NL1020606C2 - Noodhulpsysteem. - Google Patents

Description

NOODHULP SYSTEEM

De uitvinding betreft een noodhulpsysteem voor het op verzoek van een gebruiker inschakelen van noodhulp, zoals een ambulance, politie of verificatiedienst, zoals een beveiligingsdienst.

5 Er is een groeiend gevoel van onveiligheid bij mensen. Alhoewel een mobiele telefoon het mogelijk maakt noodhulp in te schakelen, zoals een ambulance of politie of ook een bekende, is de bediening van een mobiele telefoon in noodgevallen te omslachtig. Wanneer men aangevallen wordt, 10 dan vergt het teveel tijd een alarmnummer te kiezen en vervolgens de locatie door te geven. Ook het doorgeven van een locatie kan op zichzelf al een probleem vormen, aangezien men niet altijd de straatnaam of dergelijke kent.

Het is derhalve een doel van de uitvinding een 15 systeem te verschaffen dat de bovengenoemde nadelen verminderd of zelfs voorkomt.

Dit doel wordt bereikt met een noodhulpsysteem volgens de uitvinding, welk systeem omvat.

- ten minste een door een gebruiker bij zich te 20 dragen zender voor het uitzenden van een verzoeksignaal, - ten minste een centrale ontvanger voor het ontvangen van het verzoeksignaal en het inschakelen van de noodhulp, waarbij het systeem positiebepalingsmiddelen omvat voor het bepalen van de positie van de ten minste een zender.

25 Zodra de zender geactiveerd is, wordt automatisch het verzoeksignaal uitgezonden naar de centraal ontvanger die vervolgens noodhulp kan inschakelen. Bovendien kan door middel van de positiebepalingsmiddelen de locatie van de 1020306 2 zender en aldus de gebruiker bepaald worden, zodat de noodhulp direct de exacte locatie weet.

In een uitvoeringsvorm van een systeem van de uitvinding omvat het systeem een gegevensbank met gegevens 5 voor de bepaling van de soort noodhulp in reactie op de ontvangst van een verzoeksignaal. Hiermee wordt het mogelijk voor een gebruiker vooraf vast te laten leggen welke soort noodhulp gewenst is. Ouderen kunnen het systeem bijvoorbeeld gebruiken om noodhulp van een ambulance te verkrijgen, 10 terwijl jongeren eerder noodhulp van bijvoorbeeld de politie behoeven.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding omvat de centrale ontvanger een aantal geografisch verspreide ontvangstmasten en zijn de 15 positiebepalingsmiddelen ingericht voor het bepalen van de positie van een zender op basis van een aantal door ontvangstmasten gemeten signaalsterkten.

Door middel van een zogenaamde driehoeksmeting kan bepaald worden waar de zender zich ten opzichte van de 20 zendmasten bevindt. Indien men de locatie van de zendmasten weet kan men zo de exacte locatie van de zender bepalen.

Bij voorkeur omvatten de positie bepalingsmiddelen een in de zender aangebrachte GPS-ontvanger. Met een dergelijke GPS (Global Positioning System)ontvanger kan door 25 middel van satellieten een zeer nauwkeurige positie bepaald worden. De zo bepaalde positie kan worden meegezonden in het verzoeksignaal, zodat de centrale ontvanger naast het verzoeksignaal tevens de positie ontvangt.

Bij voorkeur omvat het verzoeksignaal een voor de 30 zender unieke identificatiecode. Op basis van deze identificatiecode kunnen relevante gegevens van de drager van de zender opgevraagd worden, zodat de noodhulp vooraf relevante gegevens van de persoon heeft.

; : : ) ? i 0 3

Een uitvoeringsvorm vorm van het systeem volgens de uitvinding werken de zender en ontvanger volgens het GSM-protocol. Dit GSM-protocol is het alom meest gebruikte protocol voor mobiele telefoons, waardoor reeds op dit moment 5 een volledige dekking aanwezig is. Dit bied grote voordelen bij het in gebruik nemen van het systeem volgens de uitvinding, aangezien de infrastructuur van ontvangstmasten reeds aanwezig is.

De uitvinding omvat verder een zender voor een 10 systeem volgens de uitvinding, welke zender een zendmodule, een stroomvoorziening en activeringsmiddelen voor het activeren van de zendmodule omvat.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de zender volgens de uitvinding omvattende activeringsmiddelen een uittrekbaar 15 deel. Door het uittrekken van dit deel wordt de zendmodule geactiveerd en wordt aldus het verzoeksignaal uitgezonden.

Het uittrekken neemt amper tijd in beslag, zodat ook in noodsituaties zeer eenvoudig noodhulp ingeschakeld kan worden.

20 In een andere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvatten de activeringsmiddelen stemherkenningsmiddelen. Hiermee kan de zender door middel van een gesproken commando geactiveerd worden. Dit kan zijn voordelen hebben bij bijvoorbeeld gehandicapte personen.

25 Bij voorkeur omvat de zender positiebepalingsmiddelen, welke een GPS-ontvanger kunnen omvatten. Verder werkt de zendmodule bij voorkeur volgens het GSM-protocol.

In nog een andere uitvoeringsvorm van de zender 30 volgens de uitvinding omvat het uitgezonden signaal een SMS (Short Message Service)bericht. Met een dergelijk SMS-bericht kunnen de relevante gegevens eenvoudig naar de centrale <v .·: j ü Ü 6 4 ontvanger van een systeem volgens de uitvinding gezonden worden.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

5 Figuur 1 toont een gebruiker, die een zender volgens de uitvinding draagt.

Figuur 2 toont in perspectivisch aanzicht de zender volgens figuur 1 in meer detail.

Figuur 3 toont in perspectivisch aanzicht en met 10 uiteengenomen delen de zender volgens figuur 2.

In figuur 1 wordt gebruiker een G getoond, die in zijn hand een zender 1 volgens de uitvinding heeft. In het geval de gebruiker noodhulp wenst, behoeft hij slechts de zender 1 te activeren, waardoor de noodhulp in actie komt.

15 Zoals in figuur 2 meer detail getoond heeft de behuizing 1 een bovenste behuizingsschaal 2 een onderste behuizingsschaal 3. Verder is er een activeringsdeel 4 aangebracht, welke bijvoorbeeld een drukknop kan zijn of een uittrekbare pen.

20 In figuur 3 is de zender 1 volgens figuur 2 met uiteengenomen delen getoond. Opnieuw is de bovenste schaal 2 en de onderste schaal 3 te zien en de uittrekbare pen 4. In de zender 1 is een elektronicadeel 5 aangebracht welke een zender vormt. Bovendien kan hierop een GPS-ontvanger zijn 25 voorzien. De elektronica 5 is in een tweede behuizing 6,7 aangebracht. Het activeringsdeel 4 is hier uitgevoerd als een uittrekbare pen en is via een contact 8 met de elektronica 5 verbonden. Verder zijn in de behuizing 2,3 van de zender 1 batterijen 9 voorzien, die na activering van de zender de 30 elektronica van stroom voorzien.

Na activering van de zender door gebruiker G wordt een verzoeksignaal uitgezonden naar een centrale ontvanger.

• ‘ .....1 ’·' t) 5

Deze centrale ontvanger schakelt vervolgens de noodhulp in, die tevens van de centrale ontvanger de positie van de zender 1 door krijgt. Zo kan de noodhulp door middel van een eigen positiebepalingssysteem of navigatiesysteem eenvoudig 5 de gebruiker lokaliseren.

Het is verder mogelijk om een keuzeschakelaar te voorzien op de zender, die het mogelijk maakt met het verzoeksignaal een keuze uit te zenden. Deze keuze wordt vervolgens door de centrale ontvanger vertaald naar de 10 gewenste noodhulp.

Voor de activering van de zender kan verder gedacht worden aan een schokregistratiesystéem dat de zender activeert bij schokken boven 1G, aan een hartslagsysteem, dat bij verhoogde of juist zeer lage hartslag de zender 15 activeert, of aan een aantal knoppen die tegelijkertijd ingedrukt moeten worden.

Tenslotte is het mogelijk dat een SMS-bericht naar een 112 of 911 centrale gestuurd wordt met aanvullende gegevens zoals straatnaam, postcode en plaats. In een 20 dergelijk geval is een tussenkomende centrale niet noodzakelijk.

Het is ook mogelijk om in plaats van een SMS-bericht een voorgeprogrammeerde gesproken boodschap naar een 112 of 911 centrale te sturen.

25 -3 06

Claims (14)

1. Noodhulp systeem voor het op verzoek van een gebruiker inschakelen van noodhulp, zoals een ambulance, politie of verificatiedienst, zoals een beveiligingsdienst, welk systeem omvat: 5. ten minste een door een gebruiker bij zich te dragen zender voor het uitzenden van een verzoeksignaal, - ten minste een centrale ontvanger voor het ontvangen van het verzoeksignaal en het inschakelen van de noodhulp, waarbij het systeem positiebepalingsmiddelen omvat 10 voor het bepalen van de positie van de ten minste een zender.

2. Systeem volgens conclusie 1, omvattende een gegevensbank met gegevens voor het bepalen van de soort noodhulp in reactie op een ontvangen verzoeksignaal.

3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de 15 centrale ontvanger een aantal geografisch verspreide ontvangstmasten omvat en de positiebepalingsmiddelen ingericht zijn voor het bepalen van de positie van een zender op basis van de door een aantal ontvangstmasten gemeten signaalsterkten.

4. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de positiebepalingsmiddelen een in de zender aangebrachte GPS-ontvanger omvatten.

5. Systeem volgens conclusie 4, waarbij de door de GPS-ontvanger bepaalde positie meegezonden wordt in het 25 verzoeksignaal.

6. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het verzoeksignaal een voor de zender unieke identificatiecode omvat. J J *

7. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de zender en ontvanger volgens het GSM-protocol werken.

8. Zender voor een systeem volgens één van de 5 voorgaande conclusies, omvattende een zendmodule, een stroomvoorziening en activeringsmiddelen voor het activeren van de zendmodule.

9. Zender volgens conclusie 8, waarbij de activeringsmiddelen een uittrekbaar deel omvatten.

10. Zender volgens conclusie 8 of 9, waarbij de activeringsmiddelen stemherkenningsmiddelen omvatten.

11. Zender volgens één van de conclusie 8 t/m 10, omvattende positiebepalingsmiddelen.

12. Zender volgens conclusie 11, waarbij de 15 positiebepalingsmiddelen een GPS-ontvanger omvatten.

13. Zender volgens één van de conclusies 8-12, waarbij de zendmodule volgens het GSM-protocol werkt.

14. Zender volgens conclusie 12, waarbij het uitgezonden signaal een SMS-bericht omvat. 20 ; jr\j