NL1020041C2 - Hoes voor het geleiden en bedekken van kabels, werkwijze voor de vervaardiging van zo een hoes en werkwijze voor het geleiden en bedekken van kabels. - Google Patents
Hoes voor het geleiden en bedekken van kabels, werkwijze voor de vervaardiging van zo een hoes en werkwijze voor het geleiden en bedekken van kabels. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1020041C2 NL1020041C2 NL1020041A NL1020041A NL1020041C2 NL 1020041 C2 NL1020041 C2 NL 1020041C2 NL 1020041 A NL1020041 A NL 1020041A NL 1020041 A NL1020041 A NL 1020041A NL 1020041 C2 NL1020041 C2 NL 1020041C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- cover
- cover part
- support arm
- partially
- hinge
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H02—GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
- H02G—INSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
- H02G3/00—Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
- H02G3/02—Details
- H02G3/04—Protective tubing or conduits, e.g. cable ladders or cable troughs
- H02G3/0462—Tubings, i.e. having a closed section
- H02G3/0487—Tubings, i.e. having a closed section with a non-circular cross-section
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Details Of Indoor Wiring (AREA)
- Casings For Electric Apparatus (AREA)
Description
Hoes voor het geleiden en bedekken van kabels, werkwijze voor de vervaardiging van zo een hoes en werkwijze voor het geleiden en bedekken van kabels
De uitvinding heeft betrekking op een hoes voor het geleiden en bedekken van een of meer 5 kabels, met name toe te passen bij draagconstructies voor apparatuur en toestellen, bijvoorbeeld audio- en videoapparatuur, in het bijzonder bij een draagarm, bijvoorbeeld voor een tv-toestel of monitor, welke hoes een eerste hoesdeel omvat voor het ten minste gedeeltelijk omsluiten van zowel een eerste draagarmdeel als ook een langs het eerste draagarmdeel lopend eerste kabeldeel, waarbij het eerste draagarmdeel is verbonden, 10 bijvoorbeeld middels een eerste scharnier, met een console of muursteun. De uitvinding voorziet tevens in een werkwijze voor de vervaardiging van zo een hoes. De uitvinding betreft voorts een werkwijze voor het geleiden en bedekken van een of meer kabels voor zo een toepassing middels zo een hoes.
15 Bekend zijn draagconstructies voor apparatuur en toestellen, zoals audio- en videoapparatuur, welke rusten op consoles op muursteunen. Veelal omvat een dergelijke draagconstructie een, al dan niet beweegbare, al dan niet gelede, draagarm, bijvoorbeeld voor een tv-toestel of monitor. Voor het geleiden en aan het gezicht onttrekken van de bekabeling, zoals netsnoeren en de antennekabel, worden dikwijls omhulsels, overtrekken 20 of hoezen aangebracht.
Bekend zijn min of meer starre omhulsels. Deze hebben als nadeel dat ze in het algemeen minder gebruiksvriendelijk zijn, niet altijd goed passen, soms ongewild opengaan of juist na sluiten zeer moeilijk weer te openen zijn. Om de bekabeling volledig aan het gezicht te 25 onttrekken bestaan dergelijke omhulsels dikwijls uit meerdere losse delen hetgeen leidt tot hogere productiekosten en een afname van de gebruiksvriendelijkheid.
Voorts zijn bekend meer flexibele overtrekken of hoezen. Deze zullen in het algemeen beter passen maar hebben als nadeel dat ze minder vormvast zijn en daardoor een minder 30 fraaie indruk maken. Dergelijke overtrekken of hoezen zijn veelal voorzien van klittenband, om ze te kunnen sluiten of om afzonderlijke delen te kunnen verbinden, waardoor de onderlinge posities van de aan de sluiting grenzende delen of van de afzonderlijke delen na sluiting niet nauwkeurig zijn bepaald hetgeen leidt tot een nog minder fraai aanzien.
10,: , 2
Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een gebruiksvriendelijke, doeltreffende en fraaie oplossing voor het geleiden en bedekken van de bekabeling bij draagconstructies voor apparatuur en toestellen, bijvoorbeeld audio- en videoapparatuur, in het bijzonder bij een draagarm, bijvoorbeeld voor een tv-toestel of monitor 5
De uitvinding verschaft daartoe een hoes van het in de aanhef van conclusie 1 genoemde type, daarin gekenmerkt dat het eerste hoesdeel is voorzien van een ritssluiting.
Een ritssluiting is gebruiksvriendelijk en fraai, en de posities van de aan de ritssluiting grenzende delen zijn na sluiting nauwkeurig bepaald.
10 Het gebruik van de term ‘(lopend) langs’ sluit hier en in het navolgende niet uit dat het betreffende kabeldeel geheel of deels is aangebracht in een daartoe voorziene uitsparing in het betreffende draagarmdeel of de betreffende verbinding.
Daarbij is het eerste hoesdeel bij voorkeur opgebouwd uit meerdere, bij voorkeur vijf, ten 15 opzichte van elkaar scharnierende eerste hoesdeelsegmenten.
Het eerste hoesdeel kan dan goed passen om een eerste draagarmdeel met een veelhoekige, met name een gangbare rechthoekige, doorsnede.
Daarbij bestaat het eerste hoesdeel bij voorkeur ten minste gedeeltelijk in hoofdzaak uit 20 kunststof, bij voorkeur EVA (ethyleen vinylacetaat co-polymeer).
EVA heeft de juiste materiaaleigenschappen. Het is voldoende star om de hoes redelijk vormvast te maken maar ook voldoende flexibel om afwijkingen, zoals in de positie van de kabel of kabels, op te kunnen vangen. 1 2 3 4 5 6 ' :· Ü
Een andere voorkeursuitvoering van een hoes volgens de uitvinding, waarbij de hoes tevens 2 omvat: 3 - een tweede hoesdeel voor het ten minste gedeeltelijk omsluiten van zowel een tweede 4 draagarmdeel als ook een langs het tweede draagarmdeel lopend tweede kabeldeel, 5 waarbij het tweede draagarmdeel beweegbaar is verbonden, bijvoorbeeld middels een 6 tweede scharnier, met het eerste draagarmdeel, en - een derde hoesdeel voor het ten minste gedeeltelijk omsluiten van zowel de beweegbare verbinding, bijvoorbeeld het tweede scharnier, tussen het eerste draagarmdeel en het 3 tweede draagarmdeel als ook een langs de beweegbare verbinding lopend derde kabeldeel, is daarin gekenmerkt dat het derde hoesdeel een flexibele verbinding vormt tussen het eerste hoesdeel en het tweede hoesdeel.
5 Het flexibele derde hoesdeel kan zich doorlopend aanpassen aan de onderlinge bewegingen van de draagarmdelen, en het vormt samen met het eerste hoesdeel en het tweede hoesdeel een aaneengesloten geheel.
Daarbij is het tweede hoesdeel bij voorkeur opgebouwd uit meerdere, bij voorkeur vijf, ten 10 opzichte van elkaar scharnierende tweede hoesdeelsegmenten.
Het tweede hoesdeel kan dan goed passen om een tweede draagarmdeel met een veelhoekige, met name een gangbare rechthoekige, doorsnede.
Daarbij bestaat het tweede hoesdeel bij voorkeur ten minste gedeeltelijk in hoofdzaak uit 15 kunststof, bij voorkeur EVA (ethyleen vinylacetaat co-polymeer).
EVA heeft de juiste materiaaleigenschappen om eerder genoemde redenen.
Daarbij bestaat het derde hoesdeel bij voorkeur ten minste gedeeltelijk in hoofdzaak uit kunststof, bij voorkeur nylon.
20 Nylon heeft de juiste materiaaleigenschappen. Het is voldoende flexibel, elastisch en sterk.
Daarbij zijn het eerste hoesdeel, het tweede hoesdeel en het derde hoesdeel bij voorkeur gezamenlijk voorzien van een doorlopende ritssluiting.
Dit is fraai en gebruiksvriendelijk. Het geheel van hoesdelen kan in één beweging worden 25 gesloten waarna de onderlinge posities van de delen nauwkeurig zijn bepaald.
Nog weer een andere voorkeursuitvoering van een hoes volgens de uitvinding, waarbij de hoes tevens een vierde hoesdeel omvat voor het ten minste gedeeltelijk omsluiten van zowel de verbinding, bijvoorbeeld het eerste scharnier, tussen het eerste draagarmdeel en de 30 console of muursteun als ook een langs de betreffende verbinding lopend vierde kabeldeel, is daarin gekenmerkt dat het vierde hoesdeel is verbonden met het eerste hoesdeel.
• J
4
Zo vormen het vierde hoesdeel en het eerste hoesdeel een aaneengesloten geheel, waarbij de betreffende verbinding samen met het vierde kabeldeel kan worden omsloten door het vierde hoesdeel.
5 Daarbij bestaat het vierde hoesdeel bij voorkeur ten minste gedeeltelijk in hoofdzaak uit kunststof, bij voorkeur nylon.
Nylon heeft de juiste materiaaleigenschappen om eerder genoemde redenen.
De uitvinding voorziet tevens in een werkwijze van het in de aanhef van conclusie 11 10 genoemde type, daarin gekenmerkt dat het eerste hoesdeel wordt voorzien van een ritssluiting.
Het aanbrengen van de ritssluiting is relatief eenvoudig en levert een gebruiksvriendelijke en fraaie hoes op.
15 Daarbij wordt het eerste hoesdeel bij voorkeur opgebouwd uit meerdere, bij voorkeur vijf, ten opzichte van elkaar scharnierende eerste hoesdeelsegmenten.
Dit levert een hoes op met een eerste hoesdeel dat goed kan passen om een eerste draagarmdeel met een veelhoekige, met name een gangbare rechthoekige, doorsnede.
20 Daarbij wordt het eerste hoesdeel bij voorkeur ten minste gedeeltelijk in hoofdzaak vervaardigd uit kunststof, bij voorkeur middels vacuümvormen met EVA (ethyleen vinylacetaat co-polymeer) als uitgangsmateriaal.
Dit levert een hoes op met een eerste hoesdeel met gewenste eigenschappen betreffende vormvastheid, flexibiliteit en uiterüjk. Vacuümvormen blijkt in de praktijk een bijzonder 25 geschikte techniek.
Een andere voorkeurstoepassing van een werkwijze van het in de aanhef van conclusie 11 genoemde type, waarbij de hoes tevens omvat: - een tweede hoesdeel voor het ten minste gedeeltelijk omsluiten van zowel een tweede 30 draagarmdeel als ook een langs het tweede draagarmdeel lopend tweede kabeldeel, waarbij het tweede draagarmdeel beweegbaar is verbonden, bijvoorbeeld middels een tweede scharnier, met het eerste draagarmdeel, en 1 f)?i /, 4 1 5 - een derde hoesdeel voor het ten minste gedeeltelijk omsluiten van zowel de beweegbare verbinding, bijvoorbeeld het tweede scharnier, tussen het eerste draagarmdeel en het tweede draagarmdeel als ook een langs de betreffende beweegbare verbinding lopend derde kabeldeel, 5 is daarin gekenmerkt dat middels het derde hoesdeel een flexibele verbinding wordt gevormd tussen het eerste hoesdeel en het tweede hoesdeel.
Zo wordt een hoes gevormd waarbij het flexibele derde hoesdeel zich doorlopend kan aanpassen aan de onderlinge bewegingen van de draagarmdelen, en de hoesdelen samen een aaneengesloten geheel vormen.
10
Daarbij wordt het tweede hoesdeel bij voorkeur opgebouwd uit meerdere, bij voorkeur vijf, ten opzichte van elkaar scharnierende tweede hoesdeelsegmenten.
Dit levert een hoes op met een tweede hoesdeel dat goed kan passen om een tweede draagarmdeel met een veelhoekige, met name een gangbare rechthoekige, doorsnede.
15
Daarbij wordt het tweede hoesdeel bij voorkeur ten minste gedeeltelijk in hoofdzaak vervaardigd uit kunststof, bij voorkeur middels vacuümvormen met EVA (ethyleen vinylacetaat co-polymeer) als uitgangsmateriaal.
Dit levert een hoes op met een tweede hoesdeel met gewenste eigenschappen betreffende 20 vormvastheid, flexibiliteit en uiterlijk. Vacuümvormen blijkt, zoals gezegd, in de praktijk een bijzonder geschikte techniek.
Daarbij wordt het derde hoesdeel bij voorkeur ten minste gedeeltelijk in hoofdzaak vervaardigd uit kunststof, bij voorkeur nylon.
25 Nylon is geredelijk verkrijgbaar, goedkoop en eenvoudig te verwerken.
Daarbij worden het eerste hoesdeel, het tweede hoesdeel en het derde hoesdeel bij voorkeur voorzien van een gezamenlijke doorlopende ritssluiting
Het aanbrengen van een enkele gezamenlijke ritssluiting werkt productiekostenverlagend 30 en levert een nog fraaiere en nog meer gebruiksvriendelijke hoes op.
Nog weer een andere voorkeurstoepassing van een werkwijze van het in de aanhef van conclusie 11 genoemde type, waarbij de hoes tevens een vierde hoesdeel omvat voor het ten 1T. : H ... .
6 minste gedeeltelijk omsluiten van zowel de verbinding, bijvoorbeeld het eerste scharnier, tussen het eerste draagarmdeel en de console of muursteun als ook een langs de betreffende verbinding lopend vierde kabeldeel, is daarin gekenmerkt dat het vierde hoesdeel wordt verbonden met het eerste hoesdeel.
5 Dit levert een hoes op waarbij het vierde hoesdeel de betreffende verbinding en het erlangs lopende kabeldeel kan bedekken waarbij het vierde hoesdeel en het eerste hoesdeel een aaneengesloten geheel vormen.
Daarbij wordt het vierde hoesdeel bij voorkeur ten minste gedeeltelijk in hoofdzaak 10 vervaardigd uit kunststof, bij voorkeur nylon.
Nylon is zeer geschikt om eerder genoemde redenen.
De uitvinding verschaft voorts een werkwijze van het in de aanhef van conclusie 21 genoemde type, daarin gekenmerkt dat de werkwijze tevens omvat de stap: 15 K. het sluiten van het eerste hoesdeel middels een daartoe voorziene ritssluiting.
Het sluiten van het eerste hoesdeel middels een ritssluiting is eenvoudig en daarmee gebruiksvriendelijk.
Een andere voorkeurstoepassing van een werkwijze van het in de aanhef van conclusie 21 20 genoemde type, waarbij de hoes tevens omvat: - een tweede hoesdeel, en - een derde hoesdeel welk derde hoesdeel een flexibele verbinding vormt tussen het eerste hoesdeel en het tweede hoesdeel, welke werkwijze tevens omvat de stappen: 25 B. het middels het tweede hoesdeel ten minste gedeeltelijk omsluiten van zowel een tweede draagarmdeel als ook een langs het tweede draagarmdeel lopend tweede kabeldeel, waarbij het tweede draagarmdeel beweegbaar is verbonden, bijvoorbeeld middels een tweede scharnier, met het eerste draagarmdeel, en C. het middels het derde hoesdeel ten minste gedeeltelijk omsluiten van zowel de 30 beweegbare verbinding, bijvoorbeeld het tweede scharnier, tussen het eerste draagarmdeel en het tweede draagarmdeel als ook een langs de betreffende beweegbare verbinding lopend derde kabeldeel, is daarin gekenmerkt dat de werkwijze tevens omvat de stap: 7 L. het sluiten van het eerste hoesdeel, het tweede hoesdeel en het derde hoesdeel middels een daartoe voorziene gezamenlijke doorlopende ritssluiting.
Het sluiten van de hoesdelen gebeurt zo in één beweging hetgeen nog eenvoudiger en nog meer gebruiksvriendelijk is.
5
Nog weer een andere voorkeurstoepassing van een werkwijze van het in de aanhef van conclusie 21 genoemde type, waarbij de hoes tevens een vierde hoesdeel omvat welk vierde hoesdeel is verbonden met het eerste hoesdeel en welk vierde hoesdeel is voorzien van een sluiting, bij voorkeur een klittenbandsluiting, 10 is daarin gekenmerkt dat de werkwijze tevens omvat de stappen: D. het middels het vierde hoesdeel ten minste gedeeltelijk ontsluiten van zowel de verbinding, bijvoorbeeld het eerste scharnier, tussen het eerste draagarmdeel en de console of muursteun als ook een langs de betreffende verbinding lopend vierde kabeldeel, en 15 M. het sluiten van het vierde hoesdeel middels de sluiting, bij voorkeur de klittenbandsluiting.
Zo wordt ook de betreffende verbinding met het erlangs lopende kabeldeel bedekt.
De uitvinding wordt in het navolgende toegelicht aan de hand van twee niet-beperkende 20 voorkeursuitvoeringen van een hoes volgens de uitvinding. Daartoe toont: figuur la een aanzicht op een eerste voorkeursuitvoering van een opengevouwen hoes volgens de uitvinding; figuur lb een aanzicht op een tweede voorkeursuitvoering van een opengevouwen hoes volgens de uitvinding; 25 - figuur 2a een schematisch perspectivisch aanzicht op een eerste uitvoeringsvorm van een gangbare draagarm, bijvoorbeeld voor een tv-toestel of monitor, en figuur 2b een schematisch perspectivisch aanzicht op een tweede uitvoeringsvorm van een gangbare draagarm, bijvoorbeeld voor een tv-toestel of monitor.
30 De in figuur la getoonde hoes (1) kan worden aangebracht rondom de in figuur 2a getoonde draagarm (3).
10 2 2 o4 1 ' M.' 8
Daarbij worden de eerste hoesdeelsegmenten (111-115) rondom het eerste draagarmdeel (31) en het erlangs lopende eerste kabeldeel (51) gevouwen, waarna de ritssluiting (17a/17b) wordt gesloten.
Het vierde hoesdeel (14) wordt om het eerste scharnier (33) en het erlangs lopende vierde 5 kabeldeel (54) gevouwen en gesloten middels de klittenbandsluiting (18a/18b).
De in figuur lb getoonde hoes (2) kan worden aangebracht rondom de in figuur 2b getoonde draagarm (4).
Daarbij worden de eerste hoesdeelsegmenten (211-215) rondom het eerste draagarmdeel 10 (41) en het erlangs lopende eerste kabeldeel (61) gevouwen, de tweede hoesdeelsegmenten (221-225) rondom het tweede draagarmdeel (42) en het erlangs lopende tweede kabeldeel (62) gevouwen, waarbij het derde hoesdeel (23) rondom het tweede scharnier (45) en het erlangs lopende derde kabeldeel (63) wordt gevouwen, waarna de doorlopende ritssluiting (27ace/27bdf) in één beweging kan worden gesloten.
15 Het vierde hoesdeel (24) wordt om het eerste scharnier (43) en het erlangs lopende vierde kabeldeel (64) gevouwen en gesloten middels de klittenbandsluiting (28a/28b).
De min of meer starre eerste en tweede hoesdelen (11,21,22) zijn vervaardigd middels vacuümvormen uit EVA (ethyleen vinylacetaat co-polymeer). De meer flexibele en 20 elastische derde en vierde hoesdelen (23,14,24) zijn vervaardigd uit nylon.
De hoezen (1,2) zijn gebruiksvriendelijk en vormen na plaatsing en sluiten een doeltreffende en fraaie geleiding en bedekking van de bekabeling.
Claims (23)
1. Hoes (1,2) voor het geleiden en bedekken van een of meer kabels (5,6), met name toe te passen bij draagconstructies voor apparatuur en toestellen, bijvoorbeeld audio- en 5 videoapparatuur, in het bijzonder bij een draagarm (3,4), bijvoorbeeld voor een tv-toestel of monitor, welke hoes een eerste hoesdeel (11,21) omvat voor het ten minste gedeeltelijk omsluiten van zowel een eerste draagarmdeel (31,41) als ook ten minste één langs het eerste draagarmdeel lopend eerste kabeldeel (51,61), waarbij het eerste draagarmdeel is verbonden, bijvoorbeeld middels een eerste scharnier (33,43), met een 10 console of muursteun met het kenmerk, dat het eerste hoesdeel is voorzien van een ritssluiting (17a/17b,27a/27b).
2. Hoes (1,2) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste hoesdeel is opgebouwd uit meerdere, bij voorkeur vijf, ten opzichte van elkaar scharnierende eerste hoesdeelsegmenten (111 -115,211 -215).
3. Hoes (1,2) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het eerste hoesdeel ten minste gedeeltelijk in hoofdzaak bestaat uit kunststof, bij voorkeur EVA (ethyleen vinylacetaat co-polymeer).
4. Hoes (2) volgens één der conclusies 1-3, waarbij de hoes tevens omvat: - een tweede hoesdeel (22) voor het ten minste gedeeltelijk omsluiten van zowel een 20 tweede draagarmdeel (42) als ook een langs het tweede draagarmdeel lopend tweede kabeldeel (62), waarbij het tweede draagarmdeel beweegbaar is verbonden, bijvoorbeeld middels een tweede scharnier (45), met het eerste draagarmdeel, en - een derde hoesdeel (23) voor het ten minste gedeeltelijk omsluiten van zowel de beweegbare verbinding, bijvoorbeeld het tweede scharnier, tussen het eerste 25 draagarmdeel en het tweede draagarmdeel als ook een langs de betreffende beweegbare verbinding lopend derde kabeldeel (63), met het kenmerk, dat het derde hoesdeel een flexibele verbinding vormt tussen het eerste hoesdeel en het tweede hoesdeel.
5. Hoes (2) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het tweede hoesdeel is 30 opgebouwd uit meerdere, bij voorkeur vijf, ten opzichte van elkaar scharnierende tweede hoesdeelsegmenten (221-225). ; 0 : Ut
6. Hoes (2) volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat het tweede hoesdeel ten minste gedeeltelijk in hoofdzaak bestaat uit kunststof, bij voorkeur EVA (ethyleen vinylacetaat co-polymeer).
7. Hoes (2) volgens volgens één der conclusies 4-6, met het kenmerk, dat het derde 5 hoesdeel ten minste gedeeltelijk in hoofdzaak bestaat uit kunststof, bij voorkeur nylon.
8. Hoes (2) volgens één der conclusies 4-7, met het kenmerk, dat het eerste hoesdeel, het tweede hoesdeel en het derde hoesdeel gezamenlijk zijn voorzien van een doorlopende ritssluiting (27ace/27bdf).
9. Hoes (1,2) volgens één der conclusies 1-8, waarbij de hoes tevens een vierde hoesdeel 10 (14,24) omvat voor het ten minste gedeeltelijk omsluiten van zowel de verbinding, bijvoorbeeld het eerste scharnier, tussen het eerste draagarmdeel en de console of muursteun als ook een langs de betreffende verbinding lopend vierde kabeldeel (54,64), met het kenmerk, dat het vierde hoesdeel is verbonden met het eerste hoesdeel.
10. Hoes (1,2) volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het vierde hoesdeel ten minste 15 gedeeltelijk in hoofdzaak bestaat uit kunststof, bij voorkeur nylon.
11. Werkwijze voor het vervaardigen van een hoes (1,2) voor het geleiden en bedekken van een of meer kabels (5,6), met name toe te passen bij draagconstructies voor apparatuur en toestellen, bijvoorbeeld audio- en videoapparatuur, in het bijzonder bij een draagarm (3,4), bijvoorbeeld voor een tv-toestel of monitor, welke hoes een eerste hoesdeel 20 (11,21) omvat voor het ten minste gedeeltelijk omsluiten van zowel een eerste draagarmdeel (31,41) als ook ten minste één langs het eerste draagarmdeel lopend eerste kabeldeel (51,61), waarbij het eerste draagarmdeel is verbonden, bijvoorbeeld middels een eerste scharnier (33,43), met een console of muursteun, met het kenmerk, dat het eerste hoesdeel wordt voorzien van een ritssluiting (17a/17b,27a/27b).
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het eerste hoesdeel wordt opgebouwd uit meerdere, bij voorkeur vijf, ten opzichte van elkaar scharnierende eerste hoesdeelsegmenten (111-115,211-215).
13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat het eerste hoesdeel ten minste gedeeltelijk in hoofdzaak wordt vervaardigd uit kunststof, bij voorkeur middels 30 vacuümvormen met EVA (ethyleen vinylacetaat co-polymeer) als uitgangsmateriaal.
14. Werkwijze volgens één der conclusies 11-13, waarbij de hoes (2) tevens omvat: - een tweede hoesdeel (22) voor het ten minste gedeeltelijk omsluiten van zowel een tweede draagarmdeel (42) als ook een langs het tweede draagarmdeel lopend tweede kabeldeel (62), waarbij het tweede draagarmdeel beweegbaar is verbonden, bijvoorbeeld middels een tweede scharnier (45), met het eerste draagarmdeel, en - een derde hoesdeel (23) voor het ten minste gedeeltelijk omsluiten van zowel de beweegbare verbinding, bijvoorbeeld het tweede scharnier, tussen het eerste 5 draagarmdeel en het tweede draagarmdeel als ook een langs de betreffende beweegbare verbinding lopend derde kabeldeel (63), met het kenmerk, dat middels het derde hoesdeel een flexibele verbinding wordt gevormd tussen het eerste hoesdeel en het tweede hoesdeel.
15 B. het middels het tweede hoesdeel ten minste gedeeltelijk omsluiten van zowel een tweede draagarmdeel (42) als ook een langs het tweede draagarmdeel lopend tweede kabeldeel (62), waarbij het tweede draagarmdeel beweegbaar is verbonden, bijvoorbeeld middels een tweede scharnier (45), met het eerste draagarmdeel, en C. het middels het derde hoesdeel ten minste gedeeltelijk omsluiten van zowel de 20 beweegbare verbinding, bijvoorbeeld het tweede scharnier, tussen het eerste draagarmdeel en het tweede draagarmdeel als ook een langs de betreffende beweegbare verbinding lopend derde kabeldeel (63), met het kenmerk, dat de werkwijze tevens omvat de stap: L. het sluiten van het eerste hoesdeel, het tweede hoesdeel en het derde hoesdeel 25 middels een daartoe voorziene gezamenlijke doorlopende ritssluiting (27ace/27bdf).
15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het tweede hoesdeel wordt 10 opgebouwd uit meerdere, bij voorkeur vijf, ten opzichte van elkaar scharnierende tweede hoesdeelsegmenten (221-225).
16. Werkwijze volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat het tweede hoesdeel ten minste gedeeltelijk in hoofdzaak wordt vervaardigd uit kunststof, bij voorkeur middels vacuümvormen met EVA (ethyleen vinylacetaat co-polymeer) als uitgangsmateriaal.
17. Werkwijze volgens één der conclusies 14-16, met het kenmerk, dat het derde hoesdeel ten minste gedeeltelijk in hoofdzaak wordt vervaardigd uit kunststof, bij voorkeur nylon.
18. Werkwijze volgens één der conclusies 14-17, met het kenmerk, dat het eerste hoesdeel, het tweede hoesdeel en het derde hoesdeel worden voorzien van een 20 gezamenlijke doorlopende ritssluiting (27ace/27bdf).
19. Werkwijze volgens één der conclusies 11-18, waarbij de hoes (1,2) tevens een vierde hoesdeel (14,24) omvat voor het ten minste gedeeltelijk omsluiten van zowel de verbinding, bijvoorbeeld het eerste scharnier, tussen het eerste draagarmdeel en de console of muursteun als ook een langs de betreffende verbinding lopend vierde 25 kabeldeel (54,64), met het kenmerk, dat het vierde hoesdeel wordt verbonden met het eerste hoesdeel.
20. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat het vierde hoesdeel ten minste gedeeltelijk in hoofdzaak wordt vervaardigd uit kunststof, bij voorkeur nylon. 1
21. Werkwijze voor het geleiden en bedekken van een of meer kabels (5,6), met name toe te passen bij draagconstructies voor apparatuur en toestellen, bijvoorbeeld audio- en videoapparatuur, in het bijzonder bij een draagarm (3,4), bijvoorbeeld voor een tv- toestel of monitor, middels een hoes (1,2) welke hoes een eerste hoesdeel (11,21) omvat, welke werkwijze omvat de stap: A. het middels het eerste hoesdeel ten minste gedeeltelijk omsluiten van zowel een eerste draagarmdeel (31,41) als ook ten minste één langs het eerste draagarmdeel 5 lopend eerste kabeldeel (51,61), waarbij het eerste draagarmdeel is verbonden, bijvoorbeeld middels een eerste scharnier (33,43), met een console of muursteun, met het kenmerk, dat de werkwijze tevens omvat de stap: K. het sluiten van het eerste hoesdeel middels een daartoe voorziene ritssluiting (17a/l 7b,27a/27b).
22. Werkwijze volgens conclusie 21, waarbij de hoes (2) tevens omvat: - een tweede hoesdeel (22), en - een derde hoesdeel (23) welk derde hoesdeel een flexibele verbinding vormt tussen het eerste hoesdeel en het tweede hoesdeel, welke werkwijze tevens omvat de stappen:
23. Werkwijze volgens conclusie 21 of 22, waarbij de hoes (1,2) tevens een vierde hoesdeel (14,24) omvat welk vierde hoesdeel is verbonden met het eerste hoesdeel en welk vierde hoesdeel is voorzien van een sluiting, bij voorkeur een klittenbandsluiting (18a/18b,28a/28b), 30 met het kenmerk, dat de werkwijze tevens omvat de stappen: D. het middels het vierde hoesdeel ten minste gedeeltelijk omsluiten van zowel de verbinding, bijvoorbeeld het eerste scharnier, tussen het eerste draagarmdeel en de % [! £ \J 4 ti console of muursteun als ook een langs de betreffende verbinding lopend vierde kabeldeel (54,64), en M. het sluiten van het vierde hoesdeel middels de sluiting, bij voorkeur de klittenbandsluiting.
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1020041A NL1020041C2 (nl) | 2002-02-22 | 2002-02-22 | Hoes voor het geleiden en bedekken van kabels, werkwijze voor de vervaardiging van zo een hoes en werkwijze voor het geleiden en bedekken van kabels. |
AU2003211547A AU2003211547A1 (en) | 2002-02-22 | 2003-02-21 | Device for covering cabling and at least one structural part, and method for use of such a device |
PCT/NL2003/000137 WO2003071645A1 (en) | 2002-02-22 | 2003-02-21 | Device for covering cabling and at least one structural part, and method for use of such a device |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1020041A NL1020041C2 (nl) | 2002-02-22 | 2002-02-22 | Hoes voor het geleiden en bedekken van kabels, werkwijze voor de vervaardiging van zo een hoes en werkwijze voor het geleiden en bedekken van kabels. |
NL1020041 | 2002-02-22 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1020041C2 true NL1020041C2 (nl) | 2003-08-25 |
Family
ID=27752081
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1020041A NL1020041C2 (nl) | 2002-02-22 | 2002-02-22 | Hoes voor het geleiden en bedekken van kabels, werkwijze voor de vervaardiging van zo een hoes en werkwijze voor het geleiden en bedekken van kabels. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
AU (1) | AU2003211547A1 (nl) |
NL (1) | NL1020041C2 (nl) |
WO (1) | WO2003071645A1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US9113552B2 (en) | 2013-03-14 | 2015-08-18 | Related Visual Services, Inc. | Control box mounting bracket |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1509648A (fr) * | 1966-09-13 | 1968-01-12 | Zippertubing Co | Enveloppe protectrice pour conducteurs électriques |
US5600098A (en) * | 1994-07-25 | 1997-02-04 | Kazaks; Alexander | Electronic cable organizer |
-
2002
- 2002-02-22 NL NL1020041A patent/NL1020041C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2003
- 2003-02-21 AU AU2003211547A patent/AU2003211547A1/en not_active Abandoned
- 2003-02-21 WO PCT/NL2003/000137 patent/WO2003071645A1/en not_active Application Discontinuation
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1509648A (fr) * | 1966-09-13 | 1968-01-12 | Zippertubing Co | Enveloppe protectrice pour conducteurs électriques |
US5600098A (en) * | 1994-07-25 | 1997-02-04 | Kazaks; Alexander | Electronic cable organizer |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2003071645A1 (en) | 2003-08-28 |
AU2003211547A1 (en) | 2003-09-09 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5130496A (en) | Aesthetic electrical cord cover | |
US7060901B2 (en) | Cover for cable trough | |
CA2074107C (en) | One-piece reclosable cable and wire duct | |
AU2004310329B2 (en) | Hinge for cable through cover | |
AU8572598A (en) | Stationary central tunnel dialysis catheter with optional separable sheath | |
FR2757602B1 (fr) | Assise de cables et procede de pose de cables | |
JP2004500782A (ja) | ネットワークラック用のケーブルマネージャ | |
DE69733707D1 (de) | Elektrophysiologisches Katheter mit einem Mehrzweckdraht und entsprechendes Herstellungsverfahren | |
WO2005098159A2 (en) | Thin wall panel system | |
CA2040717A1 (en) | Space dividing partition system having an electrical raceway | |
AU4342600A (en) | Integrally-reinforced braided tubular structure and method of producing the same | |
FR2748868B1 (fr) | Boitier etanche de raccordement de cables | |
US6916986B1 (en) | Hinge for cable trough cover | |
AU2004795A (en) | Production process for elastomer sleeves for covering electric cable joints and associated sleeves | |
NL1020041C2 (nl) | Hoes voor het geleiden en bedekken van kabels, werkwijze voor de vervaardiging van zo een hoes en werkwijze voor het geleiden en bedekken van kabels. | |
AU3768700A (en) | Multi-conductor braided cable | |
AU1379000A (en) | Articulated arm for an awning | |
AU5737798A (en) | Bracket for lay-on cables within partition wall | |
JP2021150233A (ja) | 配線モジュール | |
AU7706896A (en) | Latex dipping method for manufacturing waterproof knee boots | |
AU1966200A (en) | Cable duct | |
NL1000162C2 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een catheter met plaatselijk variërende eigenschappen. | |
FR2719887B1 (fr) | Plinthe de passage de câbles et de réception d'appareillages électriques. | |
AU2003231139A1 (en) | A system and method for creating a graphical view of a network from a node's perspective | |
ES2526447T3 (es) | Bisagra o articulación para tapa de canal o paso para cables |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20060901 |