NL1018839C2 - Instelbare schokdemper voor een rijwiel. - Google Patents
Instelbare schokdemper voor een rijwiel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1018839C2 NL1018839C2 NL1018839A NL1018839A NL1018839C2 NL 1018839 C2 NL1018839 C2 NL 1018839C2 NL 1018839 A NL1018839 A NL 1018839A NL 1018839 A NL1018839 A NL 1018839A NL 1018839 C2 NL1018839 C2 NL 1018839C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- chamber
- cylinder
- channel
- opening
- damping
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16F—SPRINGS; SHOCK-ABSORBERS; MEANS FOR DAMPING VIBRATION
- F16F9/00—Springs, vibration-dampers, shock-absorbers, or similarly-constructed movement-dampers using a fluid or the equivalent as damping medium
- F16F9/32—Details
- F16F9/44—Means on or in the damper for manual or non-automatic adjustment; such means combined with temperature correction
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62K—CYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
- B62K25/00—Axle suspensions
- B62K25/04—Axle suspensions for mounting axles resiliently on cycle frame or fork
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62K—CYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
- B62K25/00—Axle suspensions
- B62K25/04—Axle suspensions for mounting axles resiliently on cycle frame or fork
- B62K25/28—Axle suspensions for mounting axles resiliently on cycle frame or fork with pivoted chain-stay
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16F—SPRINGS; SHOCK-ABSORBERS; MEANS FOR DAMPING VIBRATION
- F16F9/00—Springs, vibration-dampers, shock-absorbers, or similarly-constructed movement-dampers using a fluid or the equivalent as damping medium
- F16F9/06—Springs, vibration-dampers, shock-absorbers, or similarly-constructed movement-dampers using a fluid or the equivalent as damping medium using both gas and liquid
- F16F9/08—Springs, vibration-dampers, shock-absorbers, or similarly-constructed movement-dampers using a fluid or the equivalent as damping medium using both gas and liquid where gas is in a chamber with a flexible wall
- F16F9/096—Springs, vibration-dampers, shock-absorbers, or similarly-constructed movement-dampers using a fluid or the equivalent as damping medium using both gas and liquid where gas is in a chamber with a flexible wall comprising a hydropneumatic accumulator of the membrane type provided on the upper or the lower end of a damper or separately from or laterally on the damper
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62K—CYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
- B62K25/00—Axle suspensions
- B62K25/04—Axle suspensions for mounting axles resiliently on cycle frame or fork
- B62K2025/048—Axle suspensions for mounting axles resiliently on cycle frame or fork with suspension manual adjustment details
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Fluid-Damping Devices (AREA)
- Axle Suspensions And Sidecars For Cycles (AREA)
Description
T I
INSTELBARE SCHOKDEMPER VOOR EEN RIJWIEL
De uitvinding heeft betrekking op een instelbare schokdemper voor een rijwiel dat over wegdekken met verschillende gesteldheid rijdt.
Schokdempers voor rijwielen worden gebruikt om 5 een dempende werking uit te oefenen teneinde schokken op te vangen die worden opgewekt bij het rijden over een ruw wegdek. Conventionele schokdempers bieden gewoonlijk echter slechts een beperkt bereik aan dempende werking, en kunnen niet worden ingesteld om een breder bereik aan 10 dempende werking te bieden voor verschillende gesteldheden van het wegdek.
De onderhavige uitvinding heeft derhalve tot doel een schokdemper met instelbare demping te verschaffen voor een rijwiel, waarmee het bovengenoemde 15 nadeel kan worden overwonnen.
Volgens de uitvinding ontvangt een schokdemper: tegenover elkaar gelegen eerste en tweede cilinders die verbonden zijn met en beweegbaar zijn naar elkaar in een axiale richting ten opzichte van de eerste en tweede 20 cilinder tijdens een compressie slag en van elkaar tijdens een extensie slag, waarbij de eerste cilinder een eerste vast einde en een daar tegenover gelegen eerste vrij einde vertoont, en de tweede cilinder een tweede vast einde en een daar tegenover gelegen tweede vrije 25 einde vertoont, welk tweede vrije einde zich in de axiale richting uitstrekt door het eerste vrije einde tot in de eerste cilinder, een holle as die aangebracht is in en zich in de axiale richting uitstrekt door de eerste cilinder tot in de tweede cilinder, en die een vastgezet 30 einde vertoont dat bevestigd is aan het eerste vaste einde van de eerste cilinder, alsmede een einddeel dat tegenover het vastgezette einde gelegen is en dat een zich in de tweede cilinder bevindt, een inwendige ruimte bepaalt en voorzien is van een eerste opening, een eerste 35 zuiger die in de eerste cilinder aangebracht is en in de vorm van een manchet beweegbaar op de holle as 10 1 , 2 aangebracht is, teneinde met de eerste cilinder samen te werken om daartussen een eerste kamer te begrenzen, en die vast verbonden is met het tweede vrije einde van de tweede cilinder teneinde door deze tweede cilinder in de 5 axiale richting bewogen te worden, waarbij de eerste kamer gevuld is met een inwendig gas, een tweede zuiger die in de tweede cilinder aangebracht is en als manchet stevig op het einddeel van de holle as bevestigd is teneinde samen te werken met de eerste zuiger en de 10 tweede cilinder om daartussen aan twee tegenover elkaar gelegen zijden van de tweede zuiger een tweede en een derde kamer te begrenzen, en teneinde door de holle as in axiale richting bewogen worden, waarbij de tweede en derde kamers gevuld zijn met een dempingsvloeistof, 15 waarbij de tweede zuiger voorzien is van een eerste en tweede neerstroomkanaal, en een eerste opstroomkanaal, waarbij het tweede neerstroomkanaal constant in vloeistofverbinding staat met de eerste opening, die in vloeistofverbinding kan staan met de derde kamer via de 20 inwendige ruimte wanneer deze blootgesteld wordt aan de inwendige ruimte, een eerste klep die verbonden is met het eerste neerstroomkanaal om een ongehinderde stroming met lage snelheid van de dempingsvloeistof mogelijk te maken van de derde kamer naar de tweede kamer via het 25 eerste neerstroomkanaal tijdens de compressieslag, waarbij de eerste en tweede cilinder in axiale richting naar elkaar bewegen, waardoor op hun beurt de holle as en de zuiger naar de tweede cilinder bewogen worden om de dempingsvloeistof in de derde kamer samen te drukken en 30 de eerste zuiger naar de eerste cilinder bewogen wordt om het inwendig gas in de eerste kamer samen te drukken, een tweede klep die verbonden is met het tweede neerstroomkanaal om een stroming met middelmatige snelheid van de dempingsvloeistof mogelijk te maken van 35 de derde kamer naar de tweede kamer via een tweede neerstroomkanaal en de eerste opening tijdens de compressieslag, een derde klep die verbonden is met het eerste opstroomkanaal om een ongehinderde stroming met 3 lage snelheid mogelijk te maken van de dempingsvloeistof van de tweede kamer naar de derde kamer via het eerste opstroomkanaal tijdens de extensieslag, waarbij de samengedrukte dempingsvloeistof in de derde kamer duwt 5 tegen de holle as en de tweede zuiger teneinde daardoor de eerste cilinder van de tweede cilinder vandaan te bewegen, en het samengedrukte inwendige gas in de eerste kamer duwt tegen de eerste zuiger teneinde zo de tweede cilinder van de eerste cilinder vandaan te bewegen, en 10 een demping- instelstang die nauw passend in de holle as is aangebracht en in axiale richting beweegbaar is naar een eerste axiale positie waarin de eerste opening wordt geblokkeerd door de demping- instelstand en niet bereikbaar is vanuit de inwendige ruimte, zodat de 15 stroming met middelmatige snelheid van de dempingsvloeistof van de derde kamer naar de tweede kamer via de eerste opening en een tweede neerstroomkanaal onmogelijk gemaakt wordt, en naar een tweede axiale positie waarin de demping- instelstang van de eerste 20 opening vandaan beweegt teneinde de eerste opening in contact te brengen met de inwendige ruimte en de stroming met middelmatige snelheid van de dempingsvloeistof van de derde kamer naar de tweede kamer mogelijk te maken.
In de tekening, waarin uitvoeringsvormen van de 25 uitvinding zijn weergegeven, is fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een eerste voorkeursuitvoering van een schokdemper volgens de uitvinding voor een rijwiel, is fig. 2 een doorsnede aanzicht van de 30 schokdemper van fig. 1, is fig. 3 een doorsnede aanzicht van de eerste uitvoeringsvorm vanaf een achterzijde, is fig. 4 een doorgesneden deelaanzicht van de eerste voorkeursuitvoering waarin de stromingskanalen in 35 de schokdemper weergegeven zijn, is fig. 5 een doorgesneden deelaanzicht van de eerste voorkeursuitvoering waarin een demping-instelstang is weergegeven in een eerste axiale positie, 4 is fig. 6 een doorgesneden deelaanzicht van de eerste voorkeursuitvoering waarin de demping- instelstang in een tweede axiale positie getoond is, is fig. 7 een doorgesneden deelaanzicht van de 5 eerste voorkeursuitvoering waarin de demping- instelstang in een derde axiale positie weergegeven is, is fig. 8 een doorgesneden deelaanzicht van de eerste voorkeursuitvoering waarin de demping- instelstang in een eerste hoekpositie getoond is, 10 fig. 9 een doorgesneden deelaanzicht van de eerste voorkeursuitvoering waarin de demping- instelstang in een tweede hoekpositie getoond is, is fig. 10 een doorgesneden deelaanzicht van de eerste voorkeursuitvoering waarin de demping- instelstang 15 in een derde hoekpositie getoond is, is fig. 11 een perspectivisch aanzicht van een tweede voorkeursuitvoering van een schokdemper volgens de uitvinding voor een rijwiel, is fig. 12 een doorsnede aanzicht door de 20 schokdemper van fig. 11, is fig. 13 een doorsnede aanzicht van een derde voorkeursuitvoering van een schokdemper volgens de uivinding voor een rijwiel, en is fig. 14 een doorsnede aanzicht door een 25 vierde voorkeursuitvoering van een schokdemper volgens de uitvinding voor een rijwiel.
Figuren 1 tot 4 tonen een eerste uitvoeringsvorm van een schokdemper 6 met instelbare demping volgens de uitvinding voor een rijwiel. De 30 schokdemper 6 is bevestigd op een frame 100 van het rijwiel, en omvat tegenover elkaar gelegen eerste en tweede cilinders 61,62, een holle as 4, eerste, tweede en derde zuigers 7,8,9, eerste, tweede, derde en vierde kleppen 851,831,861,821, een demping- instelstang 10, een 35 opstroom- insteleenheid 5 en een neerstroom-insteleenheid 3.
De eerste en tweede cilinder 61,62 zijn verbonden met en beweegbaar naar elkaar in een axiale 10 'i 5 richting ten opzichte van de eerste en tweede cilinder 61,62 tijdens een compressieslag, en beweegbaar van elkaar tijdens een extensieslag. De eerste cilinder 61 vertoont een eerste vaste einde 611 dat bevestigd is aan 5 een achterste deel van het frame 100, en een eerste vrije einde 612 dat tegenover het eerste vaste einde 611 gelegen is. De tweede cilinder 62 vertoont een tweede vaste einde 621 dat bevestigd is aan een voorste deel van het frame 100, en een tweede vrije einde 622 dat 10 tegenover het tweede vaste einde 621 ligt en dat in de axiale richting door het eerste vrije einde 612 en tot in de eerste cilinder 61 steekt.
De holle as 4 is aangebracht in en strekt zich in de axiale richting uit door de eerste cilinder 61 tot 15 in de tweede cilinder 62 en vertoont een vastgezet einde 43 dat bevestigd is aan het eerste vaste einde 611 van de eerste cilinder 61, en een einddeel 44 dat tegenover het vastgezette einde 43 gelegen is, en dat in de tweede cilinder 62 is aangebracht, dat een inwendige ruimte 81 20 bepaalt en dat voorzien is van een eerste opening 43.
De eerste zuiger 7 is in de eerste cilinder 60 aangebracht, is als een manchet beweegbaar op de holle as 4 geplaatst teneinde met de eerste cilinder 61 samen te werken om zo daar tussen een eerste kamer 63 te 25 begrenzen, en is stevig gekoppeld aan het tweede vrije einde 622 van de tweede cilinder 62, teneinde door de tweede cilinder 62 in de axiale richting te worden bewogen. De eerste kamer 63 is gevuld met een inwendig gas.
30 De tweede zuiger 8 is in de tweede cilinder 62 aangebracht, en is als manchet stevig op het einddeel 44 van de holle as bevestigd teneinde met de eerste zuiger 7 en de tweede cilinder 62 samen te werken om zo daartussen aan twee tegenover elkaar gelegen zijden van de zuiger 8 35 een tweede en een derde kamer 642,641 te begrenzen, en om zo door de holle as 4 in de axiale richting bewogen te worden. De tweede en derde kamer 642,641 zijn gevuld met een dempingsvloeistof. De tweede zuiger 8 is voorzien van il C ·.
6 een eerste en een tweede neerstroomkanaal 85,87 en een eerste opstroomkanaal 86. Het tweede neerstroomkanaal 87 verkeert constant in vloeistofverbinding met de eerste opening 83, welke in vloeistofverbinding gebracht kan 5 worden met de derde kamer 641 via de inwendige ruimte 81 wanneer deze vrij ligt naar de inwendige ruimte 81.
De eerste klep 851 is aangebracht aan één zijde van de tweede zuiger 8 in de tweede kamer 642, en is verbonden met het eerste neerstroomkanaal 85 om een 10 ongehinderde stroming met lage snelheid van de dempingsvloeistof mogelijk te maken vanaf de derde kamer 641 naar tweede kamer 642 via het eerste neerstroomkanaal 85 tijdens de compressieslag, waarbij de eerste en tweede cilinder 61,62 in axiale richting naar elkaar bewegen, en 15 waardoor op hun beurt de holle as 4 en de tweede zuiger 8 naar de tweede cilinder 62 bewogen worden om de dempingsvloeistof in de derde kamer 642 samen te drukken, en de eerste zuiger 7 naar de eerste cilinder 61 bewogen wordt om het inwendig gas in de eerste kamer 63 samen te 20 drukken.
De tweede klep 831 is aangebracht in en verbonden met het tweede neerstroomkanaal 87 om een stroming met middelmatige snelheid van de dempingsvloeistof vanaf de derde kamer 641 naar de tweede 25 kamer 642 via het neerstroomkanaal 87 en de eerste opening 83 mogelijk te maken tijdens de compressieslag.
De derde klep 861 is aan de andere zijde van de tweede zuiger 8 aangebracht in de derde kamer 641, en is verbonden met het eerste opstroomkanaal 86 om een 30 ongehinderde stroming met lage snelheid mogelijk te maken van de dempingsvloeistof vanaf de tweede kamer 642 naar de derde kamer 641 via het eerste opstroomkanaal 86 tijdens de extensieslag, waarbij de samengedrukte dempingsvloeistof in de derde kamer 641 drukt tegen de 35 holle as 4 en de tweede zuiger 8 om zo de daarmee verbonden eerste cilinder 61 van de tweede cilinder 62 vandaan te bewegen, en het samengedrukte inwendige gas in de eerste kamer 63 tegen de eerste zuiger 7 drukt 10 18.'ia 7 teneinde zo de daarmee verbonden tweede cilinder 62 van de eerste cilinder 61 vandaan te bewegen.
De derde zuiger 9 is in de tweede cilinder 62 aangebracht, zodanig dat deze samenwerkt met de tweede 5 zuiger 8 en de tweede cilinder 62 om daartussen de derde kamer 641 te begrenzen, alsmede een vierde kamer 65 die met het inwendig gas gevuld is. De eerste, tweede, derde en vierde kamer 63,642,641,65 liggen in de axiale richting in de hiervoor beschreven volgorde op één lijn. 10 De demping- instelstang 10 is nauw passend in de holle as 4 opgenomen en is in de axiale richting beweegbaar naar een eerste axiale positie (zie fig. 5), waarin de eerste opening 83 geblokkeerd wordt door de demping- instelstang 10 en niet vrij ligt naar de 15 inwendige ruimte 81, zodat er geen stroming met regelmatige snelheid mogelijk is van de dempingsvloeistof van de derde kamer 641 naar de tweede kamer 642 via de eerste opening 83 en het tweede neerstroomkanaal 87, en naar een tweede axiale positie (zie fig. 6), waarin de 20 demping- instelstang 10 van de eerste opening 83 vandaan bewogen is teneinde de eerste opening 83 vrij te geven naar de inwendige ruimte 81 en de stroming met middelmatige snelheid van de dempingsvloeistof vanaf de derde kamer 641 naar de tweede kamer 642 mogelijk te 25 maken.
Het einddeel 44 van de holle as 4 is verder voorzien van een tweede opening 84 die in de axiale richting op afstand ligt van de eerste opening 83, die constant in vloeistofverbinding staat met het tweede 30 neerstroomkanaal 87, die in vloeistofverbinding kan komen met de derde kamer 641 via de inwendige ruimte 81 wanneer deze vrij ligt naar de inwendige ruimte 81 teneinde de derde kamer 641 in vloeistofverbinding te kunnen brengen met het tweede neerstroomkanaal 87 via de tweede opening 35 84. De demping- instelstang 10 blokkeert de tweede opening 84 wanneer deze zich in de eerste en tweede axiale positie bevindt, en is verder in de axiale richting beweegbaar naar een derde axiale positie (zie 8 fig. 7), waarin de demping- instelstang 10 van de tweede opening 84 vandaan bewogen is teneinde de eerste en tweede opening 83,84 vrij te geven naar de inwendige ruimte 81 en teneinde een stroming met hoge snelheid van 5 de dempingsvloeistof vanaf de derde kamer 641 naar de tweede kamers 642 via het tweede neerstroomkanaal 87 mogelijk te maken.
De tweede zuiger 8 is verder voorzien van een tweede opstroomkanaal 82. De vierde klep 821 is aan de 10 andere zijde van de tweede zuiger 8 aangebracht in de derde kamer 641, en is verbonden met het tweede opstroomkanaal 82 om een stroming met middelmatige en hoge snelheid van de dempingsvloeistof vanaf de tweede kamer 642 naar de derde kamer 641 via het tweede 15 opstroomkanaal 82 mogelijk te maken tijdens de extensieslag.
Het einddeel 44 van de holle as 4 is voorzien van een derde opening 88 die constant in vloeistofverbinding staat met het tweede opstroomkanaal 20 82, en een vierde opening 89 die constant in vloeistofverbinding staat met een tweede kamer 642. De demping- instelstang 10 is voorzien van een groef 101 die constant in vloeistofverbinding staat met het tweede opstroomkanaal 82 via de derde opening 88, en die in 25 vloeistofverbinding gebracht kan worden met de vierde opening 89 wanneer deze vrijgegeven wordt naar de vierde opening 89. De demping- instelstang 10 is in de holle as draaibaar naar een eerste hoekstand (zie fig. 8), waarin de vierde opening 89 geblokkeerd wordt door de demping-30 instelstang 10, zodat de stroming met middelmatige en hoge snelheid van de dempingsvloeistof vanaf de tweede kamer 642 naar de derde kamer 641 via de derde en vierde opening 88,89 in het tweede opstroomkanaal 82 onmogelijk gemaakt wordt, een tweede hoekpositie (zie fig. 9), 35 waarin de vierde opening 89 gedeeltelijk geblokkeerd wordt door de demping- instelstang 10 en gedeeltelijk vrijgegeven wordt naar de groef 101, teneinde de stroming met middelmatige snelheid van de dempingsvloeistof vanaf 9 de tweede kamer 642 naar de derde kamer 641 via het tweede opstroomkanaal 82, de groef 101 en de derde en vierde opening 88,89 mogelijk te maken, en een derde hoekpositie (zie fig. 10), waarin de vierde opening 89 5 volledig vrij ligt naar de groef 101 teneinde de stroming met hoge snelheid van de dempingsvloeistof vanaf de tweede kamer 642 naar de derde kamer 641 via het tweede opstroomkanaal 82, de groef 101 en de derde en vierde opening 88,89 mogelijk te maken.
10 Het eerste vaste einde 611 van de eerste cilinder 61 is voorzien van het centraal kanaal 14 dat zich in de axiale richting uitstrekt, en een sleuf 17 die zich vanaf het centrale kanaal 14 in een radiale richting ten opzichte van het centrale kanaal 14 uitstrekt. De 15 holle as 4 steekt uit in het centrale kanaal 14. De demping- instelstang 10 vertoont een verbindingseinde 16 dat uitsteekt in het centrale kanaal 14. Een schroefveer 42 is in de holle as 4 aangebracht, en is over de demping- instelstang 10 geschoven, en vertoont twee 20 tegenover elkaar gelegen uiteinden die respectievelijk tegen de holle as 4 en tegen het eerste vaste einde 611 van de eerste cilinder 61 rusten.
De opstroom- insteleenheid 5 omvat een hefboom 511 die uitsteekt door de sleuf 17 en die verbonden is 25 met het verbindingseinde 16 van de demping- instelstang 10. De hefboom 511 is bedienbaar langs de sleuf 17 teneinde de demping- instelstang 10 naar keuze naar de eerste, tweede en derde hoekpositie te draaien.
Het eerste vaste einde 611 van de eerste 30 cilinder 61 is verder voorzien van een dwarskanaal 15 dat zich in dwarsrichting uitstrekt ten opzichte van de axiale richting.
De neerstroom- insteleenheid 3 omvat een excentrische as 2 die uitsteekt in het dwarskanaal 15 en 35 die verbonden is met het verbindingseinde 16 van de demping- instelstang 10. De excentrische as 2 is draaibaar teneinde de demping- instelstang 10 in de axiale richting te bewegen naar de eerste, tweede en 10 derde axiale positie. Een aandrijfeenheid 32 met een aandrijfas 34 is via een koppeling 31 met vertraging gekoppeld aan de excentrische as 2 teneinde de excentrische as 2 te doen draaien.
5 Een besturing 33 met een weergavescherm 331 is aangebracht op het stuur van het rijwiel, en is elektrisch verbonden met de aandrijfeenheid 32 voor het weergeven van de huidige positie van de demping-instelstang 10 in de axiale richting.
]_q Figuren 11 en 12 tonen een tweede voorkeursuitvoering van de schokdemper volgens de uitvinding. De schokdemper komt overeen met de eerdere uitvoering van fig. 1, met uitzondering van het feit dat de excentrische as 2 van de neerstroom- insteleenheid 3 15 wordt bediend via een hendel 201, en dat de opstroom-insteleenheid 5 een verbindingsorgaan 305 omvat dat verbonden is met de demping- instelstang 10 en dat aangedreven wordt door een aandrijfeenheid 302.
Fig. 13 toont een derde voorkeursuitvoering van 20 een schokdemper volgens de uitvinding. De schokdemper komt overeen met de eerdere uitvoering van fig. 1, met uitzondering van het feit dat de vertragende koppeling 31 vervangen is door een kabel- en roleenheid 31'.
Fig. 14 toont een vierde voorkeursuitvoering 25 van een schokdemper volgens de uitvinding. De schokdemper komt overeen met de uitvoering van fig. 12, met uitzondering van het feit dat het verbindingsorgaan 305 vervangen is door een strop 305'.
Door de demping- instelstang 10 eenvoudigweg te 30 verplaatsen tussen de eerste, tweede en derde axiale positie en de eerste, tweede en derde hoekpositie kan de schokdemper volgens de uitvinding verschillende dempende werkingen vertonen, teneinde aangepast te worden aan verschillende gesteldheden van het wegdek, waardoor de 35 nadelen die samenhingen met de stand van de techniek worden weggenomen.
10 1 ··'
Claims (6)
1. Schokdemper (6), gekenmerkt door: tegenover elkaar gelegen eerste en tweede cilinders (61,62) die verbonden zijn met en beweegbaar zijn naar elkaar in een axiale richting ten opzichte van 5 de eerste en tweede cilinder (61,62) tijdens een compressie slag en van elkaar tijdens een extensie slag, waarbij de eerste cilinder (61) een eerste vast einde (611) en een daar tegenover gelegen eerste vrij einde (612) vertoont, en de tweede cilinder (62) een tweede 10 vast einde (621) en een daar tegenover gelegen tweede vrije einde (622) vertoont, welk tweede vrije einde (622) zich in de axiale richting uitstrekt door het eerste vrije einde (612) tot in de eerste cilinder (61), een holle as (4) die aangebracht is in en zich 15 in de axiale richting uitstrekt door de eerste cilinder (61) tot in de tweede cilinder (62), en die een vastgezet einde (43) vertoont dat bevestigd is aan het eerste vaste einde (611) van de eerste cilinder (61), alsmede een einddeel (44) dat tegenover het vastgezette einde (43) 20 gelegen is en dat een zich in de tweede cilinder (62) bevindt, een inwendige ruimte (81) bepaalt en voorzien is van een eerste opening (83), een eerste zuiger (7) die in de eerste cilinder (61) aangebracht is en in de vorm van een manchet 25 beweegbaar op de holle as (4) aangebracht is, teneinde met de eerste cilinder (61) samen te werken om daartussen een eerste kamer (63) te begrenzen, en die vast verbonden is met het tweede vrije einde (622) van de tweede cilinder (62) teneinde door deze tweede cilinder (62) in 30 de axiale richting bewogen te worden, waarbij de eerste kamer (63) gevuld is met een inwendig gas, een tweede zuiger (8) die in de tweede cilinder (62) aangebracht is en als manchet stevig op het einddeel (44) van de holle as (4) bevestigd is teneinde samen te 35 werken met de eerste zuiger (7) en de tweede cilinder (62) om daartussen aan twee tegenover elkaar gelegen zijden van de tweede zuiger (8) een tweede en een derde kamer (642,641) te begrenzen, en teneinde door de holle as (4) in axiale richting bewogen worden, waarbij de tweede en derde kamers (642,641) gevuld zijn met een 5 dempingsvloeistof, waarbij de tweede zuiger (8) voorzien is van een eerste en tweede neerstroomkanaal (85,87), en een eerste opstroomkanaal (86), waarbij het tweede neerstroomkanaal (87) constant in vloeistofverbxnding staat met de eerste opening (83), die in 10 vloeistofverbinding kan staan met de derde kamer (641) via de inwendige ruimte (81) wanneer deze blootgesteld wordt aan de inwendige ruimte (81), een eerste klep (851) die verbonden is met het eerste neerstroomkanaal (85) om een ongehinderde stroming 15 met lage snelheid van de dempingsvloeistof mogelijk te maken van de derde kamer (641) naar de tweede kamer (642) via het eerste neerstroomkanaal (85) tijdens de compressieslag, waarbij de eerste en tweede cilinder (61,62) in axiale richting naar elkaar bewegen, waardoor 20 op hun beurt de holle as (4) en de zuiger (8) naar de tweede cilinder (62) bewogen worden om de dempingsvloeistof in de derde kamer (642) samen te drukken en de eerste zuiger (7) naar de eerste cilinder (71) bewogen wordt om het inwendig gas in de eerste kamer 25 (63) samen te drukken, een tweede klep (831) die verbonden is met het tweede neerstroomkanaal (87) om een stroming met middelmatige snelheid van de dempingsvloeistof mogelijk te maken van de derde kamer (641) naar de tweede kamer 30 (642) via een tweede neerstroomkanaal (87) en de eerste opening (83) tijdens de compressieslag, een derde klep (861) die verbonden is met het eerste opstroomkanaal (86) om een ongehinderde stroming met lage snelheid mogelijk te maken van de 35 dempingsvloeistof van de tweede kamer (642) naar de derde kamer (641) via het eerste opstroomkanaal (86) tijdens de extensieslag, waarbij de samengedrukte dempingsvloeistof in de derde kamer (641) duwt tegen de holle as (4) en de tweede zuiger (8) teneinde daardoor de eerste cilinder (61) van de tweede cilinder (62) vandaan te bewegen, en het samengedrukte inwendige gas in de eerste kamer (63) duwt tegen de eerste zuiger (7) teneinde zo de tweede 5 cilinder (62) van de eerste cilinder (61) vandaan te bewegen, en een demping- instelstang (10) die nauw passend in de holle as (4) is aangebracht en in axiale richting beweegbaar is naar een eerste axiale positie waarin de 10 eerste opening (83) wordt geblokkeerd door de demping-instelstand (10) en niet bereikbaar is vanuit de inwendige ruimte (81), zodat de stroming met middelmatige snelheid van de dempingsvloeistof van de derde kamer (641) naar de tweede kamer (642) via de eerste opening 15 (81) en een tweede neerstroomkanaal (87) onmogelijk gemaakt wordt, en naar een tweede axiale positie waarin de demping- instelstang (10) van de eerste opening (83) vandaan beweegt teneinde de eerste opening (83) in contact te brengen met de inwendige ruimte (81) en de 20 stroming met middelmatige snelheid van de dempingsvloeistof van de derde kamer (641) naar de tweede kamer (642) mogelijk te maken.
2. Schokdemper (6) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het einddeel (44) van de holle as (4) verder 25 voorzien is van een tweede opening (84) die in axiale richting op afstand ligt van de eerste opening (83) welke constant in vloeistofverbinding staat met het tweede neerstroomkanaal (87), en welke in vloeistofverbinding kan komen met de derde kamer (641) 30 via de inwendige ruimte (81) wanneer deze vanuit de inwendige ruimte (81) bereikbaar is teneinde de derde kamer (641) in vloeistofverbinding te laten staan met het tweede neerstroomkanaal (87) via de tweede opening (84), waarbij de demping- instelstang (10) de tweede opening 35 (84) blokkeert wanneer deze zich in zijn eerste en tweede axiale positie bevindt, en verder in axiale richting beweegbaar is naar een derde axiale positie waarin de demping- instelstang (10) van de tweede opening (84) vandaan beweegt teneinde de eerste en tweede opening (83,84) in verbinding te brengen met de inwendige ruimte (81) en teneinde een stroming met hoge snelheid van de dempingsvloeistof van de derde kamer (641) naar de tweede 5 kamer (642) mogelijk te maken.
3. Schokdemper (6) volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de tweede zuiger (8) verder voorzien is van een tweede opstroomkanaal (82), en de schokdemper (6) verder een vierde klep (821) vertoont die verbonden is 10 met het tweede opstroomkanaal (82) om een stroming met middelmatige en hoge snelheid van de dempingsvloeistof vanaf de tweede kamer (642) naar de derde kamer (641) via het tweede opstroomkanaal (82) mogelijk te maken tijdens de extensieslag, waarbij het einddeel (44) van de holle 15 as (4) verder voorzien is van een derde opening (88) die constant in vloeistofverbinding staat met het tweede opstroomkanaal (82), en een vierde opening (89) die constant in vloeistofverbinding staat met de tweede kamer (642), waarbij de demping- instelstang (10) voorzien is 20 van een groef (101) die constant in vloeistofverbindmg staat met het tweede opstroomkanaal (82) via de derde opening (88) en die in vloeistofverbinding gebracht kan worden met de vierde opening (89) wanneer deze vanuit de vierde opening (89) bereikbaar is, waarbij de demping 25 instelstang (10) in de holle as (4) draaibaar is naar een eerste hoekpositie waarin de vierde opening (89) geblokkeerd wordt door de demping- instelstang (10) zodat de stroming met middelmatige en hoge snelheid van de dempingsvloeistof vanaf de tweede kamer (642) naar de 30 derde kamer (641) via de derde en vierde opening (88,89) en het tweede opstroomkanaal (82) onmogelijk gemaakt wordt, een tweede hoekpositie waarin de vierde opening (89) gedeeltelijk geblokkeerd wordt door de demping-instelstang (10) en gedeeltelijk bereikbaar is vanuit de 35 groef (101) teneinde de stroming met middelmatige snelheid van de dempingsvloeistof vanaf de tweede kamer (642) naar de derde kamer (641) via het tweede opstroomkanaal (82), de groef (101) en de derde en vierde 101 83-11 opening (88,89) mogelijk te maken, en een derde hoekpositie waarin de vierde opening (89) volledig vrij ligt voor de groef (101) teneinde de stroming met hoge snelheid van de dempingsvloeistof vanaf de tweede kamer 5 (642) naar de derde kamer (641) via het tweede opstroomkanaal (82), de groef (101) en de derde en vierde opening (88,89) mogelijk te maken.
4. Schokdemper (6) volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het eerste vaste einde (611) van de eerste 10 cilinder (61) voorzien is van een centraal kanaal (14) dat zich in de axiale richting uitstrekt, en een sleuf (17) die zich vanaf het centrale kanaal (14) uitstrekt in de radiale richting ten opzichte van het centrale kanaal (14) , waarbij de holle as (4) uitsteekt tot in het 15 centrale kanaal (14), de demping- instelstang (10) een verbindingseinde (16) vertoont dat uitsteekt in het centrale kanaal (16), en de schokdemper (6) verder voorzien is van een opstroom- insteleenheid (5) welke een hefboom (511) omvat die door de sleuf (17) uitsteekt en 20 die verbonden is met het verbindingseinde (16) van de demping- instelstang (10), welke hefboom langs de sleuf (17) werkzaam is om de demping- instelstang (10) naar keuze naar de eerste, tweede en derde hoekpositie te draaien.
5. Schokdemper (6) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het eerste vaste eind (611) van de eerste cilinder (61) verder voorzien is van een dwarskanaal (15) dat zich in dwarsrichting uitstrekt ten opzichte van de axiale richting, waarbij de schokdemper (6) verder een 30 neerstroom- insteleenheid (3) omvat, welke voorzien is van een excentrische as (2) die zich in het dwarskanaal (15) uitstrekt en die verbonden is met het verbindingseinde (16) van de demping- instelstang (10), welke excentrische as (2) draaibaar is teneinde de 35 demping- instelstang (10) in de axiale richting naar de eerste, tweede en derde axiale positie te bewegen.
6. Schokdemper (6) volgens conclusie 1, gekenmerkt door een derde zuiger (9) die in de tweede cilinder (62) aangebracht is, teneinde samen te werken met de tweede zuiger (8) en de tweede cilinder (62) om daartussen de derde kamer (641) en een met het inwendige gas gevulde vierde kamer (65) te vormen, waarbij de 5 eerste, tweede, derde en vierde kamer (63,643,641,65) in de axiale richting op één lijn liggen.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1018839A NL1018839C2 (nl) | 2001-08-28 | 2001-08-28 | Instelbare schokdemper voor een rijwiel. |
DE20114472U DE20114472U1 (de) | 2001-08-28 | 2001-08-31 | Verstellbarer Stoßdämpfer für ein Fahrrad |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1018839A NL1018839C2 (nl) | 2001-08-28 | 2001-08-28 | Instelbare schokdemper voor een rijwiel. |
NL1018839 | 2001-08-28 | ||
DE20114472 | 2001-08-31 | ||
DE20114472U DE20114472U1 (de) | 2001-08-28 | 2001-08-31 | Verstellbarer Stoßdämpfer für ein Fahrrad |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1018839C2 true NL1018839C2 (nl) | 2003-03-03 |
Family
ID=27614508
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1018839A NL1018839C2 (nl) | 2001-08-28 | 2001-08-28 | Instelbare schokdemper voor een rijwiel. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE20114472U1 (nl) |
NL (1) | NL1018839C2 (nl) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE10315089A1 (de) * | 2003-04-02 | 2004-10-14 | Gustav Magenwirth Gmbh & Co. | Hubabhängiges Dämpfungssystem |
DE102005062433B4 (de) * | 2005-11-29 | 2015-08-06 | Dt Swiss Ag | Federsystem, insbesondere für Fahrräder |
-
2001
- 2001-08-28 NL NL1018839A patent/NL1018839C2/nl not_active IP Right Cessation
- 2001-08-31 DE DE20114472U patent/DE20114472U1/de not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE20114472U1 (de) | 2002-02-28 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6651787B2 (en) | Vibration damper | |
KR100219694B1 (ko) | 경로에 좌우되는 완충력 영역을 갖춘 피스톤-실린더유닛 | |
CA2150987A1 (en) | Fork Suspension with Variable Hydraulic Damping | |
US6505719B2 (en) | Damping apparatus for bicycle forks | |
US7673726B2 (en) | Bicycle damping enhancement system | |
US6119831A (en) | Controllable vibration damper for motor vehicles | |
EP3354928B1 (en) | Twin tube shock with adjustable pressure regulation | |
US5044474A (en) | Electrically adjustable shock absorber | |
NL1018839C2 (nl) | Instelbare schokdemper voor een rijwiel. | |
CN110785580A (zh) | 具有双向选择性阻塞的减震器、轮组及其摩托车 | |
WO1996039588A1 (en) | Arrangement for a gas spring | |
EP0581832A1 (en) | RETURN GAS SPRING RETARDED TO ITS INITIAL STATE AFTER COMPRESSION. | |
KR100502470B1 (ko) | 완충기 | |
US4153145A (en) | Heavy duty hydraulic shock absorber | |
JPH03172640A (ja) | 油圧緩衝装置 | |
WO2006006848A3 (en) | Shock absorber with pressure-supported adjustment | |
JP4146028B2 (ja) | ショックアブソーバ | |
US6408739B1 (en) | Pneumatic cylinder with internal liquid dampening means | |
KR101337857B1 (ko) | 쇽업소버의 감쇠력 가변밸브 조립체 | |
KR200183727Y1 (ko) | 감쇠력 조정형 유압식 쇽업소버 | |
KR100544489B1 (ko) | 쇽업소버의 충격 흡수장치 | |
GB2394758A (en) | Vibration damper | |
CN221195877U (zh) | 一种用于减振器的阻尼控制阀 | |
KR200183726Y1 (ko) | 감쇠력 조정형 유압식 쇽업소버 | |
KR100458217B1 (ko) | 차량용 조향장치 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20060301 |