NL1017940C2 - Uitrustingskolom en plafondbevestiging daarvoor. - Google Patents

Uitrustingskolom en plafondbevestiging daarvoor. Download PDF

Info

Publication number
NL1017940C2
NL1017940C2 NL1017940A NL1017940A NL1017940C2 NL 1017940 C2 NL1017940 C2 NL 1017940C2 NL 1017940 A NL1017940 A NL 1017940A NL 1017940 A NL1017940 A NL 1017940A NL 1017940 C2 NL1017940 C2 NL 1017940C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ceiling
stop body
support part
equipment column
stop
Prior art date
Application number
NL1017940A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1017940A1 (nl
Inventor
Hans Pettersson
Original Assignee
Thorsman & Co Ab
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Thorsman & Co Ab filed Critical Thorsman & Co Ab
Publication of NL1017940A1 publication Critical patent/NL1017940A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1017940C2 publication Critical patent/NL1017940C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/02Details
    • H02G3/04Protective tubing or conduits, e.g. cable ladders or cable troughs
    • H02G3/0493Service poles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)
  • Handcart (AREA)
  • Joining Of Building Structures In Genera (AREA)

Description

UITRUSTINGSKOLOM EN PLAFONDBEVESTIGING DAARVOOR Gebied van de uitvinding
De uitvinding heeft in eerste instantie betrekking op een uitrustingskolom van de in de aanhef van 5 conclusie 1 beschreven soort en in tweede instantie op een plafondbevestiging van een in de aanhef van conclusie 10 beschreven soort.
Uitrustingskolommen van deze soort worden in de industrie, echter eveneens in kantoorruimtes gebruikt, om 10 op handige wijze de verdeling van stroom en/of informatie aan verschillende eisen te kunnen aanpassen. De uitrustingskolommen kunnen van verschillende soorten dozen voorzien zijn, om werkplaatsen en machines van stroom te voorzien, om computernetwerken, telefonen en verdere informa-15 tieverschaffingsuitrusting aan te sluiten, of perslucht, water, luchtverdunning, olie en dergelijke toe te voeren. Doordat zulke functies over vrij op te stellen uitrustingskolommen in plaats van over vast opgestelde wandin-stallaties verdeeld worden, ontstaat een flexibele en 20 veranderlijke ruimte, wat bij ombouwen bijzonder gunstig kan zijn.
Achtergrond van de uitvinding 25 Uitrustingskolommen van deze soort zijn reeds 2
lang bekend. Deze worden onder andere in SE 384.303, SE
416.094 en SE 511.180 beschreven. De in SE 416.094 beschreven uitrustingskolom heeft niet de mogelijkheid zijn lengte te veranderen en wordt op een andere wijze dan door 5 spannen tussen plafond en vloer bevestigd. De in SE 511.180 beschreven uitrustingskolom wordt tussen plafond en vloer gespannen, doordat een schroefinrichting de kolom kan verlengen. De spanning is niet verend. De in SE 384.303 beschreven uitrustingskolom is tussen plafond en 10 vloer spanbaar doordat diens voet verend beweegbaar ten opzichte van de rest van de kolom is, maar kan voor het overige niet in de lengte versteld worden. De veerkracht is direct daarvan afhankelijk hoe goed de kolomlengte overeenkomt met de afstand tussen het plafond en de vloer 15 en de grootte van deze kracht is daarom niet met enige zekerheid te voorzien.
Uit EP 0.828 is verder een uitrustingskolom bekend, waar een bovendeel en een benedendeel ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn en waar een veer kan worden 20 gespannen om ze van elkaar te scheiden.
Beschrijving van de uitvinding
Een uitrustingskolom van de soort volgens de 25 uitvinding dient zich in eerste instantie op eenvoudige wijze aan verschillende plafondhoogtes te kunnen aanpassen. Het is bovendien wenselijk dat deze snel, eenvoudig en zeker bevestigd kan worden tussen het plafond en de vloer. Het plafond kan afhankelijk van diens onderscheide-30 lijke belasting van de bovenzijde bijvoorbeeld naar boven of onderen verschuiven. Daarom is het wenselijk een zekere bevestiging te kunnen verschaffen, die zulke veranderingen binnen bepaalde grenzen kan opnemen. Voorschriften van de overheid schrijven in het bijzonder voor, dat een uitrus-35 tingskolom van de in aanmerking komende soort een verandering van de plafondhoogte van 5 mm zal moeten toelaten, zonder dat diens capaciteit om zijdelingse krachten te 3 weerstaan lager wordt dan een voorgeschreven waarde.
Het doel van de onderhavige uitvinding is op basis hiervan een uitrustingskolom te verschaffen welke aan verschillende plafondhoogtes kan worden aangepast, 5 welke hoogteveranderingen van een gegeven inrichting kan opnemen en toch een eenvoudige en zekere inbouw mogelijk maakt.
Dit doel wordt volgens een eerste aspect van de uitvinding gerealiseerd, doordat een uitrustingskolom van 10 de de in de aanhef van conclusie 1 beschreven soort de in het kenmerkende deel van deze conclusie vermelde kenmerken heeft.
Met behulp van het activeerbare en deactiveerba-re veerorgaan wordt een inbouw van de uitrustingskolom 15 mogelijk gemaakt, welke de hierboven vermelde wensen vervult. Zo wordt bij de inbouw van de kolom het veerorgaan in de rustpositie gebracht, waarop de kolom tot een lengte wordt gerekt, welke overeenkomt met de plafondhoogte, zodat de plafondbevestiging daarvan tegen het plafond 20 aanligt en het benedendeel met een voet op de vloer ligt. Met behulp van de verstelinrichting kan het veerorgaan daarop geactiveerd worden. Dit heeft tot gevolg, dat de kolom vast tussen de vloer en het plafond gespannen wordt, waarbij mogelijk latere veranderingen van de plafondhoogte 25 door het veerorgaan worden opgenomen. Vereist is natuurlijk, dat deze een veerconstante heeft, welke daarop aangepast is, wat met het oog op de bedenkbare grootte van een mogelijke hoogteverandering en benodigde voorspan-ningskracht noodzakelijk is, om tot een bepaalde waarde 30 zijdelingse krachten te kunnen toestaan.
Omdat bovendien de verstelinrichting voorzien is om in de gedeactiveerde positie het veerorgaan voorgespannen te houden, ontstaat het voordeel, dat de veerkracht van te voren instelbaar is. Bij de inbouw wordt de veer-35 kracht vrijgelaten, waarbij de veer in de geactiveerde positie overgaat en op zeer eenvoudige wijze een correcte veerkracht ontstaat.
4
In de conclusies worden uitdrukkingen zoals verticaal, bovenzijde en dergelijke gebruikt. Het moet daarbij duidelijk zijn, dat deze richtingsbepalingen betrekking hebben op die positie, welke de uitrustingskol-5 om in opgerichte positie inneemt. In de conclusie wordt bovendien een inrichting met de aanduiding plafondbevesti-ging gebruikt. Het moet duidelijk zijn, dat een overeenkomstige bevestiging, ook wanneer deze minder praktisch is, in plaats daarvan bij de vloer kan zijn voorzien, het 10 gebied van de uitvinding heeft dus ook betrekking op zo een wijziging.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de plafondbevestiging van de uitrustings-kolom een met het bovendeel van de kolom verbonden steun-15 deel, welke van een verticaal doorlopend gat voorzien is, door welk gat het aanslaglichaam loopt, waarbij het aan-slaglichaam een aan het bovenste einde daarvan aangebracht aanslagvlak omvat voor de aanslag tegen het plafond, als ook een aan het onderste einde daarvan geplaatst, van 20 schroefdraad voorzien gedeelte en een boven het steundeel liggend en naar het steundeel gericht steunvlak omvat, tussen welk steunvlak en het steundeel het veerorgaan aangebracht is en als drukveerorgaan gevormd is, en waarbij de plafondbevestiging bovendien een van schroefdraad 25 voorzien gedeelte omvat, in aangrijping en samenwerkend met het van schroefdraad voorzien element.
Dit verschaft een zeer doelmatige, praktische uitvoeringsvorm van de plafondbevestiging van de uitrus-tingskolom, doordat men met behulp van een eenvoudige 30 draaiing tussen de samenwerkende, van schroefdraad voorziene delen, de veer samendrukt, zodat deze gedeactiveerd wordt, doordat de veerkracht door het element met schroefdraad opgenomen wordt. Middels draaiing van deze laatste kan de veer zich rekken en kan de veerkracht gelijktijdig 35 toenemend door het steundeel in plaats van door het van schroefdraad voorzien element opgenomen worden. Op deze wijze wordt het veerorgaan geactiveerd.
5
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het aanslaglichaam een aan zijn bovenste einde aangebrachte spanplaat met een, een bovenzijde vormend aanslagvlak en een, een onderzijde vormend steunvlak.
5 Hierdoor wordt een praktische oplossing bereikt voor hoe de veer ten opzichte van het aanslaglichaam geplaatst is, omdat geen bijzonder afzonderlijk deel als steun voor de veer aangebracht dient te worden.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van 10 de uitvinding bestaat het veerorgaan uit een schroefveer, die een tussen het steunvlak en het steundeel liggend gedeelte van het aanslaglichaam omsluit.
Hierdoor wordt een eenvoudige oplossing bereikt om het veerorgaan te plaatsen en vast te houden en het in 15 zijdelingse richting ten opzichte van het aanslaglichaam te steunen. '
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is een tussen het steundeel en het aanslaglichaam werkend sluitorgaan, voorzien om een onderlinge 20 draaiing van het steundeel ten opzichte van het aanslaglichaam te verhinderen. Hierdoor wordt op eenvoudige wijze verhinderd, dat het aanslaglichaam een draaibeweging van het van schroefdraad voorziene element bij draaiing daarvan volgt.
25 Volgens een voorkeursvariant van de hierboven het laatst genoemde voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het sluitorgaan een van de cirkelvorm afwijkende dwarsdoorsnedevorm van dit gat en een profielge-deelte van het aanslaglichaam met een overeenkomstige 30 dwarsdoorsnede vorm. Met behulp van zo een profilering wordt een vergrendeling verkregen, zonder dat nieuwe elementen moeten worden toegevoerd om dit te bereiken.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het van schroefdraad voorziene element 35 van een voor de hantering aangepaste greep voorzien, en is een schrijf tussen de greep en het steundeel voorzien. De handgreep maakt het mogelijk, dat een deactivering en een 6 activering van het veerorgaan tot stand kan komen, zonder dat werktuigen benodigd zijn. De schijf vermindert de wrijving tussen greep en steundeel en verdeelt de op te nemen reactiekracht.
5 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het van schroefdraad voorziene gedeelte van het aanslaglichaam een buitenschroefdraad heeft het van schroefdraad voorziene element dientengevolge een binnenschroefdraad. Ook wanneer het omgekeerde denkbaar is 10 maakt deze opstelling de eenvoudigst mogelijke uitvoering van de bestanddelen mogelijk.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het bovendeel daarvan minstens twee ten opzichte van het benedendeel van de uitrustingskolom 15 telescopisch verschuifbare geleidingsbuizen, waarbij het steundeel telkens met het bovenste einde van de geleidingsbuizen verbonden is. Doordat het bovendeel uit geleidingsbuizen bestaat wordt een snelle, eenvoudige en doelmatige wijze verschaft om de kolomlengte telescopisch te 20 veranderen.
Volgens een voorkeursvariant van de hierboven het laatstgenoemde voorkeursuitvoeringsvorm is elke gelei-dingsbuis telkens van een sluitplaat met een gat voorzien, door welke de geleidingsbuis loopt, waarbij de gatdoorsne-25 de iets groter is dan de buisdoorsnede en de sluitplaat voorzien is om een ten opzichte van de geleidingsbuis verticale positie en een ten opzichte van de geleidingsbuis schuine positie in te nemen. Met zo een vergrendelin-richting kunnen de geleidingsbuizen snel en zonder werk-30 tuigen gesloten of van het benedendeel losgenomen worden. In verticale positie kunnen de geleidingsbuizen in de langsrichting op grond van de speling in het gat vrij verschoven worden, waarbij daarentegen bij een schuine sluitplaat een vergrendeling door schuifladewerking ont-35 staat.
De hierboven vermelde voorkeursuitvoeringen van de uitgevonden uitrustingskolom zijn in de van conclusie 1 7 afhankelijke conclusies weergegeven.
Het beschreven doel werd volgens een tweede aspect van de uitvinding daardoor bereikt, doordat de plafondbevestiging van de in de aanhef van conclusie 11 5 vermelde soort de in het kenmerkende deel van deze conclusie vermelde bijzondere kenmerken heeft. Doordat de uit-rustingskolom van een op deze wijze uitgevoerde plafondbevestiging voorzien is, ontstaan overeenkomstige voordelen, zoals hierboven met betrekking tot de uitgevonden 10 uitrustingskolom aangegeven.
Voordelige uitvoeringen van de uitgevonden plafondbevestiging zijn in de van conclusie 11 afhankelijke conclusies weergegeven. Deze voordelige uitvoeringen van de plafondbevestiging verschaffen overeenkomstige voorde-15 len, zoals hierboven met betrekking tot de uitgevonden uitrustingskolom weergegeven.
De uitvinding wordt nader met behulp van de uitvoerige beschrijving hierna als een tot voorbeeld dienende voorkeursuitvoering onder verwijzing naar de 20 figuren verduidelijkt.
Korte beschrijving van de ficruren
Figuur 1 toont in perspectief een bekende uit-25 rustingskolom, figuur 2 toont in perspectief een gedeelte van de uitrustingskolom volgens de uitvinding met een daarbij behorende plafondbevestiging, figuur 3 toont in perspectief een deel van de 30 uitrustingskolom volgens figuur 2, figuur 4 toont in perspectief een deel van de plafondbestiging van de uitrustingskolom volgens conclusie 2, figuur 5 toont in perspectief een verder deel 35 van de plafondbevestiging van de uitrustingskolom volgens figuur 2, en figuur 6 toont in perspectief een derde deel van 8 de plafondbevestiging van de uitrustingskolom volgens figuur 2.
Beschrijving van een voorkeursuitvoerinasvoorbeeld 5
Figuur 1 toont in perspectief een voorbeeld van een bekende uitrustingskolom van de soort waarop de uitrustingskolom volgens de onderhavige uitvinding betrekking heeft. De uitrustingskolom is van een serie verschillende 10 aansluitingen voorzien.
Deze aansluitingen kunnen zoals eerder vermeld elektrische aansluitingen, aansluitingen voor computernetwerken, telefoon en dergelijke, aansluitingen voor perslucht, luchtverdunning, water en olie omvatten, hoewel de 15 getoonde inrichting geen overeenkomstige soorten van deze aansluitingen omvat. De kolom vormt een beweegbare eenheid, welke tussen plafond en vloer kan worden gespannen en is boven met een schroefinrichting uitgerust, om de kolom tussen plafond en vloer te spannen. De kolomlengte 20 is veranderlijk, doordat diens bovendeel met diens benedendeel telescopisch is verbonden.
De uitrustingskolom volgens de onderhavige uitvinding is voorzien van aansluitingen van de in figuur 1 getoonde soort, maar onderscheidt zich echter door een 25 verende plafondbevestiging principieel daarvan.
Figuur 2 toont in perspectief een deel van de uitrustingskolom volgens de uitvinding. Zo worden het bovenste einde van diens benedendeel 2, diens bovendeel 3 en diens plafondbevestiging 4 getoond. De plafondbevesti-3 0 ging 4 bestaat uit een als juk gevormd steundeel 14, een aanslaglichaam 20, een drukveer 30, een greep 27 en een schijf 29. Het benedendeel 2 is een hoofdzakelijk trapezevormig, holle profielbalk 7 van bijvoorbeeld aluminium. Het benedendeel 2 beslaat het grotere deel van de kolom-35 hoogte en is van aansluitingen, overeenkomstig de soort zoals in figuur 1, voorzien. Het profiel staat voor het bevestigen van de verschillende aansluitingen aan de ene 9 zijde open. Verdelerleidingen zijn door het binnenste van de balk 7 getrokken. Het benedendeel 2 eindigt boven in een framedeel 5 voor het samenwerken met het bovendeel 3 van de uitrustingskolom. Het bovendeel 3 bestaat uit twee 5 geleidingsbuizen 6, 6a, die in gaten in het framedeel 5 worden geleid en verder lopen in geleidingen in het binnenste van de balk 7. De beide geleidingsbuizen 6, 6a van het bovendeel 3 kunnen telescopisch ten opzichte van het benedendeel 2 worden verschoven, waardoor de lengte van de 10 uitrustingskolom kan worden aangepast aan verschillende plafondhoogtes.
Een sluitplaat 8, 8a is telkens bij de ingang van de geleidingsbuis in het framedeel 5 aangebracht. Elke sluitplaat bestaat uit een vlak middengedeelte 9, een naar 15 onder gebogen flensgedeelte 10 aan het ene einde van het middengedeelte en een naar boven gebogen flensgedeelte 11 aan het andere einde van het middengedeelte. Het middengedeelte 9 van de betreffende sluitplaat heeft een doorlopend gat 12, door welke een overeenkomstige geleidingsbuis 20 6 loopt. Beide gaten 12 hebben een doorsnede welke groter is dan de buitendoorsnede van de overeenkomstige geleidingsbuis 6, zodat een speling ontstaat, wanneer, zoals de figuur toont, het middengedeelte 9 van de sluitplaat 8 horizontaal loopt.
25 Het naar onderen gebogen flensgedeelte 10 van de betreffende sluitplaat 8 eindigt in een tong met geringere breedte dan het overige flensgedeelte 10. Elke tong is voorzien om in een op de bovenzijde van het framedeel 5 aangebrachte snede met ongeveer dezelfde lengte als de 3 0 tongbreedte binnen te gaan. De snede is iets breder dan de dikte van de tong. De snede verloopt door de bovenzijde van het framedeel 5, welke een in verhouding geringe materiaaldikte heeft. Het flensgedeelte 10 wordt op deze wijze in de snede rondom een in de lengterichting van de 35 snede lopende as draaibaar.
Het naar boven gebogen flensgedeelte 11 aan het andere einde van de sluitplaat 8 vormt de handgreep.
10
Doordat men dit flensgedeelte 11 naar onder drukt wordt de sluitplaat 8 door een draaien op de bovenbeschreven wijze schuin gezet. De scheefstelling aretteert daarbij het gat 12 bij twee diametraal tegenover elkaar liggende punten 5 voor het aanliggen tegen de iets smallere geleidingsbuis 6. Door de daarbij ontstane schuifladewerking wordt een binnendringen van de geleidingsbuis 6 in de profielbalk 7 verhinderd en het bovendeel 3 en het benedendeel 2 van de uitrustingskolom zijn daarmee tegen elkaar geblokkeerd. 10 Losmaken wordt daardoor bereikt doordat de sluitplaat 8 met behulp van het naar boven gebogen flensgedeelte 11 in horizontale positie gedraaid wordt.
Figuur 3 welke het framedeel 5 inzichtelijk maakt toont diens gat 12, 12a duidelijker, en in dit 15 aanzicht zijn ook de hierboven genoemde sneden 13, 13a te zien.
De beide geleidingsbuizen 6, 6a zijn met de plafondbevestiging 4 van de uitrustingskolom met behulp van het steundeel 14 verbonden. Het bovenste einde van de 20 geleidingsbuis 6, 6a dringt telkens in een hier niet zichtbare boring in het steundeel en is in deze op scheve wijze bevestigd.
Het steundeel is afzonderlijk in de figuur 4 te zien. Het bestaat uit twee naar onder open hulsgedeelteen 25 15, 15a voor het bevestigen van de overeenkomstige gelei dingsbuizen 6, 6a. De hulsgedeelteen zijn door een middengedeelte 16 verbonden. In het midden van het middengedeelte 16 ligt een centraal cilindergedeelte 17 met een doorlopend gat 18. Het doorlopend gat 18 heeft een kruisvormig 30 profiel. Het centrale cilindergedeelte heeft boven een cirkelvormige verdieping 19, welke concentrisch is met het doorlopende gat 18.
Figuur 5 toont in perspectief een bij de bevestiging horend aanslaglichaam 20. Deze bestaat uit een 35 spanplaat 21 en een met deze vast verbonden stang 22. De spanplaat heeft een bovenzijde, welke het aanslagvlak 23 tegen het plafond vormt en een onderzijde, die het steun- 11 vlak 24 voor een later te beschrijven spiraalveer vormt. De stang 22 heeft een aangrenzend aan de spanplaat liggend profielgedeelte met een profiel welke overeenkomt met het gat 18 in het centrale cilindergedeelte 17 van het steun-5 deel 14 en daarom een kruisvormig profiel heeft. Het onderste einde van de stang heeft een schroefdraadgedeelte 26.
Figuur 6 toont de greep 27 in perspectief. Deze vormt een van schroefdraad voorzien element, welke met 10 behulp van een van schroefdraad voorzien doorlopend gat 28 voorzien is, om langs het schroefdraadgedeelte 26 van de stang te worden opgeschroefd.
Voor de verduidelijking wordt hier opnieuw naar figuur 2 verwezen, hoe de afzonderlijke delen van de 15 plafondbevestiging 4 met elkaar samenwerken. Het aanslag-lichaam is met zijn stang 22 door het gat 18 in het centrale cilindergedeelte 17 van het steundeel 14 gestoken, zodat het prof ielgedeelte 25 van de stang 22 in het profiel van het gat 18 ingrijpt. Het benedendeel van de stang 20 steekt met zijn schroefdraadgedeelte 26 uit de onderzijde van het steundeel 14 door het gat 18 uit. De greep 27 is opgeschroefd op het schroefdraadgedeelte 26 van de stang en een schijf 29 is tussen de greep en de onderzijde van het steundeel 14 voorzien. Om het bovenste gedeelte van 25 het prof ielgedeelte van de stang 22 is een schroefvormige drukveer 30 gemonteerd. Diens bovenste einde ligt tegen het steunvlak 24 van de spanplaat 21 van het aanslagli-chaam 20 en zijn onderste einde ligt bij de vloer in de verdieping 19 in het centrale cilindergedeelte 17 van het 30 steundeel 14 aan. De schroefveer oefent daarom een schei-dingswerking uit tussen de spanplaat 21 en het steundeel 14, zodat de greep 27 door de stang 22 boven de schijf 29 getrokken wordt voor het aanliggen tegen de onderzijde van het steundeel 14.
35 De samenbouw van de uitrustingskolom vindt zo plaats, dat de greep 27 eerst op het schroefdraadgedeelte 26 van de stang 22 wordt geschroefd, waarbij de stang door 12 het profielverband met het gat 18 tegen draaien vergrendeld wordt. Omdat de greep 27 zich niet naar boven kan bewegen veroorzaakt het draaien daarvan dat de stang 22 door overwinning van de veerkracht van de schroefveer 30 5 naar onderen wordt getrokken. Het aanslaglichaam 20 wordt op deze wijze via de stang 22 zo ver naar onderen getrokken als met handkracht te bereiken is.
De uitrustingskolom wordt vervolgens in zijn positie opgericht, en de geleidingsbuizen 6, 6a worden zo 10 ver uit het benedendeel 2 van de kolom getrokken, dat het aanslagvlak 23 van het aanslaglichaam 20 tegen het plafond aanligt, terwijl de voet van de uitrustingskolom tegen de vloer aanligt. In deze positie wordt een relatieve verschuiving tussen de geleidingsbuizen 6, 6a en het bened-15 endeel 2 van de kolom door een schreef stelling van de sluitplaten 8, 8a op de reeds beschreven wijze vergrendeld.
Bij het oprichten van de uitrustingskolom in deze positie heeft de drukveer geen werking doordat de 20 veerkracht daarvan opgenomen wordt door een tegenkracht tussen de greep en de onderzijde van het steundeel 14. In deze positie draait men vervolgens de greep 27 in tegengestelde richting als hiervoor, zodat deze op het schroef-draadgedeelte 26 van de stang 22 wordt uitgeschroefd. De 25 aanligkracht tussen de greep 27 en de onderzijde van het steundeel 14 wordt daardoor toenemend ontlast, en de veerkracht wordt in overeenkomstige mate uitgeoefend op het steundeel 14 en drukt via deze de uitrustingskolom tegen de vloer. Wanneer de greep zo ver uit is gedraaid, 30 dat deze niet langer een noemenswaardige aanligkracht uitoefent tegen de onderzijde van het steundeel 14, wordt de totale veerkracht op het steundeel 14 overgedragen. De greep 27 vormt daarmee een verstelorgaan voor het verstellen van de drukveer tussen een geactiveerde en een gedeac-35 tiveerde positie. De totale veerkracht wordt daardoor opgewekt, om de uitrustingskolom vast gespannen te houden. De verende spanning is voldoende om met benodigde span- j 13 kracht de uitrustingskolom vast te houden, ook wanneer de afstand tussen het plafond en de vloer tot 5 mm gewijzigd mocht worden.

Claims (19)

1. Uitrustingskolom voor het verdelen van stroom en/of informatie, voorzien om eenvoudig losneembaar met zijn ene einde op de vloer en met zijn andere einde aan het plafond bevestigd te worden, waarbij de kolom een 5 benedendeel en een van de plafondbevestiging voorzien bovendeel omvat, waarbij het bovendeel verticaal ten opzichte van het benedendeel verschuifbaar is en in een verticale richting ten opzichte van deze vergrendelbaar is, met het kenmerk, dat een werkend veerorgaan (30) 10 tussen een aanslaglichaam (20) van de plafondbevestiging (4) en het bovendeel (3) aangebracht is, om een werkzame positie in te nemen, waarin een scheidende veerwerking tussen het aanslaglichaam (20) en het bovendeel (3) van de uitrustingskolom uitgeoefend wordt en een rustpositie, in 15 welke het veerorgaan niet zo een werking uitoefent, waarbij verstelorganen (27) voor het verstellen van het veerorgaan (30) tussen de werkzame positie en de rustpositie aangebracht zijn, om het veerorgaan in de rustpositie voorgespannen te houden.
2. Uitrustingskolom volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de plafondbevestiging (4) een met het bovendeel (3) verbonden, van een verticaal doorlopend gat (18) voorzien steundeel (14) omvat, door welk gat (18) het aanslaglichaam loopt, waarbij het aanslaglichaam een aan 25 het bovenste einde daarvan aangebracht aanslagvlak (23) omvat voor de aanslag tegen het plafond, een aan het onderste einde daarvan aangebracht, van schroefdraad voorzien gedeelte (26) en een boven het steundeel (14) liggend en naar het steundeel gericht steunvlak (24) 30 omvat, tussen welk steunvlak (24) en het steundeel (14) het veerorgaan (30) aangebracht en als drukveerorgaan gevormd is, en waarbij de plafondbevestiging (4) bovendien een met het van schroefdraad voorzien gedeelte (26) in aangrijping samenwerkend van schroefdraad voorzien element (27) omvat.
3. Uitrustingskolom volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het aanslaglichaam (20) een aan zijn bovenste 5 einde aangebrachte spanplaat (21) omvat met een bovenzijde die het aanslagvlak (23) vormt en een onderzijde die het steunvlak (24) vormt.
4. Uitrustingskolom volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het veerorgaan (30) uit een schroefveer 10 bestaat welke een tussen het steunvlak (24) en het steun-deel (14) liggend gedeelte van het aanslaglichaam (20) omsluit.
5. Uitrustingskolom volgens een van de conclusies 2-4, gekenmerkt door een tussen het steundeel (14) en 15 het aanslaglichaam (20) werkend sluitorgaan (18, 25) , voor het verhinderen van een draaiing van het steundeel (14) en het aanslaglichaam (20) ten opzichte van elkaar.
6. Uitrustingskolom volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat dit sluitorgaan (18, 25) een onronde dwars- 20 doorsnede van het gat (18) omvat en een profielgedeelte (25) van het aanslaglichaam (20) dat een overeenkomstige dwarsdoorsnedevorm heeft.
7. Uitrustingskolom volgens een van de conclusies 2-6, met het kenmerk, dat dit van schroefdraad voor- 25 ziene element (27) van een op de hantering aangepaste greep voorzien is en dat een schijf (29) tussen de greep en het steundeel (14) geplaatst is.
8. Uitrustingskolom volgens een van de conclusies 2-7, met het kenmerk, dat het van schroefdraad voor- 30 ziene gedeelte (26) van het aanslaglichaam (20) een buitenschroefdraad omvat en het van schroefdraad voorziene element (27) een binnenschroefdraad omvat.
9. Uitrustingskolom volgens een van de conclusies 2-8, met het kenmerk, dat het bovendeel (3) daarvan 3. minstens twee ten opzichte van het benedendeel (2) van de uitrustingskolom telescopisch verschuifbare geleidingsbui-zen (6, 6a) omvat, waarbij het steundeel (14) telkens met het bovenste einde van de geleidingsbuizen (6, 6a) verbonden is.
10. Uitrustingskolom volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat elke geleidingsbuis (6, 6a) voorzien is 5 van een sluitplaat (8, 8a) met een gat (12), waardoorheen de geleidingsbuis (6, 6a) loopt, waarbij de gatdoorsnede iets groter dan de buisdoorsnede is, en de sluitplaat (8, 8a) voorzien is om een ten opzichte van de geleidingsbuis (6, 6a) verticale positie en een ten opzichte van de 10 geleidingsbuis (6, 6a) schuine positie in te nemen.
11. Plafondbevestiging voor een uitrustingskolom, gekenmerkt door een aan een bovendeel van een uit rus-tingskolom te bevestigen steundeel (14), een aanslagli-chaam (20) en een tussen het aanslaglichaam (20) en het 15 steundeel (14) werkend veerorgaan (30) , met een werkzame positie waarin een scheidende veerwerking tussen het aanslaglichaam (20) en het steundeel (14) uitgeoefend wordt, en een rustpositie, in welke het veerorgaan (30) niet zo een werking uitoefent, waarbij een verstelorgaan 20 (27) voor het verstellen van het veerorgaan (30) tussen de werkzame positie en de rustpositie voorzien is en om in de rustpositie het veerorgaan voorgespannen te houden.
12. Plafondbevestiging volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het steundeel (14) van een verticale 25 doorlopend gat (18) voorzien is, door welk gat (18) het aanslaglichaam (20) loopt, waarbij het aanslaglichaam (20) een aan het bovenste einde daarvan aangebracht aanslagvlak (23) omvat voor de aanslag tegen het plafond, een aan het onderste einde daarvan geplaatst, van schroefdraad voor-30 zien gedeelte (26) omvat en een boven het steundeel (14) liggend en naar het steundeel gericht steunvlak (24), tussen welk steunvlak (24) en het steundeel (14) het veerorgaan (30) aangebracht is en als drukveerorgaan gevormd is, en waarbij de plafondbevestiging (4) bovendien 35 een van schroefdraad voorzien gedeelte (26) omvat, in aan-grijping en samenwerkend met het van schroefdraad voorzien element (27).
13. Plafondbevestiging volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het aanslaglichaam (20) een aan zijn bovenste einde geplaatst spanplaat (21) omvat met een een bovenzijde vormend aanslagvlak (23) en een een onderzijde 5 vormend steunvlak (24).
14. Plafondbevestiging volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat het veerorgaan (30) uit een schroef veer bestaat, die een tussen het steunvlak (24) en het steundeel (14) liggend gedeelte van het aanslaglichaam 10 (20) omsluit.
15. Plafondbevestiging volgens een van de conclusies 12-14, gekenmerkt door een tussen het steundeel (14) en het aanslaglichaam (20) werkend sluitorgaan (18, 25) , voorzien om een draaiing van het steundeel (14) ten 15 opzichte van het aanslaglichaam (20) te verhinderen.
16. Plafondbevestiging volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat dit sluitorgaan (18, 25) een onronde dwarsdoorsnedevorm van het gat (18) omvat en een prof iel- gedeelte (25) van het aanslaglichaam (20) welke een over- 20 eenkomstige dwarsdoorsnedevorm heeft.
17. Plafondbevestiging volgens een van de conclusies 12-16, met het kenmerk, dat dit van schroefdraad voorziene element (27) van een voor de hantering aangepaste greep voorzien is, en dat een schrijf, (29) tussen de 25 greep en het steundeel (14) voorzien is.
18. Plafondbevestiging volgens een van de conclusies 12-17, met het kenmerk, dat het van schroefdraad voorziene gedeelte (26) van het aanslaglichaam (20) een buitenschroefdraad heeft en het van schroefdraad voorziene 30 element (27) een binnenschroefdraad omvat.
19. Plafondbevestiging volgens een van de con clusies 12-18, met het kenmerk, dat het steundeel (14) van aansluitorganen (15, 15a) voorzien is voor het bevestigen aan minstens twee geleidingsbuizen. -o-o-o-o-o-o-o-o- RB/KP
NL1017940A 2000-04-27 2001-04-25 Uitrustingskolom en plafondbevestiging daarvoor. NL1017940C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
SE0001533 2000-04-27
SE0001533A SE522418C2 (sv) 2000-04-27 2000-04-27 Bestyckningsstav för distribution av energi och/eller information samt takfäste för sådan

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1017940A1 NL1017940A1 (nl) 2001-10-30
NL1017940C2 true NL1017940C2 (nl) 2002-04-16

Family

ID=20279445

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1017940A NL1017940C2 (nl) 2000-04-27 2001-04-25 Uitrustingskolom en plafondbevestiging daarvoor.

Country Status (3)

Country Link
DE (1) DE10120528B4 (nl)
NL (1) NL1017940C2 (nl)
SE (1) SE522418C2 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE530148C2 (sv) * 2006-07-07 2008-03-11 Thorsman Och Co Ab Vridbar installationskanal
GB2579250A (en) * 2018-11-28 2020-06-17 Synaka Ltd Media supply units

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3683101A (en) * 1970-09-09 1972-08-08 Milton Liberman Ceiling and wall structures and electrical energy distributing device for use in connection therewith
FR2386169A1 (fr) * 1977-03-31 1978-10-27 Telemecanique Electrique Colonne de distribution
GB2184142B (en) * 1985-12-17 1989-12-20 Rolfe & King Ltd Electrical services pole
FI98005C (fi) * 1995-09-05 1997-03-25 Nokia Alumiini Oy Pistorasiapylvään kattokiinnike
DE29615033U1 (de) * 1996-08-29 1998-01-02 Tehalit GmbH, 67716 Heltersberg Energiesäule

Also Published As

Publication number Publication date
NL1017940A1 (nl) 2001-10-30
DE10120528B4 (de) 2006-02-02
SE0001533D0 (sv) 2000-04-27
SE0001533L (sv) 2001-10-28
DE10120528A1 (de) 2001-11-15
SE522418C2 (sv) 2004-02-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0260739B1 (en) Support structure for office tables and desks including those with several supporting planes
US4703700A (en) Height adjustable desk
EP0559705A1 (en) A shelf support system
KR900005922A (ko) 동작스테이션 장치(workstation arrangement)
EP1011382A1 (en) A furniture system comprising worktops that can be equipped with fittings
NL1017940C2 (nl) Uitrustingskolom en plafondbevestiging daarvoor.
US8425165B2 (en) Pallet apparatus
US5427035A (en) Height-adjustable table
WO2001032054A1 (en) Height controllable support column
US5318388A (en) Improvement in or relating to a shoring leg: a shoring leg with a latch
US6121549A (en) Holder for mounting a plate within an enclosure for electric installations
NL193235C (nl) Bevestigingsklemstuk voor een voetstuk van een schakelkast.
KR20030015227A (ko) 맨홀의 높이 조정 방법 및 조정 장치
US6406012B1 (en) Vise structure
CA2147934A1 (en) Adjustable Produce Display Rack
KR200253139Y1 (ko) 책상
KR200493082Y1 (ko) 마이크 거치대
KR200232277Y1 (ko) 간이용 보드 받침대
US7413379B2 (en) Boat storage stand
KR20230078424A (ko) 시스템 선반
CN213794249U (zh) 一种棒材送料机的送料装置
JP2000037241A (ja) 可変傾斜棚装置
BE1013486A6 (nl) Stelinrichting.
US20070234936A1 (en) Appliance stand with subsidiary member
JP3856254B2 (ja) 机上棚装置

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20011214

PD2B A search report has been drawn up
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200501