NL1018495C1

NL1018495C1 - Deksel voor een stapelbare krat.

Info

Publication number: NL1018495C1
Application number: NL1018495A
Authority: NL
Inventors: Gerardus Johannes Maria Wolken
Original assignee: Gerardus Johannes Maria Wolken
Priority date: 2001-07-09
Filing date: 2001-07-09
Publication date: 2003-01-10

Description

Deksel voor een stapelbare krat.

De uitvinding heeft betrekking op een deksel voor het afsluiten van de open bovenzijde van een krat, bestaande uit 5 een in de open bovenzijde van een krat plaatsbare onderste horizontale omtreksrand die althans nagenoeg aansluit op de bovengelegen binnenste omtrekswand van een krat maar in de hoekgebieden ontbreekt, en een boven de open bovenzijde van een krat plaatsbare bovenste horizontale omtreksrand die zich 10 uitstrekt tot gelijk of over de buitenste omtrekswand van een krat, en waarbij de bovenste horizontale omtreksrand van het deksel is verbonden met de onderste horizontale omtreksrand van het deksel door een aan de binnenomtrek van deze omtreksranden verticale omtrekswand en een zich daartussen uitstrekkende 15 lijfplaat, en waarbij tussen de bovenste horizontale omtreksrand en de onderste horizontale omtreksrand de horizontale uitsparing van voldoende breedte en diepte is om in de volledig geopende stand van het deksel over een opstaande zijwand van een krat te kunnen grijpen en vervolgens 20 zelfstandig in deze geopende stand blijft staan. De onderste horizontale omtreksrand van het deksel zorgt in samenwerking met de bovengelegen binnenste omtrekswand van een krat er tevens voor dat het deksel in zijn gesloten stand niet verschuift.

25 Het openen van het deksel wordt gerealiseerd door de bovenste horizontale omtreksrand van het deksel aan één zijde op te lichten, waarbij de zijde van het deksel die tegenoverliggend aan de zijde die opgelicht wordt, met zijn horizontale uitsparing horizontaal over de bovengelegen 30 omtreksrand van zijn corresponderende opstaande zijwand van een krat draait, en in samenwerking met deze omtreksrand van een krat enigszins als scharnier functioneert, en waarbij bij voldoende openen het deksel met deze uitsparing over deze corresponderende opstaande zijwand van een krat grijpt en 35 vervolgens zelfstandig in deze volledig geopende stand blijft staan. Het sluiten van het deksel wordt bereikt door de zijde van het deksel die opgelicht is weer terug te duwen. 1 ·, .1 Q ...> - 2

Een dergelijk deksel is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage nr. 1014869.

Een nadeel van deze bekende constructie is dat als de afstand tussen de bovenste horizontale omtreksrand van het 5 deksel en de onderste horizontale omtreksrand van het deksel groter uitgevoerd is dan de dikte van de bovengelegen omtreksrand van een krat, wat op zichzelf gunstig is daar het deksel dan meer dan 90 graden scharniert om de bovengelegen horizontale omtreksrand van een krat en daardoor als het ware 10 over een dood punt komt en uit zichzelf open blijft staan, het kan voorkomen dat bij het bereiken van zijn volledig geopende stand (dus meer dan 90 graden gescharnierd) de onderste horizontale omtreksrand van het deksel, welke om de bovengelegen omtreksrand van een krat scharniert, niet 15 voldoende grip heeft aan deze bovengelegen omtreksrand van een krat, doordat de wrijving tussen deze onderste horizontale omtreksrand van het deksel en deze boven gelegen omtreksrand van een krat overwonnen wordt en het deksel als gevolg daarvan kan doordraaien en vervolgens van het krat valt.

20 Dit kan enigszins voorkomen worden door deze bekende constructie dan uit te voeren met een diepere horizontale uitsparing tussen de onderste horizontale omtreksrand van het deksel en de bovenste horizontale omtreksrand van het deksel, waardoor het deksel in zijn volledig geopende stand verder over 25 een opstaande zijwand van een krat grijpt en daardoor minder ver scharniert om de bovengelegen omtreksrand van een krat, waardoor de onderste horizontale omtreksrand van het deksel daardoor minder grip nodig heeft aan de bovengelegen omtreksrand van een krat.

30 Het nadeel hiervan is dat er meer materiaal nodig is omdat de onderste horizontale omtreksrand van het deksel breder uitgevoerd wordt, en tevens dikker uitgevoerd moet worden teneinde de sterkte te waarborgen. Een ander nadeel is dat het deksel minder ver over zijn dode punt draait, waardoor bij een 35 geringe aanraking tegen het deksel of een geringe stoot tegen het krat, het deksel ongewenst kan sluiten. Naarmate de verhouding van, de afstand tussen de bovenste horizontale omtreksrand van het deksel en de onderste horizontale 3 omtreksrand van het deksel, ten opzichte van de dikte van de bovengelegen omtreksrand van een krat groter wordt, moet de diepte van de horizontale uitsparing, tussen de bovenste horizontale omtreksrand van het deksel en de onderste 5 horizontale omtrekrand van het deksel, groter worden teneinde er voor te zorgen dat deze ver genoeg over een opstaande zijwand grijpt.

Wordt deze bekende constructie uitgevoerd met een afstand tussen de bovenste horizontale omtreksrand van het deksel en de 10 onderste horizontale omtreksrand van het deksel die gelijk is aan de dikte van de bovengelegen omtreksrand van een krat, dan zal het deksel zijn volledig geopende stand bereiken als deze 90 graden gescharnierd is om de bovengelegen omtreksrand van een zijwand van een krat en vervolgens over deze zijwand 15 grijpen. Het nadeel hiervan is dat om het deksel te sluiten deze eerst verticaal opgelicht dient te worden, waarbij een zekere wrijving overwonnen moet worden, alvorens hij kan terug scharnieren in zijn gesloten stand. Een ander nadeel is dat men het deksel probeert te sluiten zonder deze eerst op te lichten 20 waardoor het deksel of het krat kan beschadigen. Een volgend ander nadeel is dat deze uitvoering dan alleen goed toepasbaar is in samenstel met èen krat die een dikte van zijn bovengelegen omtreksrand heeft die gelijk is met de afstand tussen de bovenste horizontale omtreksrand van het deksel en de 25 onderste horizontale omtreksrand van het deksel.

De uitvinding beoogt een deksel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarmee deze nadelen op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze kunnen worden opgeheven.

30 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat het deksel bestaat uit een onderste horizontale omtreksrand die aan de bovenzijde voorzien is van aangebrachte opstaande nokken die zich uitstrekken tot de boekgebieden van de onderste horizontale omtreksrand van het deksel, en die zodanig zijn 35 uitgevoerd dat bij het bereiken van de volledig geopende stand van het deksel, de zich telkens aan de zijde van het deksel welke zijde met zijn horizontale uitsparing horizontaal over de bovengelegen omtreksrand van zijn corresponderende opstaande 4 zijwand van een krat is gedraaid bevindende nok, zich aan zijn corresponderende bovengelegen binnenste zijwand van een krat kan haken.

Een verdere uitvoeringsvorm van het deksel volgens de 5 uitvinding heeft als kenmerk, dat de aangebrachte opstaande nokken aan de bovenzijde van de onderste horizontale omtreksrand in één of meerdere zijden van de onderste horizontale omtreksrand gedeeltelijk ontbreken.

10 De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de hierna volgende beschrijving met bijbehorende tekening, waarin:

Fig.l in perspectivisch aanzicht en gedeeltelijk opengewerkt een uitvoeringvoorbeeld van het deksel volgens de 15 uitvinding 1 in samenstel met een krat 2 toont;

Fig.2 in perspectivisch aanzicht een uitvoeringsvoorbeeld van het deksel volgens de uitvinding 1 toont;

Fig.3 en 4 elk een gedeelte van een verticale doorsnede van een uitvoeringsvoorbeeld van het deksel volgens de 20 uitvinding 1 in samenstel met een gedeelte van een krat 2 toont, waarbij het deksel 1 in fig.3 in zijn gesloten stand, en in fig.4 in zijn volledig geopende stand is weergegeven.

In het gedeeltelijk opengewerkte aanzicht volgens fig.l is 25 een samenstel van een krat 2 en een uitvoeringsvoorbeeld van het deksel volgens de uitvinding 1 getoond, waarbij de in de open bovenzijde van het krat 2 plaatsbare onderste horizontale omtreksrand 5 aan de bovenzijde voorzien is van aangebrachte opstaande nokken 6.

30 Tevens toont fig.l dat de onderste horizontale omtreksrand 5 verbonden is met de bovenste horizontale omtreksrand 3 door een verticale omtrekswand 4 en een zich daartussen uitstrekkende lijfplaat 7, waarbij tussen de bovenste horizontale omtreksrand 3 en de onderste horizontale 35 omtreksrand 5 de horizontale uitsparing van voldoende breedte en diepte is om in de volledig geopende stand van het deksel 1 (zoals fig.4 toont) over de corresponderende opstaande zijwand van een krat te kunnen grijpen.

5

In fig.l rust het deksel volgens de uitvinding met zijn onderste horizontale omtreksrand 5 op de aanwezige ribben 8 van een krat 2.

5 In fig.2 is een uitvoeringsvoorbeeld van het deksel volgens de uitvinding 1 getoond, waarbij de onderste horizontale omtreksrand 5 aan de bovenzijde voorzien is van aangebrachte opstaande nokken 6 die zich uitstrekken tot de hoekgebieden 9 van de onderste horizontale omtreksrand 5 van 10 het deksel 1.

Fig.3 toont een gedeelte van een verticale doorsnede van een uitvoeringsvoorbeeld van het deksel volgens de uitvinding 1 in samenstel met een krat 2, waarbij de onderste horizontale 15 omtreksrand 5 aan de bovenzijde voorzien is van aangebrachte opstaande nokken 6, en waarbij het deksel 1 in gesloten stand met zijn onderste horizontale omtreksrand 5 op de in de binnenzijde van een krat aanwezige ribben 8 rust.

20 Fig.4 toont een gedeelte van een verticale doorsnede van een uitvoeringsvoorbeeld van het deksel volgens de uitvinding 1 in samenstel met een krat 2, waarbij het deksel zich in zijn volledig geopende stand bevindt en de aangebrachte opstaande nok 6 zich aan de bovengelegen binnenste omtrekswand van een 25 krat 2 haakt.

30 35

Claims

1. Deksel voor het afsluiten van de open bovenzijde van een krat, bestaande uit een in de open bovenzijde van een krat 5 plaatsbare onderste horizontale omtreksrand die althans nagenoeg aansluit op de bovengelegen binnenste omtrekswand van een krat maar in de hoekgebieden ontbreekt, en een boven de open bovenzijde van een krat plaatsbare bovenste horizontale omtreksrand die zich uitstrekt tot gelijk of over de buitenste 10 omtrekswand van een krat, en waarbij de bovenste horizontale omtreksrand van het deksel is verbonden met de onderste horizontale omtreksrand van het deksel door een aan de binnenomtrek van deze omtreksranden verticale omtrekswand en een zich daartussen uitstrekkende lijfplaat, en waarbij de 15 afstand tussen de bovenste horizontale omtreksrand en de onderste horizontale omtreksrand van voldoende breedte en diepte is om in zijn volledig geopende stand over een opstaande zijwand van een krat te kunnen grijpen, met het kenmerk, dat de onderste horizontale omtreksrand aan de bovenzijde voorzien is 20 van aangebrachte opstaande nokken die zich uitstrekken tot de hoekgebieden van de onderste horizontale omtreksrand van het deksel, en die zodanig zijn uitgevoerd dat bij het bereiken van de volledig geopende stand van het deksel, de zich telkens aan de zijde van het deksel welke zijde met zijn horizontale 25 uitsparing horizontaal over de bovengelegen omtreksrand van zijn corresponderende opstaande zijwand van een krat is gedraaid bevindende nok, zich aan zijn corresponderende bovengelegen binnenste zijwand van een krat kan haken.

2. Deksel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aangebrachte opstaande nokken aan de bovenzijde van de onderste horizontale omtreksrand in één of meerdere zijden van onderste horizontale omtreksrand gedeeltelijk ontbreken. 35 ï ^ i . .9