NL2021388B1 - Afstrijkinrichting voor verfkwast - Google Patents
Afstrijkinrichting voor verfkwast Download PDFInfo
- Publication number
- NL2021388B1 NL2021388B1 NL2021388A NL2021388A NL2021388B1 NL 2021388 B1 NL2021388 B1 NL 2021388B1 NL 2021388 A NL2021388 A NL 2021388A NL 2021388 A NL2021388 A NL 2021388A NL 2021388 B1 NL2021388 B1 NL 2021388B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- scraper
- circumferential wall
- scraper device
- relief
- paint
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B44—DECORATIVE ARTS
- B44D—PAINTING OR ARTISTIC DRAWING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; PRESERVING PAINTINGS; SURFACE TREATMENT TO OBTAIN SPECIAL ARTISTIC SURFACE EFFECTS OR FINISHES
- B44D3/00—Accessories or implements for use in connection with painting or artistic drawing, not otherwise provided for; Methods or devices for colour determination, selection, or synthesis, e.g. use of colour tables
- B44D3/12—Paint cans; Brush holders; Containers for storing residual paint
- B44D3/128—Wiping bars; Rim protectors; Drip trays; Spill catchers
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B44—DECORATIVE ARTS
- B44D—PAINTING OR ARTISTIC DRAWING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; PRESERVING PAINTINGS; SURFACE TREATMENT TO OBTAIN SPECIAL ARTISTIC SURFACE EFFECTS OR FINISHES
- B44D3/00—Accessories or implements for use in connection with painting or artistic drawing, not otherwise provided for; Methods or devices for colour determination, selection, or synthesis, e.g. use of colour tables
- B44D3/006—Devices for cleaning paint-applying hand tools after use
Landscapes
- Coating Apparatus (AREA)
Abstract
De uitvinding voorziet in een afstrijkinrichting voor een verfkwast, de afstrijkinrichting omvattende een omtrekswand die zich uitstrekt tussen een boveneinde en een ondereinde, en die tussen dat boveneinde en dat ondereinde een afstrijkruimte omsluit. De omtrekswand is aan een naar de afstrijkruimte gekeerde binnenzijde voorzien van een afstrijkreliéf dat zich uitstrekt langs een volledige binnenomtrek van de omtrekswand. De afstrijkinrichting is voorzien van een bodem en/of één of meer aangrijpelementen voor het afsteunen op, bij voorkeur voor het koppelen met, een bovenrand van een houder, bijvoorbeeld een blik. De afstrijkruimte is gedimensioneerd voor het ontvangen van een kwastuiteinde, en het aftsrijkreliéf is ingericht voor het verschaffen van een afstrijkrichting in hoofdzaak parallel aan de bovenrand van de omtrekswand.
Description
Θ 2021388 ©B1 OCTROOI (2?) Aanvraagnummer: 2021388 (51) Int. Cl.:
B44D 3/12 (2018.01) B44D 3/00 (2019.01) (22) Aanvraag ingediend: 24 juli 2018 (30) Voorrang:
(T) Aanvraag ingeschreven:
januari 2020 (43) Aanvraag gepubliceerd:
(73) Octrooihouder(s):
Daklapack Europe B.V. te Lelystad (72) Uitvinder(s):
Albert Klaassen te LEIDEN
Niels van Lunen te HARDERWIJK
Octrooi verleend:
januari 2020 (74) Gemachtigde:
ir. J.C. Volmer c.s. te Rijswijk (45) Octrooischrift uitgegeven:
januari 2020
54) Afstrijkinrichting voor verfkwast
57) De uitvinding voorziet in een afstrijkinrichting voor een verfkwast, de afstrijkinrichting omvattende een omtrekswand die zich uitstrekt tussen een boveneinde en een ondereinde, en die tussen dat boveneinde en dat ondereinde een afstrijkruimte omsluit. De omtrekswand is aan een naarde afstrijkruimte gekeerde binnenzijde voorzien van een afstrijkreliëf dat zich uitstrekt langs een volledige binnenomtrek van de omtrekswand. De afstrijkinrichting is voorzien van een bodem en/of één of meer aangrijpelementen voor het afsteunen op, bij voorkeur voor het koppelen met, een bovenrand van een houder, bijvoorbeeld een blik. De afstrijkruimte is gedimensioneerd voor het ontvangen van een kwastuiteinde, en het aftsrijkreliëf is ingericht voor het verschaffen van een afstrijkrichting in hoofdzaak parallel aan de bovenrand van de omtrekswand.
NLB1 2021388
Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.
P33650NL00/MHR
Afstrijkinrichting voor verfkwast
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een afstrijkinrichting voor een verfkwast, omvattende een omtrekswand die een afstrij kruim te definieert.
Een afstrijkinrichting wordt toegepast bij schilderwerkzaamheden waarbij verf of lak wordt aangebracht met een kwast of roller, voor het reduceren van een surplus van verf of lak op de kwast of roller.
Het is bekend om standaard verfverpakkingen te voorzien van een opzetstuk voor het afstrijken van een kwast. Bijvoorbeeld octrooipublicatie US4964527 openbaart een opzetstuk met afstrijkrand en een goot voor het in de verpakking teruggeleiden van de afgestreken verf.
Een bezwaar van de bekende opzetstukken voor het aftsrijken van een kwast is de beperkte effectiviteit. Veelal is het nodig een kwast herhaaldelijk langs de afstrijkrand te halen voor het bereiken van de gewenste reductie.
Uit octrooipublicatie EP1499506 is een bekervormige verfhouder met daarin een schuine, vlakke afstrijkwand. De afstrijkwand is voorzien van een afstrijkreliëf waarop een roller kan worden afgerold om deze van een overmaat van het product te ontdoen. Daartoe wordt de roller over het afstrijkreliëf omhoog en omlaag gerold tot op de roller een juiste hoeveelheid product resteert.
Een bezwaar van de bekende afstrijkinrichtingen is dat de daarin schuin geplaatste afstrijkwand ruimte inneemt ten koste van de nuttige inhoud van de houder. Bovendien leidt de op en neer gaande gang met een roller om deze af te strijken in voorkomende gevallen tot onbedoeld contact met het product, waardoor het afrollen minder effectief is.
Doel van de onderhavige uitvinding is een afstrijkinrichting te verschaffen die een alternatief biedt voor bestaande opzetstukken en/of verfhouders. Een verder doel van de onderhavige uitvinding is te voor zien in een afstrijkinrichting die bovengenoemde bezwaren ten minste gedeeltelijk verhelpt.
Om het beoogde doel te bereiken voorziet de uitvinding in een afstrijkinrichting volgens conclusie 1.
Volgens de uitvinding omvat een afstrijkinrichting voor een verfkwast volgens de uitvinding: een omtrekswand die zich uitstrekt tussen een boveneinde en een ondereinde, die tussen het boveneinde en het ondereinde een afstrijkruimte omsluit, en welke omtrekswand aan het boveneinde is voorzien van een bovenrand die een opening tot de afstrijkruimte definieert, waarbij de afstrijkinrichting nabij het ondereinde van de omtrekswand is voorzien van een bodem, die de afstrijkruimte aan een ondereinde daarvan afsluit, en/of, nabij het boveneinde van de omtrekswand is voorzien van één of meer aangrijpelementen, die zijn aangebracht op een van de afstrijkruimte afgekeerde buitenzijde van de omtrekswand voor het afsteunen op, bij voorkeur voor het koppelen met, een bovenrand van een houder, bijvoorbeeld een verfblik, waarbij de omtrekswand aan een naar de afstrijkruimte gekeerde binnenzijde is voorzien van een afstrijkreliëf, welk afstrijkreliëf zich uitstrekt langs een volledige binnenomtrek van de omtrekswand, en tussen een boveneinde van het afstrijkreliëf gelegen nabij de bovenrand van de omtrekswand en een ondereinde van het afstrijkreliëf gelegen op afstand van de bovenrand van de omtrekswand, waarbij de afstrijkruimte is gedimensioneerd voor het ontvangen van een kwastuiteinde, en het aftsrijkreliëf is ingericht voor het verschaffen van een afstrijkrichting in hoofdzaak parallel aan de bovenrand van de omtrekswand.
De uitvinding verschaft aldus een alternatief voor bestaande opzetstukken en/of verfhouders.
Een afstrijkrichting volgens de uitvinding heeft een afstrijkreliëf dat zich uitstrekt langs een volledige binnenomtrek van de omtrekswand, en tussen een boveneinde nabij de bovenrand van de omtrekswand en een ondereinde op afstand van de bovenrand van de omtrekswand. Aldus is de afstrijkrichting voorzien van een rondlopend afstrijkvlak.
Het afstrijkvlak is ingericht voor het verschaffen van een afstrijkrichting in hoofdzaak parallel aan de bovenrand van de omtrekswand. Dit houdt in dat wanneer een kwast in de afstrijkrichting langs het afstrijkvlak wordt bewogen, de kwast oneffenheden passeert, in de vorm van uitsteeksels op en/of verdiepingen in het oppervlak van de binnenwand, die bewerkstelligen dat een surplus aan verf op de kwast achterblijft in het afstrijkreliëf. De uitsteeksels op en/of verdiepingen in het oppervlak van de omtrekswand kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als ribben en/of sleuven die zich althans gedeeltelijk uitstrekken onder een hoek met de aftsrijkrichting, of als een patroon van noppen en/of kuiltjes, etc. Het wordt hierbij opgemerkt dat volledig ribben en sleuven die zich uitstrekken volledig parallel aan de afstrijkrichting niet fungeren als een afstrijkreliëf, aangezien een kwast die in de aftsrijkrichting langs deze ribben en sleuven wordt bewogen geen oneffenheden passeert.
Doordat het afstrijkreliëf zich uitstrekt langs de volledige binnenomtrek van de omtrekswand kan een kwast of roller aldus in een al of niet voortdurende gang parallel aan een oppervlak van de verf in de afstrijkruimte en/of de houder worden afgestreken of afgerold, waardoor onbedoeld contact met de verf wordt vermeden. Het volledig rondlopende reliëf maakt dat er een maximaal afstrijkoppervlak beschikbaar is bij een bijna volledig gevulde afstrijkruimte. Dit in tegenstelling tot bekende afstrijk inrichtingen, waarbij is voorzien in een vlakke afstrijkwand in de houder, dergelijke afstrijkwanden beslaan slechts een gedeelte van de omtrek van de houder, en zijn bovendien ingericht voor een op en neergaande afstrijk of afrolrichting, en niet voor een rondlopende afstrijkrichting.
Bovendien maakt een afstrijkrichting parallel aan de bovenrand van de omtrekswand, in vergelijking met de stand der techniek, een relatief compacte dimensionering van de afstrijkinrichting ten opzichte van een kwats of roller mogelijk. In het bijzonder maakt de uitvinding het mogelijk om te voorzien in een afstrijkinrichting geschikt voor gebruik met een houder in de vorm van een standaard verfverpakkingen, typischerwijs een verfblik met een diameter die ligt in het gebied van 5-22 cm, en om een dergelijke verfverpakking te voorzien van een afstrijkreliëf geschikt voor gebruik met een roller.
In de stand der techniek wordt een afroloppervlak, i.e. een afstrijkoppervlak voor een roller, vlak uitgevoerd, waardoor twee zijden van de verfhouder een relatief grote breedte hebben. Veelal is de breedte gelijk aan, of groter dan, de breedte van een roller. Dit brengt met zich mee dat de bekende verfhouders voorzien van een afrolvlak voor rollers relatief groot zijn ten opzichte van de roller. Veelal hebben dit soort verfhouders een rechthoekige vorm, met twee lange zijden en twee korte zijden, waarbij één van de twee lange zijden is voorzien van een afstrijkreliëf. Dit maakt dergelijke afstrijk inrichtingen volumineus.
In een uitvoeringsvorm is de afstrijkinrichting nabij het ondereinde van de omtrekswand voorzien van een bodem, die de afstrijkruimte aan een ondereinde daarvan afsluit. Een dergelijke afstrijkinrichting is geschikt voor het houden van verf in de afstrijkruimte, althans in het onderste gedeelte daarvan, zodanig dat ten minste een gedeelte van het afstrijkreliëf uitsteekt boven de verf, en dus kan worden gebruikt voor het afstrijken van een kwast of roller.
In een verdere uitvoeringsvorm van een afstrijkinrichting voorzien van een bodem is de afstrijkinrichting nabij een boveneinde van de omtrekswand voorzien van één of meer koppeldelen voor het koppelen van de afstrijkinrichting met een handgreep voor het dragen en/of ophangen van de afstrijkinrichting. De afstrijkinrichting is bijvoorbeeld voorzien van tegenover elkaar gelegen uitsparingen voor het koppelen van de afstrijkinrichting met uiteinden van een C-vormige uit draad vervaardigde handgreep, of is bijvoorbeeld voorzien van een opneemopening voor het koppelen van de houder met een L-vormig gespuitgiete handgreep. Een dergelijke afstrijkinrichting functioneert dus tevens als houder, en kan zelfstandig, dus zonder verdere houders zoals blikken en emmers voor het ondersteunen van de afstrijkrichting worden gebruikt.
Een dergelijke afstrijkinrichting dient dus stevig genoeg te zijn om zonder verder ondersteuning, en ten minste gedeeltelijk gevuld met verf, te worden gedragen en/of opgehangen aan de handgreep. Een dergelijke afstrijkinrichting hoeft niet te worden opgenomen in een houder, en kan dus zelfstandig worden gebruikt.
In een alternatieve verdere uitvoeringsvorm van een afstrijkinrichting met een bodem is de afstrijkinrichting nabij het ondereinde van de omtrekswand voorzien van de bodem en nabij het boveneinde van de omtrekswand bij voorkeur voorzien van één of meer aangrijpelementen voor het afsteunen op, bij voorkeur voor het koppelen met, een bovenrand van een ondersteunende houder, en is de afstrijkinrichting aldus ingericht om te worden opgenomen in een houder, bijvoorbeeld een uit metaal vervaardigde emmer.
Door de afstrijkinrichting tijdens gebruik te ondersteunen met een houder, kan de afstrijkinrichting relatief flexibel, en dus met relatief dunne wanden worden uitgevoerd. Dit scheelt in materiaalkosten en dus in vervaardigingskosten. Aldus kan de afstrijkinrichting zonder hoge kosten worden vervangen, in het bijzonder wanneer er wordt gewisseld van product of bijvoorbeeld kleur verf. Dit scheelt in schoonmaaktijd en schoonmaakkosten. Doordat de ondersteunende houder niet met de verf of lak in aanraking komt, kan deze zonder schoonmaakhandelingen eenvoudig worden hergebruikt. Het hergebruik maakt het mogelijk de houder relatief robuust uit te voeren, zonder dat dit leidt tot excessief hogere kosten voor de gebruiker.
Een combinatie van afstrijkinrichting in combinatie met een ondersteunende houder is dus met name efficiënt bij intensief gebruik, in het bijzonder regelmatig wisselen van product.
In een uitvoeringsvorm van een afstrijkinrichting met een bodem en voor opname in een ondersteunende houder, zijn de één of meer aangrijpelementen ingericht om af te steunen op een bovenrand van een houder, zodanig dat de houder de afstrijkinrichting ondersteund. Dit is met name voordelig wanneer de ondersteunende houder is voorzien van een handvat voor het dragen en/of ophangen de houder, en dus voor het dragen en/of ophangen van de door de houder ondersteunde afstrijkinrichting gevuld met verf. De houder voorziet de afstrijkinrichting van additionele stabiliteit tijdens gebruik.
In een uitvoeringsvorm is de afstrijkinrichting voorzien van een uitkragende flens, of van bijvoorbeeld een omlopende goot, ingericht om af te steunen op de bovenrand van een houder. In een alternatieve uitvoeringsvorm steunt de afstrijkinrichting met de bodem op een bodem van de houder. In een alternatieve uitvoeringsvorm omsluit de omtrekswand een conische afstrijkruimte en is de afstrijkinrichting gedimensioneerd zodanig dat deze met de buitenzijde van de omtrekswand afsteunt op een bijvoorbeeld ringvormige opening van een houder. Een dergelijke uitvoering is bijzonder effectief in combinatie met gestandaardiseerde houders voorzien van een cirkelvormige opening, bijvoorbeeld verfblikken. De conische vorm van de afstrijkinrichting, in het bijzonder de conische vorm van de buitenomtrek van de omtrekswand, maakt dat de afstrijkinrichting passend kan worden gecombineerd met verschillende verpakkingen die enigszins variëren in de diameter van de cirkelvormige opening.
Bij voorkeur zijn de één of meer aangrijpelementen ingericht om te koppelen met een bovenrand van de houder voor het losneembaar koppelen van de afstrijkinrichting met een bovenrand van de houder. De aangrijpmiddelen zijn dan bijvoorbeeld uitgevoerd in de vorm van klikvingers of van een rondlopende, zich neerwaarts uitstrekkende flens die in een rondlopende sleuf van de ondersteunende houder geklemd wordt wanneer de afstrijkinrichting in de houder wordt geplaatst. Door de afstrijkinrichting te koppelen met de houder, en beide zo met elkaar te verbinden, vormen ze als het ware een geheel en is het mogelijk de afstrijkinrichting van meer additionele stabiliteit te voorzien.
Een afstrijkinrichting voorzien van een bodem kan bijvoorbeeld worden toegepast bij schilderwerkzaamheden waarbij een hoeveelheid te verwerken verf of lak in de afstrijkruimte kan worden gegoten om van daaruit met een kwast of roller op een te behandelen oppervlak te worden aangebracht. De afstrijkinrichting kan, eventueel herhaaldelijk, worden gevuld vanuit de originele verfverpakking en biedt aldus de mogelijkheid om met kleinere volumes verf te werken. Dit maakt de gebruiker minder gewicht hoeft te tillen, flexibeler is en nauwkeuriger kan werken.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van een afstrijkinrichting volgens de uitvinding is de afstrijkinrichting voorzien van een omtrekswand met een vrij ondereinde, en is de afstrijkinrichting dus niet voorzien van een bodem, is de omtrekswand nabij het boveneinde daarvan bij voorkeur voorzien van de één of meer aangrijpelementen, en is de afstrijkinrichting aldus ingericht om te worden opgenomen in een met verf gevulde houder, bijvoorbeeld een uit metaal vervaardigd verfblik, bijvoorbeeld een standaard verfverpakking. Door de afstrijkinrichting te voorzien van een open ondereinde, kan verf van onderaf de afstrij kruim te inkomen, en kan de afstrijkinrichting dus van bovenafin een verfblik worden gestoken.
In een uitvoeringsvorm is de afstrijkinrichting voorzien van een uitkragende flens, of van bijvoorbeeld een omlopende goot, ingericht om af te steunen op de bovenrand van een houder. In een alternatieve uitvoeringsvorm omsluit de omtrekswand een conische afstrijkruimte en is de afstrijkinrichting gedimensioneerd dat deze met de buitenzijde van de omtrekswand afsteunt op een bijvoorbeeld ringvormige opening van een houder.
Een afstrijkinrichting zonder een bodem kan worden toegepast bij schilderwerkzaamheden waarbij de te verwerken verf of lak in standaardverpakking worden gehouden. De afstrijkinrichting wordt dan geplaatst in de opening van de verpakking, waarbij de afstrijkruimte zich ten minste gedeeltelijk boven het niveau van de verf of lak in de verpakking bevindt. De afstrijkinrichting voegt aldus functionaliteit toe aan een standaard ververpakking, en maakt het in het bijzonder mogelijk om een kwast of roller efficiënt af te strijken.
De uitvinding voorziet dus in drie verschillend uitvoeringen van de afstrijkinrichting, te weten: een uitvoering waarbij de afstrijkinrichting is voorzien van een handvat, een uitvoering waarbij de afstrijkinrichting dient te worden opgenomen in een houder voor het bieden stabiliteit tijdens het gebruik, en een uitvoering waarbij de afstrijkinrichting dient te wordt opgenomen in een houder gevuld met verf. In de eerste twee uitvoeringsvormen is de afstrijkinrichting voorzien van een bodem, zodat de afstrijkruimte gedeeltelijk kan worden gevuld met verf. In een dergelijke uitvoeringsvorm hoeft de afstrijkinrichting dus niet te zijn voorzien van verdere aangrijpelementen.
Een afstrijkrichting volgens de uitvinding heeft een afstrijkreliëf dat zich uitstrekt langs een volledige binnenomtrek van de omtrekswand, en tussen een boveneinde nabij de bovenrand van de omtrekswand en een ondereinde op afstand van de bovenrand van de omtrekswand. Aldus is de afstrijkrichting voorzien van een rondlopend afstrijkvlak dat het mogelijk maakt om een kwast of roller efficiënt af te strijken.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, strekt de omtrekswand zich uit om een centrale as, en heeft de omtrekswand in een vlak loodrecht op de centrale as een cirkelvormige doorsnede, waarbij de straal tussen omtrekswand en centrale as een lengte heeft die ligt in het gebied van 2,5 cm - 15 cm, bij voorkeur in het gebied van 5 cm - 12 cm.
In een voorkeursuitvoering strekt de omtrekswand zich uit om een centrale as, en heeft de omtrekswand een vlak loodrecht op de centrale een cirkelvormige doorsnede. De aldus gekromde omtrekswand verschaft een continu afroloppervlak, dat wil zeggen een afroloppervlak met een constante kromming in de afstrijkrichting, hetgeen het aftsrijken, en in het bijzonder het afrollen, verder vergemakkelijkt. Een dergelijke uitvoering is bijzonder voordelig voor het afstrijken, meer in het bijzonder afrollen, van rollers.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, is de bovenrand van de omtrekswand ingericht als afstrijkrand voor het afstrijken van een kwast, zodat de kwast langs het aftsrijkreliëf en over de afstrijkrand kan worden gehaald.
In een verdere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, is de bovenrand van de omtrekswand ingericht als afstrijkrand, en is de omtrekswand aan de bovenkant, aan een van de afstrijkruimte afgekeerde buitenzijde, voorzien van een uitkragende gootwand die een goot begrenst die langs de buitenzijde van de omtrekswand loopt, en welke goot zich bij voorkeur uitstrekt langs een volledige buitenomtrek van de omtrekswand.
In een dergelijke uitvoeringsvorm is de afstrijkinrichting, met afstrijkrand en goot, tevens geschikt voor het, in aanvulling op het afstrijken langs het afstrijkreliëf op de binnenzijde van de omtrekswand, afstrijken van een kwast over de bovenrand van de omtrekswand. Afgestreken verf die langs de buitenzijde van de omtrekswand loopt, wordt opgevangen in de goot. Zo wordt voorkomen dat de verder buitenzijde van de omtrekswand en/of een eventuele houder waarin de afstrijkinrichting is opgenomen, door de verf bevlekt wordt.
Aldus kan een gedeelte van de kwast worden afgestreken langs het aftsrijkreliëf, bij voorkeur met een draaiende beweging vanuit de pols, en kan een aanvullend gedeelte van de kwast worden afgestreken over de afstrijkrand, bij voorkeur met een trekkende beweging loodrecht op de afstrijkwand. Dit maakt het mogelijk om op efficiënte wijze een groot gedeelte van de kwast af te strijken, waarbij de kwast maar één keer langs de afstrijkrand hoeft te worden getrokken.
Bij een standaard verfblik is het mogelijk om een kwast over een rand van het verfblik af te strijken. Echter om een groot gedeelte van de kwast af te strijken dient deze veelal twee of meer keer over de rand te worden getrokken, waarbij de kwast tussen de twee halen door moet worden gekanteld of gedraaid. Tevens zit de rand, zeker wanneer het blik nog volledig is gevuld, dicht op de verf, hetgeen het afstrijken verder bemoeilijkt.
In een uitvoeringsvorm van een afstrijkinrichting volgens de uitvinding is de goot verbonden met de afstrijkruimte via ten minste één doorgang in de omtrekswand, welke doorgang wordt gevormd door een U-vormige verdieping in de bovenrand, welke verdieping zich uitstrekt van de bovenrand van de omtrekswand tot aan de bodem van de goot. Aldus kan de in de goot opgevangen verf weer teruglopen in de afstrijkruimte. Een dergelijke uitvoering van de goot, en in het bijzonder van de doorgang, maakt het mogelijk de afstrijkinrichting op efficiënte wijze te produceren, maakt het in het bijzonder mogelijk om de afstrijkinrichting te spuitgieten met behulp van een eenvoudige matrijs.
In een uitvoeringsvorm is de afstrijkinrichting voorzien van een goot langs de buitenzijde van de omtrekswand, en strekt het afstrijkreliëf zich aan de binnenzijde van de omtrekswand zich uit tot boven de bodem van de goot. In een dergelijke uitvoeringsvorm is de omtrekswand, aan de bovenkant daarvan, aan één zijde voorzien van een goot en aan de tegenovergelegen zijde op dezelfde hoogte van een afstrijkreliëf. Aldus wordt de binnenzijde van de omtrekswand optimaal gebruikt voor het verschaffen van een afstrijkreliëf.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding strekt het afstrijkreliëf zich aan de binnenzijde van de omtrekswand uit tot op enige afstand van de bovenrand, bij voorkeur tot op een afstand in het gebied van 2-5 mm, bijvoorbeeld een afstand van 3 mm, van de bovenrand. In ene dergelijke uitvoeringsvorm is de bovenrand aan de binnenzijde vrij van afstrijkreliëf, en daardoor optimaal bruikbaar als afstrijkrand.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding eindigt de gootwand onder de bovenrand van de omtrekswand, met andere woorden: steekt de omtrekswand uit boven de gootwand. Een dergelijke uitvoering reduceert de kans dat een kwast bij het aftsrijken langs de afstrijkrand in contact komt met de gootwand, in het bijzonder met een bovenrand van de gootwand. Contact met de bovenrand van de gootwand is ongewenst om dat dit er in zou kunnen resulteren dat verf van de kwast op een buitenrand van de gootwand terecht komt. Deze verf wordt den niet opgevangen in de goot, gaat verloren en/of kan leiden tot vlekken op de buitenkant van de afstrijkinrichting of anderszins.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de gootwand zodanig gevormd dat de goot naar de ten minste ene doorgang toe een afschot heeft. Een dergelijke goot geleid op een efficiënte wijze opgevangen verf, via de ten minste ene doorgang, terug naar de afstrijkruimte.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding strekt het afstrijkreliëf zich uit over een bovendeel van de omtrekswand, bijvoorbeeld over een twee-derde deel, een helft, een derde deel of een kwart deel van de omtrekswand.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding heeft de binnenzijde van de omtrekswand tussen het afstrijkreliëf en de bodem een in hoofdzaak glad oppervlak. Verf die met het afstrijkreliëf is afgenomen van de kwast, loopt langs het afstrijkreliëf richting de bodem en, indien de afstrijkinrichting gevuld is tot onder het afstrijkreliëf, over het gladde gedeelte van de omtrekswand. De gladde omtrekswand langs de bodem maakt het gemakkelijk om resten verf op te nemen met een kwast.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat het afstrijkreliëf meerdere parallel lopende ribben, welke ribben zich uitstrekken tussen een boveneinde nabij de bovenrand en een ondereinde op afstand van de bovenrand. Een ribbenstructuur blijkt bijzonder effectief in het sturen van de gebruiker richting de juiste afstrijkrichting, i.e. in hoofdzaak dwars op de ribben. Bijvoorbeeld en afstrijkstructuur omvattende een patroon van bolletjes geeft de gebruiker geen aanwijzing in welke richting de kwast het beste kan worden afgestreken. Bovendien is gebleken dat een ribbenstructuur een effectieve afstrijkrichting combineert met een efficiënte afvloeirichting in de lengte richting van de ribben, op de voorwaarde dat de ribben zich een in hoofdzaak verticale richting uitstrekken.
In een uitvoering verlopen de ribben in hoofdzaak equidistant en in het bijzonder evenwijdig. Bij voorkeur zijn de ribben rechtlijnig uitgevoerd.
In een uitvoeringsvorm strekt de omtrekswand zich uit om een centrale as, en strekken de ribben zich uit in een richting in hoofdzaak parallel aan de centrale as.
In een alternatieve uitvoeringsvorm strekken de ribben zich uit onder een scherpe hoek met de bodem en de bovenrand. De ribben beschrijven dan een helische vorm, dat wil zeggen een spiraalvorm ten opzichte van de centrale as.
In een uitvoeringsvorm is de afstrijkinrichting voorzien van een bodem en is het ondereinde van de ribben is gelegen op afstand van de bodem, zodanig dat de ribben zich uitstrekken over slechts een bovendeel van de binnenwand, bijvoorbeeld over een twee-derde deel, een helft, een derde deel of een kwart deel van de binnenwand. Dit is efficiënt doordat in principe alleen het gedeelte op afstand van de bodem wordt gebruikt om een kwast af te strijken, aangezien het gedeelte nabij de bodem zich tijdens gebruik voornamelijk onder het verfniveau bevindt. Bovendien is een gladde wand eenvoudiger te verwezenlijken tijdens het productieproces, in het bijzonder wanneer de afstrijkinrichting wordt vervaardigd middels spuitgieten.
Wanneer de afstrijkinrichting niet is voorzien van een bodem, en is bedoeld om in een verfblik te worden aangebracht, dan is de afstrijkinrichting bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat de omtrekswand niet doorloopt tot aan de bodem van het verfblik. Dit om de het de gebruiker mogelijk te maken de hoeken van de bodem van het verfblik met een kwast te bereiken. In en dergelijke uitvoeringsvorm loopt het afstrijk reliëf bij voorkeur tot aan het ondereinde van de omtrekswand.
In een uitvoeringsvorm is de afstrijkinrichting vervaardigd met behulp van spuitgieten. In een uitvoeringsvorm is de afstrijkinrichting volledig als één geheel uit een geschikte kunststof gevormd en omvat in het bijzonder een spuitgietlichaam van kunststof.
In een uitvoeringsvorm is ten minste de omtrekswand vervaardigd met de spuitgiettechniek, en is het afstrijkreliëf voorzien langs een bovenste deel van de binnenzijde van de omtrekswand en is het onderste deel van de omtrekswand glad. In een dergelijke uitvoeringsvorm zijn de ribben bij voorkeur gevormd door het weglaten van sleuven tussen de ribben, zodat de top van de ribben gelijkligt met, of lager ligt dan, het gladde oppervlak grenzend aan het ondereinde van de omtrekswand. Deze uitvoeringsvorm is in het bijzonder efficiënt wanneer de afstrijkinrichting is voorzien van een bodem, aangezien ze lossend is uit te voeren, en dus is te vervaardigen met een spuitgietmatrijs voorzien van een enkele kern voor het vormen van de binnenkant van de omtrekswand.
In een uitvoeringsvorm omsluit de omtrekswand een conisch gevormde binnenruimte. In een verdere uitvoeringsvorm is de omtrekswand langs de bovenkant voorzien van een afstrijkreliëf omvattende parallelle ribben, welke ribben richting een hoogte hebben in een richting loodrecht op de omtrekswand, welke hoogte geleidelijk afneemt richting het ondereinde van de ribben, dat wil zeggen richting het ondereinde van de omtrekswand.
In een uitvoeringsvorm hebben de ribben een breedte langs de binnenzijde van de omtrekswand en een hoogte loodrecht op de binnenzijde van de omtrekswand. In een uitvoeringsvorm ligt de breedte van de ribben in het gebied van 0,5 - 1 mm, en heeft een ribbe bijvoorbeeld een breedte van 0,75 mm, en ligt de hoogte van de ribben in het gebied van 0,2 - 0,8 mm, en heeft een ribbe bijvoorbeeld een hoogte van 0,5 mm.
In een uitvoeringsvorm hebben de ribben, in een richting loodrecht op de binnenzijde van de omtrekswand, een breedte in het gebied van één tot drie keer de hoogte van de ribbe, bijvoorbeeld hebben de ribben een breedte in hoofdzaak gelijk aan anderhalf keer de hoogte van de ribbe.
In een uitvoeringsvorm liggen de ribben op een onderlinge afstand van minder dan zes keer de breedte van een ribbe, bijvoorbeeld op een onderlinge afstand van ongeveer vier keer de breedte van een ribbe.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding verjongt de buitenomtrek van de omtrekswand richting het ondereinde van de omtrekswand verjongt, zodanig dat de omtrekswand een conische afstrijkruimte omsluit, en zodanig dat de afstrijkinrichting opneembaar is in een afstrijkruimte van een soortgelijke verdere afstrijkinrichting. Aldus zijn soortgelijke houders onderling nestbaar. Hierdoor zal een houder tijdens opslag en transport minder ruimte in beslag nemen.
Met het oog op een lossing van een afstrijkinrichting uit een afstrijkruimte van een soortgelijke fatsrij kin richting heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm als kenmerk dat aan de buitenzijde van de omtrekswand een stel in hoogterichting verlopende lossingsribben zijn gevormd waarmee de omtrekswand afsteunt op een binnenwand van de verdere houder. Deze ribben leggen een onderlinge tussenruimte op tussen een binnenwand van een houder en een binnenwand van een daarin geneste verdere houder.
In en verdere uitvoeringsvorm is de omtrekswand op de buitenzijde voorzien van één of meer in hoogterichting verlopende lossingsribben waarmee de omtrekswand afsteunt op een binnenwand van de omtrekswand van een verdere afstrijkinrichting.
De uitvinding voorziet verder in een samenstel omvattende een afstrijkinrichting volgens de uitvinding, welke afstrijkinrichting nabij het ondereinde van de omtrekswand is voorzien van een bodem, en een houder, bijvoorbeeld een uit metaal vervaardigde houder voor het verschaffen van additionele stabiliteit tijdens gebruik, welke houder bij voorkeur is voorzien van aan handvat, bijvoorbeeld een C-vormige uit draad vervaardigd handvat.
De uitvinding voorziet verder in een samenstel omvattende een afstrijkinrichting voorzien van een uitkragende gootwand die een goot begrenst die langs de buitenzijde van de omtrekswand loopt, en een deksel voor het afsluiten van de invoeropening van de afstrijkinrichting, welke deksel is ingericht om aan te grijpen op een bovenrand van de gootwand zodanig dat de deksel vrij blijft van contact met de bovenrand van de omtrekswand. Aldus komt de deksel niet in contact met de afstrijkrand van de afstrijkinrichting, en eventuele verfresten achtergebleven op die afstrijkrand.
De uitvinding voorziet verder in een werkwijze voor gebruik van een afstrijkinrichting voorzien van een bodem en, nabij het boveneinde van de omtrekswand, van één of meer koppeldelen voor het koppelen van de afstrijkinrichting met een handgreep voor het dragen en/of ophangen van de afstrijkinrichting, de werkwijze omvattende de stappen:
- vullen van de afstrijkinrichting met verf zodanig dat een bovenste gedeelte van het afstrijkreliëf uitsteekt boven een verfoppervlak, wanneer de afstrijkinrichting is opgesteld op een horizontaal ondersteuningsvlak,
- dopen van een kwast in de verf, en het vervolgens afstrijken van de kwast langs het afstrijkreliëf en optioneel de afstrijkrand van de afstrijkinrichting.
De uitvinding voorziet verder in een werkwijze voor gebruik van een afstrijkinrichting voorzien van een bodem, de werkwijze omvattende de stappen:
- plaatsen van de afstrijkinrichting in een houder, bij voorkeur omvattende koppelen van de afstrijkinrichting met een bovenrand van de houder,
- vullen van de afstrijkinrichting met verf zodanig dat een bovenste gedeelte van het afstrijkreliëf uitsteekt boven een verfoppervlak, wanneer de houder is opgesteld op een horizontaal ondersteuningsvlak,
- dopen van een kwast in de verf, en het vervolgens afstrijken van de kwast langs het afstrijkreliëf en optioneel de afstrijkrand van de afstrijkinrichting.
De uitvinding voorziet verder in een werkwijze voor gebruik van een afstrijkinrichting zonder bodem, de werkwijze omvattende de stappen:
- plaatsen van de afstrijkinrichting in een ten minste gedeeltelijk met verf gevulde houder, bij voorkeur omvattende koppelen van de afstrijkinrichting met een bovenrand van de houder, zodanig dat een bovenste gedeelte van het afstrijkreliëf uitsteekt boven een verfoppervlak, wanneer de houder is opgesteld op een horizontaal ondersteuningsvlak,
- dopen van een kwast in de verf, en het vervolgens afstrijken van de kwast langs het afstrijkreliëf en optioneel de afstrijkrand van de afstrijkinrichting.
De uitvinding zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden en een bijbehorende tekening, waarin:
Fig. 1 een perspectivisch aanzicht toont van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een afstrijkinrichting volgens uitvinding;
Fig. 2 een zijaanzicht in dwarsdoorsnede toont van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een afstrijkinrichting volgens de uitvinding;
Fig. 3 een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een gedeelte van een deksel en van een bovenrand van de afstrijkinrichting van Fig. 2; en
Fig. 4 een zijaanzicht in dwarsdoorsnede toont van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een afstrijkinrichting volgens de uitvinding.
Overigens zij daarbij opgemerkt dat de figuren zuiver schematisch en niet steeds op (eenzelfde) schaal zijn getekend. Met name kunnen ter wille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.
Figuur 1 toont een afstrijkinrichting 1 voor een verfkwast. De afstrijkinrichting 1 omvat een omtrekswand 2 die zich uitstrekt tussen een boveneinde 3 en een ondereinde 4. De omtrekswand omsluit tussen het boveneinde en het ondereinde een afstrijkruimte 5, en is aan het boveneinde voorzien van een bovenrand 6 die een opening 7 tot de afstrijkruimte 5 definieert.
Nabij het ondereinde van de omtrekswand 2 is de afstrijkinrichting 1 voorzien van een bodem 7 die de afstrijkruimte 5 aan een ondereinde daarvan afsluit. Nabij het boveneinde van de omtrekswand 2 is de afstrijkinrichting 1 voorzien van een aangrijpelement in de vorm van een goot 8, die is aangebracht op een van de afstrijkruimte afgekeerde buitenzijde 9 van de omtrekswand 2, voor het afsteunen op een bovenrand van een houder, bijvoorbeeld een verfblik.
Aan een naar de afstrijkruimte gekeerde binnenzijde 10 is de afstrijkinrichting 1 voorzien van een afstrijkreliëf 11. Het afstrijkreliëf 11 strekt zich uit langs een volledige binnenomtrek van de omtrekswand 2, en tussen een boveneinde 12 van het afstrijkreliëf 11, gelegen nabij de bovenrand 6 van de omtrekswand 2, en een ondereinde 13 van het afstrijkreliëf 11, gelegen op afstand van de bovenrand 6 van de omtrekswand 2.
De in figuur 1 getoonde afstrijkinrichting 1 kan bijvoorbeeld worden toegepast bij schilderwerkzaamheden waarbij daarin een hoeveelheid verf of lak wordt ontvangen in de afstrijkruimte zodanig dat ten minste een gedeelte van het afstrijkreliëf uitsteekt boven het vloeistofoppervlak.
De afstrijkruimte 1 is gedimensioneerd voor het ontvangen van een kwastuiteinde, en het afts rijk reliëf 11 is ingericht voor het verschaffen van een afstrijkrichting in hoofdzaak parallel aan de bovenrand van de omtrekswand.
Via de opening 7 kan een kwast in de verf in de afstrijkruimte worden gedoopt, welke vervolgens middels een draaiende beweging langs het afstrijkreliëf kan worden afgestreken, en, indien nodig, vervolgens over de afstrijkrand gevormd door de bovenrand 6 van de omtrekswand 2 kan worden afgestreken.
De houder heeft typisch een inhoud van tussen 0,5 en 1 liter en heeft daarbij een hoogte van de orde van tussen 10 en 20 centimeter. In dit voorbeeld is uitgegaan van een volledig uit een geschikte kunststof, zoals polyethyleen of polypropyleen, gevormde houder, vervaardigd doormiddel van een spuitgietproces. De houder is aldus als één geheel gevormd. In plaats van polyethyleen of polypropyleen kan binnen het kader van de uitvinding overigens ook van een andere geschikte kunststof worden uitgegaan, bij voorkeur een kunststof met een hydrofoob oppervlak.
Hierbij wordt opgemerkt dat in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld de omtrekswand 2 in combinatie met een rondlopend afstrijkreliëf 11 dat effectief is in een richting parallel aan de bovenrand 6 van de afstrijkinrichting, een gekromd afstrijkoppervlak verschaffen dat geschikt is voor het afstrijken, ofwel afrollen, van een roller.
In het getoonde voorbeeld strekt de omtrekswand 2 zich uit om een centrale as 16, en vertoont de omtrekswand 2 in een vlak loodrecht op de centrale as 16 een cirkelvormige doorsnede. Hierdoor verjongt de buitenomtrek van de omtrekswand 2 richting het ondereinde 4 van de omtrekswand, en is de afstrijkinrichting 1 opneembaar in een afstrijkruimte van een soortgelijke verdere afstrijkinrichting. Aldus zijn soortgelijke houders onderling nestbaar. Hierdoor zal een houder tijdens opslag en transport minder ruimte in beslag nemen.
De in figuur 1 getoonde afstrijkinrichting is voorzien van een afstrijkreliëf 11 met een reeks opeenvolgende ribben 14. De ribben 14 liggen hier equidistant en evenwijdig aan elkaar met een onderlinge steek van de orde van 10 tot 25 millimeter, hier circa 15 millimeter.
In het getoonde voorbeeld strekken de ribben 14 zich over slechts een deel van de hoogte van de omtrekswand 2 uit, waarbij tussen de bodem 7 en het afstrijkreliëf de wand een glad oppervlak 15 heeft.
De ribben 14 van de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm van een afstrijkinrichting volgens de uitvinding strekken zich uit onder een scherpe hoek met de bodem 7 en de bovenrand 6 van de omtrekswand 2. De ribben 21 beschrijven een helische vorm, dat wil zeggen een spiraalvorm ten opzichte van de centrale as 16.
In de voorkeursuitvoering getoond in figuur 2, strekken de ribben 14 zich uit in een richting in hoofdzaak parallel aan de centrale as 16.
Een ribbenstructuur blijkt bijzonder effectief in het sturen van de gebruiker richting de juiste afstrijkrichting, bij voorkeur in hoofdzaak dwars op de ribben. Door het afstrijkreliëf te voorzien van verticaal georiënteerde ribben wordt het de gebruiker duidelijk gemaakt dat een kwast in een richting parallel aan de afstrijkrand 6, in het bijzonder parallel aan het vloeistofoppervlak van de verf in de afstrijkruimte, kan worden afgestreken.
Het is gebleken dat een ribbenstructuur een effectieve afstrijkrichting combineert met een efficiënte afvloeirichting in de lengte richting van de ribben, gesteld dat de ribben zich een in hoofdzaak verticale richting uitstrekken.
In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de bovenrand 6 van de omtrekswand 2 ingericht als afstrijkrand. Hiertoe is de omtrekswand 2 aan de bovenkant, aan een van de afstrijkruimte 5 afgekeerde buitenzijde 9, voorzien van een uitkragende gootwand 18. De gootwand 18 begrenst de goot 8, die langs de buitenzijde van de omtrekswand 2 loopt, en zich in het getoonde voorbeeld uitstrekt langs een volledige buitenomtrek van de omtrekswand 2. Wanneer een kwast wordt afgestreken over de bovenrand van de omtrekswand kan verf aan de buitenzijde van de omtrekswand terecht komen. Door te voorzien in een goot wordt deze verf opgevangen, en wordt voorkomen dat de verf verder over buitenzijde van de omtrekswand loopt, en/of over de houder waarin de afstrijkinrichting is opgenomen.
In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de goot 8 verbonden met de afstrijkruimte 5 via meerder doorgangen 19 in de omtrekswand 2. Iedere doorgang 19 wordt gevormd door een U-vormige verdieping in de bovenrand 6, welke verdieping zich uitstrekt van de bovenrand van de omtrekswand 2 tot aan de bodem van de goot 8.
In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld strekt de omtrekswand 2 zich uit boven de goot 8, en boven een boveneinde van de gootwand 18, opdat een kwast bij het afstrijken over de bovenrand 3 van de omtrekswand 2 geen contact hoeft te maken met het boveneinde van de gootwand 18. Aldus komt er geen verf aan de buitenkant van de goot 8 terecht.
Doordat het afstrijkreliëf 11 zich aan de binnenzijde 10 van de omtrekswand 2 uitstrekt tot boven de bodem van de goot 8, wordt bewerkstelligd dat het binnenoppervlak optimaal wordt gebruikt, dat wil zeggen tot aan de aftsrijkrand, voor het afstrijken van een kwast. Bovendien zal een gebruiker de afstrijkruimte niet vullen tot boven de doorgangen van de goot. Aldus wordt bewerkstelligd dat er altijd een gedeelte van het aftsrijkreliëf bereikbaar is voor het afstrijken van een kwast.
De gootwand 8 en de goot 18 strekken zich in dit voorbeeld uit over een volle omtrek van de omtrekswand 2.
Een afstrijkinrichting volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld worden toegepast in een houder, om een makkelijk hanteerbare hoeveelheid verf te verschaffen zonder dat daar een volwaardige verfverpakking voor hoeft te worden aangebroken.
Door een afstrijkinrichting die is voorzien van een bodem te combineren met een houder, kan de afstrijkinrichting relatief licht en flexibel worden uitgevoerd. Aldus kan de afstrijkinrichting zonder hoge kosten worden vervangen wanneer er wordt gewisseld van product of bijvoorbeeld kleur verf. Doordat de houder niet met de verf of lak in aanraking komt, kan deze zonder ingrijpende schoonmaakhandelingen eenvoudig worden hergebruikt. Het hergebruik maakt het mogelijk de houder relatief robuust uit te voeren, zonder dat dit leidt tot excessief hogere kosten voor de gebruiker.
Bovendien kan de verf of lak in een grootverpakking worden aangeschaft, en worden aangebracht vanuit een relatief compacte combinatie van houder en afstrijkinrichting.
In figuur 3 wordt een zijaanzicht in dwarsdoorsnede getoond van een gedeelte van een deksel 20 en van een bovenrand 6 van de afstrijkinrichting 1 van Fig. 2. Door te voorzien in een deksel kan de inhoud van de afstrijkinrichting, of van de houder waar de afstrijkinrichting in is geplaatst, worden afgeschermd. In de getoonde voorkeursuitvoering is de deksel 20 uitgevoerd om aan te grijpen op de gootrand 18 in plaats van de, hogere, afstrijkrand 6. Aldus wordt voorkomen dat de deksel 20 in contact komt me achtergebleven verf op de afstrijkrand 6. Bovendien voorziet deze uitvoering in het afschermen van de goot, zodat de daarin nog aanwezige verf of lak niet direct uitdroogt, maar nog kan terugstromen in de afstrijkruimte.
Met het oog op een compacte opslag en transport is de houder nestbaar in een soortgelijke houder zoals in figuur 2 is weergegeven. Daartoe verjongt de omtrekswand 12 naar de bodem 10 toe opdat deze zal worden ontvangen in de productkamer 14 van een onderliggende houder. Om een onderling lossen van de houders te bevorderen is aan een buitenzijde van de wand een stel lossingsribben 17 gevormd die een onderlinge scheiding van de houders opleggen.
De uitvinding voorziet verder in een samenstel, het samenstel omvattende een afstrijkinrichting voorzien van een uitkragende gootwand die een goot begrenst die langs de buitenzijde van de omtrekswand loopt, en bij voorkeur een deksel voor het afsluiten van de invoeropening van de afstrijkinrichting, welke deksel is ingericht om aan te grijpen op een bovenrand van de gootwand zodanig dat de deksel vrij blijft van contact met de bovenrand van de omtrekswand.
De uitvoeringsvormen getoond in figuur 1 en figuur 2 zijn voorzien van een bodem, en zijn ingericht om met een omlopende goot af te steunen op een bovenrand van een houder. De getoonde afstrijkinrichtingen zijn aldus ingericht om te worden opgenomen in een houder, bijvoorbeeld een uit metaal vervaardigde emmer, en om te worden gevuld met verf of lak.
In een alternatieve uitvoeringsvorm is de afstrijkinrichting nabij een boveneinde van de omtrekswand voorzien van één of meer koppeldelen voor het koppelen van de afstrijkinrichting met een handgreep voor het dragen en/of ophangen van de afstrijkinrichting. De afstrijkinrichting is bijvoorbeeld voorzien van tegenover elkaar gelegen uitsparingen voor het koppelen van de afstrijkinrichting met uiteinden van een C-vormige uit draad vervaardigde handgreep, of is bijvoorbeeld voorzien van een opneemopening voor het koppelen van de houder met een L-vormig gespuitgiete handgreep.
Figuur 4 toon een alternatieve uitvoeringsvorm van een afstrijkinrichting 1 volgens de uitvinding. De afstrijkinrichting is geplaatst in een verfblik 21 waarvan het boveneinde in dwarsdoorsnede wordt getoond in de figuur. De afstrijkinrichting 1 is voorzien van een omtrekswand met een vrij ondereinde, en is dus niet voorzien van een bodem. Verder is de afstrijkinrichting, evenals de uitvoeringsvoorbeelden getoond in figuur 1 en figuur 2, voorzien van een uitkragende flens in de vorm van een gootwand. De gootwand begrenst een goot die langs de buitenzijde van de omtrekswand loopt, en die zich in het getoonde voorbeeld uitstrekt langs een volledige buitenomtrek van de omtrekswand. De omlopende goot, in het bijzonder de gootwand, is voorzien om af te steunen op de bovenrand van een houder. Doordat de gootwand afsteunt op de rand van het verfblik, en de binnenwand zich uitstrekt tot boven de goot, zal in de praktijk altijd een deel van het afstrijkreliëf boven het verfoppervlak uitsteken, zelfs als het verfblik nagenoeg gevuld is. Aldus kan er ok bij een nagenoeg gevuld verfblik een kwast worden afgestreken langs het afstrijkreliëf
De uitvinding voorziet in een bijzonder praktische afstrijkinrichting voor een verf, lak of een soortgelijk product, waarbij uiteenlopende applicators zoals verfrollers en kwasten op een bijzonder effectieve en eenvoudige wijze kunnen worden afgestreken. Het moge het duidelijk zijn dat de uitvinding geenszins is beperkt tot de getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Integendeel, binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.
Zo is in de getoonde uitvoeringsvoorbeelden uitgegaan van een volledig ronde, oftewel cilindrische, houder, maar moge het duidelijk zijn dat de uitvinding ook toepasbaar is in een houder met een andere, bijvoorbeeld in meer of mindere mate rechthoekige, omtrek.
Verwijzingscijfers afstrijkinrichting omtrekswand boveneinde omtrekswand ondereinde omtrekswand afstrijkruimte bovenrand omtrekswand bodem goot buitenzijde omtrekswand binnenzijde omtrekswand afstrijkreliëf boveneinde afstrijkreliëf ondereinde afstrijkreliëf ribben afstrijkreliëf glad oppervlak centrale as lossingsribben gootwand doorgang deksel verfblik
Claims (27)
- CONCLUSIES1. Afstrijkinrichting voor een verfkwast, de afstrijkinrichting omvattende een omtrekswand die zich uitstrekt tussen een boveneinde en een ondereinde, die tussen het boveneinde en het ondereinde een afstrijkruimte omsluit, en welke omtrekswand aan het boveneinde is voorzien van een bovenrand die een opening tot de afstrijkruimte definieert, waarbij de afstrijkinrichting nabij het ondereinde van de omtrekswand is voorzien van een bodem, die de afstrijkruimte aan een ondereinde daarvan afsluit, en/of nabij het boveneinde van de omtrekswand is voorzien van één of meer aangrijpelementen, die zijn aangebracht op een van de afstrijkruimte afgekeerde buitenzijde van de omtrekswand voor het afsteunen op, bij voorkeur voor het koppelen met, een bovenrand van een houder, bijvoorbeeld een verfblik, waarbij de omtrekswand aan een naar de afstrijkruimte gekeerde binnenzijde is voorzien van een afstrijkreliëf, welk afstrijkreliëf zich uitstrekt langs een volledige binnenomtrek van de omtrekswand, en tussen een boveneinde van het afstrijkreliëf gelegen nabij de bovenrand van de omtrekswand en een ondereinde van het afstrijkreliëf gelegen op afstand van de bovenrand van de omtrekswand, waarbij de afstrijkruimte is gedimensioneerd voor het ontvangen van een kwastuiteinde, en het aftsrijkreliëf is ingericht voor het verschaffen van een afstrijkrichting in hoofdzaak parallel aan de bovenrand van de omtrekswand.
- 2. Afstrijkinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de afstrijkinrichting nabij het ondereinde van de omtrekswand is voorzien van een bodem en nabij het boveneinde van de omtrekswand is voorzien van één of meer koppeldelen voor het koppelen van de afstrijkinrichting met een handgreep voor het dragen en/of ophangen van de afstrijkinrichting.
- 3. Afstrijkinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de afstrijkinrichting nabij het ondereinde van de omtrekswand is voorzien van een bodem en nabij het boveneinde van de omtrekswand bij voorkeur is voorzien van de één of meer aangrijpelementen, en dat de afstrijkinrichting aldus is ingericht om te worden opgenomen in een houder, bijvoorbeeld een uit metaal vervaardigde emmer.
- 4. Afstrijkinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de afstrijkinrichting is voorzien van een omtrekswand met een vrij ondereinde, dat de omtrekswand nabij het boveneinde daarvan bij voorkeur is voorzien van de één of meer aangrijpelementen, en dat de afstrijkinrichting aldus is ingericht om te worden opgenomen in een met verf gevulde houder, bijvoorbeeld een uit metaal vervaardigd verfblik.
- 5. Afstrijkinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de omtrekswand zich uitstrekt om een centrale as, en de omtrekswand in een vlak loodrecht op de centrale as een cirkelvormige doorsnede heeft.
- 6. Afstrijkinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de straal tussen omtrekswand en centrale as een lengte heeft die ligt in het gebied van 2,5 cm - 15 cm, bij voorkeur in het gebied van 5 cm - 12 cm.
- 7. Afstrijkinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bovenrand van de omtrekswand is ingericht als afstrijkrand, en de omtrekswand aan de bovenkant, aan een van de afstrijkruimte afgekeerde buitenzijde, is voorzien van een uitkragende gootwand die een goot begrenst die langs de buitenzijde van de omtrekswand loopt, en welke goot zich bij voorkeur uitstrekt langs een volledige buitenomtrek van de omtrekswand.
- 8. Afstrijkinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de goot is verbonden me de afstrijkruimte via ten minste één doorgang in de omtrekswand, welke doorgang bij voorkeur wordt gevormd door een U-vormige verdieping in de bovenrand, welke verdieping zich uitstrekt van de bovenrand van de omtrekswand tot aan de bodem van de goot.
- 9. Afstrijkinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de gootwand zodanig is gevormd dat de goot naar de ten minste ene doorgang toe een afschot heeft.
- 10. Afstrijkinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies 7-9, met het kenmerk dat de gootwand eindigt onder de bovenrand van de omtrekswand.
- 11. Afstrijkinrichting volgens één of meer van de conclusies 7-10, met het kenmerk dat het afstrijkreliëf zich aan de binnenzijde van de omtrekswand uitstrekt tot boven de bodem van de goot, bij voorkeur tot boven de gootwand.
- 12. Afstrijkinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het afstrijkreliëf zich aan de binnenzijde van de omtrekswand uitstrekt tot op enige afstand van de bovenrand, bij voorkeur tot op een afstand in het gebied van 2-3 mm, bijvoorbeeld een afstand van 3 mm, van de bovenrand.
- 13. Afstrijkinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het ondereinde van het afstrijkreliëf gelegen is op afstand van het ondereinde van de omtrekswand, eventueel op afstand van de bodem, zodanig dat het afstrijkreliëf zich uitstrekt over slechts een bovendeel van de binnenwand, bijvoorbeeld over een twee-derde deel, een helft, een derde deel of een kwart deel van de binnenwand.
- 14. Afstrijkinrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk dat de binnenzijde van de omtrekswand tussen het afstrijkreliëf en de bodem een in hoofdzaak glad oppervlak heeft.
- 15. Afstrijkinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het afstrijkreliëf meerdere parallel lopende ribben omvat, welke ribben zich uitstrekken tussen een boveneinde nabij de bovenrand en een ondereinde op afstand van de bovenrand.
- 16. Afstrijkinrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk dat de omtrekswand zich uitstrekt om een centrale as, en de ribben zich uitstrekken in een richting in hoofdzaak parallel aan de centrale as.
- 17. Afstrijkinrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk dat de ribben zich uitstrekken onder een scherpe hoek met de bovenrand en, indien aanwezig, de bodem.
- 18. Afstrijkinrichting volgens een of meer van de conclusies 15-17, met het kenmerk dat de ribben een breedte hebben langs de binnenzijde van de omtrekswand en een hoogte hebben loodrecht op de binnenzijde van de omtrekswand, waarbij de breedte van de ribben bij voorkeur ligt in het gebied van 0,5 - 1 mm, en de hoogte van de ribben bij voorkeur ligt in het gebied van 0,2 - 0,8 mm.
- 19. Afstrijkinrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk dat de ribben een breedte hebben in het gebied van één tot drie keer de hoogte van de ribbe, bijvoorbeeld een breedte hebben van anderhalf keer de hoogte van de ribbe.
- 20. Afstrijkinrichting volgens conclusies 18 of conclusie 19, met het kenmerk dat de ribben op een onderlinge afstand liggen van minder dan zes keer de breedte van een ribbe, bijvoorbeeld op een onderlinge afstand van ongeveer vier keer de breedte van een ribbe.
- 21. Afstrijkinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de buitenomtrek van de omtrekswand richting het ondereinde van de omtrekswand verjongt, zodanig dat de omtrekswand een conische binnenruimte omsluit, en zodanig dat de afstrijkinrichting opneembaar is in een afstrijkruimte van een soortgelijke verdere afstrijkinrichting.
- 22. Afstrijkinrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de afstrijkinrichting volledig als één geheel uit een geschikte kunststof is gevormd en in het bijzonder een spuitgietlichaam van kunststof omvat.
- 23. Samenstel omvattende een afstrijkinrichting volgens ten minste conclusie 3 en een houder, bijvoorbeeld een uit metaal vervaardigde houder voor het verschaffen van additionele stabiliteit tijdens gebruik, welke houder bij voorkeur is voorzien van aan handvat, bijvoorbeeld een C-vormige uit draad vervaardigd handvat.
- 24. Samenstel omvattende een afstrijkinrichting volgens ten minste één of meer van de conclusies 7-11 en een deksel voor het afsluiten van de invoeropening van de afstrijkinrichting, welke deksel is ingericht om afsluitend aan te grijpen op een bovenrand van de gootwand zodanig dat de deksel vrij blijft van contact met de bovenrand van de omtrekswand.
- 25. Werkwijze voor gebruik van een afstrijkinrichting volgens conclusie 2, de werkwijze omvattende de stappen:- vullen van de afstrijkinrichting met verf zodanig dat een bovenste gedeelte van het afstrijkreliëf uitsteekt boven een verfoppervlak, wanneer de afstrijkinrichting is opgesteld op een horizontaal ondersteuningsvlak,- dopen van een kwast in de verf, en het vervolgens afstrijken van de kwast langs het afstrijkreliëf.
- 26. Werkwijze voor gebruik van een afstrijkinrichting volgens conclusie 3, de werkwijze omvattende de stappen:- plaatsen van de afstrijkinrichting in een houder, bij voorkeur omvattende koppelen van de afstrijkinrichting met een bovenrand van de houder,- vullen van de afstrijkinrichting met verf zodanig dat een bovenste gedeelte van het afstrijkreliëf uitsteekt boven een verfoppervlak, wanneer de houder is opgesteld op een horizontaal ondersteuningsvlak,- dopen van een kwast in de verf, en het vervolgens afstrijken van de kwast langs het5 afstrijkreliëf.
- 27. Werkwijze voor gebruik van een afstrijkinrichting volgens conclusie 4, de werkwijze omvattende de stappen:- plaatsen van de afstrijkinrichting in een ten minste gedeeltelijk met verf gevulde houder, bij10 voorkeur omvattende koppelen van de afstrijkinrichting met een bovenrand van de houder, zodanig dat een bovenste gedeelte van het afstrijkreliëf uitsteekt boven een verfoppervlak, wanneer de houder is opgesteld op een horizontaal ondersteuningsvlak,- dopen van een kwast in de verf, en het vervolgens afstrijken van de kwast langs het afstrijkreliëf.
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2021388A NL2021388B1 (nl) | 2018-07-24 | 2018-07-24 | Afstrijkinrichting voor verfkwast |
US17/262,362 US20210291584A1 (en) | 2018-07-24 | 2019-07-23 | Scraping device for paint brush or roller |
PCT/NL2019/050471 WO2020022884A1 (en) | 2018-07-24 | 2019-07-23 | Scraping device for paint brush or roller |
EP19755984.2A EP3826860B1 (en) | 2018-07-24 | 2019-07-23 | Scraping device for paint brush or roller |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2021388A NL2021388B1 (nl) | 2018-07-24 | 2018-07-24 | Afstrijkinrichting voor verfkwast |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2021388B1 true NL2021388B1 (nl) | 2020-01-30 |
Family
ID=63834602
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2021388A NL2021388B1 (nl) | 2018-07-24 | 2018-07-24 | Afstrijkinrichting voor verfkwast |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20210291584A1 (nl) |
EP (1) | EP3826860B1 (nl) |
NL (1) | NL2021388B1 (nl) |
WO (1) | WO2020022884A1 (nl) |
Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2756899A (en) * | 1953-09-08 | 1956-07-31 | Lawrence S Crandall | Paint can rim protector and brush scraper |
US2873881A (en) * | 1957-11-13 | 1959-02-17 | Frank C Nichols | Container rim protector |
US3744671A (en) * | 1971-10-08 | 1973-07-10 | H Saunders | Open container adaptor |
DE3149303A1 (de) * | 1981-12-12 | 1983-06-23 | Michael 6450 Hanau Wolf | Vorrichtung zum abstreifen von pinseln |
US4964527A (en) * | 1989-12-18 | 1990-10-23 | Martin Harry W | Paint saver and can seal protector |
NL9402250A (nl) * | 1994-12-31 | 1996-08-01 | Augustinus Wilhelmus Hubert Al | Combinatie van een voor plaatsing op (over) de rand van een ontdekseld verfblik bestemd afdruip/afstrijkhulpstuk en een verfkwast. |
US20060096989A1 (en) * | 2004-11-10 | 2006-05-11 | Lucey John P | Apparatus including dripless bucket and liner |
EP1499506B1 (en) * | 2002-03-18 | 2007-09-26 | Hildering's Aquabrush Conditioner B.V. | Container, in particular for holding paint or lacquer |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2124021A (en) * | 1936-08-10 | 1938-07-19 | Akers James Lee | Paint funnel-scraper |
US20080251525A1 (en) * | 2007-03-29 | 2008-10-16 | Norston Fontaine | Hand-held vessel |
DE102011101800A1 (de) * | 2011-05-17 | 2012-11-22 | Mattias Finzelberg | Schutzhandschuh |
US10779811B2 (en) * | 2014-12-11 | 2020-09-22 | Smith & Nephew, Inc. | Bone anchor having improved fixation strength |
US9867457B2 (en) * | 2015-07-10 | 2018-01-16 | Luft Industrie, Inc. | Brush cleaning cup |
-
2018
- 2018-07-24 NL NL2021388A patent/NL2021388B1/nl active
-
2019
- 2019-07-23 US US17/262,362 patent/US20210291584A1/en not_active Abandoned
- 2019-07-23 WO PCT/NL2019/050471 patent/WO2020022884A1/en unknown
- 2019-07-23 EP EP19755984.2A patent/EP3826860B1/en active Active
Patent Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2756899A (en) * | 1953-09-08 | 1956-07-31 | Lawrence S Crandall | Paint can rim protector and brush scraper |
US2873881A (en) * | 1957-11-13 | 1959-02-17 | Frank C Nichols | Container rim protector |
US3744671A (en) * | 1971-10-08 | 1973-07-10 | H Saunders | Open container adaptor |
DE3149303A1 (de) * | 1981-12-12 | 1983-06-23 | Michael 6450 Hanau Wolf | Vorrichtung zum abstreifen von pinseln |
US4964527A (en) * | 1989-12-18 | 1990-10-23 | Martin Harry W | Paint saver and can seal protector |
NL9402250A (nl) * | 1994-12-31 | 1996-08-01 | Augustinus Wilhelmus Hubert Al | Combinatie van een voor plaatsing op (over) de rand van een ontdekseld verfblik bestemd afdruip/afstrijkhulpstuk en een verfkwast. |
EP1499506B1 (en) * | 2002-03-18 | 2007-09-26 | Hildering's Aquabrush Conditioner B.V. | Container, in particular for holding paint or lacquer |
US20060096989A1 (en) * | 2004-11-10 | 2006-05-11 | Lucey John P | Apparatus including dripless bucket and liner |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP3826860A1 (en) | 2021-06-02 |
EP3826860B1 (en) | 2024-04-03 |
EP3826860C0 (en) | 2024-04-03 |
US20210291584A1 (en) | 2021-09-23 |
WO2020022884A1 (en) | 2020-01-30 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3602939A (en) | Novel paint container | |
US6105816A (en) | Painter's aid | |
US8281952B2 (en) | Resealable containers having internal roller surface | |
US8021066B2 (en) | Device for packaging and applying a cosmetic or care product having a rotating component and corresponding application method | |
CA3017258C (en) | Ergonomic container with thumb hole | |
US7134576B2 (en) | Multifunction pouring spout and removable lid | |
US20100089931A1 (en) | Paint container accessory | |
US6622884B1 (en) | Paint edger tray | |
US20060201951A1 (en) | Handheld paint and application tool container | |
US20050161460A1 (en) | Paint bucket with integral brush holder | |
NL2021388B1 (nl) | Afstrijkinrichting voor verfkwast | |
US20100116834A1 (en) | Protective Cover For Paint Can | |
US6609629B2 (en) | Dripless paint bucket | |
US20070119854A1 (en) | Paint bucket | |
US8418308B2 (en) | Grid paint dipper | |
EP1499506B1 (en) | Container, in particular for holding paint or lacquer | |
US3527433A (en) | Container hold | |
WO2018152568A1 (en) | A tray | |
EP0402370A1 (en) | PAINT CONTAINER. | |
CA2953980C (en) | Thumb hole paint container and holder | |
US20160152067A1 (en) | Bucket With Ledges and Band Brush-Handle Holder | |
US20080035650A1 (en) | Paint bucket with ledges | |
AU750331B2 (en) | Paint container incorporating wiping edge | |
US10293979B2 (en) | Thumb hole paint container and holder | |
US20060130264A1 (en) | Limiter paint tray |