NL1017208C1 - Rooimachine. - Google Patents

Description

Titel: Rooimachine.

De uitvinding betreft een concept van een oogstmachine voor knol en/of wortelgewassen, in het bijzonder bieten. Het geheel bestaat uit een 5 zelfrijdend chassis, oogstsysteem en een verzamelbunker. Bieten worden in rijen gezaaid meestal met een onderlinge rijafstand tussen 35 tot 75 cm.

Deze bieten worden tijdens het oogsten eerst van het blad ontdaan door een ontbladeraar 1, dan worden ze door rooielementen 2 uit de grond gelicht waarna een opraapsysteem 3 de bieten kan verzamelt. Vervolgens worden de 10 bieten in de machine gereinigd van grond en bladresten om tenslotte verzameld te worden in de verzamelbunker. Veelal worden de bieten gerooid met een bunkerbietenrooier, een oogstmachine die bovenstaande bewerkingen allen tegelijk kan uitvoeren. Nu is de capaciteit van de huidige machine begrensd door volgende beperkingen. De transportbreedte mag niet meer 15 bedragen dan 3,5 meter. Het gewicht per wiel moet zo laag mogelijk zijn in verband met een zo laag mogelijke bodemdruk, wettelijk toegestane aslast tijdens transport op de openbare weg en toegestane belasting van het wiel of de band. Deze beperkingen hebben als gevolg dat de huidige oogstmachines een werkbreedte hebben van maximaal 3,60 meter verdeeld over 3 tot 6 wielen. De 20 huidige oogstmachines hebben meestal een werkbreedte van 6 x 50 cm of 6x 45 cm. In uitzonderlijke gevallen bestaan er machines met een werkbreedte van 7 x 50 of 7 x 45 cm. Deze machines zijn dan ook breder dan de maximale transportbreedte. Om tot een grotere capaciteit per machine per uur te komen kan men 2 mogelijkheden overwegen. Sneller rijden. Dit is onwenselijk daar 25 dit de kwaliteit van het te oogsten product nadelig beïnvloedt. De tweede mogelijkheid is een grotere werkbreedte. Beide bovenstaande oplossingen vragen een machine die meer product per tijdsduur kan transporteren en verwerken. Bij een grotere werkbreedte moet men ook nog de maximale transportbreedte respecteren. Bij het verwerken van meer product in de 30 machine moet er meer ruimte in de machine gecreëerd worden voor transport en reinigingsmiddelen.

De uitvinding beoogt dit probleem op te lossen door de machine te voorzien van een ontbladergedeeltel en rooigedeelte 2 van minimaal 8 x 45 cm. Het ontwerp is gebaseerd op een rooigedeelte voor 9 rijen (zie figuur 3). De 35 ontbladerunit 1 wordt ruim 4,5 meter breed. Om binnen de maximale breedte te komen wordt deze gedeeld in 2 delen (zie figuur 2) waarna deze opgeklapt kan worden. De rooiunit 2 word vouwbaar uitgevoerd, zodat de buitenste delen 6 opgeklapt kan worden. Het bijzondere zit echter tussen de voorste wielen 7. De eerst transport-reinigingszonnen 8 en9 dienen zo groot mogelijk te 40 zijn om voorin de grotere hoeveelheid product te verwerken. Vanaf deze zon worden de bieten tussen de voorste wielen getransporteerd. De grootte van de grote zon wordt beperkt door de ruimte die beschikbaar is tussen de eerste aangedreven wielen 7 van de machine. Tijdens het werk van de machine moet 2 de afstand tussen de wielen en de transport-reinigingszon 8 en9 zo ruim mogelijk zijn zodat de grond die door de zon er uit gereinigd wordt niet belemmerd wordt. Tijdens transport mag deze ruimte aanmerkelijk nauwer zijn daar de zon niet in werking is.

5 Een gevolg van deze grotere werkbreedte is dat indien men het aantal wielen op de machine beperkt tot vier of minder, de bodemdruk ontoelaatbaar hoog wordt. De machine zal dus uitgerust moeten worden met extra wielen. Indien opeenvolgende wielen tweemaal of meermalen door hetzelfde spoor laat rijden, geeft dit extra bodemverdichting. Ook dit is ongewenst.

10 De oplossing voor beide problemen bestaat uit een machine met vier of meer wielen waarvan de voorste twee aangedreven wielen 7 in breedte verstelbaar zijn. De voorste as bestaat uit in elkaar passende buizen die in elkaar schuiven 10 en 11. In werkstand worden deze kokers met daaraan de wielen zo kort mogelijk tegen de zonnen 8 en 9 getrokken door middel van hydraulische 15 cilinders 12 en 13. Om te zorgen dat de buizen zo star mogelijk star verbonden zijn op het moment dat de breedte niet veranderd wordt, wordt de buitenste koker uitgevoerd met hydraulische drukcilinders 14 die op de binnenste koker drukken. Samen met cilinders 12 en 13 worden de lossen buizen stevig aan elkaar gefixeerd. In werk worden de wielen zover naar 20 buiten geduwd dat de binnenkant van de voorste wielen zowat gelijk valt met de buitenkant van een volgend stel wielenl5, op zo'n manier dat de sporen niet overlappen. Zoals je kunt zien op giguur 3 en 4. Indien de werkbreedte minder is dan de som van de breedtes van de wielen samen, kunnen deze wielen uitgeschoven worden tot de breedte van de machine dezelfde is als de 25 werkbreedte. Op deze manier wordt de machine stabieler tegen omkantelen, en wordt het hele veld bereden. In omstandigheden met een extreem zachte bodem kunnen de wielen eventueel vervangen worden door een rupsstel. Alle argumenten als hierboven beschreven zijn ook van toepassing op een dergelijke uitvoering van de machine.

30 De verschuifbare as is alleen nodig op de eerste as. Wanneer de bieten op de transportmiddelen 16 tussen de set wielen 15 komen, is de stroom bieten al meer geordend, en is er minder ruimte nodig. Deze wielen kunnen smaller gemonteerd worden.

Claims (4)

1. Een oogstmachine voor knol en/of wortelgewassen, in het bijzonder bieten, bestaande uit een frame, minimaal 4 aangedreven wielen, een 5 reinigingssysteem en een verzamelbunker van minimaal 15 ton met als kenmerk de draagelementen van de eerste aangedreven voortstuwingsas in breedte verstelbaar is.

2. Een oogstmachine als in conclusie 1 met als kenmerk dat de verstelling van de verstelbare as door middel van minimaal 1 hydraulisch actuator 10 plaatsvindt.

3. Een oogstmachine als in conclusie 2 met als kenmerk dat de werkbreedte meer dan 3,50 meter is.

4. Een oogstmachine als in conclusie 3 met als kenmerk dat de wielen in werkstand zodanig geplaatst worden dat de sporen van de afzonderlijke wielen 15 maximaal 50% overlappen.