijmd stro.
I 15 EP 0 898 881 beschrijft een bodembedekker die gebaseerd is op de I schors van kokosnoot en WO 00/22916 beschrijft een bodembedekker die I water, koolzwart, een verstevigingsagens en vezels bevat, waarbij een I copolymeer van tenminste één alkeen en tenminste één ester van een alkeenzuur als verstevigingsagens wordt toegepast.
20 Een bodembedekker moet bij voorkeur de groei van onkruid tegen gaan door de bodem af te dekken waardoor bijvoorbeeld onkruidzaden die aanwezig zijn in de aarde niet of nauwelijks in aanraking met licht komen en zich daardoor niet kunnen ontwikkelen tot een plant. Het is uiteraard wenselijk dat de bodembedekker wel water en lucht doorlaat om zo de groei 25 van de gewenste gewassen te bevorderen. Daarnaast is een bodembedekker bij voorkeur biologisch afbreekbaar, zodat het milieu zo min mogelijk belast H wordt. Een inventarisatie van de huidige markt op dit gebied levert H meerdere producten op, zoals bijvoorbeeld een product gebaseerd op H boomschors, een product gebaseerd op verlijmd stro, een product bestaande H 30 onder andere uit plantaardige vezels en een lijmstof op gombasis en een I Ann1Q7 ft· , 1 3 product bestaande ,uit 98% stro, 1% ijzersulfaat en 1% linosulfanaat. Het blijkt echter dat deze producten geen goede werking hebben op bijvoorbeeld de volle grond teelt en in de containerteelt. Met name slechte afdekking, schimmelvorming, doorgroei van grassen, remming van de groei van de 5 doelgewassen, gebrek aan dimensiestabiliteit of te snel op genomen worden in de grond blijken onoverkomelijke problemen bij de toepassing van bovenstaande producten.
De onderhavige uitvinding heeft het doel een oplossing voor deze problemen te geven. De onderhavige uitvinding onthult dat 10 aardappelstoomschillen en/of de kurkfractie van de aardappelstoomschillen een goede bodembedekker zijn/is. Deze bodembedekkers laten onder andere een sterk verminderde doorgroei van grassen zien en afhankelijk van de samenstelling van de bodembedekker treedt er ook geen schimmelvorming op. Door deze toepassing verschaft de huidige uitvinding een alternatieve 15 toepassing van de ASS en een alternatieve bodembedekker die in staat is tenminste ten dele de nadelen van de huidige bodembedekkers op te heffen.
Het doel van de onderhavige uitvinding wordt bereikt door een bodembedekker, die aardappelstoomschillen of een gedeelte, afgeleide of analoog daarvan omvat. Het doel van de uitvinding wordt tevens bereikt 20 door een bodembedekker, die een kurkfractie van aardappelstoomschillen of een gedeelte, afgeleide of analoog daarvan omvat.
Het deelwoord "bodem" in het woord "bodembedekker" moet ruim worden uitgelegd. Het betreft hier elke bodem die gebruikt kan worden voor het groeien en/of kweken van planten. Bijvoorbeeld de groei en/of kweek op 25 de koude, volle grond (zoals bijvoorbeeld de teelt in een open veld), de groei en/of kweek in een container, de groei en/of kweek in kassen, maar ook het groeien en/of kweken onder huis-, tuin- en keukenomstandigheden.
Aardappelstoomschillen (ASS) zijn, zoals gezegd, een restproduct van de aardappelverwerkende industrie en bestaan grofweg uit 30 koolhydraten (zetmeel, cellulose, hemicellulose en pectine), eiwitten en een 1021978» Η I kurkfractie. De samenstelling van de ASS op basis van drooggewicht is als I volgt: koolhydraten (zetmeel en hemicellulose) 40-60%, celstof (cellulose) 2- I 5%, overige organische stoffen 20-25%, eiwit 8-12%, vet 0,5-2% en I anorganisch materiaal 4-8%. Het is voor een vakman duidelijk dat H 5 samenstellingen die voldoen aan de hierboven weergegeven samenstelling, I onafhankelijk van de wijze waarop zij tot stand zijn gekomen, gebruikt kunnen worden voor de onderhavige uitvinding. Een ander voorbeeld van een gewas waarvan de schil met stoom verwijderd kan worden is tomaat.
Een voorkeursuitvoering betreft de toepassing van aardappelstoomschillen I 10 of een kurkfractie van aardappelstoomschillen, omdat het aanwezige zetmeel in staat is om een hechte laag te vormen. De materiaal en methode I sectie beschrijft een werkwijze waarop de ASS verkregen kan worden.
De kurkfractie zit in het vel van de aardappel. Door de ASS te behandelen met enzymen die in staat zijn om zetmeel te hydrolyseren 15 (bijvoorbeeld Termamyl, amylasen en cyclodextrine glycosyltransferasen (CGT-asen)), wordt de zetmeelfractie (deels) gehydrolyseerd en wordt een I kurkfractie verkregen die representatief is voor de fractie verkregen na fermentatie van zetmeel tot alcohol.
Met de term "of een gedeelte, afgeleide of analoog daarvan" wordt
20 hierin onder andere bedoeld een bodembedekker die een deel van de ASS
omvat. Hierbij wordt in het bijzonder gedacht aan bijvoorbeeld de kurkfractie van de ASS. De onderhavige uitvinding geeft meerdere voorbeelden van een afgeleide van ASS, zoals bijvoorbeeld chemisch gemodificeerde ASS. Met de term analoog wordt hierin bedoeld iedere
25 andere substantie die qua samenstelling, de samenstelling van de ASS
H benadert. Een belangrijke voorkeur waaraan een bodembedekker volgens de uitvinding moet voldoen is het vermogen om een hechte laag te vormen, zodat geen doorgroei van onkruid kan plaatsvinden. Een hechte laag wordt verkregen wanneer zich polymeren, zoals zetmeel en/of hemicellulose, in de 30 laag bevinden. Bij voorkeur zijn deze polymeren al aanwezig in de schillen I Ml I 1 5 of in de kurkfractie (interne polymeren), zodat aparte toevoeging van polymeren (zogenaamde externe polymeren) vermeden kan worden. Echter, ook externe polymeren, zoals polyacrylaten en latex kunnen gebruikt worden voor de vorming van een hechte laag. Het is voor een vakman 5 daarom duidelijk dat een analoog van de bodembedekker volgens de uitvinding tenminste een interne of externe polymeer moet bevatten. In een voorkeursuitvoering wordt de bodembedekker die aardappelstoomschillen en/of een kurkfractie van aardappelstoomschillen omvat tenminste ten dele gedroogd. Bij voorkeur ligt het droge stofpercentage van het eindproduct 10 tussen de 40% en de 90%. De spreiding van het droge stofpercentage wordt voor een belangrijk deel beïnvloed door de luchtvochtigheid en deze luchtvochtigheid zal een uiteindelijk evenwicht bewerkstelligen. De tenminste ten dele gedroogde ASS of een kurkfractie van de ASS kunnen/kan dan makkelijker vermalen worden zodat een uniformere 15 deeltjesgrootte verkregen wordt. Dit bevordert een eenvoudige verstrooiing en zorgt er tevens voor dat er een uniformere verdeling van de bodembedekker verkregen wordt.
In een andere voorkeursuitvoering hebben de aardappelstoomschillen of de kurkfractie van de aardappelstoomschillen 20 tenminste ten dele een chemische modificatie ondergaan. Hierbij worden bij voorkeur de aanwezige koolhydraten en met nog meer voorkeur het aanwezige zetmeel chemisch gemodificeerd. Hierdoor wordt de hoeveelheid beschikbare koolhydraten/zetmeel verlaagd en wordt schimmelvorming verminderd en bij voorkeur compleet tegengegaan. Bij voorkeur is de 25 chemische modificatie oxidatie en met nog meer voorkeur partiële oxidatie. Een partiële oxidatie reactie wordt hierin gedefinieerd als zijnde een reactie waarin tussen de 1% en de 100% van de aanwezige koolhydraten geoxideerd worden. Bij voorkeur is tenminste 20-80%, met nog meer voorkeur is tenminste 30-70% van de koolhydraten geoxideerd. Gebleken is dat een 30 verhoging van het percentage geoxideerde koolhydraten resulteert in 1021978« I minder schimmelgroei. Daarom heeft de situatie waarbij tenminste 90% koolhydraten geoxideerd zijn de grootste voorkeur. Echter, het is gebleken I dat lagere oxidatiepercentages uitstekend gecompenseerd kunnen worden I door de toevoeging van schimmelremmers. De materiaal en methode sectie, 5 zoals hierin beschreven, beschrijft meerdere protocollen voor het uitvoeren I van een oxidatiereactie. Het percentage van koolhydraten dat geoxideerd I wordt, wordt mede bepaald door de hoeveelheid oxidant die wordt gebruikt.
I De producten kunnen verschillend van samenstelling zijn doordat verschillende type reactiecondities resulteren in specifiek regioselectieve I 10 modificaties. Een voorbeeld is het gebruik van I 2,2,6,6-tetramethylpiperidine-l-oxyl (TEMPO). Dit molecuul in combinatie met een oxidant als bleekloog zorgt ervoor dat nagenoeg uitsluitend I primaire hydroxylgroepen worden geoxideerd tot carbonzuren, terwijl in I afwezigheid van TEMPO nagenoeg uitsluitend het vicinale diolsysteem in I 15 bijvoorbeeld glucose wordt geoxideerd tot een dicarboxy verbinding. Andere H voorbeelden van chemische modificatie zijn substitutie met monochloorazijnzuur, hydrofoberen met octenyl barnsteenzuur, acetylering I met azijnzuuranhydride of crosslinken met natrium trimetafosfaat en I epichloorhydrine. Gebleken is dat de polymere koolhydraten, met name I 20 zetmeel, makkelijk te modificeren zijn. Hiermee kunnen de eigenschappen I van de te formuleren afdeklagen beïnvloed worden. Door deze modificaties I neemt de hoeveelheid ongesubstitueerde koolhydraten af en neemt dus ook I de kans op schimmelvorming af. Het is voor een vakman duidelijk dat een bodembedekker volgens de uitvinding ook kan bestaan uit een mengsel van 25 gemodificeerde en niet-gemodificeerde aardappelstoomschillen en/of de kurkfractie van aardappelstoomschillen.
In een andere voorkeursuitvoering wordt aan de bodembedekker die aardappelstoomschillen en/of een kurkfractie van H aardappelstoomschillen omvat tevens tenminste één additief toegevoegd.
30 Een additief kan verschillende functies hebben. Zo kan bijvoorbeeld gedacht I moiQ7 am 7 , ft worden aan een olie die de functie van binder vervult, een schimmelremmer om schimmelgroei tegen te gaan, een herbicide om onkruidgroei tegen te gaan of aan meststoffen om de groei van de gewenste gewassen te bevorderen/stimuleren.
5 Bij voorkeur is het additief een olie. Olie wordt gebruikt als binder voor andere hydrofobe verbindingen. Vanwege mogelijke BSE problemen met dierlijke oliën wordt bij voorkeur een plantaardig olie toegepast. Een bijkomend voordeel van plantaardige oliën is de aanwezigheid van onverzadigde vetzuurketens die een netwerk kunnen vormen en op deze 10 wijze bijdragen aan de stabiliteit van de bodembedekker .Voorbeelden van een plantaardige olie zijn palmolie, soja en zonnebloemolie. Vanuit kostenoogpunt heeft palmolie de grootste voorkeur.
In weer een andere uitvoeringsvorm is aan een bodembedekker volgens de uitvinding een schimmelremmer als additief toegevoegd. Als er 15 geen oxidatie en/of chemische modificatie wordt toegepast of als er partiële oxidatie en/of chemische modificatie wordt toe gepast zal de bodembedekker in het algemeen nog voedingsbronnen kunnen bevatten voor micro-organismen in het algemeen en voor schimmels in het bijzonder. Hierdoor zijn bijvoorbeeld schimmels in staat om de bodembedekker te gebruiken als 20 voedingsbodem. Om dit te voorkomen wordt er een schimmelremmer toegevoegd. De schimmelremmer zorgt tenminste voor een vertraging van schimmelgroei en bij voorkeur wordt schimmelgroei compleet geremd. Een voorbeeld van een schimmelremmer zoals toegepast in de voorbeelden is lignine of een ligninederivaat. Een voorbeeld van een lignine derivaat is 25 lignosulfonaat. Het is voor een vakman duidelijk dat de keus aan schimmelremmers groot is en een lijst van gangbare schimmelremmers is bijvoorbeeld te vinden op de internetpagina http://www.ext.nodak.edu/extpubs/plantsci/pests/pp622pricefile.htm. In Tabel 1 wordt, gebaseerd op deze internetsite, een overzicht gegeven van 30 schimmelremmers. Echter, aangezien deze internetsite niet compleet is en 1021978· I deze lijst tevens aan veranderingen onderhevig is, moet de opsomming van schimmelremmers in Tabel 1 als niet-limitatief voor de huidige uitvinding I beschouwd worden.
I In weer een andere uitvoeringsvorm is aan een bodembedekker I 5 volgens de uitvinding een herbicide als additief toegevoegd. Uit de I voorbeelden van de onderhavige octrooiaanvrage blijkt dat een bodembedekker volgens de uitvinding kieming van in de aarde aanwezige zaden alsmede kieming van zaden aanwezig op de bodembedekker tegengaat. Door een herbicide toe te voegen kan ongewenste kieming nog 10 verder worden verminderd. Ook in het geval er toch onkruidgroei op zou I kunnen treden, bijvoorbeeld in het geval er aarde op de bodembedekker I waait of een andere kiemingsbron op de bodembedekker terechtkomt is het I mogelijk om tevens een herbicide aan de bodembedekker toe te voegen. Het I is voor een vakman duidelijk dat de keus aan herbiciden groot is en een lijst I 15 van gangbare herbiciden is bijvoorbeeld te vinden op de internetpagina http://www.abcbirds.org/pesticides/herbicide_list_.htm. In Tabel 2 wordt, B gebaseerd op deze internetsite, een overzicht gegeven van herbiciden.
I Echter, aangezien deze internetsite niet compleet is en deze lijst tevens aan I veranderingen onderhevig is, moet de opsomming van herbiciden in Tabel 2 I 20 als niet-limitatief voor de huidige uitvinding beschouwd worden.
I In een andere uitvoeringvorm is aan een bodembedekker volgens de uitvinding een voedingssupplement voor planten als additief toegevoegd.
De toe te voegen voedingssupplementen worden bij voorkeur aangepast op het specifieke gewas dat gekweekt en/of gegroeid wordt op de bodem die met I 25 de bodembedekker wordt afgedekt. In dit soort toepassingen heeft de bodembedekker tenminste twee functie, namelijk het tegengaan van onkruidgroei en het bevorderen van bijvoorbeeld de groei van een gewenst B gewas door de afgifte van één of meerdere voedingssupplementen. Bij de B toevoeging van voedingssupplementen kan bijvoorbeeld gedacht worden aan B 30 het toevoegen van commerciële meststoffen. De deskundige vakman is in
, I
9 staat om de correcte meststoffen voor bepaalde gewassen te selecteren en toe te voegen aan een bodembedekker volgens de uitvinding. Niet-limiterende voorbeelden zijn sporenelementen zoals mangaan, magnesium en dergelijke of stikstofhoudende en fosfaathoudende anorganische zouten.
5 In weer een alternatieve uitvoeringsvorm is aan een bodembedekker volgens de uitvinding een pesticide als additief toegevoegd. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld anti-nematode middelen. Het is voor een vakman duidelijk dat de keus aan pesticiden groot is en een lijst van gangbare pesticiden is bijvoorbeeld te vinden op de internetpagina 10 http://wizard.arsusda.gov/acsl/ppdb3.html. In Tabel 3 wordt, gebaseerd op deze internetsite, een overzicht gegeven van pesticiden. Echter, aangezien deze internetsite niet compleet is en deze lijst tevens aan veranderingen onderhevig is, moet de opsomming van pesticiden in Tabel 3 als niet-limitatief voor de huidige uitvinding beschouwd worden.
15 Een bodembedekker volgens de uitvinding heeft afhankelijk van de uiteindelijke samenstelling bij voorkeur een aantal eigenschappen die de huidige bodembedekkers niet bezitten. Uit de voorbeelden blijkt dat de gevormde afdeklagen water- en luchtdoorlatend zijn, een uniforme laag vormen en in staat zijn om de gehele oppervlakte af te dekken. Alle 20 geformuleerde lagen hebben een remmende werking op onkruidgroei (zowel onkruid gezaaid voordat de laag wordt opgebracht als onkruid gezaaid nadat de laag is gevormd). Tevens is een bodembedekker volgens de uitvinding in staat om de groei van grassen tegen te gaan. Afhankelijk van de toegepaste formulering is het tevens mogelijk om een laag te vormen die 25 onder de gegeven omstandigheden geen schimmelvorming laat zien.
Tevens voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het tegengaan van onkruidgroei door het toepassen van een bodembedekker die ASS of een kurkfractie van de ASS omvat. De bodembedekker kan op verschillende wijzen worden opgebracht. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om de 30 bodembedekker te drogen, eventueel te vermalen en vervolgens droog te
1021978K
H verstrooien. Deze werkwijze vindt bijvoorbeeld toepassing in de I containerteelt. Door het lage soortelijk gewicht van de bodembedekker is de I verstrooiing eenvoudig te bewerkstelligen. Echter, het lage soortelijke I gewicht kan in een open veld situatie er voor zorgen dat de bodembedekker I 5 wegwaait. Om dit te voorkomen wordt in een open veld situatie de bodembedekker bij voorkeur nat opgebracht (bijvoorbeeld via verspuiting) of wordt een droog opgebrachte bodembedekker na het verstrooien nat gemaakt, zodat er een compacte bodembedekker ontstaat. Bij voorkeur wordt de bodembedekker aangebracht nadat de gewenste planten zichtbaar 10 gekiemd zijn en boven de grond uitsteken, zodat de gewenste planten geen hinder ondervinden van de aanwezigheid van de bodembedekker. Bij H voorkeur voorziet de uitvinding dus in een werkwijze voor het tegengaan I van onkruidgroei door het toepassen van een bodembedekker volgens de I uitvinding, met het kenmerk dat de bodembedekker in droge toestand wordt I 15 opgebracht en vervolgens wordt bevochtigd.
I Uit de hierin gegeven voorbeelden blijkt dat krimping van de I bodembedekker kan plaatsvinden. Dit heeft uiteraard als nadeel dat niet I alle delen van de bodem bedekt worden, waardoor er hier en daar toch I onkruidgroei kan plaatsvinden. In sommige voorbeelden is het effect van I 20 (chemische) modificatie, zoals bijvoorbeeld substitutie met I monochloorazijnzuur, hydrofoberen met octenyl barnsteenzuur of I crosslinken met natrium trimetafosfaat en epichloorhydrine, bestudeerd. De H afdeklagen waarbij TMP (natrium trimetafosfaat) schillen als toevoeging H zijn gebruikt, drogen het snelst (ongeveer 1 week) en vertonen de meeste 25 krimp. De afdeklagen, gemaakt van geoxideerde schillen, blijken het langst vochtig te blijven en vertonen daardoor weinig krimp. De lagen, waar geacetyleerde schillen zijn toegevoegd, zitten qua droogsnelheid tussen de afdeklagen met TMP schillen als toevoeging en lagen met geoxideerde schillen in. Deze lagen vertonen minder krimp dan de lagen waar TMP aan I 30 is toegevoegd. Lagen, die 10% lignosulfonaat als toevoeging hebben, blijken I *021978· 11 minder te krimpen. Hieruit blijkt dat de uiteindelijke eigenschappen van de bodembedekker naar alle wensen en omstandigheden kunnen worden aangepast. Bij voorkeur voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het verminderen van krimp van een bodembedekker omvattende 5 aardappelstoomschillen of een kurkfractie van aardappelstoomschillen, met het kenmerk dat de bodembedekker geoxideerde schillen omvat.
Tevens voorziet de uitvinding in het gebruik van aardappelstoomschillen voor het tegengaan van onkruidgroei. Daarnaast voorziet de uitvinding in het gebruik van een kurkfractie van 10 aardappelstoomschillen voor het tegengaan van onkruidgroei.
Naast het gebruik van de bodembedekker op zichzelf is het duidelijk dat de hierin beschreven bodembedekker ook gebruikt kan worden in combinatie met een andere milieuvriendelijke afdeklaag. Zo kan gedacht worden aan een combinatie met stro en/of zaagsel.
15
De uitvinding wordt hieronder nader toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden. Deze voorbeelden mogen echter niet gebruikt worden om de reikwijdte van de uitvinding te beperken.
20 *021978# I 12
I VOORBEELDEN
I MATERIAAL EN METHODEN
I 5 Productie van aardappelstoomschillen I De aardappels worden eerst gewassen en vervolgens wordt de schil I verwijderd door de aardappels gedurende enkele seconden in een drukvat I onder druk met stoom te behandelen. Deze behandeling zorgt ervoor dat de I schil los komt te zitten van de aardappel, zodat de schil door een I 10 borstelmachine kan worden verwijderd.
I Termamyl behandeling (isolatie kurkfractie uit I aardappelstoomschillen)
Aan 500 g aangeleverde aardappelstoomschillen (zowel 15 uitgewassen als niet uitgewassen) wordt 500 ml water toegevoegd. De temperatuur van het mengsel wordt op 65°C gebracht. Wanneer deze I temperatuur is bereikt wordt 5 ml Termamyl toegevoegd (720 units enzym).
I Vervolgens wordt het reactiemengsel 5 uur geïncubeerd terwijl wordt geroerd. Vervolgens wordt het reactiemengsel gefiltreerd, waarna het residu I 20 (de schillen) twee maal met water wordt gewassen en één maal met ethanol.
I De overgebleven fractie wordt bij kamertemperatuur gedroogd aan de lucht I en gemalen met een koffiemolen.
I Synthese met natrium trimetafosfaat (STMP) I 25 Voorschrift 1: I Aan 58 g aardappelstoomschillen (zowel uitgewassen als niet I uitgewassen) wordt 17 g kalium hydroxide en 11 g STMP toegevoegd.
Vervolgens wordt het reactiemengsel gedurende 5 uur bij 60°C gehouden.
I Hierna wordt extra water toegevoegd (50 ml) en het reactiemengsel wordt I 30 geneutraliseerd met 4 M HC1. Vervolgens wordt het reactiemengsel I 1021978« 13 gefiltreerd over een P2 glasfilter en het residu gespoeld met water. Hierna wordt het residu gesuspendeerd in ethanol, gefiltreerd en nagespoeld met ethanol en aan de lucht gedroogd bij kamertemperatuur.
Voorschrift 2: 5 Aan 300 gram schillen (1) wordt 100 ml water, 8 gram NaOH en 5 gram STMP toegevoegd. Vervolgens wordt het reactiemengsel 3 uur bij 60°C gehouden, waarna de slurry wordt geneutraliseerd met 4 M HC1. Hierna worden de schillen gefiltreerd over een glasfilter en gespoeld met 1,5 liter water en 1 liter alcohol. De schillen worden bij kamertemperatuur aan de 10 lucht gedroogd op filtreerpapier.
Synthese met monochloorazijnzuur
Aan 50 g cryogeen gemalen aardappelstoomschillen (1) wordt 15 g natrium hydroxide en 10 g monochloorzijnzuur toegevoegd. Het 15 reactiemengsel wordt gedurende 4 uur bij 65°C goed geroerd. Hierna wordt water toegevoegd (50 ml) en geneutraliseerd met 4 M HC1. Vervolgens wordt het product geïsoleerd via ethanolprecipitatie.
Synthese met octenylbarnsteenzuur 20 Met deze verbinding zijn twee reacties uitgevoerd: 1) Aan 50 g onder stikstof gemalen schillen (1) wordt 60 ml water toegevoegd. Vervolgens wordt het mengsel met 0,5 Μ KOH op pH 9 gebracht waarna 15 ml octenylbarnsteenzuuranhydride in 3 porties toegevoegd (elk 5 ml). Gedurende het toevoegen wordt de pH constant gehouden met behulp 25 van een pH-stat. Het product is geïsoleerd door het uit te spoelen met water (ongeveer 1 liter).
2) Aan 50 g onder stikstof gemalen schillen (1) wordt 75 ml water pH 13 en 5 g octenylbransteenzuuranhydride toegevoegd. De pH wordt met behulp van een pH stat constant gehouden op 9. Na 30 minuten wordt weer 10 30 gram octenylbarnsteenzuur toegevoegd. Oplossing lijkt tijdens de reactie '1021978* I 14 I dikker te worden, maar is bij afloop van de reactie weer dun. Dit product is I opgewerkt zoals bij 1 beschreven.
Oxidatie van schillen die met Termamyl behandeld zijn in I 5 aanwezigheid van TEMPO ¢2,2,6,6 tetramethylpiperidine 1 oxyl) I De oxidatie van schillen is uitgevoerd met TEMPO/NaOCl/Br*.
I Hierbij is het aanwezige koolhydraat zowel maximaal als partieel geoxideerd. Een voorbeeld van een partiële oxidatie is hieronder beschreven: I Aan 10 gram met Termamyl behandelde schillen wordt 250 ml I 10 water toegevoegd en de pH op 10 gebracht. Aan de slurry wordt 0,5 gram I Tempo, 0,2 gram NaBr opgelost in water en 25 ml NaOCl (55 meq) in
I porties van 5 ml toegevoegd. De pH wordt op 10 gehouden met 1M NaOH
onder pH stat condities. Voor deze reactie is in totaal 45,3 mmol NaOH
nodig om de pH constant te houden. Als er geen additionele zuurvorming 15 wordt waargenomen wordt de reactie gestopt, de oplossing geneutraliseerd I en gefiltreerd over een glasfilter.
Oxidatie van schillen, die met Termamyl behandeld zijn, met NaOCl H Aan 10 gram schillen wordt 250 ml water toegevoegd en de pH op I 20 10 gebracht. Aan de slurry wordt 25 ml NaOCl in porties van 5 ml H toegevoegd. De reactie verloopt aanzienlijk langzamer dan de reactie waar TEMPO en natrium bromide aanwezig is. In totaliteit wordt 22,8 mmol
NaOH toegevoegd. Als er geen zuurvorming meer wordt waargenomen wordt de reactie gestopt en de slurry geneutraliseerd en gefiltreerd.
I 25 I Oxidatie schillen (1) 300 g schillen (1) worden opgeroerd met een bovenroerder in 800 I ml water. Vervolgens wordt 1,0 g TEMPO en 0,25 gram NaBr toegevoegd en de pH wordt met NaOH op 10 gebracht. Hierna wordt 125 ml NaOCl in
30 porties van 5 ml toegevoegd. De pH wordt op 10 gehouden met 1M NaOH
I 1021978V
15 via een automatische titratie. In totaal wordt 170 ml 1M NaOH toegevoegd. Vervolgens wordt aan de schillen ethanol toegevoegd en gefiltreerd over een glasfilter. De schillen worden gespoeld met 1 liter 100% ethanol en gedroogd aan de lucht bij kamertemperatuur op filtreerpapier.
5
Oxidatie van de schillen na Termamyl behandeling 30 gram schillen, die met Termamyl zijn behandeld zoals in eerdere rapportages is beschreven, worden opgeroerd met een bovenroerder in 800 ml water. Hieraan wordt 1 gram TEMPO en 0,25 gram NaBr 10 toegevoegd. De pH wordt op 10 gebracht met NaOH en 75 ml NaOCl wordt in porties van 5 ml toegevoegd. De pH wordt gedurende de reactie op 10 gehouden met 1 M NaOH via een automatische titratie. In totaal wordt 71,4 ml 1M NaOH toegevoegd. Aan de schillen wordt vervolgens 800 ml ethanol toegevoegd en gefiltreerd. De schillen worden vervolgens gespoeld met 11 15 liter ethanol en aan de lucht gedroogd bij kamertemperatuur op filtreerpapier.
Acetylering van schillen Voorschrift 1:
20 Aan 50 gram schillen (1) wordt 250 ml water toegevoegd. De pH
wordt op 9 gebracht en gehouden onder pH stat condities. 5,40 Gram azijnzuur anhydride wordt in porties van 0,22 gram toegevoegd. Voor de totale reactie en het op pH brengen wordt 107 mmol NaOH toegevoegd. Na afloop wordt het mengsel geneutraliseerd en gefiltreerd over een glasfilter. 25 Deze reactie is ook bij pH 8 uitgevoerd onder pH stat condities Voorschrift 2: 200 g schillen (2) worden opgeroerd in 700 ml water waarna de pH op 8 wordt gebracht. Aan de slurry wordt 50 ml azijnzuuranhydride in porties van 2,5 ml toegevoegd. De pH wordt op 8 gehouden via een 30 automatische titratie met NaOH (1M en 33% NaOH oplossing). Hierna 1021979# I 16 I wordt de slurry geneutraliseerd met 4M HC1 en gefiltreerd, gespoeld met I 500 ml water en 1 liter 100% alcohol. De schillen worden bij I kamertemperatuur aan de lucht gedroogd op filtreerpapier.
17
RESULTATEN
Een belangrijke voorkeur waaraan een bodembedekker volgens de uitvinding moet volden is het vermogen om een hechte laag te vormen, zodat 5 een goede afdekking van de bodem verkregen wordt. Voor de vroming van een hechte laag wordt gebruik gemaakt van een bindmiddel. Dit bindmiddel kan worden verkregen door de koolhydraatfractie in de aardappelstoomschil te modificeren bijvoorbeeld via oxidatie, crosslinking en hydrofobering (acetylering). Met deze componenten zijn verschillende formuleringen 10 uitgetest waaruit vervolgens 5 formuleringen zijn gekozen voor een veldproef in de containerteelt. Uit deze formuleringen is gebleken dat het reeds aanwezige verstijfselde zetmeel ook als bindmiddel kan fungeren
Karakterisering van de grondstoffen 15 Er zijn voor het onderzoek een tweetal typen aardappelstoomschillen (ASS) toegepast, namelijk gewassen (schillen 1) en extra gewassen (schillen 2). Deze schillen zijn vervolgens behandeld met enzymen (bijvoorbeeld Termamyl) om de zetmeelfractie te hydrolyseren zodat een kurkfractie verkregen wordt, die representatief is voor de fractie 20 verkregen na fermentatie van zetmeel tot alcohol. Hiernaast zijn de twee typen ASS gebruikt zonder dat deze met enzymen zijn bewerkt.
De koolhydraatfracties van de ASS zijn geanalyseerd met het DIONEX (PPAEC{high pressure anion exchange chromatography}) systeem. Deze analyse wordt voorafgegaan door eerst 1 uur te hydrolyseren in 12 M 25 zwavelzuur bij 35°C gevolgd door 1 uur hydrolyse met 2 M zwavelzuur bij 100°C. Hiernaast zijn de schillen ook alleen in 2 M zwavelzuur gehydrolyseerd.
Uit de analyses komt naar voren dat zowel de extra uitgespoelde schillen (schillen 2) als de enzymatisch behandelde schillen minder zetmeel 102f978É I 18 I bevatten dan schillen 1, waarbij kan worden op gemerkt dat de enzymatisch I behandelde, schillen minder zetmeel bevat dan de uitgespoelde schillen.
I Chemische modificatie van de koolhydraatfractie I 5 In de literatuur (bijvoorbeeld WO 96/09355) is beschreven dat voor de hechting van een toplaag om onkruidgroei tegen te gaan het gebruik van I toevoegingen, die voor een sterkere binding van het materiaal zorgt, een I belangrijke component is. Door deze binding zal de laag niet snel verstuiven.
I Deze additieven zijn gebaseerd op polymeren zoals zetmeel. Er mag worden I 10 aangenomen dat dit ook geldt voor de kurkfractie van de ASS. Aangezien de I ASS fractie reeds polymere koolhydraten bevat zal het niet nodig zijn om bijvoorbeeld extra zetmeel toe te voegen. Een voordeel van het gebruik van ASS is dat het zetmeel reeds is verstijfseld en daardoor makkelijk toegankelijk voor chemische modificatie.
15 Een aantal modificaties is uitgevoerd volgens de in de materiaal en methode sectie weergegeven methoden, namelijk: · Oxidatie.
· Substitutie met monochloorazijnzuur.
· Hydrofoberen met octenyl barnsteenzuur of via acetylering met 20 azijnzuuranhydride.
· Crosslinken met natrium trimetafosfaat.
Gebleken is dat de polymere koolhydraten, met name zetmeel, makkelijk te modificeren zijn. Hiermee kunnen de eigenschappen van de te formuleren afdeklagen beïnvloed worden.
Formulering van de afdeklagen
Op basis van de kurkfractie van de ASS zijn een aantal afdeklaagformuleringen samengesteld waarin is gevarieerd met het type gemodificeerd ASS als additief, lignine en palmolie. Deze formuleringen zijn 30 samengevat in Tabel 4.
19
Tabel 4: Afdeklaagformuleringen
Nr. Schillen Toevoeging Lignosulfonaat Palmolie (%) (%) 1 Schillen (2) gedroogd 5% TMP schillen 5 2 Schillen (2) gedroogd 5% TMP schillen 5 5 3 Schillen na Termamyl 5% TMP schillen 5 4 Schillen na Termamyl 5% TMP schillen 5 5 '5 Schillen (2) gedroogd 5% Ac schillen 5 6 Schillen (2) gedroogd 5% Ac schillen 5 5 7 Schillen na Termamyl 5% Ac schillen 5 8 Schillen na Termamyl 5% Ac schillen 5 5 9 Schillen (1) geoxideerd 5% TMP schillen 5 10 Schillen (1) geoxideerd 5% TMP schillen 5 5 11 Schillen (1) geoxideerd 5% Ac schillen 5 12 Schillen (1) geoxideerd 5% Ac schillen 5 5 13 Termamyl schillen geoxideerd 5% TMP schillen 5 14 Termamyl schillen geoxideerd 5% TMP schillen 5 5 15 Termamyl schillen geoxideerd 5% Ac schillen 5 16 Termamyl schillen geoxideerd 5% Ac schillen 5 5 17 Schillen (2) gedroogd 5% TMP schillen 10 18 Schillen (2) gedroogd 5% TMP schillen 10 5 19 Schillen (2) gedroogd 5% Ac schillen 10 20 Schillen (2) gedroogd 5% Ac schillen 10 5 21 Schillen na Termamyl 5% TMP schillen 10 22 Schillen na Termamyl 5% TMP schillen 10 5 23 Schillen na Termamyl 5% Ac schillen 10 24 Schillen na Termamyl 5% Ac schillen 10 5 25 Schillen (1) geoxideerd 5% TMP schillen 10 26 Schillen (1) geoxideerd 5% TMP schillen 10 5 27 Schillen (1) geoxideerd 5% Ac schillen 10 28 Schillen (1) geoxideerd 5% Ac schillen 10 5 29 Termamyl schillen geoxideerd 5% TMP schillen 10 30 Termamyl schillen geoxideerd 5% TMP schillen 10 5 1021978· I 20 Η 31 Termamyl schillen geoxideerd 5% Ac schillen 10 Η 32 Termamyl schillen geoxideerd 5% Ac schillen 10 5 I 33 Schillen (2) gedroogd 5% TMP schillen I 34 Schillen (2) gedroogd 5% TMP schillen 5 35 Schillen (2) gedroogd 5% Ac schillen I 36 Schillen (2) gedroogd 5% Ac schillen 5 I 37 Schillen na Termamyl 5% TMP schillen I 38 Schillen na Termamyl 5% TMP schillen 5 39 Schillen na Termamyl 5% Ac schillen 40 Schillen na Termamyl 5% Ac schillen 5 I 41 Schillen (1) geoxideerd 5% TMP schillen I 42 Schillen (1) geoxideerd 5% TMP schillen 5 43 Schillen (1) geoxideerd 5% Ac schillen 44 Schillen (1) geoxideerd 5% Ac schillen 5 45 Termamyl schillen geoxideerd 5% TMP schillen 46 Termamyl schillen geoxideerd 5% TMP schillen - 5 47 Termamyl schillen geoxideerd 5% Ac schillen 48 Termamyl schillen geoxideerd 5% Ac schillen - 5 I 49 Schillen (2) gedroogd 50 Schillen na Termamyl H 51 Schillen (1) geoxideerd 52 Termamyl schillen geoxideerd I 53 50% schillen (2) 50% schil (1) 5% TMP schillen 10 5 geoxideerd I 54 50% schillen (2) 50% schil (1) 5% Ac schillen 10 5 geoxideerd H Deze afdeklagen zijn gedurende drie weken bij kamertemperatuur H in de open lucht gevolgd op krimp, uitdroging, waterdoorlatendheid en schimmelgroei. Tevens wordt gerst als “onkruid” meegenomen in de test 5 zoals hieronder beschreven.
Dit voorbeeld is maatgevend voor alle geformuleerde lagen zoals beschreven in Tabel 4. Gekweekte gerstplantjes worden afgedekt met een 21 laag van partieel geoxideerde schillen waaraan 20 % lignosulfaat toegevoegd is. Een blanco experiment is uitgevoerd met gerstkorrel in de grond zonder afdeklaag. Na een aantal weken blijkt dat de afdeklaag geen invloed heeft op de groei van de gerstplatjes. Beide (blanco als plantjes met afdeklaag) 5 groeien goed.
Hiernaast is onkruid in de grond gestopt en een afdeklaag van partieel geoxideerde schillen/lignosulfaat is er overheen gelegd. Op de afdeklaag zijn weer onkruidzaadjes gelegd. Vervolgens wordt gedurende drie weken elke twee dagen water gegeven. De zaadjes op de afdeklaag 10 kiemen niet en de afdeklaag schimmelt niet en er groeit geen onkruid door de afdeklaag heen.
1021978« Η I 22 I Uit de resultaten kunnen een aantal conclusies getrokken worden: I · Alle geformuleerde lagen laten geen onkruidgroei toe (zowel onkruid gezaaid voordat de laag wordt opgebracht als onkruid gezaaid nadat de I laag is gevormd).
5 · Geen van de afdeklagen laat onder de gegeven omstandigheden I schimmelvorming zien. Echter het lijkt erop dat de lagen, waarbij I plantaardige olie is toegevoegd, een beginnende vorm van I schimmelvorming laten zien. Echter, het blijkt dat deze beginnende I schimmelvorming door middel van schimmelremmers ondervangen kan I 10 worden. De afdeklagen, waarbij TMP schillen als toevoeging zijn I gebruikt, drogen het snelst (ongeveer 1 week) en vertonen de meeste krimp.
I · De afdeklagen, gemaakt van geoxideerde schillen, blijken het langst I vochtig te blijven en vertonen daardoor weinig krimp.
I 15 · Alle lagen zijn lucht en water doorlatend.
· De lagen, waar geacetyleerde schillen zijn toegevoegd, zitten qua I droogsnelheid tussen de afdeklagen met TMP schillen als toevoeging en lagen met geoxideerde schillen in. Deze lagen vertonen minder krimp dan de lagen waar TMP aan is toegevoegd.
20 · Wanneer de lagen niet uitdrogen zullen de lagen niet tot nauwelijks krimpen.
· Lagen, die 10% lignosulfonaat als toevoeging hebben, blijken minder te krimpen.
25 Formulering van een vijftal afdeklagen voor een studie in de containerteelt H Op basis van deze waarnemingen zijn een vijftal formuleringen uitgekozen voor een veldproef in de containerteelt, namelijk: Η 1) Blanco bestaande uit gedroogde schillen met 10% lignosulfonaat als 30 toevoeging.
23 2) Gedroogde schillen met een toevoeging van 5% TMP schillen en 10% lignosulfonaat.
3) Gedroogde schillen met een toevoeging van 5% geacetyleerde schillen en 10% lignosulfonaat 5 4) Geoxideerde schillen met 10% lignosulfonaat 5) Geoxideerde schillen 50% met 50% gedroogde schillen met 10% lignosulfonaat als toevoeging.
Van elk van de vijf formuleringen is 1 kilo gemaakt. De veldproef is 10 uitgevoerd op stekjes, die zo’n twee cm boven de aarde uit steken en waar de afdeklaag overeen is uitgestrooid. De hoeveelheid afdeklaag per m2 was minder dan 1 kilo. Vervolgens zijn de stekjes via verneveling bevochtigd waarna plastic over de plantjes wordt gespannen. Hierdoor blijft de vochtigheid hoog met als doel de groei van wortels maximaal te bevorderen. 15 De temperatuur in de kas ligt tussen de 2°C en 7°C.
Na een aantal weken blijkt dat alleen laag nummer 4 niet te schimmelen. Lagen waar nog natief zetmeel in zit schimmelen wel. Voor deze toepassing is het aan te raden om vooraf schimmelremmers in te mengen.
20 Wanneer de zetmeelfractie volledig is gemodificeerd blijkt de schimmelgroei niet op te treden.
Uit de veldproef worden de volgende conclusies getrokken; • bij het gebruik van een gedroogde schilfractie zal bij voorkeur een schimmelremmer worden toegepast 25 · bij voorkeur wordt de zetmeelfractie volledig verwijderd uit de schilfractie, zodat schimmelgroei niet kan optreden • de zetmeelfractie kan gemodificeerd worden (bijvoorbeeld geoxideerd) om schimmelgroei tegen te gaan 1021978* I 24 I Optioneel wordt nog vermeld dat bijvoorbeeld het inmengen van I groeistoffen of meststoffen (mineralen en andere voedingsstoffen) extra waarde zal toevoegen aan de afdeklaag.
I in?iQ7aü 25
Tabel 1 Overzicht van schimmelremmers (actieve component en product naam) active component product naam azoxystrobin Quadris
copper Champ DP
copper Champ Formula 2, Flowable
copper Kocide 2000, DF
copper Kocide 4.5 LF
mancozeb Dithane DF Rainshield NT
mancozeb Dithane F-45
mancozeb Manex II
mancozeb Manzate 75 DF
mancozeb Penncozeb 75 DF
mancozeb Penncozeb 80 WP
mancozeb + copper ManKocide
propiconazole PropiMax EC
propiconazole Tilt tebuconazole (section 18) Folicur 3.6 F (section 18) azoxystrobin Quadris
vinclozolin Ronilan EG
chlorothalonil Bravo Ultrex chlorothalonil Echo 720
chlorothalonil Equus DF
azoxystrobin Quadris propiconazole Tilt
vinclozolin Ronilan EG
chlorothalonil Bravo Ultrex chlorothalonil Bravo Weatherstick chlorothalonil Echo 720
chlorothalonil Echo ZN
chlorothalonil Equus DF
copper Basicop WP
1021978· I 26 Η
Η copper Champ DP
I copper Champ Formula 2, Flowable
copper Kocide 2000, DF
copper Kocide 4.5 LF
H iprodione Rovral 4F
maneb Maneb 75 DF
maneb Maneb 80 maneb Manex H sulfur Microthiol I sulfur Thiolux thiophanate-methyl T-methyl
thiophanate-methyl Topsin M WSB
sulfur Kumulus DF
H sulfur Micro Sulf H sulfur Thiolux
^R copper Champ DP
copper Champ Formula 2, Flowable
copper Kocide 2000, DF
copper Kocide 4.5 LF
^R mancozeb Dithane DF Rainshield NT
^R mancozeb Dithane F-45
H mancozeb Manex II
mancozeb Manzate 75 DF
^R mancozeb Penncozeb 75 DF
^R mancozeb Penncozeb 80 WP
^R mancozeb + copper ManKocide
^R propiconazole PropiMax EC
IR propiconazole Tilt ^R azoxystrobin Quadris chlorothalonil Bravo Ultrex chlorothalonil Bravo Weatherstick
H chlorothalonil Bravo ZN
chlorothalonil Echo 720 I 1021978· 27
chlorothalonil Echo ZN
chlorothalonil Equus DF
copper Basicop WP
copper Champ DP
copper Champ Formula 2, Flowable
copper Kodde 2000, DF
copper Kodde 4.5 LF
cymoxanil Curzate 60 DF
dimethomorph Acrobat 50 WP
fluazinam Omega 500 F
iprodione Rovral 4F
mancozeb Dithane DF Rainshleld NT
mancozeb Dithane F-45
mancozeb Manex II
mancozeb Manzate 75 DF
mancozeb Penncozeb 75 DF
mancozeb Penncozeb 80 WP
mancozeb + zoxamide Gavel 75 DF
maneb Maneb 75 DF
maneb Maneb 80 maneb Manex mefenoxam + chlorothalonil Flouronil
mefenoxam + chlorothalonil Ridomil Gold/Bravo WP
mefenoxam + copper hydroxide Ridomil Gold/Copper
mefenoxam + mancozeb Ridomil Gold MZ
metiram Polyram 80 DF
propamocarb Previcur trifloxystrobin Gem triphenyltin hydroxide Agri Tin
triphenyltin hydroxide Super Tin 80 WP
mancozeb Dithane DF Rainshield NT
mancozeb Dithane F-45
mancozeb Manex II
1021978* Η I 28
Η mancozeb Manzate 75 DF
H mancozeb Penncozeb 75 DF
mancozeb Penncozeb 80 WP
H propiconazole PropiMax EC
propiconazole Tilt H chlorothalonil Bravo Ultrex chlorothalonil Bravo Weatherstick B chlorothalonil Echo 720
B chlorothalonil Equus DF
B thiophanate-methyl T-methyl
B thiophanate-methyl Topsin M 70 WSB
H azoxystrobin Quadris
copper Basicop WP
copper Champ DP
B copper Champ Formula 2, Flowable
copper Kocide 2000, DF
copper Kocide 4.5 LF
mancozeb Dithane DF Rainshield NT
mancozeb Dithane F-45
^R mancozeb Manex II
mancozeb Manzate 75 DF
mancozeb Penncozeb 75 DF
mancozeb Penncozeb 80 WP
^R mancozeb + copper ManKocide
maneb Maneb 75 DF
maneb Maneb 80 maneb Manex sulfur Micro Sulf sulfur Microthiol sulfur Thiolux tetraconazole (section 18) Eminent 125 SL (section 18) thiophanate-methyl T-methyl
thiophanate-methyl Topsin M WSB
I 102197ft· 29 trifloxystrobin , Gem triphenyltin hydroxide Agri Tin
triphenyltin hydroxide Super Tin 80 WP
tebuconazole (section 18) Folicur 3.6 F (section 18) azoxystrobin Quadris
copper Champ DP
copper Champ Formula 2, Flowable
copper Kocide 2000, DF
copper Kocide 4.5 LF
mancozeb Dithane DF Rainshield NT
mancozeb Dithane F-45
mancozeb Manex II
mancozeb Manzate 75 DF
mancozeb Penncozeb 75 DF
mancozeb Penncozeb 80 WP
mancozeb + copper ManKocide
propiconazole PropiMax EC
propiconazole Tilt tebuconazole (section 18) Folicur 3.6 F (section 18) trifloxystrobin + propiconazole Stratego 1021978· I 30
Tabel 2 Overzicht van herbiciden (actieve componenten en productsnamen)
2,4-D
I 2, 4 - DB
I AATREX . atrazine ACCENT nicosulfuron ACCLAIM fenoxaprop I ACCORD glyphosate H ALLY metsulfuron ARSENAL imazquin I ASSURE II quizalofop ATRAZ1NES atrazine RATTAN benefin BANVEL dicamba BARRICADE prodiamine H BASAGRAN bentazon H BEACON primisulfuron I BENSULIDE bensulide BETAS AN bensulide BLADEX cyanazine BLAZER acifluorfen BUCTRIL bromoxynil CASORON dichlobenil CHOPPER imazapyr CLARITY dicamba CLASSIC chlonmuron 1H91Q70· , > 31 COBRA lactofen
DACTHAL DCPA
DEVRINOL napropamide
(dichlorprop) 2, 4-DP
DIMENSION dithiopyr DIQUAT diquat DUAL metolachlor DUAL II metolachlor
EPTAM EPTC
ENDURANCE 1 prodiamine
ERAD1CANE EPTC
EXPRESS tribenuron FINALE glufosinate FRONTIER dimethenamid
FUSILADE 2000 fluazifop-P
FUSILADE DX fluazifop-P
GARLON triclopyr GOAL : oxyfluorfen GLEAN chlorsulfuron GRAMOXONE : paraquat HARMONY thifensulfuron HARNESS acetochlor HORIZON fenoxaprop HYVAR bromacil IGNITE glufosinate KARMEX diuron 102t978f I 32 H KERB pronamide I LASSO . alachlor LENTAGRAN pyridate I LEXONE j i metribuzin I LIBERTY glufosinate I LIMEX linuron I LONTREL clopyralid LOROX linuron MANAGE halosulfuron
(mecoprop) : MGPP/MCPA
I MICRO-TECH alachlor OPTION fenoxaprop OUST sulfometuron I PARTNER alachlor PENDULUM pendimethalin PENTAGON pendimethalin PERMIT halosulfuron PINNACLE thifensulfuron POAST sethoxydim POAST PLUS sethoxydim PRAMITOL prometon PREFAR bensulide PROWL pendimethalin PR1NCEP simazine PURSUIT imazethapyr RAMROD propachlor I 1011978* 33 REFLEX fomesafen RELY glufosinate REWARD diquat RODEO glyphosate RO-NEET cycloate ROUNDUP ULTRA : glyphosate SCEPTER imazquin SELECT clethodim SENCOR metribuzin SINBAR terbacil SONALAN ethalfluralin SPIKE tebuthiuron STARANE fluroxypyr STINGER clopyralid STOMP pendimethalin SURFLAN oryzalin SURPASS acetochlor SUTAN + butylate TELAR chlorsulfuron TILLAM pebulate TORDON picloram TOUCHDOWN sulfosate TREFELAN trifluralin TOPNOTCH acetochlor TOUGH pyridate TUPERSSAN siduron ’021978# I 34 I TURFLON triclopyr I VANQUISH dicamba VELPAR hexazinone I VETERAN dicamba WHIP fenoxaprop I 1021978« 35
Tabel 3 Overzicht van pesticiden
• 1.2-DICHLOROPROPANE
• 1 -NAPHTHA! .ENEACET AMIDE
5 · 1 -NAPHTHYLACETIC ACID
• 2.4.5-T ACID
. 2.4.5-T AMINE SALTS
• 2.4.5-T ESTERS . 2.4-D-ACID
10 · 2.4-DB BUTOXVETHYL ESTERS
. 2.4-DB DIMETHYLAMINE
. ABAMECTIN . ACEPHATE
. ACIFLUORFEN SODIUM SALT 15 · ACROLEIN
. ALACHLOR . ALDICARB . ALDOXYCARB . ALDRIN
20 · AMETRYN
• AMINOCARB . AMITRAZ
. AMITROLE . ANCYMIDOL 25 · ANILAZINE
• ARSENIC ACID
• AST Π iAM.SODIUM
. ATRAZINE
. AZIMSULFURON
30 · AZINPHOS-ME
. BARBAN
. BENALAXYL
. BENDIOCARB
. BENEFIN
35 · BENODANIL
. BENOMYL
. BENSULFURON ME
. BENSULIDE
. BENTAZON SODIUM SALT 40 · BIFENOX
. BTFENTHRIN
. BROMACIL
. BROMOXYNIL BUTYRATE
1021978* I 36
I . RROMOXYNIL OCTANOATE
I . rittachlor
. BUTYLATE
. CAPTAFOL
I 5 · CAPTAN
I . CARBARYL
I . CARBENDAZIM
I . CARROFURAN
I · CARBON DISULFIDE
H 10 · CARBOPHENOTHION
I . CARBOXIN
. CDAA
I . CHI .ORAMBEN
. Γ,ΗΤ .ORBROMURON
15 · CHLORDANE
I . CHT iORDIMEFORM
I . Γ.ΗΤ .ORDIMEFORM HC1
I * CIHT .ORETHOXYFOS
I . CHT .ORFENAC SODIUM SALT
I 20 · CHT iORIDAZON
. CHT^ORIMURON et
I . CHT X)ROBENZILATE
. CHTORONEB
. CHT .OROPICRIN
I 25 · CHT iOROTHALONIL
. CHT .OROXURON
* CHT .ORPROPHAM
. CHTORPYRIFOS
I · CHLORPYRIFOS-METHYL
H 30 . CHT .ORSULFURON
. CHT ,07.01 AN ATE
. CTNMETHYL1N
. CLOFENTEZINE
. CT.OMAZONE
35 · CLOPYRALID
. CRYOLITE
. CYANAZINE
. CYCLOATE
. CYELUTHRIN
40 · CYH AT .OTHRIN
. CYHEXATIN
. CYMOXANIL
. CYPF.RMETHRIN
. CVROMAZINE
I 1021978« 37
. DAI,ΑΡΟΝ SODIUM SALT . DAMINOZIDE . DAZOMET . DBCP
5 · DONA DICLORAN
. DCPA CHLORTHAL-DIMETHYL
• DDD . DDE
• DDT
10 · DEMETON
. DESMEDIPHAM . DI-ALLATE . DIAZINON . DICAMBA
15 · niCHLOBENIL
. DICHLONE . DICHLORMID . DICHLOROPROPENE . DICHLORPROP 20 . DICHLORVOS
. DTCLOFOP-ME . DICOFOL . DICROTOPHOS . DIELDRIN
25 · DIENOCHLOR
. DTETHATYL-ET . DIFENZOQTI AT ME-SULFATE . DIFLUBENZURON . DIMETHIPIN 30 · DIMETHIRIMOL
. DIMETHOATE . DTMETHYLARSINIC ACID . DINITRAMINE . DINOCAP 35 · DINOSEB
. DIOXACARB . DIPROPETRYN
. DTQUAT DIBROMIDE . DISULFOTON 40 · DIURON
• DNOC
. DODINE ACETATE SALT . DSMA
. ENDOSULFAN
1021978· 38
• ENDOTHALL
• ENDRIN . EPN
. EPTC
5 · ESFENVAI iERATE
• ETHALFLURALIN
• ETHAMETSULFURON METHYL
• ETHEPHON
• ETHOFUMESATE
10 · ETHOPROP
• ETHYLENE DIBROMIDE
• ETRIDIAZOLE
. FENAMINOSULF
• FENAMIPHOS
15 · FENARIMOL
• FENBUTATIN OXIDE . FENFURAM
• FENITROTHION . FENOPROP
20 · FENOXAPROP-ET
. FENOXYCARB
• FENPROPATHRIN
• FENSULFOTHION
• FENTHION
25 · FENURON
• FENVALERATE . FERBAM
• FLUAZIFOP-BUTYL
• FLUAZIFOP-P-BUTYL
30 . FLUCHLORALIN
• FLUCYTHRINATE . FLUMETRALIN
• FLUMETSULAM . FLUOMETURON
35 · FLUPYRSULFURON METHYL
. FLURIDONE
• FLUSILAZOLE . FOMESAFEN
• FONOFOS
40 · FORMETANATE HCl
• FOSAMINE AMMONIUM
• FOSETYL ALUMINUM
. GLUFOSINATE-AMMONIUM . GLYPHOSATE
1021978É • « 39
. HALOXYFOP-METHYL . HEPTACHLOR . HEXACHLOROBENZENE . HEXAZINONE 5 · HYDRAMETHYLNON
. IMAZALIL
. IMAZAMETHABENZ-ME P-ISOMER . IMAZAPYR ACID . IMAZAPYR ISOPROPYLAMINE SALT 10 · TM AZAQUIN-ACID
. IMAZAQUIN AMMONIUM . IMAZETHAPYR . IPRODIONE . ISAZOFOS
15 · ISOFENPHOS
. ISOPROPALIN
• ISOXABEN
• LACTOFEN . LENACIL
20 · LINDANE
. LINURON . MALATHION . MALEIC HYDRAZIDE ACID
• MALEIC HYDRAZIDE K SALT
25 · MANCOZEB
. MANEB
• MCPA . MCPB
. MECOPROP 30 · MEFLUIDIDE
• MEPIQUAT CHLORIDE . METALAXYL
. MET ALDEHYDE . METHAM SODIUM 35 · METHAMIDOPHOS
• METH AZOLE
. METHIOCARB . METHOMYL
. METHOXYCHLOR 40 · METHYL BROMIDE
. METHYL ISOTHIOCYANATE . METHYL PARATHION . METIRAM
. METOLACHLOR
1021978· I 40
· METRIBUZIN
I . METSULFURON ME
I . MEVINPHOS
· MEXACARBATE
5 . MIREX
· MOLINATE
I · MONOCROTOPHOS
I · MONOIJNURON
I . MONURON
10 · MSMA
I . MYCLOBUTANIL
I · NALED
. NAPHTHALENE
I . NAPROPAMIDE
I 15 · N APT AT AM SODIUM SALT
I · NEBURON
I · NICOSULFURON
. NITRAPYRIN
I . NITROFEN
I 20 · NORFLURAZON
I · ORYZALIN
I · OXADIAZON
. OXAMYL
I . OXYCARBOXIN
I 25 . OXYDEMETON-ME
I . OXYFLU ORFEN
I · PACT ,OBI JTRAZOL
. PARAQUAT DICHLORIDE
I · PARATHION
I 30 · PEBULATE
I . PENDTMETHALIN
I . PENTACHLOROPHENOL
. PERFLUIDONE
I . PERIMIPHOS-ETHYL
I 35 · PERMETHRIN
I . PHENMEDIPHAM
I . PHENTHOATE
I . PHORATE
· PHOSALONE
I 40 . PHOSMET
I . PHOBPHAMIDON
. PICLORAM
I . PIPERALIN
I . PIRIMICARB
I 1021978· 41
• PIRIMIPHOS-ETHYL
. PRIMISULFURON-METHYL . PROCHLORAZ
• PROCYMIDONE
5 · PRODIAMINE
. PROFENOFOS . PROFLURALIN . PROMECARB . PROMETON 10 · PROMETRYN
. PROPACHLOR . PROPAMOCARB HCL . PROPANIL
• PROPARGITE
15 · PROPAZINE
. PROPHAM . PROPICONAZOLE . PROPOXUR . PROPYZAMIDE 20 · PYRETHRINS
. PYRITHIOBAC SODIUM
• QUINOMETHIONATE . QUINTOZENE
. QUIZALOFOP-ET 25 · RESMETHRIN
• RTMSIJLFURON . ROTENONE
. SECBUMETON . SETHOXYDIM 30 * SIDURON
. SIMAZINE
• SIMETRYN
. SODIUM CHLORATE . SULFOMETURON-ME 35 · SULPROFOS
. TAIJ-FLUVALINATE . TCA-SODIUM
. TEBUTHIURON . TEMEPHOS 40 · TERBACIL
. TERBUFOS
. TERBUTRYN
. TETRACHLORVINPHOS
. THIABENDAZOLE
1021978* I 42
I · THIDIAZURON
I . THTFENSULFURON ME
I . THTOBENCARB
I . THIOCYCLAM-HYDROGEN OXIDE
I 5 · THIODICARB
I . THT OPH AN ATE-ME
. THIRAM
I . TOLCLOFOS-METHYL
I . TOXAPHENE
I 10 · TRAT iOMETHRIN
I . TRIADIMEFON
I . TRTADIMENOL
I . TRTALLATE
I . TRI ASULFURON
I 15 · TRTBENIIRON-ME
I . TRIBUFOS
I . TRICHLORFON
I · TRICHLORONAT
. TRICLOPYR
20 · TRTCY CLAZOLE
. TRTDTPHANE
I . TRIFLUMIZOLE
I . TRIFLURALIN
I . TRIFLUSUI.fi IRON METHYL
I 25 · TRIFORINE
I . TRTMETHACARB
I · VTNCLOZOLIN
I · ZINEB
I . ZIRAM
I 30 I ΊΌ21978* < ‘ ' 43
REFERENTIES
EP O 143 913 A2; Material zur Wachstumförderung, Verfahren zur Herstellung eines derartigen Materials und Verwendung von Materialien 5 dieser Art (publicatiedatum 10-06-1985) US 5,077,935; Mulch cover (publicatiedatum 07-01-1992) WO 96/09355; Covering material for agricultural and horticultural soil 10 (publicatiedatum 28-03-1996) EP 0 898 881 Al; Ground covering materials and applications thereof (publicatiedatum 03-03-1999) 15 WO 00/22916; Agent for covering a soil surface (publicatiedatum 27-04-2000) 1021978·

Claims (15)

  1. 2. Een bodembedekker volgens conclusie 1, met het kenmerk dat deze een kurkfractie van aardappelstoomschillen of een gedeelte, afgeleide of 5 analoog daarvan omvat.
  2. 3. Een bodembedekker volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de aardappelstoomschillen of de kurkfractie van de aardappelstoomschillen tenminste ten dele gedroogd zijn.
  3. 4. Een bodembedekker volgens één der conclusies 1-3, met het I 10 kenmerk dat de aardappelstoomschillen of de kurkfractie van de I aardappelstoomschillen tenminste ten dele een chemische modificatie I ondergaan hebben.
  4. 5. Een bodembedekker volgens conclusie 4, met het kenmerk dat I zetmeel een chemische modificatie ondergaan heeft.
  5. 6. Een bodembedekker volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk dat I de chemische modificatie tenminste partiële oxidatie is.
  6. 7. Een bodembedekker volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk dat deze tevens tenminste één additief omvat.
  7. 8. Een bodembedekker volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het 20 additief een olie is.
  8. 9. Een bodembedekker volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk dat het additief een schimmelremmer is.
  9. 10. Een bodembedekker volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de schimmelremmer een lignine of een ligninederivaat is. I 25 11. Een bodembedekker volgens één der conclusies 7-10, met het I kenmerk dat het additief een herbicide is.
  10. 12. Een bodembedekker volgens één der conclusies 7-11, met het kenmerk dat het additief een voedingssupplement is.
  11. 13. Een werkwijze voor het tegengaan van onkruidgroei door het toepassen van een bodembedekker, met het kenmerk dat een 5 bodembedekker volgens één der conclusies 1-13 wordt toegepast.
  12. 14. Een werkwijze voor het tegengaan van onkruidgroei door het toepassen van een bodembedekker volgens conclusie 13, met het kenmerk dat de bodembedekker in droge toestand wordt op gebracht en vervolgens wordt bevochtigd.
  13. 15. Een werkwijze voor het verminderen van krimp van een bodembedekker omvattende aardappelstoomschillen of een kurkfractie van aardappelstoomschillen, met het kenmerk dat de bodembedekker geoxideerde schillen omvat.
  14. 16. Gebruik van aardappelstoomschillen voor het tegengaan van 15 onkruidgroei.
  15. 17. Gebruik van een kurkfractie van aardappelstoomschillen voor het tegengaan van onkruidgroei. 20 1021978·
NL1021978A 2002-11-22 2002-11-22 Afdeklagen om onkruidgroei tegen te gaan. NL1021978C2 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021978A NL1021978C2 (nl) 2002-11-22 2002-11-22 Afdeklagen om onkruidgroei tegen te gaan.
EP03776067A EP1562415B1 (en) 2002-11-22 2003-11-18 Cover layers to prevent weed growth
DE60329519T DE60329519D1 (de) 2002-11-22 2003-11-18 Bedeckungslager zur vorbeugung des unkrautwuchses
PCT/NL2003/000807 WO2004047520A1 (en) 2002-11-22 2003-11-18 Cover layers to prevent weed growth
AT03776067T ATE443988T1 (de) 2002-11-22 2003-11-18 Bedeckungslager zur vorbeugung des unkrautwuchses
US10/535,968 US7597753B2 (en) 2002-11-22 2003-11-18 Cover layers to prevent weed growth
AU2003284829A AU2003284829A1 (en) 2002-11-22 2003-11-18 Cover layers to prevent weed growth
US12/548,647 US7805883B2 (en) 2002-11-22 2009-08-27 Cover layers to prevent weed growth

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021978 2002-11-22
NL1021978A NL1021978C2 (nl) 2002-11-22 2002-11-22 Afdeklagen om onkruidgroei tegen te gaan.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1021978C2 true NL1021978C2 (nl) 2004-05-26

Family

ID=32389637

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1021978A NL1021978C2 (nl) 2002-11-22 2002-11-22 Afdeklagen om onkruidgroei tegen te gaan.

Country Status (7)

Country Link
US (2) US7597753B2 (nl)
EP (1) EP1562415B1 (nl)
AT (1) ATE443988T1 (nl)
AU (1) AU2003284829A1 (nl)
DE (1) DE60329519D1 (nl)
NL (1) NL1021978C2 (nl)
WO (1) WO2004047520A1 (nl)

Families Citing this family (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
RU2508317C1 (ru) * 2012-12-21 2014-02-27 Юрий Васильевич Захаров Состав мульчирующего покрытия (варианты)
RU2496824C1 (ru) * 2012-12-25 2013-10-27 Юрий Васильевич Захаров Состав мульчирующего покрытия (варианты)
RU2500763C1 (ru) * 2012-12-25 2013-12-10 Юрий Васильевич Захаров Состав мульчирующего покрытия (варианты)
RU2496833C1 (ru) * 2012-12-25 2013-10-27 Юрий Васильевич Захаров Состав мульчирующего покрытия (варианты)
RU2508339C1 (ru) * 2012-12-25 2014-02-27 Юрий Васильевич Захаров Состав мульчирующего покрытия (варианты)
RU2508331C1 (ru) * 2012-12-25 2014-02-27 Юрий Васильевич Захаров Состав мульчирующего покрытия (варианты)
RU2496835C1 (ru) * 2012-12-25 2013-10-27 Юрий Васильевич Захаров Состав мульчирующего покрытия (варианты)
RU2509131C1 (ru) * 2012-12-25 2014-03-10 Юрий Васильевич Захаров Состав мульчирующего покрытия (варианты)
RU2509132C1 (ru) * 2012-12-25 2014-03-10 Юрий Васильевич Захаров Состав мульчирующего покрытия (варианты)
RU2500764C1 (ru) * 2012-12-25 2013-12-10 Юрий Васильевич Захаров Состав мульчирующего покрытия (варианты)
RU2500739C1 (ru) * 2012-12-25 2013-12-10 Юрий Васильевич Захаров Состав мульчирующего покрытия (варианты)
RU2508338C1 (ru) * 2012-12-25 2014-02-27 Юрий Васильевич Захаров Состав мульчирующего покрытия (варианты)
RU2509107C1 (ru) * 2012-12-25 2014-03-10 Юрий Васильевич Захаров Состав мульчирующего покрытия (варианты)
RU2509129C1 (ru) * 2012-12-25 2014-03-10 Юрий Васильевич Захаров Состав мульчирующего покрытия (варианты)
ES2399135B1 (es) * 2013-02-18 2014-01-28 Sphere Group Spain S.L. Acolchado biodegradable para aplicaciones agrícolas
WO2019006167A2 (en) * 2017-06-30 2019-01-03 Pande Harshad SELECTIVE MULCH WITH LIGHT
CN109181701B (zh) * 2018-09-29 2020-08-04 江西省农业科学院土壤肥料与资源环境研究所 一种土壤改良剂及其制备方法
WO2020070178A1 (en) 2018-10-03 2020-04-09 Norner Verdandi As Composition
CN111004059A (zh) * 2019-12-31 2020-04-14 连云港市赣榆区蔬菜技术指导站 一种果园用多功能盖草板的制造与除草施肥方法

Citations (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE700077C (de) * 1937-04-21 1940-12-12 Josef Stork Abdeckplatte nach Art eines Geflechts oder Gewebes zum Belegen des Bodens zwecks Foerderung des Pflanzenwuchses
CA1084290A (en) * 1976-10-19 1980-08-26 Henry G. Lloyd Mulch material produced from vegetable fibers
EP0143913A2 (de) 1983-09-20 1985-06-12 Folab i katrineholm AB Material zur Wachstumsförderung, Verfahren zur Herstellung eines derartigen Materials und Verwendung von Materialien dieser Art
JPH01172292A (ja) * 1987-09-25 1989-07-07 Toraji Tagata 植物生育促進剤の製造方法
SU1541234A1 (ru) * 1987-11-02 1990-02-07 А.В.Кулик Способ создани защитного покрыти
US5077935A (en) 1988-10-14 1992-01-07 Mst Draenbedarf Gmbh Mulch cover
WO1996009355A1 (en) 1994-09-22 1996-03-28 Bastiaansen Antonius Johannes Covering material for agricultural and horticultural soil
EP0898881A1 (en) 1997-08-15 1999-03-03 Mels Elbert Doesburg Ground covering materials and applications thereof
WO2000022916A1 (en) 1998-10-21 2000-04-27 Lac Holding B.V. Agent for covering a soil surface
WO2000058085A1 (en) * 1999-03-31 2000-10-05 Penford Corporation Packaging and structural materials comprising potato peel waste
EP1066751A2 (de) * 1999-05-12 2001-01-10 Thomas Schmidmeier Verfahren und Vorrichtung zum gezielten Ausbringen von Rindenmulch

Patent Citations (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE700077C (de) * 1937-04-21 1940-12-12 Josef Stork Abdeckplatte nach Art eines Geflechts oder Gewebes zum Belegen des Bodens zwecks Foerderung des Pflanzenwuchses
CA1084290A (en) * 1976-10-19 1980-08-26 Henry G. Lloyd Mulch material produced from vegetable fibers
EP0143913A2 (de) 1983-09-20 1985-06-12 Folab i katrineholm AB Material zur Wachstumsförderung, Verfahren zur Herstellung eines derartigen Materials und Verwendung von Materialien dieser Art
JPH01172292A (ja) * 1987-09-25 1989-07-07 Toraji Tagata 植物生育促進剤の製造方法
SU1541234A1 (ru) * 1987-11-02 1990-02-07 А.В.Кулик Способ создани защитного покрыти
US5077935A (en) 1988-10-14 1992-01-07 Mst Draenbedarf Gmbh Mulch cover
WO1996009355A1 (en) 1994-09-22 1996-03-28 Bastiaansen Antonius Johannes Covering material for agricultural and horticultural soil
EP0898881A1 (en) 1997-08-15 1999-03-03 Mels Elbert Doesburg Ground covering materials and applications thereof
WO2000022916A1 (en) 1998-10-21 2000-04-27 Lac Holding B.V. Agent for covering a soil surface
WO2000058085A1 (en) * 1999-03-31 2000-10-05 Penford Corporation Packaging and structural materials comprising potato peel waste
EP1066751A2 (de) * 1999-05-12 2001-01-10 Thomas Schmidmeier Verfahren und Vorrichtung zum gezielten Ausbringen von Rindenmulch

Non-Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
DATABASE WPI Section Ch Week 198039, Derwent World Patents Index; Class C03, AN 1980-67798C, XP002249623 *
DATABASE WPI Section Ch Week 198933, Derwent World Patents Index; Class C03, AN 1989-237672, XP002249624 *
DATABASE WPI Section Ch Week 199034, Derwent World Patents Index; Class A97, AN 1990-259219, XP002249622 *

Also Published As

Publication number Publication date
DE60329519D1 (de) 2009-11-12
US7805883B2 (en) 2010-10-05
EP1562415A1 (en) 2005-08-17
AU2003284829A1 (en) 2004-06-18
ATE443988T1 (de) 2009-10-15
US20050279019A1 (en) 2005-12-22
US7597753B2 (en) 2009-10-06
EP1562415B1 (en) 2009-09-30
WO2004047520A1 (en) 2004-06-10
US20100056461A1 (en) 2010-03-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7805883B2 (en) Cover layers to prevent weed growth
US5741521A (en) Biodegradable controlled release amylaceous material matrix
CA2644354C (en) Plant support formulation, vehicle for the delivery and translocation of phytologically beneficial substances and compositions containing same
KR101278634B1 (ko) 생체활성 성장 촉진 첨가제를 포함하는 고흡수 중합체 생성물 및 이의 형성 방법
US20080280760A1 (en) Composite Growth Media for Plant Propagation
US20100093535A1 (en) Planting mix compositions and methods
Sarkar et al. Agriculture: Polymers in crop production mulch and fertilizer
KR102326756B1 (ko) 축분을 이용한 생분해성 멀칭필름 및 그 제조방법
EP1908741A2 (de) Kultursubstrat aus organischen, faserigen Material
Merino et al. Biodegradable and active mulch films: hydrolyzed lemon peel waste and low methoxyl pectin blends with incorporated biochar and neem essential oil
Paudel et al. Properties of paper-based biodegradable pots for growing seedlings
CN104797135A (zh) 种子包衣组合物
Merino et al. Performance of bio-based polymeric agricultural mulch films
Santagata et al. Biodegradable spray mulching and nursery pots: New frontiers for research
Dingley et al. Application of superabsorbent natural polymers in agriculture
RU2737425C1 (ru) Мульчирующая биоразлагаемая полимерная пленка и способ ее получения (варианты)
US20230159667A1 (en) Biocompatible carrier formulation for applications in plant protection and plant growth stimulation or in cosmetics and personal care on the basis of modified starch
JP2013155116A (ja) 腹足類に属する軟体動物忌避シート
CH548152A (de) Mulchmaterial, insbesondere fuer die humuslose begruenung, und verwendung desselben.
EP2500371B1 (en) Biocomposite fertiliser materials
Pugalendhi et al. Off season production of annual Moringa (Moringa oliefera Lam.) cv. PKM 1 through canopy management and chemical manipulation practices
US20240180150A1 (en) Green Closed Loop Bio-waste Refining Process For Producing Smart Active Extracts and Delivery Systems for Their Application
EP3598891B1 (de) Mittel zur verwendung als torfersatz, zusatz zu pflanzenerde oder zur bodenverbesserung
Gloeb Weed Control Efficacy of Bio-Based Sprayable Mulch Films in Specialty Crop Systems
Johar et al. Studies on the Effect of Different Doses of Nitrogen on Quality Parameters of Wheat under Eucalyptus Based Agri-Silvi-Horticultural System

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120601