NL1021954C2 - Voet, hekwerk voorzien van een dergelijke voet alsmede gebruik van die voet. - Google Patents

Description

Voet, hekwerk voorzien van een dergelijke voet alsmede gebruik van die voet.

De uitvinding heeft betrekking op een voet voor het ondersteunen van een op te richten element, zoals een scherm of een paal, waarbij in de voet ten minste een ope-5 ning of uitsparing is aangebracht voor het daarin ontvangen van een element.

Voeten van het hierboven genoemde soort zijn bekend uit de stand van de techniek. Dergelijke voeten worden bijvoorbeeld gebruikt bij het oprichten van tijdelijke wegafzettingen met behulp van verplaatsbare hekken, of voor het oprichten van tijdelijke verkeerstekens. Om een scherm of een paal op te richten is het gebruikelijk om 10 een massief deel te gebruiken dat is voorzien van een uitsparing aan de bovenzijde. In deze uitsparing kan een onderzijde van een hekdeel of de onderzijde van een paal gestoken worden. Bekende voeten zijn massief, en vervaardigd uit een zwaar materiaal, bijvoorbeeld beton, om omvallen van het hekdeel of de paal te voorkomen. Massieve voeten hebben als nadeel dat deze relatief zwaar zijn. Het vervoeren van een dergelijke 15 voet vanaf een opslaglocatie naar een gebruikslocatie wordt bemoeilijkt door de relatief grote massa van de voet.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een voet die een relatief lage massa heeft en die op eenvoudige wijze te vervoeren is.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt doordat de voet is uitgevoerd als een in 20 hoofdzaak hol lichaam, voorzien van ten minste een opening voor het vullen van het lichaam met ballast. Het in hoofdzaak holle lichaam kan een dunwandig lichaam zijn, dat door middel van een (rotatie-)gietproces is vervaardigd. Tijdens opslag en transport van een dergelijke voet kan het gewicht van de voet laag gehouden worden omdat deze niet gevuld is met ballast. Zodra de voet op de plaats van gebruik is neergezet, wordt de 25 voet gevuld met een ballastmateriaal. Als ballastmateriaal kan bijvoorbeeld water, zand of beton gebruikt worden. Hierdoor wordt de massa van de gehele voet vergroot en en kan stabiliteit verleend worden aan een op te richten element zoals een scherm of een paal. Na gebruik van de paal of het scherm wordt de voet ontdaan van het ballastmateriaal en voor transport geschikt gemaakt door het ballastmateriaal, bijvoorbeeld zand of 30 water, uit het holle lichaam te verwijderen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de voet gekenmerkt doordat de vulopening nabij een bovenzijde daarvan is geplaatst. Door deze plaatsing van de vulopening aan een hoog punt nabij de bovenzijde, kan het in hoofdzaak holle lichaam op eenvoudige I wijze gevuld worden met ballast. Doordat de vulopening relatief klein is ten opzichte I van de voet is een afsluitdop voor het afsluiten van de vulopening niet nodig. De hoe- I veelheid water die door de vulopening verdampt is relatief klein ten opzichte van de I hoeveelheid water die zich na het vullen van de voet mat water in de voet bevindt.

I 5 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm kan de uitvinding gekenmerkt zijn I doordat deze geschikt is voor het ontvangen van een vloeistof, bij voorkeur water. De I rol van de ballast wordt in deze uitvoeringsvorm vervuld door het water. Door het holle lichaam te vullen met water wordt een relatief zwaar lichaam verkregen. Hierdoor I wordt de stabiliteit van de voet vergroot. Verder kan deze ballast bijvoorbeeld ook zand 10 omvatten. Het verzwaren van de voet met behulp van water of zand heeft als voordeel dat na gebruik het water, respectievelijk het zand, uit de voet kan worden verwijderd, zodat hergebruik van de voet mogelijk is. Tevens is het mogelijk het holle lichaam in I situ te vullen met bijvoorbeeld beton.

I In een verdere uitvoeringsvorm is de voet gekenmerkt doordat de voet een taps I 15 toelopend lijf omvat. Indien de ballast, bijvoorbeeld water of zand, uit de voet verwij- I derd dient te worden, kan de voet op een zijkant gelegd worden. Doordat het lijf van de I voet taps toelopend is gevormd, kan het ballastmateriaal op eenvoudige wijze uit het holle lichaam worden verwijderd door het lijf te kantelen. In een gekantelde toestand bevindt de vulopening zich in vrijwel de laagste stand, zodat de ballast uit zichzelf uit 20 het lijf stroomt.

In een verdere uitvoeringsvorm is de voet stapelbaar. Aan de bovenzijde van de voet kunnen uitsparingen zijn aangebracht waarin uitsteeksels aan de onderzijde van een andere voet vormsluitend kunnen aangrijpen. Door het aangrijpen van de uitsteek- seis in de uitsparingen wordt bereikt dat de voeten tijdens transport en opslag makkelijk 25 gestapeld kunnen worden, en dat voeten die gestapeld zijn niet eenvoudig van elkaar af kunnen schuiven.

In een verdere uitvoeringsvorm is de voet voorzien van handgrepen. Deze hand- grepen kunnen aangebracht zijn aan een korte zijde van de voet. Bij voorkeur zijn de handgrepen gevormd als uitsparingen uit de korte zijde van de voet. Indien de handgre- 30 pen aan beide korte zijden aangebracht zijn, kan de voet op eenvoudige wijze worden vastgepakt en verplaatst.

Bij voorkeur is de voet vervaardigd uit een kunststof, bij voorkeur LMDPE. Een kunststof voet is makkelijk te fabriceren door middel van bijvoorbeeld een rotatiegiet- 3 proces. Ook kan als materiaal een hergebruikte kunststof worden gebruikt om het milieu te ontlasten. Door de voet in kunststof uit te voeren wordt een licht product verkregen dat de gewenste eigenschappen, zoals de gewenste waterdichtheid, heeft.

In een verdere uitvoeringsvorm is de voet voorzien van meerdere openingen res-5 pectievelijk uitsparingen. Deze openingen respectievelijk uitsparingen kunnen van vorm verschillen. Het aanbrengen van verschillende soorten palen en/of hekdelen wordt dan mogelijk. Palen hebben vaak een ronde of een rechthoekige doorsnede. Door de voet te voorzien van zowel ronde als rechthoekige openingen kunnen verschillende soorten palen en/of hekwerkdelen worden ingestoken in de voet. Indien de voet meer-10 dere gelijkvormige openingen omvat, kunnen de onderzijden van twee of meer hekdelen in de voet worden verankerd, zodat meerdere hekdelen achter elkaar geplaatst kunnen worden om een afsluiting te vormen.

Bij voorkeur is de opening of uitsparing voor het daarin ontvangen van een element aan de binnenzijde daarvan voorzien van klemmiddelen. De klemmiddelen heb-15 ben als functie het element stevig in de opening of de uitsparing te houden. De klemmiddelen kunnen op conventionele wijze uitgevoerd zijn. Zo kunnen de opening en/of de uitsparing naar de onderzijde van de voet toe taps toelopend uitgevoerd zijn, zodat bij insteken van het element het element vastgeklemd wordt tegen de wand van de opening of uitsparing. De wand van de uitsparing kan zijn voorzien van ribbels in een 20 langsrichting van de opening, zodat bij het insteken van een element plaatselijk een hogere druk wordt uitgeoefend op het element.

In een verdere uitvoeringsvorm is de voet aan een lange zijde voorzien van een ruimte voor het aanbrengen van een merkteken. De ruimte voor het aanbrengen van een merkteken kan een vlakke ondergrond omvatten aan de lange zijden van een voet. 25 Doordat een dergelijke ondergrond vlak is uitgevoerd, kunnen stickers, beschriftingen en dergelijke op eenvoudige wijze worden aangebracht op die ondergrond. Het merkteken kan ook tijdens het fabricageproces aangebracht worden op de voet. Zo kunnen bijvoorbeeld de gegevens van de eigenaar van de voet op de voet worden vermeld om diefstal ervan tegen te gaan. Het is mogelijk om de merktekens, bijvoorbeeld de adres-30 gegevens van de eigenaar van de voet, tijdens het fabricageproces mee te gieten op de voorbestemde ruimte.

1021flSA

I Volgens een verder aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een I hekwerk omvattende een of meer hekelementen en een of meer op de grond te plaatsen voeten volgens de uitvinding voor het in opgerichte stand houden van de hekelementen.

I Volgens een nog verder aspect heeft de uitvinding betrekking op het gebruik van I 5 een voet volgens de uitvinding voor het opstellen van een hekwerk, waarbij men de voet met ballast vult, op de grond plaatst en een aan een hekelement voorzien pendeel I in de opening/uitsparing van de voet steekt. Het met ballast vullen kan hierbij vooraf- gaand aan het op de grond plaatsen en het in de opening/uitsparing steken van het pen- I deel plaatsvinden, voorafgaand aan het in de opening/uitsparing steken van het pendeel I 10 en na het op de grond plaatsen als ook zowel na het op de grond plaatsen als na het in de opening/uitsparing steken van het pendeel. Ditzelfde geldt bij het navolgende ge- bruik volgens een verder aspect van de uitvinding, volgens welke de uitvinding betrek- I king heeft op het gebruik van een voet volgens de uitvinding voor het oprichten van I verkeerstekens dragende palen.

I 15 Een en ander zal meer in detail worden verduidelijkt aan de hand van de bijge- voegde tekening opgenomen figuren. Hierin toont:

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een voet volgens de uitvinding; I Fig. 2 een bovenaanzicht van de voet volgens fig. 1;

Fig. 3 een zijaanzicht van een lange zijde van de voet; en 20 Fig. 4 een zijaanzicht van een korte zijde van de voet.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een voet 1 volgens de uitvinding.

De getoonde voet 1 omvat een onderzijde 6, een bovenzijde 7, twee lange zijden 8 en twee korte zijden 9. De bovenzijde 7 van de voet 1 is voorzien van een aantal openin- 25 gen 2, 3, 4 voor het insteken van een op te richten element. De voet 1 volgens de uit- vinding is relatief licht uitgevoerd doordat deze is vervaardigd als een in hoofdzaak hol lichaam dat is voorzien van een vulopening 5 voor het vullen van het lichaam met bal- last. De voet 1 kan vervaardigd zijn door middel van rotatiegieten. Hierdoor wordt een lichaam met een dunne wand verkregen. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een 30 kunststof materiaal, bij voorkeur een hergebruikte kunststof. Zo kan de voet 1 bijvoor- beeld vervaardigd zijn uit LMDPE. De voet 1 in figuur 1 toont openingen 2 met een ronde doorsnede, openingen 3 met een rechthoekige doorsnede en openingen 4 met een 5 vierkante doorsnede. Openingen 2, 3, 4 voor het insteken van een op te richten element met een andere doorsnede zijn uiteraard ook mogelijk.

De voet 1 is uitgevoerd als een in hoofdzaak hol lichaam, dat voorzien is van een vulopening 5 voor het vullen van het lichaam met ballast. Deze vulopening 5 is bij 5 voorkeur aangebracht aan de bovenzijde 7 van de voet 1. Doordat de vulopening 5 nabij de zijkant van de voet 1 is geplaatst, kan op eenvoudige wijze water dat als ballast wordt gebruikt, na gebruik worden verwijderd uit de voet 1. De vulopening 5 is relatief klein ten opzichte van de hoeveelheid water in de voet 1. Hierdoor is het niet noodzakelijk de vulopening 5 af te sluiten na het vullen met water. Door de geringe verdam-10 ping vanwege de kleine opening 5 is een deksel of een soortgelijke afsluiting (niet getoond) niet noodzakelijk.

Aan de bovenzijde 7 is de voet 1 tevens voorzien van uitsparingen 10 aan de zijkanten van die bovenzijde 7. Deze uitsparingen 10 zijn bedoeld voor het ontvangen van uitsteeksels 11 aan de onderzijde 6 van een tweede voet, wanneer een tweede voet op 15 de eerste voet wordt gestapeld. De uitsteeksels 11 aan de onderzijde 6 van de voet 1 kunnen vormsluitend aangrijpen in de uitsparingen 10 aan de bovenzijde 7 van de voet. Door het vormsluitend aangrijpen van de uitsteeksels 11 in de uitsparingen 10 wordt bereikt dat de voet, indien deze gestapeld is, op de plaats blijft en relatief ongevoelig is voor verschuivingen tijdens transport en opslag. De uitsparingen 10 worden tijdens het 20 rotatiegietproces meegevormd.

Aan de korte zijde 9 is de voet voorzien van handgrepen 13. Deze handgrepen 13 zijn meegevormd gedurende het rotatiegietproces. Aan de handgrepen 13 kan de voet 1 op eenvoudige wijze worden opgetild en verplaatst.

Aan een lange zijde 8 is de voet 1 voorzien van een ruimte 14 voor het aanbren-25 gen van een merkteken. Dit merkteken kan bijvoorbeeld de naam van de eigenaar van de voet 1 omvatten.

Figuur 2 toont een bovenaanzicht van de voet 1 volgens figuur 1. Aan de bovenzijde 7 van de voet 1 zijn de vulopeningen 5 opgenomen aan de randen van de bovenzijde 7. In groepen van twee zijn ronde openingen 2 aangebracht voor het insteken van 30 palen of hekdelen (niet getoond). Aan de binnenzijde van de openingen 2 zijn de openingen 2 voorzien van ribbels 15 voor het verdelen van de krachten die op de paal of het hekdeel werken. De openingen 2 lopen vanaf de bovenzijde 7 naar de onderzijde 6 van de voet 1 enigszins taps toe. Aan de bovenzijde 7 van de voet 1 zijn tevens een 1 n?i οςχ I rechthoekige opening 3 en een vierkante opening 4 voorzien voor het insteken van pa- I len of hekdelen.

Langs de rand van de bovenzijde 7 zijn tevens uitsparingen 10 voorzien die cor- responderen met de uitsteeksels 11 aan de onderzijde 6 van de voet 1. Langs de rand I 5 aan de lange zijde 8 van de voet 1 is een ruimte 14 geplaatst voor het aanbrengen van een merkteken. Dit merkteken kan bijvoorbeeld een sticker of een kleurcode omvatten om aan te geven wie de eigenaar is van de voet. Ook kan het merkteken in de ruimte 14 aangebracht zijn door het meegieten tijdens het rotatiegietproces. Het merkteken is dan I onlosneembaar verbonden met de voet.

10 Figuur 3 toont een zijaanzicht van een lange zijde 8 van de voet 1. Aan de boven- zijde 7 van de voet 1 zijn uitsparingen 10 voorzien, waarin de uitsteeksels 11 aan de onderzijde 6 van een andere voet kunnen worden opgenomen tijdens het stapelen van meerder voeten. Door aangrijping van de uitsteeksels 11 in de uitsparingen 10 kan H worden voorkomen dat gestapelde voeten gaan verschuiven.

15 Figuur 4 toont een zijaanzicht van een korte zijde 9 van de voet 1. Aan de onder- en bovenzijde van de voet 1 worden de uitsparingen 10 respectievelijk de uitsteeksels 11 getoond. Een in de korte zijde 9 geïntegreerd handvat 13 is in deze figuur niet ge- toond. Getoond wordt tevens een doorsnede van de openingen 2. Deze openingen 2 lopen enigszins taps toe vanaf de bovenzijde 7 van de voet 1 in de richting van de on- 20 derzijde van de voet 1. Aan de binnenzijde van de openingen 2 zijn klemmiddelen 15 H voorzien in de vorm van ribbels 15 in de langsrichting van de opening 2. De ribbels 15 zorgen voor het verdelen van de krachten die op de paal of het hekdeel werken. Tevens H dragen de ribbels 5 bij aan de stijfheid van het dunwandig lichaam.

Claims (14)

1. Voet voor het ondersteunen van een op te richten element, zoals een scherm of een 5 paal, waarbij in de voet ten minste een opening of uitsparing is aangebracht voor het daarin ontvangen van het element, met het kenmerk, dat de voet (1) is uitgevoerd als een in hoofdzaak hol lichaam, voorzien van ten minste een opening (5) voor het vullen van het lichaam met ballast.

2. Voet volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vulopening (5) nabij een bo venzijde (7) daarvan is geplaatst.

3. Voet volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat deze geschikt is voor het ontvangen van een vloeistof, bij voorkeur water. 15

4. Voet volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het lijf vanaf de onderzijde naar de bovenzijde taps toeloopt.

5. Voet volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voet (1) 20 stapelbaar is.

6. Voet volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voet (1) is voorzien van handgrepen (13).

7. Voet volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voet (1) is vervaardigd uit een kunststof, bij voorkeur LMDPE.

8. Voet volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste twee openingen of uitsparingen (2, 3,4) zijn voorzien. 30

9. Voet volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de vorm en/of grootte van een eerste opening of uitsparing afwijkt van de vorm en/of grootte van een tweede opening of uitsparing. Η

10. Voet volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een ope- I ning of uitsparing (2, 3, 4) voor het daarin ontvangen van een element aan de bin- I nenzij de daarvan is voorzien van klemmiddelen (15).

11. Voet volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een lange I zijde (8) is voorzien van een ruimte (14) voor het aanbrengen van een merkteken.

12. Hekwerk omvattende een of meer hekelementen en een of meer op de grond te 10 plaatsen voeten volgens een der voorgaande conclusies voor het in opgerichte stand houden van de hekelementen.

13. Gebruik van een voet volgens een der conclusies 1-11, voor het oprichten van een hekwerk, waarbij men de voet met ballast vult, op de grond plaatst en een aan een 15 hekelement voorzien pendeel in de opening/uitsparing steekt.

14. Gebruik van een voet volgens een der conclusies 1-11, voor het oprichten van ver- H keerstekens dragende palen.