NL1021247C2 - Samenstel van verpakking en inrichting voor het gedoseerd leegdrukken van de verpakking alsmede inrichting daartoe. - Google Patents

Description

Titel: Samenstel van verpakking en inrichting voor het gedoseerd leegdrukken van de verpakking alsmede inrichting daartoe

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel voorzien van een verpakking en een inrichting voor het gedoseerd leegdrukken van de verpakking, welke verpakking viskeus materiaal bevat en althans deels is vervaardigd uit flexibel velvormig foliemateriaal en welke inrichting is 5 voorzien van een frame met geleidingsmiddelen en een in hoofdzaak vlak steunvlak voor het ondersteunen van de verpakking alsmede van doseerregelmiddelen, die geleid door de geleidingsmiddelen in een wat hun oriëntatie ten opzichte van het steunvlak betreft in hoofdzaak niet wijzigende stand over en langs het steunvlak zijn te verplaatsen, waarbij 10 het leegdrukken plaatsvindt door met de doseerregelmiddelen de verpakking uitgaande van een eerste einde in de richting van een tweede tegenover het eerste gelegen einde met ten minste een door het wegsnijden van materiaal van de verpakking te openen afgeefopening kneepvormig op het steunvlak plat te drukken, waarbij de ten minste ene afgeefopening op 15 het steunvlak is gesitueerd en de doseerregelmiddelen tot ten minste de ene afgeefopening over het steunvlak zijn te verplaatsen, alsmede op een inrichting geschikt voor toepassing bij een dergelijk samenstel.

Een samenstel zoals bedoeld in de vorige alinea is bekend uit WO 01/42100. Een dergelijk samenstel heeft een reeks van voordelen. Zo is 20 allereerst de verpakking door het vervaardigen van flexibel materiaal en het situeren van de afgeefopening op het steunvlak volledig leeg te drukken. Dit betekent niet alleen het zo volledig mogelijk gebruiken van al het in de verpakking aanwezige materiaal, doch tevens ook een milieuvriendelijke oplossing, omdat in een dergelijke verpakking achterblijvend materiaal 25 vaak als chemisch afval moet worden beschouwd met alle consequenties van dien bij het verwerken van verpakkingen die niet geheel of nagenoeg geheel 102124^ ; 2 kunnen worden leeg gedrukt, zoals dat bijvoorbeeld het geval is bij de gebruikelijke vulpatronen voor doseerpistolen. Tevens is de inrichting, zeker indien vergeleken met de gebruikelijke doseerpistolen, eenvoudig van constructie, en dat zonder verlies aan doseernauwkeurigheid. In tegendeel 5 zelfs, doordat tijdens het uit de verpakking drukken van het daarin ondergebrachte materiaal in die verpakking minder druk wordt opgebouwd dan bij een doseerpistool, is na het beëindigen van de doseerhandeling de hoeveelheid naijlend uit de verpakking gedrukt materiaal minimaal.

Indien een verpakking meer dan een component bevat, welke 10 componenten in aangrenzende compartimenten zijn ondergebracht en na het uit de verpakking drukken moeten worden gemengd, is met een dergelijk samenstel gewaarborgd dat de componenten in de juiste hoeveelheden voor wat hun mengverhouding betreft naar buiten worden gedrukt als de compartimenten wat hun doorlaten betreft op die 15 mengverhouding zijn afgestemd. Dit effect wordt bereikt door het dwars op de verpakking kneepvormig samendrukken daarvan, waardoor de compartimenten evenredig worden leeg gedrukt en de componenten in de gewenste onderlinge mengverhouding worden afgegeven.

Een verpakking zal vaak niet in een keer geheel leeg worden 20 gedrukt. In dat geval kan het gewenst zijn de afgeefopening of, bij meerdere componenten, de afgeefopeningen tijdelijk af te sluiten. Dit is te realiseren met een klem, die de afgeefopening dichtdrukt op het steunvlak. Dit is evenwel minder handig, onder meer omdat een losse klem weg kan raken, gecompliceerd is aan te brengen en het aanbrengen nabij de afgeefopening 25 aanleiding kan zijn tot bevuilen van de vingers.

Met de uitvinding wordt beoogd het afsluiten van een geopende en deels leeg gedrukte verpakking snel en handig te kunnen uitvoeren, waarbij verder wordt beoogd de sluiting te integreren in een totaal concept voor het op optimale wijze kunnen werken met een dergelijk samenstel.

102124? 3

Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bij een samenstel van de in de aanhef omschreven soort bereikt, als het frame een stationair deel met een eerste steunvlakdeel en een ten opzichte van het stationaire deel beweegbaar deel met een tweede steunvlakdeel omvat, waarbij het tweede 5 steunvlakdeel in een eerste stand, waarin het beweegbare deel is gekoppeld met het stationaire deel, in het verlengde van en aansluitend op het eerste steunvlakdeel is gelegen en een deel van de verpakking met de ten minste ene afgeefopening draagt, en waarbij het tweede steunvlakdeel in een tweede stand, waarin het beweegbare deel eveneens is gekoppeld met het 10 stationaire deel, het tweede steunvlakdeel versprongen is opgesteld ten opzichte van het eerste steunvlakdeel, een en ander zodanig, dat in de tweede stand door een tegen verplaatsing geborgde samenwerking van het stationaire deel en het beweegbare deel de verpakking in de nabijheid van de ten minste ene afgeefopening in hoofdzaak afdichtend wordt afgesloten.

15 Door deze maatregelen is op eenvoudige wijze door een bijzondere uitvoering van het steunvlak, meer in het bijzonder een tweedelige uitvoering, de afsluiting van een geopende en deels leeg gedrukte verpakking te realiseren met een voor het op de gewenste voordeelbiedende wijze kunnen leeg drukken van de verpakking reeds aanwezig deel. Omdat de verpakking in 20 de nabijheid van de ten minste ene afgeefopening tezamen wordt gedrukt voor het verkrijgen van het afsluiteffect en dit deel van de verpakking ondersteund dient te worden door het eerste steunvlakdeel om in samenwerking met het tweede steunvlakdeel het dichtklemmen te bewerkstelligen, zal het tweede steunvlakdeel meestal relatief klein zijn in 25 vergelijking met het eerste steunvlakdeel. Een materiaal bevattend compartiment van de verpakking zal bij voorkeur eindigen in een tuitdeel dat bij het openen van de verpakking, bijvoorbeeld door het wegsnijden van een strook daarvan, resulteert in een opening met een doorlaat kleiner dan de doorlaat van het aansluitende compartiment. In een dergelijk geval zal < fi ï v A 7 4 het in de eerste stand van de steunvlakdelen op het tweede steunvlakdeel gelegen deel van de verpakking in hoofdzaak dat tuitdeel kunnen zijn.

Het afsluitend dichtdrukken van een afgeefopening door middel van verplaatsing van het beweegbare deel is op velerlei wijzen te realiseren.

5 Zo kan het beweegbare deel in een meer of minder hellende stand onder tussenklemming van de verpakking tegen de eindrand van het stationaire deel worden gedrukt. Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt er evenwel een voorkeur voor uitgesproken, dat het tweede steunvlakdeel zich in de tweede stand in hoofdzaak evenwijdig aan het 10 eerste steunvlakdeel uitstrekt. Op deze wijze is een vlaksgewijs drukvlak tussen het eerste en het tweede steunvlakdeel en zodoende een bijzonder effectieve afsluiting van de verpakking te realiseren.

Het vanuit de eerste in de tweede stand brengen en daarin borgen van het tweede steunvlakdeel is op velerlei wijzen te realiseren, waarbij 15 gedacht kan worden aan schuif- en insnapbewegingen. Op bijzonder handige en eenvoudige wijze is deze handeling te effectueren, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding het beweegbare deel door zwenking ten opzichte van het stationaire deel vanuit de eerste stand in de tweede stand is te brengen, een en ander zodanig dat in de tweede stand het 20 tweede steunvlakdeel in hoofdzaak tegengesteld is gericht aan het eerste steunvlakdeel. Als daarbij verder in de tweede stand een in de eerste stand voorgelegen vrije eindrand van het beweegbare deel onder afsluitende inklemming van een deel van de verpakking aanligt tegen een zowel in de eerste als in de tweede stand vorengelegen eindrand van het stationaire 25 deel, dan is de afsluiting in feite op eenvoudige wijze gerealiseerd door het tweede steunvlakdeel vanaf de onderzijde van de verpakking langs de voorzijde daarvan te zwenken tot op de verpakking, waarna door samenwerking met het eerste steunvlakdeel de afsluiting tot stand komt, waarbij het dichtklemgebied de optimaal geachte diepte kan krijgen als een 30 randgebied van het tweede steunvlakdeel op het beweegbare deel in de 1 ίϊ 1 'v ƒ> 1 5 tweede stand tegenover een randgebied van het eerste steunvlakdeel op het stationaire deel ligt. Door de twee randgebieden elkaar meer of minder te laten overlappen is de gewenste overlap- en dus afdichtdiepte instelbaar.

Als bij het zwenkend uitvoeren van het beweegbare deel 5 overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding het beweegbare deel deel uitmaakt van een dekseldeel en het stationaire deel van een bodemdeel, waarbij het dekseldeel en het bodemdeel in de tweede stand van de steunvlakdelen een gesloten doos vormen, waarin zich de verpakking bevindt, is enerzijds het afsluiten van een geopende verpakking 10 op snelle en handige wijze te verwezenlijken en anderzijds een opbergdoos verkregen die zowel voor het tegen omgevingsinvloeden beschermd opslaan als transporteren van een al dan niet geopende verpakking zorgt. Een dergelijke doos is verder stapelbaar uit te voeren en neemt in vergelijking met een verpakking voor een gebruikelijk doseerpistool slechts een relatief 15 kleine ruimte in beslag. Ook is een dergelijke doos gemakkelijk mee te nemen en op te bergen door een particuliere gebruiker, bijvoorbeeld naar en in zijn huis, boot, caravan of tent, omdat de verpakking, al dan niet geopend, veilig en tegen weersinvloeden en spatwater afgeschermd in de doos zit opgeborgen, zeker als volgens een verdere uitvoeringsvorm van de 20 uitvinding op het eerste steunvlakdeel gezien in de eerste stand van de steunvlakdelen aan een van het tweede steunvlakdeel afgekeerde zijde is voorzien in vastzetmiddelen voor het ten opzichte van het eerste steunvlakdeel vastzetten van de verpakking.

Het vormen van het tweede steunvlakdeel op het beweegbare 25 dekseldeel kan worden benut voor het verkrijgen van een verder voordeel. Als namelijk overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding in de eerste stand van de steunvlakdelen gezien het dekseldeel aansluitend op een van het eerste steunvlakdeel afgekeerde zijde van het tweede steunvlakdeel een mengdeel voor uit de verpakking gedrukt materiaal 30 vormt, waarbij het dekseldeel in die stand loskoppelbaar is van het ‘i **» f : i i vf £ i £ <f & -3 6 bodemdeel, is op uiterst handige wijze een hulp gereedschap verkregen, dat een hoeveelheid uit de verpakking gedrukt materiaal kan dragen en onafhankelijk van de verpakking en de doseerregelmiddelen kan worden gehanteerd bij het op de gewenste plaats aanbrengen van het uit de 5 verpakking gedrukte materiaal. Zeker als de verpakking meer dan een component bevat, vormt dit hulpgereedschap een optimale mengbak.

Om het op de juiste wijze gecontroleerd en gedoseerd uit de verpakking drukken van te gebruiken materiaal eenvoudig doch betrouwbaar te bewerkstelligen, kan er overeenkomstig een verdere 10 uitvoeringsvorm van de uitvinding in zijn voorzien, dat de geleidingsmiddelen, in de eerste stand van de steunvlakdelen gezien, de vorm hebben van in eikaars verlengde gelegen opstaande zijranden ter weerszijden van het eerste en het tweede steunvlakdeel en de doseerregelmiddelen de vorm hebben van een spatelvormig orgaan, dat een 15 zodanige breedte heeft, dat het spatelvormige orgaan met een glijpassing tussen de opstaande zijranden is te verschuiven.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting die in een dergelijk samenstel is te gebruiken. Daartoe wordt bij een inrichting voor het gedoseerd leegdrukken van een verpakking, die viskeus materiaal bevat 20 en althans deels is vervaardigd uit flexibel velvormig foliemateriaal, welke inrichting is voorzien van een frame met geleidingsmiddelen en een in hoofdzaak vlak steunvlak alsmede van doseerregelmiddelen, waarbij de doseerregelmiddelen en de geleidingsmiddelen zodanig zijn ingericht, dat de doseerregelmiddelen in een wat hun oriëntatie ten opzichte van het 25 steunvlak betreft zich niet wijzigende stand over en langs het steunvlak zijn te verplaatsen, zoals bekend uit WO 01/42100, overeenkomstig de uitvinding voorgesteld, dat het frame een stationair deel met een eerste steunvlakdeel en een ten opzichte van het stationaire deel beweegbaar deel met een tweede steunvlakdeel omvat, waarbij het tweede steunvlakdeel in 30 een eerste stand, waarin het beweegbare deel is gekoppeld met het 1 tl > S Z if, ·> 7 stationaire deel, in het verlengde van en aansluitend op het eerste steunvlakdeel is gelegen, en waarbij in een tweede stand, waarin het beweegbare deel eveneens is gekoppeld met het stationaire deel, het tweede steunvlakdeel onder vrijlating van een relatief nauwe spleet in de orde van 5 grootte van de dikte van twee lagen flexibel velvormig foliemateriaal versprongen en geborgd is opgesteld ten opzichte van het eerste steunvlakdeel. De relatief nauwe spleet kan zich daarbij op, voor of onder het eerste steunvlakdeel bevinden afhankelijk van de wijze waarop het beweegbare deel in de tweede stand van de steunvlakdelen ten opzichte van 10 het stationaire deel wordt gesitueerd.

Van belang is dat de verpakking zodanig is in te klemmen, dat elke afgeefopening afsluitend dicht wordt gedrukt. Het deel van de verpakking dat zich ten opzichte van het na dichtdrukken afgesloten deel van de verpakking aan de andere zijde van het afsluitgebied bevindt, dient bij 15 voorkeur geen materiaal te bevatten, meer in het bijzonder geen materiaal als dit door contact met lucht uithardt. Bedoeld deel van de verpakking is uiteraard bij het einde van het uit de verpakking drukken van een bepaalde hoeveelheid materiaal afzonderlijk naar buiten te drukken, doch ook daarbij verdient het de voorkeur dat de hoeveelheid zo klein mogelijk wordt 20 gehouden. Dit is te bewerkstelligen door het oppervlak van het tweede steunvlakdeel relatief klein te houden ten opzichte van het eerste steunvlakdeel en de verpakking voor het grootste deel te laten ondersteunen door het eerste steunvlakdeel, zodat op het tweede steunvlakdeel slechts de afgeefopening en het zich daar in de directe nabijheid bevindend deel van de 25 verpakking bevindt. Alsdan zal, zeker als bedacht wordt dat de afgeefopening vaak het uiteinde zal zijn van een ten opzichte van een compartiment van de verpakking vernauwde tuitvormige doorlaat, hooguit slechts een relatief zeer gering deel van de geopende verpakking zich voorbij het afsluitgebied bevinden.

i V 1. i £ 4 /. J

8

Een bijzonder voordeel biedende uitvoering wordt verkregen, als overeenkomstig een nadere uitwerking van de uitvinding het stationaire deel is ondergebracht in een bodemdeel en het beweegbare deel in een dekseldeel, waarbij het bodemdeel en het dekseldeel tot een gesloten doos 5 zijn samen te stellen, waarin de twee steunvlakdelen zich in de tweede stand bevinden, terwijl in een open stand van de doos het bodemdeel en het dekseldeel in een zodanig gekoppelde stand zijn te brengen dat de twee steunvlakdelen zich in de eerste stand bevinden. Bij een dergelijke uitvoering is door het simpelweg openen en sluiten van de doos de inrichting 10 in zijn gebruiksstand dan wel zijn opberg- of transportstand te brengen.

De onderlinge stand van het stationaire deel en het beweegbare deel in de tweede stand van de steunvlakdelen is op eenvoudige wijze te realiseren en te arreteren, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding het tweede steunvlakdeel is aangebracht op een uiteinde 15 van het dekseldeel, dat althans in de gesloten stand van de doos door middel van een scharnierverbinding is verbonden met een uiteinde van het bodemdeel, waarbij het dan verder de voorkeur verdient, dat in de gesloten stand van de doos de tegenover de scharnierbaar verbonden uiteinden van het bodemdeel en het deksel gelegen uiteinden van die delen door een 20 kinderveilige sluiting zijn verbonden.

Als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de scharnierverbinding wordt gevormd door astappen op het ene deel en deze opnemende uitsparingen in het andere deel, een en ander zodanig, dat in genoemde open stand van de doos de scharnierverbinding is te lossen, is 25 na het op handige en eenvoudige wijze vanuit de verpakking tot ten minste op het tweede steunvlakdeel drukken van te gebruiken materiaal, dat wil zeggen tot op het dekseldeel, dit los van het bodemdeel te hanteren, hetgeen de hanteervrijheid bij het verwerken van het uit de verpakking gedrukte materiaal aanzienlijk bevordert.

102124? 9

Zowel de borging in de tweede stand van de steunvlakdelen als de loskoppelmogelijkheid in de eerste stand onder behoud van een ononderbroken doorlopend tweedelig steunvlak is overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding op relatief eenvoudige wijze te 5 realiseren, als het dekseldeel ter weerszijden van het tweede steunvlakdeel voorzien is van zich loodrecht op het tweede steunvlakdeel uitstrekkende zijwandflenzen en het bodemdeel van zich in het verlengde van het eerste steunvlakdeel en daar loodrecht op uitstrekkende zijwanddelen, waarbij de zijwandflenzen zijn voorzien van genoemde uitsparingen en de zijwanddelen 10 van genoemde astappen, een en ander zodanig, dat in de tweede stand van de steunvlakdelen de zijwandflenzen en de zijwanddelen vlaksgewijs naast elkaar liggen en de astappen in de uitsparingen zitten, terwijl in de eerste stand van de steunvlakdelen de astappen lostrekbaar in de uitsparingen zijn gelegen, bijvoorbeeld door het flexibel uitvoeren van de zijwanddelen.

15 Een bijzonder handige nadere uitwerking, waarbij de koppeling tussen het beweegbare deel en het stationaire deel is te handhaven, terwijl de loskoppeling tegelijkertijd reeds is voorbereid, wordt hierbij verkregen, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de zijwandflenzen elk voorzien zijn van een uitsparing in de vorm van een 20 halve sleufgatopening met open buitenuiteinde en een halfcirkelvormig binnenuiteinde, een en ander zodanig, dat de astappen in de eerste stand van de steunvlakdelen in en uit het open buitenuiteinde kunnen schuiven en in de tweede stand van de steunvlakdelen aanstuiten tegen het halfcirkelvormige binnenuiteinde. Door deze maatregelen wordt het in hun 25 vlak uiteen schuiven van het eerste en het tweede steunvlakdeel verhinderd door de in de halve sleufgatopeningen zittende astappen, terwijl een verplaatsing daar loodrecht op niet wordt belemmerd. Tijdens het uit de verpakking drukken van het materiaal blijven zodoende de beide steunvlakdelen aansluitend tegen elkaar aanliggen, terwijl na het 102124? 10 uitdrukken het dekseldeel door een oppakbeweging wordt losgekoppeld van het bodemdeel.

Om na het verwerken van uit de verpakking gedrukte materiaal de koppeling tussen dekseldeel en bodemdeel ten behoeve van het afsluiten van 5 de open, deels geledigde verpakking te vergemakkelijken, verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat elke zijwandflens uitgaande van het halfcirkelvormige binnenuiteinde van de halve sleufgatopening in een richting afgekeerd van het open binnenuiteinde van de halve sleufgatopening voorzien is van een 10 insnapverdieping. Het dekseldeel is dan eenvoudig en snel op het bodemdeel vast te klikken.

Uit de verpakking gedrukt materiaal dient vaak nog te worden gekneed en, in het bijzonder als de verpakking meerdere componenten bevat, te worden gemengd. De daartoe uit te voeren handelingen zijn 15 efficiënt uit te voeren, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding het dekseldeel gezien in de eerste stand van de steunvlakdelen aansluitend op het tweede steunvlakdeel de vorm heeft van een open bak. Het uit de verpakking over het tweede steunvlakdeel gedrukte en geschoven materiaal komt dan direct in de open bak terecht en 20 kan daarin worden bewerkt. Hierbij dient bedacht te worden, dat aan het uit de verpakking gedrukte materiaal in een aantal toepassingsgevallen nog toeslagstoffen worden toegevoegd, zoals kleurstoffen en vaste deeltjes, bijvoorbeeld voor het verkrijgen van een marmereffect. Ook voor deze werkzaamheden heeft de open bak zijn voordelen, zeker indien deze, zoals 25 boven beschreven, loskoppelbaar is van het bodemdeel.

Teneinde de open bak stevig te kunnen vasthouden zonder gevaar op vervuiling van de vingers te lopen, verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat de open bak door een dwarsschot in twee compartimenten is verdeeld, waarbij het ene 30 compartiment, dat aansluit op het tweede steunvlakdeel, dient voor het 1 0 2 1 2 4 / 1 11 bewerken van het materiaal en het andere compartiment vrij blijft van dit materiaal, zodat daar in reikende vingers vrij blijven van vervuiling.

Voor het kneden of mengen van het materiaal kan gebruik worden gemaakt van een spatel, die eveneens kan worden gebruikt voor het op de 5 gewenste plaats aanbrengen en afwerken van het materiaal. Als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding het eerste steunvlakdeel is gesitueerd op een in het bodemdeel ondergebracht tussendeel, is op voordeelbiedende wijze in de doos een opslagruimte voor een dergelijke spatel geschapen. Uiteraard kan die opslagruimte ook worden 10 gebruikt voor het opbergen van andere voorwerpen, zoals een modelleermes, een reinigingsdoekje, een instructieboekje, aan het materiaal toe te voegen toeslagstoffen, etc.

Het nauwkeurig gedoseerd en afgepast uit de verpakking drukken van materiaal is bij toepassing van een uit twee delen bestaand steunvlak 15 op eenvoudige, snelle en betrouwbare wijze te realiseren, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding het eerste steunvlakdeel ter weerszijden is voorzien van daar loodrecht op staande zijranden, die als geleidingsmiddelen dienst kunnen doen en, in de eerste stand van de steunvlakdelen, in lijn zijn gelegen met ter weerszijden van 20 het tweede steunvlakdeel aangebrachte zijwandflenzen, waarbij verder voorzien is in doseerregelmiddelen in de vorm van een spatelvormig orgaan, dat een breedte heeft die in hoofdzaak gelijk is aan de afstand tussen de zijranden ter weerszijden van het eerste steunvlakdeel, en dat voorzien is van een afgerond omgebogen leegdrukrand met aan weerszijden zich daar 25 loodrecht op uitstrekkende leivlakken.

Een inrichting als de onderhavige wordt niet tezamen met een lege verpakking weggegooid, doch kan worden hergebruikt door het vervangen van een lege verpakking door een nieuwe, volle verpakking, die eenzelfde inhoud kan hebben als de vorige verpakking doch ook een andere inhoud.

30 Om een dergelijke verpakking op de juiste wijze gesitueerd op en in de 1 (\ 9 1 o & 1 « 12 inrichting vast te houden kan er overeenkomstig een verdere uitvoering van de uitvinding in zijn voorzien, dat op het eerste steunvlakdeel in een eindgebied afgekeerd van een in de eerste stand van de steunvlakdelen op het tweede steunvlakdeel aansluitend gebied vastzetmiddelen voor een 5 verpakking zijn aangebracht. De vastzetmiddelen kunnen daarbij bestaan uit een klemlijst of-sleuf, doch bij een verdere uitvoering van de uitvinding wordt er een voorkeur voor uitgesproken, dat de vastzetmiddelen worden gevormd door inhaaknokken met een inhaakrichting in hoofdzaak evenwijdig aan het eerste steunvlakdeel, welke inhaaknokken geschikt zijn 10 om samen te werken met in een verpakking aangebrachte openingen.

Onder verwijzing naar in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden zal het samenstel volgens de uitvinding thans nader worden toegelicht. Daarbij toont:

Fig. 1 in bovenaanzicht een samenstel volgens de uitvinding in een 15 gebruiksstand;

Fig. 2 in zijaanzicht een als doseerregelmiddel te gebruiken spatel;

Fig. 3 een doorsnede volgens de lijn III-III in Fig. 1;

Fig. 4 een inrichting volgens de uitvinding in uiteengenomen vorm;

Fig. 5 op schematische wijze een gedeeld steun vlak met een daarop 20 gelegen, geopende verpakking; en

Fig. 6-10 verschillende mogelijkheden voor het sluiten van een geopende verpakking met behulp van het gedeelde steunvlak.

In Fig. 1 en 3 is een samenstel voor het gedoseerd leegdrukken van een in dunne lijnen weergegeven verpakking 1 getoond, welke verpakking is 25 vervaardigd uit twee vellen flexibel kunststof materiaal, die onderling zodanig aan elkaar zijn gelast, dat twee onderling gescheiden opneemruimten la en lb voor viskeus materiaal worden gevormd. Beide opneemruimten la resp. lb lopen aan een uiteinde uit in een tuitdeel lc resp. ld, die door het wegsnijden van een deel van de verpakking telkens 30 een afgeefopening kunnen vormen. Aan het tegenover de tuitdelen lc en ld -% f\ o 4 o ƒ, 1 *; 13 gelegen uiteinde is de verpakking buiten de opneemruimten la en lb voorzien openingen le, voor het arreteren van de verpakking 1 ten opzichte van een tot het samenstel behorende inrichting, die onderstaand nader zal worden beschreven.

5 Bedoelde inrichting omvat een bodemdeel 2, een tussendeel 3 en een dekseldeel 4 alsmede een in Fig. 2 getoonde, als doseerregelmiddel te gebruiken spatel 5. De delen 2-4 zijn verder nog in een tot doos gestapelde en weer losgenomen vorm getoond in Fig. 4.

Het bodemdeel 2 heeft de vorm van een open bak met aan het ene 10 uiteinde een versmald uiteinde 6, dat aan beide zijde zodanig binnenwaarts verspringt, dat door het verlengen van de niet binnenwaarts verspringende zijwanden aan weerszijden een vrij uitstekende lip 7 wordt gevormd. Het andere uiteinde van de open bak vormt een scharniercompartiment 8 met een scharniertap 9.

15 Het tussendeel 3 is een plaatvormig deel 10 met zijranden 11 en nokken 12. Het plaatvormige deel 10 is zodanig bemeten, dat dit de open bak van het bodemdeel 2 met uitzondering van het scharniercompartiment 8 kan afdekken, waarbij de inspringing van het open bak deel wordt gevolgd, zodat de lippen 7 vrij blijven liggen. De nokken 12 kunnen door de 20 openingen le van de verpakking 1 reiken voor het op het plaatvormige deel 10 arreteren van die verpakking.

Het dekseldeel 4 heeft in hoofdzaak de vorm van een (omgekeerde) open bak, die aan zijn ene uiteinde eindigt in een haakdeel 13, waarvan de binnencontour correspondeert met de buitencontour van de lippen 7. Het 25 andere uiteinde van het dekseldeel 4 is verlengd met een plaatvormige flens 14, die aan weerszijden telkens een scharnieroor 15 draagt, dat voorzien is van een halve-sleufgat opening 16, waarvan het binnenuiteinde een straal heeft die overeenkomt met die van de scharniertap 9. Uitgaande van de halve-sleufgat opening 16 is elk scharnieroor 15 in zijn buitenvlak voorzien 1 o ? 1 2 4 / 14 van een zoekvlak 17. In het dekseldeel 4 is nabij het haakdeel 13 nog een dwars wand 18 aanwezig, die een afscheidschot in het open bakdeel vormt.

De in Fig. 2 als doseerregelmiddel te gebruiken spatel 5 bestaat uit een plaatvormig deel 19 dat een breedte heeft die gelijk is aan de afstand 5 tussen de zijranden 11 en dat voorzien is van tegengesteld omgebogen uiteinden, waarbij door het aanbrengen van opstaande zijwanddelen 20 en 21 tussen de omgebogen uiteinden en de overige delen van het plaatvormige deel 19 twee open, aan de uiteinden afgesloten goten zijn gevormd.

In Fig. 1 en 3 is de bovenbesproken inrichting weergegeven in de 10 stand waarbij gedoseerd materiaal uit de verpakking 1 kan worden gedrukt. Het bodemdeel 2 en het dekseldeel 4 zijn daartoe uitgeklapt, dat wil zeggen het dekseldeel 4 bevindt zich in een omgekeerde stand, in eikaars verlengde gelegen, waarbij de plaatvormige flens 14 het scharniercompartiment 8 afdekt en aansluitend op en in het verlengde van het plaatvormige deel 10 15 van het tussendeel 3, dat zich in zijn de rest van de open bak van het bodemdeel 2 afdekkende stand bevindt, is gelegen. Aldus wordt voor de verpakking 1 een steunvlak gevormd dat is samengesteld uit een eerste steunvlakdeel dat gevormd wordt door het bovenvlak van het plaatvormige deel 10, en een tweede steunvlakdeel, dat gevormd wordt door het in die 20 stand bovenvlak van de plaatvormige flens 14. De koppeling tussen het bodemdeel 2 en het dekseldeel 4 wordt daarbij verzorgt door het grijpen van de astappen 9 in de halve-sleufgat openingen 16.

De verpakking 1 wordt over zijn volle lengte, dat wil zeggen ook de tuitdelen lc en ld, gedragen door het steunvlak. Na het arreteren van de 25 verpakking op het steunvlak door het haken van de nokken 12 door de openingen le, en het openen van de verpakking 1 door middel van een snijlijn dwars op en door de tuitdelen lc en ld, is de verpakking gedoseerd leeg te drukken met behulp van de spatel 5. Daartoe wordt de spatel 5 met zijn uiteinde voorzien van de zijwanddelen 21 nabij de nokken 12 en buiten 30 de opneemruimten la en lb tussen de zijranden 11 geschoven en onder 1 0 ? 1 ? * 7 15 tussensluiting van de verpakking tot aanslag tegen het plaatvormige deel 10 gedrukt. Vervolgens wordt de spatel 5 in de richting van de tuitdelen lc en ld geduwd. Bij deze verplaatsing wordt de spatel 5 geleid en gestuurd door de zijranden 11 als gevolg van de glijdende samenwerking tussen de 5 zijranden 11 en de zijwanddelen 21. Hierdoor wordt de verpakking niet alleen uiterst zorgvuldig, maar ook gelijkmatig leeg gedrukt. Dit voordeel spreekt in het bijzonder als de verpakking meerdere, bijvoorbeeld twee zoals bij Fig. 1, afzonderlijk verpakte componenten omvat, die na het uit de verpakking drukken onderling in een vooraf bepaalde verhouding moeten 10 worden gemengd om bijvoorbeeld een hardend mengsel te vormen.

Is het de bedoeling de verpakking 1 niet in een keer leeg te drukken, dan wordt het leeg drukken met de spatel 5 op het gewenste moment gestopt en de tuitdelen lc en ld over althans de plaatvormige flens 14 met de spatel 5 of een plamuurmes of dergelijke leeg gedrukt. Het uit de 15 verpakking gedrukte materiaal komt in het open bakvormige deel van het dekseldeel 4 terecht en kan daarin zonodig worden bewerkt. Daarbij kan gedacht worden aan het mengen van verschillende componenten, het toevoegen van kleur- of vulstoffen, bijvoorbeeld steentjes of andere vaste deeltjes voor het creëren van een marmereffect en dergelijke.

20 Is deze bewerking voltooid, dan kan het dekseldeel 4 bij het haakdeel 13 worden vastgepakt en opgetild, waarbij het dekseldeel 4 loskomt van het bodemdeel 2 doordat de astappen 9 uit de halve-sleufgat openingen 16 schuiven. Het bakvormige dekseldeel 4 met daarin het te verwerken materiaal kan zodoende zonder het overige deel van de inrichting 25 naar de verbruiksplaats worden gebracht, hetgeen de hantering aanzienlijk vergemakkelijkt. De dwarswand 18 geeft daarbij het voordeel dat de vingers die het dekseldeel 4 vasthouden buiten contact blijven met het in de open bak aanwezige materiaal.

Na het verwerken van het materiaal wordt het dekseldeel 30 omgekeerd, dat wil zeggen in de stand gebracht zoals weergegeven in Fig. 4.

! 1 ·? 1 9 4 7 ' ar* fce» 5 16

Als in die figuur het tussendeel 3 gedacht wordt te zijn geplaatst op het bodemdeel 2, zoals getoond in Fig. 1 en 3, is het dekseldeel 4 met een neerwaartse beweging te drukken op en te koppelen met het bodemdeel 2. Daarbij snappen de haakdelen 13 om de lippen 7 en schuiven de 5 scharnieroren 15 in het scharniercompartiment 8, waarbij de zoekvlakken 17 zorgen voor het geleiden naar en het klikken in de halve-sleufgat openingen 16 van de astappen 9. Tegelijk met het tot stand brengen van deze koppeling wordt de (nog deels gevulde) verpakking 1, die uitkragend op het plaatvormige deel 10 ligt, ingeklemd en afgesloten door samenwerking 10 van het plaatvormige deel 10 en de plaatvormige flens 14. Aldus is de geopende verpakking beschermd en afgesloten opgeborgen tot een volgend gebruik.

Voor dat volgende gebruik dient de inrichting te worden geopend. Dit dient te geschieden door de beide lippen 7 gelijktijdig zover naar binnen 15 te drukken dat de haakdelen 13 de lippen 7 kunnen passeren en het dekseldeel 4 om de astappen 9 omhoog kan worden gezwenkt. Aldus is de inrichting in gesloten toestand voorzien van een kinderveilige sluiting. Door het omhoog en doorzwenken van het dekseldeel 4 tot in de in Fig. 1 en 3 weergegeven stand is het samenstel weer in zijn gebruiksklare stand 20 gekomen en kan met behulp van de spatel 5 verder materiaal uit de verpakking 1 worden gedrukt, waarna er verder op de bovenomschreven wijze te werk kan worden gegaan.

Opgemerkt wordt nog, dat het tussendeel 3 wegneembaar is uitgevoerd. De ruimte in het bodemdeel 2 onder het tussendeel 3 kan 25 worden benut voor het opbergen van allerlei zaken, zoals spatels, vulstoffen, kleurstoffen, gebruiksaanwijzing, etc.

Zoals hiervoor beschreven kan het afsluiten van een geopende verpakking geschieden door het tussen de beide steunvlakdelen inklemmen van de open zijde van de verpakking. Dit nu kan op velerlei wijzen worden 10?19 & 1 < 17 gerealiseerd, zoals onderstaand aan de hand van Fig. 5-10, zij het niet uitputtend, nader zal worden toegelicht.

In Fig. 5 is, evenals dit is geschied in Fig. 6-10, op uiterst schematische wijze een eerste steunvlakdeel 31 en een tweede 5 steunvlakdeel 32 weergegeven, waarop een geopende verpakking 33 ligt.

In de uitvoeringsvorm volgens Fig. 6 is een sluiting van de verpakking 33 tot stand gebracht door het tweede steunvlakdeel 32 om een as gelegen in de nabijheid van de overgang tussen het eerste en het tweede steunvlakdeel omhoog te zwenken, waardoor het ten opzichte van het eerste 10 steunvlakdeel 31 uitkragende deel van de verpakking 33 is terug- en omgevouwen, waarbij vlaksgewijze inklemming tussen beide steunvlakdelen voor de afsluiting zorg draagt.

In de uitvoeringsvorm volgens Fig. 7 is het tweede steunvlakdeel 32 om een ongeveer in het midden daarvan gelegen as onder de verpakking 15 uit tot in een daarop gelegen stand gezwenkt, waarbij de verpakking door randsgewijze samenwerking van de beide steunvlakdelen dicht wordt gedrukt en afgesloten. Dit is een afsluiting als verkregen met de in Fig. 1-4 weergegeven uitvoeringsvorm.

In de uitvoeringsvorm volgens Fig. 8 is het tweede steunvlakdeel 20 32 in een in meerdere of mindere mate rechtopstaande stand drukkend tegen de kopse rand van het eerste steunvlakdeel 31 geplaatst onder tussensluiting en dicht drukken van de verpakking 33.

In de uitvoeringsvorm volgens Fig. 9 is het tweede steunvlakdeel 32, al dan niet gekeerd, onder de verpakking 33 uitgetrokken, waarna het 25 ten opzichte van het eerste steunvlakdeel uitkragende deel van de verpakking 33, al dan niet vanzelf door zwaartekracht, in een neerwaarts gerichte stand is komen te hangen en vervolgens is ingeklemd tussen de kopse randen van de beide steunvlakdelen.

In de uitvoeringvorm volgens Fig. 10 is ten opzichte van die volgens 30 Fig. 9 het neerwaarts hangende deel van de verpakking 33 door het tweede 10 2 12 4/ ‘‘ 18 steunvlakdeel 32 tot in een om de rand van het eerste steunvlakdeel 31 heen gevouwen stand gebracht en tegen de onderzijde van het eerste steunvlakdeel 31 ingeklemd en afgesloten.

Het spreekt voor zich, dat er binnen het kader van de uitvinding, 5 zoals neergelegd in de bijgaande conclusies, nog vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Zo hoeft het tweede steunvlakdeel, dat wil zeggen in Fig. 1-4 de plaatvormige flens 14, niet één geheel te vormen met een dekseldeel, maar kan ook op andere wijze verplaatsbaar zijn op gesteld ten opzichte van het eerste steunvlakdeel, het plaatvormige deel 10. Daarbij 10 kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het scharnierbaar of wegneembaar in het bodemdeel en/of aan het eerste steunvlakdeel aanbrengen van het tweede steunvlakdeel. Het eerste steunvlakdeel hoeft niet wegneembaar te worden uitgevoerd, maar kan ook scharnierbaar of vast met het bodemdeel zijn verbonden, waarbij in het laatste geval in het bodemvlak van het 15 bodemdeel een scharnierbaar deel kan zijn aangebracht om de ruimte, indien aanwezig, onder het eerste steunvlakdeel toegankelijk te maken. De spatel kan desgewenst worden voorzien van aanvullende koppel- of geleidingsmiddelen met de inrichting, zoals samenwerkende ribben en groeven. In plaats van een spatel kan ook gekozen worden voor een ander 20 doseerregelmiddel, bijvoorbeeld een al dan niet met de inrichting verbonden rol. De verpakking kan op velerlei andere wijzen dan met nokken in de inrichting worden gearreteerd, waarbij bijvoorbeeld kan worden gedacht aan klemlijsten en -sleuven. Hoewel dit de voorkeur verdient, hoeft de inrichting ook niet doosvormig te worden uitgevoerd en kan een dekseldeel 25 en/of bodemdeel ontbreken. Wezenlijk is dat het steunvlak zodanig tweedelig is uitgevoerd dat dit de volledige verpakking tot en met de afgeefopening of afgeefopeningen daarvan kan dragen, zodat de verpakking volledig kan worden leeg gedrukt en dat door samenwerking van het eerste en het tweede steunvlakdeel een geopende verpakking is af te sluiten.

30 < π ;? 1 2 4 ?

Claims (24)

1. Samenstel voorzien van een verpakking en een inrichting voor het gedoseerd leegdrukken van de verpakking, welke verpakking viskeus materiaal bevat en althans deels is vervaardigd uit flexibel velvormig foliemateriaal en welke inrichting is voorzien van een frame met 5 geleidingsmiddelen en een in hoofdzaak vlak steunvlak voor het ondersteunen van de verpakking alsmede van doseerregelmiddelen, die geleid door de geleidingsmiddelen in een wat hun oriëntatie ten opzichte van het steunvlak betreft in hoofdzaak niet wijzigende stand over en langs het steunvlak zijn te verplaatsen, waarbij het leegdrukken plaatsvindt door 10 met de doseerregelmiddelen de verpakking uitgaande van een eerste einde in de richting van een tweede tegenover het eerste gelegen einde met ten minste een door het wegsnijden van materiaal van de verpakking te openen afgeefopening kneepvormig op het steunvlak plat te drukken, waarbij de ten minste ene afgeefopening op het steunvlak is gesitueerd en de 15 doseerregelmiddelen tot ten minste de ene afgeefopening over het steunvlak zijn te verplaatsen, met het kenmerk, dat het frame een stationair deel met een eerste steunvlakdeel en een ten opzichte van het stationaire deel beweegbaar deel met een tweede steunvlakdeel omvat, waarbij het tweede steunvlakdeel in een eerste stand, waarin het beweegbare deel is gekoppeld 20 met het stationaire deel, in het verlengde van en aansluitend op het eerste steunvlakdeel is gelegen en een deel van de verpakking met de ten minste ene afgeefopening draagt, en waarbij het tweede steunvlakdeel in een tweede stand, waarin het beweegbare deel eveneens is gekoppeld met het stationaire deel, het tweede steunvlakdeel versprongen is opgesteld ten 25 opzichte van het eerste steunvlakdeel, een en ander zodanig, dat in de tweede stand door een tegen verplaatsing geborgde samenwerking van het * -:¾ 1 *) i / stationaire deel en het beweegbare deel de verpakking in de nabijheid van de ten minste ene afgeefopening in hoofdzaak afdichtend wordt afgesloten.

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tweede steunvlakdeel zich in de tweede stand in hoofdzaak evenwijdig aan het 5 eerste steunvlakdeel uitstrekt.

3. Samenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het beweegbare deel door zwenking ten opzichte van het stationaire deel vanuit de eerste stand in de tweede stand is te brengen, een en ander zodanig dat in de tweede stand het tweede steunvlakdeel in hoofdzaak tegengesteld is 10 gericht aan het eerste steunvlakdeel.

4. Samenstel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat in de tweede stand een in de eerste stand voorgelegen vrije eindrand van het beweegbare deel onder afsluitende inklemming van een deel van de verpakking aanligt tegen een zowel in de eerste als in de tweede stand vorengelegen eindrand 15 van het stationaire deel.

5. Samenstel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een randgebied van het tweede steunvlakdeel op het beweegbare deel in de tweede stand tegenover een randgebied van het eerste steunvlakdeel op het stationaire deel ligt.

6. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het beweegbare deel deel uitmaakt van een dekseldeel en het stationaire deel van een bodemdeel, waarbij het dekseldeel en het bodemdeel in de tweede stand van de steunvlakdelen een gesloten doos vormen, waarin zich de verpakking bevindt.

7. Samenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat in de eerste stand van de steunvlakdelen gezien het dekseldeel aansluitend op een van het eerste steunvlakdeel afgekeerde zijde van het tweede steunvlakdeel een mengdeel voor uit de verpakking gedrukt materiaal vormt, waarbij het dekseldeel in die stand loskoppelbaar is van het bodemdeel. i 0 2 1 2 4 ?

8. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op het eerste steunvlakdeel gezien in de eerste stand van de steunvlakdelen aan een van het tweede steunvlakdeel afgekeerde zijde is voorzien in vastzetmiddelen voor het ten opzichte van het eerste 5 steunvlakdeel vastzetten van de verpakking.

9. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen, in de eerste stand van de steunvlakdelen gezien, de vorm hebben van in eikaars verlengde gelegen opstaande zijranden ter weerszijden van het eerste en het tweede 10 steunvlakdeel en de doseerregelmiddelen de vorm hebben van een spatelvormig orgaan, dat een zodanige breedte heeft, dat het spatelvormige orgaan met een glijpassing tussen de opstaande zijranden is te verschuiven.

10. Inrichting voor het gedoseerd leegdrukken van een verpakking, die viskeus materiaal bevat en althans deels is vervaardigd uit flexibel 15 velvormig foliemateriaal, welke inrichting is voorzien van een frame met geleidingsmiddelen en een in hoofdzaak vlak steunvlak alsmede van doseerregelmiddelen, waarbij de doseerregelmiddelen en de geleidingsmiddelen zodanig zijn ingericht, dat de doseerregelmiddelen in een wat hun oriëntatie ten opzichte van het steunvlak betreft zich niet 20 wijzigende stand over en langs het steunvlak zijn te verplaatsen, met het kenmerk, dat het frame een stationair deel met een eerste steunvlakdeel en een ten opzichte van het stationaire deel beweegbaar deel met een tweede steunvlakdeel omvat, waarbij het tweede steunvlakdeel in een eerste stand, waarin het beweegbare deel is gekoppeld met het stationaire deel, in het 25 verlengde van en aansluitend op het eerste steunvlakdeel is gelegen, en waarbij in een tweede stand, waarin het beweegbare deel eveneens is gekoppeld met het stationaire deel, het tweede steunvlakdeel onder vrijlating van een relatief nauwe spleet in de orde van grootte van de dikte van twee lagen flexibel velvormig foliemateriaal versprongen en geborgd is 30 opgesteld ten opzichte van het eerste steunvlakdeel. 1 0 2 1 2 4?

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het stationaire deel is ondergebracht in een bodemdeel en het beweegbare deel in een dekseldeel, waarbij het bodemdeel en het dekseldeel tot een gesloten doos zijn samen te stellen, waarin de twee steunvlakdelen zich in de tweede 5 stand bevinden, terwijl in een open stand van de doos het bodemdeel en het dekseldeel in een zodanig gekoppelde stand zijn te brengen dat de twee steunvlakdelen zich in de eerste stand bevinden.

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het tweede steunvlakdeel is aangebracht op een uiteinde van het dekseldeel, dat 10 althans in de gesloten stand van de doos door middel van een scharnierverbinding is verbonden met een uiteinde van het bodemdeel.

13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat in de gesloten stand van de doos de tegenover de scharnierbaar verbonden uiteinden van het bodemdeel en het deksel gelegen uiteinden van die delen 15 door een kinderveilige sluiting zijn verbonden.

14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de scharnierverbinding wordt gevormd door astappen op het ene deel en deze opnemende uitsparingen in het andere deel, een en ander zodanig, dat in genoemde open stand van de doos de scharnierverbinding is te lossen.

15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het dekseldeel ter weerszijden van het tweede steunvlakdeel voorzien is van zich loodrecht op het tweede steunvlakdeel uitstrekkende zijwandflenzen en het bodemdeel van zich in het verlengde van het eerste steunvlakdeel en daar loodrecht op uitstrekkende zijwanddelen, waarbij de zijwandflenzen 25 zijn voorzien van genoemde uitsparingen en de zijwanddelen van genoemde astappen, een en ander zodanig, dat in de tweede stand van de steunvlakdelen de zijwandflenzen en de zijwanddelen vlaksgewijs naast elkaar liggen en de astappen in de uitsparingen zitten, terwijl in de eerste stand van de steunvlakdelen de astappen lostrekbaar in de uitsparingen 30 zijn gelegen. 102124^

16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de zijwandflenzen elk voorzien zijn van een uitsparing in de vorm van een halve sleufgatopening met open buitenuiteinde en een halfcirkelvormig binnenuiteinde, een en ander zodanig, dat de astappen in de eerste stand 5 van de steunvlakdelen in en uit het open buitenuiteinde kunnen schuiven en in de tweede stand van de steunvlakdelen aanstuiten tegen het halfcirkelvormige binnenuiteinde.

17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat elke zijwandflens uitgaande van het halfcirkelvormige binnenuiteinde van de 10 halve sleufgatopening in een richting afgekeerd van het open binnenuiteinde van de halve sleufgatopening voorzien is van een insnapverdieping.

18. Inrichting volgens een der conclusies 11-17, met het kenmerk, dat het dekseldeel gezien in de eerste stand van de steunvlakdelen aansluitend 15 op het tweede steunvlakdeel de vorm heeft van een open bak.

19. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de open bak door een dwarsschot in twee compartimenten is verdeeld.

20. Inrichting volgens een der conclusies 11-19, met het kenmerk, dat het eerste steunvlakdeel is gesitueerd op een in het bodemdeel 20 ondergebracht tussendeel.

21. Inrichting volgens een der conclusies 10-20, met het kenmerk, dat het eerste steunvlakdeel ter weerszijden is voorzien van daar loodrecht op staande zijranden, die als geleidingsmiddelen dienst kunnen doen en, in de eerste stand van de steunvlakdelen, in lijn zijn gelegen met ter weerszijden 25 van het tweede steunvlakdeel aangebrachte zijwandflenzen, waarbij verder voorzien is in doseerregelmiddelen in de vorm van een spatelvormig orgaan, dat een breedte heeft die in hoofdzaak gelijk is aan de afstand tussen de zijranden ter weerszijden van het eerste steunvlakdeel, en dat voorzien is van een afgerond omgebogen leegdrukrand met aan weerszijden zich daar 30 loodrecht op uitstrekkende leivlakken. 1 0 2 1 2 4 2

22. Inrichting volgens een der conclusies 10-21, met het kenmerk, dat op het eerste steunvlakdeel in een eindgebied afgekeerd van een in de eerste stand van de steunvlakdelen op het tweede steunvlakdeel aansluitend gebied vastzetmiddelen voor een verpakking zijn aangebracht.

23. Inrichting volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de vastzetmiddelen worden gevormd door een klemlijst of -sleuf.

24. Inrichting volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de vastzetmiddelen bestaan uit inhaaknokken met een inhaakrichting in hoofdzaak evenwijdig aan het eerste steunvlakdeel, welke inhaaknokken 10 geschikt zijn om samen te werken met in een verpakking aangebrachte openingen. l \J L· l (L% *