NL1018576C2 - Uitvoerinrichting voor het afvoeren van stortgoed en behandelingsinrichting voorzien van een dergelijke afvoerinrichting. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Uitvoerinrichting voor het afvoeren van stortgoed en behandelingsinrichting voorzien van een dergelijke afvoerinrichting

De uitvinding heeft in de eerste plaats betrekking op een uitvoerinrichting voor het afvoeren van stortgoed uit een reservoir, welke inrichting een gestel met een vast rooster van onder vrijlating van doorgaande eerste openingen op afstand van elkaar gelegen eerste 5 roosterelementen en een ten opzichte van het vaste rooster beweegbaar rooster van onder vrijlating van doorgaande tweede openingen op afstand van elkaar gelegen tweede roosterelementen omvat, zodanig dat de tweede roosterelementen van het beweegbare rooster op afstand onder de eerste openingen van het vaste rooster zijn gepositioneerd, 10 en een aandrijving voor het laten bewegen van het beweegbaar rooster.

Een dergelijke uitvoerinrichting is uit NL-A-7908335 bekend, en wordt bijv. toegepast voor het verwijderen van stortgoed, zoals korrelvormige materialen waaronder veevoer of ander diervoeder zoals katten- en hondenbrokken, uit een silo. Bij deze bekende 15 uitvoerinrichting is een rooster "dubbel" uitgevoerd, d.w.z. dit rooster bestaat uit twee evenwijdige, op afstand van elkaar gelegen roostervlakken van horizontale roosterelementen, tussen welke roosterelementen zich doorgaande openingen bevinden. De roosterelementen van het eerste roostervlak zijn over de halve 20 steekafstand verschoven ten opzichte van de roosterelementen van het tweede roostervlak. Daardoor blijft tijdens bedrijf stortgoed op de roosterelementen van het tweede onderste roostervlak liggen. Tussen de twee roostervlakken is een ander rooster opgesteld met ten opzichte van de roostervlakken van het eerste rooster verticaal 25 gerichte roosterelementen, waarbij de steekafstand van de verticaal gerichte roosterelementen gelijk is aan de steekafstand van de roosterelementen van het dubbele rooster. Door relatieve verplaatsing van de twee roosters, bij voorkeur door horizontale beweging van het dubbele rooster, wordt het stortgoed vanaf de roosterelementen van 30 het onderste roostervlak van het dubbele rooster geschoven met behulp van de stationaire, verticale roosterelementen van het andere rooster.

Vaak dient het stortgoed niet alleen in het reservoir op voorraad te worden gehouden, maar wordt ook gelijktijdig een 1018576* - 2 - behandeling zoals koeling van het stortgoed uitgevoerd. Koelinrichtingen voorzien van een dergelijke uitvoerinrichting worden meestal uit thermodynamische overwegingen volgens het tegenstroomprincipe bedreven, waarbij het te behandelen stortgoed van 5 boven naar beneden in een koelkamer beweegt, waardoorheen koellucht al dan niet op geforceerde wijze van onder naar boven wordt geleid.

Deze bekende uitvoerinrichting heeft echter een aantal nadelen. Door het verschuiven van de twee roosters over elkaar heen wordt het stortgoed sterk mechanisch belast, bijv. verklemd hetgeen 10 tot schade aan het product leidt. Voorbeelden daarvan zijn vergruizing, of het loslaten van bekledingsdelen, zoals vlokken e.d. waarmee sommige diervoeders met de vorm van brokken zijn bedekt. Dergelijke beschadigingen zijn ongewenst, omdat deze de uiteindelijke kwaliteit van het product aantasten. Wanneer tijdens het verblijf van 15 het stortgoed in het reservoir tevens een behandeling daarop wordt uitgevoerd, dient de afvoer zo gelijkmatig mogelijk te zijn, zodat al het stortgoed aan een uniforme behandeling (tijdsduur, temperatuur etc.) wordt onderworpen. Gebleken is dat de gelijkmatigheid van het afvoeren van stortgoed met deze bekende inrichting eveneens te wensen 20 overlaat. Brugvorming in het reservoir zelf is voor een uniforme behandeling eveneens een nadelige factor. Verder is de bekende uitvoerinrichting niet of minder geschikt voor ronde, cilindrische reservoirs.

In het vak is verder een uitvoermechanisme omvattende een 25 excentrisch draaiende schijf bekend, waarbij dezelfde hierboven reeds besproken nadelen ten aanzien van productkwaliteit en -uniformiteit optreden.

De onderhavige uitvinding heeft ten doel een uitvoerinrichting te verschaffen, waarbij bovenstaande nadelen zijn verminderd of 30 geëlimineerd. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding ten doel een uitvoerinrichting te verschaffen, waarbij de kans op het optreden van beschadiging van het product is gereduceerd. Nog een ander doel is een uitvoerinrichting te verschaffen, die een gelijkmatige uitvoer toelaat, zodat een eventuele productbehandeling 35 in het reservoir op uniforme wijze kan worden uitgevoerd.

Een uitvoerinrichting van de hierboven beschreven soort wordt volgens de uitvinding daartoe gekenmerkt doordat het beweegbaar rooster verend is opgehangen aan het gestel en doordat de aandrijving voor het bewegen van het beweegbaar rooster een trilaandrijving voor 40 het laten trillen van het beweegbaar rooster is.

101 85 7 6-· - 3 -

Bij de onderhavige uitvoerinrichting wordt tijdens bedrijf het onderste rooster, dat verend is opgehangen aan het gestel, in trilling gebracht, waardoor eveneens de op de tweede roosterelementen van het beweegbare rooster rustende stortkegels in trilling worden 5 gebracht- Door deze trilling wordt de natuurlijke taludhoek van een stortkegel verkleind, zodat het product zijdelings gaat uitstromen. Het stortgoed wordt dan door de tussen de tweede roosterelementen van het beweegbare rooster gelegen tweede openingen afgevoerd, en kan naar behoefte verder worden verwerkt, zoals opgevangen en verzameld. 10 Beschadiging van het stortgoed door verklemming tussen roosterelementen treedt niet op, zodat een uniforme kwaliteit, ook met betrekking tot de deeltjesgrootte(verdeling), behouden blijft. Daarnaast vindt een gelijkmatige afvoer van het stortgoed over nagenoeg de gehele onderkant van het reservoir plaats, hetgeen een 15 uniforme behandeling in het reservoir qua tijdsduur toelaat. De uitvoercapaciteit is door regeling van de trilling, zoals uitslag en frequentie, traploos instelbaar.

Het beweegbare rooster wordt in deze beschrijving ook wel aangeduid met de term "trilbodem" en het vaste rooster met 20 "kegelbodem", zoals later nog duidelijk zal worden.

De afstand tussen de kegelbodem en de trilbodem is met voordeel instelbaar. Tijdens het eerste vullen van het reservoir, bijvoorbeeld tijdens het opstarten van een koelinrichting, die van een uitvoerinrichting volgens de uitvinding is voorzien, wordt de 25 trilbodem tegen de kegelbodem aangetrokken, zodat geen doorvoer van het te behandelen stortgoed plaatsvindt. Immers de eerste openingen van de kegelbodem worden dan afgedekt door de tweede roosterelementen van de trilbodem. Wanneer de gewenste vulhoogte in het reservoir is bereikt, wordt de trilbodem omlaag bewogen en de aandrijving daarvan 30 in werking gezet. Tijdens bedrijf bedraagt de afstand tussen kegelbodem en trilbodem in het algemeen enkele centimeters, bijv. 5 cm. De uitslag van de trilbodem bedraagt enkele millimeters.

Met voordeel is de trilaandrijving opgesteld voor het in hoofdzaak in horizontale richting laten trillen van het beweegbaar 35 rooster. Deze voorkeursrichting van de trilling geeft een gelijkmatige productuitvoer.

De uitvoerinrichting volgens de uitvinding kan bij elke vorm van het reservoir worden toegepast. De uitvoerinrichting kan met voordeel worden toegepast bij polygone of ronde reservoirs of 40 behandelingsinrichtingen, daar deze beter te reinigen zijn en .101 8576 · - 4 - derhalve de hygiëne daarin beter verzorgd kan worden dan bij reservoirs met een vierkante doorsnede. Voor toepassing bij dergelijke reservoirs zijn de roosterelementen bij voorkeur ringvormig of polygoon. Meer in het bijzonder zijn polygone 5 roosterelementen opgebouwd uit een aantal segmenten, die op een gemeenschappelijk subgestel, voor elk rooster of bodem een, zijn bevestigd.

De tweede roosterelementen van de trilbodem omvatten met voordeel in hoofdzaak in een horizontaal vlak gelegen platen of 10 plaatsegmenten, die bij voorkeur om de middenlangsas daarvan in neerwaartse richting zijn omgezet over een kleine hoek. Door deze enigszins afhellende vorm van de roosterelementen wordt de afvoer van het stortgoed gunstig beïnvloed.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de eerste 15 roosterelementen van de kegelbodem omvatten deze een bovenste hoekprofiel, waarvan de hoek naar boven is gericht, waarbij onder de naar beneden hellende zijvlakken en onder vrijlating van een spleet -bij voorkeur in hoofdzaak evenwijdig daaraan verlopende - verdere zijvlakken zijn gelegen. Deze constructie van de eerste 20 roosterelementen laat een gelijkmatig zakken van het stortgoed in hoofdzaak als gevolg van het eigen gewicht daarvan tot op de beweegbare tweede roosterelementen in de vorm van stortkegels toe, waarbij de trilling van de trilbodem in de spleet tussen de zijvlakken wordt geabsorbeerd en niet wordt doorgegeven aan het 25 stortgoed dat zich hoog in het reservoir bevindt. Hierdoor wordt vergruizing door vibratie vermeden. Verder vormen dergelijke spleten een goede inlaat voor koellucht.

Een tweede aspect van de uitvinding betreft een behandelingsinrichting voor het behandelen van stortgoed, in het 30 bijzonder van diervoer, zoals veevoer en voer voor huisdieren, omvattende een behandelkamer en een invoer voor het invoeren van te behandelen stortgoed in de behandelkamer, waarbij aan de onderzijde van de behandelkamer een uitvoerinrichting volgens de uitvinding is voorzien. Hiermee worden de hierboven reeds besproken voordelen 35 bereikt, in het bijzonder uniforme behandelingsomstandigheden waaronder behandelingsduur.

Teneinde het stortgoed dat met behulp van de uitvoerinrichting volgens de uitvinding over een groot gedeelte van de bodem wordt afgevoerd centraal verder te kunnen verwerken is met voordeel onder i o * 85 7 6 i - 5 - het beweegbare rooster een naar beneden toe hellende konische afvoerbodem met centrale afvoeropening opgesteld.

Teneinde een gelijkmatige afvulling van de behandelkamer mogelijk te maken is met voordeel beneden de invoer in de 5 behandelkamer een verdeelinrichting voor het verdelen van het stortgoed voorzien.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van een behandelingsinrichting volgens de uitvinding is een tegenstroomkoelinrichting.

De uitvinding wordt hierna verder toegelicht aan de hand van 10 de bijgevoegde tekening, waarin:

Fig. 1 toont een schematische doorsnede van een uitvoeringsvorm van een tegenstroomkoelinrichting volgens de uitvinding;

Fig. 2 toont in meer detail in doorsnede de in de 15 koelinrichting volgens fig. 1 toegepaste uitvoerinrichting volgens de uitvinding;

Fig. 3 toont in doorsnede onderdelen van de inrichting volgens fig. 2 in uit elkaar getrokken toestand;

Fig. 4 is een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van een 20 trilbodem van een uitvoerinrichting volgens de uitvinding; en

Fig. 5 is een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van een kegelbodem van een uitvoerinrichting volgens de uitvinding.

In fig. 1 is een tegenstroomkoelinrichting 10 volgens de uitvinding schematisch weergegeven. De koelinrichting 10 omvat een 25 huis 12, waarbij in het dak 14 daarvan een centrale productinvoeropening 16 is voorzien. Aan de onderzijde van het huis 12 is als bodem een uitvoerinrichting 20 volgens de uitvinding voorzien. Het huis 12 en de uitvoerinrichting 20 definiëren tesamen een koelkamer 22. In de weergegeven uitvoeringsvorm heeft de centrale 30 productinvoeropening 16 een trechtervorm. Direct onder de uitloop 24 daarvan is een verdeelinrichting 26 voor het verdelen van het toegevoerde deeltjesvormige product door de koelkamer 22 heen opgesteld. Deze verdeelinrichting 26 bestaat hier uit een (al dan niet aangedreven roteerbare) verdeelgoot 28, waarvan het 35 afvoeruiteinde is voorzien van een verticale verdeelplaat 29. De verdeelplaat 29 is verder voorzien van een aantal beweegbaar opgestelde verdeelelementen 30, die zich in hoofdzaak loodrecht op de verdeelplaat 29 uitstrekken. De verdeelinrichting 26 is bovenop een centrale kolom 32 opgesteld, waarin desgewenst de aandrijfinrichting 40 (niet-weergegeven) van de verdeelinrichting 26 kan zijn 101 8576·-? - 6 - ondergebracht. Met het oog op het regelen van de vulgraad kunnen in het huis nivometers 34 zijn aangebracht, die gekoppeld zijn aan de besturing van de aandrijfinrichting van de verdeelinrichting 26. Een in hoogte verstelbare ring 36 met steunarmen 38 is voorzien om het 5 toegevoerde product door botsing tegen de ring 36 nabij de centrale kolom 32 te deponeren. Aldus is een vlakke afvulling van de koelkamer 22 mogelijk.

De uitvoerinrichting 20 omvat een gestel 39 met een vast rooster, dat in zijn geheel met verwijzingscijfer 40 is aangeduid, 10 met vaste eerste roosterelementen 42, die op afstand van elkaar aan een subframe zijn bevestigd, dat in het bovenaanzicht van fig. 5 schematisch is weergegeven en aangeduid met verwijzingscijfer 44. Opgemerkt wordt dat in de bovenaanzichten van fig. 4 en 5 de open gedeelten zijn gearceerd. Aan de omtrek is het subframe 44 voorzien 15 van een aantal flenzen 46, die door steunpoten 48 worden gedragen. De vaste eerste roosterelementen 42 omvatten segmenten 49, die elk -behalve de buitenste - uit een gehoekt topprofiel 50 bestaan, waarvan de top omhoog is gericht, en zijvlakken 52 naar beneden hellen. Onder dit profiel 50 zijn evenwijdig aan de zijvlakken 52 verdere 20 zijvlakken 54 opgesteld onder vrijlating van een spleet 56. De uiteinden 58 van de zijvlakken 54 zijn in verticale neerwaartse richting omgezet en begrenzen doorgaande eerste openingen 60. Vanwege deze op een kegel gelijkende vorm van de roosterelementen 42 wordt het vaste rooster 40 ook wel kegelbodem genoemd. Een trillend 25 beweegbaar rooster 62 met tweede roosterelementen 64 is beneden en op afstand van de kegelbodem 40 opgesteld, hetgeen het duidelijkst blijkt uit fig. 2 en 3. De tweede roosterelementen 64 bestaan eveneens uit segmenten 65 (zie fig. 4), die op een gemeenschappelijk subframe 66 zijn bevestigd. De tweede roosterelementen 64 bezitten 30 grotere afmetingen dan de direct daarboven gelegen eerste openingen 60, zodat op de tweede roosterelementen 64 stortkegels 68 worden gevormd. Het subframe 66 wordt tijdens bedrijf in trilling gebracht met een trilaandrijving 70, die omgeven door een konische afvoerbodem 72 is opgesteld. Desgewenst is plaatsing van de aandrijving 70 in de 35 centrale kolom 32 mogelijk. Teneinde het horizontale transport van stortgoed op de tweede roosterelementen 64 te vergemakkelijken zijn deze plaatvormige in hoofdzaak horizontale tweede roosterelementen 64 enigszins bolvormig uitgevoerd of om de middenlangsas daarvan in neerwaartse richting omgezet over een kleine hoek (< 5°). De 40 afvoerbodem 72 met trilbodem 62 is verend opgehangen aan de flenzen 101 8576-4 - 7 - 46 met behulp van samendrukbare verbindingen in de vorm van draadeinden 74 met veren of dempers 76, waarmee de afstand tussen trilbodem 62 en kegelbodem 40 nauwkeurig kan worden ingesteld. Met behulp van niet weergegeven zuiger/cilinder-samenstellen kunnen de 5 afvoerbodem 72 met trilbodem 62 tegen de kegelbodem 40 worden aangetrokken, zodat in die positie geen doorschot kan plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld tijdens het initieel vullen gewenst is.

In de linkerhelft van fig. 2 is het product en de stroming daarvan gearceerd weergegeven, terwijl de luchtstroming met pijlen is 10 aangeduid. Vanuit de koelkamer 22 stroomt het product door de eerste openingen 60 op de in trilling gebrachte tweede roosterelementen 64, en vervolgens door de daartussen gelegen tweede openingen 78 op de afvoerbodem 72 met centrale ringvormige afvoeropening 80. De aandrijving 70 is afgeschermd door middel van een afscherming 82. De 15 koellucht treedt door de afvoeropening 80 en desgewenst door omtreksspleten tussen de trilbodem 62 en kegelbodem 40 naar binnen. Aldus wordt een gelijkmatige afvoer van het product over het gehele bodemoppervlak bereikt, terwijl de toevoer van koellucht door natuurlijke aanzuiging eveneens over het gehele bodemoppervlak 20 gelijkmatig verloopt. Aan de bovenzijde van de koelinrichting 10 kunnen desgewenst luchtafvoeropeningen (niet-weergegeven) zijn voorzien.

In de rechterhelft van fig. 2 is met pijlen aangegeven dat de trillingsenergie zich kan ontladen in de spleten van de kegelbodem 25 40. Het gevolg daarvan is onder meer dat het product slechts gedurende een relatief korte periode wordt blootgesteld aan trillingen, immers het product wordt vanaf die positie snel afgevoerd, zodat gruisvorming niet optreedt. Een ander gevolg van de trillingsontlading is dat het product dat zich boven de lijn 84 30 bevindt, nog niet of nauwelijks aan trilling wordt blootgesteld. De natuurlijke taludhoek α van het stortgoed is eveneens geschetst. Deze hoek α wordt kleiner als de tweede roosterelementen 64 in trilling worden gebracht, waardoor het product gaat uitstromen over de tweede roosterelementen 64 heen. De uitstroomsnelheid is afhankelijkheid van 35 de trillingsfrequentie en -amplitude, en zodoende regelbaar.

101 8576 ^

Claims (8)

1. Uitvoerinrichting voor het afvoeren van stortgoed uit een reservoir, welke inrichting een gestel met een vast rooster van onder vrijlating van doorgaande eerste openingen op afstand van elkaar gelegen eerste roosterelementen en een ten opzichte van het vaste 5 rooster beweegbaar rooster van onder vrijlating van doorgaande tweede openingen op afstand van elkaar gelegen tweede roosterelementen omvat, zodanig dat de tweede roosterelementen van het beweegbare rooster op afstand onder de eerste openingen van het vaste rooster zijn gepositioneerd, en een aandrijving voor het laten bewegen van 10 het beweegbaar rooster, met het kenmerk dat het bewegbaar rooster (62) verend is opgehangen aan het gestel (39) en dat de aandrijving voor het bewegen van het beweegbaar rooster een trilaandrijving (70) voor het laten trillen van het beweegbaar rooster (62) is.

2. Uitvoerinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de trilaandrijving (70) is opgesteld voor het in hoofdzaak in horizontale richting laten trillen van het beweegbaar rooster (62) is.

3. Uitvoerinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de roosterelementen (42; 64) in hoofdzaak ringvormig zijn.

4. Uitvoerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de beweegbare roosterelementen (64) in hoofdzaak 25 in een horizontaal vlak gelegen platen omvatten, die om de middenlangsas daarvan in neerwaartse richting zijn omgezet over een kleine hoek.

5. Uitvoerinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, 30 met het kenmerk dat de vaste roosterelementen (42) een bovenste hoekprofiel (50) omvatten, waarvan de hoek naar boven is gericht, waarbij onder de naar beneden hellende zijvlakken (52) daarvan en onder vrijlating van een spleet (56) verdere zijvlakken (54) zijn voorzien. 35 1 01 857 6 5 - 9 - 6. üitvoerinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de afstand tussen het beweegbare rooster (62) en het vaste rooster (40) instelbaar is.

7. Behandelingsinrichting, in het bijzonder tegenstroomkoelinrichting (10), omvattende een behandelkamer (22), een invoer (16) voor het invoeren van te behandelen stortgoed in de behandelkamer (22) , en aan de onderzijde van de behandelkamer (22) een üitvoerinrichting (20) volgens een van de voorgaande conclusies. 10

8. Behandelingsinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk dat onder het beweegbare rooster (62) een naar beneden toe hellende konische afvoerbodem (72) met centrale afvoeropening (80) is voorzien. 15

9. Behandelingsinrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk dat onder de invoer (16) een verdeelinrichting (26) voor het verdelen van stortgoed in de behandelkamer (22) is voorzien. 20 1018576^