NL1018858C1 - Inrichting voor het omzetten van potentiele chemische energie in arbeid. - Google Patents

Inrichting voor het omzetten van potentiele chemische energie in arbeid. Download PDF

Info

Publication number
NL1018858C1
NL1018858C1 NL1018858A NL1018858A NL1018858C1 NL 1018858 C1 NL1018858 C1 NL 1018858C1 NL 1018858 A NL1018858 A NL 1018858A NL 1018858 A NL1018858 A NL 1018858A NL 1018858 C1 NL1018858 C1 NL 1018858C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
liquid
piston
cylinder
fuel
cylinders
Prior art date
Application number
NL1018858A
Other languages
English (en)
Inventor
Maarten Johannes Van Der Burgt
Original Assignee
Maarten Johannes Van Der Burgt
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Maarten Johannes Van Der Burgt filed Critical Maarten Johannes Van Der Burgt
Priority to NL1018858A priority Critical patent/NL1018858C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1018858C1 publication Critical patent/NL1018858C1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F02COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
    • F02GHOT GAS OR COMBUSTION-PRODUCT POSITIVE-DISPLACEMENT ENGINE PLANTS; USE OF WASTE HEAT OF COMBUSTION ENGINES; NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F02G3/00Combustion-product positive-displacement engine plants
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F02COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
    • F02BINTERNAL-COMBUSTION PISTON ENGINES; COMBUSTION ENGINES IN GENERAL
    • F02B71/00Free-piston engines; Engines without rotary main shaft
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F02COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
    • F02BINTERNAL-COMBUSTION PISTON ENGINES; COMBUSTION ENGINES IN GENERAL
    • F02B71/00Free-piston engines; Engines without rotary main shaft
    • F02B71/04Adaptations of such engines for special use; Combinations of such engines with apparatus driven thereby
    • F02B71/045Adaptations of such engines for special use; Combinations of such engines with apparatus driven thereby with hydrostatic transmission
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F02COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
    • F02BINTERNAL-COMBUSTION PISTON ENGINES; COMBUSTION ENGINES IN GENERAL
    • F02B75/00Other engines
    • F02B75/02Engines characterised by their cycles, e.g. six-stroke

Description

Inrichting voor het omzetten van potentiële chemische energie in arbeid.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het omzetten van potentiële chemische energie, in de vorm van verbrandingswarmte, in arbeid.
5 Inrichtingen voor de omzetting van potentiële chemische energie in arbeid zijn genoegzaam bekend. In vrijwel alle gevallen gaat het hier om verbrandingsmotoren die worden gebruikt voor het opwekken van elektriciteit, het aandrijven van krachtwerktuigen en voor de voortstuwing van vervoersmiddelen voor het wegvervoer, railvervoer en het vervoer over water en door de lucht. Tot de 10 meest energie-efïïciënte machines behoren de grotere zuigermotoren zoals die gebruikt worden in schepen en locomotieven en voor het opwekken van elektriciteit. Rendementen van 40-50% zijn hier mogelijk met brandstoffen die variëren tussen aardgas enerzijds en zware stookolie anderzijds.
Behalve dat men geïnteresseerd is in motoren met een hoog rendement en 15 lage specifieke kosten wordt ook getracht het vermogen van de motoren op te voeren. Een hoger vermogen kan onder meer worden bereikt door meer cilinders te installeren en door grotere cilinders toe te passen. Om technische redenen is dit maar in beperkte mate mogelijk vanwege problemen met passingen, toleranties, koeling en uitlijnen. Verder werken de belastingen van machineonderdelen zoals 20 drijfstang en krukas beperkend.
Hoge rendementen, lage specifieke kosten en de mogelijkheid van het bouwen van zuigermotoren met zeer hoge vennogens kunnen worden bereikt met een inrichting volgens de uitvinding welke gekemnerkt wordt door het gebruik van één of meer, in principe verticale, cilinders waarin de ontsteking bovenin plaats 25 vindt en de onderkant bestaat uit een op en neer gaande vloeistofkolom welke arbeid verricht.
Door de aanwezigheid van de vloeistof kunnen zuiger en cilinderbinnenwand door directe warmteoverdracht gekoeld worden. Hierdoor kunnen zuigermotoren gebouwd worden waarin hogere temperaturen kunnen worden toegepast hetgeen r 8 2 resulteert in hogere rendementen. Ook kunnen grotere cilinders worden toegepast hetgeen resulteert in grotere vermogens en lagere kosten.
De vloeistofkolom kan zich als relatief dunne laag boven een mechanische zuiger bevinden waarbij de machine verder, afgezien van de zuiger- en 5 cilinderkoeling, conventioneel is. Hoewel de koeling van de zuiger en cilinder hierdoor eenvoudiger worden zijn extra voorzieningen vereist voor de aan- en eventuele afvoer van de vloeistof.
Met voordeel wordt van een langere vloeistofkolom gebruikt gemaakt waardoor onder meer de mechanische zuiger, de drijfstang en de krukas overbodig 10 worden. Hierbij wordt tijdens de arbeidsslag van de machine vloeistof weggedrukt waarmee hydraulische arbeid wordt verricht welke als zodanig kan worden benut of via een expansiemachine kan worden aangewend voor het aandrijven van krachtwerktuigen en generatoren. Hoewel strikt genomen alleen het bovenste gedeelte van de vloeistofkolom, die zich in de cilinder op en neer beweegt, als 15 zuiger dienst doet, wordt hier verder het woord vloeistofzuiger gebruikt voor de gehele vloeistofkolom.
Net als in gebruikelijke zuigermotoren is een cilinder de meest voor de hand liggende vorm van de verbrandingskamer bij toepassing van een vloeistofzuiger. Maar behalve in speciale gevallen, zoals bijvoorbeeld waar de vloeistof zich boven 20 op een conventionele zuiger bevindt, kan in principe iedere rotatiesymmetrische vorm worden toegepast rond een verticale as. Hiervoor is het niet nodig dat de in essentie horizontale dwarsdoorsnede van de verbrandingskamer overal gelijk is zoals vereist bij gebruik van mechanische zuigers. Eveneens het niet nodig dat de cilinderwand een glad oppervlak heeft. Ook is het mogelijk om een ringvormige 25 dwarsdoorsnede toe te passen hetgeen van voordeel kan zijn voor een gelijkmatige ontsteking bij grote vermogens per verbrandingskamer. Hoewel van een cilindervorm afwijkende rotatiesymmetrische vormen voor de verbrandingskamer mogelijk zijn wordt hier verder in alle gevallen het woord cilinder gebruikt.
3
Behalve wanneer de vloeistofzuiger zich boven op een conventionele zuiger bevindt worden door het gebruik van een vloeistofzuiger problemen met de afdichting tussen zuiger en cilinderwand vermeden.
In afwezigheid van mechanische zuigers, drijfstangen en krukas is geen 5 smeeroliesysteem voor de krukkast van de motor vereist en is het aantal bewegende delen in essentie beperkt tot de kleppen van de motor. Vanwege de in de regel grote capaciteit van de motor zullen de kleppen voor de toevoer van verbrandingslucht, voor de afvoer van de verbrandingsgassen en voor de toe- en afvoer van het vloeibare medium veelal meervoudig moeten worden uitgevoerd.
10 Door de effectieve koeling van de binnenkant van de cilinder worden in alle toepassingen problemen met koeling van de zuiger, de cilinderwand en de cilinderkop vereenvoudigd. Met voordeel worden de cilinderwand en de cilinderkop gekoeld door een vloeistoffilm welke op de binnenwand van de cilinder wordt aangebracht tijdens de compressieslag. Tevens zal met meerder voordeel een 15 vloeistof worden gebruikt die gedurende de cyclus verdampt zodat de verdampings warmte bij draagt tot de koeling. De koeling van de cilinderwand en de cilinderkop kan verder verbeterd worden door deze aan de binnenkant van een poreuze laag te voorzien welke bevochtigd wordt tijdens de compressieslag en tijdens de arbeidsslag door middel van verdampingskoeling de wand koel houdt. De 20 cilinderkop kan zowel door opspattende vloeistof tijdens de compressieslag als door het gebruik van sproeiinrichtingen in het bovengedeelte van de cilinder worden bevochtigd. De cilinderwand en de cilinderkop zowel als de poreuze laag kunnen uit anorganisch materiaal, zoals metaal en keramisch materiaal, of uit kunststof bestaan. Zowel het keramische materiaal als de kunststof kunnen 25 eventueel van een wapening zijn voorzien.
Wordt het niet wenselijk geacht dat de vloeistof opspat dan kan indien de cilinder een constante dwarsdoorsnede heeft met voordeel een vaste zuiger worden toegepast welke op de vloeistof drijft. De passing van deze zuiger in de cilinder hoeft niet erg nauwkeurig te zijn omdat lek van het hoge druk gas wordt vermeden 4 door de aanwezigheid van de onderliggende vloeistofzuiger. Verder kan de drijvende zuiger licht worden geconstrueerd omdat er vrijwel geen krachten op werken.
De hierboven beschreven vloeistofzuiger kan zowel worden toegepast in 5 verbrandingsmotoren welke met hete wand/kop ontsteking, vonkontsteking of een ontsteking die het gevolg is van de warmte die ontwikkeld wordt door adiabatische compressie, werken. Verder kan de vloeistofzuiger zowel in tweeslag motoren als in vierslag motoren worden toegepast. In het laatste geval is een buffervat nodig om tijdelijk vloeistof te kunnen opslaan. De druk van de vloeistof in het buffervat moet 10 hoger zijn dan de druk van de verbrandingsgassen in de cilinder aan het eind van de arbeidsslag en lager dan de druk waarmee de verbrandingslucht de cilinder binnenstroomt. Het zal aan een deskundige duidelijk zijn dat, om een m hoge mate constante vloeistofstroom te krijgen, welke voor vrijwel alle toepassingen vereist is, meerdere cilinders nodig zijn waarvan de cycli op elkaar zijn afgesteld om dit doel 15 te bereiken.
Gasvormige- en vloeibare brandstoffen zoals olie kunnen worden toegepast alsmede emulsies van olie en water. Omdat de kans op vervuiling van bewegende delen in de motor sterk is verminderd door toepassing van de vloeistofzuiger kunnen ook ashoudende en vaste brandstoffen zoals kolen en suspensies van zulke 20 brandstoffen in water of in olie worden gebruikt.
De meest voor de hand liggende vloeistof voor de vloeistofzuiger is water.
Het is echter niet nodig om hiervoor zuiver water te gebruiken. Zo kunnen bijvoorbeeld zoutoplossingen zoals zeewater worden gebruikt. Dit laatste kan van belang zijn voor toepassing van de vloeistofzuiger op locaties waar geen zoet water 25 ter beschikking staat zoals op zeegaande vaartuigen. Ook kan olie voor dit doel worden gebmikt. Dit is vooral dan interessant als dezelfde olie tevens als brandstof wordt gebruikt hetgeen van belang is bij toepassing van de vloeistofzuiger in pompen in oliepijpleidingen en in olietankers.
1 G - - 5
Vooral in die gevallen waar de zuigervloeistof in een in essentie gesloten circuit circuleert is het van voordeel als de vloeistof een relatief hoge temperatuur heeft. Dit verlaagt onder meer de viscositeit, de oppervlakte spanning en dichtheid hetgeen gunstig werkt op het rendement van de totale cyclus. In het geval dat water 5 wordt gebruikt als zuigervloeistof en er gebruik wordt gemaakt van expansiemachines kan zelfs overwogen worden om bij temperaturen te werken die dicht bij het kookpunt liggen behorende bij de laagste druk, die in de cilinder voorkomt, tijdens de cyclus. De aanwezigheid van meer waterdamp in de lucht is gunstig omdat het de vorming van stikstofoxiden tegengaat. Voorts kan door stoom 10 vorming bij verdere drukverlaging in de expansiemachines extra arbeid worden verricht waardoor het rendement nog toeneemt.
Het rendement van motoren met een vloeistofzuiger kan zeer hoog liggen. De hoofdredenen hiervoor zijn dat grotere dwarsdoorsneden van de cilinder mogelijk zijn dan bij het gebruik van alleen mechanische zuigers, omdat er minder problemen 15 zijn met passingen, toleranties en uitlijnen en omdat de cilinderwand en kop effectief gekoeld kunnen worden en geen complexe zuigerkoeling is vereist. Als gevolg hiervan is er vrijwel geen beperking meer voor de maximale temperatuur die kan worden toegepast. Hierdoor ontstaat een verbrandingsmotor met een lage oppervlakte/inhoud verhouding per cilinder resulterend in relatief lage 20 warmteverliezen en een hoog rendement. Verder is in die toepassingen waar de vloeistofzuiger niet bestaat uit een laag vloeistof boven een mechanische zuiger de parasitaire energie die normaal voor het smeeroliesysteem is vereist tot een minimum beperkt en worden de mechanische verliezen van drijfstang, krukas en eventuele tandwielkasten vermeden. Zo worden bijvoorbeeld, bij toepassing van 25 een vloeistofturbine voor het opwekken van elektriciteit, de verliezen beperkt tot hydraulische verliezen welke grotendeels in de vloeistofturbine plaatsvinden. Rendement verhogende maatregelen zoals het toepassen van een turbocharger zullen natuurlijk ook met voordeel bij gebruik van een vloeistofzuiger worden 6 toegepast. Het totale rendement voor elektriciteitsopwekking zal 45-65% bedragen afhankelijk van het type en het vermogen van de vloeistofzuiger inrichting.
De meest voor de hand liggende toepassing van de vloeistofzuiger is die waarin, in afwezigheid van een of meer mechanische zuigers, drijfstangen en 5 krukas, de vloeistofzuiger wordt gebruikt in een zuigertype pomp waarbij potentiële chemische energie wordt omgezet in hydraulische arbeid. In een tweeslag versie van de vloeistofzuiger motor wordt hierbij tijdens de arbeidsslag vloeistof uit de pomp gedrukt aan de perszijde en wordt de verbrandingslucht gecomprimeerd door de druk van de vloeistof die aan de zuigzijde de pomp binnenstroomt. Een ïo dergelijke pomp kan met voordeel worden toegepast in water- en oliepijpleidingen.
De hydraulische arbeid kan eveneens worden gebruikt voor het aandrijven van andere hydraulische apparatuur en om, via een turbine- of zuiger expansiemachine, kracht en elektriciteit op te wekken. Ook kan, bij gebruikmaking van een vloeistof die stroom geleidt, de hydraulische arbeid direct worden 15 aangewend voor de opwekking van elektriciteit door deze geleidende vloeistof in een magneetveld heen en weer te bewegen. Tevens is het mogelijk met de vloeistof één of meer gelijk gerichte magneten heen en weer te laten bewegen en met dit wisselende magneetveld elektriciteit op te wekken.
Tenslotte kan de hydraulische arbeid dienen om vloeistof onder druk te 20 genereren welke dient als aandrijfvloeistof in een ejecteur, welke bijvoorbeeld gebruikt kan worden voor de voortstuwing van schepen.
Het zal een deskundige duidelijk zijn dat het gebruik van de vloeistofzuiger beperkt wordt tot toepassingen waarbij de symmetrieas van de cilinders in essentie in verticale toestand gehandhaafd kan worden zoals in stationaire inrichtingen en 25 inrichtingen in bijvoorbeeld locomotieven, binnenvaartschepen en grote zeegaande vaartuigen.
Tenslotte kan de vloeistofzuiger inrichting ook worden gebruikt voor het maken van synthesegas of stookgas door in plaats van totale verbranding bewust, door een ondermaat zuurstof, partiële verbranding na te streven. In plaats van lucht zal dan 1 0 1 8 o £ 8 7 ook vaak met voordeel met zuurstof aangerijkte lucht of een mengsel van zuurstof en stoom worden gebruikt.
Indien brandstoffen worden gebruikt die as bevatten wordt met voordeel de maximale temperatuur van de cyclus zo gekozen dat de zich in de brandstof 5 bevindende as smelt en de uitlaat temperatuur zo gekozen dat de as weer vast wordt.
De uitvinding zal nu nader worden verduidelijkt aan de hand van enkele figuren.
Fig. 1 toont een inrichting volgens de huidige uitvinding voor een pomp met een motor met één cilinder welke werkt volgens het tweeslag principe, ïo Lucht in cilinder 1 wordt door het omhoog bewegen van de vloeistofzuiger 2 gecomprimeerd. De vloeistofzuiger 2 beweegt omhoog doordat vloeistof 3 via de aanvoerleiding 4 en de geopende klep 5 de cilinder 1 binnenstroomt waarbij klep 6 in de afVoerleiding 7 en de beide gaskleppen 8 en 9 gesloten blijven. Wanneer vloeistofzuiger 2 ongeveer zijn maximale hoogte heeft bereikt wordt brandstof 15 ingespoten via de opening 10 waarna de brandstof en lucht tot ontbranding worden gebracht. Tijdens de verbranding wordt de vloeistofzuiger 2 naar beneden gedrukt waarbij klep 5 en de beide gaskleppen 8 en 9 gesloten zijn en klep 6 in de afVoerleiding 7 geopend is. Wanneer de vloeistofzuiger 2 zijn laagste stand bereikt wordt bij gesloten kleppen 5 en 6 de gasklep 8 geopend om de uitlaatgassen uit de 20 cilinder 1 te laten ontsnappen en wordt gasklep 9 geopend om de cilinder 1 met lucht te vullen waarna de beschreven cyclus wordt herhaald.
Fig. 2 toont een inrichting volgens de huidige uitvinding voor een pomp met een motor met één cilinder welke werkt volgens het vierslag principe.
Lucht in cilinder 1 wordt door het omhoog bewegen van de vloeistofzuiger 2 25 gecomprimeerd. De vloeistofzuiger beweegt omhoog doordat vloeistof 3 via de aanvoerleiding 4 en de geopende klep 5 de cilinder 1 binnenstroomt waarbij klep 6 in de afVoerleiding 7, klep 11 in de bodem van de cilinder 1 en de beide gaskleppen 8 en 9 gesloten blijven. Wanneer de vloeistofzuiger 2 ongeveer zijn maximale hoogte heeft bereikt wordt brandstof ingespoten via de opening 10 waarna 8 brandstof en lucht tot ontbranding worden gebracht. Tijdens de verbranding wordt de vloeistofzuiger 2 naar beneden gedrukt waarbij kleppen 5 en 11 en de beide gaskleppen 8 en 9 gesloten zijn en klep 6 in de afvoerleidmg 7 geopend is. Wanneer de vloeistofzuiger 2 zijn laagste stand bereikt wordt bij gesloten kleppen 5 5, 6 en 9, klep 11 in leiding 12 geopend waardoor vloeistof de cilinder 1 binnenstroomt welke de uitlaatgassen uit de cilinder 1 laat ontsnappen door klep 8. Leiding 12 staat in verbinding met een buffervat 13 waarin de druk zodanig is ingesteld dat deze iets hoger is dan de druk van de verbrandingsgassen in de cilinder 1 aan het eind van de arbeidsslag maar iets lager dan de druk waarmee de io verbrandingslucht de cilinder 1 binnenstroomt. Na het ontsnappen van de verbrandingsgassen uit de cilinder 1 wordt klep 8 gesloten en klep 9 geopend waardoor de lucht de cilinder 1 binnenstroomt en de zich daarin bevindende vloeistof weer wordt teruggedrukt via de geopende klep 11 door de leiding 12 naar het vat 13. Hierna wordt de beschreven cyclus herhaald.
,5 Verder zal het aan deskundigen duidelijk zijn dat diverse verdere modificaties mogelijk zijn zonder de essentie van de uitvinding te verlaten.

Claims (47)

1. Inrichting voor het omzetten van potentiële chemische energie in arbeid gebaseerd op de principes van zuigennotoren, met het kenmerk, dat gebruik 5 wordt gemaakt van één of meer, in principe verticale, cilinders waarin de ontsteking bovenin plaats vindt en de onderkant bestaat uit een op en neer gaande vloeistofkolom welke hydraulische arbeid verricht.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vloeistofkolom bestaat uit een relatief dunne laag vloeistof boven een mechanische zuiger waarbij de io machine verder in essentie conventioneel is.
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting onder meer geen mechanische zuigers, drijfstangen en krukassen bevat en de hydraulische arbeid van de vloeistofkolom als zodanig wordt benut dan wel gebruikt wordt voor het aandrijven van expansiemachines die kracht of elektriciteit leveren. is
4. Inrichting volgens één der conclusies 2 of 3, met het kenmerk, dat de motor bestaat uit één of meer cilinders met een constante cirkelvormige dwarsdoorsnede langs de in principe verticale symmetrieas.
5. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de motor bestaat uit één of meer cilinders in de vorm van een rotatiesymmetrisch lichaam rond een in 20 principe verticale symmetrieas.
6. Inrichting volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat de cilinder een constante ringvormige dwarsdoorsnede heeft.
7. Inrichting volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat ter koeling van de cilinderwand en/of de cilinderkop een vloeistofïïlm aan de binnenkant 25 van de cilinder wordt aangebracht tijdens het omhoog bewegen van de vloeistofzuiger.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kemnerk, dat de koeling geheel of gedeeltelijk berust op het verdampen van de vloeistoffilm. I ü ? o iü c 3
9. Inrichting volgens conclusie 8 , met het kenmerk, dat aan de binnenkant van de cilinderwand en/of de cilinderkop een poreuze laag wordt aangebracht.
10. Inrichting volgens één der conclusies 7-9, met het kenmerk, dat de binnenkant van de cilinderkop bevochtigd wordt door middel van een sproennrichting.
11. Inrichting volgens één der conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de cilinderwand, en/of de cilinderkop en/of de poreuze laag uit een anorganisch materiaal bestaat.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de cilinderwand, en/of de cilinderkop en/of de poreuze laag uit een metaal bestaat, ïo
13. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de cilinderwand, en/of de cilinderkop en/of de poreuze laag uit een, al dan niet gewapend, keramisch materiaal bestaat.
14. Inrichting volgens één der conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de cilinderwand, en/of de cilinderkop en/of de poreuze laag uit een, al dan met is gewapende, kunststof bestaat.
15. Inrichting volgens één der conclusies 1, 2, 3, 4, 6-14, met het kenmerk, dat boven op de vloeistofzuiger een vaste zuiger wordt aangebracht welke op de vloeistof drijft.
16. Inrichting volgens één der conclusies 1-15, met het kenmerk, dat gebruik 20 wordt gemaakt van ontsteking aan een hete wand van de cilinder.
17. Inrichting volgens één der conclusies 1-15, met het kenmerk, dat gebruik wordt gemaakt van vonkontsteking.
18. Inrichting volgens één der conclusies 1-15, met het kenmerk, dat gebruik wordt gemaakt van een ontsteking die het gevolg is van de wanute die 25 ontwikkeld wordt door adiabatische compressie.
19. Inrichting volgens één der conclusies 1-18, met het kenmerk, dat de inrichting volgens het tweeslagprincipe werkt.
20. Inrichting volgens één der conclusies 1-18, met het kenmerk, dat de inrichting volgens het vierslagprincipe werkt en gebruik gemaakt wordt van een II buffervat voor de vloeistof waarin de druk zodanig is ingesteld dat deze iets hoger is dan de druk van de verbrandingsgassen in de cilinder aan het eind van de arbeidsslag maar iets lager dan de druk waannee de verbrandingslucht de cilinder binnenstroomt.
21. Inrichting volgens één der conclusies 19 en 20, met het kenmerk, dat de inrichting minstens 2 cilinders heeft.
22. Inrichting volgens één der conclusies 19 en 20, met het kenmerk, dat de inrichting minstens 4 cilinders heeft.
23. Inrichting volgens één der conclusies 1-22, met het kenmerk, dat gas wordt io aangewend als brandstof.
24. Inrichting volgens één der conclusies 1-22, met het kenmerk, dat een brandbare vloeistof wordt aangewend als brandstof.
25. Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat een olie wordt aangewend als brandstof. is
26. Inrichting volgens één der conclusies 1-22, met het kenmerk, dat een emulsie van olie en water wordt aangewend als brandstof.
27. Inrichting volgens één der conclusies 1-22, met het kenmerk, dat een vaste stof wordt aangewend als brandstof.
28. Inrichting volgens één der conclusies 1-22, met het kenmerk, dat een 20 suspensie van een vaste brandstof in water wordt aangewend als brandstof.
29. Inrichting volgens één der conclusies 1-22, met het kenmerk, dat suspensie van een vaste brandstof in olie wordt aangewend als brandstof.
30. Inrichting volgens één der conclusies 1-29, met het kenmerk, dat water als zuigervloeistof wordt gebruikt.
31. Inrichting volgens één der conclusies 1-29, met het kenmerk, dat een zoutoplossing als zuigervloeistof wordt gebruikt.
32. Inrichting volgens conclusie 31, met het kenmerk, dat zeewater als zuigervloeistof wordt gebruikt.
33. Inrichting volgens één der conclusies 1-29, met het kenmerk, dat een olie als zuigervloeistof wordt gebruikt.
34. Inrichting volgens één der conclusies 24-29, met het kenmerk, dat hetzelfde medium als brandstof en als zuigervloeistof wordt gebruikt.
35. Inrichting volgens één der conclusies 1-34, met het kenmerk, dat de het rendement van de inrichting wordt verhoogd doordat de zuigervloeistof een verhoogde temperatuur heeft.
36. Inrichting volgens één der conclusies 30. 31 en 32, met het kenmerk, dat de zuigervloeistof een temperatuur heeft welke dicht bij het kookpunt ligt dat bij ίο de laagste druk behoort die tijdens de cyclus in de cilinder voorkomt.
37. Inrichting volgens één der conclusies 1-36, met het kenmerk, dat een turbocharger wordt toegepast.
38. Inrichting volgens één der conclusies 3-19 of 21-37, met het kenmerk, dat de vloeistofzuiger wordt gebruikt in een tweeslag type motor die als pomp dienst ,5 doet waarbij tijdens de arbeidsslag de vloeistof aan de perszijde uit de pomp wordt gedrukt en de verbrandingslucht wordt gecomprimeerd door de druk van de vloeistof aan de zuigzijde van de pomp.
39. Inrichting volgens één der conclusies 3-37, met het kenmerk, dat de vloeistofzuiger wordt aangewend om een vloeistof expansiemachine aan te 2o drijven welke gebruikt wordt als krachtbron voor het opwekken van kracht of elektriciteit.
40. Inrichting volgens één der conclusies 3-29 of 31-37, met het kenmerk, dat de inrichting wordt aangewend om, bij gebruikmaking van een zuigervloeistof die stroom geleidt in een magneetveld heen en weer te bewegen, elektriciteit op te 25 wekken.
41. Inrichting volgens één der conclusies 3-37, met het kenmerk, dat de inrichting wordt aangewend om, bij gebruikmaking van een zuigervloeistof die één of meer gelijkgerichte magneten met de vloeistofkolom laat heen en weer bewegen, elektriciteit op te wekken.
42. Inrichting volgens één der conclusies 3-37, met het kenmerk, dat de vloeistofzuiger wordt aangewend voor het aandrijven van een ejecteur.
43. Inrichting volgens conclusie 42, met het kenmerk, dat de ejecteur gebruikt wordt voor de voortstuwing van vaartuigen.
44. Inrichting volgens één der conclusies 1-39, met het kenmerk, dat de inrichting wordt aangewend voor de productie van een brandbaar gas.
45. Inrichting volgens conclusie 44, met het kenmerk, dat de inrichting wordt aangewend voor de productie van synthesegas.
46. Inrichting volgens één der conclusies 44 en 45, met het kenmerk, dat de io inrichting wordt aangewend voor de productie van een brandbaar gas waarbij gebruik wordt gemaakt van met zuurstof aangerijkte lucht of mengsels van zuurstof en stoom.
47. Inrichting volgens één der conclusies 1-22 of 24-46, met het kenmerk, dat indien brandstoffen worden gebruikt die as bevatten, de maximale temperatuur is van de cyclus zo gekozen wordt dat de zich in de brandstof bevindende as smelt en de uitlaat temperatuur zo gekozen wordt dat de as weer vast wordt.
NL1018858A 2001-08-30 2001-08-30 Inrichting voor het omzetten van potentiele chemische energie in arbeid. NL1018858C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018858A NL1018858C1 (nl) 2001-08-30 2001-08-30 Inrichting voor het omzetten van potentiele chemische energie in arbeid.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018858A NL1018858C1 (nl) 2001-08-30 2001-08-30 Inrichting voor het omzetten van potentiele chemische energie in arbeid.
NL1018858 2001-08-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1018858C1 true NL1018858C1 (nl) 2003-03-03

Family

ID=19773944

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1018858A NL1018858C1 (nl) 2001-08-30 2001-08-30 Inrichting voor het omzetten van potentiele chemische energie in arbeid.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1018858C1 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2457476A (en) * 2008-02-13 2009-08-19 Nigel Alexander Buchanan Internal combustion engine with fluid, eg liquid, output
EP2489840A1 (de) * 2010-12-08 2012-08-22 Ago Ag Energie + Anlagen Energiespeicher und Verfahren zu dessen Betrieb
US10113513B2 (en) 2013-09-20 2018-10-30 Hydro-Ject, Llc Internal combustion engines

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2457476A (en) * 2008-02-13 2009-08-19 Nigel Alexander Buchanan Internal combustion engine with fluid, eg liquid, output
EP2489840A1 (de) * 2010-12-08 2012-08-22 Ago Ag Energie + Anlagen Energiespeicher und Verfahren zu dessen Betrieb
US10113513B2 (en) 2013-09-20 2018-10-30 Hydro-Ject, Llc Internal combustion engines
US10119497B2 (en) 2013-09-20 2018-11-06 Hydro-Ject, Llc Internal combustion engine with aqueous fluid injection
US10508617B2 (en) 2013-09-20 2019-12-17 Hydro-Ject, Llc Internal combustion engine

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6006525A (en) Very low NPSH cryogenic pump and mobile LNG station
CA2288071A1 (en) Internal combustion engine
KR20170105607A (ko) 전달-팽창-재생 연소 엔진
CN102748132A (zh) 一种机-液双动力输出发动机
CN102733947A (zh) 一种对置二冲程发动机
JP2023014335A (ja) ユニフロー掃気大型2ストロークディーゼルエンジンのためのシリンダ及び大型ディーゼルエンジン
US3818875A (en) Pollution-free combustion engine and unique fuel therefor
NL1018858C1 (nl) Inrichting voor het omzetten van potentiele chemische energie in arbeid.
DK177695B1 (en) A large slow running turbocharged two-stoke uniflow internal combustion engine with crosshead and a cam driven exhaust valve actuation system
US4319546A (en) Hydraulic combustion engine
US6971341B1 (en) Piston lubrication for a free piston engine
GB2511652A (en) reciprocating heat engine
US9297337B2 (en) Internal combustion and waste heat steam engine having a heat recovery steam generator exhaust manifold
JP2021127737A (ja) ブラウンガス発生システムを備えたブラウンガスの爆発爆縮機能を利用した爆発爆縮4サイクルエンジンシステム。
CN201074544Y (zh) 节能减排内燃机蒸气机组合式发动机
RU2774925C1 (ru) Гидропневмодвигатель внутреннего сгорания
RU42066U1 (ru) Двухтактный двигатель внутреннего сгорания
RU95104515A (ru) Способ работы двигателя внутреннего сгорания и устройство для его осуществления
CA2731299A1 (en) Novel simpler and efficient internal combustion engine
SU1780553A3 (ru) Дbигateль
RU2097627C1 (ru) Двигатель дочкина в.г. с внешним сгоранием, работающий по замкнутому экологически чистому и высокоэкономичному циклу
JP4389107B2 (ja) ピストン式エンジン
RU53379U1 (ru) Комбинированный двигатель
RU2057954C1 (ru) Поршневой двухтактный двигатель внутреннего сгорания демидченко - попова
RU60141U1 (ru) Двигатель внутреннего сгорания

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060301