NL1020561C2 - Device and method for determining the prominence of an object. - Google Patents
Device and method for determining the prominence of an object. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1020561C2 NL1020561C2 NL1020561A NL1020561A NL1020561C2 NL 1020561 C2 NL1020561 C2 NL 1020561C2 NL 1020561 A NL1020561 A NL 1020561A NL 1020561 A NL1020561 A NL 1020561A NL 1020561 C2 NL1020561 C2 NL 1020561C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- viewing direction
- indicating means
- observer
- indicating
- measuring
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61B—DIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
- A61B3/00—Apparatus for testing the eyes; Instruments for examining the eyes
- A61B3/02—Subjective types, i.e. testing apparatus requiring the active assistance of the patient
- A61B3/024—Subjective types, i.e. testing apparatus requiring the active assistance of the patient for determining the visual field, e.g. perimeter types
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61B—DIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
- A61B3/00—Apparatus for testing the eyes; Instruments for examining the eyes
- A61B3/02—Subjective types, i.e. testing apparatus requiring the active assistance of the patient
- A61B3/06—Subjective types, i.e. testing apparatus requiring the active assistance of the patient for testing light sensitivity, e.g. adaptation; for testing colour vision
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Medical Informatics (AREA)
- Biophysics (AREA)
- Ophthalmology & Optometry (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Biomedical Technology (AREA)
- Heart & Thoracic Surgery (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Molecular Biology (AREA)
- Surgery (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- Length Measuring Devices By Optical Means (AREA)
Description
Titel: Inrichting, almede werkwijze voor het bepalen van de opvallendheid van een object.Title: Device and method for determining the prominence of an object.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bepalen van de opvallendheid van een object.The invention relates to a device for determining the prominence of an object.
De internationale octrooiaanvrage W097/16112 ten name van aanvraagster beschrijft een visuele opvallendheidsmeter die dient als 5 meetinstrument om de opvallendheid van een zich op afstand van een waarnemer bevindend object te bepalen. De bekende inrichting is hiertoe voorzien van een optisch stelsel om een deel van een voorwerpsvlak op verschillende posities op het netvlies van een oog van de waarnemer te projecteren. Het optisch stelsel is voorzien van lenzen, spiegels en een 10 instelbaar diafragma om de uittreepupil van het stelsel in stellen.The international patent application WO97 / 16112 in the name of the applicant describes a visual conspicuity meter which serves as a measuring instrument for determining the conspicuity of an object located remotely from an observer. To this end, the known device is provided with an optical system for projecting a part of an object surface at different positions onto the retina of an observer's eye. The optical system is provided with lenses, mirrors and an adjustable diaphragm to adjust the exit pupil of the system.
Tijdens gebruik van de bekende inrichting wordt het diafragma eerst zodanig ingesteld, dat de uittreepupil van de inrichting kleiner is dan de oogpupil van de waarnemer. Vervolgens wordt een detail van het voorwerpsvlak, welk detail het object bevat, op de fovea van het netvlies van 15 een oog van de waarnemer afgebeeld, zodat de waarnemer het object in focus waarneemt. Daarna wordt een relatief groot deel van het voorwerpsvlak met het object op een tweede positie op het netvlies afgebeeld. Daarbij is de afbeelding van het voorwerpsvlak zodanig vanaf de fovea over het netvlies verschoven, dat de waarnemer het object nog net wel 20 of net niet meer kan herkennen of detecteren. Deze verschuiving van de afbeelding is een maat voor de opvallendheid van het object. In andere woorden: hoe opvallender het object, des te verder kan de afbeelding van het object vanaf de fovea over het netvlies worden verschoven onder behoud van de herkenbaarheid of detecteerbaarheid van het object, en vice-versa. De 25 waarnemer bepaalt doorgaans zelf de criteria omtrent de vraag wanneer hij het object nog wel of niet meer herkent. Herkenning van het object kan i020561 2 bijvoorbeeld inhouden, dat de waarnemer het object nog kan onderscheiden van een omgeving van het object.During use of the known device, the diaphragm is first adjusted such that the exit pupil of the device is smaller than the eye pupil of the observer. Subsequently, a detail of the object surface, which detail contains the object, is imaged on the fovea of the retina of an eye of the observer, so that the observer perceives the object in focus. A relatively large part of the object surface is then imaged on the retina with the object in a second position. The image of the object surface is thereby shifted over the retina from the fovea in such a way that the observer can barely recognize or detect the object. This shift of the image is a measure of the prominence of the object. In other words, the more striking the object, the further the image of the object can be shifted from the fovea over the retina while preserving the recognisability or detectability of the object, and vice-versa. The observer usually determines the criteria for when he or she no longer recognizes the object. For example, recognition of the object may entail that the observer can still distinguish the object from an environment of the object.
Bij een eerste uitvoering van de bekende inrichting wordt de verschuiving van de afbeelding over het netvlies bewerkstelligd door 5 beweging van een spiegel van het optisch stelsel terwijl de waarnemer het oog op een oog-fixatiepunt fixeert. Bij een andere uitvoering wordt de inrichting in zijn geheel gedraaid of het oog-fixatiepunt bewogen, terwijl het optisch stelsel van de inrichting onveranderd blijft. In dat geval dient het optisch stelsel voor het in focus op het netvlies en het optioneel in focus op 10 de oogpupil projecteren van het object bij een bepaalde uittreepupil van de inrichting.In a first embodiment of the known device, the displacement of the image over the retina is effected by movement of a mirror of the optical system while the observer fixes the eye at an eye fixation point. In another embodiment, the device is rotated in its entirety or the eye fixation point is moved, while the optical system of the device remains unchanged. In that case the optical system serves for projecting the object in focus on the retina and optionally in focus on the eye pupil at a specific exit pupil of the device.
Nadeel van de bekende inrichting is, dat deze relatief lastig is in gebruik. De inrichting is relatief zwaar en log in verband met de daarin toegepaste onderdelen. Bij elke meting dient het optisch stelsel van de 15 inrichting verder nauwkeurig te worden opgesteld en ingesteld om een gewenste afbeelding van het object te verkrijgen, hetgeen relatief veel tijd vergt. Bovendien is de bekende inrichting relatief kostbaar en kwetsbaar in verband met de daarin verwerkte en nauwkeurig opgestelde optica en elektronica. Verder blijkt de optica van de bekende inrichting doorgaans in 20 een vochtige omgeving of bij regen en/of mist veelal te beslaan.A drawback of the known device is that it is relatively difficult to use. The device is relatively heavy and bulky in connection with the parts used therein. With each measurement, the optical system of the device must further be accurately arranged and adjusted to obtain a desired image of the object, which requires relatively much time. Moreover, the known device is relatively expensive and vulnerable in connection with the optics and electronics incorporated therein and accurately arranged therein. Furthermore, the optics of the known device are generally found to be foggy in a humid environment or in the case of rain and / or fog.
De onderhavige uitvinding beoogt een inrichting waarmee de opvallendheid van een object relatief snel en gemakkelijk kan worden bepaald.It is an object of the present invention to provide a device with which the striking of an object can be determined relatively quickly and easily.
Hiertoe wordt de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt, 25 doordat de inrichting is voorzien van kijkrichting-aanwijsmiddelen om een kijkrichting aan een bloot oog van een waarnemer aan te wijzen, waarbij de aanwijsmiddelen in verschillende standen brengbaar zijn ten behoeve van het veranderen van de genoemde kijkrichting tussen een eerste kijkrichting en een tweede kijkrichting, waarbij de waarnemer tijdens gebruik bij de 30 eerste kijkrichting rechtstreeks naar het object kijkt en bij tweede 1020561 3 kijkrichting het object nog net wel of net niet meer herkent, waarbij de inrichting is voorzien van meetmiddelen om een verandering van de stand van de aanwijsmiddelen te meten ten behoeve van het bepalen van het verschil tussen de eerste en tweede kijkrichting.To this end, the device according to the invention is characterized in that the device is provided with viewing direction indicating means for indicating a viewing direction to a naked eye of an observer, wherein the indicating means can be brought into different positions for the purpose of changing said viewing direction between a first viewing direction and a second viewing direction, wherein during use the observer looks directly at the object during use in the first viewing direction and at second viewing direction the object is still just recognizing or no longer recognizing the object, the device being provided with measuring means for measure change in the position of the indicating means for determining the difference between the first and second viewing direction.
5 Verrassenderwijs kan met deze inrichting de opvallendheid van een object relatief nauwkeurig worden bepaald. In de praktijk blijkt dat met de inrichting volgens de uitvinding nagenoeg dezelfde resultaten kunnen worden verkregen als met de in W097/16112 beschreven inrichting.Surprisingly, with this device the strikingness of an object can be determined relatively accurately. In practice it appears that substantially the same results can be obtained with the device according to the invention as with the device described in WO97 / 16112.
Bij een eerste gebruiksmethode van de inrichting volgens de 10 uitvinding worden de aanwijsmiddelen gebruikt tijdens het bepalen van de eerste en tweede kijkrichting. Daarbij worden de aanwijsmiddelen in een eerste stand gebracht, zodanig dat deze aanwijsmiddelen de eerste kijkrichting aangeven. Vervolgens kijkt de waarnemer eenvoudig met het blote oog via de aanwijsmiddelen rechtstreeks naar het object. Hiertoe kan 15 de waarnemer de inrichting bijvoorbeeld gemakkelijk voor zich vasthouden en/of op een ondersteuning, bijvoorbeeld een statief, plaatsen. Dan worden de aanwijsmiddelen naar de tweede stand bewogen. Tijdens de beweging van de aanwijsmiddelen blijft de waarnemer de door die middelen aangewezen kijkrichting volgen. Bij de tweede kijkrichting kan de 20 waarnemer het object nog net wel of net niet meer met het blote oog herkennen, zodat hij besluit om de beweging van de aanwijsmiddelen te staken. Tenslotte wordt het verschil tussen de eerste en tweede stand van de aanwijsmiddelen gemeten. Het meetresultaat vormt een maat voor de opvallendheid van het object.In a first method of use of the device according to the invention, the indicating means are used during the determination of the first and second viewing direction. The indicating means are thereby brought into a first position, such that these indicating means indicate the first viewing direction. The observer then simply looks directly at the object through the pointing means at the object. To this end, the observer can, for example, easily hold the device in front of him and / or place it on a support, for example a tripod. The indicating means are then moved to the second position. During the movement of the pointing means, the observer continues to follow the viewing direction indicated by those means. In the second viewing direction, the observer may or may not recognize the object with the naked eye, so that he decides to stop the movement of the indicating means. Finally, the difference between the first and second position of the indicating means is measured. The measurement result is a measure of the prominence of the object.
25 Volgens een alternatieve werkwijze wordt de opvallendheid van een object onder gebruikmaking van een inrichting volgens althans conclusie 1, gekenmerkt door de volgende stappen: a) de waarnemer bepaalt eerst vanuit een waarnemingspositie met het blote oog, zonder de genoemde aanwijsmiddelen van de inrichting, de eerste 30 kijkrichting waarbij de waarnemer rechtstreeks naar het object kijkt, en de 4 tweede kijkrichting waarbij de waarnemer het object nog net wel of net niet meer herkent; b) de inrichting wordt na de bepaling van de eerste en tweede kijkrichting op of nabij de waarnemingspositie opgesteld; 5 c) de aanwijsmiddelen worden in de eerste stand gebracht waarbij de aanwijsmiddelen de eerste kijkrichting aangeven; d) de aanwijsmiddelen worden in een tweede stand gebracht waarbij de aanwijsmiddelen de tweede kijkrichting aangeven; en e) het verschil tussen de eerste en tweede stand van de aanwijsmiddelen 10 wordt gemeten met de meetmiddelen.According to an alternative method, the prominence of an object using a device according to at least claim 1, is characterized by the following steps: a) the observer first determines from a viewing position with the naked eye, without said device pointing means, first viewing direction in which the observer looks directly at the object, and the second viewing direction in which the observer may or may not recognize the object; b) after the determination of the first and second viewing direction, the device is set up at or near the observation position; C) the indicating means are brought into the first position, the indicating means indicating the first viewing direction; d) the indicating means are brought into a second position wherein the indicating means indicate the second viewing direction; and e) the difference between the first and second position of the indicating means 10 is measured with the measuring means.
Op deze manier kan de inrichting eenvoudig worden gebruikt om de opvallendheid te meten nadat de waarnemer reeds de eerste en tweede kijkrichting heeft vastgesteld. In dit geval worden de aanwijsmiddelen gebruikt om de reeds bepaalde kijkrichtingen aan te wijzen, zodat de 15 opvallendheid door de meetmiddelen uit de bijbehorende eerste en tweede stand van de aanwijsmiddelen kan worden bepaald. De waarnemer kan de bij stap a) bepaalde tweede kijkrichting onthouden, bijvoorbeeld door een zich in die kijkrichting bevindend herkenningspunt, zoals een voorwerp, te kiezen. Vervolgens kunnen de aanwijsmiddelen op het herkenningspunt 20 worden gericht om die aanwijsmiddelen in de bijbehorende tweede stand te brengen. De aanwijsmiddelen kunnen eenvoudig op het object waarvan de opvallendheid wordt bepaald, worden gericht om de eerste stand te verkrijgen.In this way the device can easily be used to measure the prominence after the observer has already determined the first and second viewing direction. In this case the indicating means are used to indicate the already determined viewing directions, so that the conspicuousness can be determined by the measuring means from the associated first and second position of the indicating means. The observer can remember the second viewing direction determined in step a), for example by choosing a recognition point, such as an object, located in that viewing direction. The indicating means can then be directed at the recognition point 20 to bring said indicating means into the associated second position. The indicating means can simply be aimed at the object whose prominence is determined in order to obtain the first position.
Bijkomend voordeel van de inrichting volgens de uitvinding is, dat 25 deze uit weinig en relatief goedkope onderdelen kan worden vervaardigd, zodat de inrichting licht en goedkoop is. Bovendien is de inrichting gemakkelijk hanteerbaar en snel in een gewenste positie te brengen voor het verrichten van een meting. De inrichting kan onder praktisch alle weersomstandigheden worden ingezet. Aangezien de waarnemer de meting 1 02056 1 5 met het blote oog kan verrichten, zijn relatief moeizame en tijdrovende instelhandelingen van een optisch stelsel overbodig.An additional advantage of the device according to the invention is that it can be manufactured from few and relatively inexpensive parts, so that the device is light and inexpensive. Moreover, the device is easy to handle and can be brought quickly to a desired position for taking a measurement. The device can be used in practically all weather conditions. Since the observer can perform the measurement with the naked eye, relatively difficult and time-consuming adjustment operations of an optical system are unnecessary.
De uitvinding verschaft verder een werkwijze voor het bepalen van de opvallendheid van een object, waarbij de waarnemer met het blote oog 5 rechtstreeks naar het object kijkt en een bijbehorende eerste kijkrichting bepaalt, waarbij de waarnemer met het blote oog een tweede kijkrichting bepaalt, bij welke tweede kijkrichting de waarnemer het object nog net wel of net niet meer herkent, waarbij het verschil tussen de eerste en tweede kijkrichting wordt gemeten.The invention further provides a method for determining the prominence of an object, wherein the observer looks directly at the object with the naked eye and determines an associated first viewing direction, wherein the observer determines with the naked eye a second viewing direction, at which second viewing direction the observer may or may not recognize the object, the difference between the first and second viewing directions being measured.
10 Op deze manier kan de opvallendheid van het object relatief gemakkelijk, snel en nauwkeurig worden bepaald. De genoemde nadelen van het gebruik van een optisch stelsel zijn zo bovendien vermeden. Het verschil tussen de eerste en tweede kijkrichting kan bijvoorbeeld met behulp van de door de uitvinding verschafte inrichting worden gemeten.In this way, the prominence of the object can be determined relatively easily, quickly and accurately. Moreover, the aforementioned disadvantages of the use of an optical system are avoided. The difference between the first and second viewing direction can, for example, be measured with the aid of the device provided by the invention.
15 Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies.Further elaborations of the invention are described in the subclaims.
De uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en de tekening. Daarin toont: fig. 1 een bovenaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de 20 uitvinding; fïg. 2a een zijaanzicht van het in fig. 1 weergegeven bovenaanzicht, waarbij de zwenkkop zich in een eerste zwenkstand bevindt; fig. 2b een dergelijk zijaanzicht als fïg. 2a, waarbij de zwenkkop zich in een tweede zwenkstand bevindt 25 fïg. 3 een schematische weergave van het gebruik van het in fïg. 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld voor het bepalen van de opvallendheid van een object, waarbij de aanwijsmiddelen zich in een eerste aanwijsstand bevinden; fïg. 4 een dergelijke weergave als fïg. 3 waarbij de aanwijsmiddelen 30 zich in een tweede aanwijsstand bevinden; en "i Π ; 6 fig. 5 een dergelijke weergave als fig. 4 van een alternatieve methode voor het bepalen van de opvallendheid van het object.The invention will now be explained with reference to an exemplary embodiment and the drawing. In the drawing: Fig. 1 shows a top view of an exemplary embodiment of the invention; FIG. 2a is a side view of the top view shown in FIG. 1, wherein the swivel head is in a first swivel position; Fig. 2b shows such a side view as Figs. 2a, wherein the swivel head is in a second swivel position. 3 is a schematic representation of the use of the FIG. 1 shows an exemplary embodiment for determining the prominence of an object, the pointing means being in a first pointing position; FIG. 4 such a representation as FIG. 3, the indicating means 30 being in a second indicating position; and FIG. 5 shows such a representation as FIG. 4 of an alternative method for determining the prominence of the object.
Figuren 1 en 2 tonen een inrichting 1 voor het bepalen van de opvallendheid van een object. De inrichting 1 is voorzien van kijkrichting-5 aanwijsmiddelen 2 en meetmiddelen 4. De meetmiddelen omvatten een schijfvormige gradenboog 4, welke langs een omtrek is voorzien van een schaalverdeling met maatstrepen 5. De genoemde aanwijsmiddelen omvatten een wijzer 2 die roteerbaar om een rotatieas 6 op de gradenboog 4 is aangebracht. De rotatiestand van de wijzer 2 is op schaalverdeling 5 van 10 de gradenboog 4 af te lezen. Een eerste uiteinde van de wijzer 2 omvat een scherpe wijzerpunt 2a om de schaalverdeling van de gradenboog 4 af te lezen. Het andere, tegenoverliggende uiteinde 2b van de wijzer 2 strekt zich buiten de gradenboog 4 uit. Dit tweede uiteinde 2b is voorzien van twee zich langs de hartlijn van de wijzer 2 uitstrekkende, opstaande nokken 3 die als 15 richthulpmiddel kunnen dienen tijdens gebruik van de inrichting.Figures 1 and 2 show a device 1 for determining the prominence of an object. The device 1 is provided with viewing direction-5 indicating means 2 and measuring means 4. The measuring means comprise a disc-shaped protractor 4, which is provided along a circumference with a scale with scale 5. The said indicating means comprise a pointer 2 rotatable about an axis of rotation 6 on the protractor 4 is arranged. The rotation position of the pointer 2 can be read on scale 5 of 10 the protractor 4. A first end of the pointer 2 comprises a sharp pointer point 2a for reading the scale of the protractor 4. The other opposite end 2b of the pointer 2 extends outside the protractor 4. This second end 2b is provided with two upright projections 3 extending along the axis of the pointer 2 which can serve as a guide aid during use of the device.
De gradenboog 4 van het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is aan een van de wijzer 2 afgekeerde zijde voorzien van een zwenkkop 7. De gradenboog 4 is roteerbaar aan deze zwenkkop 7 verbonden door niet weergegeven rotatiemiddelen. Bij voorkeur is de gradenboog 4 in een 20 gewenste rotatiestand fixeerbaar ten opzichte van de zwenkkop 7. Bij voorkeur is de inrichting 1 voorzien van fixatiemiddelen om de gradenboog 4 en de wijzer 2 in ten minste één stand aan elkaar te fixeren, zodanig dat de wijzer 2 en gradenboog 4 gezamenlijk ten opzichte van de zwenkkop 7 roteerbaar zijn. Dergelijke fixatiemiddelen kunnen bijvoorbeeld een borgpen 25 omvatten die door op elkaar uitgelijnde doorgangen van de wijzer 2 en de gradenboog 4 kan worden gestoken. Voor de duidelijkheid zijn deze fixatiemiddelen niet in de tekening weergegeven. Met behulp van dergelijke fixatiemiddelen kunnen de wijzer 3 en gradenboog 2 bijvoorbeeld na een nul-puntsinstelling van de wijzer 2 op de schaalverdeling 5, gezamenlijk 30 worden geroteerd om in een gewenste stand te worden gebracht.The protractor 4 of the present exemplary embodiment is provided on a side remote from the pointer 2 with a swivel head 7. The protractor 4 is rotatably connected to this swivel head 7 by rotation means (not shown). The protractor 4 is preferably fixable with respect to the pivot head 7 in a desired rotational position. Preferably, the device 1 is provided with fixation means for fixing the protractor 4 and the pointer 2 together in at least one position, such that the pointer 2 and protractor 4 can be rotated together with respect to the swivel head 7. Such fixing means can for instance comprise a locking pin 25 which can be inserted through mutually aligned passages of the pointer 2 and the protractor 4. For the sake of clarity, these fixation means are not shown in the drawing. With the aid of such fixing means, the pointer 3 and protractor 2 can be rotated together, for example after a zero point adjustment of the pointer 2 on the scale 5, to be brought into a desired position.
1020561 71020561 7
De zwenkkop 7 is zwenkbaar aan een langwerpige ondersteuning 10 gekoppeld via een zich haaks door die ondersteuning 10 uitstrekkende zwenkas 8. De zwenkkop 7 is voorzien van een op de zwenkas 8 aangrijpende vergrendelbout 9 om de zwenkkop 7 in een gewenste 5 zwenkstand aan de ondersteuning 10 te fixeren. Fig. 2a toont een eerste zwenkstand van de zwenkkop 7, waarbij de gradenboog 4 zich haaks ten opzichte van de steunbuis 10 uitstrekt. Fig. 2b toont een tweede zwenkstand waarbij de zwenkkop 7 met de gradenboog 4 met een hoek van 90° om de zwenkas 8 is gedraaid ten opzichte van de eerste zwenkstand. Door 10 zwenking van de gradenboog 4 met de daaraan gekoppelde wijzer 2 kunnen metingen in verschillende meetvlakken worden uitgevoerd bij een gelijke stand van de ondersteuning 10. De ondersteuning 10 is bij voorkeur in lengteverstelbaar uitgevoerd en kan bij voorbeeld dienen om de gradenboog 4 met wijzer 2 op een bepaalde, gebruikersvriendelijke hoogte boven een 15 ondergrond te houden.The pivot head 7 is pivotally coupled to an elongated support 10 via a pivot axis 8 extending perpendicularly through said support 10. The pivot head 7 is provided with a locking bolt 9 engaging the pivot axis 8 about the pivot head 7 in a desired pivotal position on the support 10 to fix. FIG. 2a shows a first pivoting position of the pivoting head 7, wherein the protractor 4 extends at right angles to the support tube 10. FIG. 2b shows a second pivot position, wherein the pivot head 7 with the protractor 4 is rotated through an angle of 90 ° about the pivot axis 8 relative to the first pivot position. By pivoting the protractor 4 with the pointer 2 coupled thereto, measurements can be carried out in different measuring surfaces with the same position of the support 10. The support 10 is preferably designed to be adjustable in length and can serve, for example, around the protractor 4 with pointer 2. to be kept above a surface at a certain, user-friendly height.
In figuren 3 en 4 wordt een eerste gebruik van de in figuren 1, 2 weergegeven inrichting 1 schematisch getoond voor het bepalen van de opvallendheid van een object V. Voor de duidelijkheid zijn de in de figuren 3, 4 weergegeven zaken 1, N, V qua afmeting verhoudingsgewijs onjuist 20 weergegeven. Het object V kan bijvoorbeeld een verkeersbord, spoorwegsein, reclame-uiting of een ander object omvatten. Zoals fig. 3 toont, wordt de inrichting 1 eerst opgesteld, zodanig dat de wijzer 2 in hoofdzaak tussen een naakt oog N van een waarnemer en het object V is gepositioneerd. Bij voorkeur wordt de inrichting 1 hierbij stabiel op een ondergrond geplaatst 25 met behulp van de ondersteuning 10. Vervolgens wordt de wijzer 2 van de inrichting 1 recht op het object V gericht, zodanig dat de wijzer 2 een eerste kijkrichting Q aanwijst. Bij deze kijkrichting Q kijkt het oog N rechtstreeks, langs de wijzer 2 en de opstaande aanwijsnok 3, naar het object V. Verder kan de gradenboog 4 ten opzichte van de wijzer 2 zodanig worden geroteerd, 30 dat de wijzer 2 een bepaalde maatstreep 5, zoals een nul-streep, aanwijst.In figures 3 and 4 a first use of the device 1 shown in figures 1, 2 is schematically shown for determining the prominence of an object V. For the sake of clarity, the items 1, N, V shown in figures 3, 4 are relatively incorrect in terms of size. The object V may, for example, comprise a traffic sign, railway signal, advertisement or another object. As Fig. 3 shows, the device 1 is first arranged such that the pointer 2 is positioned substantially between a naked eye N of an observer and the object V. The device 1 is herein preferably placed stably on a surface with the aid of the support 10. Subsequently, the pointer 2 of the device 1 is directed straight at the object V, such that the pointer 2 designates a first viewing direction Q. With this viewing direction Q, the eye N looks directly, along the pointer 2 and the upward pointing cam 3, towards the object V. Furthermore, the protractor 4 can be rotated relative to the pointer 2 in such a way that the pointer 2 has a specific bar 5, as a zero line.
1 nonce λ 81 nonce λ 8
De rotatie van de gradenboog kan worden bewerkstelligd door rotatie van de ondersteuning 10 en/of door rotatie van de gradenboog 4 ten opzichte van de zwenkkop 7. Voorts kunnen de gradenboog 4 en wijzer 2 bijvoorbeeld gezamenlijk worden geroteerd om de wijzer 2 in de eerste stand te brengen.The rotation of the protractor can be effected by rotation of the support 10 and / or by rotation of the protractor 4 relative to the pivot head 7. Furthermore, the protractor 4 and pointer 2 can be rotated together for example around the pointer 2 in the first position to bring.
5 Hiertoe kan de wijzer 2 bijvoorbeeld losmaakbaar aan de gradenboog 4 worden verbonden.For this purpose, the pointer 2 can for example be releasably connected to the protractor 4.
Na het opstellen van de inrichting 1 begint de meting, waarbij de eerste stand van de wijzer 2 op de gradenboog 4 wordt afgelezen. Vervolgens kijkt de waarnemer zodanig met zijn naakte oog N in de eerste kijkrichting 10 Q langs de wijzer 2, dat de waarnemer het object V rechtstreeks met dat oog N ziet, hetgeen in fig. 3 is weergegeven. Daarna wordt de wijzer 2 ten opzichte van de gradenboog 2 geroteerd, waarbij de waarnemer in de door de wijzer 2 aangegeven kijkrichting blijft kijken. Hierbij kan hij gebruik maken van de op de wijzer 2 aangebrachte, opstaande nokken 3, althans door langs 15 die nokken 3 te kijken. Bij een eerste meetmethode beweegt de waarnemer zijn hoofd niet en draait slechts zijn oog met de door de wijzer 2 aangegeven kijkrichting mee. Bij een alternatieve meetmethode beweegt de waarnemer met de wijzer 2 mee. Ten gevolge van de beweging van de wijzer 2 verandert de kijkrichting van het oog N van de waarnemer, zodat de afbeelding van 20 het object V verschuift over het netvlies van het oog N. Bij een relatief kleine verandering van de kijkrichting ten opzichte van de eerste kijkrichting Q kan de waarnemer het object V nog in zijn ooghoek herkennen, althans van een omgeving van het object V onderscheiden. Bij een tweede kijkrichting R, R' is de afbeelding van het object V zodanig over 25 het netvlies van het oog N verschoven, dat de waarnemer besluit dat hij het object V nog net wel of juist net niet meer herkent. In dat geval bevindt de wijzer 2 zich in een tweede stand. Deze tweede stand is in fig. 4 weergegeven voor de genoemde eerste meetmethode, waarbij de waarnemer zijn hoofd niet beweegt. Bij de eerste meetmethode is de tweede kijkrichting 30 met verwijzingsletter R aangeduid. De tweede stand van de wijzer 2 bij de •1 \ / , 9 genoemde tweede meetmethode, waarbij de waarnemer met de wijzer 2 meebeweegt, is in figuur 5 weergegeven. De tweede kijkrichting is met verwijzingsletter R' aangeduid voor deze tweede meetmethode. Vervolgens wordt de bijbehorende tweede stand van de wijzer 2 op de schaalverdeling 5 5 van de gradenboog 2 afgelezen. Uit het verschil tussen de eerste en tweede stand van de wijzer 2 volgt de maat voor de opvallendheid van het object V. De keuze van de meetmethode kan invloed hebben op de uitkomst van de door de inrichting gemeten opvallendheid van het object V. Met name bij relatief korte afstanden tussen de waarnemer en het object V zal de tweede 10 kijkrichting R van de eerste meetmethode verschillen van die kijkrichting R' die uit de tweede meetmethode volgt. Derhalve dient telkens dezelfde meetmethode te worden gebruikt om opvallendheidsbepalingen van verschillende objecten zinvol met elkaar te kunnen vergelijken.After the device 1 has been set up, the measurement begins, the first position of the pointer 2 being read on the protractor 4. Subsequently, the observer looks with his naked eye N in the first viewing direction Q along the pointer 2 such that the observer sees the object V directly with that eye N, which is shown in FIG. Thereafter, the pointer 2 is rotated relative to the protractor 2, the observer continuing to look in the viewing direction indicated by the pointer 2. In this case he can make use of the upright cams 3 arranged on the pointer 2, at least by looking past said cams 3. In a first measuring method, the observer does not move his head and only turns his eye with the viewing direction indicated by the pointer 2. With an alternative measuring method, the observer moves with the pointer 2. As a result of the movement of the pointer 2, the viewing direction of the eye N of the observer changes, so that the image of the object V shifts over the retina of the eye N. With a relatively small change in the viewing direction relative to the first viewing direction Q, the observer can still recognize the object V in the corner of his eye, or at least distinguish it from an environment of the object V. In a second viewing direction R, R ', the image of the object V is shifted over the retina of the eye N in such a way that the observer decides that he may or may not recognize the object V anymore. In that case the pointer 2 is in a second position. This second position is shown in Fig. 4 for the said first measuring method, wherein the observer does not move his head. In the first measuring method, the second viewing direction 30 is indicated by the reference letter R. The second position of the pointer 2 in the second measuring method mentioned, in which the observer moves with the pointer 2, is shown in Figure 5. The second viewing direction is indicated with reference letter R 'for this second measurement method. Subsequently, the associated second position of the pointer 2 on the graduation scale 5 of the protractor 2 is read. From the difference between the first and second position of the pointer 2, the measure of the prominence of the object V. follows. The choice of the measuring method can influence the result of the striking of the object V. measured by the device. relatively short distances between the observer and the object V, the second viewing direction R of the first measuring method will differ from that viewing direction R 'that follows from the second measuring method. Therefore, the same measuring method must always be used in order to be able to meaningfully compare eye-catching determinations of different objects.
De meting kan eenvoudig worden herhaald in een ander meetvlak, 15 door de gradenboog 4 ten opzichte van de vast opgestelde ondersteuning 10 te zwenken om de zwenkas 8. De nieuwe zwenkstand van de gradenboog 4 kan eenvoudig door de vergrendelbout 9 worden gefixeerd. Op deze manier kan de opvallendheid van het object bijvoorbeeld eenvoudig in een horizontaal en een verticaal meetvlak worden bepaald.The measurement can simply be repeated in another measuring plane, by pivoting the protractor 4 relative to the fixedly arranged support 10 about the pivot axis 8. The new pivotal position of the protractor 4 can simply be fixed by the locking bolt 9. In this way, the prominence of the object can, for example, be easily determined in a horizontal and a vertical measuring plane.
20 Het in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld 1 kan tevens worden gebruikt om de opvallendheid van het object V op de volgende wijze te bepalen. Eerst bepaalt de waarnemer vanuit een waarnemingspositie met het blote oog de eerste kijkrichting R waarbij de waarnemer rechtstreeks naar het object V kijkt, en de tweede kijkrichting Q waarbij de waarnemer 25 het object V nog net wel of net niet meer herkent. Vervolgens wordt de inrichting op of nabij de waarnemingspositie opgesteld. Dan worden de aanwijsmiddelen in de eerste stand gebracht waarbij de aanwijsmiddelen de eerste kijkrichting R aangeven, zoals in fig. 3 is weergegeven. De aanwijsmiddelen worden in een tweede stand gebracht waarbij de 30 aanwijsmiddelen 2 de tweede kijkrichting Q aangeven, zoals in figuur 4 of 5 1n?nsR 1 10 is weergegeven. Tenslotte wordt het verschil tussen de eerste en tweede stand van de aanwijsmiddelen 2 gemeten met de meetmiddelen 4.The exemplary embodiment 1 shown in the figures can also be used to determine the prominence of the object V in the following manner. First, the observer determines from a viewing position with the naked eye the first viewing direction R wherein the observer looks directly at the object V, and the second viewing direction Q where the observer may or may not recognize the object V anymore. The device is then set up at or near the observation position. Then, the indicating means are brought into the first position, the indicating means indicating the first viewing direction R, as shown in FIG. The indicating means are brought into a second position, wherein the indicating means 2 indicate the second viewing direction Q, as is shown in Fig. 4 or 5. Finally, the difference between the first and second position of the indicating means 2 is measured with the measuring means 4.
Het spreekt vanzelf dat de uitvinding niet beperkt is tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld.It is self-evident that the invention is not limited to the exemplary embodiment described.
5 Zo kan onder een bloot oog een oog worden verstaan dat wel of niet is voorzien van standaard oog-correctiemiddelen, zoals contactlens of een bril.For example, a naked eye can be understood to mean an eye that is or is not provided with standard eye correction means, such as a contact lens or glasses.
Verder kan een meting van opvallendheid worden uitgevoerd door eerst direct naar het object V in de eerste kijkrichting te kijken en vervolgens de tweede kijkrichting te bepalen, of in omgekeerde volgorde.Furthermore, a noticeability measurement can be performed by first looking directly at the object V in the first viewing direction and then determining the second viewing direction, or in reverse order.
10 Daarnaast kan de inrichting bijvoorbeeld een samenstel van aanwijsmiddelen 2 en meetmiddelen 4 omvatten die losmaakbaar aan elkaar zijn verbonden, zodat de inrichting gemakkelijk hanteerbaar kan worden op geslagen of getransporteerd.In addition, the device can for instance comprise an assembly of indicating means 2 and measuring means 4 which are detachably connected to each other, so that the device can easily be handled on beaten or transported.
De meetmiddelen kunnen op verschillende manieren zijn uitgevoerd, 15 bijvoorbeeld als een cirkelvormige gradenboog of een sectie daarvan zoals de helft van een cirkelvormige gradenboog, een liniaal, een meetlint, papier waarop de stand van de aanwijsmiddelen met pen of potlood kan worden aangegeven, of dergehjke. Verder kan de inrichting van elektronica zijn voorzien om de stand van de aanwijsmiddelen te meten, bijvoorbeeld een 20 regelbare weerstand, zoals een potentiometer, waarbij de stand van de aanwijsmiddelen 2 bepalend is voor de weerstandswaarde van die weerstand.The measuring means can be designed in different ways, for example as a circular protractor or a section thereof such as half a circular protractor, a ruler, a measuring tape, paper on which the position of the indicating means can be indicated by pen or pencil, or the like. . The device can further be provided with electronics for measuring the position of the indicating means, for example an adjustable resistor, such as a potentiometer, wherein the position of the indicating means 2 determines the resistance value of said resistance.
De wijzer 2 kan verder op verschillende manieren en posities aan de gradenboog 4 zijn gekoppeld, zoals roteerbaar aan een middelpunt van de 25 gradenboog 4, zwenkbaar aan een rand van de gradenboog 4, in één of meer richtingen transleerbaar, of dergelijke. Verder kan de inrichting bijvoorbeeld zijn voorzien van verschillende wijzers, bijvoorbeeld één wijzer om de eerste kijkrichting aan te geven en één wijzer om de tweede kijkrichting aan te wijzen.The pointer 2 can furthermore be coupled to the protractor 4 in various ways and positions, such as rotatable at a center of the protractor 4, pivotable at an edge of the protractor 4, translatable in one or more directions, or the like. Furthermore, the device can for instance be provided with different pointers, for example one pointer to indicate the first viewing direction and one pointer to indicate the second viewing direction.
1 Ü 301 to 30
Claims (16)
Priority Applications (3)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL1020561A NL1020561C2 (en) | 2002-05-08 | 2002-05-08 | Device and method for determining the prominence of an object. |
| PCT/NL2003/000336 WO2003094705A1 (en) | 2002-05-08 | 2003-05-07 | Device and method for determining the prominence of an object |
| AU2003228141A AU2003228141A1 (en) | 2002-05-08 | 2003-05-07 | Device and method for determining the prominence of an object |
Applications Claiming Priority (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL1020561A NL1020561C2 (en) | 2002-05-08 | 2002-05-08 | Device and method for determining the prominence of an object. |
| NL1020561 | 2002-05-08 |
Publications (1)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| NL1020561C2 true NL1020561C2 (en) | 2003-11-11 |
Family
ID=29417498
Family Applications (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NL1020561A NL1020561C2 (en) | 2002-05-08 | 2002-05-08 | Device and method for determining the prominence of an object. |
Country Status (3)
| Country | Link |
|---|---|
| AU (1) | AU2003228141A1 (en) |
| NL (1) | NL1020561C2 (en) |
| WO (1) | WO2003094705A1 (en) |
Citations (4)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| US1854724A (en) * | 1930-02-01 | 1932-04-19 | American Optical Corp | Eye testing instrument |
| US2731879A (en) * | 1956-01-24 | conover | ||
| US4777965A (en) * | 1985-11-26 | 1988-10-18 | Regents Of The University Of Minnesota | Device for measuring cervical range of motion |
| WO1997016112A1 (en) | 1995-11-03 | 1997-05-09 | Nederlandse Organisatie Voor Toegepast-Natuurwetenschappelijk Onderzoek Tno | Visual prominence meter |
-
2002
- 2002-05-08 NL NL1020561A patent/NL1020561C2/en not_active IP Right Cessation
-
2003
- 2003-05-07 WO PCT/NL2003/000336 patent/WO2003094705A1/en not_active Application Discontinuation
- 2003-05-07 AU AU2003228141A patent/AU2003228141A1/en not_active Abandoned
Patent Citations (4)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| US2731879A (en) * | 1956-01-24 | conover | ||
| US1854724A (en) * | 1930-02-01 | 1932-04-19 | American Optical Corp | Eye testing instrument |
| US4777965A (en) * | 1985-11-26 | 1988-10-18 | Regents Of The University Of Minnesota | Device for measuring cervical range of motion |
| WO1997016112A1 (en) | 1995-11-03 | 1997-05-09 | Nederlandse Organisatie Voor Toegepast-Natuurwetenschappelijk Onderzoek Tno | Visual prominence meter |
Also Published As
| Publication number | Publication date |
|---|---|
| WO2003094705A1 (en) | 2003-11-20 |
| AU2003228141A1 (en) | 2003-11-11 |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| JP5094396B2 (en) | Measuring brace and apparatus and method for determining the forward tilt angle of a spectacle frame | |
| JPH09512922A (en) | Method and apparatus for locating a target detail with respect to a surgical microscope | |
| KR930022065A (en) | Auto ranger | |
| CN101646382A (en) | Characterization of optical systems | |
| US3596362A (en) | Surface measuring apparatus | |
| EP0053065A1 (en) | Vehicle wheel geometry control device | |
| NL1020561C2 (en) | Device and method for determining the prominence of an object. | |
| US6154969A (en) | Holding assembly for lens measuring device | |
| US1488564A (en) | Measuring apparatus | |
| EP0237687A1 (en) | Optical device to measure the principal or other visual directions of the two eyes and the anomalies of the binocular vision | |
| CN106062528B (en) | For identification and position the optical instrument of the miniature etchant on ophthalmic lens | |
| JP4044242B2 (en) | Trolley wire height and deflection measuring device | |
| WO1991010157A1 (en) | Apparatus and method for focusing a photographic camera | |
| US4277171A (en) | Base board device for measuring instruments | |
| BE1014609A3 (en) | Spatial measurement method for mirrored surface of object, e.g. polished diamond, by shining beam of light against surface and using spatial angle deviation value correction | |
| US4428671A (en) | Optical device for vertically positioning a sextant | |
| GB2406390A (en) | Pupil measuring device with horizontal scale | |
| WO2004088247A2 (en) | Device for visual positioning | |
| US4451148A (en) | Optical angular interval marker | |
| CH375909A (en) | Device for determining the position of a moving part of a machine | |
| KR920015121A (en) | Distance measuring method and device | |
| GB2256712A (en) | Measurement of optical angular deviation caused by a transparency | |
| CH258338A (en) | Optical flatness checker. | |
| CH537571A (en) | Optical device for topographic leveling instrument | |
| CH366981A (en) | Goniometric microscope |
Legal Events
| Date | Code | Title | Description |
|---|---|---|---|
| PD2B | A search report has been drawn up | ||
| VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20061201 |