NL1017813C2

NL1017813C2 - Clamp for coupling a side board to a scaffolding tube construction, as well as a scaffolding tube construction provided with such clamps.

Info

Publication number: NL1017813C2
Application number: NL1017813A
Authority: NL
Inventors: Wilhelmus Van Maurik
Original assignee: Thiel Van Nv
Priority date: 2001-04-10
Filing date: 2001-04-10
Publication date: 2002-10-11
Also published as: EP1249563A1

Description

Titel: Klem voor het koppelen van een kantplank aan een steigerbuisconstructie, almede een steigerbuisconstructie voorzien van dergelijke klemmen.Title: Clamp for connecting a side board to a scaffolding tube construction, as well as a scaffolding tube construction provided with such clamps.

In de praktijk wordt bij de steigerbouw gebruik gemaakt van verticale staanders en daarmee verbonden horizontale liggers. De staanders en de liggers worden met elkaar verbonden door steigerklemmen, zoals 5 bijvoorbeeld beschreven in NL-A-9202043. Op de liggers worden steigerplanken geplaatst ter vorming van een loopoppervlak. Teneinde te verhinderen dat objecten, zoals gereedschappen of bouwmaterialen, die tijdelijk op de steigerplanken worden geplaatst per ongeluk van de steigerplanken vallen, bijvoorbeeld als gevolg van het feit dat er iemand 10 tegenaan schopt, worden de steigers vaak voorzien van zogenaamde kantplanken. Dit zijn normale steigerplanken, die met een langsrand op de buitenste, loopoppervlak vormende steigerplanken worden geplaatst en daarbij met een hoofdoppervlak aanliggen tegen de staanders, zodanig dat het loopoppervlak wordt begrensd door een opstaande rand. Teneinde te 15 verhinderen dat de kantplanken omvallen wordt thans gebruik gemaakt van normale steigerklemmen, waarvan een eerste klemhelft wordt verbonden met een staander en waarvan een tweede klemhelft over de kantplank wordt gehangen. Het moge duidelijk zijn dat dit geen ideale oplossing is voor het fixeren van de kantplank. Ten eerste is er geen sprake 20 van een echte bevestiging en ten tweede kan men zich vrij gemakkelijk bezeren aan de vrij hangende tweede klemhelften van de steigerklemmen.In practice, scaffolding construction uses vertical uprights and horizontal beams connected to them. The uprights and the beams are connected to each other by scaffolding clamps, as described, for example, in NL-A-9202043. Scaffolding planks are placed on the beams to form a walking surface. In order to prevent objects, such as tools or building materials, that are temporarily placed on the scaffolding planks from accidentally falling off the scaffolding planks, for example as a result of someone kicking them, the scaffolding is often provided with so-called side planks. These are normal scaffolding planks, which are placed with a longitudinal edge on the outer scaffolding planks which form a running surface and thereby lie with a main surface against the uprights, such that the running surface is bounded by an upstanding edge. In order to prevent the edge boards from falling over, use is now made of normal scaffolding clamps, a first clamp half of which is connected to a post and of which a second clamp half is hung over the edge board. It will be clear that this is not an ideal solution for fixing the side board. Firstly, there is no question of a real fastening and secondly it is fairly easy to get hurt on the free hanging second clamp halves of the scaffolding clamps.

Voorts is een normale steigerklem niet specifiek ingericht om een kantplank aan een steigerbuisconstructie te koppelen. Daardoor is deze steigerklem in de praktijk niet goed in staat om een goede koppeling tussen 25 de kantplank en de steigerbuisconstructie tot stand te brengen. Bij zeer 2 sterke wind kan het gebeuren dat de kantplanken toch omwaaien. Bijkomend nadeel is dat een steigerbuiskoppelklem relatief duur is in verband met de relatief complexe uitvoering daarvan. Verder is een standaard steigerbuiskoppelklem relatief zwaar, hetgeen ongewenst is 5 omdat daardoor transport van deze klemmen meer energie en/of mankracht kost.Furthermore, a normal scaffolding clamp is not specifically adapted to connect a side board to a scaffolding tube construction. As a result, this scaffolding clamp is in practice not well able to effect a good coupling between the side board and the scaffolding tube construction. In very strong winds, it may happen that the side boards will still blow. An additional drawback is that a scaffolding tube coupling clamp is relatively expensive due to its relatively complex design. Furthermore, a standard scaffolding tube coupling clamp is relatively heavy, which is undesirable because transport of these clamps costs more energy and / or manpower.

De uitvinding beoogt een klem te verschaffen die speciaal is bestemd om een steigerplank, meer in het bijzonder een kantplank, aan een steigerbuisconstructie te koppelen, en relatief eenvoudig en snel aan de buis 10 kan worden aangebracht en van de buis kan worden afgenomen en waarmee een zekere koppeling tussen de plank en de steiger wordt verkregen.The invention has for its object to provide a clamp which is specifically intended for coupling a scaffolding board, more particularly a side board, to a scaffolding tube construction, and which can be attached to the tube 10 relatively easily and quickly and can be taken off the tube and with which certain coupling between the board and the scaffolding is obtained.

De uitvinding verschaft hiertoe de klem volgens conclusie 1.To this end, the invention provides the clamp according to claim 1.

Deze klem is zeer eenvoudig met het steigerbuisaangrijpdeel om een steigerbuis aan te brengen en daarvan af te nemen zonder 15 gebruikmaking van een slaginstrument zoals een hamer. Doordat de vorm en afmeting van het steigerbuisaangrijpdeel en het plankaangrijpdeel, zodanig op elkaar, de diameter van de staanders en op de dikte van de toe te passen planken zijn afgestemd dat in een gemonteerde toestand van de klem het plankaangrijpdeel de plank tegen de steigerbuis aandrukt, wordt 20 een stevige fixatie van de planken op de steigerconstructie bewerkstelligd.This clamp is very simple with the scaffolding tube engaging part for mounting and removing a scaffolding tube without using a percussion instrument such as a hammer. Because the shape and size of the scaffolding tube engaging part and the plank engaging part are matched to each other, the diameter of the uprights and to the thickness of the boards to be used, that in a mounted state of the clamp the plank engaging part presses the plank against the scaffolding tube, a firm fixation of the boards on the scaffolding construction is achieved.

Voor het koppelen van bijvoorbeeld een kantplank aan de constructie kan het steigerbuisaangrijpdeel van de klem bijvoorbeeld eerst via een vrij uiteinde van de steigerbuis op de buis worden geschoven. Het verdient echter de voorkeur dat het steigerbuisaangrijpdeel zodanig is 25 uitgevoerd dat dit ook op een willekeurige langspositie van een steigerbuis kan worden aangebracht. Vervolgens kan de klem met het plankaangrijpdeel over de kantplank worden geschoven. Daarbij bevindt de kantplank zich reeds in hoofdzaak in een gewenste positie in de constructie, en is bijvoorbeeld op een loopoppervlak vormende steigerplank of een aantal 30 liggers geplaatst.For coupling, for example, a side board to the structure, the scaffolding tube engaging part of the clamp can for instance first be slid onto the pipe via a free end of the scaffolding tube. It is, however, preferred that the scaffolding tube engaging part is designed such that it can also be arranged at any longitudinal position of a scaffolding tube. The clamp with the plank engaging part can then be slid over the edge plank. In this case, the edge board is already substantially in a desired position in the construction, and scaffolding board or a number of beams are for instance placed on a running surface forming a running surface.

33

Met het plankaangrijpdeel kan de klem goed op een langszijde van de kantplank aangrijpen en deze met de steigerbuis en de onderliggende loopoppervlak vormende steigerplank of buizen in positie op de steigerbuisconstructie houden, zodat de kantplank niet kan kantelen. Bij 5 voorkeur is de klem uit één stuk is vervaardigd en vormen het plankaangrijpdeel en het steigerbuisaangrijpdeel één integraal onderdeel, zodat de klem snel en goedkoop kan worden vervaardigd en bovendien relatief stevig kan worden uitgevoerd.With the plank engaging part, the clamp can engage well on a longitudinal side of the edge board and hold it in position on the scaffolding tube construction with the scaffolding tube and the underlying running surface, so that the edge board cannot tilt. The clamp is preferably made in one piece and the plank engaging part and the scaffolding tube engaging part form one integral part, so that the clamp can be manufactured quickly and inexpensively and, moreover, can be made relatively sturdy.

Volgens een voordelige uitwerking van de uitvinding is de klem uit 10 veerkrachtig materiaal vervaardigd.According to an advantageous elaboration of the invention, the clamp is made of resilient material.

Bij een eenvoudige en economisch gunstige uitvoering van de klem omvat het steigerbuisaangrijpdeel een althans ten dele tot een spiraal gewikkelde metaaldraad, waarbij de diameter van de spiraal zodanig is dat deze de buis in hoofdzaak passend kan omvatten, waarbij het 15 plankaangrijpdeel een in hoofdzaak recht klemdeel omvat dat zich in hoofdzaak evenwijdig uitstrekt aan de denkbeeldige hartlijn van het spiraalvormige steigerbuisaangrijpdeel. Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding verdient het de voorkeur wanneer de spoed van het spiraalvormige steigerbuisaangrijpdeel in hoofdzaak groter is dan, of gelijk 20 is aan de inwendige diameter van het spiraalvormige steigerbuisaangrijpdeel, zodanig dat de klem door verzwenking over in hoofdzaak circa 90° op elke langspositie van een buis kan worden gepositioneerd.In a simple and economically advantageous embodiment of the clamp, the scaffolding tube engaging part comprises a metal wire wound at least partially into a spiral, wherein the diameter of the spiral is such that it can substantially fit the tube, the plank engaging part being a substantially straight clamping part comprises extending substantially parallel to the imaginary axis of the spiral scaffold tube engaging member. According to a further elaboration of the invention, it is preferable if the pitch of the spiral-shaped scaffolding tube engaging part is substantially greater than or equal to the internal diameter of the spiral-shaped scaffolding tube engaging part, such that the clamp is pivoted about substantially by about 90 °. any longitudinal position of a pipe can be positioned.

Tevens verschaft de uitvinding een steigerbuisconstructie die wordt 25 gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 8.The invention also provides a scaffolding tube construction which is characterized by the features of claim 8.

De kantplanken van deze constructie worden goed door de klemmen in positie gehouden, hetgeen de veiligheid van de constructie ten goede komt.The side boards of this construction are properly held in position by the clamps, which benefits the safety of the construction.

44

Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de tekening verder worden verduidelijkt , 5 Figuur 1 toont een zijaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld dat zich in een aan een steigerbuisconstructie gemonteerde toestand bevindt; en figuur 2 toont een doorsnede-aanzicht over lijn II-II van het in figuur 1 weergegeven zijaanzicht, waarbij de kantplank en loopoppervlak vormende steigerplank niet zijn weergegeven.Further elaborations of the invention are described in the subclaims and will be further elucidated hereinbelow on the basis of an exemplary embodiment, with reference to the drawing. Figure 1 shows a side view of an exemplary embodiment which is in a state mounted on a scaffolding tube construction; and Figure 2 shows a cross-sectional view along line II-II of the side view shown in Figure 1, wherein the side plank and running surface forming scaffolding plank are not shown.

10 De tekening toont een uitvoeringsvoorbeeld van een klem K die op een zich in verticale richting uitstrekkende steigerbuis B ofwel staander is aangebracht. Hiertoe is de klem K voorzien van een steigerbuisaangrijpdeel 1 dat zich vanaf een eerste vrije klemuiteinde 5 naar een eerste bochtklemdeel 10 uitstrekt, spiraalvormig is uitgevoerd en circa één 15 winding om een klem-langsas 20 maakt.The drawing shows an exemplary embodiment of a clamp K which is mounted on a scaffolding tube B or upright extending in vertical direction. For this purpose, the clamp K is provided with a scaffolding tube engaging part 1 which extends from a first free clamping end 5 to a first bend clamping part 10, is of spiral design and makes approximately one turn around a clamping longitudinal axis 20.

Voorts toont de tekening een kantplank P die met een langrand op een loopoppervlak vormende steigerplank D is geplaatst. De loopoppervlak vormende steigerplank D kan bijvoorbeeld op niet weergegeven, zich in horizontale richting uitstrekkende steigerbuizen ofwel liggers rusten. De 20 kantplank P wordt door de klem K tegen de buis B geklemd. Hiertoe is de klem K voorzien van een in hoofdzaak recht maar enigszins boogvormig plankaangrijpdeel 3 dat zich vanaf een tweede bochtklemdeel 11 naar een tweede vrije klemuiteinde 6 langs het in figuur 2 ingetekende klem-langsvlak Q uitstrekt in een van het steigerbuisaangrijpdeel 1 afgekeerde 25 richting. Een convexe zijde van het boogvormige plankaangrijpdeel 3 is naar de klem-langsas 20 gekeerd. De klem K is bij voorkeur veerkrachtig uitgevoerd zodat het plankaangrijpdeel 3 met de convexe zijde de kantplank P relatief stevig tegen de buis B aandrukt. Voorst kan het plankaangrijpdeel 3 in dat geval eenvoudig van de buis B worden afgebogen 5 om het verplaatsen van de kantplank P tussen de buis B en de klem K te vergemakkelijken.The drawing also shows a side board P which is placed with a long edge on a scaffolding board D forming a running surface. The scaffolding board D forming the running surface can, for example, rest on scaffolding tubes or beams, which are not shown and which extend in the horizontal direction. The side board P is clamped against the tube B by the clamp K. For this purpose, the clamp K is provided with a substantially straight but somewhat arcuate plank engaging part 3 which extends from a second bend clamp part 11 to a second free clamping end 6 along the clamping longitudinal plane Q shown in Fig. 2 in a direction away from the scaffolding tube engaging part 1. A convex side of the arcuate plank engaging part 3 faces the clamping longitudinal axis 20. The clamp K is preferably resilient so that the plank engaging part 3 with the convex side presses the edge plank P relatively firmly against the tube B. Furthermore, in that case, the plank engaging part 3 can simply be deflected from the tube B to facilitate the displacement of the edge plank P between the tube B and the clamp K.

De klem K omvat voorts het genoemde eerste bochtklemdeel 10, een recht klemdeel 2 en het genoemde tweede bochtklemdeel 11. Het eerste 5 bochtklemdeel 10 strekt zich in hoofdzaak langs een loodvlak van de klem-langsas 20 uit en vormt vanaf het steigerbuisaangrijpdeel 1 een van de klem-langsas 20 afgekeerde bocht naar het rechte klemdeel 2. Het rechte klemdeel 2 strekt zich in een van de klem-langsas 20 afgekeerde richting uit van het eerste 10 naar het tweede bochtklemdeel 11. Dit tweede 10 bochtklemdeel 11 strekt zich uit langs het genoemde klem-langsvlak QThe clamp K further comprises said first bend clamp part 10, a straight clamp part 2 and said second bend clamp part 11. The first bend clamp part 10 extends substantially along a lead surface of the clamp longitudinal axis 20 and forms one of the scaffolding tube engaging part 1 clamping longitudinal axis 20 turns to the straight clamping part 2. The straight clamping part 2 extends in a direction away from the clamping longitudinal axis 20 from the first 10 to the second bending clamping part 11. This second 10 bending clamping part 11 extends along the aforementioned clamping longitudinal plane Q

vanaf het rechte klemdeel 2 naar het plankaangrijpdeel 3 en vormt daarbij een bocht van circa negentig graden in een van het steigerbuisaangrijpdeel 1 afgekeerde richting. De klem K kan zijn vervaardigd van metaaldraad met een diameter van ten minste 5 mm en bij voorkeur ten minste 10 mm, 15 zodat de klem K relatief stevig en goedkoop kan worden vervaardigd.from the straight clamping part 2 to the plank engaging part 3 and thereby forming a bend of approximately ninety degrees in a direction away from the scaffolding tube engaging part 1. The clamp K can be made of metal wire with a diameter of at least 5 mm and preferably at least 10 mm, so that the clamp K can be manufactured relatively firmly and cheaply.

De afstand L tussen een eerste raaklijn 21 die zich evenwijdig aan de klem-langsas 20 in het klem-langsvlak Q uitstrekt en de naar de klem-langsas 20 toe gekeerde zijde van het plankaangrijpdeel 3 raakt enerzijds, en een tweede raaklijn 22 die zich evenwijdig aan de klem-langsas 20 in het 20 klem-langsvlak Q uitstrekt en de en naar de klem-langsas 20 toe gekeerde zijde van het steigerbuisaangrijpdeel 20 die van het plankaangrijpdeel 3 is afgekeerd, raakt anderzijds, is bij voorkeur enigszins kleiner dan de dikte van de te koppelen kantplank P, althans bij het plankaangrijpdeel 3 in een onbelaste toestand. Bij het plaatsen van de klem over de kantplank zal er 25 enige elastische uitbuiging van het plankaangrijpdeel 3 moeten plaatsvinden als gevolg waarvan de aandrukkende werking van de klem zal ontstaan.The distance L between a first tangent line 21 extending parallel to the clamping longitudinal axis 20 in the clamping longitudinal plane Q and the side of the plank engaging part 3 facing the clamping longitudinal axis 20, on the one hand, and a second tangent line 22 extending parallel to the other extends on the clamping longitudinal axis 20 in the clamping longitudinal plane Q and, on the other hand, the side of the scaffolding tube engaging part 20 facing away from the plank engaging part 3 touches is preferably slightly smaller than the thickness of the side board P to be coupled, at least at the board engaging part 3 in an unloaded state. When the clamp is placed over the edge board, some elastic bending of the plank engaging part 3 will have to take place, as a result of which the pressing action of the clamp will arise.

In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de spoed P van het spiraalvormige steigerbuisaangrijpdeel 1 in hoofdzaak groter dan, of gelijk 30 aan de inwendige diameter van het spiraalvormige steigerbuisaangrijpdeel 'w< 6 1, zodanig dat de klem door verzwenking over in hoofdzaak circa 90° op elke langspositie van een buis B kan worden gepositioneerd.In the exemplary embodiment shown, the pitch P of the spiral scaffolding tube engaging part 1 is substantially greater than or equal to the internal diameter of the spiral scaffolding tube engaging part 1 w <6, such that the clamp is pivoted about substantially approximately 90 ° at each longitudinal position of a tube B can be positioned.

Ket spreekt vanzelf dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld, maar diverse wijzigingen zijn mogelijk 5 binnen het raam van de uitvinding. Zo kan de klem niet alleen worden toegepast voor het vastzetten van kantplanken maar ook voor het vastzetten van het loopoppervlak vormende planken D.It goes without saying that the invention is not limited to the exemplary embodiment described, but various modifications are possible within the scope of the invention. The clamp can thus be used not only for securing the side boards but also for securing the running surface forming boards D.

**

Claims

Clamp for connecting a plank to a scaffolding tube construction provided with beams and uprights designed as scaffolding tubes (B), the clamp (K) comprising a scaffolding tube engaging part (1) and a plank engaging part (3), the shape and 5 dimension of the scaffolding tube engaging part (1) and the plank engaging part (3), so that the diameter of the tube (B) and the thickness of the planks (P) to be used are matched such that in a mounted state of the clamp ( K) the plank engaging part (3) presses the plank (P) against the scaffolding tube (B).

The clamp of claim 1, wherein the plank engaging member (3) and the scaffolding tube engaging member (1) are one integral part.

The clamp of claim 2, wherein the clamp (K) is made of resilient material.

4. Clamp according to claim 2 or 3, wherein the clamp (K) is made of metal wire with a diameter of at least 5 mm and preferably at least 10 mm.

5. Clamp as claimed in any of the claims 2-4, wherein the scaffolding tube engaging part (1) comprises a metal wire wound at least partially into a spiral, wherein the diameter of the spiral is such that it can substantially fit the tube (B) wherein the plank engaging member (3) comprises a substantially straight clamping member that extends substantially parallel to the imaginary axis of the spiral scaffold tube engaging member (1).

6. Clamp as claimed in claim 5, wherein the pitch (P) of the spiral scaffolding tube engaging part (1) is substantially greater than or equal to the internal diameter of the spiral scaffolding tube engaging part (1), such that the clamp by pivoting over into substantially approximately 90 ° can be positioned at any longitudinal position of a tube (B).

7. Clamp according to at least claims 2-6, wherein the clamp (K) between a first (5) and second free clamp end (6) successively the scaffolding scaffolding tube engaging part (1), a first bend clamping part (10), a straight clamping part (2 ), comprises a second bend clamping part (11) and the plank engaging part (3), wherein the scaffolding tube engaging part (1) extends between the first free clamping end (5) and the first bend clamping part (10), is of spiral design and approximately one turn around the clamp 10 longitudinal axis (20), wherein the first bend clamping part (10) extends substantially along a lead surface of the clamping longitudinal axis (20) and from the scaffolding tube engaging part (1) one of the clamping longitudinal axis (20) forms a turned bend to the straight clamping part (2), the straight clamping part (2) extending in a direction away from the clamping longitudinal axis (20) from the first (10) to the second bending clamping part (11), wherein the second bend clamp portion (11) extends along a clamping longitudinal plane (Q) comprising both the clamping longitudinal axis (20) and a longitudinal axis of the clamping part (2), wherein the second bend clamping part (11) moves from the straight clamping part (2) to the plank engaging part (3) of forms approximately ninety degrees in a direction away from the scaffolding tube engaging part (1), wherein the plank engaging part (3) is somewhat arcuate and extends from the second bend clamping part (11) to the second free clamping end (6) along the clamping longitudinal plane (Q) extends in a direction away from the scaffolding tube engaging part (1), wherein a convex side of the arcuate plank engaging part (3) faces the clamping longitudinal axis (20).

A clamp according to claim 7, wherein the distance (L) between a first tangent line (21) extending parallel to the clamp longitudinal axis (20) in the clamp longitudinal plane (Q) and the distance to the clamp longitudinal axis (20) The facing side of the plank engaging part (3) touches on the one hand, and a second tangent line (22) which extends parallel to the clamping longitudinal axis (20) in the clamping longitudinal plane (Q) '' and the and to the clamping longitudinal plane. on the other hand, the side of the scaffolding tube engaging part (20) facing away from the plank engaging part (3) touches is slightly smaller than the thickness of the edge board (P) to be coupled, at least at the plank engaging part (3) in a no-load condition.

Scaffolding tube construction, wherein the construction is provided with clamps according to one of claims 1-8.