NL1020887C2 - Manchet met intumescent materiaal voor een leiding. - Google Patents

Manchet met intumescent materiaal voor een leiding. Download PDF

Info

Publication number
NL1020887C2
NL1020887C2 NL1020887A NL1020887A NL1020887C2 NL 1020887 C2 NL1020887 C2 NL 1020887C2 NL 1020887 A NL1020887 A NL 1020887A NL 1020887 A NL1020887 A NL 1020887A NL 1020887 C2 NL1020887 C2 NL 1020887C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
intumescent material
cuff
conduit
dent
pipe
Prior art date
Application number
NL1020887A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Van Walraven
Original Assignee
Walraven J Van Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Walraven J Van Bv filed Critical Walraven J Van Bv
Priority to NL1020887A priority Critical patent/NL1020887C2/nl
Priority to DE60328338T priority patent/DE60328338D1/de
Priority to EP03076609A priority patent/EP1374953B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1020887C2 publication Critical patent/NL1020887C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A62LIFE-SAVING; FIRE-FIGHTING
    • A62CFIRE-FIGHTING
    • A62C2/00Fire prevention or containment
    • A62C2/06Physical fire-barriers
    • A62C2/065Physical fire-barriers having as the main closure device materials, whose characteristics undergo an irreversible change under high temperatures, e.g. intumescent
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L5/00Devices for use where pipes, cables or protective tubing pass through walls or partitions
    • F16L5/02Sealing
    • F16L5/04Sealing to form a firebreak device

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Emergency Management (AREA)
  • Installation Of Indoor Wiring (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Description

Korte aanduiding: Manchet met intumescent materiaal voor een leiding.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een manchet met intumescent materiaal voor een leiding welke manchet bij brand een afsluitende werking heeft voor de doorgang van de leiding door een wand of een vloer, en welke manchet een 5 ringlichaam van isolerend materiaal heeft met een opening voor de leiding en een eerste zone met intumescent materiaal, die zich uitstrekt over de buitenomtrek van het ringlichaam van isolerend materiaal.
Een dergelijke manchet is bekend uit de stand der 10 techniek en wordt vooral toegepast bij thermisch geïsoleerde leidingen. Onder invloed van de hitte die gepaard gaat met een brand, expandeert het intumescente materiaal met als doel de doorgang voor de leiding door een wand of een vloer af te _ sluiten'.
15 Een nadeel van de manchet zoals bekend uit de stand der techniek is dat een dergelijke manchet in geval van brand niet altijd voor een tijdige en betrouwbare afsluiting zorgt van de doorgang door wand of vloer van de leiding waar omheen de manchet is geplaatst. Dit doet zich in het bijzonder voor bij 20 kunststof leidingen.
De onderhavige uitvinding beoogt dit nadeel op te heffen.
Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt dit doel bereikt met een manchet met intumescent materiaal voor een 25 leiding welke manchet bij brand een afsluitende werking heeft voor de doorgang van de leiding door een wand of een vloer, en welke manchet een ringlichaam van isolerend materiaal heeft met een opening voor de leiding en een eerste zone met intumescent materiaal, die zich uitstrekt over de buitenomtrek van het 30 ringlichaam van isolerend materiaal, met het kenmerk, ·; . 'i O .· ; M U Ύ 1 '-· \j '-j .
2 dat een tweede zone met intumescent materiaal aanwezig is, welke grenst aan de opening voor de leiding.
Bij een dergelijke manchet heeft het intumescente materiaal van de eerste zone in hoofdzaak de functie om een in 5 omvang beperkte ruimte om de leiding, bijvoorbeeld in de doorstoken wand of vloer, en/of de ruimte die ontstaat doordat bij de brand (een deel van) het isolerende ringlichaam verloren gaat op te vullen.
Het intumescente materiaal van de tweede zone ligt zeer 10 dicht bij de leiding waar de manchet omheen is aangebracht. Bij een brand zal het intumescente materiaal aanmerkelijk effectiever zijn in het gebied van de leiding dan bij manchetten zoals bekend uit de stand der techniek. Eventueel wordt zelfs een snel dichtdrukken van de leiding en opvullen van de hierbij 15 ontstane holte gerealiseerd. Bij metalen leidingen is het denkbaar dat de warmteoverdracht naar dit intumescente materiaal rechtstreeks vanaf de leiding plaatsvindt en niet via het ringlichaam van isolerend materiaal hoeft te geschieden.
Het intumescente materiaal is bij voorkeur in de vorm 20 van een of meer intumescente elementen in de tweede zone aangebracht. Indien er sprake is van meerdere intumescente elementen, bevinden zij zich bij voorkeur op enige afstand in omtreksrichting van elkaar.
In een mogelijke uitvoeringsvorm zijn de elementen van 25 intumescent materiaal van de tweede zone ondergebracht in groeven in het ringlichaam van isolerend materiaal. Deze groeven kunnen zich in langsrichting of in omtreksrichting van de opening voor de leiding uitstrekken, danwel zich schroeflijnvormig uitstrekken om die opening.
30 Indien de groeven zich in hoofdzaak in langsrichting van de opening voor de leiding uitstrekken en open zijn aan een axiaal einde van de manchet, dan is het mogelijk dat elk element van intumescent materiaal van de tweede zone in de bijbehorende groef wordt gestoken, eventueel na plaatsing van het ringlichaam 35 om de leiding. Eventueel wordt niet in alle groeven intumescent materiaal aangebracht.
3
Eventueel klemmen de intumescente elementen in de groeven. Het is ook mogelijk de elementen van intumescent materiaal van de tweede zone vast te zetten aan het ringlichaam, bijvoorbeeld door nieten of lijmen.
5 Doordat het intumescente materiaal in twee verschillende zones is ondergebracht, is het mogelijk voor het intumescent materiaal van de eerste zone andere intumescente eigenschappen te kiezen dan voor het intumescente materiaal van de tweede zone.
10 De onderhavige uitvinding heeft volgens een tweede aspect betrekking op een manchet met intumescent materiaal voor een leiding, welke manchet een opening voor de leiding heeft en een of meer elementen van intumescent materiaal. De manchet verschaft een de leiding dichtdrukkende werking.
15 Een dergelijke manchet is bijvoorbeeld bekend uit WO
91/19540. In deze publicatie wordt beschreven dat het wenselijk is dat de manchet een werking heeft waardoor de leiding wordt dichtgedrukt en eventueel, na het wegsmelten van de leiding, de door de weggesmolten leiding achtergelaten opening geheel door 20 geexpa'ndeerd intumescent materiaal wordt afgesloten. Bij- elk van" de uitvoeringen van de manchet volgens WO 91/19540 is voorzien in een ringlichaam van een relatief langzaam werkend intumescent materiaal en in een ringlichaam van een relatief snel werkend intumescent materiaal. Daarbij voorzien een aantal uitvoeringen 25 erin dat een open luchtspleet aanwezig is tussen de leiding en het ringlichaam van langzaam werkend intumescent materiaal om zo te bereiken dat de leiding op die plaats door de hitte van de brand zacht wordt en dus door het langzaam werkend intumescent materiaal kan worden dichtgedrukt.
30 De werking van de bekende manchet blijkt niet altijd tevredenstellend te zijn. In het bijzonder blijkt de werking onvoldoende indien de leiding een meerlaags kunststof leiding is met een geïntegreerde metaallaag.
Het tweede aspect van de uitvinding beoogt een brandwerende 35 manchet te verschaffen met een verbeterde werking wat het dichtdrukken van de leiding betreft.
ff'· - ·· - 4
Dit doel wordt bereikt met een manchet, die is gekenmerkt doordat de manchet op een plaats of op meerdere in omtreksrichting van de opening voor de leiding van elkaar verwijderd gelegen plaatsen is voorzien van een deukvormend 5 middel, dat in geval van brand een deuk drukt in de leiding, welke deuk of deuken de cirkelvorm van de leiding teniet doen en daardoor het verder dichtdrukken van de leiding door het intumescent materiaal vergemakkelijken.
In geval van brand bewerkstelligt de manchet volgens het 10 tweede aspect van de uitvinding dus dat de leiding eerst op een of op meerdere uiteen gelegen plaatsen rond de omtrek een naar binnen gerichte deuk krijgt, zodat de oorspronkelijke cirkelvorm van de leiding· verloren gaat. Vervolgens wordt de leiding dan volledig dichtgedrukt door het intumescente materiaal. Door 15 eerst een of meer deuken te maken in de leiding verloopt het volledig dichtdrukken van de leiding gemakkelijk aangezien de gedeukte leiding veel minder weerstand kan leveren tegen het expanderende intumescente materiaal dan indien de leiding zijn cirkelvormige doorsnede nog had. Bij de uit WO 91/19540 bekende 20 manchet zal het expanderende intumescente materiaal op de omtrek van de leiding een nagenoeg uniforme druk uitoefenen, waardoor de leiding lang zijn cirkelvormige doorsnede behoudt en daardoor de druk van het intumescente materiaal te lang kan weerstaan.
In een mogelijke uitvoeringsvorm is erin voorzien dat de 25 manchet op een of op meerdere van elkaar verwijderd gelegen plaatsen rond de opening voor de leiding is voorzien van een deukvormend element van intumescent materiaal, dat een deuk in de leiding drukt.
Bij voorkeur is de manchet tevens voorzien van een of meer 30 afwijkend uitgevoerde elementen van intumescent materiaal die de leiding verder dichtdrukken nadat de deuk of deuken in de leiding zijn aangebracht. Deze andere elementen van intumescent materiaal kunnen in omtreksrichting van de opening voor de leiding gezien tussen de een of meer deukvormende elementen zijn 35 opgesteld. Als alternatief of in combinatie daarmee zou bijvoorbeeld ook kunnen zijn voorzien in een ringvormig intumescent element dat buitenom de een of meer deukvormende 5 elementen heen ligt of dat axiaal versprongen ligt ten opzichte van de een of meer deukvormende elementen.
In een andere mogelijke uitvoeringsvorm is erin voorzien dat de manchet zodanig is ingericht dat als gevolg van expansie 5 van het intumescent materiaal van elk deukvormend middel de leiding op een plaats of op meerdere in omtreksrichting van de leiding van elkaar verwijderd gelegen plaatsen, bijvoorbeeld op diametraal tegenover elkaar gelegen plaatsen, sneller en/of met een wezenlijk grotere naar binnen gerichte druk wordt belast dan 10 het overige deel van de omtrek van de leiding, zodanig dat op die plaats of plaatsen een deuk in de leiding wordt gedrukt die het daaropvolgend dichtdrukken van de leiding door het intumescent materiaal vergemakkelijkt.
In een mogelijke uitvoeringsvorm is erin voorzien dat de 15 manchet rond de omtrek van de opening voor de leiding is voorzien van een of meerdere uniforme elementen van intumescent materiaal, waarbij op een of op meerdere van elkaar verwijderd gelegen plaatsen rond de omtrek van de opening voor de leiding tussen het intumescent materiaal en de omtrek van de opening -- 20 voor de' ieiding'“een drukco'ncentrerënd orgaan "is voorzierT met een “ relatief groot oppervlak waar het intumescent materiaal een naar binnen gerichte drukkracht op kan uitoefenen en een relatief klein oppervlak aan de naar de opening voor de leiding gekeerde zijde. Het drukconcentrerende orgaan heeft dan het effect dat de 25 druk van het daarop drukkende intumescent materiaal op die plaatsen op een geringer oppervlak van de leiding werkt dan in het overige deel van de omtrek van de leiding, zodat de leiding op die plaats of plaatsen eerst een deuk krijgt.
In een andere uitvoeringsvorm is erin voorzien dat de 30 manchet op een of op meerdere in omtreksrichting van de manchet van elkaar verwijderd gelegen plaatsen rondom de opening voor de leiding is voorzien van een relatief snelwerkend element van intumescent materiaal, dat een deuk in de leiding drukt, en langs het overige deel van de omtrek is voorzien van een of meer 35 relatief langzaam werkende elementen van intumescent materiaal.
Hierbij wordt opgemerkt dat de relatief snelwerkende en langzaam werkende elementen van dezelfde kwaliteit intumescent materiaal 6 gemaakt zouden kunnen zijn, waarbij dan de relatief snelwerkende elementen een groter dikte hebben in de hoofdexpansierichting dan de relatief langzaam werkende elementen, zodat de eerstgenoemde een grotere absolute expansie vertonen bij brand.
5 Anderzijds is het natuurlijk ook mogelijk verschillende kwaliteiten en uitvoeringen intumescent materiaal toe te passen.
De manchet volgens de uitvinding is geschikt voor allerlei soorten en maten leidingen, in het bijzonder voor meerlaags kunststof leidingen met een geïntegreerde metaallaag, maar ook 10 voor volledig uit (versterkte) kunststof vervaardigde leidingen, metalen (bijvoorbeeld koperen) leidingen, thermisch geïsoleerde leidingen, kunststof leidingen die uitwendig zijn bekleed met een metaallaag (bijvoorbeeld als dampbarrière), etc.
De manchet volgens de uitvinding kan voor elke 15 montagesituatie worden ingericht.
Bij voorkeur heeft de manchet een stabiele buitenmantel, bijvoorbeeld van metaal, die de buitenomtrek van de manchet vormt. De buitenmantel kan uit een of meer delen bestaan om deze om de leiding aan te kunnen brengen.
20 De manchet kan zijn ingericht om nabij een opening in een wand of vloer van een bouwwerk om de leiding te worden aangebracht, maar kan ook zijn ingericht om gedeeltelijk of geheel in ringvormige ruimte tussen de leiding en de opening in de wand of vloer te worden aangebracht.
25 De manchet kan zijn voorzien van bevestigingsmiddelen om de manchet vast te zetten aan de vloer of wand. Uiteraard kan zijn voorzien in een samenstel van meerdere manchetten, bij voorbeeld met een gemeenschappelijke buitenmantel, welk samenstel kan worden ingezet wanneer meerdere leidingen door een enkele 30 opening in een wand of vloer gaan.
Het zal duidelijk zijn dat de uitvindingsgedachte op zeer uiteenlopende manieren kan worden gerealiseerd.
De aspecten van de manchet volgens de uitvinding zullen hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening 35 waarin op niet beperkende wijze uitvoeringsvoorbeelden zijn getoond. In de tekening toont: 7
Fig. 1 in dwarsdoorsnede schematisch een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de manchet volgens de uitvinding die is aangebracht om een leiding,
Figs la-c in dwarsdoorsnede schematisch een tweede 5 uitvoeringsvoorbeeld van de manchet volgens de uitvinding in verschillende toestanden,
Fig. 2 in dwarsdoorsnede schematisch een derde uitvoeringsvoorbeeld van de manchet volgens de uitvinding,
Fig. 3 in dwarsdoorsnede schematisch een vierde 10 uitvoeringsvoorbeeld van de manchet volgens de uitvinding,
Fig. 4 in dwarsdoorsnede schematisch een vijfde uitvoeringsvoorbeeld van de manchet volgens de uitvinding,
Fig. 5 in dwarsdoorsnede schematisch een zesde uitvoeringsvoorbeeld van de manchet volgens de uitvinding, 15 Fig. 6 in perspectief schematisch een zevende uitvoeringsvoorbeeld van de manchet volgens de uitvinding, en Fig. 7 in dwarsdoorsnede schematisch een achtste uitvoeringsvoorbeeld van de manchet volgens de uitvinding.
- 20- In figxnxr 1 is een manchet TOO volgens de uitvinding' getoond. De manchet heeft een stabiele buitenmantel 101, die uit twee helften is samengesteld, bijvoorbeeld van (plaat)metaal. Verder heeft de manchet een ringlichaam 102 van thermisch isolerend materiaal, samengesteld uit twee helften 102a en 102b. 25 Om de opening voor de leiding 2 ligt een in een tweede zone een laag 103 intumescent materiaal. Verder ligt er in een eerste zone een laag 104 van intumescent materiaal tussen het ringlichaam 102 en de buitenmantel 101.
De figuren la-c tonen een manchet 1 volgens de uitvinding 30 die is aangebracht om een leiding 2.
De manchet 1 heeft een in dit voorbeeld uit twee helften 3,4 samengesteld ringvormig lichaam dat wordt omringd door een stabiele buitenmantel 9, bij voorkeur van metaal. De buitenmantel kan zijn uitgevoerd uit een of meer delen, zodanig 35 dat de buitenmantel 9 geopend kan worden teneinde de manchet 1 om de leiding 2 te plaatsen.
8
De manchet 1 heeft op twee in omtreksrichting van de opening voor de leiding 2 diametraal tegenover elkaar gelegen plaatsen een deukvormend element 5,6 van intumescent materiaal.
Langs het overige deel van de omtrek van de opening voor de 5 leiding 2 is de manchet 1 voorzien meerdere elementen 7 van intumescent materiaal, die afwijkend zijn van de deukvormende elementen 5,6.
In het bijzonder is er in dit voorbeeld in voorzien dat de deukvormende elementen 5,6 van een relatief snel werkend 10 intumescent materiaal zijn vervaardigd en de andere elementen 7 van een relatief langzaam werkend intumescent materiaal.
In dit voorbeeld hebben de deukvormende elementen 5,6 een grotere dikte dan de andere elementen 7.
Eventueel zijn de elementen 7 niet identiek aan elkaar 15 uitgevoerd.
De ringhelften 3,4 zijn bijvoorbeeld uitgevoerd met een lichaam uit een thermisch isolerend materiaal, bijvoorbeeld een fenol, PU of PIR bevattend materiaal, bijvoorbeeld in een hardschuim-kwaliteit, of minerale wol of foamed glass, waarin 20 langs de opening voor de leiding 2 sleuven, in dit voorbeeld langssleuven, zijn aangebracht voor het opnemen van de intumescente elementen 5,6,7.
Rondom de buitenomtrek van de helften 3,4 is voorzien van een buitenlaag 8 van intumescent materiaal, bijvoorbeeld met een 25 geringe dikte. Ook kan zijn voorzien in een volledige bekleding van de helften 3,4 met een laag intumescent materiaal, dus ook aan de kopse einden.
De figuur la toont de leiding 2 en manchet 1 in normaal 30 gemonteerde toestand, bijvoorbeeld ter plaatse van een opening in een wand of vloer van een bouwwerk waar de leiding 2 doorheen is gevoerd. De manchet 1 heeft een stabiele buitenmantel 9.
Wanneer brand uitbreekt zal door opwarming de manchet 1 in werking treden. Aan de hand van de figuren lb en lc zal worden 35 geïllustreerd op welke wijze de manchet 1 functioneert.
Als gevolg van de temperatuurstijging worden de deukvormende intumescente elementen 5,6 geactiveerd, 9 bijvoorbeeld bij een temperatuur van 120°C, en beginnen zij snel te expanderen. De andere elementen 7 zijn van een zodanig uitvoering dat zij pas later worden geactiveerd, bijvoorbeeld bij een hogere temperatuur, en/of expanderen langzamer. Hierdoor 5 wordt het in figuur lb getoonde effect bereikt dat de leiding 2 ter plaatse van de deukvormende elementen 5,6 een naar binnen gerichte deuk krijgt en zijn oorspronkelijke cirkelvorm verliest. Als gevolg van de deuken is de sterkte van de leiding 2 nu fors gereduceerd, waardoor de expansie van de andere 10 elementen 7, in combinatie met de voortschrijdende expansie van de elementen 5,6, leidt tot een dichtdrukken van de leiding 2, welke toestand bijna is gerealiseerd in figuur lc.
Voor de duidelijkheid is in de figuren lb, lc de werking van de buitenlaag 8 van intumescent materiaal en het gedrag bij 15 brand van de lichamen van de helften 3,4 buiten beschouwing gelaten.
Het zal duidelijk zijn dat het sterkteverlies van de leiding 2 ook optreedt indien de leiding 2 slechts op een plaats — 20 van zijn omtrek 'een deuk krij'gt, maar uiteraard is liet. dole' denkbaar - vooral bij grotere diameter leidingen - dat op meer dan twee plaatsen een deuk in de leiding wordt gedrukt door bijbehorende deukvormende elementen.
25 Opgemerkt wordt dat het dichtdrukken van de leiding 2, zelfs bij het gebruik van diametraal tegenover elkaar opgestelde deukvormende elementen, niet hoeft te verlopen zoals in de stap van figuur lb naar figuur lc is gesuggereerd. Met name kan het werkelijk dichtdrukken beïnvloed worden door de uitvoering van 30 de leiding, de opwarming van de leiding rondom de omtrek, de aanwezigheid van een vloeistof (water) in de leiding, etc.
Het is denkbaar dat het zich in de manchet 1 bevindende deel van de leiding 2 als gevolg van de brand smelt en daardoor 35 volledig verloren gaat. De verdere expansie van het intumescente materiaal zal dan bewerkstelligen dat er geen doorlaat 10 achterblijft, waarlangs alsnog hitte en rook zouden kunnen passeren.
In een variant van de manchet 1 zijn de deukvormende 5 elementen 5,6 van dezelfde kwaliteit intumescent materiaal als de een of meer andere elementen 7 en is de deukvormende werking van de elementen 5,6 in het bijzonder gebaseerd op de grotere dikte van die elementen 5,6 ten opzichte van de elementen 7.
10 Ook is het denkbaar dat tussen de deukvormende elementen 5,6 en de helften 3,4 een stijf element, bijvoorbeeld een metalen element, is aangebracht, dat de indrukking van het materiaal van de helft onder invloed van de expansie van het intumescent materiaal tegenwerkt, zodat de expansie effectief 15 naar de leiding wordt gericht.
In figuur 2 is een manchet 20 volgens de uitvinding getoond met een uit twee helften 21, 22 samengesteld ringlichaam, waarbij de buitenmantel en de buitenlaag van intumescent 20 materiaal zijn weggelaten.
De manchet 20 heeft op twee in omtreksrichting van de opening 23 voor de leiding (niet getoond) diametraal tegenover elkaar gelegen plaatsen een deukvormend element 25,26 van intumescent materiaal.
25 Langs het overige deel van de omtrek van de opening 23 voor de leiding is de manchet 20 voorzien meerdere elementen 27 van intumescent materiaal, die afwijken van de deukvormende elementen 25,26.
In het bijzonder is er in dit voorbeeld in voorzien dat de 30 deukvormende elementen 25,26 grenzen aan de omtrek van de opening 23 voor de leiding en dus in gemonteerde toestand tegen de leiding aan liggen. De andere elementen 27 liggen verder naar buiten en dus in gemonteerde toestand op een afstand van de leiding. In de figuur 2 is te zien dat een luchtspleet aanwezig 35 is tussen de leiding en elk van de andere elementen 27, maar in een variant bevindt zich een laag van een geschikt materiaal tussen de omtrek van de opening 23 en elk van de andere 11 elementen 27. Bijvoorbeeld is dat materiaal een thermisch isolerend materiaal.
De intumescente elementen 25, 26 en 27 zijn zodanig 5 uitgevoerd en opgenomen in de helften 21, 22 dat bij brand de elementen 25, 26 eerst een deuk drukken in de betreffende leiding, zodat de cirkelvorm daarvan verloren gaat. Vervolgens bewerkstelligen alle intumescente elementen tezamen de volledige dichtdrukking van de leiding.
10
In figuur 3 is een manchet 30 volgens de uitvinding getoond met twee helften 31, 32.
De manchet 30 heeft op twee in omtreksrichting van de opening 33 voor de leiding (niet getoond) diametraal tegenover 15 elkaar gelegen plaatsen een deukvormend middel 35, 36.
Elk deukvormend middel 35, 36 bestaat hier uit een element 37, 38 van intumescent materiaal, waarbij tussen het betreffende element van intumescent materiaal 37, 38 en de omtrek van de opening 33 voor de leiding een drukconcentrerend orgaan 39, 40 — 20 'is voorzien met een groot oppervlak waar het intumescent materiaal 37, 38 een naar binnen gerichte drukkracht op kan uitoefenen en een klein oppervlak aan de naar de opening 33 voor de leiding gekeerde zijde. Bijvoorbeeld zijn de organen 39, 40 van metaal.
25 Door de organen 39, 40 wordt bereikt dat de druk die resulteert uit de expansie van het aanliggende intumescente element 37, 38 op een smalle strook in de lengte van de leiding wordt uitgeoefend, waardoor de leiding op die plaats een langgerekte deuk krijgt.
30 Langs het overige deel van de omtrek van de opening 33 voor de leiding is de manchet 30 voorzien meerdere elementen 41 van intumescent materiaal. Het is denkbaar dat deze elementen 41 identiek zijn aan de elementen 37, 38 maar uiteraard kunnen die elementen 41 ook een andere kwaliteit en/of vorm hebben.
35 Nadat de leiding door de werking van de middelen 35, 36 is ingedeukt, zal de expansie van alle intumescente elementen de volledige dichtdrukking van de leiding bewerkstelligen.
12
In figuur 4 is een manchet 50 volgens de uitvinding getoond.
De manchet 50 heeft op twee in omtreksrichting van de 5 opening 53 voor de leiding (niet getoond) diametraal tegenover elkaar gelegen plaatsen een deukvormend middel 54, 55.
Elk deukvormend middel 54, 55 bestaat hier uit een element 57, 58 van intumescent materiaal, dat is opgenomen in een holte van een drukconcentrerend orgaan 59, 50, dat tussen het 10 betreffende element van intumescent materiaal 57, 58 en de omtrek van de opening 53 voor de leiding is voorzien. De holte van elk drukconcentrerend orgaan 59, 60 is open aan de van de opening 53 voor de leiding afgekeerde zijde.
Het drukconcentrerend orgaan 59, 60 heeft een relatief groot 15 oppervlak waar het intumescent materiaal 57, 58 een naar binnen gerichte drukkracht op kan uitoefenen en een relatief klein oppervlak aan de naar de opening 53 voor de leiding gekeerde zijde. Bijvoorbeeld zijn de organen 59, 60 van metaal.
In geval van brand expanderen de elementen 57, 58 waardoor 20 de bijbehorende organen 59, 60 krachtig naar binnen tegen de leiding worden gedrukt en op die plaats een deuk in de leiding wordt gevormd.
Het zal duidelijk zijn dat de doorsnedevorm van de organen 59, 60 kan afwijken van de hier bij wijze van voorbeeld getoonde 25 V-vorm.
Langs het overige deel van de omtrek van de opening 53 voor de leiding is de manchet 50 voorzien meerdere elementen 61 van intumescent materiaal. Het is denkbaar dat deze elementen 61 identiek zijn aan de elementen 57, 58 maar uiteraard kunnen die 30 elementen 61 ook een andere kwaliteit en/of vorm hebben. Ook zou in plaats van afzonderlijke elementen 61 kunnen zijn voorzien in een laag van intumescent materiaal.
Nadat de leiding door de werking van de deukvormende middelen 54, 55 is ingedeukt, zal de expansie van alle 35 intumescente elementen de volledige dichtdrukking van de leiding bewerkstelligen.
v- C ( 13
In figuur 5 is een manchet 70 volgens de uitvinding getoond met twee manchethelften 71, 72.
De manchet 70 heeft op twee in omtreksrichting van de opening 73 voor de leiding (niet getoond) diametraal tegenover 5 elkaar gelegen plaatsen een deukvormend element 75,76 van intumescent materiaal. Buiten om de deukvormende elementen 75, 76 is voorzien in een ringvormig element 78 van intumescent materiaal.
De deukvormende intumescente elementen 75, 76 en het 10 intumescente ringlichaam 78 zijn zodanig uitgevoerd en opgenomen in de manchethelften 71, 72 dat bij brand de elementen 75, 76 eerst een deuk drukken in de betreffende leiding, zodat de cirkelvorm daarvan verloren gaat. Vervolgens bewerkstelligen alle intumescente elementen tezamen de volledige dichtdrukking 15 van de leiding.
In figuur 6 is een manchet 80 volgens de uitvinding getoond.
De manchet 80 heeft op twee in omtreksrichting van de — 20- opening voor de—leiding 82 diametraal tegenover eXkaar gëXegen plaatsen een deukvormend element 85,86 van intumescent materiaal. Axiaal versprongen ten opzichte van de deukvormende elementen 85, 86 is voorzien in een ringvormig element 88 van intumescent materiaal.
25 De deukvormende intumescente elementen 85, 86 en het intumescente ringlichaam 88 zijn zodanig uitgevoerd en opgenomen in de manchet 80 dat bij brand de elementen 85, 86 een deuk drukken in de betreffende leiding, zodat de cirkelvorm daarvan verloren gaat, en vervolgens alle intumescente elementen tezamen 30 de volledige dichtdrukking van de leiding realiseren.
In figuur 7 is een manchet 90 volgens de uitvinding getoond.
De manchet heeft een stabiele metalen buitenmantel, die in 35 dit voorbeeld is samengesteld uit twee buitenmantelhelten 91, 92.
14
De buitenmantelhelften 91, 92 vormen elk een uitsparing waarin een deukvormend element 93, 94 van snel werkend intumescent materiaal is opgenomen. In dit voorbeeld liggen de deukvormende elementen 93, 94 diametraal ten opzichte van de 5 opening voor de leiding.
De manchet 90 is verder voorzien van twee delen 95 van relatief langzaam werkend intumescent materiaal, die langs de binnenomtrek van de buitenmantelhelften 91, 92 liggen.
Het zal duidelijk zijn dat de buitenmantel ook een geheel 10 andere uitvoeringsvorm kan hebben dan in figuur 7 is getoond.
De buitenmantel kan zijn ingericht voor montage van de manchet tegen'de wand of het plafond waarin zich de doorgang voor de leiding bevindt, zoals op zich bekend is uit de stand 15 van de technie.k.

Claims (24)

1. Manchet met intumescent materiaal voor een leiding welke manchet bij brand een afsluitende werking heeft voor de doorgang 5 voor de leiding door een wand of een vloer, en welke manchet een ringlichaam van isolerend materiaal heeft met een opening voor de leiding en een eerste zone met intumescent materiaal, die zich uitstrekt over de buitenomtrek van het ringlichaam van isolerend materiaal, 10 met het kenmerk, dat een tweede zone met intumescent materiaal aanwezig is, welke grenst aan de opening in het ringlichaam voor de leiding.
2. Manchet volgens conclusie 1, waarbij één of meer 15 elementen van intumescent materiaal zijn aangebracht over de binnenomtrek van het ringlichaam van isolerend materiaal, eventueel in omtreksrichting op een afstand van elkaar.
3. Manchet volgens een van bovenstaande conclusies, waarbij — - 20 één-of meer elementen· van intumescent materiaal zijn" ondergebracht in aan opening voor de leiding grenzende groeven in het ringlichaam van isolerend materiaal, bijvoorbeeld in lengterichting, in omtreksrichting of schroeflijnvormig.
4. Manchet volgens een van voorgaande conclusies, waarbij de elementen van intumescent materiaal in de tweede zone aan het ringlichaam van isolerend materiaal zijn vastgezet, bijvoorbeeld door klemming in eventuele groeven, door lijmen of door nieten.
5. Manchet volgens conclusie 3, waarbij een of meer groeven aan ten minste een kopse kant van de manchet open zijn zodat een element van intumescent materiaal in de bijbehorende groef geschoven kan worden, bijvoorbeeld na plaatsing van het ringlichaam om de leiding. 35
6. Manchet volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het intumescent materiaal van de eerste zone andere *· > intumescente eigenschappen heeft dan het intumescente materiaal van de tweede zone.
7. Manchet volgens een van de voorgaande conclusies, 5 waarbij om de laag van intumescent materiaal van de eerste zone een stabiele buitenmantel is aangebracht.
8. Manchet volgens conclusie 1, waarbij in de tweede zone een element van niet-intumescent materiaal, bij voorkeur thermisch 10 isolerend materiaal, is opgesteld tussen naast elkaar gelegen elementen van intumescent materiaal.
9. Manchet volgens conclusie 1, waarbij de elementen van intumescent materiaal langs de omtrek van de opening voor de 15 leiding zijn aangebracht in bijbehorende uitsparingen in een uit een of meer delen samengesteld ringlichaam van een niet-intumescent materiaal, bijvoorbeeld thermisch isolerend materiaal of metaal.
10. Manchet volgens een van de bovenstaande conclusies, waarbij de manchet op een of meerdere in omtreksrichting van de manchet uiteen gelegen plaatsen rondom de opening voor de leiding is voorzien van een deukvormend element met intumescent materiaal, dat in geval van brand op die plaats een deuk in de 25 leiding drukt, en bij voorkeur langs het overige deel van de omtrek van de opening voor de leiding is voorzien van een of meer afwijkend uitgevoerde elementen van intumescent materiaal.
11. Manchet volgens conclusie 10, waarbij de manchet zodanig is 30 ingericht dat als gevolg van opzwelling van het intumescent materiaal van de een of meer deukvormende elementen de leiding door die deukvormende elementen, bijvoorbeeld op diametraal tegenover elkaar gelegen plaatsen, sneller en/of met een grotere radiaal naar binnen gerichte druk wordt belast dan de overige 35 omtrek van de leiding, zodanig dat op die plaats of plaatsen een deuk in de leiding wordt gedrukt die het daaropvolgend dichtdrukken van de leiding door het intumescent materiaal vergemakkelijkt.
12. Manchet volgens conclusie 10 of 11, waarbij de manchet rond 5 de omtrek van de opening voor de leiding is voorzien van een ringvormig element van intumescent materiaal of van meerdere in een ring opgestelde elementen van intumescent materiaal, waarbij op een of op meerdere van elkaar verwijderd gelegen plaatsen rond de omtrek van de opening voor de leiding een deukvormend 10 middel is gevormd door een tussen het intumescent materiaal en de omtrek van de opening voor de leiding opgesteld drukconcentrerend orgaan, dat een relatief groot oppervlak waar het intumescent materiaal een naar binnen gerichte drukkracht op kan uitoefenen en een relatief klein oppervlak heeft aan de naar 15 de opening voor de leiding gekeerde zijde.
13. Manchet volgens een of meer van de conclusies 10-12, waarbij de op een of op meerdere in omtreksrichting van de manchet uiteen gelegen plaatsen rondom de opening voor de — - 20 leiding opgestelde deukvo'rmende"midderen worden gevormd door een - element van relatief snel werkend intumescent materiaal, dat een deuk in de leiding drukt.
14. Manchet volgens een of meer van de conclusies 10-13, 25 waarbij de op een of op meerdere in omtreksrichting van de manchet uiteen gelegen plaatsen rondom de opening voor het opnemen van de leiding opgestelde deukvormende middelen worden gevormd door een element van relatief snel werkend intumescent materiaal, dat een deuk in de leiding drukt, en langs het 30 overige deel van de omtrek van de opening voor de leiding is voorzien van een of meer elementen van relatief langzaam werkend intumescent materiaal.
15. Manchet volgens een of meer van de voorgaande conclusies, 35 waarbij de op een of op meerdere in omtreksrichting van de manchet van elkaar verwijderd gelegen plaatsen rondom de opening voor de leiding opgestelde deukvormende middelen worden gevormd door een deukvormend element van intumescent materiaal, dat een deuk in de leiding drukt, en langs het overige deel van de omtrek van de opening voor de leiding is voorzien van een of meer andere elementen van intumescent materiaal, waarbij het 5 intumescent materiaal van elk deukvormend element een grotere dikte heeft dan van de andere elementen.
16. Manchet volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de op een of op meerdere in omtreksrichting van dé 10 manchet van elkaar verwijderd gelegen plaatsen rondom de opening voor de leiding opgestelde deukvormende middelen worden gevormd door een deukvormend element van intumescent materiaal, dat in geval van brand een deuk in de leiding drukt, en langs het overige deel van de omtrek van de opening voor de leiding is 15 voorzien van een of meer andere elementen van intumescent materiaal, waarbij elk ander element in radiale richting gezien verder naar buiten ligt dan de een of meer deukvormende elementen.
17. Manchet volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de manchet op diametraal tegenover elkaar gelegen plaatsen langs de opening voor de leiding is voorzien van deukvormende elementen van een relatief snel werkend intumescent materiaal en langs het overige deel van de omtrek van de opening 25 voor de leiding is voorzien van elementen van relatief langzaam werkend intumescent werkend materiaal.
18. Manchet volgens een of meer van de conclusies 10-17, 30 waarbij de op een of op meerdere in omtreksrichting van de manchet uiteen gelegen plaatsen rondom de opening voor de leiding aanwezige deukvormende middelen elk een element van uni-directioneel expanderend intumescent materiaal omvatten, waarbij de hoofdexpansierichting radiaal naar de opening voor de leiding 35 is gericht zodat een deuk in de leiding wordt gedrukt, en langs het overige deel van de omtrek bij voorkeur is voorzien van een of meer elementen van multi-directioneel expanderend intumescent materiaal.
19. Manchet volgens een of meer van de voorgaande conclusies 5 10-17, waarbij de op een of op meerdere in omtreksrichting van de manchet uiteen gelegen plaatsen rondom de opening voor de leiding aanwezige deukvormende middelen elk een gelamineerd element met lagen van een intumescent materiaal en lagen van een metaal omvatten, dat een deuk in de leiding drukt. 10
20. Manchet met intumescent materiaal voor een leiding, welke manchet een opening voor de leiding en een of meer elementen van intumescent materiaal heeft, en welke manchet een de leiding dichtdrukkende werking verschaft, met het kenmerk, dat de 15 manchet op een plaats of op meerdere in omtreksrichting van de opening voor de leiding van elkaar verwijderd gelegen plaatsen is voorzien van een deukvormend middel, dat in geval van brand op die plaats een deuk drukt in de leiding, welke deuk of deuken de cirkelvorm van de leiding teniet doen en daardoor het verder 20 dichtdr.ukk.en_ van de leiding.- door het intumescent -materiaal - vergemakkelij ken.
21. Brandwerende doorvoer van een leiding door een wand- of vloeropening omvattende een manchet volgens een of meer van de 25 voorgaande conclusies.
22. Brandwerende doorvoer van een kunststofleiding, bijvoorbeeld met geïntegreerde metaallaag, door een wand- of vloeropening omvattende een manchet volgens een of meer van de 30 voorgaande conclusies.
23. Ringlichaam van isolerend materiaal volgens een of meer van bovenstaande conclusies.
24. Samenstel van een ringlichaam volgens een of meer van de voorgaande conclusies en een stabiele buitenmantel.
NL1020887A 2002-06-17 2002-06-17 Manchet met intumescent materiaal voor een leiding. NL1020887C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020887A NL1020887C2 (nl) 2002-06-17 2002-06-17 Manchet met intumescent materiaal voor een leiding.
DE60328338T DE60328338D1 (de) 2002-06-17 2003-05-26 Intumeszierendes Material enthaltende Rohrbüchse
EP03076609A EP1374953B1 (en) 2002-06-17 2003-05-26 Bush comprising intumescent material for a conduit

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020887 2002-06-17
NL1020887A NL1020887C2 (nl) 2002-06-17 2002-06-17 Manchet met intumescent materiaal voor een leiding.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1020887C2 true NL1020887C2 (nl) 2003-12-19

Family

ID=29717735

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1020887A NL1020887C2 (nl) 2002-06-17 2002-06-17 Manchet met intumescent materiaal voor een leiding.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP1374953B1 (nl)
DE (1) DE60328338D1 (nl)
NL (1) NL1020887C2 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2446868A (en) * 2007-02-21 2008-08-27 Polypipe Ventilation Ltd Intumescent device
DE102011111588A1 (de) * 2011-08-25 2013-02-28 SCHWENK DÄMMTECHNIK GMBH & Co KG Dämmmaterial und Verfahren zur Herstellung eines Dämmmaterials
US9086174B2 (en) 2013-03-15 2015-07-21 Securus, Inc. Extendable sleeve for poured concrete deck
NL2022587B1 (en) 2019-02-15 2020-08-28 Walraven Holding Bv J Van Firestop device including an expandable fold-out collar

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT385899B (de) * 1984-02-15 1988-05-25 Chemie Linz Ag Anordnung zur im brandfall wirksamen abdichtung von oeffnungen in bauteilen
WO1991019540A1 (en) 1990-06-18 1991-12-26 Dufaylite Developments Limited Fire arrester collar for pipelines
DE29815912U1 (de) * 1998-09-04 1999-01-07 Steffens, Sandra, 21465 Reinbek Vorrichtung zur Abschottung von Kabeln, Leitungen o.ä.
EP0890372A2 (de) * 1997-07-11 1999-01-13 LUNOS-LÜFTUNG GmbH & Co Ventilatoren KG Selbsttätig schliessende Brandschutzeinrichtung
US5984126A (en) * 1998-04-07 1999-11-16 Gbc Holding Co. Container with fire protective intumescent layer
US6176052B1 (en) * 1999-05-21 2001-01-23 Tosetz Co., Ltd. Fire retarding division penetrating member
EP1070895A1 (de) * 1999-07-20 2001-01-24 Geberit Technik Ag Brandschutzmaterial

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT385899B (de) * 1984-02-15 1988-05-25 Chemie Linz Ag Anordnung zur im brandfall wirksamen abdichtung von oeffnungen in bauteilen
WO1991019540A1 (en) 1990-06-18 1991-12-26 Dufaylite Developments Limited Fire arrester collar for pipelines
EP0890372A2 (de) * 1997-07-11 1999-01-13 LUNOS-LÜFTUNG GmbH & Co Ventilatoren KG Selbsttätig schliessende Brandschutzeinrichtung
US5984126A (en) * 1998-04-07 1999-11-16 Gbc Holding Co. Container with fire protective intumescent layer
DE29815912U1 (de) * 1998-09-04 1999-01-07 Steffens, Sandra, 21465 Reinbek Vorrichtung zur Abschottung von Kabeln, Leitungen o.ä.
US6176052B1 (en) * 1999-05-21 2001-01-23 Tosetz Co., Ltd. Fire retarding division penetrating member
EP1070895A1 (de) * 1999-07-20 2001-01-24 Geberit Technik Ag Brandschutzmaterial

Also Published As

Publication number Publication date
EP1374953A1 (en) 2004-01-02
EP1374953B1 (en) 2009-07-15
DE60328338D1 (de) 2009-08-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6226855B1 (en) Method of joining lined pipes
JP6622155B2 (ja) 断熱ダクト製品
EP1102915B1 (en) Connector for expandable well screen
US8910949B2 (en) Seal with fire protection
EP2815164B1 (en) Pipe, pipe connection and pipeline system
JP2868316B2 (ja) ライニングパイプ物品の結合方法
GB9623748D0 (en) Heat shrinkable member
US6679015B1 (en) Hub seal firestop device
US20070261863A1 (en) Sealing system
US5513882A (en) Universal non-threaded pipe connector system
US20110219594A1 (en) Tool device for connection of a plastic pipe
NL1020887C2 (nl) Manchet met intumescent materiaal voor een leiding.
WO2003050442A2 (en) End fitting for tubular members and method of applying same
NL1017662C2 (nl) Manchet met intumescent materiaal voor een leiding.
US6698076B2 (en) Drive shaft manufacturing process
US6842956B1 (en) Tubular connection method
JP2005083483A5 (nl)
CA2414260A1 (en) End fitting for tubular members and method of applying same
JP2004515342A (ja) フィルター・ハウジング
WO2017212110A1 (en) Pipe and method of manufacturing a pipe
JP3606626B2 (ja) 貫通孔の充填材支持具
BR112012000925A2 (pt) composição de polipropileno, tubulações de mono- ou multicamadas, acessórios de tubulação, juntas de tubulação, tubos, ou mangueiras, método para preparar uma composição, e, artigo.
CA2546937A1 (en) Connector for expandable well screen

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070101