NL1020189C2 - Houder, in het bijzonder voor het opnemen van verf of lak. - Google Patents

Description

Titel: Houder, in het bijzonder voor het opnemen van verf of lak.

De uitvinding heeft betrekking op een houder, in het bijzonder voor het opnemen van verf of lak, omvattende een bodem en een omtrekswand die aan een eind is afgesloten 5 door de bodem ter vorming van een eerste opnamekamer voor de verf of lak, de houder een tweede opnamekamer omvat waarin een kwast of verfrol opneembaar is, waarbij de tweede opnamekamer een open bovenzijde en een daartegenover liggende bodem heeft.

Een dergelijke houder is bekend uit WO 94/16952. Deze houder is gevuld met verf of 10 lak en gewoonlijk afgesloten door een verwijderbaar deksel. Voorafgaand aan het verven wordt het deksel verwijderd, waarna een schilder een kwast in de verf of lak in de houder steekt. Op deze wijze werkt de schilder uit de houder zelf.

Als een houder met slechts een eerste opnamekamer in combinatie met een verfroller 15 wordt toegepast, is het gebruikelijk eerst de verf of lak uit de houder in een langwerpige verfbak over te schenken, die bijvoorbeeld op een vloer rust. Deze verfbak heeft een nagenoeg horizontaal rolvlak. De verfrol wordt in de verf gedoopt waarna de verfroller over het rolvlak wordt gerold teneinde de verf in omtreksrichting over de verfroller te verdelen. Na afloop giet de schilder eventueel overgebleven verf uit de 20 verfbak weer terug in de houder.

Tijdens schilderwerk is het vaak nodig of in elk geval wenselijk afwisselend een kwast en een verfroller te gebruiken. Hierbij moet de natte kwast of roller tijdelijk worden neergelegd. Dit is onhandig; bovendien geeft het hierboven beschreven wisselen tussen 25 verfkwast en verfrol aanleiding tot morsen en knoeien.

De houder volgens WO 94/16952 omvat een tweede opnamekamer omvat waarin een kwast opneembaar is, waarbij de tweede opnamekamer een open bovenzijde en een daartegenover liggende bodem heeft. Tijdens het schilderwerk is het mogelijk de kwast 30 in de tweede opnamekamer te plaatsen en tegelijk door te werken met de verfroller of andersom. Hierbij is het risico van morsen en knoeien verminderd. Op deze wijze kunnen bij het schilderen zowel een verfkwast als een verfrol worden gebruikt.

1020189 2

De houder volgens WO 94/16952 is echter niet stabiel en heeft daardoor de neiging * relatief eenvoudig om te vallen.

Een doel van de uitvinding is een verbeterde houder te verschaffen. Dit doel is volgens de uitvinding bereikt doordat de bodem van de tweede opnamekamer in één vlak ligt 5 met de bodem van de houder. Doordat de bodem van de houder en de bodem van de tweede opnamekamer in één vlak liggen is deze houder volgens de uitvinding zeer stabiel op een ondergrond, zoals een vloer te plaatsen.

Een verder voordeel is dat de verfroller of verfkwast na gebruik in de tweede 10 opnamekamer kan worden bewaard, bijvoorbeeld in een laagje water of terpentine. De verfroller of kwast hoeft daarbij niet afzonderlijk te worden gereinigd, wat milieuvriendelijk is en bovendien tijdwinst oplevert.

Een uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het kenmerk, dat de tweede opnamekamer 15 is gevormd door een hol aangrijpmiddel dat met de hand kan worden gegrepen en dat zich zijdelings aan de buitenzijde van de omtrekswand uitstrekt. Het gebruiksgemak van deze houder is uitstekend, omdat de houder eenvoudig in de hand gehouden kan worden. Hierdoor is het niet meer nodig regelmatig te bukken naar een op de vloer geplaatste houder.

20

Het is mogelijk, dat het aangrijpmiddel haakvormig is en aan één eind daarvan is verbonden met de omtrekswand. Het aangrijpmiddel kan bij deze houder bijvoorbeeld aan een sport van een ladder worden gehaakt.

25 Een uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het kenmerk, dat het van de bodem afgekeerde eind van de omtrekswand open is en de omtrekswand aan dit open eind een scherpe rand heeft. De scherpe rand is bestemd om kwastharen aan af te strijken, zodat er niet te veel verf in de kwastharen blijft. Op deze wijze kan de hoeveelheid verf in de kwast nauwkeurig worden gedoseerd.

Volgens de uitvinding verdient het de voorkeur, dat de eerste opnamekamer een vlak afstrijkoppervlak omvat. Een schilder kan zowel met een verfroller als met een kwast uit deze houder werken. Het óverschenken van verf naar een liggende verfbak voor de (020189 30 3 verfroller is hierdoor overbodig. Niet alleen is deze houder zeer ergonomisch maar • wordt ook verlies van verf aanzienlijk beperkt. Bovendien kan veel sneller gewerkt worden.

5 Bij voorkeur is het vlakke afstrijkoppervlak gevormd door een zijdelings gedeelte van de omtrekswand. Het integreren van het vlakke afstrijkoppervlak met de omtrekswand is productietechnisch gunstig.

Om te bereiken dat de verf of lak over het vlakke afstrijkoppervlak terugbeweegt in de 10 houder verdient het volgens de uitvinding de voorkeur, dat het vlakke afstrijkoppervlak dwars, bijvoorbeeld loodrecht of althans nagenoeg loodrecht ten opzichte van de bodem is aangebracht.

Een uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het kenmerk, dat het afstrijkoppervlak is 15 voorzien van reliëf. Dit zorgt voor een verhoogde wrijving tussen het afstrijkoppervlak en de verfroller. Bij het rollen van de verfroller over het afstrijkoppervlak is het risico verkleind dat de verfroller daarover glijdt in plaats van rolt.

Een uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het kenmerk dat een maatverdeling is 20 voorzien op de omtrekswand van de houder. Met een dergelijke inhoudsaanduiding is de hoeveelheid verf of lak in de houder snel en eenvoudig af te lezen.

Volgens de uitvinding is het mogelijk dat een losneembaar deksel is voorzien voor het afsluiten van de houder aan het van de bodem afgekeerde eind. Bij voorkeur sluit dit 25 deksel zowel de eerste als de tweede opneemkamer af. Hierdoor kan verf of lak zonder uit te drogen in de eerste opneemkamer worden bewaard terwijl de kwast of roller zonder uit te harden in de tweede opneemkamer kan worden opgeborgen.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande 30 tekening. Hierin toont:

Figuur 1 een aanzicht in perspectief van een houder volgens de uitvinding;

Figuur 2 een verder aanzicht in perspectief van de in figuur 1 getoonde houder;

Figuur 3 een zijaanzicht van de in figuur 1 getoonde houder; en 1 0 2 01 3 9 4

Figuur 4a en 4b aanzichten in perspectief van een deksel voor het afsluiten van de in ·’ figuur 1 getoonde houder.

De in figuur 1-3 getoonde houder 1 is in zijn geheel aangeduid met 1. De houder 1 5 omvat een bodem 2 en een omtrekswand 3 die aan één eind is afgesloten door de bodem 2. Hierdoor is een eerste opneemkamer 4 gevormd voor het opnemen van verf of lak.

Volgens de uitvinding heeft de houder 1 een tweede opneemkamer 6 waarin een kwast 10 of verfroller opneembaar is. Deze tweede opneemkamer 6 is gevormd door een hol aangrijpmiddel 8 dat met de hand kan worden gegrepen.

Het aangrijpmiddel 8 is bij de bovenzijde 7 van de houder 1 verbonden met de omtrekswand 3. Het aangrijpmiddel 8 kan om bijvoorbeeld de sport van een ladder 15 haken, zodat de houder 1 veilig en betrouwbaar aan de ladder kan worden bevestigd.

De tweede opneemkamer 6 heeft aan de bovenzijde 7 van de houder 1 een open bovenzijde 12 en een daartegenover liggende bodem 11. De bodem 11 van de tweede opneemkamer 6 ligt in één vlak met de bodem 2 van de houder 1. Zowel een met verf 20 gevulde als een lege houder 1 kan hierdoor stabiel op een ondergrond, zoals een vloer worden geplaatst.

Verder heeft de omtrekswand 3 aan de bovenzijde 7 van de houder een scherpe rand 14. De haren van een kwast kunnen aan deze scherpe rand 14 worden afgestreken, 25 zodat niet te veel verf in de kwastharen blijft.

Volgens de uitvinding omvat de eerste opneemkamer 4 verder een vlak afstrijkoppervlak 21, dat onderdeel vormt van de omtrekswand 3. Bij de in figuur 1-3 getoonde houder 1 strekt het vlakke afstrijkoppervlak 21 zich nagenoeg loodrecht uit 30 ten opzichte van de bodem 2. Volgens de uitvinding is het echter ook mogelijk het vlakke afstrijkoppervlak onder elke willekeurige hoek ten opzichte van de bodem aan te brengen (niet weergegeven). Verder is het volgens de uitvinding mogelijk in de 1 020189 5 eerste opneemkamer 4 een afzonderlijk vlak afstrijkoppervlak te voorzien dat geen deel • uitmaakt van de omtrekswand (niet weergegeven).

Zoals getoond in figuur 2 is het vlakke afstrijkoppervlak bij voorkeur voorzien van 5 reliëf 23. Het reliëf 23 zorgt voor een verhoogde wrijving tussen het vlakke afstrijkoppervlak 21 en een verfroller die daarover wordt bewogen. Hierdoor is het risico kleiner, dat een verfroller over het afstrijkoppervlak glijdt in plaats van rolt. Het verspreiden van de verf in de omtreksrichting van de rol is hierdoor verbeterd.

10 Zoals getoond in figuur 3 is de omtrekswand 3 van de houder 1 voorzien van een maatverdeling 25. Het aflezen van de overgebleven hoeveelheid verf is hierdoor eenvoudig.

In figuur 4a en 4b is een uitvoeringsvorm van een deksel 16 voor het afsluiten van de 15 houder 1 weergegeven. Het deksel 16 sluit zowel de eerste als de tweede opneemkamer af. In een niet-weergegeven uitvoeringsvorm heeft het deksel een opening waardoor een kwast of verfroller brengbaar is.

Het is volgens de uitvinding mogelijk dat de houder een afstrijkoppervlak voor een 20 verfroller heeft zonder dat een tweede opnamekamer, al dan niet in de vorm van een hol aangrijpmiddel, aanwezig is. Overigens kan het afstrijkoppervlak zowel vlak als gekromd zijn.

1020183

Claims (11)

1. Houder (1), in het bijzonder voor het opnemen van verf of lak, omvattende een bodem (2) en een omtrekswand (3) die aan een eind is afgesloten door de bodem (2) ter vorming van een eerste opnamekamer (4) voor de verf of lak, waarbij de houder een tweede opnamekamer (6) omvat waarin een kwast of verfrol opneembaar is, waarbij de tweede opnamekamer (6) een open bovenzijde (12) en een daartegenover liggende 10 bodem (11) heeft, met het kenmerk, dat de bodem (11) van de tweede opnamekamer (6) in één vlak ligt met de bodem (2) van de houder (1).

2. Houder volgens conclusie 1, waarbij de tweede opnamekamer (6) is gevormd door een hol aangrijpmiddel (8) dat met de hand kan worden gegrepen en dat zich zijdelings 15 aan de buitenzijde van de omtrekswand (3) uitstrekt.

3. Houder volgens conclusie 2, waarbij het aangrijpmiddel (8) haakvormig is en aan één eind daarvan is verbonden met de omtrekswand (3).

4. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de langshartlijn van respectievelijk de eerste opnamekamer (4) en de tweede opnamekamer (6) in hoofdzaak onderling evenwijdig zijn.

5. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het van de bodem (2) 25 afgekeerde eind van de omtrekswand (3) open is en de omtrekswand (3) aan dit open eind een scherpe rand (14) heeft. 1 2 1020189 Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste opnamekamer (4) een afstrijkoppervlak (21) omvat. 30 2 Houder volgens conclusie 6, waarbij het afstrijkoppervlak (21) is gevormd door een gedeelte van de omtrekswand (3). 4

8. Houder volgens conclusie 6 of 7, waarbij het afstrijkoppervlak (21) dwars, * bijvoorbeeld loodrecht of althans nagenoeg loodrecht ten opzichte van de bodem (2) is aangebracht.

9. Houder volgens een van de conclusies 6-8, waarbij het afstrijkoppervlak (21) is voorzien van reliëf (23).

10. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een maatverdeling (25) is voorzien op de omtrekswand (3) van de houder (1). 10

11. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een losneembaar deksel (16) is voorzien voor het afsluiten van de houder (1) aan het van de bodem (2) afgekeerde eind (7).

12. Houder volgens conclusie 11, waarbij het deksel zowel de eerste opnamekamer (4) als de tweede opneemkamer (6) afsluit.

13. Houder volgens conclusie 11, waarbij het deksel (16) een opening omvat waardoor een kwast of verfrol brengbaar is. 1020189