NL1018820C2

NL1018820C2 - Movable armrest and equipped chair.

Info

Publication number: NL1018820C2
Application number: NL1018820A
Authority: NL
Inventors: Jeroen Hendrik Peter Theo Maas
Original assignee: Bma Ergonomics B V
Priority date: 2001-08-24
Filing date: 2001-08-24
Publication date: 2003-02-25
Also published as: EP1287765A1

Description

BEWEEGBARE ARMLEGGER EN DAARMEE UITGERUSTE STOELMOVABLE ARMRAGGER AND CHAIR EQUIPPED

De uitvinding heeft betrekking op een armlegger voor een stoel, in het bijzonder een bureaustoel, omvattende tenminste één met een frame van de stoel te verbinden drager en tenminste één beweegbaar daarmee 5 verbonden steundeel. Een dergelijke armlegger is algemeen bekend.The invention relates to an armrest for a chair, in particular an office chair, comprising at least one carrier to be connected to a frame of the chair and at least one support member movably connected thereto. Such an armrest is generally known.

Armleggers vormen een belangrijk onderdeel in het ontwerp van een stoel. Zij vervullen een tweeledige rol. Enerzijds dienen de armleggers voor het steunen van 10 het gewicht van de arm en de schouder, teneinde zo te voorkomen dat dit gewicht gedragen moet worden door de i rug, hetgeen kan leiden tot een foute zithouding. Daarnaast dienen armleggers voor het stabiliseren van de armen, die een relatief grove motoriek vertonen, bij het 15 uitvoeren van bewegingen met behulp van de polsen, handen en vingers, die een aanzienlijk meer verfijnde motoriek hebben. Deze laatste functie is met name van groot belang bij het werken met een toetsenbord of muis, waar immers het grootste deel van de handelingen met de vingers of 20 pols uitgevoerd moet worden.Armrests form an important part of the design of a chair. They play a dual role. On the one hand, the armrests serve to support the weight of the arm and the shoulder, so as to prevent this weight from having to be carried by the back, which can lead to an incorrect sitting posture. In addition, armrests serve to stabilize the arms, which exhibit relatively coarse motor skills, when performing movements with the help of the wrists, hands and fingers, which have a considerably more refined motor skills. This latter function is of particular importance when working with a keyboard or mouse, where after all the majority of the operations must be performed with the fingers or wrist.

Gezien het feit dat armleggers dus een belangrijke rol spelen bij het vinden van een optimale werkhouding, is het van groot belang dat deze zo goed mogelijk instelbaar zijn, zodat elke gebruiker van een 25 stoel de armleggers eenvoudig kan aanpassen aan zijn of haar wensen. Daarnaast is het van belang dat de armleggers een goede steun bieden en comfortabel zijn.In view of the fact that armrests thus play an important role in finding an optimum working posture, it is of great importance that these are as well as possible adjustable, so that any user of a chair can easily adapt the armrests to his or her wishes. In addition, it is important that the armrests offer good support and are comfortable.

De meeste bekende armleggers zijn in elk geval in hoogte instelbaar. Daarnaast zijn er armleggers 30 bekend, die in diepterichting, dus naar en van de rugleuning verstelbaar zijn, meestal doordat deze verschuifbaar zijn. Ook zijn er armleggers bekend die in dwarsrichting instelbaar zijn. Deze verstelbaarheid wordt dan vaak bereikt door het verschuiven van de drager ten 35 opzichte van het frame van de stoel. Tenslotte zijn er armleggers bekend waarvan de drager zwenkbaar is rond een 2 staande as, waardoor dus de armlegger in dwarsrichtmg verplaatsbaar is, onder gelijktijdige variatie van de richting van de armlegger.Most known armrests are in any case height-adjustable. In addition, armrests 30 are known which are adjustable in depth direction, i.e. towards and from the backrest, usually because they are slidable. Armrests are also known which are adjustable in transverse direction. This adjustability is then often achieved by shifting the carrier relative to the frame of the chair. Finally, armrests are known, the carrier of which is pivotable about a standing axis, as a result of which the armrest can be displaced transversely, while simultaneously varying the direction of the armrest.

Met het oog op de steun en het comfort zijn de 5 meeste armleggers in meerdere of mindere mate geprofileerd en afgerond. Bovendien zijn armleggers vaak vervaardigd van, of bekleed met, een materiaal dat relatief zacht aanvoelt of dat daadwerkelijk zacht is, zoals bijvoorbeeld een kunststofschuim. Dergelijke 10 materialen hebben het nadeel dat zij niet eenvoudig te verwerken en bovendien kwetsbaar zijn.In view of the support and comfort, the 5 most armrests are profiled and rounded to a greater or lesser extent. Moreover, armrests are often made of, or covered with, a material that feels relatively soft or that is actually soft, such as, for example, a plastic foam. Such materials have the disadvantage that they are not easy to process and, moreover, are vulnerable.

De uitvinding heeft nu tot doel een verbeterde armlegger van de hiervoor beschreven soort te verschaffen. Volgens een eerste aspect van de uitvinding 15 wordt dit bij een dergelijke armlegger bereikt, doordat het steundeel in tenminste twee richtingen verschuifbaar en om tenminste één as zwenkbaar is. Hierdoor wordt een groter aantal verstelmogelijkheden geboden dan bij bekende armleggers het geval is.The invention now has for its object to provide an improved armrest of the type described above. According to a first aspect of the invention, this is achieved with such an armrest in that the support part is slidable in at least two directions and pivotable about at least one axis. This offers a greater number of adjustment options than is the case with known armrests.

20 Bij voorkeur bepaalt het steundeel een steunvlak en is het in hoofdzaak evenwijdig aan het steunvlak verschuifbaar, en is de zwenkas in hoofdzaak loodrecht op het steunvlak gericht. Op deze wijze kan het steundeel in lengte- of diepterichting en in 25 breedterichting worden versteld, terwijl bovendien de oriëntatie van de armlegger ten opzichte van de stoel kan worden aangepast.Preferably, the support member defines a support surface and is slidable substantially parallel to the support surface, and the pivot axis is directed substantially perpendicular to the support surface. In this way the support part can be adjusted in the longitudinal or depth direction and in the width direction, while moreover the orientation of the armrest with respect to the chair can be adjusted.

Daarbij zijn met voordeel de schuifbeweging en de zwenkbeweging onafhankelijk van elkaar uitvoerbaar. Zo 30 kan voor elke parameter een gewenste instelling gezocht worden, zonder dat daarbij de reeds ingestelde waarden van andere parameters verloren gaan.The sliding movement and the pivoting movement can advantageously be carried out independently of each other. A desired setting can thus be sought for each parameter, without thereby losing the already set values of other parameters.

Teneinde te voorkomen dat de onderdelen aan het eind van hun beweging losraken, omvat de armlegger bij 35 voorkeur middelen voor het begrenzen van althans een deel van de beweging(en) van het steundeel.In order to prevent the parts from becoming detached at the end of their movement, the armrest preferably comprises means for limiting at least a part of the movement (s) of the support part.

Een constructief eenvoudig uit te voeren uitvoering van de armlegger wordt verkregen, wanneer het 3 steundeel of de drager tenminste één uitsteeksel omvat, dat beweegbaar opgenomen is in een uitsparing in de drager of het steundeel, waarbij de afmetingen van de uitsparing in de twee schuifrichtingen groter zijn dan 5 die van het daarin opgenomen uitsteeksel, en waarbij de begrenzingsmiddelen gevormd worden door een omtreksrand van de uitsparing. Daarbij vertoont met voordeel de omtreksrand een met de gewenste beweging(en) overeenkomende contour.A construction of the armrest that is structurally simple to carry out is obtained when the support part or the carrier comprises at least one protrusion which is movably received in a recess in the carrier or the support part, the dimensions of the recess being larger in the two sliding directions. are then those of the protrusion received therein, and wherein the limiting means are formed by a peripheral edge of the recess. The peripheral edge advantageously has a contour corresponding to the desired movement (s).

10 Wanneer het uitsteeksel en de omtreksrand van de uitsparing getrapt uitgevoerd zijn, waarbij elke trap van de omtreksrand een met een deel van de gewenste beweging(en) overeenkomende contour vertoont, kunnen verschillende bewegingspatronen van de onderstellen 15 worden bepaald.When the protrusion and the peripheral edge of the recess have a stepped design, wherein each step of the peripheral edge has a contour corresponding to a part of the desired movement (s), different movement patterns of the supports 15 can be determined.

Om te voorkomen dat een eenmaal ingestelde stand weer verloren gaat, kan de armlegger voorzien zijn van middelen voor het in een bepaalde stand blokkeren van het steundeel. Een robuuste en eenvoudige uitvoering 20 wordt daarbij bereikt, wanneer de blokkeringsmiddelen gevormd worden door naar elkaar gerichte, samenwerkende oppervlaktedelen van het steundeel en de drager. Bijvoorbeeld kan de drager ten minste één uitstekende nok vertonen en het steundeel een aantal daarmee 25 samenwerkende holten hebben. Hierdoor worden de blokkeringsmiddelen bij belasting van de armlegger van de stoel in elkaar gedrukt. Daarbij kunnen de holten volgens een bepaald patroon over het steundeel verdeeld zijn, om het blokkeren in een groot aantal standen mogelijk te 30 maken. Verder kunnen er veerkrachtige middelen zijn voor het naar hun blokkeringsstand voorspannen van de blokkeringsmiddelen.In order to prevent a position once set, it is lost again, the armrest can be provided with means for blocking the support part in a certain position. A robust and simple embodiment is thereby achieved if the blocking means are formed by mutually facing, cooperating surface parts of the support part and the carrier. For example, the carrier can have at least one protruding cam and the support part has a number of cavities cooperating with it. As a result, the blocking means are compressed when the armrest of the chair is loaded. The cavities can be distributed over the support part according to a certain pattern in order to allow blocking in a large number of positions. Furthermore, there may be resilient means for biasing the blocking means to their blocking position.

Volgens een tweede aspect verschaft de uitvinding een armlegger, waarvan het steundeel relatief 35 zacht is. Hierdoor wordt een optimale combinatie van steun en comfort geboden. Wanneer daarbij het steundeel hol is uitgevoerd, kan dit veerkrachtig beweegbaar zijn, waarbij lucht in de holle ruimte als verend en dempend 4 medium fungeert. Bovendien kan dan, door het althans ten dele vullen van de holle ruimte met een ander, bij voorkeur veerkrachtig vervormbaar medium, de veerkracht of zachtheid naar keuze worden ingesteld.According to a second aspect, the invention provides an armrest, the support part of which is relatively soft. This provides an optimum combination of support and comfort. If the supporting part is of hollow design, it can be resiliently movable, air in the hollow space serving as a resilient and damping medium. Moreover, by at least partially filling the cavity with another, preferably resiliently deformable medium, the resilience or softness can be adjusted as desired.

5 Met voordeel is het steundeel gevormd uit tenminste twee segmenten, waarvan het bij gebruik naar buiten gerichte segment zachter is dan het andere segment, zodat de armlegger ook zacht aanvoelt.The support part is advantageously formed from at least two segments, the segment of which is directed outwards when used is softer than the other segment, so that the armrest also feels soft.

Een productietechnische eenvoudige uitvoering 10 wordt bereikt, wanneer de segmenten door spuitgieten zijn gevormd. Voor een robuuste verbinding kunnen de segmenten door een spuitgietrand aan elkaar zijn bevestigd.A production-technically simple embodiment is achieved when the segments are formed by injection molding. For a robust connection, the segments can be attached to each other by an injection molding edge.

Teneinde het gebruikscomfort te vergroten, is bij voorkeur een naar de rugleuning van de stoel gericht 15 einde van het steundeel zo gevormd, dat uitsluitend een onderarm van de gebruiker wordt gesteund, en niet zijn elleboog. Daartoe kan dit einde bijvoorbeeld afgerond zi jn.In order to increase the user comfort, an end of the support part directed towards the back of the chair is preferably formed such that only a forearm of the user is supported, and not his elbow. To this end, this end may, for example, be rounded off.

Tenslotte heeft de uitvinding nog betrekking op 20 een stoel, die is voorzien van een frame dat tenminste één zitting draagt, alsmede tenminste één armlegger van het hier beschreven type.Finally, the invention also relates to a chair which is provided with a frame that carries at least one seat, as well as at least one armrest of the type described here.

De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van een voorbeeld, waarbij wordt verwezen naar de 25 bijgevoegde tekening, waarin:The invention is explained below with reference to an example, wherein reference is made to the accompanying drawing, in which:

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht is van een bureaustoel die is voorzien van een paar armleggers volgens de uitvinding,FIG. 1 is a perspective view of an office chair which is provided with a pair of armrests according to the invention,

Fig. 2 een perspectivisch aanzicht is van één 30 van de armleggers van de stoel van fig. 1 in een neutrale stand,FIG. 2 is a perspective view of one of the armrests of the chair of FIG. 1 in a neutral position,

Fig. 3A-D verschillende bewegingen van de armlegger tonen,FIG. 3A-D show different movements of the armrest,

Fig. 4 een perspectivisch aanzicht met 35 uiteengenomen delen is van de armlegger,FIG. 4 is a perspective view with exploded parts of the armrest,

Fig. 5 een doorgesneden perspectivisch aanzicht is, waarin schematisch de drager met het uitsteeksel en het steundeel met de uitsparing zijn weergegeven, t 5FIG. 5 is a sectional perspective view, schematically showing the carrier with the protrusion and the support part with the recess,

Fig. 6 een doorgesneden perspectivisch aanzicht is van de armlegger, enFIG. 6 is a sectional perspective view of the armrest, and

Fig. 7 een onderaanzicht is van het steundeel, met daarin de holten die onderdeel vormen van de 5 blokkeringsmiddelen.FIG. 7 is a bottom view of the support part, with the cavities therein forming part of the blocking means.

Een stoel (fig. 1) omvat een frame 2, waarop een zitting 3 en een rugleuning 4 bevestigd zijn. Het frame 2 wordt gedragen door een verrijdbaar onderstel 5. De stoel 1 is voorzien van de gebruikelijke mechanismen 10 voor het in hoogte en in diepte verstellen van de zitting 3 en de rugleuning 4.A chair (Fig. 1) comprises a frame 2 on which a seat 3 and a backrest 4 are attached. The frame 2 is supported by a mobile chassis 5. The chair 1 is provided with the usual mechanisms 10 for adjusting the seat 3 and the backrest 4 in height and depth.

De stoel 1 vertoont ook twee armleggers 6, aan weerszijden van de zitting 3. Elke armlegger 6 wordt gevormd door een drager 7, die bevestigd is aan het frame 15 2 van de stoel 1, en een steundeel 8, dat beweegbaar verbonden is met de drager 7. Elke drager 7 bestaat uit een L-vormig onderste deel 9 en een omgekeerde L-vormig bovenste deel 10, dat in hoogte verstelbaar is ten opzichte van het onderste deel 9. Het onderste deel 9 is 20 op zijn beurt op conventionele wijze in breedterichting verstelbaar met het frame 2 verbonden.The chair 1 also has two armrests 6, on either side of the seat 3. Each armrest 6 is formed by a carrier 7, which is attached to the frame 2 of the chair 1, and a support part 8, which is movably connected to the carrier 7. Each carrier 7 consists of an L-shaped lower part 9 and an inverted L-shaped upper part 10, which is adjustable in height relative to the lower part 9. The lower part 9 is in turn in a conventional manner adjustable in width direction with frame 2 connected.

Het steundeel 8 bepaalt een in hoofdzaak horizontaal gericht steunvlak S (fig. 2), en is in het getoonde voorbeeld in hoofdzaak evenwijdig aan dit 25 steunvlak S verschuifbaar in twee richtingen D en W, voor het instellen van de gewenste diepte, respectievelijk de gewenste breedte van het steundeel 8 van de armlegger 6. Daarnaast is het steundeel 8 zwenkbaar om een as die dwars op het steunvlak S gericht is, volgens de pijl R.The support part 8 defines a support surface S (Fig. 2) which is oriented substantially horizontally, and in the shown embodiment is slidable in two directions D and W parallel to this support surface S, for adjusting the desired depth and the desired depth, respectively. width of the support part 8 of the armrest 6. In addition, the support part 8 is pivotable about an axis directed transversely of the support surface S, according to the arrow R.

30 Door het steundeel 8 zo in meerdere richtingen beweegbaar ten opzichte van de drager 7 uit te voeren, wordt een optimale instelbaarheid van de armlegger 6 bereikt.By designing the support part 8 so as to be movable in several directions relative to the carrier 7, an optimum adjustability of the armrest 6 is achieved.

De verschillende bewegingen van het steundeel ten opzichte van de drager 7 kunnen onafhankelijk van 35 elkaar uitgevoerd worden. Hiertoe is in het getoonde voorbeeld de drager 7 voorzien van een uitsteeksel 11, dat op verschillende wijzen beweegbaar opgenomen is in een uitsparing 12 in het steundeel 8. De afmetingen van 6 de uitsparing 12 in de richtingen D en W zijn groter dan die van het uitsteeksel 11, zodat het uitsteeksel 11 in de uitsparing verschoven kan worden in deze richtingen, en bovendien kan worden verdraaid. De verschillende 5 bewegingen worden begrensd door een omtreksrand 13 van de uitsparing 12, waar het uitsteeksel 11 mee in contact komt. De contour van de omtreksrand 13 bepaalt dus de mogelijke bewegingspatronen van het steundeel 8 ten opzichte van de drager 7.The different movements of the support part relative to the carrier 7 can be carried out independently of each other. To this end, in the example shown, the carrier 7 is provided with a protrusion 11 which is movably received in different ways in a recess 12 in the support part 8. The dimensions of 6 the recess 12 in the directions D and W are larger than those of the protrusion 11, so that the protrusion 11 in the recess can be shifted in these directions, and moreover can be turned. The different movements are limited by a peripheral edge 13 of the recess 12, with which the protrusion 11 comes into contact. The contour of the peripheral edge 13 thus determines the possible movement patterns of the support part 8 relative to the carrier 7.

-j^Q Teneinde verschillende goed gedefinieerde bewegingen mogelijk te maken zijn in het getoonde voorbeeld het uitsteeksel 11 en de rand 13 van de uitsparing 12 elk getrapt uitgevoerd (fig. 5). Het uitsteeksel 11 heeft daarbij de gedaante van een 15 paddestoel, met een steel 14 en een overeenkomende hoed 15. De uitsparing 12 heeft een relatief kleiner oppervlak 12 S in de nabijheid van de drager 7, en een groter oppervlak 12 W op grotere afstand van de drager, en vertoont dus in feite een vernauwde opening. Daarbij is 20 de grootste maat binnen de omtreksrand 13 S van deze vernauwing kleiner dan de grootste maat van de hoed 15 van het uitsteeksel 11, zodat het uitsteeksel 11 in de uitsparing 12 opgesloten is. De mogelijke bewegingen van het steundeel 8 worden dan bepaald door enerzijds de 25 buitenomtrek van de hoed 15 in combinatie met de contour van de omtreksrand 13 L van het grote gedeelte van de uitsparing 12, en anderzijds de buitenomtrek van de steel 14 en de omtreksrand 13 S van het vernauwde deel van de uitsparing. Daarbij is in het getoonde voorbeeld de 30 binnenste trap 13 S van de omtreksrand nagenoeg rechthoekig, terwijl de buitenste trap 13 L, de hoed 15 en de steel 14, die bepaald wordt door twee schroefkokers 16, ovaal of elliptisch zijn uitgevoerd.In order to allow for various well-defined movements, in the example shown, the projection 11 and the edge 13 of the recess 12 are each stepped (FIG. 5). The protrusion 11 has the shape of a mushroom, with a handle 14 and a corresponding hat 15. The recess 12 has a relatively smaller surface 12 S in the vicinity of the carrier 7, and a larger surface 12 W at a greater distance from the carrier, and thus in fact has a narrowed opening. Thereby, the largest dimension within the peripheral edge 13S of this narrowing is smaller than the largest dimension of the hat 15 of the protrusion 11, so that the protrusion 11 is confined in the recess 12. The possible movements of the support part 8 are then determined on the one hand by the outer circumference of the hat 15 in combination with the contour of the peripheral edge 13 L of the large part of the recess 12, and on the other hand by the outer circumference of the handle 14 and the peripheral edge 13. S of the constricted part of the recess. In the example shown, the inner stage 13 S of the peripheral edge is substantially rectangular, while the outer stage 13 L, the hat 15 and the stem 14, which is defined by two screw sleeves 16, are of oval or elliptical design.

Het is wenselijk dat de armlegger 6 een eenmaal 35 ingestelde stand houdt, tot deze instellingen bewust worden gewijzigd. Daartoe zijn er middelen aanwezig voor het in een bepaalde stand ten opzichte van de drager 7 blokkeren van het steundeel 8. Deze blokkeringsmiddelen 7 worden hier gevormd door nokken 17 op het naar het steundeel 8 gerichte oppervlak 19 van de drager 7, en daarmee samenwerkende holten 18 in het naar de drager 7 gerichte oppervlak 32 van het steundeel 8.It is desirable that the armrest 6 maintains a position once it has been set, until these settings are consciously changed. To this end, means are present for blocking the support part 8 in a certain position relative to the support 7. These blocking means 7 are here formed by cams 17 on the surface 19 of the support 7 facing the support part 8, and cavities cooperating therewith. 18 in the surface 32 of the support part 8 facing the carrier 7.

5 Door de nokken 17 en holten 18 op/in deze oppervlakken 19, 32 te vormen, wordt gewaarborgd dat de blokkeringsmiddelen 17 werkzaam zijn onder belasting, wanneer het steundeel 8 met kracht op de drager 7 gedrukt wordt. Om te waarborgen dat de blokkeringsmiddelen 17 10 werkzaam blijven wanneer de armlegger 6 niet belast is, zijn er veerkrachtige voorspanmiddelen 20 voorzien. Deze voorspanmiddelen 20 worden hier gevormd door een drukveer, die tussen de onderzijde van de hoed 15 van het uitsteeksel 11 en een oppervlak 21 tussen de beide 15 omtreksranden 13 S, 13 L is aangebracht.By forming the projections 17 and cavities 18 on / in these surfaces 19, 32, it is ensured that the blocking means 17 are active under load when the support part 8 is forcefully pressed onto the carrier 7. To ensure that the blocking means 17 remain active when the armrest 6 is not loaded, resilient biasing means 20 are provided. These biasing means 20 are here formed by a compression spring which is arranged between the underside of the hat 15 of the protrusion 11 and a surface 21 between the two peripheral edges 13 S, 13 L.

De holten 18 van de blokkeringsmiddelen kunnen in een bepaald patroon in het oppervlak 32 zijn gevormd, bijvoorbeeld in rijen (in de breedterichting W) en kolommen (in de lengte- of diepterichting D) (fig. 6), en 20 kunnen door opstaande randen 33 van elkaar gescheiden zijn. In de holten 19 die zich in de breedterichting W uitstrekken zijn met regelmatige tussenafstand obstakels of noppen 34 gevormd, waarvan de hoogte kleiner is dan de diepte van de holten 18. Door het steundeel 8 iets van de 25 drager 7 te verwijderen, tegen de werking van de voorspanmiddelen 20 in, kunnen de nokken 17 uit de holten 18 gelicht worden en kan het steundeel 8 worden bewogen. Daarbij moet, om het steundeel in breedterichting W of in diepterichting D te verplaatsen, het steundeel 8 over de 30 volledige diepte van de holten 19 worden opgelicht,The cavities 18 of the blocking means can be formed in a certain pattern in the surface 32, for example in rows (in the width direction W) and columns (in the length or depth direction D) (Fig. 6), and 20 can be formed by raised edges 33 are separated from each other. In the cavities 19 extending in the width direction W, obstacles or studs 34 are formed at regular intervals, the height of which is smaller than the depth of the cavities 18. By slightly removing the support part 8 from the support 7, against the action of the biasing means 20, the cams 17 can be lifted out of the cavities 18 and the support member 8 can be moved. Thereby, in order to move the support part in width direction W or in depth direction D, the support part 8 must be lifted over the full depth of the cavities 19,

teneinde de nokken 17 over één of meer opstaande randen 33 te verplaatsen. Hierdoor is deze beweging relatief zwaar, en wordt dus een eenmaal ingestelde stand niet eenvoudig veranderd. Doordat echter de noppen 34 zich 35 niet over de gehele diepte van de holten 18 uitstrekken, behoeft voor een rotatiebeweging het steundeel 8 minder ver opgelicht te worden. Daarbij zal de nok 17 die in één van de zich in diepterichting uitstrekkende holten 18 Din order to move the cams 17 over one or more raised edges 33. As a result, this movement is relatively heavy and, therefore, a position once set is not easily changed. However, because the studs 34 do not extend over the entire depth of the cavities 18, the supporting part 8 need be lifted less far for a rotational movement. Thereby, the cam 17 which will be in one of the cavities 18 D extending in depth direction

8 bevindt op zijn plaats blijven, terwijl de andere nok 17 binnen één en dezelfde holte 19 W over één of meer noppen 34 verplaatst wordt. Op deze wijze wordt de richting van het steundeel 8 ten opzichte van de drager 7, zonder dat 5 daarbij de ingestelde standen in breedte- en diepterichting W, D verloren gaan. Deze laatste instellingen zijn als het ware hoofdinstellingen, terwijl de richting van het steundeel ten opzichte van de drager een secundaire instelling is.8 remains in place, while the other cam 17 is moved within one and the same cavity 19 W over one or more studs 34. In this way the direction of the support part 8 relative to the carrier 7 is lost, without thereby losing the adjusted positions in width and depth direction W, D. These latter settings are, as it were, main settings, while the direction of the support part relative to the carrier is a secondary setting.

-^0 Omdat het uitsteeksel 11 bij de getoonde uitvoering van de armlegger 6 is opgesloten in de uitsparing 12, is het steundeel 8 gedeeld uitgevoerd, terwijl het uitsteeksel 11 als afzonderlijk aan de drager 7 bevestigd onderdeel is uitgevoerd. Het steundeel 8 15 omvat een naar de drager 7 gekeerde onderkap 22, welke de omtreksranden 13 S, 13 L draagt, alsmede een losneembaar (daarmee verbonden bovenkap 23, die het eigenlijke steunvlak S bepaalt. De bovenkap 23 is hier aan de onderkap 22 bevestigd door middel van een achter elkaar 20 grijpende haakdelen 24, 25 en schroeven die vanaf de onderzijde door openingen 26, 27 in de onderkap 22 en in de bovenkap 23 worden gedraaid.Because, in the embodiment of armrest 6 shown, the protrusion 11 is enclosed in the recess 12, the support part 8 is of divided design, while the protrusion 11 is embodied as a separate component attached to the carrier 7. The support part 8 comprises a lower cap 22 facing the carrier 7, which supports the peripheral edges 13 S, 13 L, and a detachable (connected thereto upper cap 23, which defines the actual supporting surface S. The upper cap 23 is here fixed to the lower cap 22 by means of hook parts 24, 25 engaging one behind the other and screws which are turned from the bottom through openings 26, 27 in the bottom cap 22 and in the top cap 23.

Voor het comfort van de armlegger 6 is het van groot belang dat deze relatief zacht aanvoelt, en 25 bovendien veerkrachtig vervormbaar is. Daartoe is althans dat gedeelte van het steundeel 8 dat het eigenlijke steunvlak S bepaalt, van een comfortabel aanvoelende kunststof vervaardigd. Met het oog op de vervormbaarheid is de bovenkap 23 eveneens gedeeld uitgevoerd, waarbij 30 een holle ruimte 28 vrijgelaten is tussen het onderste en bovenste deel 29, 30 van de bovenkap 23. In deze holle ruimte zal in de meest eenvoudige uitvoering lucht opgesloten zijn, maar het is ook mogelijk hier een ander medium in op te nemen. De beide delen 29, 30 zijn daarbij 35 door spuitgieten gevormd, en met elkaar verbonden door een hermetisch afgedichte, rondlopende verbindingsrand 31, die eveneens door spuitgieten gevormd kan zijn. Zo wordt een armlegger 6 verkregen, die relatief zacht is en 9 zich dus aanpast aan een gebruiker, die comfortabel aanvoelt en die toch minder kwetsbaar is dan bekende armleggers van kunststofschuim.For the comfort of the armrest 6 it is of great importance that it feels relatively soft and, moreover, is resiliently deformable. To that end, at least that part of the support part 8 which defines the actual support surface S is made of a comfortable-to-feel plastic. In view of the deformability, the top cap 23 is also of divided design, wherein a hollow space 28 is left free between the lower and upper part 29, 30 of the top cap 23. In this hollow space air will be enclosed in the simplest embodiment, but it is also possible to include another medium here. The two parts 29, 30 are thereby formed by injection molding, and connected to each other by a hermetically sealed, circumferential connecting edge 31, which may also be formed by injection molding. An armrest 6 is thus obtained, which is relatively soft and 9 thus adapts to a user who feels comfortable and yet is less vulnerable than known armrests made of plastic foam.

Het comfort van de armlegger 6 wordt verder 5 verhoogd door de vormgeving daarvan. In het getoonde voorbeeld is het naar de rugleuning 4 gerichte einde zodanig afgerond, dat de onderarm van een gebruiker wel, maar zijn elleboog niet op de armlegger 6 rust. Dit leidt tot een aangenamere ondersteuning van de arm.The comfort of the armrest 6 is further increased by the design thereof. In the example shown, the end directed towards the backrest 4 is rounded such that the forearm of a user, but his elbow, does not rest on the armrest 6. This leads to a more pleasant support of the arm.

10 De uitvinding biedt zo dus een armlegger die eenvoudig op velerlei wijze verstelbaar is, zowel in onbelaste als belaste toestand een eenmaal ingestelde stand vasthoudt, en die relatief snel, met eenvoudige middelen en tegen geringe kosten te vervaardigen is.The invention thus thus offers an armrest that is easily adjustable in a variety of ways, holds a position once it has been set both in the unloaded and loaded state, and which can be manufactured relatively quickly, with simple means and at low costs.

15 Hoewel de uitvinding hiervoor is toegelicht aan de hand van een voorbeeld, is deze daartoe niet beperkt. Zo zou het steundeel andere bewegingen ten opzichte van de drager kunnen uitvoeren dan de beschreven schuif- en zwenkbewegingen. Ook zouden de posities van het 20 uitsteeksel en de uitsparing omgekeerd kunnen worden, terwijl deze onderdelen ook enkelvoudig in plaats van getrapt uitgevoerd zouden kunnen zijn. Daarnaast zijn andere varianten van de blokkeringsmiddelen denkbaar, terwijl ook de constructie van bijvoorbeeld het steundeel 25 of de bovenkap daarvan aangepast kan worden. De uitvinding wordt dan ook alleen bepaald door de bijgaande conclusies.Although the invention has been explained above with reference to an example, it is not limited thereto. For example, the support part could perform other movements relative to the carrier than the described sliding and pivoting movements. The positions of the protrusion and the recess could also be reversed, while these parts could also have a single instead of a stepped design. In addition, other variants of the blocking means are conceivable, while the construction of, for example, the support part 25 or the top cap thereof can also be adapted. The invention is therefore only defined by the appended claims.

Claims

Armrest for a chair, in particular an office chair, comprising at least one carrier to be connected to a frame of the chair and at least one support part movably connected thereto, characterized in that the support part is slidable in at least two directions and around at least one axis is pivotable.

Armrest as claimed in claim 1, characterized in that the support part defines a support surface and is displaceable substantially parallel to the support surface, and the pivot axis is oriented substantially perpendicular to the support surface.

Armrest as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the sliding movement and the pivoting movement can be carried out independently of each other.

Armrest as claimed in any of the foregoing claims, characterized by means for limiting at least a part of the movement (s) of the support part.

5. Armrest as claimed in claim 4, characterized in that the support part or the carrier comprises at least one protrusion which is movably received in a recess in the carrier or the support part, the dimensions of the recess being larger in the two sliding directions than that of the protrusion received therein, and wherein the limiting means are formed by a peripheral edge of the recess.

Armrest as claimed in claim 5, characterized in that the peripheral edge has a contour corresponding to the desired movement (s).

Armrest as claimed in claim 6, characterized in that the protrusion and the peripheral edge of the recess are of stepped design, wherein each step of the peripheral edge has a contour corresponding to a part of the desired movement (s).

Armrest as claimed in any of the foregoing claims, characterized by means for blocking the support part in a certain position.

9. Armrest as claimed in claim 8, characterized in that the blocking means are formed by mutually facing, cooperating surface parts of the support part and the carrier.

Armrest as claimed in claim 9, characterized in that the carrier has at least one protruding cam and the support part has a number of cavities cooperating with it.

Armrest as claimed in claim 10, characterized in that the cavities are distributed over the support part according to a specific pattern.

Armrest according to one of the preceding claims or according to the preamble of claim 1, characterized in that the support part is relatively soft.

Armrest according to claim 12, characterized in that the support part is hollow.

Armrest as claimed in claim 13, characterized in that the support part is formed from at least two segments, the segment of which is directed outwards when used is softer than the other segment.

15. Armrest as claimed in claim 14, characterized in that the segments are formed by injection molding.

Armrest as claimed in claim 14 or 15, characterized in that the segments are attached to each other by an injection molding edge.

Armrest as claimed in any of the claims 13-16, 30, characterized in that the hollow support part is at least partially filled with a resiliently deformable medium.

18. An armrest according to any one of the preceding claims or according to the preamble of claim 1, characterized in that an end of the support part directed towards a backrest of the chair is shaped such that only a forearm of a user is supported.

19. Chair provided with a frame that carries at least one seat, as well as at least one armrest according to one of the preceding claims.