NL1017771C2 - Inrichting voor het onderling zwenkbaar verbinden van een orthopedische inrichting. - Google Patents

Inrichting voor het onderling zwenkbaar verbinden van een orthopedische inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1017771C2
NL1017771C2 NL1017771A NL1017771A NL1017771C2 NL 1017771 C2 NL1017771 C2 NL 1017771C2 NL 1017771 A NL1017771 A NL 1017771A NL 1017771 A NL1017771 A NL 1017771A NL 1017771 C2 NL1017771 C2 NL 1017771C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rod
bar
orthopedic
running direction
hingedly connected
Prior art date
Application number
NL1017771A
Other languages
English (en)
Inventor
Paul Gerard Van De Veen
Original Assignee
Otto Bock Austria Ges M B H
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Otto Bock Austria Ges M B H filed Critical Otto Bock Austria Ges M B H
Priority to NL1017771A priority Critical patent/NL1017771C2/nl
Priority to TW091105486A priority patent/TWI282732B/zh
Priority to DE60220382T priority patent/DE60220382T2/de
Priority to US10/473,720 priority patent/US7001434B2/en
Priority to JP2002578864A priority patent/JP4226333B2/ja
Priority to CNB028077725A priority patent/CN100502810C/zh
Priority to CA002440268A priority patent/CA2440268C/en
Priority to PCT/EP2002/003588 priority patent/WO2002080825A2/en
Priority to RU2003132168/14A priority patent/RU2285507C2/ru
Priority to EP02745199A priority patent/EP1372544B1/en
Priority to AT02745199T priority patent/ATE363252T1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1017771C2 publication Critical patent/NL1017771C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F2/00Filters implantable into blood vessels; Prostheses, i.e. artificial substitutes or replacements for parts of the body; Appliances for connecting them with the body; Devices providing patency to, or preventing collapsing of, tubular structures of the body, e.g. stents
    • A61F2/50Prostheses not implantable in the body
    • A61F2/60Artificial legs or feet or parts thereof
    • A61F2/64Knee joints
    • A61F2/642Polycentric joints, without longitudinal rotation
    • A61F2/644Polycentric joints, without longitudinal rotation of the single-bar or multi-bar linkage type
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F2/00Filters implantable into blood vessels; Prostheses, i.e. artificial substitutes or replacements for parts of the body; Appliances for connecting them with the body; Devices providing patency to, or preventing collapsing of, tubular structures of the body, e.g. stents
    • A61F2/50Prostheses not implantable in the body
    • A61F2002/5003Prostheses not implantable in the body having damping means, e.g. shock absorbers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F2/00Filters implantable into blood vessels; Prostheses, i.e. artificial substitutes or replacements for parts of the body; Appliances for connecting them with the body; Devices providing patency to, or preventing collapsing of, tubular structures of the body, e.g. stents
    • A61F2/50Prostheses not implantable in the body
    • A61F2/60Artificial legs or feet or parts thereof
    • A61F2/66Feet; Ankle joints
    • A61F2002/6614Feet

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Transplantation (AREA)
  • Vascular Medicine (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Oral & Maxillofacial Surgery (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Orthopedic Medicine & Surgery (AREA)
  • Cardiology (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Prostheses (AREA)
  • Surgical Instruments (AREA)
  • Orthopedics, Nursing, And Contraception (AREA)
  • Rehabilitation Tools (AREA)

Description

INRICHTING VOOR HET ONDERLING ZWENKBAAR VERBINDEN VAN EEN ORTHOPEDISCHE INRICHTING
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het onderling zwenkbaar verbinden van delen van een orthopedische inrichting, zoals een orthese of een prothese, in het bijzonder een knieprothese voor 5 been geamputeerden.
Het gebruik van meerstangenmechanismen ter vervanging respectievelijk ondersteuning van de gewrichtsfunctie in orthopedische inrichtingen is reeds langer bekend, en wordt veelvuldig toegepast vanwege de 10 voordelen die een dergelijk mechanisme heeft ten opzichte van de meer conventionele mechanismen met één vast zwenkpunt. Deze voordelen behelzen ondermeer een in vergelijking met een één-assig mechanisme beter volgen of nabootsen van de natuurlijke beweging van de ledematen en 15 een vergrote en beter regelbare stabiliteit van het mechanisme wanneer het belast wordt, en worden bereikt door een geschikte keuze van de afmetingen en de onderlinge stand van de stangen van het mechanisme.
Vooral wanneer een meerstangemechanisme gebruikt wordt 20 ter vervanging of ondersteuning van de kniefunctie is dit laatste van groot belang. Het is namelijk gewenst, dat aan het begin van een stapbeweging, wanneer het mechanisme gestrekt is, de hiel de grond raakt, en het mechanisme belast wordt door het gewicht van de 25 gebruiker, het mechanisme niet direct begint te zwenken, omdat de gebruiker geen steun zou vinden en ten val zou komen. Dit kan in een één-assig mechanisme slechts voorkomen worden door toepassing van een complex en weinig betrouwbaar remmechanisme. In een 30 meerstangenmechanisme daarentegen, kan deze eigenschap bijvoorbeeld bereikt worden door de geometrie zo te kiezen, dat in de gestrekte toestand van het mechanisme 1017771· 2 het virtuele draaipunt waarom het onderbeen of de onderbeenprothese zwenkt achter de lijn ligt welke de twee belastingspunten (de hiel en het heupgewricht) verbindt.
5 Door een geschikte keuze van de geometrie van het meerstangenmechanisme kan bovendien bereikt worden dat het virtuele draaipunt aan het eind van een stapbeweging zo is gelegen, dat de prothese of orthese in vergelijking met een één-assig mechanisme eenvoudiger in 10 een naar voren zwaaiende beweging gebracht kan worden. De te bereiken grote stabiliteit bij de aanvang van de stapbeweging, de eenvoudig op te wekken terugzwaaibeweging en de mogelijkheid om op eenvoudige wijze een goed compromis te vinden tussen deze beide 15 eigenschappen maken het meerstangenmechanisme bij uitstek geschikt voor het vervangen of ondersteunen van een gewrichtsfunctie.
Het kan wenselijk zijn en door een kinematisch meerstangenmechanisme gerealiseerd worden dat in 20 dergelijk toepassingen de prothese of orthese een initiële inverende buiging vertoont. Dit is bij een aantal patiënten gewenst.
De bestaande inrichtingen hebben met name bij een zogeheten "knie-exarticulatie" (een doorsnijding van 25 het been in het gewricht) het nadeel dat de buighoek onvoldoende is. Daarnaast treedt er een onnatuurlijke verlenging van het bovenbeen op, die in zitstand leidt tot een onnatuurlijke vorm van het been.
De uitvinding heeft tot doel een inrichting te 30 verschaffen met als kenmerken: - instelbaarheid om indien gewenst een grote stabiliteit te verkrijgen bij hielbelasting, - het afnemen van de stabiliteit bij voorvoetbelasting aan het einde van de standfase zodat de 35 prothese gemakkelijk in de zwaai is te brengen, - eventueel een initiële doorvering, waarmee een dempende werking wordt bereikt van de belasting op de prothese en daarmee op de bovenbeenstomp, 1017771a 3 - een zeer grote maximale buigingshoek, - een zeer geringe verlenging in de 90° gebogen stand, - een kosmetisch gezien natuurlijke 90° gebogen 5 stand, en - eenvoud van constructie en betrouwbaarheid in gebruik.
De uitvinding verschaft daartoe een inrichting, welke inrichting een kinematisch meerstangenmechanisme 10 met tenminste vier stangen omvat, welk stangenmechanisme een beweging in looprichting (L) toelaat, waarbij - een eerste stang verbindbaar is met een eerste deel van de orthopedische inrichting, zoals een bovenbeenkoker, 15 - een tweede stang star verbindbaar is met een tweede deel van de orthopedische inrichting, zoals een onderbeen-deel, - een in looprichting (L) aan de voorzijde aangebrachte derde stang, die scharnierend verbonden is 20 met de eerste stang en scharnierend verbonden is met de tweede stang, - een in looprichting achter de derde stang aangebrachte vierde stang, die scharnierend aan de eerste stang verbonden is en scharnierend verbonden is met de 25 tweede stang, zodanig dat de verbinding tussen de tweede stang en de vierde stang langs een gedwongen baan verschuifbaar is, en waarbij een middendeel van de vierde stang, gelegen tussen beide einden van de vierde stang, 30 verbonden is met de derde stang, zodanig dat de verbinding tussen de derde stang en het middendeel langs een gedwongen baan verschuifbaar is.
Een dergelijke inrichting volgens de uitvinding verschaft de gewenste functionaliteit.
35 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat deze een vijfde stang, die scharnierend verbonden is met de vierde stang en met de tweede stang.
1017771« 4
Een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat een zesde stang, die scharnierend verbonden is met de vierde stang en met de derde stang.
5 Het gebruik van een vijfde en zesde stang heeft de voorkeur, aangezien dit een inrichting verschaft, die eenvoudig van constructie is en betrouwbaar in het gebruik.
In weer een andere uitvoeringsvorm van de 10 inrichting volgens de uitvinding is ten minste één van de langs een gedwongen baan verschuifbare verbindingen een pen-sleufverbinding.
Daarbij kan de gedwongen baan eventueel cirkelvormig zijn.
15 In een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding liggen de scharnierpunten van de zesde stang met de derde en vierde stang op afstand van de uiteinden van respectievelijk de derde en vierde stang. Gebleken is dat met dergelijke 20 ligging van de scharnierpunten de gewenste functionaliteit verkregen kan worden voor een inrichting, die gebruikt wordt als kniescharnier.
In nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat deze 25 veermiddelen, die aangebracht zijn tussen twee stangen van het meerstangenmechanisme. De veermiddelen kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden voor het gemakkelijk naar voren brengen van het onderbeen aan het eind van de zwaaifase. Daarnaast kunnen de veermiddelen tevens 30 dempmiddelen omvatten. Hiermee kan energie gedissipeerd worden in de zwaaifase, zodat de inrichting rustig in de gestrekte stand komt. Dit verhoogt het comfort voor de gebruiker.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting 35 volgens de uitvinding zijn de afmetingen van het meerstangenmechanisme zodanig gekozen, dat de inrichting tussen de eerste blokkerende stand en een tweede stand zwenkbaar is. Met de eerste blokkerende stand wordt de 1017771· 5 stand van de inrichting bedoeld, waarin een stance flexie gerealiseerd wordt en met de tweede stand wordt de stand van de inrichting bedoeld, waarin de swing flexie mogelijk is.
5 Bij voorkeur is de inrichting zodanig ingericht, dat bij in looprichting (L) gerichte verplaatsing van de verticale belasting op de inrichting, de inrichting vanuit de geblokkeerde stand naar de tweede stand zwenkt. Hiermee wordt het mogelijk om natuurlijk 10 met de inrichting te kunnen lopen.
In weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat deze ten minste één aanslag voor aanslag van een stang voor het definiëren van de blokkerende stand. Bij voorkeur is de 15 aanslag instelbaar. Hiermee kan de werking en functionaliteit van de inrichting afgesteld worden.
Verder kan de inrichting volgens de uitvinding veermiddelen omvatten,die in de inrichting van de blokkerende stand werken, voor het althans in de 20 blokkerende stand van de inrichting verschaffen van een verende werking tussen het eerste deel en het tweede deel van de orthopedische inrichting. Daarbij is bij voorkeur de aanslag van een veerkrachtig materiaal vervaardigd. Hierdoor ontstaat in de blokkerende stand een verende 25 werking, die het comfort verhoogt.
Ten slotte kan bij een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding ten minste één van de stangen meervoudig zijn uitgevoerd. Hierdoor wordt de torsiestijfheid van de inrichting verhoogd.
30 Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.
Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een bovenbeenprothese met een inrichting volgens de 35 uitvinding, hier uitgevoerd als kniescharnier, figuur 2 toont een zijaanzicht van het kniescharnier volgens figuur 1, *0*7771m 6 figuren 3a-3c tonen drie verschillende standen van het kniescharnier gedurende een stapbeweging, figuren 4a en 4b tonen de bovenbeenprothese volgens figuur 1 in zitstand, id figuur o toont een tweede uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, figuur 6 toont een derde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, figuren 7a t/m 7d tonen schematisch 10 verschillende posities voor het aanbrengen van een verende aanslag in een inrichting volgens de uitvinding, figuren 8a-8c tonen verschillende posities voor het aanbrengen van een verende demper in een inrichting volgens de uitvinding.
15 Figuur 1 toont een bovenbeenprothese met een als kniescharnier 1 uitgevoerde inrichting volgens de uitvinding. Dit kniescharnier 1 omvat een meerstangenmechanisme, waarbij aan de eerste stang 11 middelen voor het bevestigen aan een bovenbeen, zoals een 20 bovenbeenkoker 2 is aangebracht. Aan een tweede stang 12 van het kniescharnier 1 is een onderbeendeel 3 met een kunstvoet 4 aangebracht.
In figuur 2 is het kniescharnier 1 volgens de uitvinding in meer detail getoond. Opnieuw is te zien dat 25 de eerste stang 11 van het meerstangenmechanisme verbonden is met de bovenbeenkoker 2 en dat de tweede stang 12 met het onderbeendeel 3 is verbonden. In de looprichting L is aan de voorzijde tussen de eerste stang 11 en de tweede stang 12 een derde stang 13 scharnierend 30 aangebracht. Verder is in de looprichting L achter de derde stang 13 een vierde stang 14 en een vijfde stang 15 aangebracht, die enerzijds met elkaar scharnierend zijn verbonden en anderzijds respectievelijk met de eerste stang 11 en de tweede stang 12 scharnierend zijn 3 5 verbonden.
Ten slotte is tussen de derde stang 13 en de vierde stang 14 een zesde stang 16 scharnierend aangebracht. De scharnierpunten 17 en 18 van deze zesde TOl7771* 7 stang liggen op de afstand van de uiteinden van respectievelijk de derde stang 13 en de vierde stang 14. Met de uiteinden van deze stangen 13 en 14 worden de op deze uiteinden aangebrachte scharnierpunten bedoeld.
5 Verder is in het kniescharnier 1 een demper 5 aangebracht, die door middel van een zuigerstang 6 met één van de stangen van het stangenmechanisme is verbonden, in dit geval met de vierde stang 14.
Een aanslag 19 is aangebracht om de slag van de 10 stang 15 te begrenzen.
Aan de hand van de figuren 3a t/m 3c wordt de werking van het kniescharnier 1 volgens de uitvinding nader toegelicht.
In figuur 3a wordt de stand van het 15 kniescharnier 1 getoond, wanneer de bovenbeenprothese zich aan het begin van de stap bevindt. Dit wil zeggen de stand waarbij de kunstvoet 4 zich voor de andere voet bevindt. De verticale belasting B van het kniescharnier 1 ligt, in de looprichting L gezien, achter het 20 kniescharnier 1. De vijfde stang 15, en aldus het gehele mechanisme, staat nu in de geblokkeerde stand, waardoor het kniescharnier 1 gefixeerd is en waardoor de stap met de bovenbeenprothese begonnen kan worden.
In figuur 3b is de stand getoond, waarbij de 25 verticale belasting B van het kniescharnier 1 zich tot voor het kniescharnier 1 heeft verplaatst. Bij voorkeur komt deze stand overeen met de situatie, waarbij de verticale belastingsvector B de voorzijde van de kunstvoet 4 snijdt. Dit komt overeen met de situatie, 30 waarin de gebruiker op de "bal van de voet" staat. Op dit moment zwenkt de vijfde stang 15 vanuit de geblokkeerde stand, zoals getoond in figuur 3a, naar een tweede stand.
In figuur 3c is de vijfde stang 15 in de tweede stand getoond en kan het onderbeendeel 3 in de zwaaifase 35 komen. Hierbij raakt de kunstvoet 4 niet meer de grond en kan de bovenbeenprothese naar de positie gezwaaid worden, die overeenkomt met figuur 3a.
1017771· 8
In figuren 4a en 4b wordt de zitstand van het kniescharnier 1 getoond. Kenmerkend van het kniescharnier 1 volgens de uitvinding is dat in de zitstand de inrichting een zodanige vorm aanneemt, dat het uiterlijk o vuil ne l been met de prothese overeenkomt met een natuurlijk been. Duidelijk is in figuur 4b te zien dat de derde stang 13 van het kniescharnier 1 nagenoeg evenwijdig met de voorzijde van het onderbeendeel 3 loopt.
10 Figuur 5 toont een tweede uitvoeringsvorm 20 van een inrichting volgens de uitvinding. Deze inrichting komt grotendeels overeen met het kniescharnier 1 volgens figuur 1. Gelijke delen zijn dan ook met gelijk verwijzingscijfers aangegeven. Duidelijk is te zien dat 15 een eerste stang 11 verbonden is met een bovenbeenprothese, terwijl een tweede stang 12 verbonden is met een onderbeendeel 3. Tussen deze eerste stang 11 en tweede stang 12 strekt zich een derde stang 13 uit, die aan elk eind scharnierend is verbonden. Verder is aan 20 de eerste stang 11 een vierde stang 14 scharnierend aangebracht, die met een ander eind scharnierend verbonden is met een vijfde stang 15, die op zijn beurt weer verbonden is met de tweede stang 12. Tevens strekt zich tussen de vierde stang 14 en derde stang 13 een 25 zesde stang 16 uit.
Het verschil met de inrichting volgens figuur 1 is dat in plaats van scharnierassen in dit geval bolscharnieren 21 zijn gebruikt voor het scharnierend verbinden van de vijfde stang 15 en de zesde stang 16.
30 Het voordeel van dergelijke bolscharnieren is dat ondanks eventuele fabricagetoleranties het mechanisme zal blijven werken. Indien namelijk een inrichting 1 volgens figuur 1 niet nauwkeurig genoeg gefabriceerd wordt, dan bestaat het gevaar dat de stangen niet optimaal parallel aan 35 elkaar zijn waardoor het mechanisme niet zou kunnen bewegen.
In figuur 6 is een derde uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding getoond. Ook hier 1017771· 9 zijn weer gelijke delen met gelijke verwijzingscijfer aangeduid. Het verschil met de voorgaande twee uitvoeringsvormen 1 en 20 is dat een vijfde en zesde stang ontbreken. In plaats hiervan is de vierde stang 14 5 door middel van een pen-sleufverbinding met de tweede stang 12 verbonden. Deze pen-sleufverbinding bestaat uit een aan het uiteinde van de vierde stang 14 aangebrachte pen 31 en een in de tweede stang 12 aangebrachte gekromde sleuf 32.
10 Verder is de vierde stang 14 door middel van een pen-sleufverbinding met de derde stang 13 verbonden. Hiertoe is op een middendeel van de vierde stang 14 een tweede pen 33 aangebracht, die in een in de derde stang 13 aangebrachte sleuf 34 loopt.
15 Het spreekt natuurlijk voor zich dat daar waar de pennen 31 en 33 zijn aangebracht, deze vervangen kunnen worden door een sleuf, terwijl de sleuven 32, 34 vervangen worden door een pen.
In figuren 7a t/m 7d is schematisch een 20 inrichting getoond, die overeenkomt met het kniescharnier 1 volgens figuur 1. Gelijke delen zijn dan ook weer met gelijke verwijzingscijfers aangeduid. In deze vier figuren zijn vier verschillende posities getoond voor een verende aanslag, die bestaat uit een aanslagdeel 40 en 25 een verend element 41. Zoals getoond, kan deze verende aanslag bijvoorbeeld zijn aangebracht tussen de tweede stang 12 en de vijfde stang 15 (figuur 7a), tussen de vierde stang 14 en de zesde stang 16 (figuur 7b), tussen de eerste stang 11 en de vierde stang 14 (figuur 7c) of 30 tussen de derde stang 13 en de zesde stang 16 (figuur 7d). De uitvoering volgens figuur 7a heeft echter de voorkeur.
In figuren 8a t/m 8c worden verschillende posities getoond voor een verende demper. Ook hier komt 35 het stangenmechanisme overeen met dat van de inrichting volgens figuur 1 en gelijke delen zijn dan ook weer met gelijke verwijzingscijfers aangeduid. De verende demper is schematisch aangegeven door een dempelement 42 en een 1017771« 10 veer 43. Dit samenstel 42, 43 kan bijvoorbeeld geplaatst worden tussen de tweede stang 12 en vijfde stang 15 (figuur 8a) de vierde stang 14 en de tweede stang 12 ofwel met het vast daaraan aangebrachte onderbeendeel 3 5 (figuren 8b en 8c). De schematische constructie van figuur 8b komt overeen met het kniescharnier volgens figuur 1 en heeft dan ook de voorkeur.
10 * ?771if

Claims (15)

1. Inrichting voor het onderling zwenkbaar verbinden van delen van een orthopedische inrichting, zoals een orthese of een prothese, in het bijzonder een knieprothese voor beengeamputeerden, welke inrichting een 5 kinematisch meerstangenmechanisme met tenminste vier stangen omvat, welk stangenmechanisme een beweging in looprichting (L) toelaat, waarbij - een eerste stang verbindbaar is met een eerste deel van de orthopedische inrichting, zoals een 10 bovenbeenkoker, - een tweede stang star verbindbaar is met een tweede deel van de orthopedische inrichting, zoals een onderbeen-deel, - een in looprichting (L) aan de voorzijde 15 aangebrachte derde stang, die scharnierend verbonden is met de eerste stang en scharnierend verbonden is met de tweede stang, - een in looprichting achter de derde stang aangebrachte vierde stang, die scharnierend aan de eerste 20 stang verbonden is en scharnierend verbonden is met de tweede stang, zodanig dat de verbinding tussen de tweede stang en de vierde stang langs een gedwongen baan verschuifbaar is, en waarbij een middendeel van de vierde stang, 25 gelegen tussen beide einden van de vierde stang, verbonden is met de derde stang, zodanig dat de verbinding tussen de derde stang en het middendeel langs een gedwongen baan verschuifbaar is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de 30 inrichting een vijfde stang omvat, die scharnierend verbonden is met de vierde stang en met de tweede stang. 1017771*
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de inrichting een zesde stang omvat, die scharnierend verbonden is met de vierde stang en met de derde stang.
4. Inrichting volgens conclusie 1 of 3, waarbij d ten minste een van de langs een gedwongen baan verschuifbare verbindingen een pen-sleuf verbinding is.
5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de gedwongen baan een cirkelvormige baan is.
6. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de scharnierpunten van de zesde stang met de derde en vierde stang op afstand liggen van de uiteinden van respectievelijk de derde en vierde stang.
7. Inrichting volgens één van de voorgaande 15 conclusies, omvattende veermiddelen, die aangebracht zijn tussen twee stangen van het meerstangenmechanisme.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de veermiddelen dempmiddelen omvatten.
9. Inrichting volgens één van de voorgaande 20 conclusies, waarbij de afmetingen van het meerstangenmechanisme zodanig zijn gekozen, dat de inrichting tussen een eerste blokkerende stand en een tweede stand zwenkbaar is.
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij bij 25 in looprichting (L) gerichte verplaatsing van de verticale belasting van de inrichting in de looprichting, de inrichting vanuit de geblokkeerde stand naar de tweede stand zwenkt.
11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, 30 omvattende tenminste één aanslag voor aanslag van een stang voor het definiëren van de blokkerende stand.
12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij de aanslag verstelbaar is.
13. Inrichting volgens conclusie 9, 10 of 11, 35 omvattende in de richting van de blokkerende stand werkende veermiddelen voor het althans in de blokkerende stand van de inrichting verschaffen van een verende 1017771* werking tussen het eerste deel en het tweede deel van de orthopedische inrichting.
14. Inrichting volgens conclusie 11 en 12, 5 waarbij de aanslag een veerkrachtig materiaal omvat.
15. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de stangen meervoudig is uitgevoerd. 1017771e
NL1017771A 2001-04-04 2001-04-04 Inrichting voor het onderling zwenkbaar verbinden van een orthopedische inrichting. NL1017771C2 (nl)

Priority Applications (11)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017771A NL1017771C2 (nl) 2001-04-04 2001-04-04 Inrichting voor het onderling zwenkbaar verbinden van een orthopedische inrichting.
TW091105486A TWI282732B (en) 2001-04-04 2002-03-21 Device for pivotably connecting parts of an orthopaedic device
US10/473,720 US7001434B2 (en) 2001-04-04 2002-03-30 Device for pivotably connecting parts of an orthopaedic device
JP2002578864A JP4226333B2 (ja) 2001-04-04 2002-03-30 整形外科デバイスを旋回可能に接続するパーツのためのデバイス
DE60220382T DE60220382T2 (de) 2001-04-04 2002-03-30 Vorrichtung zum drehbaren verbinden von teilen einer orthopädischen vorrichtung
CNB028077725A CN100502810C (zh) 2001-04-04 2002-03-30 用于可枢转地连接矫形外科装置中各部件的装置
CA002440268A CA2440268C (en) 2001-04-04 2002-03-30 Device for pivotably connecting parts of an orthopaedic device
PCT/EP2002/003588 WO2002080825A2 (en) 2001-04-04 2002-03-30 Device for pivotably connecting parts of an orthopaedic device
RU2003132168/14A RU2285507C2 (ru) 2001-04-04 2002-03-30 Устройство для соединения с возможностью поворота частей ортопедического аппарата
EP02745199A EP1372544B1 (en) 2001-04-04 2002-03-30 Device for pivotably connecting parts of an orthopaedic device
AT02745199T ATE363252T1 (de) 2001-04-04 2002-03-30 Vorrichtung zum drehbaren verbinden von teilen einer orthopädischen vorrichtung

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017771 2001-04-04
NL1017771A NL1017771C2 (nl) 2001-04-04 2001-04-04 Inrichting voor het onderling zwenkbaar verbinden van een orthopedische inrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1017771C2 true NL1017771C2 (nl) 2002-10-07

Family

ID=19773188

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1017771A NL1017771C2 (nl) 2001-04-04 2001-04-04 Inrichting voor het onderling zwenkbaar verbinden van een orthopedische inrichting.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US7001434B2 (nl)
EP (1) EP1372544B1 (nl)
JP (1) JP4226333B2 (nl)
CN (1) CN100502810C (nl)
AT (1) ATE363252T1 (nl)
CA (1) CA2440268C (nl)
DE (1) DE60220382T2 (nl)
NL (1) NL1017771C2 (nl)
RU (1) RU2285507C2 (nl)
TW (1) TWI282732B (nl)
WO (1) WO2002080825A2 (nl)

Families Citing this family (39)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6113642A (en) 1996-06-27 2000-09-05 Mauch, Inc. Computer controlled hydraulic resistance device for a prosthesis and other apparatus
US7736394B2 (en) 2002-08-22 2010-06-15 Victhom Human Bionics Inc. Actuated prosthesis for amputees
WO2004017872A1 (en) 2002-08-22 2004-03-04 Victhom Human Bionics Inc. Actuated leg prosthesis for above-knee amputees
US8956421B2 (en) 2007-02-06 2015-02-17 Deka Products Limited Partnership Dynamic support apparatus and system
US8074559B2 (en) 2007-02-06 2011-12-13 Deka Products Limited Partnership Dynamic support apparatus and system
SE526430C2 (sv) * 2003-10-17 2005-09-13 Oessur Hf Artificiell fleraxlig knäled
US20050107889A1 (en) 2003-11-18 2005-05-19 Stephane Bedard Instrumented prosthetic foot
US7815689B2 (en) 2003-11-18 2010-10-19 Victhom Human Bionics Inc. Instrumented prosthetic foot
US7896927B2 (en) 2004-02-12 2011-03-01 össur hf. Systems and methods for actuating a prosthetic ankle based on a relaxed position
WO2005087144A2 (en) 2004-03-10 2005-09-22 össur hf Control system and method for a prosthetic knee
US7455696B2 (en) 2004-05-07 2008-11-25 össur hf Dynamic seals for a prosthetic knee
EP1848380B1 (en) 2004-12-22 2015-04-15 Össur hf Systems and methods for processing limb motion
SE528516C2 (sv) 2005-04-19 2006-12-05 Lisa Gramnaes Kombinerat aktivt och passivt benprotessystem samt en metod för att utföra en rörelsecykel med ett sådant system
CN101453964B (zh) 2005-09-01 2013-06-12 奥瑟Hf公司 用于确定地形转换的系统和方法
JP4627709B2 (ja) * 2005-10-03 2011-02-09 株式会社 澤村義肢製作所 旋回伸縮リンク機構と同旋回伸縮リンク機構を用いた股義足及び大腿義足
DE102006019858A1 (de) * 2006-04-28 2007-10-31 Bauerfeind Ag Knieprothesengelenk
EP2114315B1 (en) * 2007-02-06 2016-05-18 DEKA Products Limited Partnership Arm prosthetic device
US9381099B2 (en) 2007-02-06 2016-07-05 Deka Products Limited Partnership Arm prosthetic device
US8449624B2 (en) * 2007-02-06 2013-05-28 Deka Products Limited Partnership Arm prosthetic device
US10426638B2 (en) 2007-02-06 2019-10-01 Deka Products Limited Partnership Arm prosthetic device
US8864845B2 (en) * 2007-02-06 2014-10-21 DEKA Limited Partnership System for control of a prosthetic device
US9114030B2 (en) 2007-02-06 2015-08-25 Deka Products Limited Partnership System for control of a prosthetic device
US8979943B2 (en) * 2007-02-06 2015-03-17 Deka Products Limited Partnership Arm prosthetic device
WO2008098059A2 (en) * 2007-02-06 2008-08-14 Deka Integrated Solutions Corp. Method and apparatus for control of a prosthetic
US11779476B2 (en) 2007-02-06 2023-10-10 Deka Products Limited Partnership Arm prosthetic device
US8870970B2 (en) * 2007-02-06 2014-10-28 Deka Products Limited Partnership Dynamic support apparatus
WO2010120402A1 (en) * 2009-04-13 2010-10-21 Deka Products Limited Partnership System and apparatus for orientation control
EP2257247B1 (en) 2008-03-24 2018-04-25 Ossur HF Transfemoral prosthetic systems and methods for operating the same
US7985264B2 (en) * 2009-07-22 2011-07-26 Chia-Pao Cheng Cushion structure of artificial knee joint
US9844447B2 (en) 2010-04-09 2017-12-19 Deka Products Limited Partnership System and apparatus for robotic device and methods of using thereof
US8915968B2 (en) 2010-09-29 2014-12-23 össur hf Prosthetic and orthotic devices and methods and systems for controlling the same
US9060884B2 (en) 2011-05-03 2015-06-23 Victhom Human Bionics Inc. Impedance simulating motion controller for orthotic and prosthetic applications
US10918501B2 (en) * 2012-04-05 2021-02-16 Pro Limb International Corp. Polycentric knee joint having an adjustment-free multi-stage air cylinder
USD732167S1 (en) 2013-02-01 2015-06-16 Limbs International Inc. Prosthetic knee
US9561118B2 (en) 2013-02-26 2017-02-07 össur hf Prosthetic foot with enhanced stability and elastic energy return
USD732168S1 (en) 2013-08-19 2015-06-16 Limbs International Inc. Prosthetic knee
DE102014000020B4 (de) 2014-01-03 2021-03-11 Ottobock Se & Co. Kgaa Prothesenkniegelenk
USD785177S1 (en) 2015-06-19 2017-04-25 Limbs International Inc. Prosthetic knee
CN109172065A (zh) * 2018-09-26 2019-01-11 天津工业大学 双自锁假肢膝关节结构

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2134392A (en) * 1983-02-04 1984-08-15 Hanger & Co Ltd J E Improvements in four bar linkages for knee joints of artificial legs
WO1996007378A1 (en) * 1994-09-09 1996-03-14 University Of Toledo Improved knee joint mechanism for knee disarticulation prosthesis
US5545232A (en) * 1994-02-22 1996-08-13 Otto Bock Orthopadische Industrie Besitz-und Verwaltungs-Kommanditgesesll schaft Device for mutual pivoting connection of parts of an orthopaedic apparatus
US5888236A (en) * 1994-11-25 1999-03-30 Otto Bock Orthopadische Industrie Besitz Und Verwaltungs Kommanditgesellschaft Pivot device between parts of an orthopedic aid

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2667644A (en) * 1948-07-03 1954-02-02 Northrop Aircraft Inc Anatomical knee and hydraulic snubber
SE469739B (sv) * 1990-04-02 1993-09-06 Finn Gramnaes Artificiell knaeled
CN2172099Y (zh) * 1993-07-19 1994-07-20 杨世光 一种人造膝关节
SE502951C2 (sv) * 1994-10-07 1996-02-26 Gramtec Innovation Ab Rotationsdämpare vid knäledsprotes
US5728173A (en) * 1996-04-08 1998-03-17 Chen; Sen-Jung Artificial knee joint

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2134392A (en) * 1983-02-04 1984-08-15 Hanger & Co Ltd J E Improvements in four bar linkages for knee joints of artificial legs
US5545232A (en) * 1994-02-22 1996-08-13 Otto Bock Orthopadische Industrie Besitz-und Verwaltungs-Kommanditgesesll schaft Device for mutual pivoting connection of parts of an orthopaedic apparatus
WO1996007378A1 (en) * 1994-09-09 1996-03-14 University Of Toledo Improved knee joint mechanism for knee disarticulation prosthesis
US5888236A (en) * 1994-11-25 1999-03-30 Otto Bock Orthopadische Industrie Besitz Und Verwaltungs Kommanditgesellschaft Pivot device between parts of an orthopedic aid

Also Published As

Publication number Publication date
ATE363252T1 (de) 2007-06-15
DE60220382D1 (de) 2007-07-12
CA2440268C (en) 2010-01-05
RU2003132168A (ru) 2005-04-10
US7001434B2 (en) 2006-02-21
EP1372544A2 (en) 2004-01-02
TWI282732B (en) 2007-06-21
DE60220382T2 (de) 2008-01-24
JP2004525708A (ja) 2004-08-26
CN100502810C (zh) 2009-06-24
US20040107008A1 (en) 2004-06-03
CA2440268A1 (en) 2002-10-17
WO2002080825A3 (en) 2003-09-25
WO2002080825A2 (en) 2002-10-17
EP1372544B1 (en) 2007-05-30
JP4226333B2 (ja) 2009-02-18
CN1635860A (zh) 2005-07-06
RU2285507C2 (ru) 2006-10-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1017771C2 (nl) Inrichting voor het onderling zwenkbaar verbinden van een orthopedische inrichting.
NL9000195A (nl) Zwenkbare verbindingsinrichting voor prothese- of orthesedelen.
US5545232A (en) Device for mutual pivoting connection of parts of an orthopaedic apparatus
US5645590A (en) Pivot device between parts of an orthopedic aid
RU2678370C2 (ru) Протез коленного сустава
US10342680B2 (en) Prosthetic ankle module
US4064569A (en) Artificial polycentric knee joint
CN107692607B (zh) 椅座装置
NL8701988A (nl) Bed- en/of stoelmeubel.
US5800370A (en) Exoprosthesis for the human knee joint
SE1351537A1 (sv) Ortopedteknisk knäled
CN112203620A (zh) 可调式膝盖支架
US5127705A (en) Multifunction and multiposition chair
RU2110243C1 (ru) Экзоскелетон
JP2000139974A (ja) 多節リンクの膝関節を備える義足
US4268923A (en) Thigh prosthesis
JP4627709B2 (ja) 旋回伸縮リンク機構と同旋回伸縮リンク機構を用いた股義足及び大腿義足
CN1281690A (zh) 人工下假肢髋关节
Hekman et al. An inverted multi-axial knee-prosthesis: influences on gait
JPS62295658A (ja) リンク式膝関節を有する人工膝
JP2004243114A (ja) 多節機構として並進運動および回転運動する結合体
JPH11502139A (ja) 義足および義足の膝関節
MXPA97007495A (en) Doll with simultaneous movement of leg and arm to an

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20141101