NL1017762C1 - Valbeveiliging. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Valbeveiliging

De uitvinding heeft betrekking op een valbeveiligingsverbinding volgens het inleidende gedeelte van conclusie 1 en op een werkwijze voor het beveiligen tegen vallen volgens het inleidende gedeelte van conclusie 13.

Een dergelijke inrichting en een dergelijke werkwijze zijn uit de prak-5 tijk bekend en wordt bijvoorbeeld toegepast door werklieden die veiligheidsnetten ophangen voordat een afsluitende constructie van een dak van een hal wordt aangelegd.

Bij toepassing van de bekende valbeveiligingsverbinding en werkwijze is het trekorgaan uitgevoerd als een touw en wordt om de balk een lus van 10 het touw gevormd die wordt gesloten door een musketonhaak aan een teruggaand uiteinde van het trekorgaan te koppelen aan een heengaand gedeelte van het touw.

Een bezwaar is daarbij, dat het touw voor het vormen van de lus om de balk heen onder de balk door gevoerd moet worden en dat voor het koppelen 15 van de musketonhaak aan het touw in het algemeen beide handen gebruikt moeten worden. Beide handelingen zijn omslachtig en vergroten het gevaar van vallen juist terwijl men niet tegen vallen beveiligd is. Een verder bezwaar is, dat het touw bij verschuiven langs de vaak ruwe balken slijt, waardoor de breeksterkte van het touw niet meer gewaarborgd is.

20 Het is een doel van de uitvinding, een oplossing te verschaffen die het mogelijk maakt een de verbinding met de balk op een eenvoudigere en minder omslachtige manier tot stand te brengen en waarbij slijtage van het touw door schuiven langs de balken wordt beperkt.

Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt door een val-25 beveiligingsverbinding volgens conclusie 1 te verschaffen. Voor het bereiken van dit doel voorziet de uitvinding tevens in een werkwijze volgens conclusie 13.

ƒ ..

2

Doordat in plaats van een uit het touw gevormde lus twee in zijaanzicht U-vormige beugels met de balk in aangrijping worden gebracht komt de noodzaak van het onder de balk door voeren van het trekorgaan en het sluiten van de uit het touw gevormde lus te vervallen. De U-vormige beu-5 gels kunnen gemakkelijk met een hand in aangrijping worden gebracht met de flenzen van de balk. Doordat twee van de U-vormige beugels worden toegepast die beide zijn verbonden met het trekorgaan houdt, als de gebruiker aan een eerste zijde langs de balk omlaag valt, de U-vormige beugel die om de van die zijde af gekeerde vrije rand van een flens grijpt het trekorgaan 10 vast ten opzichte van de balk en wordt de gebruiker betrouwbaar opgevangen. Valt de gebruiker aan de andere kant langs de balk omlaag dan vormt de andere van de twee U-vormige beugels de haakvormige aangrijping op de balk die het trekorgaan met de balk verbonden houdt en de gebruiker tegen verder vallen behoedt.

15 Bijzonder voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn neerge legd in de afhankelijke conclusies.

Navolgend wordt de uitvinding nader geïllustreerd en toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden met verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: 20 fig. 1 een kops zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een balk met, in zij aanzicht een valbeveihgingsverbinding volgens een eerste uitvoeringsvoor-beeld van de uitvinding, fig. 2 een geschematiseerde weergave in bovenaanzicht van de balk en de valbeveiligingsverbinding volgens fig. 1, 25 fig. 3 een zijaanzicht van een met een balk verbonden gedeelte van een valbeveihgingsverbinding volgens een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, fig. 4 een kops, afgesneden zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een balk met, in zijaanzicht, een daarmee verbonden gedeelte van de valbeveiligings- 3 verbinding volgens het in fig. 3 getoonde uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, fig. 5 een perspectivisch aanzicht vaneen balk met een daarmee verbonden gedeelte van een valbeveiligingsverbinding volgens een derde uit-5 voeringsvoorbeeld van de uitvinding, en fig. 6 een bovenaanzicht vaneen balk met een daarmee verbonden valbeveiligingsverbinding volgens het in fig, 5 getoonde uitvoeringsvoorbeeld.

De uitvinding wordt allereerst nader beschreven en toegelicht aan de hand van het in de figuren 1 en 2 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

10 De voorgestelde valbeveihgingsverbinding is bestemd voor gebruik in combinatie met constructies die balken omvatten met van elkaar af wijzende flenzen of althans vrije randen daarvan, zoals de I-balk 1 met flenzen 2. Ook in combinatie met T-balken, kruisprofielen en andere balken met van elkaar af wijzende flenzen is de voorgestelde valbeveüigingsverbinding te 15 gebruiken.

De valbeveiligingsverbinding 3 volgens het getoonde voorbeeld is samengesteld uit een koppelstructuur 4 voor losneembare koppeling aan een balk 1, een verbindingsdeel 5 voor verbinding met een harnas en een flexibel trekorgaan 6 waarmee de koppelstructuur 4 en de verbindingsstructuur 20 5 met elkaar zijn verbonden. Het trekorgaan is volgens dit voorbeeld uitge voerd als een getwijnd touw 6. Het is echter ook mogelijk andere flexibele trekorganen toe te passen, zoals een gevlochten touw, een touw met een kern en een mantel en een enkele of meervoudige of composiet strip uit bijvoorbeeld kunststof. Meer in het bijzonder is de koppelstructuur 4 volgens 25 dit voorbeeld samengesteld uit twee in zijaanzicht U-vormige beugels 7 voor het omgrijpen van vrije randen 8 van flenzen 2 van een balk 1 die van elkaar af gericht zijn en een verbinding 9 tussen de U-vormige beugels 7 voor het bij elkaar houden van de U-vormige beugels 7. De U-vormige beugels 7 zijn elk gekoppeld aan het touw 6 doordat deze zijn voorzien van ogen 10 30 waar een lus 11 van het touw 6 doorheen is gevoerd. De verbinding 9 voor 4 het bij elkaar houden van de U-vormige beugels 7 is uitgevoerd als een elastiek dat om de beide ogen 10 verloopt.

In gebruik wordt volgens het getoonde voorbeeld het touw 6, dat is verbonden met een door een gebruiker gedragen harnas, verbonden met de 5 balk 1 van de constructie door de U-vormige beugels 7 die zijn verbonden met het touw 6 in aangrijping te brengen met de van elkaar af gekeerde vrije randen 8 van de flenzen 2 van de balk 1. De U-vormige beugels 7 worden geborgd tegen vrijkomen van de vrije randen 8 door deze middels het elastiek 9 bij elkaar te houden.

10 Als de gebruiker aan de rechter kant van de balk 1 af valt, volgt het met het harnas van de gebruiker verbonden touw 6 de gebruiker tot in een stand zoals is weergeven in de figuren 1 en 2. De verankering van het touw 6 ten opzichte van de balk 1 wordt dan verkregen doordat de lus 11 van het touw 6 via het oog 10 aan de U-vormige beugel 7 aan de tegenovergelegen, 15 linkerzijde van de balk 1 trekt. Het elastiek 9 en de U-vormige beugel 7 aan de rechterzijde van de balk 1 spelen bij het verankeren van het touw 6 voor het opvangen van een vallende gebruiker geen rol, maar zorgen er slechts voor dat beide U-vormige beugels 7 steeds in een om de vrije rand 8 grijpende positie voor het verschaffen van de beoogde verankering ten opzichte van 20 de balk 1 verkeren.

Met streeppuntlijnen is in de figuren 1 en 2 het alternatieve verloop van de lus 11' van het touw 6' weergegeven dat ontstaat als de gebruiker aan de linker zijde van de balk 1 af valt. De verankering van de balk wordt dan verkregen doordat de U-vormige beugel 7 aan de tegenovergelegen, 25 rechter zijde van de balk 1 om de vrije rand 8 van de flens 2 aan die zijde van de balk 1 grijpt.

Dat de verbinding 9 tussen de U-vormige beugels 7, zoals volgens het getoonde voorbeeld, elastisch is uitgevoerd biedt het voordeel, dat de beugels 7 steeds met voorspanning in aanligging tegen de vrije randen 8 van de 30 balk 1 worden gehouden. Dit is voordelig voor het betrouwbaar verankeren ' //;-> :,5¾ 5 van het touw 6 in geval van een val en voor het voorkomen van een extra schok en piekbelasting die zou ontstaan op het moment dat de beugel 7 aanslaat tegen de vrije rand 8. Een verder voordeel van de elastische uitvoering van de verbinding 9 is dat de koppelstructuur 4 daardoor zonder aanpassing 5 te gebruiken is voor verankering aan balken 1 met binnen een vrije ruime bandbreedte verschillende breedtes.

Het is echter ook mogelijk de verbinding tussen de U-vormige beugels min of meer star en al dan niet verstelbaar uit te voeren. Verstelbaarheid kan ook gecombineerd worden met een elastische uitvoering van de verbin-10 ding tussen de U-vormige beugels.

De U-vormige beugels 7 hebben elk twee benen 12, 13 verbonden door een bruggedeelte 14. Deze benen 12, 13 hebben elk aan naar elkaar toe gekeerde zijden een binnenkant-been lengte tussen een vrij uiteinde daarvan en het bruggedeelte 14. Het is daarbij voordelig indien de verbinding 9 tus-15 sen de U-vormige beugels 7 rekbaar is over een afstand groter dan een kleinste van de binnenkant-been lengtes. Dit maakt het namelijk mogelijk de U-vormige beugels 7 over de vrije randen 8 van de flenzen 2 heen te plaatsen zonder de verbinding 9 daartussen los te maken.

Daarbij is het - indien zoals in dit voorbeeld de bevestiging van het 20 touw aan een van de benen 13 van de U-vormige beugel 7 is gekoppeld -voordelig indien de rekbaarheid groter is dan de binnenkant-been lengtes van de andere, tweede van de benen 12 van de U-vormige beugels 7. Het gaat er namelijk om, dat de in gebruik onderste 12 van de twee benen 12, 13 over de vrije rand 8 gebracht kunnen worden zonder het elastiek 9 los te 25 maken.

Voor de aanpasbaarheid van koppelstructuur 4 aan balken 1 van verschillende breedtes is het verder voordelig dat ten minste een van de U-vormige beugels 7 vrij langs het touw 6 verschuifbaar zijn. De verbinding van het touw 6 met de U-vormige beugels 7 kan zich zo gemakkelijk aan-30 passen aan de onderlinge afstand tussen de U-vormige beugels 7.

{ V* i 6

Voor het betrouwbaar haken van de U-vormige beugels 7 in geval van een val is het verder voordelig indien, zoals in het getoonde voorbeeld het geval is, het touw telkens op afstand van het respectievelijke bruggedeelte 14 is verbonden met een van de benen 12, 13 van de U-vormige beugels 7.

5 Aldus wordt in dien een val zich voordoet een zeer stabiel en positief zelf-richtend en zelfvastzettend gedrag van de U-vormige beugel verkregen.

Een dergelijke bevestiging van het touw 6 aan de U-vormige beugels 7 is volgens het getoonde voorbeeld op zeer eenvoudige wijze verkregen, doordat oogbouten in van schroefdraad voorziene gaten in benen 13 van de U-10 vormige beugels zijn geschroefd. Een dergelijke verbindingstechniek vertoont bovendien een grote betrouwbaarheid zonder dat voor kwaliteitsbor-• ging speciale inspectietechnieken nodig zijn, zoals in het geval van een las-verbinding of een gegoten structuur het geval is. Voor de betrouwbaarheid is het ook voordelig indien de benen 12, 13 en de brugdelen 14 van de U-15 vormige beugels 7 uit metaal en bij voorkeur staal zijn gesmeed.

In de figuren 3 en 4 is een alternatief uitvoeringsvoorbeeld van een valbeveiligingsverbinding volgens de uitvinding beschreven 23.

Ook deze valbeveiligingsverbinding 23 is samengesteld uit een koppel-structuur 24 voor losneembare koppeling aan een balk 21, een verbindings-20 deel (niet getoond) voor verbinding met een harnas en een flexibel trekor-gaan 26 waarmee de koppelstructuur 24 en de verbindingsstructuur met elkaar zijn verbonden. Het trekorgaan is volgens dit voorbeeld uitgevoerd als een composiet streng 26 uit kunststof vezelmateriaal en een elastisch ma-trixmateriaal. Deze heeft meer buigstijfheid dan een touw, waardoor deze 25 minder gemakkelijk in de knoop raakt of om een voorwerp of lichaamsdeel gewikkeld raakt. De koppelstructuur 24 volgens dit voorbeeld heeft eveneens samengesteld uit twee in zijaanzicht U-vormige beugels 27 voor het omgrijpen van vrije randen 28 van flenzen 22 van de balk 21 die van elkaar af gericht zijn. De verbinding 29 tussen de U-vormige beugels 27 is volgens 30 dit voorbeeld uitgevoerd als rubberen pezen 29 met stoppen 35, welke pezen 7 29 door openingen 36 in de U-vormige beugels 27 verlopen. De stoppen 35 passen niet door de openingen 36 en vormen aldus stoppers aan de van elkaar af gekeerde zijden van de openingen 36 in de U-vormige beugels 27.

De U-vormige beugels 27 zijn elk gekoppeld aan de streng 26 doordat 5 deze zijn voorzien van openingen 30 waar de streng 26 doorheen verloopt.

De streng 26 is aan een uiteinde voorzien van een stopper 37 die niet door de openingen 30 heen past en zo voorkomt dat de streng 26 uit de openingen 30 kan worden getrokken. De streng is verschuifbaar door de opening 30 van de U-vormige beugel 27 aan de rechterzijde van de balk 21. De 10 openingen 30, 36 zijn overigens aangebracht in vanaf benen 33 van de U-vormige beugels 27 uitstekende omgezette flenzen 38. Dergelijke flenzen 38 maken integraal deel uit van de U-vormige beugel 27 hetgeen voordelig is voor de betrouwbaarheid van de constructie. Verder zijn de flenzen 38 enigszins veerkrachtig. Daardoor wordt bij een val de piekbelasting van de 15 beugel 27 en de streng 26 beperkt.

In de figuren 3 en 4 is met doorgetrokken lijnen het verloop van de , streng 26 in geval van een val aan de rechterzijde van de balk 21 weergegeven. Met streeppuntlijnen is in fig. 4 het verloop van de streng 26' in geval van een val aan de linkerzijde van de balk 21.

20 In geval van een val aan de rechterzijde van de balk 21 verloopt de streng 26 in hoofdzaak rechtuit door de openingen 30 in de flenzen 38 en vervolgens over een uiteinde van de U-vormige beugel 27 omlaag naar de aan de streng 27 hangende persoon.

Indien de gebruiker aan de linker zijde van de balk 21 omlaag valt, 25 verloopt de streng 26' echter vanaf de opening 30 in de rechter U-vormige beugel 27 via een U-bocht naar de linkerzijde van de balk 21. Teneinde te voorkomen dat de streng in een dergelijk geval om een scherpe rand verloopt is aan de zijde van de flens 30 van de rechter U-vormige beugel 27 die van de andere U-vormige beugel af is gekeerd een krans 39 met een afge-30 ronde rand gelegen. Deze krans is bovendien uit een meegevend materiaal 8 zoals rubber of een zachte kunststof vervaardigd, hetgeen verder bij draagt aan de schokdempende werking van de constructie.

De valbeveiliging volgens de figuren 5 en 6 vormt een op dit moment de meeste voorkeur genietend uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.

5 De valbeveiligingsverbinding 43 volgens het getoonde voorbeeld is sa mengesteld uit een koppelstructuur 44 voor losneembare koppeling aan een balk 1, een verbindingsdeel voor verbinding met een harnas en een flexibel trekorgaan 46 waarmee de koppelstructuur 44 en de verbindingsstructuur met elkaar zijn verbonden. De in zijaanzicht U-vormige beugels 47 en de 10 telkens bijbehorende ogen 50 waar een lus 51 van het touw 46 doorheen is gevoerd zijn integraal en eendelig uitgevoerd meegevormd. De verbinding 49 voor het bij elkaar houden van de U-vormige beugels 47 is uitgevoerd als een elastiek dat om door groeven 60 aan van elkaar af gekeerde zijden van de U-vormige beugels 47 verloopt.

15 Een dergelijke eendelige uitvoering van de ogen 50 en de U-vormige gedeeltes van de valbeveiligingsverbinding, die het voordeel biedt van een betrouwbaardere constructie, is bovendien eenvoudig en snel te producere, doordat de U-vormige beugels 47 zijn uitgevoerd als secties van een doorlopend profiel met, in dwarsdoorsnede, een U-vormig gedeelte. Vervaardiging 20 van de U-vormige beugels als secties van een profiel met U-vormige gedeeltes biedt bovendien het voordeel, dat de U-vormige beugels niet gebogen hoeven te worden. Een dergelijke vervormende bewerking kan een negatieve en relatief moeilijk te beheersen invloed op de belastbaarheid en de duurzaamheid van de constructie hebben.

25 Kamers in lengterichting van het doorlopende profiel vormen daarbij de ogen 50 waar het flexibele trekorgaan 46 zich doorheen uitstrekt.

Het doorlopende profiel heeft aan een zijde waar het U-vormige profiel gesloten is de groef 60 waar een elastische trekorgaan 49 doorheen verloopt. Deze groeikan derhalve eveneens bij het vervaardigen van het doorlopende 30 profiel meegevormd worden.

9

Door de U-vormige beugels uit aluminium te extruderen wordt verder een constructie verkregen die voor de meeste toepassingen geen speciale behandeling ter bescherming tegen corrosie behoeft, en die bovendien robuust en licht is.

5 Teneinde de U-vormige beugels 47 ook bij elkaar te houden als het elastiek 49 mocht falen is het touw 46 voorzien van een knevel 61 voor het verkleinen van een lus van het touw 46 in het gebied van de U-vormige beugels 47. Deze knevel 61 is bij voorkeur verschuifbaar zodanig stroef en/of strak om het touw geklemd, dat deze niet uit zichzelf verschuift. Volgens het 10 onderhavige voorbeeld is de knevel vervaardigd uit rubber.

Voor het verder vergroten van de betrouwbaarheid van het omgrijpen van vrije randen 8 van flenzen 2 van de balk 1 is voorzien in een geleidings-profïel 62, volgens dit voorbeeld uitgevoerd als een ronde staaf of buis, waarbij de U-vormige beugels 47 zijn uitgerust met geleidingen 63 die sa-15 men met het geleidingsprofiel 62 een rechtgeleiding voor het geleiden van verplaatsing van de U-vormige beugels 47 naar elkaar toe en van elkaar af vormen. Dankzij deze geleiding worden de U-vormige beugels 47 bij het plaatsen en losnemen ten opzichte van elkaar geleid, waardoor dit gemakkelijker en in het algemeen met en hand en zonder kijken uitgevoerd kan 20 worden.

Doordat de rechtgeleiding volgens dit voorbeeld bovendien rotatie van de U-vormige beugels 47 om assen die anders dan evenwijdig aan het geleidingsprofiel 62 zijn gericht verhindert, wordt verder verhinderd, dat de U-vormige beugels 47 ten opzichte van de balk kunne verdraaien. Hierdoor 25 wordt een verdere vergroting van de betrouwbaarheid van de omgrijping van de balk 1 verkregen.

Het zal de deskundige duidelijk zijn, dat binnen het kader van de voorgestelde uitvinding nog vele andere dan de voorgestelde uitvoeringsvoor-beelden mogelijk zijn. Zo kan de verbinding tussen de U-vormige beugels 30 bijvoorbeeld zijn verkregen, doordat deze in elkaar haken, waarbij door in 10 elkaar haken in verschillende onderlinge posities aanpassing aan de breedte van de balk mogelijk is.

Claims (14)

1. Valbeveihgingsverbinding, omvattende een koppelstructuur (4; 24) voor losneembare koppeling aan een balk (1; 21), een verbindingsdeel (5) voor verbinding (9; 29) met een harnas en een flexibel trekorgaan (6; 26) waarmee de koppelstructuur (4; 24) en het verbindingsdeel (5) met elkaar 5 zijn verbonden, met het kenmerk, dat de koppelstructuur (4; 24) omvat: twee in zijaanzicht U-vormige beugels (7; 27) voor het omgrijpen van vrije randen (8; 28) van flenzen (2; 22) van een balk (1; 21) die van elkaar af gericht zijn, en een verbinding (9; 29) tussen genoemde U-vormige beugels (7; 27) voor 10 het bij elkaar houden van genoemde U-vormige beugels (7; 27), waarbij elke van genoemde U-vormige beugels (7; 27) is gekoppeld aan genoemd trekorgaan (6; 26).

2. Valbeveiligingsverbinding volgens conclusie 1, waarbij genoemde verbinding (9; 29) tussen genoemde U-vormige beugels (7; 27) elastisch is 15 uitgevoerd.

3. Valbeveiligingsverbinding volgens conclusie 2, waarbij genoemde U-vormige beugels (7; 27) elk twee benen (12, 13; 33) verbonden door een bruggedeelte (14) omvatten, welke benen (12,13; 33) elk aan naar elkaar toe gekeerde zijden een binnenkant-been lengte tussen een vrij uiteinde 20 daarvan en genoemd bruggedeelte (14) hebben, en waarbij de verbinding (9; 29) tussen genoemde U-vormige beugels (7; 27) rekbaar is over een afstand groter dan een kleinste van genoemde binnenkant-been lengtes.

4. Valbeveiligingsverbinding volgens conclusie 2 of 3, waarbij genoemde U-vormige beugels (7; 27) elk twee benen (12,13; 33) verbonden 25 door een bruggedeelte (14) omvatten, welke benen (12, 13; 33) elk aan naar elkaar toe gekeerde zijden een binnenkant-been lengte tussen een vrij uiteinde daarvan en genoemd bruggedeelte (14) hebben, waarbij het trekor- ' 0 ' " ' £ 2'1 gaan (6; 26) telkens uitsteekt vanaf een eerste been (13; 33) van elke van genoemde, U-vormige beugels (7; 27) en waarbij de verbinding (9; 29) tussen genoemde, U-vormige beugels (7; 27) rekbaar is over een afstand groter dan binnenkant-been lengtes van de andere, tweede been (12) van genoemde be-5 nen (12, 13; 33) van genoemde, U-vormige beugels (7; 27).

5. Valbeveiligingsverbinding volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde, U-vormige beugels (7; 27) elk langs het trekorgaan (6; 26. verschuifbaar zijn.

6. Valbeveiligingsverbinding volgens een der voorgaande conclusies, 10 waarbij genoemde U-vormige beugels (7; 27) elk twee benen (12, 13; 33) verbonden door een bruggedeelte (14) omvatten, waarbij het trekorgaan (6; 26) telkens op afstand van het respectievelijke bruggedeelte (14) is verbonden met een van genoemde benen (13; 33) van een van genoemde, U-vormige beugels (7; 27).

7. Valbeveiligingsverbinding volgens conclusies 6, verder omvattende oogbouten via welke elke van genoemde, U-vormige beugels (7; 27) is gekoppeld aan genoemd trekorgaan (6; 26).

8. Valbeveiligingsverbinding volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende een geleidingsprofiel, waarbij genoemde U-vormige beu- 20 gels (47) zijn uitgerust met geleidingen die samen met genoemd profiel een rechtgeleiding voor het geleiden van verplaatsing van genoemde U-vormige beugels (47) naar elkaar toe en van elkaar af.

9. Valbeveiligingsverbinding volgens conclusie 8, waarbij genoemde rechtgeleiding ten minste rotatie van genoemde U-vormige beugels (47) om 25 assen die anders dan evenwijdig aan genoemde rechtgeleiding zijn gericht verhindert.

10. Valbeveiligingsverbinding volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde U-vormige beugels (47) zijn uitgevoerd als secties van een doorlopend profiel met, in dwarsdoorsnede, een U-vormig gedeelte.

11. Valbeveiligingsverbinding volgens conclusie 10, waarbij genoemd doorlopende profiel een gedeelte met een kamer in lengterichting heeft, waar genoemd flexibele trekorgaan (46) zich doorheen uitstrekt.

12. Valbeveiligingsverbinding volgens conclusie 10 of 11, waarbij ge-5 noemd doorlopende profiel aan een zijde waar genoemd U-vormige profiel gesloten is een groef heeft waar een elastisch trekorgaan doorheen verloopt.

13. Valbeveiligingsverbinding volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemd flexibele trekorgaan (46) is voorzien van een knevel voor het verkleinen van een lus van genoemd flexibele trekorgaan (46) in het ge- 10 bied van genoemde U-vormige beugels (47).

14. Werkwijze voor het beveiligen tegen vallen tijdens werkzaamheden op hoogte aan een constructie die ten minste een balk (1; 21) met van elkaar af gekeerde flenzen (2; 22) omvat, waarbij een trekorgaan (6; 26) is verbonden met een door een gebruiker gedragen harnas en wordt verbonden met 15 een balk (1; 21) van genoemde constructie, met het kenmerk, dat het verbinden van het trekorgaan (6; 26) met een balk (1; 21) van genoemde constructie wordt uitgevoerd door U-vormige beugels (7; 27) die zijn verbonden met het trekorgaan (6; 26) in aangrijping te brengen met van elkaar af gekeerde vrije randen (8; 28) van flenzen (2; 22) van genoemde balk (1; 21) en 20 genoemde, U-vormige beugels (7; 27) te zekeren tegen vrijkomen van genoemde vrije randen (8; 28) door deze middels een verbinding (9; 29) bij elkaar te houden.