NL1017629C2 - Werkwijze voor het nauwkeurig positioneren van datamerktekens en tussenruimten op een optische schijf. - Google Patents

Werkwijze voor het nauwkeurig positioneren van datamerktekens en tussenruimten op een optische schijf. Download PDF

Info

Publication number
NL1017629C2
NL1017629C2 NL1017629A NL1017629A NL1017629C2 NL 1017629 C2 NL1017629 C2 NL 1017629C2 NL 1017629 A NL1017629 A NL 1017629A NL 1017629 A NL1017629 A NL 1017629A NL 1017629 C2 NL1017629 C2 NL 1017629C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
writing
data set
error rate
read error
timing
Prior art date
Application number
NL1017629A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1017629A1 (nl
Inventor
Josh Hogan
Original Assignee
Hewlett Packard Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hewlett Packard Co filed Critical Hewlett Packard Co
Publication of NL1017629A1 publication Critical patent/NL1017629A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1017629C2 publication Critical patent/NL1017629C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/004Recording, reproducing or erasing methods; Read, write or erase circuits therefor
    • G11B7/0045Recording
    • G11B7/00456Recording strategies, e.g. pulse sequences

Landscapes

  • Optical Recording Or Reproduction (AREA)

Description

i
Korte aanduiding: Werkwijze voor het nauwkeurig positioneren van datamerktekens en tussenruimten op een optische schijf.
5 Volledigheidshalve wordt ernaar verwezen dat met dezelfde prioriteitsdatum een octrooiaanvrage wordt ingediend getiteld "Werkwijze voor het nauwkeurig positioneren van datamerktekens en tussenruimten op een optische schijf".
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het 10 bijstellen van de tijdsbepaling voor het schrijven van een optische schijf.
Voor herschrijfbare datamedia, waarop data kunnen worden toegevoegd aan een gedeeltelijk beschreven medium en waarop voorheen geschreven data kunnen worden gewist en overschreven voorzien data-15 indelingen gewoonlijk in tussenruimten tussen data voor het vereffenen van variaties in hoeksnelheid tussen aandrijvingen en voor het vereffenen van verloop van de schrijfklok. Herschrijfbare dataindelingen voorzien gëwoonlijk ook in kloksynchronisatiepatronen voor het bijstellen van de frequentie en fase van de schrijfklok. Bijvoorbeeld 20 zijn magnetische schijven en banden typisch ingedeeld in sectoren, waarbij iedere sector een aanloopgedeelte omvat voor het synchroniseren van een schrijfklok en waarbij iedere sector extra ruimte aan het einde omvat om variaties in de snelheid van het medium te veroorloven. Synchronisatiepatronen en tussenruimten tussen data 25 reduceren de effectieve datacapaciteit omdat ze ruimte innemen die anders zou kunnen worden gebruikt voor gebruikerdata.
In tegenstelling daarmee hebben sommige voorgestelde indelingen voor herschrijfbare "Digital Versatile Discs" (DVD) geen kloksynchronisatievelden of extra ruimte aan het einde van sectoren. 30 Één herschrijfbare DVD indeling specificeert een land-en-groef structuur waarbij de groeven een sinusoïdale radiale verplaatsing hebben ("golving", golving genoemd) en voor de specifieke indeling wordt de golving van de groef gebruikt om een schrijfklok te synchroniseren. In het algemeen worden data gecodeerd door de tijdstippen van 35 overgangen tussen merktekens en tussenruimten (marks and spaces). De specifieke indeling specificeert dat bepaalde merktekens binnen een 2 gespecificeerd bereik van ruimtelijke posities ten opzichte van een ruimtelijke nuldoorgang van de golving moet worden geschreven. Er bestaat behoefte aan het schrijven van datamerktekens en tussenruimten op precieze posities en aan het in staat zijn om de precisie van de 5 plaatsing te verifiëren. In het algemeen worden het begin en einde van een datamerkteken en tussenruimte gedefinieerd door randen van een schrijfklok. Dienovereenkomstig is een noodzakelijke eerste stap in het regelen van de precisie van de plaatsing een accurate gesynchroniseerde schrijfklok. Echter zijn er verschillende vertragingen, als 10 gevolg van een doorlopen signaalpad* die kunnen variëren met tijd en temperatuur en vertragingen in het doorlopen signaalpad die kunnen variëren van aandrijving tot aandrijving. Bovendien kan het belang van deze vertragingen in het doorlopen signaalpad variëren afhankelijk van de hoeksnelheid waarmee de schijf wordt beschreven. Er bestaat verder 15 een behoefte aan het in staat zijn om de precisie van de ruimtelijke plaatsing van datamerktekens en tussenruimten te regelen en te verifiëren, zelfs met variabele onbekende vertragingen in het doorlopen pad.
Zoals boven besproken hebben sommige indelingen van 20 optische schijven een land-en-groef structuur waarbij tenminste één zijwand van de groef een sinusoïdale radiale verplaatsing heeft. Golving van de groef kan frequentiegemoduleerd zijn om tijd of adresinformatie te coderen of golving van de groef kan worden gebruikt om een schrijfklok te synchroniseren. Sommige indelingen voor een 25 optische schijf verschaffen ruimtelijke kenmerken, zoals inkepingen in de zijwand van de groef,. die worden gebruikt als indexmarkeringen, sectoradressen of voor additionele fasebesturing van een schrijfklok. Zie bijvoorbeeld Amerikaans octrooi nummer 5.933.411 van Inui et al. en Amerikaans octrooi nummer 5.852.599 van Fuji. Zie bijvoorbeeld ook 30 M. Yoshida et al. "4.7 Gbyte Re-writable Disc System Based on DVD-R System", IEEE Transactions on Consumer Electronics, 1 november 1999, v.45, n.4, pp 1270-1276 (Yoshida et al.).
Figuur 1 (stand der techniek) illustreert een representatief voorbeeld van een schijfaandrijving. In de volgende bespreking 35 van figuur 1 is te zien dat een accurate klok een noodzakelijke maar niet voldoende voorwaarde is voor precieze ruimtelijke plaatsing van . 017ξ>£3 3 merktekens. Men moet ook compenseren voor verschillende vertragingen voor het doorlopen signaalpad.
In veel aandrijvingen voor een optische schijf wordt een enkele optische detector gebruikt om een datasignaal, een radiale 5 positie foutsignaal, een focus foutsignaal en misschien een golving-signaal te genereren. Figuur 1 toont verschillende samengevoegde vertragingen van het doorlopen pad voor een aandrijving voor een optische schijf wélke gebruik maakt van één optische detector voor meerdere functies. In figuur 1 is een lichtvlek 100 gefocusseerd op 10 een datalaag van een optische schijf. Licht, gereflecteerd van de schijf, doorloopt verschillende optische componenten alvorens te worden gedetecteerd door een optische detector 104. In figuur 1 zijn vertragingen van het doorlopen optische pad tussen de schijf en de detector 104 samengevoegd als vertraging 1 (102). Zoals weergegeven in 15 figuur lis de optische detector 104 verdeeld in vier secties (A, B, C, D) waarbij elke sectie een separaat signaal verschaft. De som van de vier signalen (A+B+C+D) is, met enige elektronische filtering en bewerking, het analoge leesdatasignaal (108). Vertragingen in het pad doorlopen door het leesdatasignaal, als gevolg van het filteren en 20 andere elektronische bewerkingen, zijn samengevoegd tot vertraging 2 (106). Het analoge leesdatasignaal 108 wordt ontvangen door een analoge vergelijker 130 en vergeleken met een referentiespanning. Het binaire uitgangssignaal van de analoge vergelijker is het binaire leesdatasignaal 132.
25 Een radiale positie foutsignaal, genoemd radiaal duw-trek (Radial Push-Pull, RPP) signaal, wordt afgeleid door geschikte paren van de viervoudige detectorsignalen van elkaar af te trekken, bijvoorbeeld (A+D)-(B+C). Voor media met golvende ("wobbled") groeven is het golfsignaal een hoogfrequente modulatie van het relatief laagfrequente 30 RPP signaal. In figuur 1 zijn verschillende vertragingen door elektronische filtering en bewerking van het RPP/golfsignaal samengevoegd als vertraging 3 (110). Indien het golfsignaal wordt gebruikt voor synchronisatie van een signaal van een schrijfklok wordt het golfsignaal typisch ontvangen door een fasegesloten lus (PLL, Phase-Locked 35 Loop, 112). Het uitgangssignaal van de PLL wordt gebruikt voor een schrijfklok (114). Een schrijfdatasignaal (116) is gesynchroniseerd i o i ~i -* 4 met flanken van de schrijfklok (114) zoals geregeld door een grendel-schakeling 118 voor het opwekken van een schrijfintensiteitslgnaal (120). Een laserintensiteitschakeling 126 wordt geregeld hetzij door het schrijfintensiteitslgnaal (120) of door een laserintensiteit-5 signaal en de laserintensiteitschakeling bestuurt dan de intensiteit van een laserdiode lichtbron. In figuur 1 zijn vertragingen in het doorlopen pad in het aandrijven van de laserintensiteitschakeling zowel als alle vertragingen in het optische pad samengetrokken als vertraging 4 (128).
10 Typisch zijn vertraging 1 en vertraging 4 verwaarloosbaar.
Vertraging 2 en vertraging 3 zijn echter significant en beide kunnen met de tijd en de temperatuur variëren en kunnen van aandrijving tot aandrijving variëren. De relatieve effecten van deze vertragingen variëren ook met de hoeksnelheid van de schijf. Bijvoorbeeld hebben de 15 vertragingen, als een schrijf gedeeltelijk is geschreven in een aandrijving met lx hoeksnelheid en herschreven in een aandrijving met 2x hoeksnelheid, een verschillend effect voor de 2x aandrijving ten opzichte van de lx aandrijving.
Beschouw de problematiek van het schrijven van een nieuw 20 merkteken op een precieze ruimtelijke positie ten opzichte van een ruimtelijke nuldoorgang van de golf of het schrijven van een nieuw merkteken ten opzichte van een bestaand merkteken. Men zou een nuldoorgang in een golfsignaal kunnen detecteren, het juiste aantal cycli van de schrijfklok (114) wachten en beginnen met het schrijven van het 25 nieuwe merkteken. Alternatief zou men het einde kunnen detecteren van een bestaand merkteken onder gebruikmaking van het leesdatasignaal (108), het juiste aantal cycli van de schrijfklok wachten en het beginnen te schrijven van een nieuw merkteken. Typisch zouden nul-doorgangen of flanken van merktekens gemiddeld worden over vele 30 overgangen onder gebruikmaking van een fase-gesloten loop. Het juiste aantal cycli van de schrijfklok kan bekend zijn voor gekalibreerde aandrijvingen maar kan met de tijd variëren en kan variëren van aandrijving tot aandrijving. Het probleem is dat als vertraging 2 (106), vertraging 3 (110) en de vertraging in de PLL 112 onbekend en 35 variabel zijn er onzekerheid is over het tijdstip waarop een nieuw merkteken dient te worden geschreven ten opzichte van een golfsignaal, 5 zoals waargenomen in het RPP signaal of ten opzichte van een flank van een bestaand merkteken, zoals waargenomen in het binaire leesdata-signaal. Als resultaat is er enige variatie in de ruimtelijke positie van het nieuwe merkteken ten opzichte van een ruimtelijke golf of in 5 de ruimtelijke positie van het nieuwe merkteken ten opzichte van het bestaande merkteken of het nieuwe merkteken die voldoende kan zijn om een datafout te veroorzaken tijdens het lezen. Als een voorlopende flank van een nieuw merkteken precies ruimtelijk geplaatst is ten opzichte van een ruimtelijke nuldoorgang van een golf of ten opzichte 10 van de nalopende flank van een bestaand merkteken moet het systeem compenseren voor vertraging 2 en vertraging 3 en de vertragingen in de PLL 112 en de grendel schakeling 118.
Beschouw bijvoorbeeld Fuji (hierboven genoemd) en Yoshida et al. (hierboven genoemd). In Fuji en in Yoshida et al. worden 15 ruimtelijke kenmerken gebruikt om een schrijfklok te synchroniseren.
Echter is zoals boven besproken accurate opwekking van de schrijfklok nodig maar niet voldoende; De schrijfklok is slechts deel van het probleem. Een nauwkeurige klok maakt relatieve precisie mogelijk, zodat een merkteken consistent kan worden beschreven met enige wacht-20 tijd na het detecteren van een kenmerk in het leessignaal of het golfsignaal, maar de wachttijd is onbekend en kan met de tijd en van aandrijving tot aandrijving variëren. In voorgestelde specificaties voor herschrijfbare DVD met een 4,7 Gbyte capaciteit per schrijf-oppervlak is een absolute ruimtelijke positienauwkeürigheid vereist. 25 Specifiek moeten in een voorgestelde standaard zekere specifieke kenmerken ruimtelijk binnen ± 5 kanaal bits van de ruimtelijke nuldoorgang van een ruimtelijke golf met een ruimtelijke periode van 32 kanaal bits worden geplaatst.
Er bestaat behoefte aan de mogèlijkheid om te verifiëren 30 dat merktekens ruimtelijk zijn geplaatst ten opzichte van een ruimtelijke golf binnen een zekere tolerantie. Er bestaat verder behoefte aan een aandrijving om in staat te zijn om merktekens op preciese, absolute ruimtelijke posities te plaatsen.
Een werkwijze volgens de uitvinding wordt daartoe ge-35 kenmerkt, doordat het schrijven van een dataset, welke vooraf bepaald is en waarvoor de lees-foutfrequentie als functie van de tijdsbepaling 6 voor het schrijven gekarakteriseerd is, op een gebied van de optische schijf dat ruimtelijke kenmerken heeft, het lezen van de dataset vanaf de optische schijf, het bepalen van een lees-foutfrequentie voor de dataset en het bijstellen van de tijdsbepaling voor het schrijven 5 gebaseerd op de lees-foutfrequentie van de dataset en de ge karakteriseerde lees-foutfrequentie als functie van de tijdsbepaling voor het schrijven.
Kort gezegd omvat een werkwijze volgens de uitvinding dat ruimtelijke kenmerken (inkepingen, hobbels, enz.) worden toegepast 10 zodanig dat zij opzettelijke het analoge dataleessignaal vervormen.
Daardoor is bereikt dat, indien een overgang tussen een merkteken en een tussenruimte niet nabij een golfkenmerk is, de vervorming het resulterende binaire leesdatasignaal niet beïnvloedt. Daarentegen wordt het bepalen van tijdstippen van het resulterende 15 binaire leesdatasignaal aanzienlijk beïnvloed (voldoende om een dataleesfout te veroorzaken) indien een overgang tussen een merkteken en een tussenruimte zich nabij het golfkenmerk bevindt. Voor kalibratie worden merktekens en tussenruimten geschreven nabij ruimtelijke kenmerken en de tijdstippen van het schrijfdatasignaal worden 20 bijgesteld tijdens het waarnemen van data leesfouten. Lange merktekens en tussenruimten binnen Sync codes kunnen worden gebruikt voor kalibratie. Sync codes zijn geschikt omdat zij de langst toegestane merktekens en tussenruimten omvatten, omdat zij regelmatig over de hele schijf aanwezig zijn en omdat zij buiten foutcorrectieblokken 25 zijn gepositioneerd. Alternatief kunnen vooraf bepaalde datasets worden gebruikt, waarvoor de foutfrequentie als functie van schrijftijd kenmerkend is. Hetzij voor lange merktekens en tussenruimten binnen sync codes hetzij voor datasets, uit de kali bratieprocedure, is het bekend wanneer een flank van een merkteken of tussenruimte moet 30 worden geïnitieerd in het schrijfdatasignaal teneinde ruimtelijk een merkteken of tussenruimte te plaatsen op een bekende ruimtelijke locatie ten opzichte van een ruimtelijk kenmerk. Gegeven een merkteken of tussenruimte op een bekende ruimtelijke locatie kan de vertraging tussen het detecteren van een nuldoorgang in een golfsignaal en het 35 tijdstip van het schrijven van het merkteken worden bepaald. Alternatief, gegeven een merkteken of tussenruimte op een bekende ruimte- 1017629 7 lijke locatie, kan de vertraging tussen een ruimtelijke flank van een merkteken of tussenruimte en het tijdstip waarop de flank wordt gedetecteerd in het binaire leesdatasignaal worden bepaald. Uit deze bekende tijdstippen en ruimtelijke locatie is het bekend wanneer een 5 merkteken of tussenruimte moet worden geschreven ten opzichte van het detecteren van een nuldoorgang in een golfsignaal om nauwkeurige plaatsing te verzekeren ten opzichte van een nuldoorgang in de ruimtelijke golf. Uit deze bekende tijdstippen en ruimtelijke locaties is het, gegeven detectie van flanken van bestaande merktekens of tussen-10 ruimten in het binaire leesdatasignaal, bekend als een nieuw merkteken of de nieuwe tussenruimte moet worden geïnitieerd teneinde het nieuwe merkteken of tussenruimte op een nauwkeurige locatie te plaatsen ten opzichte van een bestaand merkteken of bestaande tussenruimte. De kalibratiewerkwijze kan bij iedere hoeksnelheid worden uitgevoerd.
15 De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen waarin:
Figuur 1 (stand der techniek) een blokdiagram is van een typische aandrijving voor een optische schijf, welke verschillende vertragingen voor het doorlopen signaalpad toont.
20 Figuur 2 een bovenaanzicht is van een schijf welke een ruimtelijk kenmerk in een golvende groef in overeenstemming met de uitvinding toont.
Figuur 3A een bovenaanzicht is van een schijf met een golvende groef zoals in figuur 2 en welke verder datamerktekens en 25 tussenruimten in de gegolfde groef toont.
Figuur 3B een golfvorm is van een analoog datasignaal dat voorkomt uit de merktekens en tussenruimten getoond in figuur 3A.
Figuur 3C een golfvorm is van een binair datasignaal dat voortkomt uit de merktekens en tussenruimten getoond in figuur 3A.
30 Figuur 4A een bovenaanzicht is van een schijf met een ruimtelijk kenmerk zoals getoond in figuur 2 en verder een datamerk-teken toont gecentreerd op het ruimtelijke kenmerk.
Figuur 4B een golfvorm is van een analoog datasignaal voortkomend uit de merktekens en tussenruimten getoond in figuur 4A.
35 Figuur 4C een golfvorm is van een binair datasignaal voortkomend uit de merktekens en tussenruimten getoond in figuur 4A.
8
Figuur SA een bovenaanzicht is van een schijf, met een ruimtelijk kenmerk zoals getoond in figuur 2 en verder een overgang toont tussen een datamerkteken en een tussenruimte nabij het ruimtelijk merkteken.
5 Figuur SB een golfvorm is van een analoog datasignaal voortkomend uit de merktekens en tussenruimten getoond in figuur 5A.
Figuur 5C een golfvorm is van een binair datasignaal voortkomend uit de merktekens en tussenruimten getoond in figuur 5A.
Figuur 6 een stroomdiagram is van een eerste voorbeeldwerk-10 wijze overeenkomstig de uitvinding.
Figuur 7 een stroomdiagram is van een tweede voorbeeldwerk-wijze overeenkomstig de uitvinding.
Het licht ontvangen aan het oppervlak van de detectormatrix is niet uniform maar bevat in plaats daarvan interferentiepatronen 15 welke resulteren in een intensiteitsverdeling. Binaire data zijn gecodeerd als overgangen tussen gebieden met contrast in reflectie of door putten en landen die de fase (en interferentiepatronen) van hét gereflecteerde licht beïnvloeden. Schrijfbare optische schijfmedia gebruiken gewoonlijk een faseveranderingsmateriaal in een optekenlaag. 20 Gedurende het schrijven wordt het faseveranderingsmateriaal kristallijn als het wordt verwarmd tot juist onder het smeltpunt en dan relatief langzaam wordt gekoeld, en wordt amorf als het verwarmd wordt boven het smeltpunt en daarna snel gekoèld. Datamerktekens en tussenruimten worden gevormd door gebruik te maken van gefocusseerd laser-25 licht om kleine gebieden op het faseveranderingsmateriaal te verwarmen tot één van twee niveaus en dan het materiaal te laten af koel en. Kristallijne gebieden reflecteren typisch meer licht dan amorfe gebieden. Als illustratie wordt aangenomen dat in de volgende bespreking de schijf voor het schrijven kristallijn is, datamerktekens 30 amorf zijn en kristallijne gebieden meer licht reflecteren dan amorfe gebieden.
Tijdens het lezen heeft de gefocusseerde laservlek op een optische schijf typisch een centraal gebied met relatief hoge intensiteit en verschillende zijlobringen met een veel lagere intensiteit. 35 Voor media met landen en groeven heeft het centrale gebied met hoge intensiteit een totale diameter die voldoende groot is zodanig dat als 9 het midden van de vlek gecentreerd is op een groef ook enig licht valt op elk aangrenzend land. De land en groef structuur werkt als een tralie en vele orden worden door de schijf afgebogen. De pupilgrootte van de objectieflens en de steek van het spoor bepalen hoeveel orden 5 worden gereflecteerd vanaf dè schijf en hoeveel orden interfereren met de nulde ordebuiging (de centrale vlek). Amorfe gebieden reflecteren minder licht dan kristallijne gebieden maar het analoge leesdatasignaal wordt ook beïnvloed door interferentiepatronen. Vanwege dè interferentiepatronen kan toename in de breedte van de groef resul-10 teren in een toename in algehele intensiteit op de sensor of resulteren in een afname in intensiteit op de sensor, afhankelijk van factoren zoals de diepte van de groef ten opzichte van de landen, de steek van het spoor enzovoorts. Afhankelijk van de groefdiepte en steek van het spoor, kunnen inkepingen in de landen ter diepte van de 15 groeven de interferentiepatronen zodanig beïnvloeden dat het leesdata-signaalniveau wordt verlaagd of verhoogd. Evenzo en afhankelijk van de groefdiepte en steek van het spoor, kunnen uitsteeksels in de groef ter hoogte van de landen het interferentiepatroon zodanig beïnvloeden dat het leesdatasignaalniveau wordt verlaagd of verhoogd. Evenzo 20 kunnen hobbels of putten die de diepte van de groef ten opzichte van de landen veranderen, het interferentiepatroon wijzigen waardoor het analoge leesdatasignaalniveau hoger of lager wordt. In de volgende bespreking worden inkepingen in de landen gebruikt om een voorbeeld te illustreren van ruimtelijke kenmerken die het analoge leesdatasignaal 25 beïnvloeden maar in het algemeen kunnen ook uitstulpingen .in de groef of hobbels of putten worden gebruikt. In de volgende béspreking wordt aangenomen dat het doen toenemen van de breedte van de groef, bijvoorbeeld door het plaatsen van inkepingen in de landen, het interferentiepatroon zodanig. verandert dat het analoge leesdatasignaal-30 niveau wordt verhoogd.
Dienovereenkomstig wordt aangenomen dat inkepingen in de landen het analoge leesdatasignaal verhogen als gelezen wordt in een amorf gebied (lage reflectiviteit).
Figuur 2 toont een vergroot gedeelte van een voorbeeld-35 uitvoeringsvorm van een optische schijf overeenkomstig de uitvinding met een radiaal symmetrische golvende groef 200 tussen twee landen 202 ft S ^ 3 10 en 204. De golflijn in figuur 2 is overdreven ten behoeve van de duidelijkheid. Groef 200 heeft twee ruimtelijke kenmerken (breedte-modulaties) 206 en 208. De golflijn van de groef heeft ruimtelijke nuldoorgangen bij verwijzingscijfers 210, 212 en 214. Bedenk, onder 5 verwijzing naar de bespreking bij figuur 1, dat het radiale spoorvolg-foutsignaal (RPP) een verschil signaal is. Als de ruimtelijke kenmerken 206 en 208 radiaal symmetrisch zijn dan zijn de veranderingen in het interferentiepatroon radiaal symmetrische en wordt het RPP verschil-signaal (A+B)-(C+D) niet beïnvloed door de ruimtelijke kenmerken. 10 Echter veroorzaakt, zoals hierboven besproken, het vergroten van de groefbreedte, bijvoorbeeld inkepingen in de landen zoals getoond in figuur 2, dat de totale intensiteit op de sensor toeneemt.
Aandrijfinrichtingen welke de uitvinding implementeren kunnen bepalen wanneer een overgang tussen een merkteken en een 15 tussenruimte gepositioneerd is nabij een ruimtelijk kenmerk. Deze ‘informatie kan worden gebruikt om te verifiëren of de ruimtelijke positie van een merkteken óf tussenruimte binnen een gespecificeerde tolerantie is ten opzichte van een nuldoorgang van een ruimtelijke golflijn. Alternatief kan deze informatie worden gebruikt om het 20 schrijfkanaal te kalibreren zodat merktekens en tussenruimten kunnen worden geschreven binnen een gespecificeerde tolerantie. Door de schrijftijd voor een merkteken of tussenruimte te variëren kan een bereik van schrijftijden worden bepaald waarvoor het einde van het merkteken of de tussenruimte niet nabij een ruimtelijk kenmerk valt. 25 Dit bereik van tijden kan worden gebruikt om een schrijftijd te bepalen die erin resulteert dat een merkteken of tussenruimte precies ruimtelijk gecentreerd is ten opzichte van een ruimtelijk kenmerk en dat de informatie kan worden gebruikt om te compenseren voor verschillende signaal vertragingen teneinde een merkteken of tussenruimte op 30 een exacte ruimtelijke locatie te schrijven. In het bijzonder is de uitvinding niet beperkt tot schijven met golflijngroeven maar is integendeel toepasbaar in het algemeen voor het plaatsen van merktekens of tussenruimten ten opzichte van een ruimtelijk kenmerk.
Om de illustratie te vergemakkelijken worden in de volgende 35 bespreking golflijngroeven gebruikt als voorbeeld van een wijze om de schrijfklok te synchroniseren. In het bijzonder vormen gegolfde landen Λ0'1δί9 i1 en groeven deel van verschillende DVD standaarden. De uitvinding is echter niet beperkt tot gegolfde groeven. De data voor de schrijfklok kunnen bijvoorbeeld komen uit specifieke kloksporen, kunnen komen van of een andere laag van de schijf of kunnen komen van bronnen anders 5 dan een golflijn. Sommige media gebruiken geen groeven. De ruimtelijke kenmerken kunnen radiaal asymmetrisch zijn. Bijvoorbeeld kan een ruimtelijk kenmerk zich bevinden op slechts één zijde van een groef. Echter indien een golflijn wordt gebruikt als referentie voor de schrijfklok dan zijn de ruimtelijke kenmerken bij voorkeur radiaal 10 symmetrisch om vervorming van het golflijnsignaal te voorkomen.
In de volgende bespreking wordt ter illustratie één specifieke standaard voor de DVD dataindeling gebruikt. Er is echter een veelvoud aan alternatief voorgestelde DVD dataindelingen en de uitvinding is toepasbaar op veel alternatieve optische schijf data-15 indelingen. Informatie wordt typisch gecodeerd op een schijf door gebruikmaking van een lengtebeperkte modulatiecode. Een dergelijke code maakt het mogelijk dat merktekens en tussenruimten tussen merktekens verschillende mogelijke ruimtelijke lengten hebben. Alle toegestane ruimtelijke lengten worden gewoonlijk uitgedrukt in termen 20 van het veelvoud van een lengte waarnaar gerefereerd wordt als een kanaal bit. Als de schijf roteert ten opzichte van de optische trans-ducent worden ruimtelijke frequenties op de schijf vertaald in tijdfrequenties in verschillende signalen door de optische transducent. Gewoonlijk komt één tijdcyclus van de schrijfklok overeen met de tijd 25 vereist voor een afstand op de schijf die één kanaalbit nodig heeft om langs de optische transducent te draaien. In het bijzonder wordt in het tijddomein een cyclus van de schrijfklok gewoonlijk aangeduid met "T" en de tijd van de verschillende merktekens en tussenruimten wordt beschreven in veelvouden van "T". In de specifieke DVD voorbeeld-30 indeling is de groef radiaal symmetrisch gegolfd met een golfperiode van 32 kanaalbits. Dat is de schrijfklokfrequentie is 32 maal de frequentie van het golfsignaal.
Voor één gemeenschappelijke DVD standaard heeft een kanaalbit een lengte van 0,133 micrometer. Het kortste merkteken of de 35 kortste tussenruimte is 3 kanaalbits lang (0,400 micrometer) en het langste merkteken of de langste tussenruimte is 14 kanaalbits lang 12 (1,866 micrometer). In de DVD voorbeeldindeling worden data gecodeerd onder gebruikmaking van merktekens en tussenruimten die 11 kanaal bits lang of korter zijn en wordt het langste (14 kanaal bits) merkteken of tussenruimte slechts gebruikt in een synchronisatiecode ("Sync Code").
5 De langste (14 kanaal bits) merktekens en tussenruimten komen regelmatig iedere 1488 kanaal bits voor en slechts op dat regelmatige interval. Elk langste merkteken of langste tussenruimte wordt gevolgd door een kortste (3 kanaal bits) merkteken of tussenruimte. In de DVD voorbeeldindeling worden data geformatteerd in blokken met fout-10 correctie, genoemd ECC blokken, maar Sync Codes bevinden zich buiten de ECC blokken.
Figuur 3A toont een langste merkteken 300 en een kortste merkteken 302 in een gegolfde groef waar het merkteken 300 14 kanaal-bits lang is en de ruimtelijke periode van de golflijn 32 kanaalbits 15 is. Bedenk uit de bovenstaande bespreking, dat als de schijf roteert, ruimtelijke frequenties op de schijf worden omgezet in tijdfrequenties in verschillende signalen door de optische transducent. Dienovereenkomstig toont figuur 3B een tijdafhankelijk analoog leesdatasignaal 304 en toont figuur 3C een binair leesdatasignaal 306 afkomstig van de 20 merktekens en tussenruimten getoond in figuur 3A. Ter vereenvoudiging van de illustratie is geen signaal vertraging getoond in figuren 3B en 3C. Merk op dat het analoge leesdatasignaal 304 in amplitude afneemt als het amorfe merktekengebied onder de objectieflens passeert hetgeen resulteert in een afname in gereflecteerd licht van de datalaag en 25 verder resulteert in een afname in de totale intensiteit van het licht in de richting van de sensor.
Figuur 4A toont een langste merkteken 300 en een kortste merkteken 302 in een gegolfde groef met ruimtelijke kenmerken 206 en 208 in de wanden van de groef. In figuur 4A is het langste merk 300 30 gecentreerd in lengterichting ten opzichte van de ruimtelijke kenmerken. Figuur 4B toont het tijdafhankelijke analoge leesdatasignaal 400 dat resulteert uit de ruimtelijke merktekens en tussen^ ruimten en ruimtelijke kenmerken getoond in figuur 4A. Ter vereenvoudiging van de illustratie is geen signaalvertraging getoond in 35 figuur 4B. Golfvorm 400 heeft een hobbel 402 welke overeenkomt met de ruimtelijke kenmerken 206 en 208. De ruimtelijke kenmerken zijn Ί01Τ 6^-' 13 zodanig ontworpen dat als een overgang tussen een merkteken en een tussenruimte niet vlakbij de ruimtelijke kenmerken is de resulterende hobbel in het analoge leesdatasignaal niet de referentiespanning naar de comparator (figuur 1, 130) overschrijdt zodat het resulterende 5 binaire leesdatasignaal (figuur 1, 132) niet beïnvloed wordt. Dit is getoond in figuur 4'C, waar het resulterende binaire leesdatasignaal 404 niet wordt beïnvloed door de ruimtelijke kenmerken 206 en 208.
Figuur 5A toont een langste merkteken 300 en een kortste merkteken 302 met een overgang tussen een tussenruimte en het langste 10 merkteken nabij de ruimtelijke kenmerken 206 en 208. Figuur 5B toont het tijdsafhankelijke analoge leesdatasignaal 500 dat resulteert uit de merktekens en tussenruimten en ruimtelijke kenmerken getoond in figuur 5B. In figuur 5B veroorzaken de ruimtelijke kenmerken èen toename in het signaal bij verwijzingscijfer 502 juist als het analoge 15 leesdatasignaal begint af te vallen in respons op de overgang naar het datamerkteken 300. Als gevolg wordt het punt waarop het analoge leesdatasignaal onder de referentiespanning voor de comparator (figuur 1, 300) gebracht aanzienlijk vertraagd. Dit is getoond in figuur 5C, waar het binaire leesdatasignaal 504 een neergaande flank dient te 20 hebben op het tijdstip aangeduid door verwijzingscijfer 506 maar is de neergaande flank daarentegen vertraagd tot het tijdstip aangeduid door verwijzingscijfer 508. Alternatief kan het analoge leesdatasignaal tijdelijk onder de referentiespanning geraken, dan de referentiespanning overschrijden gedurende de hobbel en dan weer onder de 25 referentiespanning geraken. In elk van die gevallen is, als het binaire leesdatasignaal wordt verwerkt, de tijdsbepaling van tenminste één overgang in het binaire leesdatasignaal en de duur van tenminste één merkteken of tussenruimte zoals gezien in het binaire leesdatasignaal, incorrect en zal een leesfout plaatsvinden.
30 Zoals boven besproken kan het voor andere mediaontwerpen geschikt zijn dat ruimtelijke kenmerken uitsteken in de groef en daardoor de groef smaller in plaats van breder maken. In het algemeen kunnen data worden opgenomen op de landen en in de groeven of kunnen de media niet landen en groeven gebruiken of kunnen merktekens meer 35 reflectief zijn dan tussenruimten of kunnen merktekens veranderingen in hoogte van het opneemoppervlak (putten of hobbels) zijn. De ruimte- "Ü f) 4 7 v* ^ Q' 14 lijke kenmerken kunnen rechte zijden hebben in plaats van gekromde zijden. Alternatief kunnen ruimtelijke kenmerken veranderingen zijn in de hoogte van het optekenoppervlak voor de data (putten of hobbels) of enig ander ding dat de totale lichtintensiteit op een fotodetector 5 beïnvloedt. De primaire eis is dat de ruimtelijke kenmerken de tijds·^ bepaling moeten beïnvloeden van een overgang van het binaire leesdatasignaal als een overgang tussen een merkteken en een tussenruimte nabij het ruimtelijk kenmerk is maar niet detecteerbaar moeten zijn in het binaire leesdatasignaal indien een overgang tussen een merkteken 10 en een tussenruimte niet nabij een ruimtelijk kenmerk is. Bij voorkeur hebben de ruimtelijke kenmerken weinig effect op het RPP signaal en weinig effect op de signalen van naastgelegen sporen. Dienovereenkomstig kunnen in het algemeen merktekens of tussenruimten of beide worden gebruikt voor verificatie en kalibratie.
15 Figuur 6 toont één kalibratie voorbeeldwerkwijze overeen komstig de uitvinding. Datamerktekens (of tussenruimten) zijn geschreven nabij ruimtelijke kenmerken (stap €02). Er kunnen veel ruimtelijke kenmerken zijn zodat middelen kan worden gebruikt om ruis te verminderen. Voor elk merkteken (of tussenruimte) wordt het binaire 20 leesdatasignaal, resulterend uit het merkteken (of tussenruimte) geëvalueerd (stap 604). Het evalueren kan omvatten het waarnemen of het merkteken (of de tussenruimte) wel of niet resulteert in een leesfout. Alternatief kan de evaluatie het meten omvatten van de tijdsduur van het merkteken (of tussenruimte) zoals gedetecteerd in 25 het binaire leesdatasignaal. Merktekens (of tussenruimten) worden herhaaldelijk geschreven of overschreven tijdens het instellen van de tijdsbepalingen van het schrijfdatasignaal (stap 610) totdat een bereik van schrijfstarttijden is bepaald waarvoor het binaire leesdatasignaal niet wordt beïnvloed. De werkwijze kan bijvoorbeeld een 30 schrijftijd bepalen waarop de tijd ±5T kan worden verschoven zonder . leesfouten te veroorzaken. Alternatief kan de werkwijze een bereik van schrijfdata overgangstijden bepalen waarvoor het binaire datasignaal niet wordt beïnvloed, begrensd door schrijfdata overgangstijden waar het binaire leesdatasignaal wordt beïnvloed. Een tijdstip halverwege 35 de tijdstippen die resulteren in vervormde binaire leesdatasignalen 1017 629 15 resulteert in een merkteken of tussenruimte die/dat gecentreerd is op de ruimtelijke kenmerken.
In figuren 4A en 5A waren slechts langste (14T) merktekens geïllustreerd nabij ruimtelijke kenmerken. De langste merktekens en 5 tussenruimten zijn in het bijzonder gemakkelijk ten eerste omdat hun lengte een kalibratieschema mogelijk maakt dat verschuivingen van de orde van ±5T mogelijk maakt, ten tweede omdat de langste merktekens en tussenruimten op regelmatige posities zich bevinden binnen de data en ten derde omdat de langste merktekens en tussenruimten zich buiten de 10 ECC blokken (binnen Sync Codes) bevinden. In het algemeen kunnen echter merktekens en tussenruimten van elke lengte worden gebruikt. Indien echter het optische systeem een lengte veel korter dan een 3T merkteken of tussenruimte niet kan oplossen kan een ruimtelijk kenmerk nodig zijn van de orde van 2T in lengte om detecteerbaar te zijn door 15 het optische systeem. In een specifieke uitvoeringsvorm zijn de ruimtelijke kenmerken ongeveer 2T in lengte. Daarom kan het nodig zijn dat de merktekens en tussenruimten, gebruikt voor kali bratie, langer zijn dan 3T. In de praktijk kan het vanwege verschillende toleranties wenselijk zijn om lange eenvoudig beschikbare merktekens zoals 9T of 20 10T te gebruiken.
Figuur 7 toont de werkwijze waarin gehele datasets worden gebruikt voor de kalibratie, gebruik makend van merktekens en tussenruimten van variabele lengte. Een schijf kan worden vervaardigd met ruimtelijke kenmerken gerangschikt overeenkomstig een vooraf bepaalde 25 dataset. De foutfrequentie van de vooraf bepaalde dataset kan worden gekenmerkt als een functie van de tijdsbepaling van het schrijfdata-signaal als de dataset in het gebied wordt beschreven dat de ruimtelijke kenmerken bevat. Als bijvoorbeeld ruimtelijke kenmerken zijn gerangschikt voor een berei k van merkteken- en tussenruimte lengten, 30 kunnen fouten beginnen op te treden voor 9T merktekens en tussenruimten als de tijdsbepaling van het schrijven 2T fout is en kunnen fouten beginnen op te treden voor 10T merktekens en tussenruimten als de tijdsbepaling voor het schrijven 3T fout is enzovoorts. Merk op, dat alhoewel veel van de fouten automatisch kunnen worden ge-35 corrigeerd, het foutcorrectlesysteem het aantal gecorrigeerde fouten kan rapporteren. Deze informatie kan of kan niet beschikbaar zijn 1017 629 16 buiten het aandrijfmechanisme, maar aandrijfmechanismen hebben typisch toegang tot het aantal fouten.
Bij stap 700 wordt de vooraf bepaalde dataset geschreven op de plaats op de schijf met de ruimtelijke kenmerken. Bij stap 702 5 wordt de foutfrequentie voor de dataset gemeten. Bij stap 704 wordt de foutfrequentie vergeleken met een voorafgaande karakterisering van de foutfrequentie als functie van de tijdsbepaling van het schrijfdata-signaal. Als resultaat is de grootte van de fout in de tijdsbepaling bekend maar niet het tekend. De tijdsbepaling van het schrijfdata- 10 signaal kan dan worden bijgesteld door de grootte bepaald bij stap 704 en de werkwijze van figuur 7 herhaald. Als de foutfrequentie slechter is werd de tijdsbepaling bijgesteld in de verkeerde richting en kan de bijstelling van de tijdsbepaling worden omgekeerd.
Er zijn veel alternatieven voor het gebruik maken van 15 gekarakteriseerde datasets zoals algemeen geïllustreerd in de werk wijze van figuur 7. Bijvoorbeeld kan een set van vooraf bepaalde datasets worden gedefinieerd met de volgende karakteristieken. Een eerste dataset kan worden ontworpen zodat een vooraf bepaalde foutfrequentie ongelijk aan nul optreedt als de tijdsbepaling voor het 20 schrijven ideaal is en kan dè foutfrequentie toenemen als de tijdsbepaling is verschoven in één richting en kan de foutfrequentie afnemen als de tijdsbepaling is verschoven in de tegengestelde richting. Een tweede dataset kan zijn ontworpen met tegengestelde karakteristieken van de eerste dataset zodat de foutfrequentie toe-25 neemt als de tijdsbepaling verschoven is in de tegengestelde richting van de eerste dataset. Bijvoorbeeld kan de eerste dataset, als de schrijftijdsbepaling ideaal is, een vooraf bepaald aantal merktekens (of tussenruimten) hebben waarbij de nalopende flank uitgelijnd is met ruimtelijke kenmerken. Een derde dataset kan zijn ontworpen zodat een 30 ideale tijdsbepaling voor het schrijven resulteert in een foutfrequentie nul en de foutfrequentie toeneemt voor een verschuiving in de tijdsbepaling in beide richtingen vanaf de ideale tijdsbepaling. Door de foutfrequentie voor alle drie datasets bij elkaar op te tellen en de procedure vele malen te herhalen wordt ruis gereduceerd en wordt 35 . een hoge nauwkeurigheid verkregen.
,1017 5*9 17
Gegeven een merkteken of tussenruimte op een bekende ruimtelijke locatie, zoals in figuur 4A, dan kan de vertraging tussen een ruimtelijke flank van een merkteken of tussenruimte en het tijdstip waarop de flank wordt gedetecteerd in het binaire leesdatasignaal 5 (figuur 1, 132) worden bepaald. Uit de kalibratieprocedure is het bekend wanneer een overgang tussen een merkteken en een tussenruimte moet worden geïnitieerd in het schrijfdatasignaal (figuur 1, 116) teneinde het merkteken of de tussenruimte op een bekende ruimtelijke locatie te plaatsen. Uit figuur 1 bepaalt de kalibratieprocedure 10 {(vertraging 3) plus (vertraging in de PLL en schrijfschakelingen)) en (vertraging 2). Uit deze bekende tijdstippen, gegeven de detectie van een nul doorgang in een golflijnsignaal, is het bekend wanneer een merkteken of tussenruimte moet worden geschreven om een ruimtelijke nauwkeurigheid ten opzichte van een ruimtelijke nuldoorgang in de 15 ruimtelijke golflijn te verzekeren. Alternatief is het uit deze bekende tijdstippen, gegeven detectie van flanken van bestaande merktekens en tussenruimten in het binaire leesdatasignaal, bekend wanneer een nieuw merkteken of tussenruimte moet worden geïnitieerd teneinde het nieuwe merkteken of tussenruimte op een nauwkeurige 20 locatie ten opzichte van een bestaand merkteken of tussenruimte te plaatsen. Merk in het bijzonder op dat de kalibratiewerkwijze kan worden uitgevoerd bij elke hoeksnelheid.
De ruimtelijke kenmerken voor de verificatie en kalibratie kunnen beperkt zijn tot een speciaal kalibratiegedeelte van de schijf. 25 Bijvoorbeeld is het voor herschrijfbare CD’s en DVD’s gebruikelijk om een gebied (genoemd een "Power Calibration Area", vermogenskalibratie-gebied) toe te wijzen aan een binnenste straal van de schijf voor het kalibreren van het 1aservermogen, specifiek voor elk medium. Iedere keer dat een nieuw medium wordt ingestoken of elke keer dat een 30 aandrijving wordt opgestart met een ingestoken schijf wordt het 1aservermogen gekalibreerd voor de specifieke ingestoken schijf. Het vermogenskalibratiegebied kan ook worden gebruikt voor de verificatie en compensatie van de signaal vertraging met ruimtelijke kenmerken die alleen zijn geplaatst in het vermogenskalibratiegebied. Alternatief 35 wordt zoals boven besproken het langste (14 kanaalbits) merkteken of tussenruimte slechts gebruikt binnen Sync Codes. De langste (14 18 kanaalbits) merktekens en tussenruimten vinden regelmatig iedere 1.488 kanaalbits plaats en slechts op dat regelmatige interval. Dienovereenkomstig kunnen ruimtelijke kenmerken regelmatig elke 1.488 kanaalbits worden geplaatst. In het bijzonder kan dan de ruimtelijke nauwkeurig-5 heid van het gegeven periodiek worden geverifieerd als een lezen-na-schrijven proces als ruimtelijke kenmerken over de schijf verdeeld zijn geplaatst op de locatie van de langste merktekens en tussenruimten met de Sync Codes.
Merk op dat in de bovenstaande bespreking de nadruk gericht 10 is geweest op herschrijfbare media. Echter is de uitvinding ook evenzo goed toepasselijk bij eenmaal-schrijven media. Ruimtelijke kenmerken kunnen worden gebruikt voor eenmaal-schrijven media net zoals beschreven voor herschrijfbare media. Kalibratie van de ruimtelijke positie kan worden uitgevoerd zoals hierboven besproken hetgeen 15 slechts vereist dat elk merkteken of tussenruimte voor kalibratie slechts eenmaal kan worden geschreven.
De voorgaande beschrijving van de onderhavige uitvinding is gegeven voor doeleinden van illustratie en beschrijving. Hij is niet bedoeld om uitputtend te zijn of de uitvinding te beperken tot de 20 precies beschreven uitvoeringsvorm en andere modificaties en variaties kunnen mogelijk zijn in het licht van de boven weergegeven leer. De uitvoeringsvorm werd gekozen en beschreven teneinde het best de principes van de uitvinding en de praktische toepassing ervan uit te leggen om daardoor anderen, vaklieden in het vakgebied, in staat te 25 stellen op de beste wijze gebruik te maken van de uitvinding in .
verschillende uitvoeringsvormen en verschillende modificaties zoals die geschikt zijn voor het specifiek overwogen gebruik. Hét is de bedoeling dat de aangehechte conclusies worden uitgelegd om andere alternatieve uitvoeringsvormen van de uitvinding te omvatten behalve 30 voor zover die beperkt zijn door de stand der techniek.
1017 629

Claims (12)

1. Werkwijze voor het bijstellen van de tijdsbepaling voor het schrijven voor een optische schijf, gekenmerkt door het schrijven 5 (700) van een dataset, welke vooraf bepaald is en waarvoor de lees- foutfrequentie als functie van de tijdsbepaling voor het schrijven gekarakteriseerd is, op een gebied van de optische schijf dat ruimtelijke kenmerken (206, 208) heeft, het lezen van de dataset vanaf de optische schijf, het bepalen (702) van een lees-foutfrequentie voor de 10 dataset en het bijstellen (704) van de tijdsbepaling voor het schrijven gebaseerd op de lees-foutfrequentie van de dataset en de gekarakteriseerde lees-foutfrequentie als functie van de tijdsbepaling voor het schrijven.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door het waar- 15 nemen of de foutfrequentie toeneemt als de tijdsbepaling voor het schrijven is verschoven in één richting.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door het waarnemen of de foutfrequentie afneemt als de tijdsbepaling voor het schrijven is verschoven in één richting,
4. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door het meer malen herhalen van de stappen van het schrijven van een dataset, het lezen van de dataset en het bepalen van een lees-foutfrequentie voor de dataset.
5. Werkwijze voor het bijstellen van de tijdsbepaling voor het 25 schrijven voor een optische schijf, gekenmerkt door het schrijven (700) van een dataset, welke vooraf bepaald is, op een gebied van de optische schijf dat ruimtelijke kenmerken (206, 208) heeft, het lezen van de dataset vanaf de optische schijf, het bepalen (702) van een eerste lees-foutfrequentie voor de dataset, het bijstellen (704) van 30 de tijdsbepaling voor het schrijven, het schrijven van de dataset op het gebied van de optische schijf dat ruimtelijke kenmerken heeft, het lezen van de dataset vanaf de optische schijf, het bepalen van de tweede lees-foutfrequentie voor de dataset, het kiezen van een laagste lees-foutfrequentie tussen de eerste en tweede lees-foutfrequenties en 35 het kiezen van een tijdsbepaling voor het schrijven overeenkomend met de laagste lees-foutfrequentie. 101 7 ¢29-.
6. Werkwijze voor het bijstellen van de tijdsbepaling voor het schrijven voor een optische schijf, gekenmerkt door het schrijven (700) van een dataset, welke vooraf bepaald is, op een gebied van de optische schijf dat ruimtelijke kenmerken (206, 208) heeft, het lezen 5 van de dataset vanaf de optische schijf, het bepalen (702) van een lees-foutfrequentie voor de dataset, het bijstellen (704) van de tijdsbepaling voor het schrijven en het herhalen van de voorgaande stappen totdat de lees-foutfrequentie minder is dan een vooraf be paalde waarde.
7. Werkwijze voor het bijstellen van de tijdsbepaling voor het schrijven voor een optische schijf, gekenmerkt door het schrijven (700). van een eerste dataset, welke vooraf bepaald is, op een gebied op de optische schijf dat ruimtelijke kenmerken (206, 208) heeft, het schrijven van een tweede dataset, welke vooraf bepaald is, op het 15 gebied van de optische schijf dat ruimtelijke kenmerken heeft, het lezen van de eerste dataset en de tweede dataset vanaf de optische schijf, het bepalen (702) van een eerste lees-foutfrequentie voor de eerste dataset en een tweede lees-foutfrequentie voor de tweede dataset, het vergelijken van de eerste en de tweede foutfrequentie en het 20 bijstellen van de tijdsbepaling voor het schrijven gebaseerd op de vergelijking van de eerste en tweede foutfrequentie.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat bij een specifieke tijdsbepaling voor het schrijven verwacht kan worden dat de eerste en tweede lees-foutfrequentie ongelijk zijn aan nul en gelijk 25 zijn aan elkaar en dat voor elke tijdsbepaling voor het schrijven anders dan de specifieke tijdsbepaling de verwachting is dat de eerste en tweede lees-foutfrequentie ongelijk zijn aan elkaar.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat voor een verschuiving van de tijdsbepaling voor het schrijven in een eerste 30 richting verwacht wordt dat de eerste lees-foutfrequentie toeneemt en de tweede lees-foutfrequentie afneemt en voor een verschuiving van de tijdsbepaling voor het schrijven in een richting die tegengesteld is aan de eerste richting de verwachting is dat de eerste lees-foutfrequentie afneemt en de tweede lees-foutfrequentie toeneemt.
10. Werkwijze volgens conclusie 7, gekenmerkt door het schrijven van een derde dataset, welke vooraf bepaald is, opeen 1 017 629 gebied op de optische schijf dat ruimtelijke kenmerken heeft, het lezen van de derde dataset vanaf de optische schijf, het bepalen van een derde lees-foutfrequentie voor de derde dataset, het vergelijken van de eerste, tweede en derde foutfrequentie en het bijstellen van de 5 tijdsbepaling voor het schrijven gebaseerd op de vergelijking van de eerste, tweede en derde foutfrequentie.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat bij een specifieke tijdsbepaling voor het schrijven de verwachting is dat de eerste en tweede lees-foutfrequentie ongelijk zijn aan nul en 10 gelijk aan elkaar en dat de derde lees-foutfrequentie nul is en dat voor elke tijdsbepaling voor het schrijven anders dan de specifieke tijdsbepaling voor het schrijven de verwachting is dat de eerste en tweede lees-foutfrequentie ongelijk zijn aan elkaar en dat de derde lees-foutfrequentie ongelijk is aan nul.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat voor een verschuiving van de tijdsbepaling voor het schrijven in een eerste richting de verwachting is dat de eerste lees-foutfrequentie toeneemt en de tweede lees-foutfrequentie afneemt en voor een verschuiving van de tijdsbepaling voor het schrijven in een richting die tegengesteld 20 is aan de eerste richting de verwachting is dat de eerste lees-foutfrequentie afneemt en de tweede lees-foutfrequentie toeneemt. 1017 828
NL1017629A 2000-04-03 2001-03-19 Werkwijze voor het nauwkeurig positioneren van datamerktekens en tussenruimten op een optische schijf. NL1017629C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US09/542,404 US6631108B1 (en) 2000-04-03 2000-04-03 Method for accurate positioning of data marks and spaces on an optical disc
US54240400 2000-04-03

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1017629A1 NL1017629A1 (nl) 2001-10-04
NL1017629C2 true NL1017629C2 (nl) 2007-07-03

Family

ID=24163681

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1017629A NL1017629C2 (nl) 2000-04-03 2001-03-19 Werkwijze voor het nauwkeurig positioneren van datamerktekens en tussenruimten op een optische schijf.

Country Status (3)

Country Link
US (2) US6631108B1 (nl)
JP (1) JP2001291237A (nl)
NL (1) NL1017629C2 (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6654331B1 (en) * 2000-04-03 2003-11-25 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Method for accurate positioning of data marks and spaces on an optical disc
EP2009634A1 (en) 2000-12-14 2008-12-31 ECD Systems, Inc. Systems and methods for optical media modification
US7716485B2 (en) 2002-02-01 2010-05-11 Sca Ipla Holdings Inc. Systems and methods for media authentication
US20060233075A1 (en) * 2005-04-18 2006-10-19 Mediatek Inc. Methods of calibrating servo signal bias for optical disc
US8498186B2 (en) * 2006-02-24 2013-07-30 Marvell World Trade Ltd. Circuits, architectures, apparatuses, systems, algorithms and methods and software for timing calibration for optical disc recording
US8559284B1 (en) 2006-02-24 2013-10-15 Marvell International Ltd. Circuits, architectures, apparatuses, systems, algorithms and methods and software for optimum power calibration for optical disc recording
JP2008097799A (ja) * 2006-09-14 2008-04-24 Ricoh Co Ltd 情報記録方法、情報記録媒体、及び情報記録装置
WO2009091753A1 (en) * 2008-01-14 2009-07-23 Marvell World Trade Ltd. Circuits, architectures, apparatuses, systems. algorithms and methods and software for timing calibration for optical disc recording
US8395977B1 (en) 2010-06-30 2013-03-12 Marvell International Ltd. Method and apparatus for calibrating write strategy
US10571147B1 (en) * 2018-10-08 2020-02-25 Crestron Electronics, Inc. Digital communication timing discovery over a two wire connection

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0800165A1 (en) * 1996-04-02 1997-10-08 Sony Corporation Optical recording medium, method for recording/reproducing the optical recording medium and apparatus for recording/reproducing
JPH10269649A (ja) * 1997-03-27 1998-10-09 Sanyo Electric Co Ltd 基準マーク検出回路
US5852599A (en) * 1996-01-26 1998-12-22 Sharp Kabushiki Kaisha Optical recording medium and optical recording/reproducing device, and manufacturing method of optical recording medium
EP0930611A1 (en) * 1996-09-26 1999-07-21 SANYO ELECTRIC Co., Ltd. Recording medium and its reproducer
EP0969452A1 (en) * 1997-03-25 2000-01-05 SANYO ELECTRIC Co., Ltd. Information reproducer, information recorder and reference mark detection circuit
EP0986051A1 (en) * 1997-05-28 2000-03-15 SANYO ELECTRIC Co., Ltd. Recording medium and reproducing apparatus therefor

Family Cites Families (23)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4538257A (en) * 1982-12-23 1985-08-27 Xerox Corporation Adaptively stabilized recording for direct read after write optical memories
US4809088A (en) * 1986-12-05 1989-02-28 Western Digital Corporation Integrated system for implementation of read window margining and write precompensaton in disk drives
US4907212A (en) * 1988-06-09 1990-03-06 Laser Magnetic Storage International Company Method and apparatus for calibrating an optical disk system
JP3021029B2 (ja) 1990-11-20 2000-03-15 シャープ株式会社 光磁気記録媒体の情報アクセス方法
US5377178A (en) 1991-10-11 1994-12-27 Hitachi, Ltd. Data recording/reproducing method and apparatus using a recording medium having clock marks recorded in a wobbled track for read/write synchronization
US5517481A (en) * 1993-07-02 1996-05-14 Sony Corporation Optical recording and reproducing apparatus wherein data is recorded by stepwise shifting the edge position of each pit
WO1995022142A1 (en) * 1994-02-14 1995-08-17 Philips Electronics N.V. Method and recording device for recording signals on a record carrier
US5568461A (en) * 1994-04-20 1996-10-22 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Optical information recording and reproducing apparatus
JP3669442B2 (ja) 1995-06-26 2005-07-06 シャープ株式会社 ディスク状記録媒体及びディスク記録再生装置
US5841747A (en) * 1995-08-22 1998-11-24 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Optical disk device and method for setting recording power and erasing power
US5831943A (en) * 1995-11-07 1998-11-03 Nikon Corporation Stabilized overwriteable optical recording method using laser beam intensity settings
JP3023310B2 (ja) * 1996-05-31 2000-03-21 松下電器産業株式会社 光学的情報記録媒体の記録再生方法および記録再生装置
DE69731411T2 (de) 1996-06-14 2006-03-02 Mitsubishi Chemical Corp. Optische Phasenänderungsscheibe
DE69729606T2 (de) 1996-07-09 2005-07-07 Sharp K.K. Optische Platte mit verteilten Wobbelsektionen, Herstellungsverfahren und Verfahren zur Aufzeichnung und Wiedergabe
JP3900577B2 (ja) * 1997-03-13 2007-04-04 ソニー株式会社 ディスク装置
SG71824A1 (en) * 1997-07-24 2000-04-18 Sony Corp Optical recording medium and method of manufacturing optical recording medium
JP3660114B2 (ja) * 1997-11-14 2005-06-15 シャープ株式会社 光記憶装置における記録条件制御方法
JPH11273260A (ja) * 1998-03-20 1999-10-08 Nec Corp 磁気ディスク装置
JP3076033B1 (ja) * 1998-09-14 2000-08-14 松下電器産業株式会社 光学情報の記録再生装置および情報記録媒体
JP4272279B2 (ja) * 1998-09-28 2009-06-03 パナソニック株式会社 光学的情報記録装置、光学的情報記録媒体および光学的情報記録方法
US6721255B1 (en) * 1998-10-28 2004-04-13 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Device and method for recording data to optical disk using recording pulse with corrected edge position
JP3773677B2 (ja) * 1998-10-30 2006-05-10 パイオニア株式会社 光学式記録媒体記録装置
US6654331B1 (en) * 2000-04-03 2003-11-25 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Method for accurate positioning of data marks and spaces on an optical disc

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5852599A (en) * 1996-01-26 1998-12-22 Sharp Kabushiki Kaisha Optical recording medium and optical recording/reproducing device, and manufacturing method of optical recording medium
EP0800165A1 (en) * 1996-04-02 1997-10-08 Sony Corporation Optical recording medium, method for recording/reproducing the optical recording medium and apparatus for recording/reproducing
EP0930611A1 (en) * 1996-09-26 1999-07-21 SANYO ELECTRIC Co., Ltd. Recording medium and its reproducer
EP0969452A1 (en) * 1997-03-25 2000-01-05 SANYO ELECTRIC Co., Ltd. Information reproducer, information recorder and reference mark detection circuit
JPH10269649A (ja) * 1997-03-27 1998-10-09 Sanyo Electric Co Ltd 基準マーク検出回路
EP0986051A1 (en) * 1997-05-28 2000-03-15 SANYO ELECTRIC Co., Ltd. Recording medium and reproducing apparatus therefor

Also Published As

Publication number Publication date
US6631108B1 (en) 2003-10-07
US20040008599A1 (en) 2004-01-15
NL1017629A1 (nl) 2001-10-04
US7339871B2 (en) 2008-03-04
JP2001291237A (ja) 2001-10-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1017631C2 (nl) Bescherming tegen kopieren van optische schijven.
JP4232056B2 (ja) 光ディスクの製造方法及び光ディスク
KR100390274B1 (ko) 광 데이터 기록 방법 및 데이터 기록 매체
PL197778B1 (pl) Sposób wytwarzania nośnika zapisu, urządzenie odtwarzające lub zapisujące nośnik zapisu oraz nośnik zapisu
NL1017629C2 (nl) Werkwijze voor het nauwkeurig positioneren van datamerktekens en tussenruimten op een optische schijf.
US20040076110A1 (en) Optical disk medium, optical disk device, and master production method
NL1017630C2 (nl) Werkwijze voor het nauwkeurig positioneren van datamerktekens en tussenruimtes op een optische schijf.
JPH10320773A (ja) 光ディスクの製造方法、光ディスク及び光ディスク装置
US6538966B1 (en) Accurate positioning of data marks and spaces relative to groove wobble on a rewritable optical disc
US20100165805A1 (en) Method and apparatus for determining an optimum power level
JP2000149259A (ja) 光ディスクへの情報記録方法
US20090268572A1 (en) Recordable optical storage systems
JP3738244B2 (ja) ディスク装置
KR20060039441A (ko) 기록매체, 부호있는 편차를 정정하는 장치 및 방법
EP1607975A1 (en) Information recording medium, reproduction method, reproduction apparatus and manufacturing apparatus thereof
TW200409103A (en) Read-only information storage medium and method of reproducing data from the same
KR20020041653A (ko) 광 기록매체 기록 재생기의 최적 기록 파워 생성 방법
KR100606708B1 (ko) 광기록 매체
JP2003085774A (ja) 光情報記録媒体、情報記録再生方法及びそのクロストーク除去方法
JP2008090910A (ja) 光ディスク装置及び伝送タイミング調整方法

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20070301

PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20111001