NL1020244C2 - Transporteur voor het verplaatsen van voedselproducten en werkwijze voor het reinigen van een eindloze bandtransporteur. - Google Patents

Description

Transporteur voor het verplaatsen van voedselproducten en werkwijze voor het reinigen van een eindloze bandtransporteur

De uitvinding heeft betrekking op een transporteur van voedselproducten, voorzien van 5 ten minste twee keerrollen en een rond de keerrollen aangebrachte eindloze band. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het onderhouden van een eindloze bandtransporteur voor voedselproducten.

Bij de verwerking van voedselproducten, zoals bijvoorbeeld in slachterijen en 10 vleesverwerkende bedrijven, wordt veelvuldig gebruik gemaakt van eindloze bandtransporteurs voor het liggend verplaatsen van (half)producten. De vorm van de band kent daarbij vele varianten; voorbeelden zijn glijbanden, kettingbanden, staalbanden, trogbanden et cetera. Een probleem van de bestaande eindloze bandtransporteurs is dat deze, met name aan de binnenzijde ervan, moeilijk zijn te 15, reinigen. Het reinigen is daarnaast arbeidsintensief. Een en ander leidt tot de ongewenste situatie dat het met de bestaande transportbanden moeilijk of onmogelijk is aan hoge eisen te voldoen ten aanzien van de hygiëne.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een verbeterde 20 transporteur die sneller en beter is te reinigen dan de voorbekende transporteurs.

De uitvinding verschaft daartoe een transporteur van het in aanhef genoemde type, waarbij ten minste nabij één tussen de keerrollen gelegen' banddeel middelen zijn aangebracht voor het verplaatsen van het banddeel in een richting die een hoek insluit 25 met de transportrichting van de band. Bij voorkeur benaderd deze hoek 90°. Met de verplaatsingsmiddelen kan een banddeel zodanig worden verplaatst dat dit aan ten minste één zijde beter toegankelijk is. De verbeterd toegankelijke zijde kan in deze toestand eenvoudiger en beter worden gereinigd. Afhankelijk van situationele omstandigheden kunnen nu ook andere reinigingsmethoden worden toegepast daar 30 bijvoorbeeld andersoortige reinigingsapparatuur kan worden aangewend. Naast een verbeterde toegankelijkheid bij het reinigen van de band kan de verbeterde toegankelijkheid ook voordeel opleveren bij het verrichten van andere werkzaamheden zoals bijvoorbeeld inspectie, montage, onderhoud en reparatie. Deze voordelen worden met name gerealiseerd wanneer de verplaatsingsmiddelen van het banddeel staan 109 024 4 2 opgesteld binnen een door de band omgeven ruimte. Juist de binnenzijde is moeilijk toegankelijk en door aldaar meer ruimte te creëren wordt juist daar de band beter toegankelijk.

5 In een voorkeursuitvoering vormen de verplaatsingsmiddelen van het banddeel tevens geleidingsmiddelen voor de band. Tijdens normaal bedrijf van de transporteur (het transport van voedselproducten) wordt de band ondersteund door geleidingsmiddelen. Echter tijdens het verbeterd toegankelijk maken van ten minste een deel van de eindloze band, hetgeen doorgaans het geval zal zijn tijdens het stilstaan van de band, kunnen in 10 deze voorkeursuitvoering de geleidingsmiddelen zodanig worden verplaatst dat deze de band verplaatsen (opduwen). De dubbele functionaliteit van de verplaatsingsmiddelen houdt het aantal onderdelen van de transporteur beperkt.

In een andere voorkeursuitvoering zijn de verplaatsingsmiddelen van het banddeel 15 voorzien van een vrijloop bij verplaatsing van de band in een eerste richting, en een blokkering bij een verplaatsing van de transportband in de overgestelde richting aan de eerste richting waardoor de verplaatsingsmiddelen naar een werkzame stand worden gedrongen. Dergelijke verplaatsingsmiddelen kunnen eenvoudig worden geactiveerd en gedeactiveerd door het in een bepaalde richting doen bewegen van de transporteur.

20

Voor het activeren/deactiveren van de verplaatsingsmiddelen van het banddeel kunnen deze zijn voorzien van bedieningsmiddelen. Dergelijke bedieningsmiddelen kunnen worden uitgevoerd als mechanisch, elektrisch, pneumatisch, hydraulisch, of handmatig aanzedreven bedieningsmiddelen. Afhankelijk van de omstandigheden kan hierbij 25 worden gekozen voor de gewenste wijze van aandrijven. Dit is ondermeer afhankelijk van de dimensies van de transporteur, de frequentie van het verwachte gebruik van de verplaatsingsmiddel. het doel van het verplaatsen van een deel van een eindloze band, en het beschikbare budget.

30 Ten minste één van de keerrollen kan zijn gekoppeld met een aandrijving. Met zo een aandrijving kan de band in transportrichting worden bewogen, maar het is tevens mogelijk dat bij het in overgestelde richting in beperkte mate doen roteren van een keerrol (in combinatie met in die richting blokkerende verplaatsingsmiddelen) de gewenste verplaatsing van het banddeel in een richting die een hoek insluit met de 102 0244 ( o

J

transportrichting van de band kan worden gerealiseerd zonder dat daartoe een extra aandrijving is benodigd. Voor een goede werking van de blokkering van de verplaatsingsmiddelen bij een bandverplaatsing in overgestclde richting aan de transportrichting is een goed contact gewenst tussen verplaatsingsmiddelen en een 5 banddeel hetgeen kan worden gerealiseerd door de verplaatsingsmiddelen met een voorspanning tegen de band te dringen.

Oe uitvinding verschaft tevens een werkwijze voor het onderhouden van een eindloze bandtransporteur voor voedselproducten, waarbij overliggende parten van de 10 bandtransporteur uiteen worden gedrongen door daartoe tussen de parten opgenomen verplaatsingsmiddelen, zodanig dat een naar binnen gekeerde zijde van de eindloze bandtransporteur toegankelijk wordt voor onderhoudsmiddelen. Bij voorkeur betreft het onderhoud reiniging en wordt de eindloze bandtransporteur toegankelijk voor reinigingsapparatuur. Middels deze werkwijze kunnen de voordelen worden 15 gerealiseerd zoals reeds beschreven aan de hand van de transporteur overeenkomstig de onderhavige uitvinding.

De onderhavige uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: 20 figuur 1 a een aanzicht op en dwarsdoorsnede in langsrichting door een deel van een transporteur overeenkomstig de uitvinding met handmatige bandverplaatsing, figuur lb een aanzicht op een dwarsdoorsnede door de inrichting getoond in figuur la overeenkomstig de lijn A-A, figuur 2a een zijaanzicht op automatisch werkende verplaatsingsmiddelen van een 25 alternatieve uitvoeringsvariant van een transporteur overeenkomstig de uitvinding in een niet-werkzame stand, en figuur 2b een zijaanzicht op de automatisch werkende verplaatsingsmiddelen uit figuur 2a in een werkzame stand.

30 Figuur la toont een deel van een bovenpart 1 en een deel van een onderpart 2 van een transporteur overeenkomstig de onderhavige uitvinding. Het bovenpart 1 van de transporteur wordt lokaal omhooggedrukt door roteerbare opduwers j waardoor er meer ruimte ontstaat tussen het bovenpart 1 en het onderpart 2, met alle genoemde voordelen van dien. De roteerbare opduwers 3 zijn voorzien van een afgeronde contactzijde 4 om

\(\OÏ\OAA

4 relatieve verplaatsing mogelijk te maken van de contactzijde 4 en het bovenpart 1 tijdens het opduvven en neerlaten van het bovenpart 1. In een middels een onderbroken lijn weergegeven ruststand van de opduwers 3’ zal het bovenpart 1 in hoofdzaak vlak liggen (bijvoorbeeld ondersteund door een geleiding 5) en verplaatst kunnen worden in 5 twee richtingen.

Voor het fixeren van de opduwers 3 in de weergegeven werkstand kunnen de geleidingen 5 ms aanslag worden gebruikt. Voor het fixeren van de opduwers 3 in een ruststand, zoals weergegeven middels onderbroken lijnen, is de transporteur in deze 10 figuur voorzien van oplegaanslagen 6. Voor het verplaatsen van de opduwers 3 kunnen deze worden aangegrepen op de houtkoppen 7. Het moge duidelijk zijn dat de houtkoppen 7 handmatig verdraaid kunnen worden maar dat dit bijvoorbeeld ook mogelijk is middels, niet weergegeven, stappenmotoren.

15 Figuur lb toont een doorsnede langs de aanzichtlijn A - A door het deel van de transporteur zoals weergegeven in figuur la met het bovenpart 1 van de eindloze band in een transportstand. Hierin is zichtbaar dat het bovenpart 1 van de band aan de twee langszijden wordt ondersteund door bandgeleidingen 8. Aan de van het bovenpart 1 afgekeerde zijde steunen de bandgeleidingen 8 af op de stationair met een gestel 9 20 verbonden geleiding 5. De opduwers 3 grijpen niet aan op het bovenpart 1 van de band; zij verkeren in een niet werkzame stand. Door het verdraaien van één van de bouten 7 verdraaid een as 10 waarop de opduwers 3 gefixeerd zijn.

Figuur 2a toont een opduwer 11 in de vorm van een rond een as 12 roteerbare nok 13.

25 op de nok 13 grijp zvvenkbaar een uitzetter 14 aan. Indien het bovenpart 1 van de band wordt bewogen in een transportrichting die wordt aangegeven met de pijl T beweegt het onderpart 2 in een retourrichting aangeduid met de pijl R. De uitzetter 14 is zo geplaatst dat deze over het onderpart 2 van de band sleept (ratelt) zonder dat de nok 13 hierdoor verplaatst. Het contact tussen de uitzetter 14 en het onderpart 2 van de band wordt 30 gehandhaafd door de zwaartekracht die wordt uitgeoefend op de zwenkbare uitzetter 14.

Figuur 2b toont de opduwer 11 uit figuur 2a echter nu in een toestand waarin deze het bovenpart 1 van de band opduwt zodanig dat de onderlinge afstand tussen bovenpart 1 en onderpart 2 van de band groter is dan in de in figuur 2a weergegeven toestand. De m? Mt-d 5 nok 13 is in de weergegeven toestand gebracht (geredeneerd vanuit de toestand conform figuur 2a) doordat het onderpart 2 van de band (en dus ook het bovenpart 1) is bewogen in de overgestelde richting aan do retourbeweging R (respectievelijk transportrichting T). Dezer opduwrichting is aangeduid met de pijl O. Bij het eerst deel van de beweging 5 in de richting O grijp een daartoe in de uitzetter 14 aangebrachte uitsparing 15 vormsluitend aan op de naar de opduwer 11 gekeerde zijde van het onderpart 2 van de band. Als gevolg hiervan wordt de uitzetter 14 meegenomen in de opduwrichting O met als gevolg dat de opduwer 14 de nok 13 in een zwenkrichting, weergegeven middels pijl • Z, doet verdraaien. Bij het voldoende ver doorzetten van deze beweging duwt de nok 13 10 het bovenpart 1 op. Wanneer het onderpart 2 in de richting conform pijl O (en als gevolg hiervan ook het bovenpart in overgestelde richting weergegeven met pijl D) nog verder wordt doorgezet voert het bovenpart 1 de nok 13 zo ver mee dat de uitzetter loskomt van het onderpart 2. Er kan worden voorzien in een, in deze figuur niet weergegeven aanslag om het maximale doordraaien van de nok 13 te begrenzen. Bij het 15, vervolgens omkeren van de transportrichting van de band (bovenpart 1 in de transportrichting conform pijl T en onderpart 2 in de retourrichting conform pijl R) en het voldoende dóórzetten ervan zal de nok 13 weer worden terugbewogen naar de stand volgens figuur 2a.

20 1020244

Claims (11)

1. Transporteur voor voedselproducten, voorzien van ten minste twee keerrollen en een rond de keerrollen aangebrachte eindloze band, waarbij ten minste nabij één tussen 5 de keerrollen gelegen banddeel middelen zijn aangebracht voor het verplaatsen van het banddeel in een richting die een hoek insluit met de transportrichting van de band.

2. Transporteur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen van het banddeel staan opgesteld binnen een door de band 10 omgeven ruimte.

3. Transporteur volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen van het banddeel tevens geleidingsmiddelen vormen voor de band. 15

4. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen van het banddeel zijn voorzien van een vrijloop bij verplaatsing van de band in een eerste richting, en een blokkering bij een verplaatsing van de transportband in de overgestelde richting aan de eerste richting waardoor de 20 verplaatsingsmiddelen naar een werkzame stand worden gedrongen.

5. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen van het banddeel zijn voorzien van bedieningsmiddelen.

6. Transporteur volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de bedieningsmiddelen worden aangedreven.

7. Transporteur volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de bedieningsmiddelen mechanisch worden aangedreven. 30

8. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste één van de keerrollen is gekoppeld met een aandrijving. . . a no i 4 I «

9. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen van het banddeel met een voorspanning tegen de band worden gedrongen.

10. Werkwijze voor het onderhouden van een eindloze bandtransporteur voor voedselproducten, waarbij overliggende parten van de bandtransporteur uiteen worden gedrongen door daartoe tussen de parten opgenomen verplaatsingsmiddelen, zodanig dat een naar binnen gekeerde zijde van de eindloze bandtransporteur toegankelijk wordt voor onderhoudsmiddelen. 10

11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het onderhoud reiniging betreft en de eindloze bandtransporteur toegankelijk wordt voor reinigingsapparatuur. 02 0244