NL1018006C2

NL1018006C2 - Container with height adjustable roof for transport by road or rail, has elastic device for keeping container side wall covers taught

Info

Publication number: NL1018006C2
Application number: NL1018006A
Authority: NL
Inventors: Christianus Franciscu Habraken
Original assignee: Christianus Franciscu Habraken
Priority date: 2001-05-07
Filing date: 2001-05-07
Publication date: 2002-11-08

Abstract

An elastic device (17, 18) is used to keep at least one of the container covers (6, 7) taught, irrespective of the height of the roof (3). An upper tarpaulin (7) extends down from the roof and a lower cover (6) extends up from the floor (2) to form the container cover system (5). The upper tarpaulin and lower cover partially overlap with each other.

Description

f yf y

Wagenbak.Car seat.

BESCHRIJVINGDESCRIPTION

De uitvinding heeft betrekking op een wagenbak met een 5 vloer en een in hoogte tussen een onderste stand en een bovenste stand verstelbaar dak, waarbij tussen de vloer en het dak zich vanaf het dak een bovenste afdekorgaan in de vorm van een eerste afdekzeil neerwaarts uitstrekt en zich vanaf de vloer een onderste afdekorgaan uitstrekt, dat gedeeltelijk overlapt met het eerste afdekzeil.The invention relates to a car body with a floor and a height-adjustable roof between a lower position and an upper position, wherein between the floor and the roof an upper cover member in the form of a first cover sheet extends downwards and extends from the floor to a lower cover member, which partially overlaps with the first cover sheet.

10 Dergelijke wagenbakken waarvan het volume, dankzij de hoogteverstelbaarheid van het dak, kan worden aangepast aan de vracht, zijn algemeen bekend en worden bijvoorbeeld toegepast op opleggers. Zeker bij het internationale wegtransport, kan nuttig gebruik worden gemaakt van de hoogteverstelbaarheid, aangezien in de verschillende landen, 15 verschillende maximaal wettelijke toegestane hoogtes gelden voor opleggers. Bovendien verschillen de hoogtes van viaducten tussen landen onderling. Door de hoogte van het verstelbare dak, af te laten hangen van de betreffende toegestane hoogte en/of van de verwachte hoogtes van de viaducten op een route, kan per land een optimale beladingsgraad van de 20 wagenbak worden bereikt. Daarnaast is de chauffeur in staat om bij een onverhoopt, lage beladingsgraad, althans volumetrisch gezien, het dak te verlagen, teneinde de luchtweerstand en zo het brandstofverbruik te beperken.Such wagon bodies of which the volume can be adapted to the load due to the height adjustability of the roof are generally known and are for instance applied to trailers. Certainly with regard to international road transport, useful use can be made of height adjustability, since in the different countries, 15 different maximum legally permitted heights apply to trailers. Moreover, the heights of overpasses differ between countries. By allowing the height of the adjustable roof to depend on the relevant permitted height and / or on the expected heights of the viaducts on a route, an optimum load factor of the car body can be achieved for each country. In addition, the driver is able to lower the roof, at least from a volumetric point of view, in the event of an unexpectedly low load factor, in order to limit air resistance and thus fuel consumption.

De hoogteverstel baarheid van het dak brengt ook met zich 25 mee dat, bij toepassing van afdekzeilen aan de zijkant, ook de verticale lengte van het afdekzeil dient te worden aangepast. De bestaande systemen hiertoe blijken niet in een praktische uitvoeringsvorm te voorzien, waardoor de drempel voor chauffeurs hoog is om de hoogteverstelbaarheid van het dak optimaal te benutten. In de praktijk leidt dit ertoe dat 30 hetzij de optimale beladingsgraad niet wordt bereikt omdat het dak in een te lage positie is ingesteld, hetzij dat het dak in een te hoge positie 1018006 2 is versteld waardoor een nodeloos hoog brandstofverbruik wordt verkregen. Alhoewel het in hoogte verstellen van het dak veelal met behulp van pneumatische systemen plaats kan vinden en op zich slechts enkele minuten in beslag hoeft te nemen, neemt het aanpassen van de lengte van de 5 afdekzeilen veelal 1 a 2 uur in beslag.The height adjustability of the roof also implies that, when cover covers are used on the side, the vertical length of the cover must also be adjusted. The existing systems for this purpose do not appear to provide a practical embodiment, as a result of which the threshold for drivers is high in order to optimally utilize the height adjustability of the roof. In practice, this leads to either that the optimum degree of loading is not achieved because the roof is set to a too low position, or that the roof is adjusted to a too high position 1018006 2, whereby an unnecessarily high fuel consumption is obtained. Although the height adjustment of the roof can usually take place with the aid of pneumatic systems and only takes a few minutes to complete, adjusting the length of the covers often takes 1 to 2 hours.

Dit laat zich verklaren aan de hand van een korte beschrijving van de stand van de techniek. Hierbij heeft het afdekzeil aan de zijkant van de wagenbak, een verticale lengte van ten minste het hoogteverschil tussen vloer en dak in de bovenste stand van het dak. Het 10 afdekzeil is aan zijn bovenrand opgehangen nabij het dak. Aan de onderzijde is het afdekzeil naar binnen toe omgeslagen zodat de lengte van het zeil (in verticale richting gezien), overeenkomt met het ingestelde hoogteverschil tussen dak en vloer. Nabij de onderrand van het afdekzeil zijn op regelmatige afstand van elkaar spanners bevestigd aan 15 het zeil. Per spanner is een band voorzien, die aan een uiteinde is verbonden met het chassis onder de vloer. Het andere uiteinde van de band strekt zich uit door de spanner en wordt hiermee aangespannen, waardoor ook het afdekzeil aanspant tussen de spanner en de bovenrand van het afdekzeil. Hierbij wordt een praktisch probleem gevormd door het feit dat 20 in een relatief lage positie van het dak, relatief veel band, als het ware "over" is, welk resterend deel netjes in de spanner moet worden opgenomen teneinde het flapperen van losse uiteinden van de banden te voorkomen. Bij een lengte van circa 13 m van een wagenbak dienen per zijde circa 20 spanners te worden ingesteld, hetgeen zeer tijdrovend is. 25 Daarnaast dient zoals gezegd de onderrand van het afdekzeil binnenwaarts te worden omgeslagen. Al met al is het instellen van het afdekzeil vanwege het in hoogte verstellen van het dak van de wagenbak, een lastig en tijdrovend karwei.This can be explained on the basis of a brief description of the state of the art. The cover on the side of the car body here has a vertical length of at least the height difference between floor and roof in the upper position of the roof. The tarpaulin cover is suspended on its upper edge near the roof. On the underside the tarpaulin is turned inwards so that the length of the sail (seen in the vertical direction) corresponds to the set height difference between roof and floor. Near the lower edge of the tarpaulin, tensioners are attached to the sail at regular intervals. A tire is provided for each tensioner, which is connected at one end to the chassis under the floor. The other end of the belt extends through the tensioner and is tensioned with it, so that the tarpaulin also tensiones between the tensioner and the top edge of the tarpaulin. A practical problem is herein formed by the fact that in a relatively low position of the roof, a relatively large amount of tire is "over", as it were, which remaining part must be neatly incorporated in the tensioner in order to flap loose ends of the roof. tires. With a length of approximately 13 m of a car body approximately 20 tensioners must be set per side, which is very time-consuming. In addition, as stated, the lower edge of the cover must be turned inwards. All in all, adjusting the pool cover because of the height of the roof of the car body is a difficult and time-consuming job.

De uitvinding beoogt een wagenbak volgens de aanhef te 30 verschaffen waarmee het op veel eenvoudigere en snellere wijze mogelijk is om de zijdelingse afdekking tussen vloer en dak, aan te passen aan de 1 0 1 8 0 08 3 positie van het dak. Hiertoe wordt de wagenbak volgens de uitvinding gekenmerkt doordat elastische middelen zijn voorzien voor het, in verschillende standen gelegen tussen de onderste stand en de bovenste stand, strak spannen van ten minste één van de afdekorganen. De 5 toepassing van de elastische middelen kan het in beginsel overbodig maken om tijdens het in hoogte verstellen van het dak, aparte werkzaamheden te verrichten aan het eerste afdekzeil. Dit voordeel wordt bereikt dankzij het feit dat de mate waarin het dak in hoogte wordt versteld opgevangen kan worden door de elastische rek van de elastische middelen.The invention has for its object to provide a car body according to the preamble with which it is possible in a much simpler and faster manner to adjust the lateral cover between floor and roof to the position of the roof. To this end, the car body according to the invention is characterized in that elastic means are provided for tightly clamping at least one of the cover members in different positions between the lower position and the upper position. The use of the elastic means can in principle make it superfluous to carry out separate work on the first tarpaulin during the height adjustment of the roof. This advantage is achieved thanks to the fact that the extent to which the height is adjusted in height can be absorbed by the elastic elongation of the elastic means.

10 De uitvinding leent zich met name voor toepassing bij zogenaamde gordijnzeilen, waarbij het eerste afdekzeil is opgehangen aan een geleidingsrail voor het in horizontale richting kunnen openen en sluiten van het eerste afdekzeil.The invention lends itself particularly to use with so-called curtain sheets, wherein the first cover sheet is suspended from a guide rail for being able to open and close the first cover sheet in the horizontal direction.

Met name in combinatie met het bovengenoemde gordijnzeil, 15 geniet het de voorkeur indien het onderste afdekorgaan een tweede afdekzeil is. Hierdoor is het mogelijk om op gemakkelijke wijze een grote toegangsopening tot de wagenbak te creëren, waarbij bij voorkeur ook het tweede afdekzeil als een gordijnzeil is uitgevoerd en gezamenlijk met het eerste afdekzeil kan worden geopend en gesloten.In particular in combination with the above-mentioned curtain cover, it is preferred if the lower cover member is a second cover cover. As a result, it is possible to easily create a large access opening to the car body, wherein the second cover is preferably also designed as a curtain cover and can be opened and closed together with the first cover.

20 Bij toepassing van een tweede afdekzeil wordt een voordelige en eenvoudige uitvoeringsvorm verkregen indien de elastische middelen werkzaam zijn tussen de bovenzijde van de tweede afdekzeil en een hoger gelegen, op een vaste afstand van het dak gelegen, punt. Het in hoogte verstellen van het dak zal dan in beginsel de positie en 25 oriëntatie van het tweede afdekzeil niet doen veranderen, doordat de lengte waarover het dak in hoogte wordt versteld, opgevangen wordt door de rek in de elastische middelen.When a second tarpaulin is used, an advantageous and simple embodiment is obtained if the elastic means are active between the top of the second tarpaulin and a higher point located at a fixed distance from the roof. The height adjustment of the roof will then in principle not change the position and orientation of the second tarpaulin, because the length over which the roof is adjusted in height is absorbed by the stretch in the elastic means.

Bij voorkeur omvatten de elastische middelen een elastisch langwerpig orgaan, zoals elastische band of een elastische koord. 30 Dergelijke langwerpige organen kunnen op geschikte wijze opgenomen worden binnen een afdeksysteem van een wagenbak volgens de uitvinding. TevensThe elastic means preferably comprise an elastic elongate member, such as an elastic band or an elastic cord. Such elongated members can suitably be received within a covering system of a car body according to the invention. Also

1 n i' . J1 n i '. J

4 zijn dergelijke elastische organen in beginsel in staat om over een grote lengte te rekken.4, such elastic members are in principle able to stretch over a large length.

Volgens een zeer voordelige voorkeursuitvoeringsvorm vormen de elastische middelen onderdeel van een flexibele geleiding voor het 5 eerste afdekzeil. Een dergelijke flexibele geleiding, die bijvoorbeeld gevormd kan worden door een band van deels elastisch materiaal, deels niet-elastisch materiaal laat zich uitstekend verwerken en toepassen bij afdekzeilen.According to a very advantageous preferred embodiment, the elastic means form part of a flexible guide for the first cover sheet. Such a flexible guide, which can for instance be formed by a band of partly elastic material, partly non-elastic material, can be processed excellently and applied to tarpaulins.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm strekt de geleiding 10 zich verticaal ten minste uit tussen de vloer en het dak. Op die manier wordt een geleiding gecreëerd met een variabele lengte, vanwege de elastische middelen. Langs deze geleiding kan het eerste afdekzeil geleiden, bijvoorbeeld doordat aan de binnen-zijde van het eerste afdekzeil lussen zijn aangebracht waardoor de geleiding zich uitstrekt.According to a preferred embodiment, the guide 10 extends vertically at least between the floor and the roof. In this way a guide with a variable length is created because of the elastic means. The first tarpaulin can guide along this guide, for example in that loops are provided on the inside of the first cover, through which the guide extends.

15 Een zeer voordelige wijze van geleiding wordt verkregen indien de geleiding zich uitstrekt door een opening in het eerste afdekzeil. Deze opening bevindt zich bij voorkeur nabij de onderzijde van het eerste afdekzeil. Door het uitstrekken door de opening bevindt de geleiding zich ten dele aan de binnenzijde van het eerste afdekzeil en 20 ten dele daar buiten. Het spreekt voor zich dat aan de binnenzijde de geleiding geen verstorende invloed kan hebben op de zichtbaarheid van afbeeldingen, zoals reclame, aan de buitenzijde van het afdekzeil. Voor zover de geleiding zich aan de buitenkant van het afdekzeil uitstrekt, biedt dit deel van de geleiding de mogelijkheid voor aangrijping door 25 fixatiemiddelen zoals navolgend nog nader zal worden toegelicht.A very advantageous method of guiding is obtained if the guiding extends through an opening in the first cover sheet. This opening is preferably located near the bottom of the first cover sheet. By extending through the opening, the guide is located partly on the inside of the first cover sheet and partly outside it. It goes without saying that the guide on the inside cannot have a disruptive influence on the visibility of images, such as advertising, on the outside of the tarpaulin. Insofar as the guide extends on the outside of the tarpaulin, this part of the guide offers the possibility of engagement by fixing means, as will be explained in more detail below.

Het is zeer voordelig indien de geleiding aan zijn bovenste uiteinde aangrijpt op het eerste afdekzeil nabij de bovenzijde ervan. Met name bij zeilgordijnen, wordt hierdoor bereikt dat de geleidingen meebewegen met het afdekzeil. Bovendien kan het gehele afdeksysteem, zoals 30 dit wordt gevormd door de afdekorganen en de elastische middelen, volledig worden voorbereid, alvorens te worden bevestigd aan de wagenbak.It is very advantageous if the guide engages at its upper end with the first cover sheet near the top thereof. In particular with sail curtains, this ensures that the guides move with the pool cover. Moreover, the entire covering system, such as it is formed by the cover members and the elastic means, can be fully prepared before being attached to the car body.

1018006 51018006 5

In een alternatieve voordelige uitvoeringsvorm strekt de flexibele geleiding zich grotendeels uit onder de vloer. Door de beschikbare ruimte onder de vloer te gebruiken kan een efficiënte aanspanning van ten minste het eerste afdekzeil plaatsvinden.In an alternative advantageous embodiment, the flexible guide extends largely under the floor. By using the available space under the floor, an efficient tensioning of at least the first cover can take place.

5 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn fixatiemiddelen voorzien voor het fixeren van de positie van het eerste afdekzeil ten opzichte van de geleiding. Zo hoeven de krachten die, bijvoorbeeld door windbelasting, worden uitgeoefend op het eerste afdekzeil, niet opgevangen te worden door de elastische middelen.According to a preferred embodiment, fixation means are provided for fixing the position of the first cover with respect to the guide. For example, the forces exerted on the first cover sheet, for example due to wind load, do not have to be absorbed by the elastic means.

10 Voor een optimaal gespannen situatie van het eerste afdekzeil zijn de elastische middelen bij voorkeur opgenomen in het tussen de fixatiemiddelen en het dak gelegen deel van de geleiding. In dat deel zal de geleiding, bij hoogteverstelling van het dak rekken of krimpen. Het onder de fixatiemiddelen gelegen deel van de geleiding is in 15 beginsel niet elastisch en door bevestiging van dit deel aan het chassis kan een strakke, situatie van het eerste afdekzeil worden gecreëerd, waarbij krachten, zoals veroorzaakt door windbelasting, op het eerste afdekzeil, niet werkzaam zullen zijn op de elastische middelen.For an optimally tensioned situation of the first cover sheet, the elastic means are preferably included in the part of the guide located between the fixing means and the roof. In that part the guide will stretch or shrink when the height is adjusted on the roof. The part of the guide located below the fixing means is in principle not elastic and by attaching this part to the chassis a tight situation of the first cover can be created, whereby forces such as caused by wind load on the first cover can not be created. will be effective on the elastic means.

De fixatiemiddelen worden bij voorkeur gekenmerkt doordat 20 zij een vast met het eerste afdekzeil verbonden vast lichaam omvatten met een wrijvingsorgaan met een wrijvingsoppervlak en een ten opzichte van het vaste lichaam tussen een open stand en een gesloten stand beweegbaar, beweegbaar lichaam met een sluitorgaan voor het in de gesloten stand in contact brengen van de geleiding met het wrijvingsoppervlak voor het 25 verhinderen van relatieve beweging tussen het eerste afdekzeil en de geleiding. Dergelijke fixatiemiddelen laten enerzijds een eenvoudige constructie en anderzijds een eenvoudige bediening toe.The fixation means are preferably characterized in that they comprise a solid body fixedly connected to the first cover with a friction member with a friction surface and a movable body with a closing member for closing the body between an open position and a closed position. bringing the guide into contact with the friction surface in the closed position to prevent relative movement between the first cover sheet and the guide. Such fixation means allow on the one hand a simple construction and on the other hand a simple operation.

Bij voorkeur omvatten de fixatiemiddelen vergrendelmiddelen voor het vergrendelen van de gesloten stand van het beweegbare lichaam. 30 Zonder dergelijke vergrendelmiddelen bestaat het risico dat de fixatiemiddelen ongewenst van een gesloten stand naar een open stand bewegen.The fixing means preferably comprise locking means for locking the closed position of the movable body. Without such locking means there is a risk that the fixation means move undesirably from a closed position to an open position.

1 ΓΜ Γ ^ ï '«P' l V i.. V' -~j 61 ΓΜ Γ ^ ï '«P' l V i .. V '- ~ j 6

Het wrijvingsoppervlak van het wrijvingsorgaan is bij voorkeur boogvormig, aangezien een dergelijk gevormd oppervlak zich goed leent voor een goed contact tussen de volledige lengte waarover de geleiding zich uitstrekt langs het wrijvingsoppervlak.The friction surface of the friction member is preferably arcuate, since such a shaped surface lends itself well to good contact between the full length over which the guide extends along the friction surface.

5 Met name in combinatie met een boogvormig wrijvings oppervlak, is het voordelig indien het beweegbare lichaam roteerbaar is ten opzichte van het vaste lichaam.In particular in combination with an arc-shaped friction surface, it is advantageous if the movable body is rotatable relative to the fixed body.

Fixatiemiddelen zoals bovenstaand en in de conclusies 11 tot en met 14, beschreven met een vast lichaam en een beweegbaar lichaam 10 lenen zich ook prima geïsoleerd van de wagenbak volgens de uitvinding. Dergelijke fixatiemiddelen zijn bij uitstek geschikt om een flexibele geleiding, zoals een band, vast te grijpen en tegelijkertijd enige spanning op de geleiding aan te brengen.Fixing means as described above and in claims 11 to 14, described with a solid body and a movable body 10 also lend themselves well insulated from the car body according to the invention. Such fixing means are eminently suitable for gripping a flexible guide, such as a belt, and at the same time applying some tension to the guide.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van 15 een aantal voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding zoals weergegeven in de navolgende figuren.The invention will be further elucidated with reference to a number of preferred embodiments of the invention as shown in the following figures.

Figuur IA toont schematisch in dwarsdoorsnede een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een wagenbak volgens de uitvinding in een onderste stand; 20 figuur 1B toont de wagenbak volgens figuur IA met het dak in een bovenste stand; figuur 1C toont eveneens de wagenbak volgens figuur IA met het dak in de bovenste stand; figuur 2A toont schematisch in dwarsdoorsnede een tweede 25 uitvoeringsvorm van een wagenbak volgens de uitvinding met het dak in een onderste stand; figuur 2B toont de wagenbak volgens figuur 2A met het dak in de bovenste stand; figuur 3 toont schematisch in dwarsdoorsnede een derde 30 uitvoeringsvorm van een wagenbak volgens de uitvinding met het dak in een onderste stand; t 7 figuur 4 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van een klem-orgaan in open toestand in vooraanzicht; figuur 5A toont een doorsnede volgens de lijn VA-VA in figuur 4; 5 figuur 5B toont het klemorgaan in gesloten toestand; figuur 6 toont schematisch in dwarsdoorsnede een vierde uitvoeringsvorm van een wagenbak volgens de uitvinding met het dak in een onderste stand.Figure 1A shows diagrammatically in cross-section a first preferred embodiment of a car body according to the invention in a lower position; Figure 1B shows the car body according to figure IA with the roof in an upper position; Figure 1C also shows the car body according to Figure IA with the roof in the upper position; figure 2A schematically shows a second embodiment of a car body according to the invention with the roof in a lower position in cross-section; Figure 2B shows the car body according to Figure 2A with the roof in the upper position; Figure 3 shows diagrammatically in cross-section a third embodiment of a car body according to the invention with the roof in a lower position; Figure 4 shows a preferred embodiment of a clamping member in the open state in front view; Figure 5A shows a section along the line VA-VA in Figure 4; Figure 5B shows the clamping member in the closed state; Figure 6 is a diagrammatic cross-sectional view of a fourth embodiment of a car body according to the invention with the roof in a lower position.

Figuur IA toont schematisch in dwarsdoorsnede een wagenbak 10 1 volgens de uitvinding. Dergelijke wagenbakken vinden hun toepassing voor transportdoeleinden bij het weg- en rail vervoer, bijvoorbeeld op een oplegger of een vrachtwagen of een spoorwegwagon. Tijdens dergelijk transport is de verplaatsingsrichting loodrecht op het vlak van tekening. De wagenbak 1 heeft aan zijn onderzijde een vloer 2 en aan zijn 15 bovenzijde een dak 3. Dak 3 is middels niet nader getoonde middelen in hoogte verstelbaar. Aan de zijkant zijn zich horizontaal uitstrekkende beplankingen 4 aangebracht, die in het onderste gebied onderling zijn gestapeld. De beplankingen 4 zijn primair voorzien om te voorkomen dat lading binnen wagenbak 1 hieruit zal vallen tijdens transport. Voor het 20 zijdelings wind- en waterdicht afdekken van de zijkant van wagenbak 1 is een afdeksysteem 5 voorzien. Het afdeksysteem 5 omvat een buitenste zeildoek 6 en een binnenste zeildoek 7. Ten behoeve van de duidelijkheid is afdeksysteem 5 in zijdelingse richting uitgezet over een afstand 8 weergegeven. In werkelijkheid zal het afdeksysteem 5 aanliggen tegen de 25 buitenzijden van de beplankingen 4. Het buitenste zeildoek 6 is opgehangen aan een zich loodrecht op het vlak van tekening uitstrekkende langsgeleiding 9. Het binnenste zeildoek 7 is aan zijn onderzijde verbonden met haak 10 die aangrijpt om haak 11 in de vorm van een U-profiel die zich onder vloer 2 bevindt en hiermee vast is verbonden. Het 30 afdeksysteem 5 omvat tevens een bandenstelsel dat is opgebouwd uit elastische delen en niet-elastische delen zoals navolgend zal worden 1018006 8 beschreven. Aan de bovenzijde van het bandenstelsel bevindt zich een niet-elastische band 12 die geslagen is om een rol 13 die nabij de bovenzijde van het buitenste zeildoek 6 hiermee vast is verbonden. Een eerste uiteinde 14 van de niet-elastische band 12 is vast verbonden met 5 gesp 14, terwijl het aan het tegenover gelegen uiteinde 16 gelegen deel van de niet-elastische band 12 zich door gesp 15 uitstrekt en hiermee op verschillende langsposities losmaakbaar kan worden verbonden. Het tweede uiteinde 16 is zowel verbonden met een eerste elastische band 17 als met een tweede elastische band 18. De eerste elastische band 17 verbindt 10 uiteinde 16 van niet-elastische band 12 met de bovenzijde van het binnenste zeildoek 7. De tweede elastische band 18 verbindt ter plaatse van verbinding 20 het uiteinde 16 met een tweede niet-elastische band 19. De verbinding 20 bevindt zich op dezelfde hoogte als de bovenzijde van het binnenste zeildoek 7. De tweede niet-elastische band strekt zich uit 15 door een opening 21 die is aangebracht nabij het onderuiteinde van buitenste zeildoek 6. Ter plaatse van opening 21 is vast met het buitenste zeildoek 6 een klemorgaan 22 verbonden die klemmend kan aangrijpen op de tweede niet-elastische band 19. Een voorkeursuitvoeringsvorm van het klemorgaan 22 zal nog nader worden beschreven aan 20 de hand van de figuren 4, 5A en 5B. Aan zijn onderste uiteinde is de tweede niet-elastische band 19 verbonden met haak 10, waarmee ook het binnenste zeildoek 7 is verbonden. Voor een extra goede afdichting tussen het buitenste zeildoek 6 en het binnenste zeildoek 7 is daartussen nog een dun verbindingszeil 23 voorzien die ten behoeve van de doorgang van 25 de tweede niet-elastische band 19 van niet nader getoonde openingen is voorzien. Het is eveneens mogelijk af te zien van verbindingszeil 23.Figure 1A shows diagrammatically in cross-section a carriage 10 according to the invention. Such wagon bodies find their application for transport purposes in road and rail transport, for example on a trailer or a truck or a railway wagon. During such transport the direction of movement is perpendicular to the plane of the drawing. The car body 1 has a floor 2 on its underside and a roof 3 on its top side. Roof 3 is height-adjustable by means not shown. Horizontally extending planks 4 are arranged on the side, which are stacked mutually in the lower area. The shelves 4 are primarily provided to prevent cargo from falling inside carriage 1 during transport. A cover system 5 is provided for laterally windproof and watertight covering of the side of car body 1. The covering system 5 comprises an outer tarpaulin 6 and an inner tarpaulin 7. For the sake of clarity, covering system 5 is plotted in a lateral direction over a distance 8. In reality, the covering system 5 will abut the outer sides of the planks 4. The outer tarpaulin 6 is suspended from a longitudinal guide 9 extending perpendicularly to the plane of the drawing. The inner tarpaulin 7 is connected at its lower side to hook 10 which engages to hook 11 in the form of a U-profile which is located under floor 2 and is fixed to it. The covering system 5 also comprises a tire system that is composed of elastic parts and non-elastic parts, as will be described below. At the top of the tire system there is a non-elastic tire 12 which is wrapped around a roll 13 which is fixedly connected thereto near the top of the outer tarpaulin 6. A first end 14 of the non-elastic band 12 is fixedly connected to buckle 14, while the part of the non-elastic band 12 located at the opposite end 16 extends through buckle 15 and can be releasably connected thereto at different longitudinal positions . The second end 16 is connected to both a first elastic band 17 and a second elastic band 18. The first elastic band 17 connects end 16 of non-elastic band 12 to the top of the inner tarpaulin 7. The second elastic band 18 connects the end 16 at the location of connection 20 with a second non-elastic band 19. The connection 20 is at the same height as the top of the inner tarpaulin 7. The second non-elastic band extends through an opening 21 which is arranged near the lower end of outer tarpaulin 6. At the location of opening 21 a clamping member 22 is fixedly connected to the outer tarpaulin 6 which can clampingly engage the second non-elastic belt 19. A preferred embodiment of the clamping member 22 will be further described. 4, 5A and 5B. At its lower end, the second non-elastic band 19 is connected to hook 10, to which also the inner tarpaulin 7 is connected. For an extra good seal between the outer tarpaulin 6 and the inner tarpaulin 7, a thin connecting tarpaulin 23 is provided between them which is provided with openings (not shown) for the passage of the second non-elastic belt 19. It is also possible to dispense with connecting sheet 23.

Figuur 1B toont de situatie waarbij het dak 3 van wagenbak 1 op een hogere positie is gebracht. Alvorens dak 3 in hoogte te verstellen is klemorgaan 22 ontgrendeld zodat opening 21 in het buitenste 20 zeildoek 6 vrijelijk langs de tweede niet-elastische band 19 kan bewegen. In de in figuur 1B weergegeven situatie wordt de lengte van de 101ηπης 9 hoogte verstel 1 i ng van het dak 3 volledig opgevangen door de rek van de eerste elastische band 17 en de tweede elastische band 18. Zodra de gewenste hoogte van het dak 3 is ingesteld, wordt klemorgaan 22 weer gesloten, waardoor deze klemmend aangrijpt op een nieuwe positie van de 5 tweede niet-elastische band 19. Voor het aanpassen van het afdeksysteem 5 aan de hoogteverstel1ing van dak 3, is het dus slechts nodig dat achtereenvolgens klemorgaan 22 wordt ontgrendeld, het dak in hoogte wordt versteld en tenslotte het klemorgaan 22 weer wordt vergrendeld. Dit hoeft niet meer dan enkele minuten in beslag te nemen, afhankelijk van de 10 grootte van de wagenbak 1.Figure 1B shows the situation in which the roof 3 of car body 1 has been brought to a higher position. Before adjusting the height of roof 3, clamping member 22 is unlocked so that opening 21 in the outer sail cloth 6 can move freely along the second non-elastic band 19. In the situation shown in Figure 1B, the length of the 101ηπης 9 height adjustment 1 ng of the roof 3 is completely absorbed by the elongation of the first elastic band 17 and the second elastic band 18. As soon as the desired height of the roof is 3 clamping member 22 is closed again, whereby it clampingly engages a new position of the second non-elastic band 19. For adapting the covering system 5 to the height adjustment of roof 3, it is therefore only necessary that successively clamping member 22 is used. unlocked, the height of the roof is adjusted and finally the clamping member 22 is locked again. This does not take more than a few minutes, depending on the size of the car body 1.

Indien de eerste en tweede elastische banden 17 en 18 niet in staat zijn om het hoogteverschil ten gevolge van de hoogteverstelling van het dak op te vangen, is het tevens mogelijk om niet-elastische band 12 op een andere positie op gesp 15 aan te laten grijpen, waardoor gesp 15 15 dichter bij rol 13 komt te liggen en het uiteinde 16 van band 12 lager komt te liggen. Alhoewel niet nader weergegeven in één van de figuren IA tot en met 1C, is het alternatief ook mogelijk om af te zien van de niet-elastische band 12 met rol 13 en gesp 15 en de eerste en tweede elastische banden 17 en 18 direct te laten aangrijpen op de binnenzijde 20 van het buitenste zeildoek 6. Indien deze aangrijping op een hoge positie plaatsvindt, kan de lengte van de eerste en tweede elastische banden 17 en 18 worden vergroot ten opzichte van de in de figuren IA tot en met 1C weergegeven situatie, waardoor de rekcapaciteit van deze elastische banden 17 en 18 eveneens kan worden vergroot. De optimale oplossing zal 25 mede afhangen van de dimensies van de desbetreffende wagenbak 1.If the first and second elastic bands 17 and 18 are unable to compensate for the height difference due to the height adjustment of the roof, it is also possible to have non-elastic band 12 engage on buckle 15 in a different position whereby buckle 15 becomes closer to roller 13 and the end 16 of belt 12 becomes lower. Although not further shown in any of Figures 1A to 1C, the alternative is also possible to dispense with the non-elastic band 12 with roller 13 and buckle 15 and to have the first and second elastic bands 17 and 18 directly engaging the inner side 20 of the outer tarpaulin 6. If this engagement takes place at a high position, the length of the first and second elastic bands 17 and 18 can be increased with respect to the situation shown in Figs. 1A to 1C, whereby the elongation capacity of these elastic bands 17 and 18 can also be increased. The optimum solution will also depend on the dimensions of the relevant car body 1.

De figuren 2A en 2B tonen een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van een wagenbak 31 volgens de uitvinding met vloer 32 en dak 33 respectievelijk in een lage stand en een hoge stand. Aan de zijkant is wagenbak 31 voorzien van beplankingen 34 en neerklapbaar 30 aluminium schot 35 die geschikt is voor een wind- en waterdichte afsluiting. Aan de buitenzijde van de wagenbak 31 bevindt zich een _ '1 ' - - * 1 - · .. w 10 afdeksysteem 36, waar schot 35 mede wordt geacht deel van uit maken. Net als bij de figuren IA tot en met 1C, is het afdeksysteem 36 in de figuren 2A en 2B in zijdelings over een afstand 37 uitgezette toestand weergegeven. In werkelijkheid zal het afdeksysteem 36 met uitzondering 5 van schot 35 zelf aanliggen tegen de buitenzijde van beplankingen 34 en schot 35. Behalve het schot 35 omvat het afdeksysteem 36 een zeildoek 38 dat is opgehangen aan een 1angsgeleiding 39. Langsgeleiding 39 maakt het mogelijk dat zeildoek 38 als een gordijn kan worden opengeschoven om de binnenruimte van wagenbak 31 toegankelijk te maken. Aan de binnenzijde 10 van zeildoek 38 is ter plaatse van verbinding 40 een elastische band 41 aangebracht. Aan het ondereinde van elastische band 41 is deze ter plaatse van verbinding 47 verbonden met een niet-elastische band 42. Deze niet-elastische band 42 strekt zich uit door een opening 43 nabij het onderuiteinde van zeildoek 38, en is aan zijn onderste uiteinde verbonden 15 met haak 44. Deze haak 44 grijpt aan om haak 45 die zich onder vloer 32 bevindt en hiermee vast is verbonden. Ter plaatse van opening 43 is met het zeildoek 38 een klemorgaan 46 verbonden voor klemming van de niet-elastische band 42.Figures 2A and 2B show a second preferred embodiment of a car body 31 according to the invention with floor 32 and roof 33 in a low position and a high position, respectively. On the side, car body 31 is provided with paneling 34 and foldable aluminum partition 35 that is suitable for a wind and watertight seal. On the outside of the car body 31 there is a cover system 36, of which partition 35 is considered to form part. As with Figures 1A to 1C, the cover system 36 is shown in Figures 2A and 2B in a laterally expanded state 37. In reality, with the exception of partition 35, the covering system 36 itself will abut against the outside of the planks 34 and partition 35. In addition to the partition 35, the covering system 36 comprises a tarpaulin 38 which is suspended from a longitudinal guide 39. Longitudinal guide 39 makes it possible for sailcloth 38 can be slid open like a curtain to make the interior of car body 31 accessible. An elastic band 41 is provided on the inside 10 of tarpaulin 38 at the area of connection 40. At the lower end of elastic band 41 it is connected at the location of connection 47 to a non-elastic band 42. This non-elastic band 42 extends through an opening 43 near the lower end of tarpaulin 38, and is connected at its lower end 15 with hook 44. This hook 44 engages around hook 45 which is under floor 32 and is fixedly connected thereto. At the location of opening 43 a clamping member 46 is connected to the canvas 38 for clamping the non-elastic band 42.

De werking van het afdeksysteem 36 is vergelijkbaar met de 20 werking van afdeksysteem 5 zoals weergegeven in de figuren IA tot en met 1C. Alvorens het dak 33 in hoogte te verstellen wordt klemorgaan 46 ontgrendeld waardoor opening 43 vrijelijk langs de niet-elastische band 42 kan schuiven. Zodra de gewenste hoogte van het dak 33 is bereikt wordt het klemorgaan 46 vergrendeld waardoor zeildoek 38 in een gespannen 25 toestand zal blijven en strak zal blijven aanliggen tegen de buitenzijde van beplankingen 34 en schot 35. Tijdens het in hoogte verstellen van het dak 3 is het niet nodig om haak 44 te ontkoppelen van haak 45, net zoals het overigens niet nodig is om de haken 10 en 11 te ontkoppelen tijdens het in hoogte verstellen van dak 3 in de figuren IA tot en met 1C. Het 30 ontkoppelen van haken 44 en 45 respectievelijk haken 10 en 11 is in beginsel slechts nodig zodra men de betreffende zeildoeken als een 1018006 11 gordijn met behulp van de langsgelei dingen wil open schuiven.The operation of the cover system 36 is similar to the operation of cover system 5 as shown in Figs. 1A to 1C. Before adjusting the height of the roof 33, clamping member 46 is unlocked, as a result of which opening 43 can slide freely along the non-elastic belt 42. As soon as the desired height of the roof 33 has been reached, the clamping member 46 is locked, as a result of which tarpaulin 38 will remain in a tensioned condition and will remain tight against the outside of the planks 34 and partition 35. During the height adjustment of the roof 3 it is not necessary to disconnect hook 44 from hook 45, just as it is not necessary to disengage hooks 10 and 11 during height adjustment of roof 3 in figures 1A to 1C. The uncoupling of hooks 44 and 45 and hooks 10 and 11, respectively, is in principle only necessary as soon as the sails in question want to be opened like a curtain with the aid of the longitudinal guides.

Figuur 3 toont een derde voorkeursuitvoeringsvorm van een wagenbak 51 volgens de uitvinding. Deze uitvoeringsvorm is enigszins vergelijkbaar met de uitvoeringsvorm zoals weergegeven in de figuren IA 5 tot en met 1C. De wagenbak 51 omvat een vloer 52, een dak 53 en beplankingen 54. Tegen de buitenzijde van beplankingen 54 is een afdeksysteem 55 aanwezig dat in een, over een afstand 56, uitgezette toestand is weergegeven. Het afdeksysteem omvat een buitenste zeildoek 56 en een binnenste zeildoek 57. Het buitenste zeildoek 56 is opgehangen aan 10 een 1 angsgeleiding 58. Het binnenste zeildoek 57 is aan zijn onderzijde verbonden met haak 59 die aangrijpt om haak 60 die vast verbonden is met vloer 52. Het bovenuiteinde van binnenste zeildoek 57 is via een om rol 61 geslagen niet-elastische band 62 en een elastische band 63 verbonden met de binnenzijde van het buitenste zeildoek 56, nabij het boveneinde 15 daarvan. Voor het desgewenst wijzigen van de nettolengte van de niet- elastische band 62 is gesp 64 voorzien. Rol 61 is aangebracht aan het onderste uiteinde van elastische band 63. Aan de buitenzijde van buitenste zeildoek 56 is een rol 68 aangebracht waaromheen een niet-elastische band 65 is geslagen. De niet-elastische band 65 is met een 20 uiteinde verbonden met gesp 66 en strekt zich uit door een, op zich bekende, met het buitenste zeildoek 56 verbonden, bandspanner 67 met spanmechanisme. Het onder de bandspanner 67 uitstekende deel van de niet-elastische band 65 is verbonden met haak 59.Figure 3 shows a third preferred embodiment of a car body 51 according to the invention. This embodiment is somewhat similar to the embodiment as shown in Figures 1A 5 to 1C. The car body 51 comprises a floor 52, a roof 53 and planks 54. A cover system 55 is provided against the outside of planks 54 which is shown in a state expanded over a distance 56. The covering system comprises an outer tarpaulin 56 and an inner tarpaulin 57. The outer tarpaulin 56 is suspended from a 1-angled guide 58. The inner tarpaulin 57 is connected at its bottom with hook 59 which engages around hook 60 which is fixedly connected to floor 52. The upper end of inner tarpaulin 57 is connected via a non-elastic belt 62 wrapped around roller 61 and an elastic belt 63 to the inside of the outer tarpaulin 56, near the upper end thereof. Buckle 64 is provided for changing the net length of the non-elastic band 62, if desired. Roll 61 is provided on the lower end of elastic band 63. On the outside of outer sail cloth 56, a roll 68 is provided around which a non-elastic band 65 is wrapped. The non-elastic belt 65 is connected at one end to buckle 66 and extends through a belt tensioner 67 with tensioning mechanism which is known per se and is connected to the outer tarpaulin 56. The part of the non-elastic band 65 protruding under the belt tensioner 67 is connected to hook 59.

Bij het in hoogte verstellen van dak 53, is het 25 noodzakelijk dat in eerste instantie gesp 66 wordt losgenomen en bandspanner 67 wordt ontgrendeld. Afhankelijk van de rekcapaciteit van elastische band 63 kan het eveneens noodzakelijk zijn om gesp 64 los te nemen. Zodra de gewenste hoogte van dak 53 is bereikt, tijdens welke omhooggaande beweging het buitenste zeildoek 56 zal schuiven langs het 30 binnenste zeildoek 57, wordt gesp 66 en zo nodig gesp 64 weer gesloten en wordt door het aanhalen van bandspanner 67 het zeildoek 56 op spanningWhen adjusting the height of roof 53, it is necessary that in the first instance buckle 66 is released and belt tensioner 67 is unlocked. Depending on the elongation capacity of elastic band 63, it may also be necessary to detach buckle 64. As soon as the desired height of roof 53 has been reached, during which upward movement the outer tarpaulin 56 will slide along the inner tarpaulin 57, buckle 66 and, if necessary, buckle 64 are closed again and tension of belt tensioner 67 tightens the tarpaulin 56

1 U 2 ü 0 Ü O1 U 2 ü 0 Ü O

12 gebracht. Alhoewel deze uitvoeringsvorm minder voordelig is dan de uitvoeringsvorm volgens de figuren IA tot en met 1C, is ten opzichte van de stand van de techniek nog steeds een zeer voordelige situatie bereikt doordat een en ander binnen een korter tijdsbestek plaats kan vinden.12. Although this embodiment is less advantageous than the embodiment according to Figs. 1A to 1C, a very advantageous situation has still been achieved with respect to the prior art in that all of this can take place within a shorter period of time.

5 In de figuren 4 en 5A wordt in verschillende aanzichten een klemorgaan 80 in open toestand getoond zoals deze kan worden toegepast voor klemorgaan 22 in de figuren IA tot en met 1C en klemorgaan 46 in de figuren 2A en 2B. Ten behoeve van de duidelijkheid is band 81, die niet elastisch is, slechts weergegeven in de figuren 5A en 5B. Klemorgaan 80 10 omvat een vast, U-vormig deel 82 met lijf 83 en opstaande randen 84 en 85. Het vaste deel 82 is middels verbinding 86 verbonden met zeildoek 87, waartegen lijf 83 van vast deel 82 aanligt. Vast met de randen 84 en 85, is daartussen een gedeelde as 88 verbonden met ashelften 89 en 90 met daartussen spleet 91. Band 81 strekt zich uit door deze spleet 91. Om as 15 88 is een hendel 92 over een hoek van 180 graden roteerbaar. Na genoemde rotatie wordt de situatie en figuur 5B bereikt. Hendel 92 omvat een staafvormig meeneemdeel 93 die bij de beschreven rotatie van hendel 92 beweegt tussen ashelft 90 en geleidingsstaaf 94 die zich uitstrekt tussen de randen 84 en 85 van het vaste deel 82. Verschuifbaar binnen hendel 92 20 is een vergrendel 1 ichaam 94 aanwezig met een uitsparing 95 voor aangrijping door een vinger. Tussen hendel 92 en vergrendellichaam 94 is een drukveer 96 werkzaam. Tijdens rotatie van hendel 92 van de open toestand in figuur 5A na de gesloten toestand in figuur 5B zal band 81 worden meegenomen door meeneemdeel 93 en worden omgeslagen om ashelft 90. 25 Juist voor het einde van deze rotatieslag is in de baan van het uiteinde van vergrendel!ichaam 94 een blokkering 97 aanwezig waarover het vergrendel 1 ichaam 94 tijdens het laatste deel van de rotatieslag eerst schuift en, vervolgens achterblijft haken onder invloed van de werkzaamheid van drukveer 96. Vanwege de wrijving tussen enerzijds band 30 81 en anderzijds het boogvormige oppervlak van ashelft 90 en de buitenoppervlakken van meeneemdeel 93 en vergrendel 1ichaam 94, wordt <ί ·- - ..In figures 4 and 5A, in different views, a clamping member 80 is shown in open condition as it can be used for clamping member 22 in figures 1A to 1C and clamping member 46 in figures 2A and 2B. For the sake of clarity, tape 81, which is not elastic, is only shown in FIGS. 5A and 5B. Clamping member 80 comprises a fixed, U-shaped part 82 with body 83 and raised edges 84 and 85. The fixed part 82 is connected by means of connection 86 to tarpaulin 87, against which body 83 of fixed part 82 abuts. Fixed with the edges 84 and 85, a split shaft 88 is connected between them with shaft halves 89 and 90 with a gap 91 between them. Band 81 extends through this gap 91. Around shaft 88, a lever 92 is rotatable through an angle of 180 degrees . After said rotation, the situation and Figure 5B are achieved. Handle 92 comprises a rod-shaped carrier member 93 which, in the described rotation of handle 92, moves between shaft half 90 and guide rod 94 extending between the edges 84 and 85 of the fixed part 82. Slidably inside handle 92, a locking body 1 is provided with a recess 95 for engagement by a finger. A compression spring 96 is operative between handle 92 and locking body 94. During rotation of handle 92 from the open state in Fig. 5A after the closed state in Fig. 5B, belt 81 will be carried by catch member 93 and be turned round half 90. Just before the end of this rotation stroke is in the path of the end of locking body 94 a blockage 97 is present over which the locking body 94 first slides during the last part of the rotation stroke and then catches under the influence of the action of compression spring 96. Due to the friction between band 81 on the one hand and the arcuate surface on the other hand of shaft half 90 and the outer surfaces of carrier part 93 and locking body 94, is <ί · - - ..

13 relatieve beweging van band 81 ten opzichte van klemorgaan 80 voorkomen. Tevens wordt bereikt dat in beperkte mate band 81 wordt gerekt, vanwege de slag die meeneemdeel 93 maakt tijdens rotatie van hendel 92.13 prevent relative movement of band 81 relative to clamping member 80. It is also achieved that the belt 81 is stretched to a limited extent, because of the stroke that the catch member 93 makes during the rotation of the handle 92.

Band 81 strekt zich vanaf de van de van klemorgaan 80 5 afgekeerde zijde van zeildoek 87 uit door opening 98 in zeildoek 87. Aan de onder- en bovenzijden van de opening 98 bevinden zich twee geleidingsrollen 99 die vast zijn verbonden met het vaste deel 82 van klemorgaan 80. Een vergelijkbare geleidingsrol 100 is aanwezig aan de onderzijde van het vaste deel 82 van het klemorgaan 80.Belt 81 extends from the side of tarpaulin 87 remote from clamping member 80 through opening 98 in tarpaulin 87. At the top and bottom of the opening 98 there are two guide rollers 99 which are fixedly connected to the fixed part 82 of clamping member 80. A similar guide roller 100 is present on the underside of the fixed part 82 of the clamping member 80.

10 In figuur 6 is een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding getoond. In deze uitvoeringsvorm is er sprake van een wagenbak 101 met vloer 102 en een in hoogte verstelbaar dak 103. De binnenruimte van wagenbak 101 wordt zijdelings afgesloten door een neerklapbaar schot 104 en beplankingen 105 gecombineerd met afdekzeil 106 dat aan zijn 15 bovenzijde is opgehangen aan railsysteem 107. Tussen de onderzijde van vloer 102 en het schematisch weergegeven chassis 108 strekken zich twee spanbanden horizontaal uit voor het spannen van de beide afdekzeilen 106. Dergelijke spanbanden zijn op regelmatige afstanden over de lengte van de afdekzeilen 106 aanwezig. De spanband voor het spannen van het rechter 20 afdekzeil 106 is met één uiteinde bij aangrijpingspunt 109 verbonden met chassis 108. De desbetreffende spanband omvat een zich vanuit aangrijpingspunt 109 uitstrekkend elastisch deel 110 en een bij overgang 111 hierop aansluitend niet-elastisch deel 112. Het niet-elastische deel 112 van de spanband strekt zich uit door klemorgaan 113 die op het niet- 25 elastische deel 112 kan aangrijpen en dit deel in de richting van aangrijpingspunt 109 kan spannen. Aan het uiteinde van de spanband bevindt zich een haak 114 die bestemd is voor aangrijping op haak 115 aan de onderzijde van het afdekzeil 106.Figure 6 shows a fourth embodiment of the invention. In this embodiment there is talk of a car body 101 with floor 102 and a height-adjustable roof 103. The interior space of car body 101 is closed laterally by a collapsible partition 104 and shelves 105 combined with tarpaulin 106 which is suspended at its top from rail system 107. Between the underside of floor 102 and the chassis 108 shown schematically, two straps extend horizontally for tensioning the two tarpaulins 106. Such straps are present at regular distances along the length of the tarpaulins 106. The tensioning strap for tensioning the right cover sheet 106 is connected at one point of engagement 109 to chassis 108. The relevant tension band comprises an elastic part 110 extending from engagement point 109 and a non-elastic part 112 connecting thereto at transition 111. The non-elastic part 112 of the tensioning strap extends through clamping member 113 which can engage the non-elastic part 112 and tension this part in the direction of engagement point 109. At the end of the strap a hook 114 is provided which is intended for engagement with hook 115 on the underside of the cover 106.

Tijdens het verhogen van dak 103 wordt het klemorgaan 113 30 in een toestand gebracht waarbij deze niet aangrijpt op het niet-elastische deel 112 van de spanband, waardoor dit deel 112 door het klem- 1018006 14 orgaan 113 kan schuiven. Zodra de gewenste hoogte van dak 103 is bereikt, vindt aangrijping van het niet-elastische deel 112 door klemorgaan 113 plaats, waarbij desgewenst ook nog enige aanspanning van het afdekzeil 106 kan plaatsvinden door het niet-elastische deel 112 in de richting van 5 aangrijpingspunt 109 te dringen met klemorgaan 113. Het spreekt voor zich dat voor het linker afdekzeil 106 eenzelfde wijze van aanspanning plaatsvindt onder gebruikmaking van aangrijpingspunt 116, elastisch deel 117, overgang 118, niet-elastisch deel 119, klemorgaan 120 en de haken 121 en 122. Ten behoeve van deze tweede spanband is een rol 123 voorzien 10 die gefixeerd is ten opzichte van het chassis en zorg draagt voor de parallelliteit tussen de beide spanbanden. Voor aanspanning van alle spanbanden behorend bij één van beide afdekzeilen is het denkbaar om de desbetreffende klemorganen 113 gemeenschappelijk bedienbaar uit te voeren, waardoor de werkzaamheden nog minder tijd vergen.During the raising of roof 103, the clamping member 113 is brought into a state in which it does not engage on the non-elastic part 112 of the tensioning band, as a result of which this part 112 can slide through the clamping member 113. As soon as the desired height of roof 103 has been reached, engagement of the non-elastic part 112 by clamping member 113 takes place, whereby if desired also some tensioning of the cover sheet 106 can take place by the non-elastic part 112 in the direction of engagement point 109 It is obvious that for the left-hand cover 106 a similar manner of tensioning takes place using engagement point 116, elastic part 117, transition 118, non-elastic part 119, clamping member 120 and the hooks 121 and 122. for the purpose of this second strap, a roller 123 is provided which is fixed relative to the chassis and ensures the parallelism between the two strap straps. For tensioning all the straps associated with one of the two tarpaulins, it is conceivable for the relevant clamping members 113 to be made jointly operable, so that the work takes even less time.

15 Daar waar binnen het kader van de beschreven uitvinding gesproken wordt over niet-elastische banden, dient dit te worden beschouwd ten opzichte van de elasticiteit van de elastisch band. Banden met een ten opzichte van de elastische banden beperkte elasticiteit dienen ook onder het begrip niet-elastische banden te worden gerekend.Where within the scope of the described invention non-elastic bands are discussed, this should be considered with respect to the elasticity of the elastic band. Tires with a limited elasticity with respect to the elastic bands should also be included in the concept of non-elastic bands.

20 i fi i o π no i w i v' U U o20 i fi i o π no i w i v 'U U o

Claims

A car body with a floor and a height-adjustable roof between a lower position and an upper position, wherein between the floor and the roof an upper cover member in the form of a first cover extends downwards from the roof and extends downwards from the floor extends a lower cover member, which partially overlaps with the first cover sheet, characterized in that elastic means are provided for tightly tensioning at least one of the cover members in different positions between the lower position and the upper position.

2. Car body as claimed in claim 1, characterized in that the first cover sheet is suspended from a guide rail for being able to open and close the first cover sheet in the horizontal direction.

3. Car body according to claim 1 or 2, characterized in that the lower cover member is a second cover sheet.

Carriage according to claim 3, characterized in that the elastic means are active between the upper side of the second cover and a higher point located at a fixed distance from the roof.

Carriage according to one of the preceding claims, characterized in that the elastic means comprise an elastic elongate member.

6. Carriage according to one of the preceding claims, characterized in that the elastic means form part of a flexible guide for the first cover sheet.

7. Car body according to claim 6, characterized in that the guide extends vertically at least between the floor and the roof.

8. Car body according to claim 6 or 7, characterized in that the guide extends through an opening in the first cover sheet.

9. Car body as claimed in claim 6, 7 or 8, characterized in that the guide engages at its upper end on the first cover sheet. J ^ * ·· - \ J »A near the top of it.

10. Car body as claimed in claim 6, characterized in that the guide extends largely on the underside of the floor.

11. Carriage as claimed in any of the claims 6-10, characterized in that fixation means are provided for fixing the position of the first cover with respect to the guide.

12. Car body as claimed in claim 11, characterized in that the elastic means are included in the part of the guide located between the fixing means and the roof.

Carriage according to claim 11 or 12, characterized in that the flexible guide comprises a non-elastic part for engagement by the fixing means.

14. Carriage as claimed in claim 11, 12 or 13, characterized in that the fixation means comprise a fixed body fixedly connected to the first cover, with a friction member with a friction surface and, relative to the fixed body, between an open position and a closed movable, movable body with a closing member for bringing the guide into contact with the friction surface in the closed position to prevent relative movement between the first cover sheet and the guide.

Carriage according to claim 14, characterized in that the fixing means comprise locking means for locking the closed position of the movable body.

16. Car body according to claim 14 or 15, characterized in that the friction surface is arcuate.

The car body according to one of claims 14 to 16, characterized in that the movable body is rotatable relative to the fixed body. 1018006