NL1017883C2 - Werkwijze en inrichting voor het reinigen van een gebit. - Google Patents

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET REINIGEN VAN EEN GEBIT

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het reinigen van een gebit.

Het is algemeen bekend dat het regelmatig reinigen van een gebit een voorwaarde is om tandbederf en 5 parodontitis te voorkomen. Daarbij zijn er twee gangbare methoden van gebitsreiniging, te weten het poetsen en het flossen.

Het meest verspreid is het poetsen van het gebit met behulp van een tandenborstel. Hiermee kunnen 10 relatief grote oppervlakken van de tanden en kiezen in het algemeen behoorlijk gereinigd worden. Voor het reinigen van de ruimten tussen de tanden en kiezen en de aansluiting van de tanden en kiezen op het tandvlees is het poetsen met een borstel echter minder geschikt, 15 terwijl juist in dergelijke ruimtes zich voedselresten zullen verzamelen, die kunnen leiden tot het ontstaan van tandbederf en parodontitis.

Op zich is het bekend om deze ruimten te reinigen met behulp van een speciale, zeer smalle en 20 scherpe tandenborstel, een zogeheten interdentale borstel. Het gebruik van een dergelijke interdentale borstel kan echter eenvoudig tot beschadiging en/of ontsteking van het tandvlees leiden.

Voor het reinigen van de ruimten tussen tanden 25 en kiezen en de aansluitingen van tanden en kiezen op het tandvlees is dan ook vooral het flossen zeer geschikt. Hierbij wordt een dunne draad heen en weer gaand bewogen, tussen de tanden en kiezen door en om de tandhalzen heen. Het probleem van het flossen is dat dit een relatief 30 gecompliceerde bewerking is, die vaak slechts met tegenzin wordt uitgevoerd. Bovendien is het flossen, in tegenstelling tot het poetsen, niet eenvoudig met een elektrisch apparaat uit te voeren.

Er zijn reeds verschillende hulpmiddelen 35 voorgesteld waarmee de flosbewerking kan worden vereenvoudigd. Een dergelijk hulpmiddel waarin alle 1 o 17 8 δ 1 2

maatregelen uit de aanhef van conclusie 2 verenigd zijn, is bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaans model D

358.001. Het daar beschreven reinigingsgereedschap bestaat uit een tweetal stokken, tussen de uiteinden 5 waarvan een flosdraad gespannen wordt. Voor de bevestiging van de flosdraad zijn de uiteinden van de flosstokken elk voorzien van een uitstekende eindschijf. Hierdoor bestaat het risico van beschadiging van het tandvlees. Bovendien dient telkens een nieuw stuk 10 flosdraad tussen de stokken gespannen te worden, hetgeen moeizaam en tijdrovend werk is. Tenslotte kan bij een dergelijke inrichting de flosdraad niet eenvoudig losgehaald worden, wanneer deze vast komt te zitten.

Uit de Amerikaanse octrooien 4.050.470 en 15 4.926.820 zijn hulpmiddelen bekend die bestaan uit twee handgrepen waartussen een stuk draad gespannen kan worden. Deze hulpmiddelen hebben het nadeel dat een gebruiker telkens met een hand in zijn mond moet reiken. Ook geldt bij deze hulpmiddelen het nadeel dat een tussen 20 de tanden vastzittende flosdraad niet eenvoudig kan worden losgenomen.

Verder zijn uit de Amerikaanse octrooien 3.799.177 en 5.323.796 elektrisch aangedreven flosinrichtingen bekend, die bestaan uit een handvat met 25 daarin een aandrijving, en een tweetal daaruit stekende armen waartussen een flosdraad beweegbaar is. Een handmatig te bedienen variant van deze inrichtingen is beschreven in het Amerikaanse octrooi 4.214.598. Al deze Y-vormige of U-vormige inrichtingen hebben het nadeel dat 30 een vastzittende flosdraad niet snel kan worden losgehaald, terwijl bovendien de inrichtingen relatief groot zijn, en dus niet eenvoudig in de mond genomen kunnen worden. Daarnaast bestaat als gevolg van de vaak instabiele constructie van deze inrichtingen het risico 35 dat deze onbedoelde bewegingen uitvoert, hetgeen tot verwonding in de mond kan leiden.

De uitvinding heeft nu tot doel een werkwijze te verschaffen waarmee een gebit op snelle en eenvoudige 1017883 3 wijze kan worden gereinigd, alsmede een inrichting waarmee deze werkwijze kan worden uitgevoerd.

Een werkwijze voor het reinigen van een gebit door het in een heen en weer gaande beweging langs tanden 5 en kiezen van het gebit halen van tenminste één reinigingsdraad, het zogeheten flossen, wordt volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt, doordat een uiteinde van de reinigingsdraad bevestigd is aan een langwerpig hanteringsorgaan, het andere uiteinde van de draad met de 10 hand wordt vastgehouden, en de reinigingsdraad tijdens de beweging de tanden en kiezen althans ten dele omsluit. Door één uiteinde van de draad, dat in de mondholte heen en weer bewogen dient te worden, niet met de hand vasthouden maar aan een langwerpig hanteringsorgaan te 15 bevestigen, wordt een zeer hygiënische werkwijze verkregen. Hierdoor is de werkwijze ook geschikt om toegepast te worden door verzorgers van personen die niet zelf in staat zijn te flossen. Verder makt het gebruik van een hanteringsorgaan het mogelijk om een beweging uit 20 te voeren waarbij de reinigingsdraad de halzen van de tanden en kiezen zowel aan de binnen- als de buitenzijde althans gedeeltelijk omsluit. Doordat bovendien het hanteringsorgaan langwerpig en dus relatief dun is, kan dit eenvoudig in de mond gebracht en daarin heen en weer 25 bewogen worden, zonder dat de mond zeer ver geopend hoeft te zijn. Door slechts één hanteringsorgaan te gebruiken, bestaat er verder geen risico dat de flossdraad vast blijft zitten tussen twee tanden of kiezen, omdat immers altijd het met de hand vastgehouden uiteinde 30 doorgetrokken kan worden.

De uitvinding betreft ook een inrichting waarmee de hiervoor beschreven werkwijze kan worden uitgevoerd. Een dergelijke reinigingsinrichting, die op conventionele wijze een langwerpig hanteringsorgaan 35 omvat, met ten minste één nabij een uiteinde van het orgaan gevormde opening voor het doorvoeren van een reinigingsdraad, vertoont volgens de uitvinding het kenmerk, dat althans het de opening bevattende uiteinde i ' :'··Π3 4 van het orgaan zodanig is ingericht, dat tandvlees rond het gebit hierdoor wordt ontzien. Door het uiteinde van het hanteringsorgaan zo uit te voeren, kan beschadiging van het tandvlees, en daarmee het ontstaan van 5 ontstekingen en dergelijke worden voorkomen, wanneer het hanteringsorgaan onbedoeld met het tandvlees in contact komt.

Volgens een eerste uitvoeringsvorm van de reinigingsinrichting is daarbij het de opening bevattende 10 uiteinde vervaardigd van of bekleed met een relatief zacht materiaal. Hierdoor is de kans op het ontstaan van wondjes gering. Een eenvoudig te vervaardigen en duurzame inrichting wordt daarbij verkregen, wanneer het relatief zachte materiaal een kunststof, in het bijzonder een 15 elastomeer is.

Daarnaast of in plaats daarvan kan volgens een andere uitvoeringsvorm van de reinigingsinrichting het de opening bevattende uiteinde relatief smal zijn uitgevoerd. Hierdoor is de kans dat het uiteinde 20 onbedoeld met het tandvlees in aanraking komt relatief gering.

Verder kan met voordeel het de opening bevattende uiteinde zijn afgerond, waardoor dit uiteinde niet in het tandvlees zal dringen, maar daarop als het 25 ware zal afketsen.

Teneinde de reinigingsdraad op betrouwbare wijze langs het uiteinde van het hanteringsorgaan te kunnen geleiden, is bij voorkeur de opening begrensd door een alzijdig gesloten omtreksrand, zodat de draad daaruit 30 niet kan ontsnappen. Om slijtage aan de draad te verminderen en de draad eenvoudig een stuk verder te kunnen trekken, loopt met voordeel de omtreksrand in hoofdzaak rond. Wel kan daarbij de omtreksrand een spieetvormig uitlopend deel vertonen, waarin de draad kan 35 worden vastgeklemd.

De reinigingsinrichting kan verder voorzien zijn van met het hanteringsorgaan verbonden middelen voor het fixeren van de reinigingsdraad, bijvoorbeeld in de ί 0 ' - -...

5 vorm van een uit het hanteringsorgaan stekende pen waar de draad een aantal malen omheen geslagen kan worden.

Ook kunnen er met het hanteringsorgaan verbonden middelen voorzien zijn voor het afsnijden van 5 de reinigingsdraad, bijvoorbeeld in de vorm van een scherpe snijrand. Deze rand zou in het hanteringsorgaan gevormd kunnen zijn, of er zou een mesje aan het orgaan bevestigd kunnen zijn.

Verder is de reinigingsinrichting met voordeel 10 voorzien van met het hanteringsorgaan verbonden middelen voor het opslaan van een voorraad reinigingsdraad. Deze opslagmiddelen kunnen de gedaante hebben van een op het orgaan of in een uitsparing daarin geplaatste spoel.

Het hanteringsorgaan is in beginsel bedoeld om 15 door de gebruiker vastgehouden te worden. Voor gebruikers die om welke reden dan ook moeite hebben met het vasthouden van het relatief dunne hanteringsorgaan, kan de reinigingsinrichting uitgerust zijn met middelen voor het vasthouden van het tegenover het de opening 20 bevattende uiteinde gelegen uiteinde van het hanteringsorgaan.

Volgens een eerste variant omvatten deze vasthoudmiddelen een koppeling voor verbinding met een handvat van een elektrische tandenborstel. Een dergelijk 25 handvat is meestal vrij fors, en dus goed te hanteren, terwijl een elektrische tandenborstel in de meeste huishoudens toch al aanwezig is.

Volgens een andere variant omvatten de vasthoudmiddelen een handvat met een het uiteinde van het 30 hanteringsorgaan nauw omsluitende uitsparing. Een dergelijk handvat, dat bijvoorbeeld vervaardigd kan zijn van een kunststofschuim, is goedkoop en eenvoudig. Teneinde het hanteringsorgaan eenvoudig in het handvat te kunnen opnemen, kan dit een tweetal beweegbaar met elkaar 35 verbonden delen vertonen, waardoor het geopend en gesloten kan worden.

6

Tenslotte betreft de uitvinding ook nog een handvat dat kennelijk bedoeld is voor toepassing in een reinigingsinrichting als hiervoor beschreven.

De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand 5 van een voorbeeld., waarbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekening, waarin:

Fig. 1 schematisch een mogelijke wijze van inspannen van een reinigingsdraad voor toepassing van de werkwijze weergeeft, 10 Fig. 2, 3 en 4 schematisch andere wijzen van vasthouden van het hanteringsorgaan tonen,

Fig. 5 het hanteringsorgaan met reinigingsdraad in fig. 1 toont,

Fig. 5A een detailaanzicht op vergrote schaal 15 is van een uiteinde van het hanteringsorgaan van fig. 5, Fig. 6 een alternatieve uitvoeringsvorm toont van een hanteringsorgaan met reinigingsdraad,

Fig. 7 een uitvoeringsvorm toont van de inrichting waarbij het hanteringsorgaan geïntegreerd is 20 in een tandenborstel,

Fig. 8 een eenvoudiger uitvoering van het hanteringsorgaan van fig. 7 toont,

Fig. 8A een detailaanzicht op vergrote schaal is van een uiteinde van het hanteringsorgaan van fig. 8, 25 Fig. 9 het gebruik van twee hanteringsorganen weergeeft,

Fig. 10 een voorbeeld toont van een hanteringsorgaan dat opgenomen is in een handvat,

Fig. 11 een aanzicht is van het handvat van 30 fig. 10. in opengeklapte toestand, en

Fig. 12 een uitvoeringsvorm weergeeft waarbij het hanteringsorgaan op het handvat van een elektrische tandenborstel geschoven is.

Bij een werkwijze volgens de uitvinding voor 35 het reinigen van een gebit wordt een reinigingsdraad in een heen en weer gaande beweging langs tanden en kiezen gehaald, zodanig dat de draad de tanden en kiezen als het ware "omhelst". Deze reinigingsbewerking, die bekend

K

7 staat als flossen, wordt op conventionele wijze uitgevoerd door het tussen beide handen spannen van een reinigingsdraad of flossdraad, en het vervolgens tussen tanden of kiezen werken van de draad en heen en weer 5 bewegen daarvan. Op deze wijze kunnen met name de tandhalzen en de interdentale ruimten goed worden gereinigd.

Omdat het met één of meer vingers in de mond heen en weer bewegen van de draad door veel mensen als 10 onaangenaam of althans onhygiënisch wordt ervaren, wordt volgens de uitvinding voorgesteld één uiteinde van de draad 2 te bevestigen aan een langwerpig hanteringsorgaan 3, dat in één van de handen 1 van een gebruiker wordt vastgehouden. Het andere uiteinde van de draad 2 wordt 15 dan op conventionele wijze met de hand vastgehouden. Dit heeft het voordeel dat uitsluitend het langwerpig hanteringsorgaan in de mond gebracht en daarin heen en weer bewogen hoeft te worden, waardoor het niet nodig is de mond ver open te sperren. Hierdoor wordt de bewerking 20 niet zozeer als onaangenaam ervaren, terwijl deze daarnaast bereikbaar wordt voor mensen die hun mond niet ver kunnen openen. Verder is het gebruik van een hanteringsorgaan 3 aangenaam voor mensen die het gebit van anderen dienen te reinigen, zoals verplegen 25 personeel, ouders en dergelijke. Bovendien kan de draad 2 op deze wijze in een "omhelzende" beweging langs de tanden en kiezen gehaald worden.

Overigens kan het hanteringsorgaan 3 op verschillende wijzen worden vastgehouden, mede 30 afhankelijk van de positie van de te reinigen tanden en kiezen (in de bovenkaak of onderkaak). Zo kan de reinigingsdraad 2 worden vastgeklemd met de middelvinger (fig. 2), de wijsvinger (fig. 3) of de duim (fig. 4).

Het hanteringsorgaan 3 vertoont aan één 35 uiteinde 4 een opening 5 waar de reinigingsdraad 2 doorheen gevoerd kan worden. Volgens de uitvinding is in elk geval dit uiteinde 4 van het hanteringsorgaan 3 zodanig ingericht, dat tandvlees rond het gebit van de 1017833 8 gebruiker hierdoor wordt ontzien. Een mogelijkheid hiertoe is het bekleden van dit uiteinde 4 van een relatief zacht materiaal, bijvoorbeeld een kunststof zoals een elastomeer. Hierdoor wordt voorkomen dat 5 contact van het uiteinde 4 met het tandvlees direct leidt tot verwonding van het tandvlees. Het is natuurlijk ook mogelijk dit uiteinde 4 te bekleden met een laag van het relatief zachte materiaal.

Daarnaast kan het uiteinde 4 waarin de opening 10 5 is aangebracht relatief smal zijn uitgevoerd, waardoor de kans dat dit uiteinde 4 onbedoeld met het tandvlees in aanraking komt wordt verkleind. Ook verdient het de voorkeur dit uiteinde 4 af te ronden, zodat dit niet in het tandvlees zal snijden.

15 Teneinde de reinigingsdraad 2 optimaal vast te houden kan de opening 5 begrensd zijn door een alzijdig gesloten.omtreksrand 6 (fig. 5A). Deze omtreksrand 6 loopt daarbij in hoofdzaak rond, om slijtage van de draad zoveel mogelijk te beperken, maar kan ook een 20 spieetvormig uitlopend deel 7 vertonen waarin de draad 2 kan worden vastgeklemd.

Het hanteringsorgaan 3 kan ook voorzien zijn van middelen voor het fixeren van de draad 2.

Bijvoorbeeld kan er tussen het uiteinde 4 van relatief 25 zacht materiaal en de steel 8 van het hanteringsorgaan 3 een groef of inkeping 9 gevormd zijn, waarin de draad kan worden ingeklemd.

Daarnaast vertoont het hanteringsorgaan 3 in het getoonde voorbeeld middelen 10 voor het afsnijden van 30 een gebruikt stuk reinigingsdraad. Deze snijmiddelen 10 hebben in het getoonde voorbeeld de gedaante van een groef met scherpe randen, die gevormd is in de steel 8. Het is echter ook denkbaar gebruik te maken van een afzonderlijk mes dat op de steel 8 bevestigd is (fig. 7), 35 bijvoorbeeld als onderdeel van een schijfvormig snij- en fixatie-orgaan.

Teneinde een voorraad reinigingsdraad eenvoudig te kunnen bewaren, kan het hanteringsorgaan 3 voorzien /s . - ‘ V Ü 1 9 zijn van middelen 11 voor het opslaan daarvan. Deze opslagmiddelen 11 hebben in het getoonde voorbeeld de gedaante van een spoel, die hier opgenomen is in een uitsparing 12, die op zijn beurt gevormd is in een 5 verdikt deel van het hanteringsorgaan. Deze verdikking leidt ertoe dat het hanteringsorgaan 3 goed vast te grijpen is.

Bij een alternatieve uitvoeringsvorm van het hanteringsorgaan 3 is de spoel 11 opgenomen op een as 13 10 die door de steel 8 van het hanteringsorgaan steekt. Door nu de spoel 11 stevig tegen de steel 8 aan te drukken, wordt het daar omheengeslagen deel van de draad 2 vastgeklemd, waardoor dus de opslagmiddelen 11 hier direct fungeren als fixatiemiddelen.

15 Bij weer een andere uitvoeringsvorm is het ook mogelijk de reinigingsdraad op te slaan in een uitsparing of voorraadruimte in de steel 8 van het hanteringsorgaan 3.

Het is ook mogelijk een reinigingsinrichting te 20 verschaffen die geschikt is voor zowel het flossen als het borstelen. Dit kan door het tegenover het uiteinde 4 met de opening 5 gelegen uiteinde 14 van het hanteringsorgaan 3 te voorzien van een borstelkop 15 (fig. 7).

25 Hoewel een opening 5 met een alzijdig gesloten omtreksrand 6 de reinigingsdraad 2 optimaal vasthoudt, kan het met het oog op het snel door de opening halen van de draad 2 wenselijk zijn deze opening 5 uit te voeren als een aan één zijde open spleet (fig. 8A). De breedte 30 van de spieetvormige opening 5 dient dan ongeveer overeen te komen met de dikte van de draad 2, om deze daarin goed vast te kunnen houden. Wel kan het open einde van de spleet 5 iets uitwaaierend zijn uitgevoerd, om de draad 2 daar eenvoudig in te kunnen brengen.

35 Hoewel de werkwijze volgens de uitvinding het eenvoudigst toegepast wordt door slechts één einde van de draad 2 aan een hanteringsorgaan 3 te bevestigen, en het andere einde in de hand te nemen, is het niet uitgesloten o '7 3 10 dat gebruik gemaakt wordt van twee hanteringsorganen 3, waar de draad 2 tussen gespannen wordt, wanneer een gebruiker dit om één of andere reden prettig vindt.

Met het oog op het in de mond brengen daarvan 5 dient het hanteringsorgaan 3 zo slank mogelijk te zijn. Voor het bedieningsgemak is echter een zeer slanke vorm niet altijd een voordeel. Met name ouderen en personen met motorische problemen hebben vaak moeite een zeer slank voorwerp stevig vast te pakken. In dat geval kan 10 voorzien zijn in middelen voor het vasthouden van het uiteinde 14 dat tegenover het uiteinde 4 met de opening 5 gelegen is, welke vasthoudmiddelen 16 dan een grotere diameter vertonen dan het slanke hanteringsorgaan 3 zelf.

Bij een eerste uitvoeringsvorm worden de 15 vasthoudmiddelen 16 gevormd door een handvat 17, dat een uitsparing 18 vertoont waarin het uiteinde 14 van het hanteringsorgaan 3 nauw passend wordt opgenomen. In het getoonde voorbeeld omvat het handvat 17 een tweetal beweegbaar met elkaar verbonden delen 17A en 17B, die 20 bijvoorbeeld verbonden kunnen zijn door een filmscharnier 19. Daarbij kunnen er middelen voorzien zijn voor het in de gesloten stand fixeren van de beide helften 17A, 17B, bijvoorbeeld in de vorm van pennen 20 en overeenkomstige openingen 21 in de beide helften 17A, 17B. Het handvat 17 25 kan anderzijds natuurlijk ook uit één stuk vervaardigd zijn waarbij dan het hanteringsorgaan 3 eenvoudigweg vanaf één zijde in de uitsparing 18 gedrukt wordt.

Bij een andere uitvoeringsvorm worden de vasthoudmiddelen 16 gevormd door een koppeling 22 waarmee 30 het hanteringsorgaan 3 kan worden verbonden met het handvat 23 van een elektrische tandenborstel. Een dergelijk handvat is meestal relatief dik en zwaar, omdat hierin de voeding en de motor van de elektrische tandenborstel zijn opgenomen, alsmede een 35 bedieningsschakelaar 24.

Hoewel de uitvinding hiervoor is toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden, zal het de deskundigen duidelijk zijn dat deze daartoe niet is 11 beperkt. Zo kunnen velerlei andere configuraties van het hanteringsorgaan met en zonder opslagmiddelen, snijmiddelen, fixatiemiddelen en dergelijke worden toegepast. Ook de maatregelen voor het ontzien van het 5 tandvlees door het uiteinde van het hanteringsorgaan, te weten de materiaalkeuze, vormgeving en dimensionering van dit uiteinde, kunnen afzonderlijk of in combinatie worden toegepast. Daarnaast kunnen de vasthoudmiddelen, met name het handvat 17 met de uitsparing 18 ook worden toegepast 10 in combinatie met andere reinigingsmiddelen dan het getoonde hanteringsorgaan, bijvoorbeeld een conventionele tandenborstel of een interdentale borstel.

De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de bijgevoegde conclusies.

Claims (18)

1. Werkwijze voor het reinigen van een gebit, door het in een heen en weer gaande beweging langs tanden en kiezen van het gebit halen van ten minste één reinigingsdraad, met het kenmerk, dat een uiteinde van de 5 reinigingsdraad bevestigd is aan een langwerpig hanteringsorgaan, het andere uiteinde van de draad met de hand wordt vastgehouden, en de reinigingsdraad tijdens de beweging de tanden en kiezen althans ten dele omsluit.

2. Inrichting voor het reinigen van een gebit, 10 omvattende een langwerpig hanteringsorgaan met ten minste één nabij ene uiteinde van het orgaan gevormde opening voor het doorvoeren van een reinigingsdraad, met het kenmerk, dat althans het de opening bevattende uiteinde van het orgaan zodanig is ingericht, dat tandvlees rond 15 het gebit hierdoor wordt ontzien.

3. Reinigingsinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het de opening bevattende uiteinde is vervaardigd van of bekleed met een relatief zacht materiaal.

4. Reinigingsinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het relatief zachte materiaal een kunststof, in het bijzonder een elastomeer is.

5. Reinigingsinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het de 25 opening bevattende uiteinde relatief smal is uitgevoerd.

6. Reinigingsinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het de opening bevattende uiteinde is afgerond.

7. Reinigingsinrichting volgens één der 30 voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de opening begrensd is door een alzijdig gesloten omtreksrand.

8. Reinigingsinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de omtreksrand in hoofdzaak rond loopt.

9. Reinigingsinrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de omtreksrand een spieetvormig uitlopend deel vertoont.

10. Reinigingsinrichting volgens één der 5 voorgaande conclusies, gekenmerkt door met het hanteringsorgaan verbonden middelen voor het fixeren van de reinigingsdraad.

11. Reinigingsinrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door met het 10 hanteringsorgaan verbonden middelen voor het afsnijden van de reinigingsdraad.

12. Reinigingsinrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door met het hanteringsorgaan verbonden middelen voor het opslaan van 15 een voorraad reinigingsdraad.

13. Reinigingsinrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door middelen voor het vasthouden van het tegenover het de opening bevattende uiteinde gelegen uiteinde van het hanteringsorgaan.

14. Reinigingsinrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de vasthoudmiddelen een koppeling voor verbinding met een handvat van een elektrische tandenborstel omvatten.

15. Reinigingsinrichting volgens conclusie 13, 25 met het kenmerk, dat de vasthoudmiddelen een handvat met een, het uiteinde van het hanteringsorgaan nauw omsluitende, uitsparing omvatten.

16. Reinigingsinrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het handvat een tweetal beweegbaar 30 met elkaar verbonden delen vertoont.

17. Handvat, kennelijk bedoeld voor toepassing in een reinigingsinrichting volgens conclusie 15 of 16.

1 Cl 17 8 8 -