NL1019177C1

NL1019177C1 - Werkwijze voor het vervaardigen van een vloermat, inrichting voor het toepassen van deze werkwijze alsmede een vloermat vervaardigd volgens deze werkwijze.

Info

Publication number: NL1019177C1
Application number: NL1019177A
Authority: NL
Inventors: Gerard Van Dalfsen; Henk Engelen; David Koppenjan
Original assignee: Visscher Caravelle B V
Priority date: 2001-10-16
Filing date: 2001-10-16
Publication date: 2003-04-18

Description

Korte aanduiding: Werkwijze voor het vervaardigen van een vloermat, inrichting voor het toepassen van deze werkwijze alsmede een vloermat vervaardigd volgens deze werkwijze.

5

BESCHRIJVING

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een vloermat, welke vloermat samengesteld is uit een rubber onderlaag en een op de onderlaag aangebrachte bovenlaag bestaande 10 uit een drager met uitstekende vezels, waarbij de onder- en bovenlaag vanuit respectievelijke aanvoerstations worden aangevoerd en door het toevoeren van warmte en het uitoefenen van druk met elkaar worden verbonden.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een inrichting 15 voor het vervaardigen van een vloermat samengesteld uit een rubber onderlaag en een op de onderlaag aangebrachte bovenlaag, bestaande uit een drager met uitstekende vezels volgens één of meer van de voorgaande werkwijze conclusies, welke inrichting tenminste omvat één of meer aanvoerstations voor de toevoer van de onder- en bovenlaag, alsmede 20 middelen voor het met behulp van warmte en druk aan elkaar hechten van de onder- en bovenlaag.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een vloermat samengesteld uit een rubber onderlaag en een op de onderlaag aangebrachte bovenlaag, bestaande uit een drager met uitstekende vezels, waarbij de 25 onder- en bovenlaag door het toevoeren van warmte en het uitoefenen van druk met elkaar zijn verbonden, en vervaardigd volgens de werkwijze volgens de uitvinding.

Vloermatten volgens de bovengenoemde aanhef worden veelal in motorvoertuigen, zoals auto's en dergelijke toegepast. Dergelijke 30 matten bezitten veelal een drie-dimensionale vorm, welke 3D-vorm vervaardigd is aan de hand van de vormgeving van de vloer van het 101 SI77 ' 2 betreffende motorvoertuig. De onderlaag is bij dergelijke bekende vloermatten vervaardigd van een stevige en veelal stijve rubber thermoplast, welke voor het met elkaar laten versmelten van de onderlaag met de bovenlaag tot een relatief hoge temperatuur dient te worden 5 verwarmd, welke onder- en bovenlaag vervolgens gedurende een relatief lange tijdsduur en onder hoge druk op elkaar dienen te worden gedrukt.

De momenteel toegepaste inrichtingen voor het vervaardigen van dergelijke vloermatten zijn door de gebruikte temperaturen en persdrukken relatief robuust van omvang, hetgeen deze inrichtingen duur 10 maakt qua aanschaf en onderhoud. Bovendien beperken de huidige productiemethoden de materiaalkeuze, van waaruit een vloermat kan worden vervaardigd. Deze beperking wordt voornamelijk bepaald door de bedrijfstemperatuur waarbij het gekozen materiaal van de onder- c.q. bovenlaag van de vloermat nog zonder beschadigingen kan worden verwerkt, 15 alsmede de mechanische persdruk waaraan de betreffende materialen kunnen worden onderworpen.

De uitvinding beoogt een nieuwe werkwijze alsmede inrichting voor het vervaardigen van een vloermat te verschaffen, welke werkwijze het mogelijk maakt om een vloermat op een dusdanige wijze te 20 fabriceren, dat niet alleen lichtere en goedkopere materiaalsoorten kunnen worden toegepast, maar bovendien de betreffende inrichting veel eenvoudiger en goedkoper is, daar de gebruikte materialen onder beduidend minder zware bedrijfsomstandigheden hoeven te worden verwerkt.

Hiertoe wordt de werkwijze overeenkomstig de uitvinding 25 gekenmerkt door de stappen van het vanuit de aanvoerstations via een invoerzijde in een onderdrukstation voeren van de onder- en bovenlaag, het met elkaar verbinden van de onder- en bovenlaag door middel van het creëren van een onderdruk onder gelijktijdige verwarming van de onderlaag, het vanuit het onderdrukstation naar een overdrukstation 30 voeren van de met elkaar verbonden onder- en bovenlaag, en het door middel van een overdruk verder met elkaar verbinden van de onder- en 1019177 3 bovenlaag onder gelijktijdige koeling van de onderlaag en de bovenlaag.

Daar de onder- en bovenlaag van de samen te stellen vloermat onderworpen worden aan twee verschillende druk- of persstappen, waarbij de eerste persstap door middel van een onderdruk wordt 5 bewerkstelligd en tijdens de tweede mechanische persstap de materialen worden gekoeld, kunnen materialen worden toegepast welke bij een lagere temperatuur en druk verwerkt kunnen worden. Het verwerken van materialen onder een relatief hoge bedrijfstemperatuur en hoge mechanische druk -zoals bij de bekende fabricagetechnieken - wordt zo voorkomen, waardoor 10 de fabricagemethode en de betreffende inrichting niet alleen goedkoper kunnen worden uitgevoerd, maar bovendien andere dan tot nu toe gebruikelijke materiaalsoorten kunnen worden toegepast voor vervaardiging van kwalitatief hoogwaardige drie-dimensionele vloermatten.

Bij een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de 15 uitvinding wordt de onder- en bovenlaag zodanig vanuit het onderdruk-station naar het overdrukstation gevoerd, dat de in het overdrukstation gecreëerde overdruk primair op de onderlaag wordt uitgeoefend. Zodoende wordt de mechanische belasting niet uitgeoefend op de visueel naar de gebruiker gerichte bovenlaag, welke veelal van een dunne en kwetsbare 20 vezel is vervaardigd, hetgeen de uiteindelijke kwaliteit van het verkregen eindproduct ten goede komt.

Voor een effectieve hechting van de onder- en bovenlaag door middel van onderdruk zonder daarbij de materialen ernstig te beschadigen, zodat ook minder stevige en meer kwetsbare materiaalsoorten 25 kunnen worden toegepast, wordt bij een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding voor het creëren van de onderdruk in het onderdrukstation een flexibele omhulling afsluitend om de in het onderstukstation geplaatste onder- en bovenlaag aangebracht, uit welke afgesloten omhulling vervolgens lucht wordt onttrokken.

30 Daarbij kan in het onderdrukstation de onderlaag verwarmd worden tot een temperatuur in het bereik van 120°C-160°C.

1019117 " 4

De inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de inrichting mede een onderdrukstation voorzien van onderdruk- en verwarmingsmiddelen omvat, waarin de onder- en bovenlaag via een ingangszijde opneembaar zijn en 5 door het aanbrengen van een onderdruk met elkaar verbindbaar zijn onder gelijktijdige verwarming van de onderlaag, alsmede een overdrukstation voorzien van druk- en koelmiddelen, waarin de met elkaar verbonden onderen bovenlaag onder gelijktijdige koeling van de onderlaag en bovenlaag met behulp van druk verder met elkaar verbindbaar zijn.

10 Bij een specifieke uitvoeringsvorm kunnen de onderdruk- middelen mede een flexibele omhulling omvatten, welke om de onder- en bovenlaag aanbrengbaar is.

ben specifieke uitvoeringsvorm waarbij eenvoudig de onderen bovenlaag in het onderdruksstation door middel van een onderdruk aan 15 elkaar kunnen worden gehecht, wordt overeenkomstig de uitvinding gekenmerkt doordat het onderdrukstation een basisplaat omvat, waarop de onder- en bovenlaag plaatsbaar, welk basisplaat is voorzien van één of meer openingen, waardoor een onderdruk aanbrengbaar is.

Tevens zijn in de basisplaat de verwarmingsmiddelen 20 aangebracht voor een effectieve verwarming van de onderlaag tijdens het op elkaar plaatsen van de onder- en bovenlaag door middel van de aangebrachte onderdruk.

Bij een andere uitvoeringsvorm kan de inrichting overeenkomstig de uitvinding voorts zijn voorzien van transportmiddelen 25 voor het aan de ingangszijde van het onderdrukstation aan een zijrand opnemen en naar het overdrukstation transporteren van de met elkaar verbonden onder- en bovenlaag, zodanig dat de onderlinge oriëntatie van de onder- en bovenlaag in het overdrukstation tegengesteld is aan de onderlinge oriëntatie in het onderdrukstation.

30 Bij een inrichting waarbij het overdrukstation is samengesteld uit een op elkaar brengbare boven- en ondermal, waar tussen ί C 1 91 77",! 5 de met elkaar verbonden onder- en bovenlaag opneembaar zijn, wordt deze gekenmerkt doordat de boven- en/of ondermal zijn voorzien van koelmiddelen.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een vloermat 5 samengesteld uit een rubber onderlaag en een op de onderlaag aangebrachte bovenlaag, bestaande uit een drager met uitstekende vezels, waarbij de onder- en bovenlaag door het toevoeren van warmte en het uitoefenen van druk met elkaar zijn verbonden, en vervaardigd volgens de werkwijze volgens de uitvinding.

10 Meer in het bijzonder is bij een uitvoeringsvorm van de vloermat de onderlaag opgebouwd uit een rubber basislaag en een toplaag vervaardigd van een thermoplast, welke door vervormen hecht met de drager van de bovenlaag.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening nader worden 15 toegelicht, welke tekening toont:

Figuur 1 een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding;

Figuur 2 een vloermat volgens de uitvinding.

De in de figuur 1 getoonde inrichting voor het vervaardigen 20 van een vloermat overeenkomstig de werkwijze volgens de uitvinding is opgebouwd uit een tweetal onderdelen zijnde een onderdrukstation I en een overdrukstation II. Voor het vervaardigen van een hoogwaardige vloermat van materialen welke niet alleen licht en flexibel zijn maar tevens - in tegenstelling tot de materialen welke noodzakelijk zijn bij de huidige 25 fabricagetechnieken - bij lagere temperaturen en procesdrukken verwerkt kunnen worden, worden van voorraadspoelen 1 respectievelijk 2 over geleidingsrollen 5a-5d een onderlaag 3 respectievelijk bovenlaag 4 afgewikkeld en met behulp van een transportmiddel 10 via de ingangszijde 14a een onderdrukstation I ingevoerd. Zowel de onderlaag 3 als bovenlaag 30 4 wordt door de geleidingsrollen 5c en 5d tegen elkaar aan gebracht, zodat de in het onderdrukstation I ingevoerde materiaal laag 14 is 1019177 6 samengesteld uit een in deze tekening onder de bovenlaag 4 gelegen onderlaag 3.

In het onderdrukstation I worden de onderlaag 3 en de bovenlaag 4 aan elkaar gehecht met behulp van een onderdruk of vacuüm en 5 warmte. Hiertoe wordt over de samengestelde laag 14 een omhulling 7 aangebracht, welke zoals schematisch in de figuur 1 is weergegeven, de bovenzijde van de basisplaat en de erop geplaatste onder- en bovenlaag 3 en 4 afdekt. De afdekking 7 kan daarbij in verticale richting van en naar de basisplaat 6 bewogen worden (zie de pijlen in de figuur 1) en kan 10 daarbij eventueel nabij de invoerzijde 14 voorzien zijn van (niet weergegeven) snijmiddelen voor het doorsnijden van de voorraadspoelen 1 en 2 afgenomen onderlaag 3 en bovenlaag 4.

De werkwijze volgens de uitvinding beoogt nadat de afdekking 7 op de basisplaat 6 is aangebracht een onderdruk aan te 15 brengen in de door de afdekking 7 afgesloten ruimte met daarin opgenomen de onderlaag 3 en bovenlaag 4, welke onderdruk kan worden aangebracht door via bijvoorbeeld openingen 8, welke in de basisplaat 6 zijn aangebracht uit de in de door de afdekking 7 afgedekte ruimte lucht te onttrekken. Door de aangelegde onderdruk c.q. vacuüm worden de onderlaag 20 3 en de bovenlaag 4 stevig op elkaar aangebracht, waarbij de op de basisplaat 6 rustende onderlaag 3 door geschikte verwarmingsmiddelen 9 wordt verwarmd. De onderlaag 3 welke bij voorkeur bestaat uit een geschikte thermoplast zal daarbij gaan verweken en hechten met de bovenlaag 4. Het hechtingsproces wordt daarbij bespoedigd door de 25 aangebrachte onderdruk, zonder daarbij de temperatuursgevoelige vezels van de bovenlaag 3 te beschadigen.

Door deze techniek kan de bedrijfstemperatuur waarop verweking van de onderlaag en hechting aan de bovenlaag plaats vindt lager zijn dan de tot nu toe gebruikelijke bedrijfstemperaturen. Hierdoor 30 worden niet alleen minder sterke eisen gesteld aan de onderdelen van de inrichting voor het vervaardigen van een dergelijke vloermat, bovendien 1019177 7 kunnen nu andere, goedkopere en veelal lichtere kunststof materialen worden toegepast, welke anders bij de reeds bekende fabricagetechnieken bij de gebruikelijke hogere bedrijfstemperaturen zouden verbranden of anderszins desintegreren.

5 Naast een goedkopere inrichting kunnen ook relatief goedkope vloermatten worden vervaardigd van lichte en flexibele kunststof materialen.

De bewerkingstijd in het onderdrukstation I is relatief kort en bedraagt ongeveer 60-90 seconden bij de hiervoor reeds genoemde 10 bedrijfstemperatuur van 120°C-160°C. Na deze stap wordt de afdekking 7 verwijderd en neemt het transportmiddel 10 de aan elkaar gehechte onderlaag 3 en bovenlaag 4 mee en voert het naar een overdrukstation II voor een nabewerkingsstap.

Het overdrukstation II beschikt over een ondermal 11 en een 15 bovenmal 12 voorzien van koelmiddelen 13. Bovenmal 12 is in verticale richting (zie pijlen in figuur 1) beweegbaar ten opzichte van de ondermal 11. De transportmiddelen 2 transporteren bij voorkeur de in de onderdrukstation I aan elkaar gehechte onderlaag 3 en bovenlaag 4 zodanig naar het overdrukstation II, zodat de onderlinge oriëntatie van de onderlaag 3 20 en de bovenlaag 4 in het overdrukstation II tegengesteld is aan de onderlinge oriëntatie in het onderdrukstation I.

Dit is weergegeven in de figuur 1 waarbij in het onderdrukstation I de onderlaag 3 een ondergelegen oriëntatie bezit ten opzichte van de bovenlaag 4, terwijl in het overdrukstation II de 25 bovenlaag 4 onder de onderlaag 3 is gelegen. De bovenmal 12 verplaatst zich nu naar beneden en drukt daarbij de samengestelde mat 14 in een driedimensionale vorm om de ondermal 11. De oplegdruk van de bovenmal 12 is daarbij zodanig, dat deze hoofdzakelijk op de onderlaag 3 wordt uitgeoefend, zulks ter bescherming van de veelal tere vezels van de 30 bovenlaag 4.

Tijdens de drukstap in het overdrukstation II wordt de loi 3177 8 ondermal 11 en de bovenmal 12 gekoeld door middel van koelmiddelen, welke bijvoorbeeld als kanalen 13a reps. 13b kunnen zijn aangebracht in zowel de ondermal 11 als de bovenmal 12, waardoor een koelvloeistof zoals water kan lopen.

5 Nadat de drukstap is afgerond, kan de aldus vervaardigde vloermat uit het overdrukstation II worden genomen, waarna met eventuele geschikte snijdgereedschappen, zoals waterstralen eventueel restmateriaal kan worden verwijderd of uit de vloermat specifieke vloermatten kunnen worden gesneden.

10 In de figuur 2 wordt een vloermat vervaardigd volgens de werkwijze overeenkomstig de uitvinding getoond.

De vloermat bestaat uit een onderlaag 3 samengesteld uit een rubberen basislaag 3a en een toplaag 3b vervaardigd van een thermoplast, alsmede een bovenlaag 4 samengesteld uit een drager 4a met 15 daarop aangebracht grote aantallen uitstekende vezels 4b. De basislaag kan vervaardigd zijn van een gecoëxtrudeerd rubber, bijvoorbeeld een thermo-plastische elastomeer. Voorts kan de toplaag zijn vervaardigd van een lineaire lage dichtheid polyethyleen (LLDPE) of een ethyleen vinyl acetaat (EVA). Ook kunnen de basislaag 3a en de toplaag 3b eventueel van 20 een gecombineerde Hotmelt zijn vervaardigd.

Tijdens de vervaardiging van een vloermat overeenkomstig de uitvinding wordt in het onderdrukstation I uit figuur 1 de onderlaag 3 verwarmd waardoor de toplaag 3b verweekt en de bovenlaag 4 en meer in het bijzonder de drager 4a door het aangebrachte vacuüm of onderdruk met de 25 verweekte toplaag 3b hecht. Het hechtingsproces wordt vervolgens in het overdrukstation II afgerond door gedurende een korte tijd de onderlaag 3 te onderwerpen aan een mechanische druk. Teneinde met name de uitstekende vezels 4b, welke veelal van een lichte en beschadigingsgevoelige materiaalsoort zijn vervaardigd, te voorkomen wordt de persdruk in het 30 overdrukstation II hoofdzakelijk op de onderlaag 3 uitgevoerd, waarbij de onderlaag voorts wordt gekoeld.

1019177 9

Teneinde een verdere beschadiging van de vloermat en met name de bovenlaag en de uitstekende vezels 4B tussen de beide mallen 11 en 12 te voorkomen, worden de beide mallen niet volledig op elkaar gedrukt, maar is de besturing van de bovenmal 12 zodanig ingesteld dat er 5 immer een aanzienlijke tussenruimte tussen de ondermal 11 en bovenmal 12 aanwezig blijft. Deze tussenruimte welke aanzienlijk groter is (bijvoorbeeld 6 millimeter in tegenstelling tot de tot nu toe toegepaste 2 tot 2,5 millimeter) voorkomt niet alleen onnodige beschadiging van de onderlaag en bovenlaag 3 respectievelijk 4, maar wordt voorts ingegeven 10 door het feit dat de hechting van de onderlaag 3 met de bovenlaag 4 voor een deel reeds in het onderdrukstation 1 wordt bewerkstelligd.

De persdrukstap in het overdrukstation II dient daarnaast om de vloermat, welke in het onderdrukstation I op verwekingstemperatuur is gebracht zijn definitieve driedimensionale vormgeving te geven onder 15 gelijktijdige koeling van de onderlaag 3 door de bovenmal 12 en de bovenlaag 4 door de ondermal 11. Daar de vloermat overeenkomstig de uitvinding veelal in voertuigen wordt gebruikt, waarbij de ondergrond in het voertuig niet vlak is, doch een bepaalde drie-dimensionale vorm bezit, is het wenselijk dat de drie-dimensionale vloermat zonder 20 verschuiven of door middel van bevestigingsmiddelen op de ondergrond in het betreffende voertuig gefixeerd kan worden.

Dit doel kan worden bereikt, door de dimensies en vormgeving van de boven- en/of ondermal nagenoeg overeen te laten komen met de dimensies en vormgeving van de ondergrond voor de betreffende 25 vloermat. Meer in het bijzonder zijn de boven- en/of ondermal met behulp van CAD/CAM-technieken vervaardigd, welke CAD/CAM-technieken afkomstig zijn uit het ontwerp van de betreffende ondergrond. Bijvoorbeeld kunnen de CAD/CAM-ontwerpen c.q. technieken, welke gebruikt werden voor het ontwerpen van de carrosserie c.q. ondergrond van een voertuig, waarvoor 30 nu een vloermat overeenkomstig de uitvinding wordt ontwikkeld, nu worden ingezet voor het ontwikkelen van de betreffende boven- en/of ondermal.

1019177 10

Door het gebruik van de geschikte materialen en onder toepassing van de fabricage-werkwijze overeenkomstig de uitvinding kunnen - al dan niet met behulp van bovengenoemde CAD/CAM-technieken - zeer flexibele vloermatten drie-dimensionaal worden vervaardigd, welke 5 volledig de contouren van de betreffende ondergrond volgen. In tegenstelling tot de huidige, meer stugge vloermatten, kan de driedimensionale vloermat volgens de uitvinding met name scherpe randen en hoeken bezitten, teneinde een volledig aanliggen van de vloermat op de ondergrond te bewerkstelligen.

10 Het zal duidelijk zijn dat met de voorgestelde werkwijze en inrichting volgens de uitvinding een vloermat kan worden verkregen welke sneller en goedkoper kan worden gefabriceerd, waarbij niet alleen lichtere materialen kunnen worden toegepast, maar tevens materialen welke bij lagere verwekingstemperaturen en drukken kunnen worden verwerkt.

15 1019177

Claims

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een vloermat, welke vloermat samengesteld is uit een rubber onderlaag en een op de onderlaag 5 aangebrachte bovenlaag bestaande uit een drager met uitstekende vezels, waarbij de onder- en bovenlaag vanuit respectievelijke aanvoerstations worden aangevoerd en door het toevoeren van warmte en het uitoefenen van druk met elkaar worden verbonden, waarbij de werkwijze gekenmerkt wordt door de stappen van 10 het vanuit de aanvoerstations via een invoerzijde in een onderdrukstation voeren van de onder- en bovenlaag, het met elkaar verbinden van de onder- en bovenlaag door middel van het creëren van een onderdruk onder gelijktijdige verwarming van de onderlaag, 15 het vanuit het onderdrukstation naar een overdrukstation voeren van de met elkaar verbonden onder- en bovenlaag, het door middel van een overdruk verder met elkaar verbinden van de onder- en bovenlaag onder gelijktijdige koeling van de onderlaag en bovenlaag.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de onder- en bovenlaag zodanig vanuit het onderstukstation naar het overdrukstation worden gevoerd, dat de in het overdrukstation gecreëerde overdruk primair op de onderlaag wordt uitgeoefend.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de 25 onder- en bovenlaag via de invoerzijde vanuit het onderdrukstation naar het overdrukstation worden gevoerd, zodanig dat de onderlinge oriëntatie van de onder- en bovenlaag in het overdrukstation tegengesteld is aan de onderlinge oriëntatie in het onderdrukstation.

4. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, 30 met het kenmerk, dat voor het creëren van de onderdruk in het onderdrukstation een flexibele omhulling afsluitend om de in het f. n. i q 4 7 y onderstukstation geplaatste onder- en bovenlaag wordt aangebracht, uit welke afgesloten omhulling vervolgens lucht wordt onttrokken.

5. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het onderdrukstation de onderlaag verwarmd wordt 5 tot een temperatuur in het bereik van 12(TC - 160eC.

6. Inrichting voor het vervaardigen van een vloermat samengesteld uit een rubber onderlaag en een op de onderlaag aangebrachte bovenlaag, bestaande uit een drager met uitstekende vezels volgens één of meer van de voorgaande werkwijze conclusies, welke inrichting tenminste 10 omvat één of meer aanvoerstations voor de toevoer van de onder- en bovenlaag, alsmede middelen voor het met behulp van warmte en druk aan elkaar hechten van de onder- en bovenlaag, met het kenmerk, dat de inrichting mede een onderdrukstation voorzien van onderdruk- en verwarmingsmiddelen omvat, waarin de onder- en bovenlaag via een 15 ingangszijde opneembaar zijn en door aanbrengen van een onderdruk met elkaar verbindbaar brengbaar zijn onder gelijktijdig verwarmen van de onderlaag, alsmede een overdrukstation voorzien van druk- en koel-middelen, waarin de met elkaar verbonden onder- en bovenlaag onder gelijktijdig koelen van de onderlaag met behulp van druk verder met 20 elkaar verbindbaar zijn.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de onderdrukmiddelen mede een flexibele omhulling omvatten, welke om de onder- en bovenlaag aanbrengbaar.

8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat 25 het onderdrukstation een basisplaat omvat, waarop de onder- en bovenlaag plaatsbaar, welk ondergrond is voorzien van één of meer openingen, waardoor een onderdruk aanbrengbaar is.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat in de basisplaat de verwarmingsmiddelen zijn aangebracht.

10. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 6-9, met het kenmerk, dat de inrichting voorts is voorzien van transportmiddelen 1019177 voor het aan de ingangszijde van het onderdrukstation aan een zijrand opnemen en het naar het overdrukstation transporten van de met elkaar verbonden onder- en bovenlaag, zodanig dat de onderlinge oriëntatie van de onder- en bovenlaag in het overdrukstation tegengesteld is aan de 5 onderlinge oriëntatie in het onderdrukstation.

11. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 6-10, waarbij het overdrukstation is samengesteld uit een op elkaar brengbare boven- en ondermal, waartussen de met elkaar verbonden onder- en bovenlaag opneembaar zijn, met het kenmerk, dat in de boven- en/of ondermal 10 zijn voorzien van koelmiddelen.

12. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 6-11, met het kenmerk, dat de dimensies en vormgeving van de boven- en/of ondermal nagenoeg overeenkomen met de dimensies en vormgeving van de ondergrond voor de betreffende vloermat.

13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de boven- en/of ondermal met behulp van CAD/CAM-technieken kan zijn vervaardigd.

14. Vloermat samengesteld uit een rubber onderlaag en een op de onderlaag aangebrachte bovenlaag, bestaande uit een drager met 20 uitstekende vezels, waarbij de onder- en bovenlaag door het toevoeren van warmte en het uitoefenen van druk met elkaar zijn verbonden, en vervaardigd volgens de werkwijze overeenkomstig één of meer van de voorgaande werkwijze-conclusies.

15. Vloermat volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de 25 onderlaag kan zijn opgebouwd uit een rubber basislaag en een toplaag, welke toplaag door verwarmen hecht met de drager van de bovenlaag.

16. Vloermat volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat de basislaag een gecoëxtrudeerd rubber kan zijn, bijvoorbeeld een thermoplastische elastomeer.

17. Vloermat volgens één of meer van de conclusies 14-16, met het kenmerk, dat de toplaag is vervaardigd van een lineaire lage 1019177 dichtheid polyethyleen of een ethyleen vinyl acetaat. 5 ή ^ !' ~7