NL1021734C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een inrichting voor het opnemen van leidingen en dergelijke. - Google Patents

Description

I INRICHTING VOOR HET OPNEMEN VAN LEIDINGEN EN DERGELIJKE, EN

I WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN DAARVAN

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het 5 opnemen van leidingen en dergelijke, bestaande uit een goot- vormig profiel met in hoofdzaak verticale zijwanden en ten- minste een daarop klembaar deksel, welk profiel en deksel tenminste gedeeltelijk gevormd zijn uit een elektrisch gelei- H dend materiaal en voorzien zijn van een buitenlaag van minder 10 geleidend materiaal, waarbij de buitenlaag op respectievelijk het gootvormig profiel en het of elk deksel ter hoogte van een contactgebied tussen deksel en gootvormig profiel, ten- I minste gedeeltelijk verwijderd is. De uitvinding heeft verder I betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een I 15 dergelijke inrichting, waarbij het gootvormig profiel en het I of elk deksel gevormd worden uit een elektrisch geleidend I materiaal.

Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bekend uit DE

I 100 00849. Dit document beschrijft een werkwijze voor het 20 vervaardigen van een dergelijke inrichting, waarbij het dek- I sel en het gootvormig profiel eerst worden bedekt met een I poedercoating, waarna deze poedercoating bijvoorbeeld door I borstelmiddelen wordt verwijderd ter hoogte van de vergren- I delcontouren tussen deksel en profiel. Vervolgens wordt de 25 poedercoating ingebrand. Op die manier wordt een inrichting verkregen waarmee in de sluitstand van het deksel een elektrisch contact wordt gemaakt tussen het deksel en het gootvormig profiel. Een dergelijke werkwijze heeft het nadeel dat tussen het aanbrengen van de poedercoating en het inbranden 30 daarvan een extra bewerking, namelijk het verwijderen van een deel van de coating moet worden uitgevoerd, waardoor het risico op vervuilende stofdeeltjes in de coating bijzonder groot is indien geen kostbare bijzondere maatregelen worden I genomen. Bovendien heeft de aldus verkregen inrichting het nadeel dat bij een speling op de afmetingen van het deksel of I het gootvormig profiel de vergrendelcontouren niet langer I goed tegen elkaar liggen waardoor een goed elektrisch contact I 5 niet langer is gewaarborgd.

I Het vervaardigen van goten voor het opnemen van bijvoor- beeld elektriciteit, telefoon, en computerleidingen is alge- I meen bekend. Voor dergelijke goten geldt vaak de wettelijke H verplichting deze te verbinden met een veiligheidsaardlei- 10 ding, die het mogelijk maakt de elektriciteit af te schakelen zodra de goot door een defect onder spanning zou staan. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door middel van een smeltzekering of een aardlekschakelaar. Omdat ook de deksels van deze goten door een defect onder spanning zouden kunnen staan, is het H 15 van belang dat er een goed elektrisch contact aanwezig is H tussen het gootvormig profiel en het daarop passend deksel.

De uitvinding heeft als doel een inrichting en werkwijze H van het in de aanhef genoemde soort te verschaffen voor het H vervaardigen van een dergelijke inrichting waarbij een goed 20 elektrisch contact tussen het gootvormig profiel en het dek-H sel gewaarborgd is, zelfs wanneer een zekere speling aanwezig is op de afmetingen van het deksel en/of het gootvormig pro-fielstuk.

Daartoe onderscheidt de inrichting volgens de uitvinding 25 zich doordat een langsrand van elk deksel voorzien is van een dekselflens met een eerste rug met een in hoofdzaak verticaal klemvlak, en dat een bovenlangsrand van het gootvormig pro-fiel voorzien is van een naar binnen gerichte gootflens met een tweede rug met een in hoofdzaak verticaal klemvlak, van 30 welke klemvlakken tenminste de buitenlaag is verwijderd, H zodanig dat in de sluitstand van het deksel een elektrisch contact tussen deksel en gootvormig profiel wordt teweegge-M bracht. Op die manier zal een elektrische spanning op het H deksel eveneens leiden tot een elektrische stroom door de met het gootvormig profiel verbonden aardleiding.

Dankzij het weghalen van de buitenlaag verdwijnt de aan- zienlijke elektrische weerstand tussen deksel en goot, en 5 wordt door een elektrische spanning op het deksel een vol- doende grote elektrische stroom veroorzaakt om bijvoorbeeld de aardlekschakelaar uit te schakelen, dan wel de zekering te I doen smelten, hetgeen omwille van veiligheidsredenen noodza- I kelijk is.

I 10 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn het deksel en het gootvormig profiel voorzien van eerste I en tweede vergrendelstroken welke op een afstand van respec- tievelijk de eerste en tweede rug zijn aangebracht. Deze I vergrendelstroken zijn bij voorkeur zodanig aangebracht dat I 15 ze de goede werking van de klemvlakken niet verstoren. De I vergrendelstroken kunnen bijvoorbeeld in de sluitstand op enige afstand van elkaar liggen, zodat alleen de klemvlakken klemmend tegen elkaar liggen en deze goed klemmende werking I niet nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van ver- | 20 grendelstroken.

I Volgens een eerste variant heeft het gootvormig profiel I van de inrichting volgens de uitvinding een hoofdzakelijk U- I vormige dwarsdoorsnede. De goot en het of elk deksel kunnen I echter ook een willekeurige andere vorm hebben. Zo kan het 25 gootvormig profiel ook bijvoorbeeld een E- of H-vormige dwarsdoorsnede hebben, waarop telkens twee deksels passen.

Verder is het gootvormig profiel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding aansluitbaar op een aardleiding omwille van veiligheidsredenen. De installateur op de bouwplaats 30 zal die leiding moeten aanbrengen en aansluiten op de goot-vormige profielen.

Indien het gootvormig profiel en het deksel vervaardigd zijn uit een aluminiumlegering worden deze doorgaans voorzien I van een buitenlaag die een poedercoating en/of anodiseerlaag kan zijn. Een dergelijke anodiseerlaag wordt verkregen door I het omzetten van de buitenste aluminiumlaag in een hoogwaar- dige aluminiumoxidelaag.

5 De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze I voor het vervaardigen van een inrichting volgens de uitvin- ding, waarbij het gootvormig profiel en het of elk deksel worden gevormd uit een elektrisch geleidend materiaal. De werkwijze onderscheidt zich doordat eerst een voltooide bui- 10 tenlaag wordt aangebracht op het volledig gootvormig profiel H en elk deksel, en dat vervolgens de buitenlaag wordt verwij- derd op de klemvlakken.

Op die manier kan een klassieke installatie worden ge- H bruikt voor het aanleggen van een buitenlaag, zoals bijvoor- H 15 beeld een installatie voor het aanbrengen van een poedercoa- H ting en het onmiddellijk daarna inbranden daarvan. Hierdoor H wordt het risico op vervuiling door stofdeeltjes klein gehou- H den in vergelijk met bijvoorbeeld de werkwijze van H DE 100 00 849, welke hierboven werd beschreven.

20 In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uit- vinding wordt de buitenlaag verwijderd door een verspanende bewerking, die bijvoorbeeld een schaaf- of freesbewerking kan zijn. Dit is een eenvoudig en goedkoop proces om een goed contact te krijgen tussen deksel en profiel.

25 Volgens de voorkeurswerkwijze van de uitvinding worden het gootvormig profiel en het deksel gevormd door extrusie van een aluminiumlegering. Dit heeft het voordeel dat men een grote ontwerpvrijheid heeft wat betreft de vorm van de dwars-H doorsnede.

H 30 Verder kan de inrichting volgens de uitvinding een goot- M vormig profiel hebben dat voorzien kan worden van schakelma- M teriaal, zoals contactdozen en dergelijke, welke in het bij- voorbeeld hoofdzakelijk U-vormige profiel kunnen worden aan- 5 gebracht. Hiertoe is het U-vormig profiel bijvoorbeeld aan de binnenzijde voorzien van een aantal uitstekende ribben welke steunpunten vormen voor bijvoorbeeld een contactdoos.

Volgens de inrichting van de uitvinding kunnen één of 5 meer deksels verder voorzien zijn van één of meer uitsparingen om bijvoorbeeld het in het gootvormig profiel aanwezige schakelmateriaal bereikbaar te maken.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding kan het gootvormige profiel voorzien zijn van één of meer beves-10 tigingsmiddelen. Het profiel kan bijvoorbeeld voorzien zijn van beugels, waaraan het opgehangen wordt. Het profiel kan ook bijvoorbeeld uitgerust zijn met een steunvoet voor een staande plaatsing van het profiel.

Al naargelang de beoogde installatie, kan het gootvormige 15 profiel voorzien zijn van een axiale afdichting om de goot af te sluiten, of van koppelorganen om verschillende profielen aan elkaar te verbinden. Dergelijke koppelorganen kunnen bijvoorbeeld hoek-, kruis- of T-stukken zijn, waarmee de gootprofielen volgens een willekeurig patroon in bijvoorbeeld 20 kantoorruimtes kunnen geïnstalleerd worden.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening in bijlage en de onderstaande figuurbeschrijving, welke een aantal niet beperkende uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting en werkwijze volgens de uitvinding illustreren. 25 De tekening toont in: - figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding; - figuur 2 een perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding; 30 - figuur 3 een schematische voorstelling van het weghalen van de buitenlaag volgens de werkwijze van de uitvinding.

Figuur 1 toont een gootvormig profiel 1 dat bovenaan voorzien is van twee naar binnen gedraaide randen 14A, 14B

I welke voorzien zijn van gootflenzen 13A, 13B. Elke gootflens I 13A, 13B is voorzien van een rug 4A, 4B met een in hoofdzaak I verticaal klemvlak. Op dit gootvormig profiel kan een deksel I 2 klemmend worden aangebracht worden. Het deksel 2 is hiertoe I 5 uitgevoerd met twee naar onder gerichte dekselflenzen 15A, 15B met telkens een rug 3A, 3B met een in hoofdzaak verticaal klemvlak waartegen de ruggen 4A en 4B van de gootflens aandu- wen bij het klemmend op het gootvormig profiel 1 plaatsen van het deksel 2.

10 De dwarsdoorsnede van een dergelijk profiel kan alle mogelijke vormen aannemen, en waar nodig voorzien zijn van uitstekende op een bepaalde manier gevormde ribben, zoals H 5A, 5B, 6A, 6B, ter opname van bijvoorbeeld installatiemate- H riaal of compartimentsscheidingen. De bovenkant van de ribben H 15 5A, 5B en de onderkant van de gootflenzen 13A, 13B vormen H samen met de vergrendelstroken 11A, 11B de vergrendelmiddelen tussen het deksel 2 en het profiel 1.

H Het gootvormig profiel kan onderaan de binnenzijde voor- H zien zijn van bijvoorbeeld twee L-vormige uitstekende delen 7 H 20 voor het opnemen van een bepaald type montagedoos, of ribben 8 voor het bevestigen van een aardleiding.

H Dergelijke gootvormige profielen zijn geschikt voor het H opnemen van een groot aantal verschillende bedradingen, en ^B kunnen uitgerust zijn met middelen voor bijvoorbeeld het 25 opnemen van platte kabels, coaxiale kabels, etc.

Figuur 2 toont een tweede voorbeeld van een inrichting ^B volgens de uitvinding, welke analoog is aan de uitvoering van figuur 1, maar breder is. Merk op dat dezelfde deksels voor verschillende types profielen kunnen gebruikt worden.

30 Figuur 3 illustreert schematisch de werkwijze volgens de uitvinding. Na extrusie van het deksel 2 en het gootvormig profiel 1, worden beide voorzien van een beschermende buiten 7 laag 9 die bijvoorbeeld een anodiseerlaag en/of een poederco-ating kan zijn, zoals getoond in figuur 3A.

Deze laag wordt lokaal, ter hoogte van de klemvlakken van de eerste rug 3A en tweede rug 4A, verwijderd door bijvoor-5 beeld frezen, hetgeen het in figuur 3B getoonde resultaat oplevert. Zoals getoond in figuur 3C maakt het inwendige goed geleidende materiaal van het deksel rechtstreeks contact met het inwendige goed geleidende materiaal van het gootvormig profiel. Bovendien zijn de vergrendelstroken 11A, 12A zodanig 10 gevormd dat ze in de vergrendelde toestand op een afstand liggen van elkaar en de klemmende werking van rug 3A op rug 4A niet hinderen.

De beschermingsomvang van de uitvinding is niet beperkt tot de hierboven geïllustreerde uitvoeringsvoorbeelden, maar 15 wordt bepaald door de hierna volgende conclusies.

Claims (10)

1. Inrichting voor het opnemen van leidingen en dergelij- ke, bestaande uit een gootvormig profiel (1) met in hoofdzaak I 5 verticale zijwanden en tenminste één daarop klembaar deksel I (2), welk profiel en deksel tenminste gedeeltelijk gevormd H zijn uit een elektrisch geleidend materiaal en voorzien zijn van een buitenlaag van minder geleidend materiaal, waarbij de buitenlaag op respectievelijk het gootvormig profiel en het 10 of elk deksel ter hoogte van een contactgebied tussen deksel en gootvormig profiel, tenminste gedeeltelijk verwijderd is, met het kenmerk, dat, een langsrand van elk deksel (2) voor- zien is van een dekselflens (15A,15B) met een eerste rug H (3A,3B) met een in hoofdzaak verticaal klemvlak, en dat een 15 bovenlangsrand van het gootvormig profiel (1) voorzien is van H een naar binnen gerichte gootflens (13A,13B) met een tweede H rug (4A,4B) met een in hoofdzaak verticaal klemvlak, van welke klemvlakken tenminste de buitenlaag is verwijderd, zodanig dat in de sluitstand van het deksel een elektrisch 20 contact tussen deksel en gootvormig profiel wordt teweegge- bracht.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat H het of elk deksel (2) en het gootvormig profiel (1) voorzien H zijn van eerste en tweede vergrendelstroken (11A,11B;12A,12B) H 25 welke op een afstand van respectievelijk de eerste rug (3A,3B) en de tweede rug (4A,4B) zijn aangebracht.

3. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met H het kenmerk, dat de buitenlaag een coating en/of anodiseer- H laag is. H 30

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gootvormig profiel is voorzien van schaal kelmateriaal, zoals contactdozen en dergelijke.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gootvormige profiel is voorzien van één of meer bevestigingsmiddelen.

6. Werkwijze voor het vervaardigen van een inrichting 5 volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het gootvormig profiel en het of elk deksel worden gevormd uit een elektrisch geleidend materiaal, met het kenmerk, dat eerst een voltooide buitenlaag wordt aangebracht op het volledig gootvormig profiel (1) en elk deksel (2), en dat vervolgens de 10 buitenlaag wordt verwijderd op de klemvlakken van de eerste en tweede rug (3A,3B; 4A,4B).

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de buitenlaag verwijderd wordt door een verspanende bewerking.

8. Werkwijze volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, 15 dat de buitenlaag verwijderd wordt door frezen.

9. Werkwijze volgens één der conclusies 6-8, met het kenmerk, dat het gootvormig profiel en het deksel gevormd worden door extrusie.

10. Werkwijze volgens één der conclusies 6-9, met het 20 kenmerk, dat het gootvormig profiel en het deksel gevormd worden uit een aluminiumlegering.