NL1021127C2 - Werkwijze en inrichting voor mediumselectie bij mobiele telefonie. - Google Patents

Description

Werkwijze en inrichting voor mediumselectie bij mobiele telefonie

[0001] De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het selecteren van een communicatiemedium in mobiele telefonietoepassingen 5 zoals gesprekken. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het verschaffen van een mobiele telefonieapplicatie aan een mobiele communicatie-inrichting die in communicatie staat met een eerste netwerk, omvattende de stap van het overdragen van informatie met betrekking tot de mobiele telefonie- applicatie tussen de mobiele communicatie-inrichting en een aantal van een 10 tweede netwerk. In een verder aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een mobiele communicatie-inrichting of op een SIM-kaart.

[0002] Nederlandse octrooi-aanvrage 1008563 van aanvraagster beschrijft een terugbelwerkwijze voor gebruik in een mobiel telefoniesysteem als een voorbeeld van een mobiele telefonie-applicatie. Een gebruiker die zwerft in een eerste netwerk 15 (bezocht netwerk) die verschilt van zijn eigen dienstaanbiedemetwerk (tweede of thuisnetwerk) kan zijn mobiele telefoon gebruiken om aan de thuisnetwerkcentrale te signaleren dat hij een gesprek wil maken via een thuisnetwerkcentrale. Het nummer van de telefoon die gebeld moet worden wordt overgedragen naar de thuiscentrale nadat zijn mobiele telefoon is teruggebeld door de thuisnetwerkcentrale. Vervolgens 20 kan de thuisnetwerkcentrale wanneer deze alle benodigde informatie heeft ontvangen het gewenste gesprek opzetten. De software die deze applicatie implementeert bevindt zich bij voorkeur in de SIM-kaart van de mobiele telefoon.

[0003] Hoewel deze werkwijze verschillende voordelen biedt bij de implementatie van de terugbelwerkwijze, zoals economische voordelen voor zowel de thuisaanbieder als 25 de gebruiker, en voordelen qua gebruiksgemak, kan de terugbelwerkwijze nog steeds verbeterd worden. Een van de hoofdproblemen met de beschrijven werkwijze en andere bekende terugbelwerkwijzen is dat ze vertrouwen op mogelijke signalering van informatie of informatie-overdrachtsmechanismen die verschaft wordt door het eerste netwerk. Vaak zijn deze mechanismen beperkt in aantal hetzij om technische redenen 30 (zowel in het eerste netwerk als in de mobiele telefoonuitrusting) of om redenen van overeenkomsten tussen de thuisaanbieder en de eigenaar van het eerste netwerk.

[0004] De terugbelwerkwijze is een voorbeeld van een mobiele telefoonapplicatie die zeer bruikbaar is voor de gebruiker van mobiele telefonieapparatuur die zwerft in een 1021127· 2 ï of bezocht netwerk. Andere mobiele telefonieapplicaties, hetzij spraak of data, en toegevoegde waardediensten zoals informatienummer toegang tot voicemail, mg tot rekening, of het herwaarderen van rekeningen betreffen. Het toevoegen van de is meestal gebasseerd op klantenkennis (bijvoorbeeld profielen, rsionaliseerde informatie, geünificeerde berichttypediensten, beveiligde toegang edrijfs- of persoonlijke omgeving, rekeninginformatie) welke niet bekend zijn op eerste netwerk en derhalve interactie verheist met het tweede netwerk. Deze evoegde-waardediensten betreffen allemaal de tweede netwerkcentrale. Ze zijn afhankelijk van de mogelijkheden van het eerste netwerk of deze type van svoegde waarde diensten verschaft kunnen worden.

5] De onderhavige uitvinding tracht een verbeterde werkwijze te verschaffen voor /erschaffen van mobiele telefonieapplicaties in bezochte netwerken welke niet de ?oven genoemde nadelen vertonen.

•6] Volgens de onderhavige uitvinding wordt een werkwijze verschaft volgens de ïef zoals hierboven gedetineerd waarbij de werkwijze de verdere stappen omvat het herwinnen van gegevens betreffende informatieoverdrachtmechanismen die ïrsteund worden door de mobiele communicatie-inrichting, het herwinnen van wens betreffende informatieoverdrachtsmechanismen die worden ondersteund door eerste netwerk, het herwinnen van gegevens betreffende informatieoverdracht-hanisme die worden ondersteund door het tweede netwerk, het selecteren van een rmatieoverdrachtmechanisme dat wordt ondersteund door de mobiele ununicatie-inrichting, het eerste netwerk en het tweede netwerk, het initialiseren de mobiele telefonie-applicatie met gebruik van het geselecteerde informatie-rdrachtsmechanisme om de informatie over te dragen tussen de eerste ununicatie-inrichting en de tweede netwerkcentrale. Door het gebruiken van chikbare informatie overdrachtsmechanismen op een automatische wijze die afhangt welke informatie-overdrachtmechanismen worden ondersteund, is het mogelijk om 'ruikersvriendelijke toegevoegde-waardediensten aan te bieden, tevens wanneer het ste of bezochte netwerk niet alle beschikbare informatieoverdrachtsmechanismen t de mobiele telefoon ondersteunen (of vice versa).

07] De werkwijzestappen kunnen worden geïmplementeerd op alle mogelijke atsen van het communicatienetwerk, dat wil zeggen geïmplementeerd in de mobiele '7* 3 communicatie-inrichting, of in diens SIM-kaart, of in een centrale of gatewayserver die verbonden is met het eerste of tweede netwerk.

[0008] Het eerste en tweede netwerk kunnen geografisch gescheiden zijn en bijvoorbeeld een bezocht respectievelijk thuisnetwerk vormen. Het eerste en tweede 5 netwerk kunnen hetzelfde (bijvoorbeeld GSM) of verschillende communicatie-standaarden (bijvoorbeeld GSM en 3G) gebruiken. Andere mogelijke communicatie-standaarden zijn GSM/GPRS, 2G en WLAN. De onderhavige werkwijze kan dan worden toegepast wanneer bij voorbeeld een gebruiker van de mobiele communicatie-inrichting zwerft. Tevens kan de onderhavige werkwijze met voordeel worden gebruikt 10 in een situatie waarbij een netwerkaanbieder een gemengd netwerk heeft: het eerste netwerk kan dan bijvoorbeeld een 3G-netwerk zijn welke alleen beschikbaar is met een beperkte geografische bedekking en het tweede netwerk kan een GSM/GPRS netwerk zijn met een meer uitgebreide geografische bedekking. Met gebruik van de werkwijze kan het best beschikbare medium automatisch geselecteerd worden.

15 [0009] In een verdere uitvoeringsvorm zijn de informatieoverdrachtsmechanismen geprioriseerd en het informatieoverdrachtmechanisme dat mogelijk is in de mobiele communicatie-inrichting, het eerste netwerk en tweede netwerk met de hoogste prioriteit wordt geselecteerd. Dit maakt het mogelijk om een voorkeursinformatieoverdrachtsmechanisme te hebben, bijvoorbeeld degene die het 20 meest betrouwbaar is, het meest robuust is of het goedkoopste alternatief biedt. Priortisatie kan worden uitgevoerd door alle betrokken partijen, of door andere gebeurtenissen zoals de kwaliteit van de verbinding of de beschikbare capaciteit.

[0010] Het informatie overdrachtsmechanisme kan in een specifieke uitvoeringsvorm één of meer van een groep van Dual Tone Multiple Frequency; Direct Dial In; 25 Unstructured Supplementary Services Data; Short Message Services omvatten. Deze typen mechanismen worden heden breed gebruikt en zijn geheel bekend aan de deskundige. Echter, de onderhavige werkwijze is tevens geschikt voor elk mogelijk toekomstig informatieoverdrachtmechanisme.

[0011] Als een specifieke uitvoeringsvorm is de mobiele telefonieapplicatie een 30 terugbelapplicatie die het mogelijk maakt een verbinding te maken tussen een mobiele communicatie-inrichting en een verdere mobiele communicatie-inrichting via interventie van de tweede netwerkcentrale. De stap van het initialiseren omvat de stappen van a) het overdragen van een verzoek voor terugbellen, het nummer dat gebeld 1021127(| 4 worden en behoort bij de verdere mobiele communicatie-inrichting en het num-van een mobiele communicatie-inrichting aan de tweede netwerkcentrale, b) het emen van het gesprek van de tweede netwerkcentrale teneinde de verbinding te ;n. Volgens deze uitvoeringsvorm kan een terugbeldienst worden verschaft door thuisnetwerkaanbieder die in staat zal zijn de terugbeldienst in een groot aantal chte netwerken aan te bieden.

2] Wanneer het informatieoverdrachtmechanisme DTMF is, omvat de stap van het dragen de stappen van al) het versturen van een verzoek voor terugbellen aan de de netwerkcentrale, a2) na het ontvangen van een terugbelactie van de tweede 'erkcentrale het accepteren van de verbinding en het overdragen van het te bellen mer aan de tweede netwerkcentrale met gebruik van DTMF, en a3) het wachten op :ot stand brengen van de verbinding door de tweede netwerkcentrale. DTMF heeft beperkte inffastructuurvereisten en wordt in bijna elk netwerk ondersteund.

3] Wanneer het informatieoverdrachtmechanisme USSD of SMS is, kan de stap het overdragen de stappen omvatten van al) het sturen van het verzoek voor terug-en, het te bellen nummer en het identificatienummer van de mobiele communicatie-;hting aan de tweede netwerkcentrale, waarbij ten minste het te bellen nummer omis in een USSD bericht, of respectievelijk een SMS bericht, en a2) het wachten tot /erbinding wordt gemaakt door de tweede netwerkcentrale. USSD wordt onder-nd in een groeiend aantal netwerken, tevens wanneer rondgezworven wordt in een acht netwerk, maar niet in ieder in gebruik zijnde mobiele telefoon. SMS is een irmatieoverdrachtsmechanisme dat door bijna elk netwerk en bijna elke mobiele foon die heden in gebruik is, wordt ondersteund.

14] In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding kan de werk-ze de verdere stappen omvatten van het detecteren van een startgebeurtenis door het troleren van een of meer karakteristieken van een getal dat wordt ingevoerd in de biele communicatie-inrichting. De karakteristieken omvatten bijvoorbeeld het aantal allen, of een speciale reeks getallen. Met gebruik van deze uitvoeringsvorm kan de oer van een nummer met tien getallen (internationaal) een verzoek aangeven voor initiëren van een mobiele telefonie applicatie, bijvoorbeeld de terugbelapplicatie. /ens kan gecontroleerd worden of het nummer een nummer is dat behoort bij een tueel privaat netwerk (VPN) hetgeen tevens een speciale mobiele telefonie-applicatie i initiëren zoals de terugbelapplicatie. Tevens is het mogelijk om een lijst met 27* 5 exceptienummers te verschaffen (bijvoorbeeld nooddienstnummers, of nummers die behoren bij de thuisaanbieder) waarvoor de mobiele telefonieapplicatie niet gebruikt zal worden.

[0015] In een verder aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een mobiele 5 communicatie-inrichting, zoals een mobiele telefoon, omvattende verwerkingsmiddelen en geheugenmiddelen die verbindbaar zijn met de verwerkingsmiddelen, waarbij de verwerkingsmiddelen zijn ingericht om de stappen van de onderhavige werkwijze uit te voeren. Bij voorkeur omvatten de geheugenmiddelen een SIM-kaart. Een dergelijke telefoon zal een gebruiker de mogelijke voordelen verschaffen die hierboven zijn 10 genoemd met betrekking tot de werkwijze voor het verschaffen van een mobiele telefonie-applicatie.

[0016] In een nog verder aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een SIM-kaart welke een software-applicatie omvat welke, wanneer ingevoerd in een mobiele communicatie-inrichting, de mobiele communicatie-inrichting verschaft met 15 de functionaliteit van de onderhavige werkwijze. Een dergelijke SIM-kaart kan bijvoorbeeld een applet omvatten welke kan worden uitgevoerd op een mobiele telefoon teneinde de mobiele telefonieapplicatie te verschaffen. Meestal verschaft de thuisnetwerkaanbieder de SIM-kaart aan zijn cliënten en kan derhalve het aantal en mate van mobiele telefonie-applicaties die beschikbaar zijn voor een gebruiker van een 20 mobiele telefoon controleren.

[0017] De onderhavige uitvinding zal nu met meer detail worden toegelicht met gebruik van een voorbeelduitvoeringsvorm van de uitvinding, met verwijzing naar de tekeningen waarin figuur 1 een schematisch aanzicht toont van een mobiele telefoon welke zwerft in 25 een bezocht netwerk; figuur 2 een toestandsdiagram toont van een terugbelapplicatie welke een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding implementeert; figuur 3 een stroomdiagram toont van een initialisatiegedeelte van de terugbelapplicatie van figuur 2; 30 figuur 4 een tijdsdiagram toont van de terugbelapplicatie van figuur 2; en figuur 5 een stroomdiagram toont van een nummerfilteralgoritme zoals toegepast in de temgbelapplicatie van figuur 2.

1021127« 6 I De onderhavige uitvinding wordt in meer detail besproken met gebruik van de telfuncties als een voorbeeld van een mobiele telefoonapplicatie of dienst welke te worden verschaft in een eerste, bijvoorbeeld een bezocht, netwerk 10. Figuur 1 een schematisch aanzicht van een tweede netwerk, bijvoorbeeld een thuisnetwerk behoort bij de mobiele communicatie-inrichting of mobiele telefoon 15 van de iker welke zwerft in het bezochte netwerk 10. Het thuisnetwerk 5 omvat een de) thuisnetwerkcentrale 6 en een groot aantal basisstations 7 die verbonden zijn de thuisnetwerkcentrale 6, waarbij de basisstations 7 een geografisch HF Jdngsgebied voor het thuisnetwerk 10 verschaffen. Thuisnetwerkcentrale 6 icht om gesprekken op te zetten maar tevens om toegevoegde waardendiensten of sle telefoonapplicaties aan een mobiele telefoon 15 te verschaffen zoals natiedienst, toegang tot voicemail, rekeninginformatie of opwaarderen van lingen. Het bezochte netwerk 10 omvat tevens ten minste een centrale 11 die is >nden met een aantal basisstations 12 welke een HF-verbinding mogelijk maken de mobiele telefoon 15. De centrale 11 van het bezochte netwerk 10 kan zijn icht om ondersteuning te verschaffen voor de mobiele telefoonapplicaties. Als ïatief wordt dit geïmplementeerd met gebruik van een afzonderlijke rsteuningscomputer 13 en de centrale 11 kan dan toegewijd zijn aan pure centrale-;ies.

9] De terugbelfunctionaliteit (of elke andere gewenste toegevoerde-waardedienst-iionaliteit) kan worden geïmplementeerd als een software applicatie in de mobiele oon 15, bijvoorbeeld als een applet in een SIM-kaart 16. De SIM-kaart 16 kan nderlijk van de mobiele telefoon 15 worden verschaft en is ingericht om samen te :en met een mobiele schakeling in de mobiele telefoon 15. Op deze wijze kan de mefwerkaanbieder, welke de uitgifte van SIM-kaart 16 bestuurd, controleren welke iele telefoonapplicaties beschikbaar zijn voor een bepaalde gebruiker. Als een natief is de werkwijze geïmplementeerd in een centrale of gatewayserver van het te of tweede netwerk, of is de werkwijze geïmplementeerd op een verdeelde wijze.

10] Figuur 2 toont een toestandsdiagram van de terugbelapplicatie zoals iplementeerd in een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Normaal is de tandsapplicatie in een wachttoestand 40. Wanneer de mobiele telefoon 15 de iicatie bericht dat de gebruiker een gesprek is begonnen (door het invoeren van een uner met gebruik van een toetsenbord van de mobiele telefoon 15), bijvoorbeeld >7* 7 met gebruik van een gebeurtenistrigger, gaat de applicatie naar nummerfiltertoestand 42. De gebeurtenistrigger kan een gespreksbesturinggebeurtenis zijn (wanneer de mobiele telefoon 15 juist is uitgerust voor het berichten van gespreksbesturingsgebeurtenissen aan de terugbelapplicatie) of een 5 menuselectiegebeurtenis.

[0021] De functie van de nummerfiltertoestand 42 wordt in meer detail hierna beschreven met verwijzing naar figuur 5, hier is het voldoende om aan te geven dat de nummerfiltertoestand 42 kan worden verlaten om de wachttoestand opnieuw in te gaan wanneer het gesprek wordt geaccepteerd als een normaal gesprek (gebeurtenis 69) of 10 wannneer een gesprek niet wordt geaccepteerd (gebeurtenis 70, gesprek geblokkeerd).

[0022] Na het verlaten van de nummerfiltertoestand 42 waarbij is bepaald dat de terugbelapplicatie wordt gewenst door de gebruiker, gaat de applicatie naar de initalisatietoestand 43. In de initalitietoestand 43 zal de terugbelapplicatie bepalen welke informatie thans voor het overdrachtsmechanisme gebruikt dient te worden voor 15 de uitvoering van de terugbelactie. Dit zal nu eerst worden besproken met verwijzing naar figuur 3.

[0023] Figuur 3 toont een stroomdiagram van de initalisatietoestand 43 volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding waarbij drie mogelijke informatie overdrachtsmechanismen tussen mobiele telefoon 15 en de centrale 11 van het bezochte 20 netwerk 10 worden gecontroleerd. De drie informatie overdrachtmechanisme in deze illustratieveuitvoeringsvorm zijn Dual Tone Multiple Frequency (DTMF), Unstructured Supplementary Service Data (USSD) en Short Message Service (SMS). Deze mechanismen zijn wel bekend aan de deskundige en worden derhalve niet verder besproken.

25 [0024] In de mobiele telefoon 15 worden de mogelijkheden van de mobiele telefoon met betrekking tot ondersteuning voor elk van de drie informatieoverdrachtsmechanismen opgeslagen in een geheugen van de mobiele telefoon 15, bij voorkeur aanwezig op een gedeelte van de SIM-kaart 16, zoals is aangeven door algemeen parameterbestand 20.

30 [0025] In beslissingsblok 21, wordt een controle uitgevoerd of de mobiele telefoon 15 in staat is tot het direct naar de terugbelapplicatie sturen van besturingssignalen, getriggerd door gebeurtenissen. Indien dit mogelijk is, wordt het informatieoverdrachtsmechanisme dat dient te worden gebruikt automatisch bepaald in 1021127· 8 :rugbelapplicatie (zie hieronder). Indien het niet mogelijk is, dient de gebruiker de ï;belapplicatie te initiëren voor het gebruik van een menuselectie 22.

6] Wanneer de mobiele telefoon 15 in staat is tot directe gebeurtenissignalering de stroom verder met besslingsblok 23 waarin de beschikbare achtergelegen ;men, bijvoorbeeld de mogelijkheden van de centrale 11 van het bezochte netwerk worden gecontroleerd. Deze gegevens met betrekking tot centrale 11 kan worden gezonden door de centrale 11, opgeslagen in een mobiele telefoon 15 en indien g hernieuwd worden. Het is tevens mogelijk dat de thuisnetwerkaanbieder deze ;vens op de SIM-kaart 16 opslaat voor bezochte netwerken 10 waarmee de (ieder een overeenkomst heeft met de betreffende bezochte netwerkaanbieder inde de toegevoegdewaardediensten zoals de terugbelapplicatie mogelijk te maken, nogelijke informatieoverdrachtsmechanismen kunnen een prioriteit krijgen en het rmatieoverdrachtsmechanisme dat wordt ondersteund door zowel de mobiele tele-115 als de centrale 11 met de hoogste prioriteit zal geselecteerd worden.

!7] Indien de centrale 11 geen enkel informatieoverdrachtsmechanisme onder-nt, wordt de initialisatietoestand 43 verlaten en wordt het gesprek behandeld als een naai gesprek, dat wil zeggen het gesprek wordt behandeld door de centrale 11 van bezochte netwerk 10 zoals aangegeven door blok 69 (zie tevens figuur 2). Indien de rale een of meer informatieoverdrachtsmechanismen ondersteunt, kunnen de chillende mogelijkheden in een willekeurige volgorde of aan de hand van riteiten worden gecontroleerd. Als alternatief kan bijvoorbeeld afhankelijk van de riteit of thuisaanbiederselectie, het gesprek worden geblokkeerd.

J8] Er wordt bijvoorbeeld in figuur 3 eerst gecontroleerd in beslissingsblok 23 of >D wordt ondersteund door de centrale 1ί. Indien dit niet het geval is gaat de om verder in beslissingsblok 23 om verdere mogelijkheden te controleren. Indien SD wordt ondersteund door de centrale 11 wordt vervolgens in beslissingsblok 26 Dntroleerd of de mobiele telefoon 15 USSD ondersteunt. Indien dit niet het geval is t de stroom meestal terug naar beslissingsblok 23. Indien USSD wordt ondersteund r zowel de mobiele telefoon 15 als de centrale 11 wordt de terugbelapplicatie verder ;evoerd met gebruik van USSD (zie hieronder) zoals aangegeven door blok 32.

29] Hetzelfde geldt voor het mechanisme met gebruik van DTMF voor signalering: een controle in beslissingenblok 23 of de centrale 11 DTMF ondersteund, troleert beslissingsblok 25 of de mobiele telefoon 15 DTMF ondersteund, en indien # 9 dit het geval is, wordt de terugbelapplicatie uitgevoerd met gebruik van DTMF zoals aangegeven door blok 30. Tevens wordt het mogelijke gebruik van SMS gecontroleerd in beslissingsblok 23 voor centrale 11 en indien ondersteund, wordt de terugbelapplicatie uitgevoerd met gebruik van SMS zoals aangegeven in blok 31. In de stroom 5 van figuur 3 wordt de controle of de mobiele telefoon SMS ondersteunt weggelaten aangezien het merendeel van de mobiele telefoons die heden in gebruik is het gebruik van SMS ondersteunen. Natuurlijk, kan een dergelijke controle toegevoegd worden soortgelijk aan de beslissingsblokken 25,26.

[0030] Wanneer de mobiele telefoon 15 niet directe signalering ondersteund voor de 10 terugbelapplicaties zoals aangegeven in blok 22 wordt de rechterzijde van het stroomschema van figuur 3 gebruikt. Informatie wordt dan ontvangen door middel van gebruikersinvoer, bijvoorbeeld met gebruik van een menuselectiemechanisme. Hier wordt tevens een controle uitgevoerd op beschikbare informatieoverdrachtsmechanismen van de centrale 11 (beslissingsblok 27) hetgeen 15 kan resulteren in een normaal gesprek (blok 69, zie tevens figuur 2) wanneer geen mechanisme wordt ondersteund, een verdere controle op USSD mogelijkheid van de mobiele telefoon (beslissingsblok 29) en daarop volgend gebruik van USSD (blok 32), of gebruik van SMS (blok 31). DTMF-ondersteuning is in dit geval niet mogelijk aangezien dit de mogelijkheid vereist voor directe gebeurtenissignalering 20 (gespreksbesturingsmaatregelen).

[0031] Teruggaand naar figuur 2, en verder verwijzend naar het tijddiagram van figuur 4, worden de verdere toestandsovergangen van de terugbelapplicatie besproken.

[0032] In figuur 4 wordt de tijdsturing getoond voor de informatieuitwisseling tussen de mobiele telefoon 15 van de gebruiker en de bestemming (hetgeen een mobiele tele- 25 foon of een landlijnnummer kan zijn), waarbij de gehele verbinding wordt opgezet door de thuiscentrale 6. Een onderscheid wordt gemaakt tussen het gebruik van DTMF aan de ene kant en USSD/SMS aan de andere kant als overdrachtmechanisme.

[0033] Wanneer DTMF wordt gebruikt, is het niet mogelijk om veel informatie over te dragen zonder feitelijk een verbinding tot stand te brengen tussen mobiele telefoon 15 30 en de thuisaanbiedercentrale 6. Een dergelijke verbinding zal kosten meebrengen voor een gesprek hetgeen de werkwijze minder voordelig zal maken. Daarom zal een terugbelapplicatie met gebruik van DTMF de volgende stappen volgen: 10211?7f 10 14] Eerst zal de mobiele telefoon 15, waarvan de gebruiker een terugbelverzoek eert, een initieel gesprek plaatsen naar de thuiscentrale 6 (gebeurtenis 44 in figuur tiet gebelde nummer zal door de schakeling in de mobiele telefoon worden visseld met het nummer van de thuiscentrale 6) met gebruik van een specifiek imer en vervolgens een wachttoestand 45 ingaan. De centrale 6 zal dit gesprek ijzen (gespreksverbrekinggebeurtenis 46 in figuur 2) maar op hetzelfde moment irmatie verkrijgen betreffende het nummer van de mobiele telefoon (A-nummer, Oorbeeld met gebruik van gesprekslijnidentificatie, CLI) en de terugbelapplicatie een verdere wachttoestand 47 ingaan, waarbij hij wacht op een terugbelactie door thuiscentrale 6. Het specifieke nummer dat gekozen is door de mobiele telefoon 15 de thuiscentrale 6 te bereiken, zal de informatie overbrengen dat een terugbelactie zocht wordt.

35] Als alternatief kan een werkwijze worden gebruikt met de naam Direct Dial In 31). Het nummer dat gebruikt wordt om de thuisnetwerkcentrale 6 te bereiken kan ï het mobiele telefoonnummer of een schaduwnummer zijn zoals het voicemail-nmer. De thuiscentrale 6 kan vervolgens de informatie extraneren dat een jgbelactie wordt verzocht en het mobiele telefoonnummer. De volgende stap is dat centrale 6 een verbinding zal initiëren met de mobiele telefoon 15 (gebeurtenis 48). rvolgens herwint in toestand 49 de mobiele telefoon het te bellen nummer (B-num-r) uit zijn geheugen en brengt deze over naar de centrale 6 met gebruik van DTMF palen. De centrale 6 bevestigt de juiste ontvangst van het DTMF-bericht ;beurtenis 50) en de terugbelapplicatie gaat de toestand "wachten op gespreks-rbinding" 51 binnen. Vervolgens brengt de thuiscentrale 6 een verbinding tot stand :t het te bellen nummer (B-nummer) en wanneer deze wordt geaccepteerd is de hele verbinding tussen mobiele telefoon 15 en het te bellen nummer tot stand bracht (gebeurtenis 52) waarna de terugbelapplacatie de eindtoestand 53 binnen gaat. anneer het gesprek wordt verbroken (hetzij door mobiele telefoon 15 of de gebelde rsoon), gaat de terugbelapplicatie terug naar de wachttoestand 40.

036] Zoals aangegeven in figuur 2 kunnen een aantal foutsituaties optreden in elk n de toestand en 45, 47, 49, 51 hetzij door het verstrijken van een wachtperiode 4...56) of door foutdetectie (gebeurtenis 57) waarna de terugbelapplicatie een uttoestand 58 binnengaat om uiteindelijk terug te gaan naar de wachttoestand 40.

11

[0037] Wanneer de terugbelapplicatie worden uitgevoerd met gebruik van USSD of SMS kan de gespreksopzet veel eenvoudiger zijn. De mobiele telefoon 15 zal, wanneer getriggerd door de gebruiker om een terugbelactie te initiëren, een SMS of USSD bericht zenden naar de thuisaanbiedercentrale 6 (gebeurtenis 66, 67, 68 in figuur 2 5 gevolgd door een overgang naar de toestand 'wachten op terugbellen' 59). Dit bericht kan een indicatie omvatten dat een terugbelactie wordt verzocht, en zowel het te bellen nummer en mogelijk het nummer van de mobiele telefoon 15 (deze kan tevens herwonnen worden met gebruik van bijvoorbeeld gesprekslijnidentificatie, CLI) welke informatie wordt overgedragen naar de thuiscentrale 6. Vervolgens brengt de 10 thuiscentrale 6 een verbinding tot stand met de mobiele telefoon 15 en wacht op acceptatie van het gesprek (gebeurtenis 60 in figuur 2, waarna de terugbelapplicatie de toestand 'wachten op verbinding' 61 binnengaat). Vervolgens wordt verbinding met het te bellen nummer tot stand gebracht en na acceptatie hiervan wordt de complete verbinding tot stand gebracht (gebeurtenis 62) en gaat de terugbelapplicatie de 15 eindtoestand 53 binnen. Het zal voor de deskundige duidelijk zijn dat het tevens mogelijk is om het gesprek met de mobiele telefoon 15 en het te bellen nummer (B-nummer) gelijktijdig op te zetten.

[0038] Voor de informatie die dient te worden overgedragen in de respectieve berichten kunnen een aantal mogelijke alternatieven voorzien zijn. In het geval van 20 DTMF ('zendt DTMF toestand 49 in figuur 2) wordt een startreekscode toegevoegd om verlies van relevante informatie tijdens de verzending van de DTMF reeks te voorkomen. De startreekscode kan een aantal getallen omvatten gevolgd door een . Het algemene applicatieparameterbestand 20 kan een parameter omvatten aantal (startreeksgetallen) voor het aantal getallen. Indien bijvoorbeeld de parameter ingesteld 25 staat op 6 kan de startreekscode zijn '54321'. De thuisnetwerkcentrale 6 zal alleen een juiste DTMF reeks herkennen van het te bellen nummer na het ontvangen en verifiëren van de startreekscode.

[0039] In algemene applicatieparameterbestand 20 kunnen de parameters MCC (Mobile Country Code) in DTMF en MNC (Mobile Netwerk Code) in DTMF

30 opgenomen zijn om aan te geven of de MCC, zowel de MCC als MNC of geen van beide dienen te worden opgenomen in de DTMF-reeks als een locatie-code. Wanneer deze dient te worden toegevoegd wordt dit gedaan aan het eind van de DTMF-reeks, 1021127* 12 gd door een '# Bijvoorbeeld Nederland, Telfort wordt opgenomen als '20142'. hele DTMF-reeks zal dan zijn <start reeks>*<bestemmingsnummer>*<locatie code>#.

1] In het geval van het gebruik van USSD, wordt een USSD bericht gevormd, ; zoals gedefineerd in standaarden, begint met een en eindigt met een Het lat van het bericht kan bijvoorbeeld zijn *<knooppunt id>*<bestemmingsnummer>*<locatie code>#, waarbij het 'knooppunt id' een identificatie is van de thuiscentrale 6 zoals wezen door de thuis netwerkaanbieder en opgeslagen kan zijn in het algemene catieparameterbestand.

L] Wanneer de mobiele telefoon 15 juist is uitgerust, kan het gekozen nummer natisch worden omgezet in een USSD-bericht (gebeurtenis 67 in figuur 2). Anders de terugbelapplicatie zijn ingericht om het gesprek van de gebruiker van de ele telefoon te onderscheppen en het USSD-bericht zoals hierboven beschreven te rnden (gebeurtenis 66 in figuur 2).

2] In het geval dat SMS wordt gebruikt voor de terugbelapplicatie wordt het rek geïnitieerd door een mobiele telefoon 15 door het sturen van een SMS naar een i-centrale van het thuisnetwerk (welke samen gelocaliseerd kan zijn met de snetwerkcentrale 6). Het SMS-bericht is als volgt gestructureerd: <bestemmingsnummer>*<locatie code># SMS bestemmingsnummer en locatiecode kunnen worden opgeslagen in het icatie algemeneparametersbestand 20.

13] In figuur 5, is een stroomdiagram getoond van een mogelijke implementatie van aantal filteralgoritmes zoals uitgevoerd in de nummerfiltertoestand 42 (zie figuur velke detecteert of een gebruiker van de mobiele telefoon 15 de terugbelapplicatie gebruiken of een normaal gesprek wil plaatsen. Het nummerfilteralgoritme wordt /oorkeur opgeslagen in de SIM-kaart 16 van de mobiele telefoon 15 en is onderdeel de terugbelapplicatie.

44] Het nummerfilteralgoritme kan fouten en illegale gesprekken voorkomen door controleren van het door de gebruiker ingevoerde nummer voordat het gesprek d geïnitieerd. Eerst wordt gecontroleerd of de mobiele telefoon 15 in staat is tot het roeren van de terugbelapplicatie (beslissingsblok 71) en vervolgens wordt ontroleerd of het algemene parameterbestand is geladen in de applicatie '279 13 ('beslissingsblok 72'). Wanneer een van deze beslissingen negatief is wordt het gesprek uitgevoerd zonder gebruik te maken van de terugbelapplicatie (blok 69, zie tevens figuur 2).

[0045] Vervolgens wordt in beslissingsblok 73 gecontroleerd of het door de gebruiker 5 op de mobiele telefoon 15 ingevoerde nummer een type nummer/nummerplan identificatie (TON/NPI) byte omvat die gelijk is aan 0x91, hetgeen aangeeft dat het nummer een internationaal nummer is. Indien dit niet het geval is, wordt in opeenvolgende beslissingsblokken 74 en 75 gecontroleerd of het ingevoerde nummer voldoet aan de karakteristieken van een virtueel-plannummerschema (VPN), hetgeen 10 wordt bepaald door te controleren of het ingevoerde nummer tussen het minimum en maximale aantal getallen omvat (bijvoorbeeld drie of vier getallen). Indien het ingevoerde nummer minder dan het minimum aantal getallen heeft dat vereist is voor een VPN-nummer, wordt het gesprek geblokkeerd (blok 70). Indien het TON/NPI byte gelijk is aan 0x91 wordt gecontroleerd in beslissingsblok 76 of het ingevoerde nummer 15 een minimum aantal getallen omvat dat vereist is voor een internationaal gesprek. Indien het aantal getallen minder is dan het vereiste aantal wordt het gesprek geblokkeerd (blok 70).

[0046] Indien het ingevoerde nummer voldoet aan de criteria van een VPN-nummer of een internationaal nummer wordt een verdere controle uitgevoerd of het invoemummer 20 een exceptienummer is (beslissingsblok 77). Exceptienummers kunnen worden opgenomen in het algemene parameterbestand 20 en kunnen noodoproepen omvatten. Tevens kan een exceptienummer een tabel van regels omvatten die elk een land- of netwerkidentificatie omvatten en bezochte netwerken 10 aangeven waar gesprekken niet uitgevoerd kunnen worden met gebruik van de terugbelapplicatie. Dit maakt het 25 mogelijk voor de thuisnetwerk-aanbieder om het gebruik van een terugbelapplicatie te controleren in de context van zijn beleid en overeenkomsten met andere netwerkaanbieders. Normaal gesproken is slechts het thuisnetwerk 5 onderdeel van de exceptietabel.

[0047] Wanneer het ingevoerde nummer een exceptienummer is (blok 77) of het 30 ingevoerde nummer minder dan het aantal getallen heeft dat vereist is voor een VPN

(blok 74), kan het nummerfilteralgoritme een verdere controle omvatten op een parameter die aangeeft dat de terugbelapplicatie altijd gebruikt moet worden (beslissingsblok 78). Indien dit het geval is, of wanneer het ingevoerde nummer geen 1021127 Él 14 sptienummer is (beslisblok 77), zal het nummerfilteralgoritme het gesprek initïeren gebruik van de terugbelapplicatie zoals hierboven beschreven en de initalisatie-tand 43 binnengaan (zie tevens figuur 2). Indien dit niet het geval is zal het unerfilter algoritme aangeven dat het gesprek dient te worden uitgevoerd zonder de gbelapplicatie (blok 69).

27·

Claims (13)

1. Werkwijze voor het verschaffen van een mobiele telefonie-applicatie aan een 5 mobiele communicatie-inrichting (15) die in verbinding staat met een eerste netwerk (10), omvattende de stap van het overdragen van informatie met betrekking tot de mobiele telefonie-applicatie tussen de mobiele telefoon en een tweede netwerkcentrale (6), gekenmerkt doordat de werkwijze de verdere stappen omvatten van: - het herwinnen van gegevens betreffende informatieoverdrachtsmechanismen die 10 ondersteund worden door de mobiele communicatie-inrichting (15); - het herwinnen van gegevens betreffende informatieoverdrachtsmechanismen die ondersteund worden door het eerste netwerk (10); - het herwinnen van gegevens betreffende informatieoverdrachtsmechanismen die ondersteund worden door het tweede netwerk (5); 15. het selecteren van een informatieoverdrachtsmechanisme dat wordt ondersteunt door de mobiele communicatie-inrichting (15), het eerste netwerk (10) en het tweede netwerk (5); - het initialiseren van de mobiele telefonieapplicatie met gebruik van het geselecteerde informatieoverdrachtsmechanisme om de informatie tussen de 20 mobiele communicatie-inrichting (15) en het tweede netwerkcentrale (6) over te dragen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het eerste en tweede netwerk (10, 5) geografisch gescheiden zijn. 25

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste en tweede netwerk (10, 5. verschillende communicatiestandaarden gebruiken.

4. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot en met 3, waarbij de 30 informatieoverdrachtsmechanismen gepriortiseerd worden en het informatieoverdrachtsmechanisme dat mogelijk is in de mobiele communicatie-inrichting (15), het eerste netwerk 10 en het tweede netwerk (5) met de hoogste prioriteit wordt geselecteerd. 1021127*

5. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot en met 4, waarbij het tnatieoverdrachtsmechanisme omvat een of meer van de groep van: Dual Tone iple Frequency; Direct Dial In; Unstructured Supplementary Services Data; Short :age Service.

6. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot en met 5, waarbij de mobiele >on-applicatie een terugbelapplicatie is die het mogelijk maakt om een verbinding tand te brengen tussen de mobiele communicatie-inrichting (15) en een verdere iele communicatie-inrichting door interventie van de tweede netwerkcentrale (6), bij de stap van het initialiseren omvat de stappen van: a) het overdragen van een verzoek tot terugbellen, het te bellen nummer dat hoort ie verdere mobiele communicatie-inrichting en het nummer van de mobiele municatie-inrichting (15) aan het tweede netwerkcentrale (6); b) het accepteren van het gesprek van de tweede netwerkcentrale (6) teneinde de inding tot stand te brengen.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij het informatieoverdrachtsmechanisme AF is, en de stap van het overdragen omvat de stappen van: al) het verzenden van een verzoek tot terugbellen naar de tweede netwerkcentrale a2) na het ontvangen van een terugbelactie van de tweede netwerkcentrale (6), accepteren van de verbinding en het overdragen van het te bellen nummer naar de 2de netwerkcentrale (6) met gebruik van DTMF; a3) het wachten op het tot stand brengen van de verbinding door de tweede verkcentrale (6).

8. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij het informatieoverdrachtsmechanisme >D of SMS is, en de stap van het overdragen omvat de stappen van: al) het verzenden van het verzoek voor terugbellen, het te bellen nummer en het ïtificatienummer van de mobiele communicatieinrichting aan de tweede netwerk-trale (6), waarbij ten minste het te bellen nummer is omvat in een USSD- bericht of respectievelijk, een SMS-bericht; a2) het wachten tot de verbinding tot stand wordt gebracht door de tweede netwerkcentrale (6).

9. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot en met 8, waarbij de werkwijze 5 de verdere stappen omvat van het detecteren van een startgebeurtenis door het controleren van een of meer karakteristieken van een nummer dat wordt ingevoerd op de mobiele communicatie-inrichting (15).

10. Werkwijze volgens conclusie 9 waarbij de karakteristieken omvatten het 10 aantal getallen, of een speciale reeks getallen.

11. Mobiele communicatie-inrichting (15) omvattende verwerkingsmiddelen en geheugenmiddelen die verbindbaar zijn met verwerkingsmiddelen, waarbij de verwerkingsmiddelen zijn ingericht om de stappen van de werkwijze volgens een van 15 de conclusies 1 tot en met 8 uit te voeren.

12. Mobiele communicatie-inrichting (15) volgens conclusie 11 waarbij de geheugenmiddelen een SIM-kaart (16) omvatten.

13. SIM-kaart (16) omvattende een sofltware-applicatie welke, wanneer ingevoerd in een mobiele communicatie-inrichting (15), de mobiele communicatie-inrichting (15) voorziet van de functionaliteit van de werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot en met 8. 25 xxxxxx 30 T021127 »'