NL1017198C1 - Liquid heating. - Google Patents
Liquid heating. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1017198C1 NL1017198C1 NL1017198A NL1017198A NL1017198C1 NL 1017198 C1 NL1017198 C1 NL 1017198C1 NL 1017198 A NL1017198 A NL 1017198A NL 1017198 A NL1017198 A NL 1017198A NL 1017198 C1 NL1017198 C1 NL 1017198C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- liquid
- valve
- pressure
- expansion
- reservoir
- Prior art date
Links
- 239000007788 liquid Substances 0.000 title description 50
- 238000010438 heat treatment Methods 0.000 title description 24
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 14
- 229920001971 elastomer Polymers 0.000 description 8
- 239000012528 membrane Substances 0.000 description 8
- 239000005060 rubber Substances 0.000 description 8
- 238000007789 sealing Methods 0.000 description 7
- 239000012530 fluid Substances 0.000 description 6
- 230000009469 supplementation Effects 0.000 description 6
- 239000007789 gas Substances 0.000 description 5
- IJGRMHOSHXDMSA-UHFFFAOYSA-N Atomic nitrogen Chemical compound N#N IJGRMHOSHXDMSA-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 4
- 239000004020 conductor Substances 0.000 description 3
- 238000001816 cooling Methods 0.000 description 3
- 239000003651 drinking water Substances 0.000 description 3
- 235000020188 drinking water Nutrition 0.000 description 3
- 238000012423 maintenance Methods 0.000 description 2
- 229910052757 nitrogen Inorganic materials 0.000 description 2
- 238000005273 aeration Methods 0.000 description 1
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 1
- 238000007872 degassing Methods 0.000 description 1
- 230000000881 depressing effect Effects 0.000 description 1
- 230000000994 depressogenic effect Effects 0.000 description 1
- 238000011038 discontinuous diafiltration by volume reduction Methods 0.000 description 1
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 1
- 230000000717 retained effect Effects 0.000 description 1
- 239000013589 supplement Substances 0.000 description 1
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24D—DOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
- F24D3/00—Hot-water central heating systems
- F24D3/10—Feed-line arrangements, e.g. providing for heat-accumulator tanks, expansion tanks ; Hydraulic components of a central heating system
- F24D3/1083—Filling valves or arrangements for filling
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24D—DOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
- F24D3/00—Hot-water central heating systems
- F24D3/10—Feed-line arrangements, e.g. providing for heat-accumulator tanks, expansion tanks ; Hydraulic components of a central heating system
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Thermal Sciences (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Pipe Accessories (AREA)
- Devices For Dispensing Beverages (AREA)
- Filling Or Discharging Of Gas Storage Vessels (AREA)
- Control Of Fluid Pressure (AREA)
Description
Verwarming voor vloeistofLiquid heating
De uitvinding heeft betrekking op een verwanningsinrichting van het type dat met een gesloten, in bedrijf onder druk staande vloeistofkringloop werkt.The invention relates to a heating device of the type which operates with a closed liquid circuit under pressure during operation.
5 In de vloeistofkringloop is enerzijds een verwarmingsketel opgenomen waarin warmte wordt toegevoerd aan de in de kringloop circulerende vloeistof.On the one hand, a heating boiler is included in the liquid circuit, in which heat is supplied to the liquid circulating in the circuit.
Anderzijds zijn in de vloeistofkringloop opgenomen radiatoren en/of convectoren door middel waarvan warmte van de vloeistof afgegeven wordt aan de te verwarmen ruimten. In de plaats van of in aanvulling op convectoren en radiatoren kan een luchttransportsysteem 10 worden toegepast.On the other hand, radiators and / or convectors are included in the liquid circuit by means of which heat is delivered from the liquid to the spaces to be heated. An air transport system 10 can be used instead of or in addition to convectors and radiators.
Inrichtingen van deze soort omvatten een vloei stofreservoir waarin het extra volume aan vloeistof opgenomen wordt dat door uitzetting ten gevolge van verwarming van de vloeistof ontstaat. Bij afkoeling van de vloeistof in de vloeistofkringloop wordt weer vanuit het reservoir vloeistof terug in de kringloop gebracht om de volumevermindering door deze 15 afkoeling te compenseren.Devices of this type comprise a liquid reservoir in which the extra volume of liquid is received that is created by expansion due to heating of the liquid. Upon cooling of the liquid in the liquid circuit, liquid is brought back into the circuit from the reservoir again to compensate for the volume reduction due to this cooling.
Een verwarmingsinrichting van deze soort is beschreven in de internationale octrooiaanvragen PCT/NL95/00034 en PCT/NL96/00175, en in de Europese octrooiaanvrage EP 99201037.1.A heating device of this kind is described in the international patent applications PCT / NL95 / 00034 and PCT / NL96 / 00175, and in the European patent application EP 99201037.1.
Eén van de kenmerken van voomoemde verwarmingsinrichtingen is dat onder meer sprake is 20 van enige vloeistofverlies. In de betreffende uitvindingen zijn hiertoe maatregelen opgenomen, om dit vloeistofverlies te compenseren.One of the characteristics of the aforementioned heating devices is that, among other things, there is some liquid loss. To this end, measures have been included in the relevant inventions to compensate for this loss of fluid.
Voorts is bij de in deze aanvragen beschreven verwarmingsinrichting het vloeistofreservoir drukloos en kan vloeistof uit het reservoir in het onder drukstaande systeem worden gebracht door middel van een pomp. Ook het gasarm maken van de 25 vloeistof is één van de kenmerkende maatregelen in voomoemde aanvragen.Furthermore, in the heating device described in these applications, the liquid reservoir is pressureless and liquid from the reservoir can be introduced into the pressurized system by means of a pump. Making the liquid gas-free is also one of the characteristic measures in the aforementioned applications.
De huidige aanvrage betreft een verdere ontwikkeling, en beschrijft uitvoeringsvormen van de uit de genoemde octrooiaanvragen bekende verwarmingsinrichting, vooral bedoeld voor kleine verwarmingsinrichtingen.The present application relates to a further development, and describes embodiments of the heating device known from said patent applications, especially intended for small heating devices.
Een belangrijke eigenschap van de uitvinding, en terug te vinden bij de uitvoeringsvormen, 30 de voorwaardelijke suppletie.An important feature of the invention, and reflected in the embodiments, is the conditional supplementation.
Bij de gangbare suppletiemaatregelen wordt een vloeistofgebrek gedetecteerd, waarna vervolgens een beperkte hoeveelheid vloeistof mag w orden toegevoegd aan de verwarmingsinrichting.With the usual make-up measures, a lack of liquid is detected, after which a limited amount of liquid may then be added to the heating device.
Kenmerkend voor deze uitvinding is de maatregelen waardoor het suppleren ingeval 35 van vloeistofgebrek alleen kan plaatsvinden bij een nog voldoende hoge installatiedruk, enCharacteristic of this invention is the measures whereby replenishment in the event of a liquid shortage can only take place at a still sufficiently high installation pressure, and
10 1 V10 1 V
2 een goed functionerend expansiereservoir. Omdat de hoeveelheid toe te voeren suppletievloeistof is begrensd, zal bij een te grote lekkage de suppletie stoppen, wanneer de installatiedruk verder daalt.2 a properly functioning expansion reservoir. Because the amount of make-up liquid to be supplied is limited, if the leakage is too great, the make-up will stop if the installation pressure falls further.
Ook kan de venvarmingsinrichting, met behulp van een speciale schakelfunctie, 5 rechtstreeks vanuit een externe vloeistofbron geheel worden gevuld, waarbij de expansie- en suppletieinrichting na het bereiken van de gewenste installatiedruk, weer in de normale bedrijfstoestand schakelt.The heating device can also be completely filled directly from an external liquid source with the aid of a special switching function, wherein the expansion and replenishing device switches back to the normal operating condition after the desired installation pressure has been reached.
Bij een van de uitvoeringsvormen is het mogelijk om een standaard expansiereservoir met membraan en stikstofvulling toe te passen, terwijl zonder een pomp om vloeistof uit het 10 reservoir in het onder drukstaande systeem te brengen kan worden gewerkt (kostenbesparend).In one embodiment, it is possible to use a standard expansion reservoir with membrane and nitrogen filling, while without a pump to bring liquid from the reservoir into the pressurized system it is possible to work (cost-saving).
Tevens is er een directe controle mogelijk van de onderhoudstoestand van het expansiereservoir, zonder dat het reservoir hiervoor behoeft te worden gedemonteerd.In addition, a direct check of the maintenance condition of the expansion tank is possible, without the tank having to be dismantled for this.
15 Ter verduidelijking van de uitvinding worden in deze aanvrage een aantal uitvoeringsvormen nader uitgewerkt.To clarify the invention, a number of embodiments are further elaborated in this application.
Figuur 1 toont het eerste ventieldeel met drukregel- en veiligheidsfiincties voor een koel- of verwarmingsinrichting van het type dat met een gesloten, in 20 bedrijf onder druk staande vloeistofkringloop werkt.Figure 1 shows the first valve part with pressure control and safety functions for a cooling or heating device of the type that operates with a closed, fluid-pressure fluid circuit.
Figuur la-d tonen vier bedrijfstoestanden van het ventiel van figuur 1.Figures 1a-d show four operating states of the valve of Figure 1.
Figuur 2 toont een tweede ventieldeel. eveneens met drukregel- en veiligheidsfiincties, alsmede een controlemogelijkheid van de onderhoudstoestand van het expansiereservoir.Figure 2 shows a second valve part. also with pressure control and safety features, as well as a possibility to check the maintenance status of the expansion tank.
25 Figuur 2a-d tonen vier bedrijfstoestanden van het ventiel van figuur 2.Figures 2a-d show four operating states of the valve of Figure 2.
Figuur 3 toont een samenstelling van de uitvinding.Figure 3 shows a composition of the invention.
Figuur 4 Een uitvoeringsvorm volgens de eerder genoemde octrooiaanvragen, waarbij de niveauschakelaars box en in het expansiereservoir zijn gemonteerd.Figure 4 An embodiment according to the aforementioned patent applications, in which the level switches are mounted in a box and in the expansion reservoir.
3030
In de samenstellingtekening van figuur 3 zijn de twee ventielen 1 en 2 weergegeven, waarbij ventiel 1 (verder weergegeven in de figuren 1. la t/m d) wordt bediend door de installatiedruk van de verwarmingsinstallatie en ventiel 2 (verder weergegeven in de figuren 2, en 2a-d) wordt bediend door de gewichtsveranderingen in het expansiereservoir 18, dat 35 hiervoor aan het uiteinde van een arm 3 is gemonteerd.In the assembly drawing of Figure 3, the two valves 1 and 2 are shown, valve 1 (further shown in Figures 1a to d) being operated by the installation pressure of the heating installation and valve 2 (further shown in Figures 2, and 2a-d) is operated by the weight changes in the expansion reservoir 18, which is previously mounted on the end of an arm 3.
JJ
Werking ventiel 1.Operation of the valve 1.
Op de afbeelding van figuur 1 is te zien hoe de installatiedruk via poort PI een membaan 24 met een hieraan bevestigde plunjer 26 omhoog en naar beneden zal bewegen 5 tegen de veerdruk van veer 29, afhankelijk van hoogte van deze installatiedruk en de veerspanning.The figure of Figure 1 shows how the installation pressure via gate P1 will move a membrane 24 with a plunger 26 attached to it against the spring pressure of spring 29, depending on the height of this installation pressure and the spring tension.
Plunjer 26 is voorzien van openingen, welke corresponderen met de boringen van de poorten P2 en P3. De afdichtingen tussen het ventielhuis 21, de verschillende poorten en de plunjer 26 worden gewaarborgd door een zevental afdichtingrubbers 27 (O-ringen). Poort P2 10 is bedoeld om te worden aangesloten op een externe vloeistofbron, vanwaar suppletie kan plaatsvinden.Plunger 26 is provided with openings corresponding to the bores of ports P2 and P3. The seals between the valve housing 21, the different ports and the plunger 26 are guaranteed by seven sealing rubbers 27 (O-rings). Port P2 10 is intended to be connected to an external liquid source, from where supplementation can take place.
Dit zal meestal een aansluiting betreffen op de drinkwaterinstallatie.This will usually concern a connection to the drinking water installation.
Als extra veiligheid is in poort P2 een dubbele keerklep opgenomen, welke bevat een klep 31 met een zittingbus 33, met hierin een veer 34, waarmee een vloeistofstroom alleen mogelijk 15 is in de richting van de peil bij P2. Anderzijds wordt de zittingbus 33 tegen een afdichtingrubber 35 gepositioneerd door de veerdruk van veer 32, vermeerderd met de vloeistofdruk in de stromingsrichting van P2. Met behulp van een tweede afdichtingsrubber 37 naast afdichtingsrubber 35, opgesloten door klephuis 23, is de afdichting in de stromingsrichting van de peil P2 gegarandeerd.As an additional safety, a double check valve is included in port P2, which comprises a valve 31 with a seat bush 33, with a spring 34 therein, with which a liquid flow is only possible in the direction of the level at P2. On the other hand, the seat bush 33 is positioned against a sealing rubber 35 by the spring pressure of spring 32, plus the fluid pressure in the flow direction of P2. With the aid of a second sealing rubber 37 in addition to sealing rubber 35, enclosed by valve housing 23, sealing in the direction of flow of the level P2 is guaranteed.
20 De zittingbus 33 zal echter tegen de veerdruk van veer 32 worden bewogen, wanneer er sprake is van een grotere vloeistofdruk tegen de stromingsrichting van de peil bij P2. De zittingbus 33 zal hierdoor niet meer afdichten op afdichtingsrubber 35, waardoor vloeistofstroom zal uitwijken via poort P4. Omdat het hier gaat om een beveiliging tegen een calamiteit, ter voorkoming dat vloeistof terug kan stromen naar de suppletiebron. zal poort 25 P4 bij voorkeur worden aangesloten op het riool.The seat bush 33, however, will be moved against the spring pressure of spring 32 when there is a greater fluid pressure against the direction of flow of the level at P2. As a result, the seat sleeve 33 will no longer seal on sealing rubber 35, as a result of which liquid flow will divert via port P4. Because this is a protection against a calamity, to prevent liquid from flowing back to the make-up source. port P4 will preferably be connected to the sewer.
Poort P3 is aan te sluiten op de verwarmingsinrichting, in de uitvoeringsvorm onderbroken door ventiel 2. Hiervoor is poort P4 van ventiel 1 aangesloten op poort 16 van ventiel 2.Port P3 can be connected to the heating device, in the embodiment interrupted by valve 2. For this purpose port P4 of valve 1 is connected to port 16 of valve 2.
Bij een normale systeemdruk zal de plunjer 26 in een bovenste stand blijven staan, waarbij 30 de veer is ingedrukt. Er is nu geen verbinding tussen de poorten P2 en P3.At normal system pressure, the plunger 26 will remain in an upper position, with the spring 30 depressed. There is now no connection between ports P2 and P3.
Deze situatie is te zien bij figuur la. Bij figuur lb is de systeemdruk gedaald tot onder een minimale druk. In deze stand is de plunjer 26 iets lager, waardoor de poorten P2 en P4 zijn geopend met een kleine opening. Hierdoor kan met slechts een geringe doorstroming suppletie plaatsvinden. Bij een echte lekkage zal de systeemdruk verder dalen, en zakt de 4 plunjer 26 iets verder. De opening tussen de poorten P2 en P4 is nu geblokkeerd, omdat het niet wenselijk is om te suppleren bij een grotere lekkage.This situation can be seen in figure la. In Figure 1b, the system pressure has fallen below a minimum pressure. In this position, the plunger 26 is slightly lower, as a result of which the ports P2 and P4 are opened with a small opening. As a result, supplementation can take place with only a limited flow. In the event of a real leak, the system pressure will fall further, and the 4 plunger 26 will drop a little further. The gap between the ports P2 and P4 is now blocked, because it is not desirable to supplement with a larger leak.
Tenslotte is er een mogelijkheid om een verwarmingsinrichting te vullen vanuit een nog lege toestand. Hiervoor kan een plug 30, welke is te zien op figuur 1, worden ingedrukt.Finally, there is a possibility to fill a heating device from a still empty state. For this purpose, a plug 30, which can be seen in Figure 1, can be pressed.
5 Door middel van een door veerdruk aangedrukt kogeltje 28, weergegeven in een boring in de bovenkap 22, zal de plug 30 op de ingedrukte stand houden, op een hiertoe aangebrachte groef op de plug 30.By means of a small ball 28 pressed by spring pressure, shown in a bore in the top cap 22, the plug 30 will hold in the pressed-in position on a groove provided for this purpose on the plug 30.
Door het indrukken van de plug 30 wordt de veerdruk op 29 in de richting van de plunjer 26 vergroot. De plunjer 26 verplaatst zich verder naar beneden, waardoor een 10 maximale opening tot stand komt tussen de poorten P2 en P3. De verwarmingsinrichting wordt nu gevuld, waarbij ventiel (indien geplaatst) natuurlijk gefixeerd moet staan in de stand volgens figuur 2b.By depressing the plug 30, the spring pressure at 29 in the direction of the plunger 26 is increased. The plunger 26 moves further downwards, whereby a maximum opening is established between the ports P2 and P3. The heating device is now filled, with the valve (if fitted) of course having to be fixed in the position according to figure 2b.
Wanneer de installatiedruk is toegenomen tot een gewenste waarde, zal de druk op het membraan 24 c.q. plunjer 26, via de veer 29, uiteindelijk de plug 30 doen terugschieten 15 door de vergrendeling veroorzaakt door de kogeldruk 28 op de groef in de plug 30. De druk zal nu moeten corresponderen met de plunjerstanden volgens de figuren la of lb.When the installation pressure has increased to a desired value, the pressure on the diaphragm 24 or plunger 26, via the spring 29, will eventually cause the plug 30 to fall back due to the locking caused by the ball pressure 28 on the groove in the plug 30. The pressure will now have to correspond with the plunger positions according to figures la or lb.
Van ventiel 1 in figuur 1 is nog nader te noemen de afdichtingsplug 25, waarmee de boring in de plunjer 26 is afgedicht en membraan 24 wordt vastgehouden. Membraan 24 is vervolgens ingeklemd tussen het onderhuis 20 en bovenhuis 21. Voorts zijn er 20 beluchtingsgaatjes 36 aangegeven, om de volumeveranderingen mogelijk te maken, zonder drukgevolgen. Het is mogelijk om ventiel 1 afzonderlijk te gebruiken, zonder ventiel 2.The valve plug 25 of valve 1 in Figure 1 can be further described, with which the bore in the plunger 26 is sealed and membrane 24 is retained. Membrane 24 is then clamped between the lower housing 20 and upper housing 21. Furthermore, 20 aeration holes 36 are indicated, in order to make the volume changes possible, without pressure effects. It is possible to use valve 1 separately, without valve 2.
Werking ventiel 2Operation of the valve 2
Bij de uitvoeringsvorm is voor de werking van ventiel 2 uitgegaan van een standaard 25 expansiereservoir 18, waarbij een membraan 19 de inhoud scheidt in een droog gedeelte waarin zich een gas (meestal stikstof) onder druk bevindt (in de figuur de ruimte weergegeven onder het membraan 19), en een nat gedeelte voor de opname van expansievloeistof uit de verwarmingsinrichting (in de figuur de ruimte weergegeven boven het membraan 19). Afhankelijk van de vloeistofinhoud in het expansiereservoir 18, 30 resulterend in een gewicht overeenkomstig de vloeistofinhoud in het expansiereservoir 18, zal de arm, waaraan aan het uiteinde het expansiereservoir 18 is gemonteerd, een kracht uitoefenen op het ventiel 2.In the embodiment, the operation of valve 2 is based on a standard expansion reservoir 18, wherein a membrane 19 separates the contents into a dry part in which a gas (usually nitrogen) is under pressure (in the figure the space shown below the membrane 19), and a wet portion for receiving expansion fluid from the heating device (the space shown above the membrane 19 in the figure). Depending on the liquid content in the expansion reservoir 18, resulting in a weight corresponding to the liquid content in the expansion reservoir 18, the arm to which the expansion reservoir 18 is mounted at the end will exert a force on the valve 2.
In figuur 2 is weergegeven hoe de arm 3 een geheel vomit met het binnenwerk 2 van ventiel 2. Omdat het binnenwerk 2 vrij kan draaien in -¾ P 1 ··* ·- q 5 ventielhuis 1, kan het expansiereservoir 18 aan het uiteinde van de arm 3 op en neer bewegen. Door een verdraaiing van het binnenwerk 2 ten opzichte van het ventielhuis 1, worden de ventielpoorten geopend en gesloten.Figure 2 shows how the arm 3 forms a whole with the interior 2 of valve 2. Because the interior 2 can rotate freely in valve housing 1, the expansion reservoir 18 can be located at the end of move the arm 3 up and down. The valve ports are opened and closed by rotating the interior 2 with respect to the valve housing 1.
Zoals weergegeven in figuur 2 kan de vloeistof door de holle ruimte van arm 3 5 stromen via de poorten 14, 15 en 16 van ventiel 2, van de verwarmingsinrichting, drinkwaterinstallatie of rioolaansluiting van en naar het expansiereservoir. Het gewicht van het expansiereservoir 18 wordt gedeeltelijk gecompenseerd door een veer 11, welke is ingeklemd tussen de grondplaat 10, dat een geheel vormt met het ventielhuis 1, en een steunplaat 9, dat een geheel vormt met de arm 3.As shown in figure 2, the liquid can flow through the cavity of arm 3 via the ports 14, 15 and 16 of valve 2, of the heating device, drinking water installation or sewer connection to and from the expansion reservoir. The weight of the expansion reservoir 18 is partially compensated by a spring 11, which is clamped between the base plate 10, which is integral with the valve housing 1, and a support plate 9, which is integral with the arm 3.
10 Hierdoor zal de arm 3 met het aan het uiteinde gemonteerde expansiereservoir 18, bij voorkeur een hoek van 90° vormen met de grondplaat 10, in een vrijwel horizontale stand dus, zolang de vloeistofmhoud in het expansiereservoir tenminste 1/3 deel bedraagt van de totale inhoud.As a result, the arm 3 with the expansion tank 18 mounted at the end will preferably form an angle of 90 ° with the base plate 10, in a substantially horizontal position, so long as the liquid content in the expansion tank is at least 1/3 of the total content.
De inhoudsveranderingen boven deze inhoud van 1/3 deel zijn representatief voor de 15 fluctuaties in de normale bedrijfstoestanden van de verwarmingsinrichting.The content changes above this content of 1/3 part are representative of the fluctuations in the normal operating conditions of the heating device.
In deze basisstand (horizontaal) is in ventiel 2 alleen poort 14 geopend, welke de verbinding mogelijk maakt tussen de verwarmingsinrichting en het expansiereservoir.In this basic position (horizontal), only port 14 is opened in valve 2, which allows the connection between the heating device and the expansion tank.
Wanneer de vloeistof in de inrichting een maximale temperatuur heeft bereikt, zal het expansiereservoir 19 -binnen een veiligheidsmarge- nagenoeg geheel met vloeistof zijn 20 gevuld, terwijl het expansiereservoir 19 in dit voorbeeld van de uitvinding, tenminste voor 1/3 deel gevuld moet zijn met vloeistof, wanneer de vloeistof in de inrichting geheel is afgekoeld. Bedraagt de vloeistofinhoud in het expansiereservoir minder dan 1/3 deel, dan zal de arm 3 met het hieraan gemonteerde expansiereservoir 19 omhoog worden geduwd door de veer 11. Met vloeistofinhouden in het expansiereservoir tussen 1/3 en 1/4 deel, zal de arm 3 25 met het binnenwerk 2 een hoek maken van ca. 8° ten opzichte van de horizontale normale stand. In deze stand is een naast poort 14 (verbinding met de verwarmingsinrichting) nu ook poort 16 geopend. Via poort 16 is de verbinding geopend naar een externe vloeistofbron, meestal is dit de drinkwaterinstallatie, vanwaar suppletievloeistof kan worden toegevoerd, om een vloeistofgebrek te compenseren.When the liquid in the device has reached a maximum temperature, the expansion reservoir 19 will be filled almost entirely with liquid within a safety margin, while the expansion reservoir 19 in this example of the invention must at least be 1/3 part filled with liquid, when the liquid in the device has cooled completely. If the liquid content in the expansion tank is less than 1/3 part, the arm 3 with the expansion tank 19 mounted on it will be pushed upwards by the spring 11. With liquid contents in the expansion tank between 1/3 and 1/4 part, the arm will 3 with the interior 2 make an angle of approximately 8 ° with respect to the horizontal normal position. In this position, in addition to port 14 (connection to the heating device), port 16 is now also open. Via port 16 the connection is opened to an external liquid source, usually this is the drinking water installation, from which make-up liquid can be supplied, to compensate for a lack of liquid.
30 De toevoer van suppletievloeistof zal in principe begrensd zijn, om ingeval van een echte lekkage de schade te beperken. Hoewel de uitvinding werkbaar gemaakt kan worden met alleen ventiel 2, zijn extra veiligheden zoals een begrensde suppletietoevoer, en de voorwaarde van een minimaal aanwezige installatiedruk, in ventiel 1 ondergebracht.The supply of make-up liquid will in principle be limited, in order to limit the damage in the event of a real leak. Although the invention can be made workable with valve 2 only, additional safety devices such as a limited make-up supply and the condition of a minimum installation pressure are included in valve 1.
Deze veiligheden worden bij de werking van ventiel 1 behandeld.These safety devices are dealt with during the operation of valve 1.
(! i./ ; ! i O G(! i. /;! i O G
66
Op de afbeeldingen van figuur 2c is te zien, dat wanneer sprake is van een vloeistoflekkage in de verwarmingsinrichting, groter dan de suppletie van vloeistof via een externe bron, de arm 3 met het hieraan gemonteerde expansiereservoir 19 verder naar boven zal worden bewogen door de veer 11. Door de hoekverandering van binnenwerk 2 ten 5 opzichte van ventielhuis 1 wordt poort 16 gesloten. Niet aangegeven in de tekening is een blokkering in de draaihoekbegrenzer, waardoor de arm 3 niet van de positie in figuur 2c naar figuur 2d kan verdraaien, zonder de blokkering eerst te ontgrendelen. Poort 14 blijft gewoon geopend, waardoor de expansiemogelijkheid voor de verwarmingsinrichting gewaarborgd blijft, terwijl de suppletie is gestaakt.The figures of Figure 2c show that if there is a liquid leak in the heating device, greater than the supplementation of liquid via an external source, the arm 3 with the expansion reservoir 19 mounted on it will be moved further upwards by the spring 11. Port 16 is closed due to the change in angle of the interior 2 with respect to the valve housing 1. Not shown in the drawing is a block in the angle of rotation limiter, as a result of which the arm 3 cannot rotate from the position in figure 2c to figure 2d, without first unlocking the block. Gate 14 simply remains open, whereby the possibility of expansion for the heating device remains guaranteed, while the make-up has been stopped.
10 Met behulp van de draaihoekbegrenzer 12 is het mogelijk om het ventiel in twee posities te manipuleren. In figuur 2b is ventiel 2 in de openingsstand voor suppletie gekomen. De arm 3 met het expansiereservoir 18 maakt een hoek van ongeveer 8 ° ten opzichte van de horizontale stand. Door de draaihoekbegrenzer 12 op te lichten (zie afbeelding linksboven) zal, omdat de arm 3 niet verder omhoog kan, de suppletie continu 15 aanhouden, tot de installatie is gevuld (dan valt de draaihoekbegrenzer 12 terugvallen in de normale stand).With the aid of the angle of rotation limiter 12 it is possible to manipulate the valve in two positions. In Figure 2b, valve 2 has entered the opening position for supplementation. The arm 3 with the expansion reservoir 18 makes an angle of approximately 8 ° with respect to the horizontal position. By lifting the angle of rotation limiter 12 (see figure at the top left), because the arm 3 cannot move further upwards, the supplementation will be continuously maintained until the installation is filled (then the angle of rotation limiter 12 falls back to the normal position).
Op de afbeeldingen van figuur 2d is weergegeven hoe een expansiereservoir 18 in een hoogste stand kan worden getild. In deze stand is alleen poort 15 geopend. De vloeistof in het expansiereservoir 18 zal nu door de gasdruk aan de andere zijde van het membraan 19 20 uit het expansiereservoir 18 naar de rioolaansluiting via poort 15 worden afgevoerd.The illustrations of figure 2d show how an expansion reservoir 18 can be lifted to a highest position. Only port 15 is open in this position. The liquid in the expansion tank 18 will now be discharged from the expansion tank 18 to the sewer connection via port 15 due to the gas pressure on the other side of the membrane 19.
Bij een goed functionerend expansiereservoir 18, zal nagenoeg alle vloeistof worden afgevoerd, waarna het expansiereservoir 18 door de veerdruk van veer 11 in deze hoogste positie wordt gehouden. Het vullen en de ingebruikname kan vervolgens weer plaatsvinden zoals hierboven beschreven bij figuur 2b.With a properly functioning expansion reservoir 18, substantially all of the liquid will be discharged, whereafter the expansion reservoir 18 is held in this highest position by the spring pressure of spring 11. Filling and commissioning can then take place again as described above in Figure 2b.
25 Indien het expansiereservoir 18 te weinig gasdruk bevat, deze weer naar beneden zakken aan de arm 3 (nog vol of gedeeltelijk gevuld met vloeistof).If the expansion reservoir 18 contains too little gas pressure, it again drops down on the arm 3 (still full or partially filled with liquid).
Door de arm 3 en het expansiereservoir 18 in de hoogste stand te houden, is het mogelijk om de draaihoekbegrenzer 12 omhoog te duwen, waarbij de arm 3 in deze positie blijft staan.By keeping the arm 3 and the expansion reservoir 18 in the highest position, it is possible to push the angle of rotation limiter 12 upwards, while the arm 3 remains in this position.
Het expansiereservoir 18 kan nu worden losgenomen en vervangen, zonder dat de installatie 30 behoeft te worden afgetapt.The expansion reservoir 18 can now be removed and replaced without the installation 30 having to be drained.
Op de afbeelding van figuur 2 zijn de volgende onderdelen nog te noemen.The following parts can be mentioned on the figure 2 figure.
Om het binnenwerk 2 goed te kunnen centreren in het ventielhuis 1 tegen de veerdruk van veer 11 en het gewicht van de arm 3 en het expansiereservoir 18, zijn twee geleidingsringen 6 aangegeven. Het binnenwerk 2 wordt in het ventielhuis 1 opgesloten met een schijf 4 en 35 een moer 5.In order to be able to properly center the inner work 2 in the valve housing 1 against the spring pressure of spring 11 and the weight of the arm 3 and the expansion reservoir 18, two guide rings 6 are indicated. The inner work 2 is locked in the valve housing 1 with a disc 4 and a nut 5.
77
Tussen de openingen in het binnenwerk 2 en het ventielhuis 1, naar de verschillende poorten 14, 15 en 16, zijn drie afdichtingrubbers 8 (o-ringen) opgenomen, telkens één voor iedere opening afzonderlijk, om de afdichting te garanderen.Between the openings in the interior 2 and the valve housing 1, to the different ports 14, 15 and 16, three sealing rubbers 8 (o-rings) are included, one for each opening individually, to guarantee the seal.
De ontluchting is geregeld door een standaard vlotterventiel 17, in de 5 uitvoeringsvorm gemonteerd op het uiteinde van arm 3. In de holle arm 3 zou een speciaal smoorventiel 37 kunnen worden aangebracht, waarbij de vloeistof in de richting van het expansiereservoir 18 een extra weerstand ondervindt, en een relatieve drukverlaging resulteert in een ontgassing van de vloeistof. Omdat de vlotteronduchter 17 zich direct achter het smoorventiel 37 bevindt, zullen vrijkomende gassen direct via de vlotteronduchter 17 10 worden afgevoerd. In de richting van het expansiereservoir 18 ondervindt de vloeistof geen weerstand van het smoorventiel 37.The vent is controlled by a standard float valve 17, mounted in the embodiment on the end of arm 3. A special throttle valve 37 could be provided in the hollow arm 3, whereby the liquid experiences an extra resistance in the direction of the expansion reservoir 18 and a relative pressure drop results in a degassing of the liquid. Because the float conductor 17 is located directly behind the throttle valve 37, released gases will be discharged directly via the float conductor 17. In the direction of the expansion reservoir 18, the liquid experiences no resistance from the throttle valve 37.
Tenslode is van de draaihoekbegrenzer 12 nog te vermelden de bevestiging aan beugel 13, welke een draaibeweging van de draaihoekbegrenzer 12 toestaat terwijl steun 13 zelf vast is gemonteerd op de grondplaat 10.Finally, from the angle of rotation limiter 12, it is also possible to mention the attachment to bracket 13, which allows a rotation of the angle of rotation limiter 12, while support 13 itself is fixedly mounted on the base plate 10.
15 De draaihoekbegrenzer 12 is voorzien van een sleutelprofiel, waarmee een stift 7. welke is gemonteerd aan de steunplaat 9, wordt omsloten, en de eerder beschreven standen van het draaibare gedeelte van het ventiel 2 worden geregeld.The angle of rotation limiter 12 is provided with a key profile with which a pin 7 which is mounted on the support plate 9 is enclosed, and the previously described positions of the rotatable part of the valve 2 are controlled.
Het is mogelijk om ventiel 2 afzonderlijk te gebruiken, zonder ventiel 1.It is possible to use valve 2 separately, without valve 1.
Ook zijn er combinaties mogelijk van beide ventielfuncties, om de in de uitvinding beoogde 20 eigenschappen te verkrijgen. Een niet nader uitgewerkt voorbeeld hiervan is de mogelijkheid, waarbij elektrisch of mechanisch ventielen worden bediend, op aangestuurd vanuit de installatiedruk, dan wel door middel van de vloeistofmhoud van het expansiereservoir, dan wel een combinatie van beiden.Combinations of both valve functions are also possible in order to obtain the properties intended in the invention. An example of this that is not further elaborated is the possibility of electrically or mechanically actuating valves controlled by the system pressure, or by means of the fluid content of the expansion reservoir, or a combination of both.
25 In figuur 4 wordt een vereenvoudigde uitvoeringsvorm weergegeven van de Microserver (zie octrooiaanvrage EP 99201037.1). De toevoer van suppletievloeistof vindt rechtstreeks plaats, zonder een atmosferische onderbreking. De ruimtebesparing door het achterwege laten van een suppletiebuffer staat een compactere constructie toe, waarbij de specifieke attributen zoals een vlotter om een suppletie-reedcontact 38 en laagwater-reedcontact 39 te schakelen, 30 en een gasafvoerpijp met vlotteronduchter, welke gelijktijdig de vlotter geleid, op eenvoudige wijze kunnen worden gemonteerd via een rond gat bij voorkeur aan de bovenzijde van een expansiereservoir, waarbij tussen een montageflens 40 met een geringere diameter dan voomoemd gat en een van buitenaf te monteren montagering 42, een rubberprofiel 41 wordt ingeklemd tussen de montageflens 40. Het rubberprofiel omsluit 35 gelijktijdig de rand van de opening van het expansiereservoir.Figure 4 shows a simplified embodiment of the Microserver (see patent application EP 99201037.1). The supply of make-up liquid takes place directly, without an atmospheric interruption. The saving of space by omitting a make-up buffer allows a more compact construction, with the specific attributes such as a float to switch a make-up contact 38 and low-water make contact 39, and a gas discharge pipe with float conductor, which simultaneously guides the float can be mounted in a simple manner via a round hole, preferably at the top of an expansion reservoir, wherein a rubber profile 41 is clamped between the mounting flange 40 between a mounting flange 40 with a smaller diameter than the above-mentioned hole and a mounting ring 42 to be mounted from the outside. rubber profile simultaneously encloses the edge of the opening of the expansion reservoir.
„"
Claims (1)
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1017198A NL1017198C1 (en) | 2001-01-26 | 2001-01-26 | Liquid heating. |
DE60230465T DE60230465D1 (en) | 2001-01-26 | 2002-01-28 | Arrangement for temperature treatment with transmission medium |
EP20020075377 EP1239231B1 (en) | 2001-01-26 | 2002-01-28 | System for temperature treatment with transfer medium |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1017198 | 2001-01-26 | ||
NL1017198A NL1017198C1 (en) | 2001-01-26 | 2001-01-26 | Liquid heating. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1017198C1 true NL1017198C1 (en) | 2002-07-29 |
Family
ID=19772795
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1017198A NL1017198C1 (en) | 2001-01-26 | 2001-01-26 | Liquid heating. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1239231B1 (en) |
DE (1) | DE60230465D1 (en) |
NL (1) | NL1017198C1 (en) |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE10201752B4 (en) * | 2002-01-18 | 2007-01-25 | Robert Bosch Gmbh | Heating system with a heating water circuit |
ITMI20070088A1 (en) | 2007-01-22 | 2008-07-23 | Giacomini Spa | AUTOMATIC FILLING GROUP FOR CLOSED CIRCUIT HYDRAULIC SYSTEMS AS SIMILAR HEATING SYSTEMS |
CN101943440B (en) * | 2010-09-27 | 2013-01-30 | 河南理工大学 | Water replenishing and pressure determining system for multi-heat source annular heat supply pipe network and method for determining pressure of constant pressure point |
RU2564227C2 (en) * | 2013-11-25 | 2015-09-27 | Александр Глебович Аничхин | Heating system |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2417064A2 (en) * | 1978-02-13 | 1979-09-07 | Julien & Mege | Central heating system filling equipment - has valve with sliding plug opening either inlet and outlet or drain ports |
DE3007454A1 (en) * | 1980-02-28 | 1981-09-10 | Hans Sasserath & Co Kg, 4052 Korschenbroich | Heating system filling valve - has hand-controlled by=pass across pressure-reducing valve and reverse-flow prevention device |
DE3435127A1 (en) * | 1984-09-25 | 1986-04-03 | Hans Sasserath & Co Kg, 4052 Korschenbroich | FILLING DEVICE FOR FILLING CLOSED SYSTEMS |
DE4325685A1 (en) | 1993-07-30 | 1995-02-09 | Klaus Dummann | Automatic filling and refilling unit for existing or new heating installations with warning device for heating water and domestic hot water |
NL1010047C2 (en) | 1998-04-03 | 1999-10-05 | Jan Henk Cnossen | Microserver. |
-
2001
- 2001-01-26 NL NL1017198A patent/NL1017198C1/en not_active IP Right Cessation
-
2002
- 2002-01-28 EP EP20020075377 patent/EP1239231B1/en not_active Expired - Lifetime
- 2002-01-28 DE DE60230465T patent/DE60230465D1/en not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1239231A3 (en) | 2003-11-26 |
DE60230465D1 (en) | 2009-02-05 |
EP1239231A2 (en) | 2002-09-11 |
EP1239231B1 (en) | 2008-12-24 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1017198C1 (en) | Liquid heating. | |
TW446650B (en) | Axle tilt control apparatus for industrial vehicles | |
DK161850B (en) | Hydraulic valve arrangement | |
GB2302917A (en) | Pressure powered liquid pumps | |
KR100412627B1 (en) | Liquid forced-feed apparatus | |
CA2237012C (en) | Independent brake handle assembly | |
US1205199A (en) | Backwater-valve. | |
WO2002028697A1 (en) | Hydraulic tilting device for tilting a vehicle cab | |
US7704053B2 (en) | Pivoting mechanism for use in a high temperature steam distribution system | |
EP0903524B1 (en) | Float operated devices | |
NL1010047C2 (en) | Microserver. | |
US1540400A (en) | Flush-valve device | |
JP4901298B2 (en) | Cabylt equipment | |
CN217329035U (en) | Pipeline repair anti-cracking structure | |
KR20070004207A (en) | Cap tilting system of vehicle | |
US2872942A (en) | Floor level lift control mechanism | |
US667417A (en) | Safety water-column. | |
GB2181819A (en) | Valve | |
JP5362647B2 (en) | Liquid pumping device | |
JPH0712397Y2 (en) | Operating valve | |
KR100303475B1 (en) | Gas flow shutoff valve in case of gas leakage | |
JP4704832B2 (en) | Liquid pumping device | |
KR100513265B1 (en) | A vaporizer for preventing of overflowing of liquefied gas | |
US4558195A (en) | Apparatus and method for sensing high and low liquid level to control a circuit | |
CA2244938A1 (en) | Device for operating a mechanism of a rinsing fixture |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20050801 |