NL1021173C2 - Apotheeksysteem voor het voorschrijven en afleveren van geneesmiddelen. - Google Patents

Apotheeksysteem voor het voorschrijven en afleveren van geneesmiddelen. Download PDF

Info

Publication number
NL1021173C2
NL1021173C2 NL1021173A NL1021173A NL1021173C2 NL 1021173 C2 NL1021173 C2 NL 1021173C2 NL 1021173 A NL1021173 A NL 1021173A NL 1021173 A NL1021173 A NL 1021173A NL 1021173 C2 NL1021173 C2 NL 1021173C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pharmacy
pharmacy system
patient
computer
medicine
Prior art date
Application number
NL1021173A
Other languages
English (en)
Inventor
Cornelis Wilhelmus Henr Schaap
Adelbert Jozef Martin Schoonen
Original Assignee
Cons Health Entrepreneurs Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cons Health Entrepreneurs Bv filed Critical Cons Health Entrepreneurs Bv
Priority to NL1021173A priority Critical patent/NL1021173C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1021173C2 publication Critical patent/NL1021173C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G16INFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR SPECIFIC APPLICATION FIELDS
    • G16HHEALTHCARE INFORMATICS, i.e. INFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR THE HANDLING OR PROCESSING OF MEDICAL OR HEALTHCARE DATA
    • G16H20/00ICT specially adapted for therapies or health-improving plans, e.g. for handling prescriptions, for steering therapy or for monitoring patient compliance
    • G16H20/10ICT specially adapted for therapies or health-improving plans, e.g. for handling prescriptions, for steering therapy or for monitoring patient compliance relating to drugs or medications, e.g. for ensuring correct administration to patients
    • G16H20/13ICT specially adapted for therapies or health-improving plans, e.g. for handling prescriptions, for steering therapy or for monitoring patient compliance relating to drugs or medications, e.g. for ensuring correct administration to patients delivered from dispensers

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Bioinformatics & Cheminformatics (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Medical Informatics (AREA)
  • Primary Health Care (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Medical Treatment And Welfare Office Work (AREA)
  • Medical Preparation Storing Or Oral Administration Devices (AREA)

Description

Titel: Apotheeksysteem voor het voorschrijven en afleveren van geneesmiddelen 5
De uitvinding heeft betrekking op een apotheeksysteem voor het voorschrijven en afleveren van geneesmiddelen aan een patiënt, voorzien van tenminste een invoereenheid waarin een arts een invoersignaal met onder meer gegevens betreffende een recept van een geneesmiddel voor een 10 patiënt en de identiteit van de patiënt in het apotheeksysteem kan invoeren, waarbij de invoereenheid een met het ingevoerde invoersignaal corresponderend receptsignaal kan genereren, waarbij het apotheeksysteem voorts is voorzien van afgifteautomaten voor het op basis van het receptsignaal afgeven van geneesmiddelen, en waarbij het apotheeksysteem 15 kan zijn voorzien van een eventuele apotheekcomputer die met de invoereenheid en tenminste een van de afgifteautomaten is gekoppeld, waarbij de eventuele apotheekcomputer op basis van het receptsignaal een stuursignaal voor het aansturen van de met de eventuele apotheekcomputer gekoppelde afgifteautomaat kan genereren.
20 Een dergelijk apotheeksysteem is bekend uit WO 95/25423.
Met het bekende apotheeksysteem kan een arts een recept via een invoersignaal in de invoereenheid invoeren. Het invoersignaal bevat informatie met betrekking tot de identiteit van de patiënt en het recept voor het geneesmiddel voor de patiënt. Het voorschrijven van het recept is de 25 verantwoordelijkheid van de arts. De invoereenheid kan in de praktijkruimte van de arts zijn opgesteld. De invoereenheid genereert op basis van het invoersignaal een receptsignaal. Volgens het bekende apotheeksysteem kan het receptsignaal worden toegevoerd aan apotheekcomputer. De apotheekcomputer genereert dan een met het 30 receptsignaal corresponderend stuursignaal waarmee een met de apotheekcomputer verbonden afgifteautomaat wordt aangestuurd voor het afgeven van het geneesmiddel.
2
Het is echter evenzeer mogelijk dat de invoereenheid direct is verbonden met een afgifte automaat van het apotheeksysteem. In dat geval verwerkt de direct met de invoereenheid verbonden afgifte automaat het receptsignaal zelf voor het genereren van het stuursignaal voor de 5 afgifte automaat. Vervolgens geeft de direct verbonden afgifteautomaat het geneesmiddel op basis hiervan af.
De apotheekcomputer en de afgifteautomaat vallen normaliter onder verantwoordelijkheid van de apotheker, zodat de wettelijk vereiste scheiding tussen het voorschrijven en het afleveren van geneesmiddelen 10 gehandhaafd blijft. Het bekende apotheeksysteem is een geautomatiseerd systeem voor het voorschrijven en afgeven van medicijnen.
Het is een doel van de uitvinding om het bekende apotheeksysteem verder te verbeteren. In het bijzonder is het een doel van de uitvinding om te voorzien in een flexibel apotheeksysteem, waarbij de patiënt kan bepalen 15 waar hij zijn medicijnen kan afhalen.
Het doel van de uitvinding wordt bereikt met het apotheeksysteem dat gekenmerkt is doordat het apotheeksysteem zodanig is ingericht dat de patiënt of arts leveringsinformatie in het systeem kan invoeren voor het selecteren van de eventuele apotheekcomputer en/of voor het selecteren van 20 een van de afgifte automaten voor het afgeven van het betreffende geneesmiddel. Aldus kan de patiënt zelf bepalen bij welke afgifteautomaat hij zijn geneesmiddel zal afhalen, hetgeen het gemak voor de patiënt vergroot. Indien het apotheeksysteem is voorzien van respectieve apotheekcomputers die toebehoren aan respectieve apotheekhouders, dan 25 kan de patiënt een keuze maken uit de apotheekhouders door een selectie voor een bepaalde apotheekcomputer te maken. Indien de geselecteerde apotheekcomputer gekoppeld is met meerdere afgifte automaten dan kan de patiënt tevens een gewenste afgifteautomaat bij de geselecteerde apotheekcomputer selecteren. Voor het afhalen van het voorgeschreven 30 geneesmiddel bij de geselecteerde afgifteautomaat zal de patiënt zich dienen 3 te identificeren, hetgeen bijvoorbeeld met een op zich bekende patiëntenkaart kan geschieden.
In dunbevolkte gebieden is er veelal sprake van apotheekhoudende artsen. In dit geval is er normaliter geen apotheekcomputer opgenomen in 5 het apotheeksysteem, zodat de patiënt slechts een afgifte automaat kan selecteren.
Een uitvoeringsvorm van het apotheeksysteem volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat deze zodanig is ingericht dat de leveringsinformatie door de patiënt of door de arts via de invoereenheid kan 10 worden ingevoerd. Bij voorkeur is het apotheeksysteem voorzien van een dubbel uitgevoerde invoereenheid, waarbij een eerste invoerdeel is opgesteld bij de arts en waarbij een tweede invoerdeel is opgesteld bij een doktersassistent(e)/praktijkassistent(e) van de arts. In dit geval kan de arts een recept en leveringsinformatie in het eerste invoerdeel invoeren en kan 15 de assistent(e) een herhaalrecept en/of (gewijzigde) leveringsinformatie in het tweede invoerdeel invoeren. De patiënt kan de arts (of de assistente) in de praktijkruimte verzoeken om bij het invoeren van het invoersignaal in de invoereenheid tevens de gewenste leveringsinformatie met de gewenste apotheekcomputer en/of de gewenste afgifteautomaat in te voeren.
20 Volgens een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding geldt dat het apotheeksysteem zodanig is ingericht dat de leveringsinformatie door de patiënt via een al dan niet mobiele telefoonverbinding of via een internetverbinding in het apotheeksysteem kan worden ingevoerd. Op deze manier kan de patiënt, bijvoorbeeld nadat het bezoek in de praktijkruimte 25 bij de arts heeft plaatsgevonden, een gewenste apotheekcomputer en/of afgifteautomaat selecteren. Eventueel kan de patiënt reeds eerder ingevoerde leveringsinformatie wijzigen. Bij voorkeur geldt dat het apotheeksysteem is voorzien van middelen voor het vaststellen van de identiteit van de patiënt, zoals met een Pincode, waarbij het 30 apotheeksysteem zodanig is ingericht dat de leveringsinformatie in het 4 apotheeksysteem slechts kan worden ingevoerd nadat de patiënt zich correct, via de genoemde middelen, heeft geïdentificeerd. Hiermee wordt fraude verhinderd.
Voor een geavanceerde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding geldt 5 dat de invoereenheid is ingericht om het invoersignaal van een uniek aanvraagnummer te voorzien, waarbij het apotheeksysteem is ingericht om het hiermee corresponderende receptsignaal en het hiermee corresponderende stuursignaal eveneens van het unieke aanvraagnummer te voorzien, en waarbij elke afgifte automaat is voorzien van 10 geheugenmiddelen voor het opslaan van het aanvraagnummer tezamen met een bevestiging van afgifte indien het geneesmiddel daadwerkelijk door de betreffende afgifteautomaat is afgegeven. Bij voorkeur geldt daarbij dat elke afgifte automaat is ingericht om, voordat afgifte van een geneesmiddel plaatsvindt, in zijn geheugenmiddelen op basis van geregistreerde afgiftes 15 en bijbehorende aanvraagnummers na te gaan of er een bevestiging van afgifte van het voorgeschreven middel is geregistreerd. Op deze wijze wordt verhinderd dat een afgifteautomaat een aantal malen achter elkaar een voorgeschreven geneesmiddel afgeeft. Met name situaties waarin door computerstoringen een zelfde bericht meerdere malen wordt verzonden 20 worden hiermee ondervangen.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van het apotheeksysteem volgens de uitvinding geldt dat elke afgifteautomaat is ingericht om voorraadinformatie aan het apotheeksysteem af te geven. Deze voorraadinformatie kan bijvoorbeeld worden doorgegeven aan met de 25 afgifteautomaten gekoppelde apotheekcomputers. Indien het apotheeksysteem is voorzien van een centrale computer die met elk van de apotheekcomputers is verbonden, dan kan de informatie met betrekking tot de beschikbaarheid van geneesmiddelen via de apotheekcomputers naar de centrale computer worden gecommuniceerd. Indien bepaalde medicijnen 30 niet meer in een bepaalde afgifteautomaat voorradig zijn dan kan dit zowel 5 via de afgifteautomaat en de hiermee gekoppelde apotheekcomputer(s) aan de invoereenheid bij de arts, als via de centrale computer die met de invoereenheid is verbonden aan de arts, worden doorgegeven. Zodoende kan een arts via de invoereenheid een overzicht verkrijgen van de 5 beschikbaarheid van geneesmiddelen in de diverse afgifteautomaten, zodat de arts bij het selecteren van een afgifteautomaat hiermee rekening kan houden. Tevens kan de patiënt via de centrale computer informatie met betrekking tot de beschikbaarheid van geneesmiddelen verkrijgen alsmede op basis hiervan de genoemde leveringsinformatie in het apotheeksysteem 10 invoeren. Bij voorkeur geldt dat de centrale computer op basis van ingevoerde bestanden met patiëntgegevens en/of verzekeringsgegevens controles kan uitvoeren van voorgeschreven geneesmiddelen en/of automatisch rekeningen kan versturen naar verzekeraars/patiënten.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van 15 de tekening, waarin:
Fig. 1 schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een apotheeksysteem volgens de uitvinding toont;
Fig. 2 schematisch een invoereenheid van het apotheeksysteem volgens Fig. 1 toont; 20 Fig. 3 schematisch een afgifteautomaat van het apotheeksysteem volgens Fig. 1 toont;
Fig. 4 schematisch een tweede uitvoeringsvorm van het apotheeksysteem volgens de uitvinding toont.
Fig. 1 toont schematisch een apotheeksysteem 2 voor het 25 voorschrijven en afleveren van geneesmiddelen aan een patiënt. Het apotheeksysteem 2 is voorzien van tenminste een invoereenheid 4 waarin een arts een invoersignaal 6 met onder meer gegevens betreffende een recept van een geneesmiddel voor de patiënt en de identiteit van de patiënt in het apotheeksysteem 2 kan invoeren. Alhoewel om redenen van eenvoud 30 slechts één invoereenheid 4 is getoond, zal het apotheeksysteem meestal 4 f : ’"· ' 6 van meerdere invoereenheden 4, die opgesteld zijn in praktijkruimten van meerdere artsen, zijn voorzien. De invoereenheid 4 kan op basis van een met het ingevoerde invoersignaal 6 corresponderend receptsignaal 8 genereren. Voorts is het apotheeksysteem 2 voorzien van afgifteautomaten 5 10.i (i=l,...,7) voor het op basis van het receptsignaal 8 afgeven van geneesmiddelen.
In het voorbeeld van Fig. 1 is het apotheeksysteem 2 voorzien van een aantal apotheekcomputers 12.j 0=1,---5) die met de invoereenheid 4 en met de afgifteautomaten lO.i (i=l,...,7) zijn gekoppeld zoals aangegeven in 10 Fig. 1. De koppelingen zijn bijvoorbeeld datalijnen die gevormd kunnen zijn door gebruikmaking van modems en een bestaande telefoonverbinding, maar de koppelingen kunnen ook draadloze verbindingen zijn. Over deze koppelingen kunnen signalen zoals het genoemde invoersignaal 6 en het receptiesignaal 8 worden verzonden.
15 Het apotheeksysteem 2 is bij voorkeur voorzien van een centrale computer 13 welke is verbonden met de apotheekcomputers 12.i (i= 1,...,5). Bij voorkeur zijn de afgifteautomaten 10.i (i= 1,...,7) zodanig ingericht dat deze aan de centrale computer 13 doorgeven welke geneesmiddelen de afgifteautomaten in voorraad hebben. De centrale computer is met een 20 dataverbinding 14 met de invoereenheid 4 van de arts verbonden. De centrale computer kan zijn voorzien van een databank met patiëntgegevens.
Het apotheeksysteem volgens Fig. 1 is zodanig ingericht dat de patiënt of arts leveringsinformatie in het systeem kan invoeren voor het selecteren van de eventuele apotheekcomputer en/of voor het selecteren van 25 een van de afgifteautomaten voor het afgeven van het betreffende geneesmiddel. Zodoende kan de patiënt bepalen welke apotheekcomputer 12.j (welke apotheek) zijn geneesmiddel volgens het recept zal verzorgen en bij welke afgifteautomaat hij het geneesmiddel zal kunnen afhalen. Pas nadat de leveringsinformatie in het apotheeksysteem is ingevoerd is bekend 30 waar het geneesmiddel zal worden afgegeven. Dientengevolge kan het 7 geneesmiddel pas na invoering van zowel het receptsignaal als de leveringsinformatie worden afgegeven. Dit zal hierna, bij de beschrijving van de werking van het apotheeksysteem 2, nader worden toegelicht.
In Fig. 2 is de invoereenheid 4 van het systeem 2 volgens Fig. 1 in 5 meer detail weergegeven. De invoereenheid 4 is normaliter in de praktijkruimte van een arts gesitueerd. De invoereenheid 4 omvat in dit voorbeeld een computer 15 en een hiermede verbonden beeldscherm 16 en toetsenbord 18. Voorts omvat de invoereenheid 4 een databank waarin diverse gegevens over indicaties met bijbehorende recepten van 10 geneesmiddelen zijn opgeslagen, alsmede bijvoorbeeld gegevens van een patiënt waarbij de invoereenheid 4 volgens een vooraf bepaald algoritme controleert of een voor een patiënt voorgeschreven recept overeenkomt met de in de databank opgeslagen gegevens.
De respectievelijke apotheekcomputers 12.j (j= 1,..., 5) behoren toe 15 aan respectieve apotheekhouders. Normaliter is elke apotheekcomputer in of nabij de apotheek van de betreffende apotheekhouder opgesteld. De apotheekcomputer 12.j kan op basis van het receptsignaal 8 een stuursignaal 20 voor het aansturen van een met de apotheekcomputer 12.j gekoppelde afgifteautomaat lO.i genereren. De apotheekcomputer 12.j is 20 voorzien van een apotheekdatabank waarin diverse gegevens over indicaties met bijbehorende recepten van geneesmiddelen zijn opgeslagen, alsmede bijvoorbeeld gegevens van een patiënt waarbij de apotheekcomputer volgens een vooraf bepaald algoritme controleert of een middels het receptsignaal ontvangen recept overeenstemt met de in de apotheekdatabank opgeslagen 25 gegevens.
In Fig. 3 is een afgifteautomaat 10 getoond zoals die kan worden gebruikt in het apotheeksysteem volgens Fig. 1. De afgifteautomaat is voorzien van een controle-eenheid 22 en een selectie-eenheid 24 die middels leiding 26 door de controle-eenheid 22 wordt gestuurd. Daarnaast omvat de 30 afgifteautomaat 10 een magazijn 28, een middels de leiding 29 met de 8 controle-eenheid 22 verbonden codeleeseenheid 30, een middels leiding 32 met de controle-eenheid 22 verbonden printer 34 en een middels leiding 36 met de controle-eenheid verbonden codeleeseenheid 38.
Het apotheeksysteem 2 is zodanig ingericht dat de 5 leveringsinformatie via de invoereenheid 4 kan worden ingevoerd, zodat de arts leveringsinformatie voor de patiënt in het apotheeksysteem kan invoeren. Indien de patiënt geen selectie van apotheek(computer) en/of van afgifte automaat wil maken dan kan er een "defaulf'-waarde voor de leveringsinformatie in het receptsignaal worden opgenomen.
10 Het is echter ook mogelijk dat de leveringsinformatie door de patiënt in het apotheeksysteem wordt ingevoerd. De patiënt kan de leveringsinformatie via een al dan niet mobiele telefoonverbinding of via een internetverbinding in het apotheeksysteem 2 invoeren, bijvoorbeeld door in te bellen naar de centrale computer 13. Hierdoor is het mogelijk dat 15 de patiënt in een later stadium (dwz nadat de behandeling in de praktijkruimte heeft plaatsgevonden) aangeeft via welke apotheek(computer) en via welke afgifteautomaat hij zijn geneesmiddel wenst te ontvangen. Indien de patiënt via een telefoonverbinding of via een internetverbinding leveringsinformatie doorgeeft, dan zal de patiënt zich bij 20 voorkeur moeten identificeren. Hiervoor is het apotheeksysteem voorzien van middelen voor het vaststellen van de identiteit van de patiënt, zoals met Pincode. Het apotheeksysteem is zodanig in gericht dat de leveringsinformatie in het apotheeksysteem kan worden ingevoerd nadat de patiënt zich correct heeft geïdentificeerd.
25 De werking van het systeem kan als volgt worden verduidelijkt.
Een recept omvat in het algemeen de naam, adres en telefoon/faxnummer van de arts, de personalia van de patiënt, gegevens zoals naam, sterkte, hoeveelheid, en toedieningsvorm van het geneesmiddel en het gebruik ervan zoals frequentie van toediening en bijzondere mededelingen. Een dergelijk 30 recept wordt door de arts als volgt samengesteld. De arts roept de patiënt op 9 uit de databank van de invoereenheid 4 of uit de databank van een andere computer zoals een apotheekcomputer 12.j of de centrale computer 13. Indien de identiteit van de patiënt niet bekend is dan kan de arts deze desgewenst in het systeem invoeren. Vervolgens voert de arts via het 5 toetsenbord 18 het receptsignaal 6 in. Eventueel geeft het apotheeksysteem de arts via het beeldscherm 16 een overzicht bij welke afgifteautomaten een bepaald geneesmiddel voorradig is. Dit overzicht kan bijvoorbeeld worden verkregen via de centrale computer 13. Tevens controleert het apotheeksysteem 2 of het receptsignaal 6 overeenstemt met de in databases 10 van het apotheeksysteem opgeslagen patiëntgegevens. Indien er geen overeenstemming is wordt er via het beeldscherm 16 een signaal aan de arts gegeven. Indien de arts tevens leveringsinformatie (al dan niet opgenomen in het receptsignaal) in het apotheeksysteem invoert dan weet de patiënt waar hij zijn geneesmiddel kan ophalen. Indien de arts geen 15 leveringsinformatie heeft ingevoerd, dan wordt het receptsignaal bijvoorbeeld in een database van de invoereenheid 4 of de centrale computer 13 opgeslagen. In dit geval dient de patiënt in een later stadium de genoemde leveringsinformatie in het systeem in te voeren voor het selecteren van een apotheekcomputer en/ of afgifteautomaat Nadat de 20 leveringsinformatie door de patiënt in het systeem is ingevoerd, wordt het opgeslagen receptsignaal uit de database van de invoereenheid of de centrale computer 13 opgehaald. Vervolgens wordt het receptsignaal, op basis van de leveringsinformatie, voorzien van een selectienummer. Daarna wordt het receptsignaal 8 door de invoereenheid 4 of de centrale computer 25 13 via de genoemde koppelingen naar de apotheekcomputer en/of afgifteautomaat verstuurd. Met het selectienummer wordt een apotheekcomputer en/ of een afgifteautomaat geselecteerd. Vervolgens wordt het receptsignaal 8 door de geselecteerde apotheekcomputer/ afgifteautomaat verder verwerkt.
10
Nadat de apotheekcomputer en/of de afgifteautomaat zijn geselecteerd wordt het receptsignaal 8 door de invoereenheid 4 of door de centrale computer 13 naar de betreffende apotheekcomputer met de betreffende afgifteautomaat gestuurd. De betreffende apotheekcomputer 5 12.j kan eventuele afwijkingen met eerdere ingevoerde receptsignalen vaststellen. Eventueel kan de apotheekcomputer in het geval van afwijkingen een waarschuwingssignaal afgeven aan de apotheker (of via de invoereenheid 4 aan de arts). Vervolgens genereert de betreffende apotheekcomputer 12.j een stuursignaal 20 dat naar de betreffende 10 afgifteautomaat wordt verzonden. Het magazijn 28 van de afgifteautomaat 10.1 is in dit voorbeeld met voorverpakte geneesmiddelen geladen waarvan de verpakking is voorzien van een unieke identificatiecode voor de geneesmiddelen die zich in de betreffende verpakking bevinden. In dit voorbeeld zijn de geneesmiddelen in een vooraf bepaalde volgorde in het 15 magazijn 28 opgeslagen. Deze volgorde is eveneens in een geheugen van de controle-eenheid 22 opgeslagen.
De controle-eenheid 22 stuurt na ontvangst van het stuursignaal 20 via leiding 26 de selectie-eenheid 24 zodanig aan dat deze uit het magazijn een geneesmiddel selecteert dat in het stuursignaal 20 is 20 opgeslagen. De selectie-eenheid 24 is hiertoe voorzien van een schematisch weergegeven robotarm 40 die in dit voorbeeld niet nader zal worden omschreven.
Het betreffende geneesmiddel wordt door de robotarm 40 gegrepen en naar buiten het magazijn getransporteerd, bijvoorbeeld naar een locatie 25 24.1 van de selectie-eenheid 24. Het zich op de locatie 24.1 bevindende geneesmiddel wordt vervolgens door de selectie-eenheid 24 naar een locatie 24.2 gevoerd. De codeleeseenheid 30 is dusdanig ten opzichte van de locatie 24.2 opgesteld dat deze de in of op de verpakking van het geselecteerde geneesmiddel aanwezige identificatiecode kan lezen. Deze code kan 30 bijvoorbeeld een streepjescode of een Barcode zijn.
11
De door de codeleeseenheid 30 vastgestelde identificatiecode van het geneesmiddel wordt via de leiding 29 naar de controle-eenheid 22 gestuurd. De controle-eenheid 22 vergelijkt deze code met de inhoud van het eerder ontvangen stuursignaal 20 om te controleren of het juiste 5 geneesmiddel is geselecteerd. Indien het juiste geneesmiddel is geselecteerd dan stuurt de controle-eenheid 22 via de leiding 26 de selectie-eenheid 24 dusdanig aan, dat het geneesmiddel naar een locatie 24.3 wordt getransporteerd. Nabij deze locatie bevindt zich de printer 34 die vervolgens door de controle-eenheid 22 via de leiding 32 wordt aangestuurd opdat een 10 etiket met daarop de gewenste gegevens worden geprint. Het etiket wordt vervolgens op de verpakking van het geneesmiddel aangebracht.
Hierna stuurt de controle-eenheid 22 de selectie-eenheid 24 dusdanig, dat het voor afgifte gerede geneesmiddel naar een locatie 24.4 wordt gestuurd. Het geneesmiddel kan van deze locatie worden opgehaald 15 door de patiënt, waarvoor de patiënt zich bijvoorbeeld dient te identificeren met bijvoorbeeld een patiëntenkaart al dan niet voorzien van een Pincode.
In het geval waarin het geneesmiddel bij de controle niet het juiste blijkt te zijn, dan wordt de apotheker gewaarschuwd en wordt het geneesmiddel niet afgegeven.
20 In Fig. 4 is een apotheeksysteem 2 getoond dat niet is voorzien van een apotheekcomputer, maar waarbij de invoereenheid 4 direct met de afgifteautomaten 10.i (i= 1,...,4) is verbonden. Dit type systeem wordt wel in dun bevolkte gebieden gebruikt bij zogenaamde apotheekhoudende huisartsen. Bij het apotheeksysteem volgens Fig. 4 kan eveneens op basis 25 van leveringsinformatie een afgifteautomaat lO.i worden geselecteerd. Het selecteren van een afgifteautomaat geschiedt hierbij, overeenkomstig het eerder besprokene, aan de hand van fig. 1, bijvoorbeeld via de invoereenheid 4 of via de centrale computer 13.
Volgens een gunstige uitvoeringsvorm van het apotheeksysteem 2 30 geldt dat de invoereenheid 4 is ingericht om het invoersignaal 6 van een 12 uniek aanvraagnummer te voorzien, waarbij het apotheeksysteem is ingericht om het hiermee corresponderende receptsignaal 8 en het hiermee corresponderende stuursignaal zo eveneens van het unieke aanvraagnummer te voorzien. Hierbij geldt dat elke afgifte automaat 10.i is 5 voorzien van geheugenmiddelen voor het opslaan van het aanvraagnummer tezamen met een bevestiging van afgifte indien het geneesmiddel daadwerkelijk door de betreffende afgifteautomaat lO.i is afgegeven. Zodoende is het mogelijk om, voordat afgifte van een geneesmiddel plaatsvindt, de betreffende afgifteautomaat in zijn geheugenmiddelen na te 10 laten gaan of er een bevestiging van afgifte van het voorgeschreven middel is geregistreerd. Aldus kan worden verhinderd dat het geneesmiddel twee maal achtereen wordt afgegeven als abusievelijk twee achtereenvolgende identieke receptsignalen worden ontvangen.
Er zijn vele varianten van toepassingen van het apotheeksysteem 2 15 denkbaar. Zo is een mogelijke variant die niet alleen met voorverpakte geneesmiddelen, maar tevens met op bestelling gemaakte geneesmiddelen, in de afgifteautomaten wordt gewerkt. Hierbij kan de arts een receptsignaal naar een apotheekcomputer van een apotheker sturen voor het op bestelling laten maken van een bepaald geneesmiddel, waarbij de arts met 20 leveringsinformatie aangeeft in welke afgifteautomaat het bereide geneesmiddel dient te worden geplaatst. De patiënt kan zich dan in een later stadium, bijvoorbeeld na kantooruren, bij de automaat vervoegen voor het ophalen van het geneesmiddel.
Het apotheeksysteem volgens de uitvinding is beschreven aan de 25 hand van enkele uitvoeringsvormen. De uitvinding is uiteraard geenszins beperkt tot deze uitvoeringsvormen. Zo zijn er vele verschillende manieren om communicatieverbindingen en datalijnen tussen de verschillende delen van het apotheeksysteem te realiseren zoals telefoonlijnen, speciale draadverbindingen, maar ook draadloze verbindingen. Deze en andere 30 varianten worden alle geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

Claims (11)

1. Apotheeksysteem voor het voorschrijven en afleveren van geneesmiddelen aan een patiënt, voorzien van tenminste een invoereenheid waarin een arts een invoersignaal met onder meer gegevens betreffende een recept van een geneesmiddel voor een patiënt en de identiteit van de patiënt in het apotheeksysteem kan invoeren, waarbij de invoereenheid een met het ingevoerde invoersignaal corresponderend receptsignaal kan genereren, waarbij het apotheeksysteem voorts is voorzien van afgifteautomaten voor het op basis van het receptsignaal afgeven van geneesmiddelen, en waarbij het apotheeksysteem kan zijn voorzien van een eventuele apotheekcomputer die met de invoereenheid en tenminste een van de afgifteautomaten is gekoppeld, waarbij de eventuele apotheekcomputer op basis van het receptsignaal een stuursignaal voor het aansturen van de met de eventuele apotheekcomputer gekoppelde afgifte automaat kan genereren, met het kenmerk, dat het apotheeksysteem zodanig is ingericht dat de patiënt of arts leveringsinformatie in het systeem kan invoeren voor het selecteren van de eventuele apotheekcomputer en/of voor het selecteren van een van de afgifteautomaten voor het afgeven van het betreffende geneesmiddel.
2. Apotheeksysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, het apotheeksysteem zodanig is ingericht dat de leveringsinformatie door de patiënt of de arts via de invoereenheid kan worden ingevoerd.
3. Apotheeksysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het apotheeksysteem zodanig is ingericht dat de leveringsinformatie door de patiënt via een al dan niet mobiele telefoonverbinding of via een internetverbinding in het apotheeksysteem kan worden ingevoerd.
4. Apotheeksysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het apotheeksysteem is voorzien van middelen voor het vaststellen van de identiteit van de patiënt, zoals met een Pincode, waarbij het apotheeksysteem zodanig is ingericht dat de leveringsinformatie in het apotheeksysteem slechts kan worden ingevoerd nadat de patiënt zich via de middelen correct heeft geïdentificeerd.
5. Apotheeksysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het apotheeksysteem is voorzien van een veelvoud van apotheekcomputers, waarbij elke afgifteautomaat is verbonden met tenminste een apotheekcomputer.
6. Apotheeksysteem volgens één der voorgaande conclusies, met kenmerk, dat de invoereenheid is ingericht om het invoersignaal van een uniek aanvraagnummer te voorzien, waarbij het apotheeksysteem is ingericht om het hiermee corresponderende receptsignaal en het hiermee corresponderende stuursignaal eveneens van het unieke aanvraagnummer te voorzien, en waarbij elke afgifteautomaat is voorzien van geheugenmiddelen voor het opslaan van het aanvraagnummer tezamen met een bevestiging van afgifte indien het geneesmiddel daadwerkelijk door de betreffende afgifteautomaat is afgegeven.
7. Apotheeksysteem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat elke afgifteautomaat is ingericht om, voordat afgifte van een geneesmiddel plaatsvindt, in zijn geheugenmiddelen op basis van geregistreerde afgiftes en bijbehorende aanvraagnummers na te gaan of er een bevestiging van afgifte van het voorgeschreven middel is geregistreerd.
8. Apotheeksysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke afgifteautomaat is ingericht om voorraadinformatie aan het apotheeksysteem af te geven.
9. Apotheeksysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het apotheeksysteem is voorzien van een centrale computer die met elk van de apotheekcomputers is verbonden.
10. Apotheeksysteem volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de centrale computer is ingericht voor het op basis van in een database opgeslagen patiëntgegevens en/of verzekeringsgegevens controleren van voorgeschreven geneesmiddelen en/of het automatisch opmaken en verzenden van rekeningen voor de voorgeschreven naar patiënten of verzekeraars.
11. Apotheeksysteem volgens conclusie 8 en conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de centrale computer is ingericht voor het registreren en beheren van de voorraadinformatie.
NL1021173A 2002-07-29 2002-07-29 Apotheeksysteem voor het voorschrijven en afleveren van geneesmiddelen. NL1021173C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021173A NL1021173C2 (nl) 2002-07-29 2002-07-29 Apotheeksysteem voor het voorschrijven en afleveren van geneesmiddelen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021173A NL1021173C2 (nl) 2002-07-29 2002-07-29 Apotheeksysteem voor het voorschrijven en afleveren van geneesmiddelen.
NL1021173 2002-07-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1021173C2 true NL1021173C2 (nl) 2004-01-30

Family

ID=32026230

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1021173A NL1021173C2 (nl) 2002-07-29 2002-07-29 Apotheeksysteem voor het voorschrijven en afleveren van geneesmiddelen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1021173C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1036629C2 (nl) * 2009-02-25 2009-09-25 Marjolein Baukje Bax-Jansen Recept Track and Trace softwareprogramma dat - geïntegreerd in het informatiesysteem van een apotheek - middels een barcodescanner de NAW-gegevens en geboortedatum van de patient efficient koppelt aan de locatiecode van het klaargemaakte recept.

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1995025423A2 (en) 1994-06-09 1995-09-28 Consumer Health Entrepreneurs B.V. Medicament distribution system and automatic dispenser for such system
US5907493A (en) * 1997-01-31 1999-05-25 Innovation Associates, Inc. Pharmaceutical dispensing system
WO2001009701A1 (en) * 1999-08-03 2001-02-08 Amr Mohsen Network-based information management system for the creation, production, fulfillment, and delivery of prescription medications and other complex products and services
WO2001037138A2 (en) * 1999-11-15 2001-05-25 Walgreens Co. Apparatus and method for accessing pharmacy information and ordering prescriptions
WO2001086574A2 (en) * 2000-05-01 2001-11-15 Biotech Holdings, Llc Wireless electronic prescription scanning and management system
US20020052760A1 (en) * 2000-03-27 2002-05-02 Munoz Michael A. System and method for automated prescription management

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1995025423A2 (en) 1994-06-09 1995-09-28 Consumer Health Entrepreneurs B.V. Medicament distribution system and automatic dispenser for such system
US5907493A (en) * 1997-01-31 1999-05-25 Innovation Associates, Inc. Pharmaceutical dispensing system
WO2001009701A1 (en) * 1999-08-03 2001-02-08 Amr Mohsen Network-based information management system for the creation, production, fulfillment, and delivery of prescription medications and other complex products and services
WO2001037138A2 (en) * 1999-11-15 2001-05-25 Walgreens Co. Apparatus and method for accessing pharmacy information and ordering prescriptions
US20020052760A1 (en) * 2000-03-27 2002-05-02 Munoz Michael A. System and method for automated prescription management
WO2001086574A2 (en) * 2000-05-01 2001-11-15 Biotech Holdings, Llc Wireless electronic prescription scanning and management system

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1036629C2 (nl) * 2009-02-25 2009-09-25 Marjolein Baukje Bax-Jansen Recept Track and Trace softwareprogramma dat - geïntegreerd in het informatiesysteem van een apotheek - middels een barcodescanner de NAW-gegevens en geboortedatum van de patient efficient koppelt aan de locatiecode van het klaargemaakte recept.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11928913B2 (en) Medication management systems and methods for health and health-related facilities
US7111780B2 (en) Automated drug substitution, verification, and reporting system
US8712584B2 (en) Method and system for electronic assistance in dispensing pharmaceuticals
CA2488955C (en) Pharmacy dispensing system and method
US7427002B2 (en) Method for controlling a drug dispensing system
US20190385733A1 (en) Systems and methods for determining and communicating a prescription benefit coverage denial to a prescriber
US20040122713A1 (en) System and method for prescription home delivery
NL9402206A (nl) Apotheeksysteem en afgifte-automaat voor een dergelijk systeem.
WO2003046789A1 (en) Automated system and method for processing prescriptions
NL1021173C2 (nl) Apotheeksysteem voor het voorschrijven en afleveren van geneesmiddelen.
Boggie et al. Pharmacy information systems
AU2018233018A1 (en) On site prescription management system and methods for health care facilities
NL9400941A (nl) Apotheeksysteem en afgifte-automaat voor een dergelijk systeem
AU2011240684A1 (en) On site prescription management system and methods for health care facilities

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070201