NL1017036C1 - Verbeterde kogelrolinrichting voor bevestiging aan de onderzijde van zwaarder belaste poten van tafels e.d.. - Google Patents

Description

1 r ! - 1 - ' VERBETERDE KOGELROLINRICHTING VOOR BEVESTIGING AAN DE ONDERZIJDE VAN ZWAARDER BELASTE POTEN VAN TAFELS E.D.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor 5 het aan de onderzijde bevestigen van zwaarder belaste af-steuningen, zoals poten, staanders van bijvoorbeeld tafels e.d., waarop zwaardere machines zijn geplaatst zoals brood-snijmachines, vleessnijmachines, werktafels in slagerijen, horeca, verder poten of staanders van bureaumeubelen, zie-10 kenhuisbedden, medische apparatentafels, voor het gemakke lijk verrijden van genoemde tafels of meubelen ten behoeve van schoonmaakwerkzaamheden e.d., waarbij de inrichting per genoemde afsteuning veelal in de vorm van een poot een gelagerde kogel of bol omvat, waarbij in de normale ge-15 bruikstoestand van de zwaarder belaste afsteuning de rolbe-weging uitgeschakeld is.

Een soortgelijke kogelrolinrichting is bekend uit het Duitse "Gebrauchsmuster", nummer G 9 309 717.4 van MROSEK,

Joachim, 42799 Leichlingen, Duitsland en GRIGOLEIT, Axel, 20 42799 Leichlingen, Duitsland.

Het betreft hier een kogelrol voor zowel standvaste toepassing als rij rol aan verrijdbare voorwerpen, zoals bijvoorbeeld bureaumeubelen, ziekenhuisbedden, medische apparatentafels, inkoopwagens of dergelijke, als ook voor 25 toepassing als transportrol voor transportbanen, waarbij de grote kogelrol in een behuizing is aangebracht, waarbij genoemde grote kogelrol tegen gelagerde kleine kogelrollen afsteunt tegen genoemde behuizing, welke ook wel kogelpan of kogelpot genoemd wordt. De genoemde gelagerde kleine kogel-30 rollen zijn ten opzichte van het equatoriale middelvlak van de grote kogelrol onder een hoek van circa 45° aangebracht.

Voorts is de genoemde grote kogelrol afrembaar middels een gebruikelijke mechanisch neerlaatbare stroeve plaat of anderszins met een schotelveer inwerkend op genoemde kleine 35 kogelrollen.

Aan de hiervoor beschreven kogelinrichting kleven voor de praktijk een aantal nadelen of bezwaren. De grote kogel- -i η 1 ’7 f cv m f Ü t : , ·..

- 2 - rol blijft bij het rollen zowel als bij afgeremde toestand het enige contact met de vloer, waardoor met de vloer op dat punt een zeer hoge contactspanning gaat optreden, hetgeen tot beschadiging van de vloerbedekking c.q. vloerafwerking 5 zal leiden. Daarbij is in afgeremde toestand de standzeker-heid op standvastheid van de betreffende tafel c.q. het bureaumeubel e.d. bepaald niet optimaal en kan nog wat zwabberen, hetgeen tijdens gebruik bepaald niet plezierig c.q. veilig is. Voorts is de gehele constructie nogal inge-10 wikkeld en lastig c.q. moeilijk te bevestigen aan de poten of staanders van bestaande zwaarder belaste tafels.

De doelstelling van de onderhavige uitvinding betreft een verbeterde kogelrolinrichting te verschaffen, waaraan vorenbeschreven nadelen niet kleven en waarvan de werking 15 beter is en daarbij op economisch verantwoorde wijze kan worden gefabriceerd.

Hiertoe is een kogelrolinrichting overeenkomstig de uitvinding op zeer inventieve wijze zodanig verder ontwikkeld, dat genoemde kogelrolinrichting is opgebouwd uit een 20 gelagerde kogel of bol, welke gelagerd afsteunt tegen en bevestigd is aan een eerste buiselement, dat een verticaal verschuifbare plaatsing heeft in een tweede omhullend buiselement, dat op zijn beurt bevestigd is aan de onderzijde van genoemde zwaarder belaste afsteuningen, waarbij genoemde 25 verticaal verschuifbare plaatsing van genoemd eerste buiselement ten opzichte van genoemd tweede omhullend buiselement middels mechanische middelen, zoals opzetmechanismen tot stand te brengen is, waarbij het materiaal van de inrichting zeer buigvast en vormvast is, zoals bijvoorbeeld 30 een metaal of een geëigende kunststof, waarbij de onderzijde van genoemd tweede omhullende buiselement verder een vergroot contactoppervlak kan hebben met de vloer, waarbij genoemde gelagerde kogel of bol een in de handel verkrijgbare kogelpot kan zijn, welke qua afmetingen aan te passen is 35 aan het te dragen gewicht.

De voordelen hiervan zijn, dat een zeer geschikte kogelrolinrichting is verkregen, welke een zeer breed toepas- * * "·* - 3 - singsgebied heeft. Daarbij wordt door het intrekken van de kogelbol het vloeroppervlak niet aangetast, waarbij het ondereinde van het tweede buiselement voldoende uit te bouwen is om een lage contactspanning met het vloeroppervlak 5 te bereiken.

Voorts is de inrichting overeenkomstig de uitvinding op verrassender wijze zodanig verder ontwikkeld, dat de bovenzijde van genoemd eerste buiselement een buis met een cirkelvormige dwarsdoorsnede is, waarbij de bovenzijde een 10 gegolfd randoppervlak heeft, dat op zijn beurt afstuit tegen een tweetal bussen, aangebracht rondom een doorgaande bout-steel door het tweede buiselement, waarbij het verdraaien van genoemd eerste buiselement middels een hendel plaatsheeft, waardoor genoemde kogel van de kogelpot wel al dan 15 niet onder het uiteinde van het tweede buiselement voorzien van verbrede voetrand of pootdop uitsteekbaar is om zodoende genoemde tafels e.d. al dan niet verrijdbaar te doen zijn.

Het voordeel hiervan is, een gemakkelijk en economisch interessant te vervaardigen opzetmechanisme.

20 Dan is de inrichting overeenkomstig de uitvinding als variant zodanig verder ontwikkeld, dat genoemd eerste buiselement bij voorkeur een buiselement is met een rechthoekige dwarsdoorsnede, waarbij de bovenzijde voorzien is van een V-vormige gleuf met opstaand vlak plaatje dat heen en weer 25 bewogen kan worden met een pedaal- of hanghefboom met aangepast contactvlak om genoemde kogelpot in het bijzonder de kogel of bol wel al dan niet onder het uiteinde van het tweede buiselement voorzien van verbrede voetrand of pootdop uit te laten steken om zodoende genoemde tafels e.d. ver-30 rijdbaar te doen zijn.

Het voordeel hiervan is hetzelfde als bij conclusie 3 maar onder omstandigheden kan deze oplossing de voorkeur genieten.

De uitvinding is hieronder nader toegelicht aan de hand 35 van een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm, weergegeven in de tekening. Hierbij toont: figuren IA, 1B verticale doorsneden over de kogel- . s i « · ·.*. i'1'·* -¾ V.-’ i i '<u, KJ ·*¥ - 4 - rolinrichting overeenkomstig een eerste de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de uitvinding in ingeschoven toestand (figuur IA) en in uitgeschoven toestand (figuur 1B) ; 5 figuur 2 een scheve projectie van twee onderling gekop pelde kogelinrichting volgens figuur IA en figuur 1B, overeenkomstig de uitvinding; figuren 3A, 3B verticale doorsneden over de kogel-rolinrichting overeenkomstig een tweede uitvoeringsvorm van 10 de uitvinding in ingeschoven toestand (figuur 3A) en in uitgeschoven toestand (figuur 3B); figuren 4A, 4B scheve projectie van een gemonteerde kogelinrichting volgens de figuren 3A en 3B aan een zware poot (figuur 4A) en aan een lichter uitgevoerde poot (figuur 15 4B) ; figuren 5A, 5B verticale doorsneden over de kogelin-inrichting overeenkomstig een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding in ingeschoven toestand (figuur 5A) en in uitgeschoven toestand (figuur 5B); 20 figuren 6A, 6B aanzichten van twee onderling gekoppel de kogelrolinrichtingen volgens figuur 5A en figuur 5B, overeenkomstig de uitvinding;

figuren 7A, 7B aanzichten van een andere uitvoeringsvorm van de bedieningshefboom van de kogelrolinrichting 25 overeenkomstig de tweede uitvoeringsvorm van de figuren 3A

en 3B; en figuur 8 in bovenaanzicht de onderlinge koppeling voor de bediening van de uitvoeringsvorm van de figuren 7A en 7B, waarbij het geheel gemonteerd is aan een tableau.

30 In de figuren IA en 1B is een verticale doorsnede weer gegeven van de verbeterde kogelrolinrichting 1 overeenkomstig een eerste de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de uitvinding in ingeschoven toestand 2 en in uitgeschoven toestand 3. De kogelrolinrichting 1 bestaat uit een gelager-35 de kogel of bol 4 geplaatst in een eerste buiselement 5, dat verticaal in hoogte verschuifbaar is in een tweede omhullend buiselement 6. Door genoemde tweede omhullend buiselement 6

- 5 - I

gaat een boutsteel 7, welke voorzien is van een tweetal bussen 8,9 om het verdraaien van het onderste of eerste j buiselement 5 te vergemakkelijken. De bovenrand van het eerste buiselement 5 is "gegolfd" afgewerkt en ligt tegen 5 genoemde bussen 8,9 aan. Wanneer de bussen 8,9 zich in de diepe golf 10 bevinden is het onderste buiselement 5 ingeschoven en wanneer de bussen 8,9 zich in de ondiepe golf 11 bevinden is het onderste buiselement 5 uitgeschoven. Het verdraaien geschiedt met de hendel 12. De onderzijde van het 10 eerste buiselement 5 heeft een verbrede voet 13 om de con-tactspanning met de vloer te verlagen.

In figuur 2 is een scheve projectie van twee onderling gekoppelde kogelrolinrichtingen 1 volgens de figuren IA en 1B weergegeven. De inrichtingen 1 zijn bevestigd aan de 15 poten 14 en 15 van een zwaarder belaste tafel. Met de hendel 12 wordt door middel van de koppelstang 16 eveneens de andere inrichting 1 bediend.

In de figuren 3A en 3B is wederom een verticale doorsnede over de kogelrolinrichting overeenkomstig een tweede 20 uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven en wel in ingeschoven toestand (figuur 3A) en in uitgeschoven toestand (figuur 3B). Hierbij is het eerste buiselement 5 aan de bovenzijde voorzien van een V-vormige gleuf 17 waarin een nagenoeg verticaal plaatje 18 is geplaatst. Door het op en 25 neer bewegen van de hendel 19 geraakt, zoals in de figuren is aangegeven, de kogelinrichting l in ingeschoven toestand (figuur 3A) respectievelijk in uitgeschoven toestand (figuur 3B) .

In de figuren 4A en 4B zijn in scheve projectie de ge-30 monteerde kogelbolinrichtingen 1 volgens de figuren 3A en 3B weergegeven aan een zware poot 20 (figuur 4A) en aan een lichter uitgevoerde poot 21 (figuur 4B).

In de figuren 5A en 5B is een verticale doorsnede weergegeven over de kogelrolinrichting 1 overeenkomstig een 35 derde uitvoeringsvorm van de uitvinding en wel in ingeschoven toestand (figuur 5A) en in uitgeschoven toestand (figuur 5B). Het eerste buiselement 5 en het tweede buiselement 6 - 6 - zijn hierbij enigszins anders afgewerkt c.q. uitgevoerd om de in- en uitschuifbeweging uit te voeren. De bovenzijde van het eerste buiselement 5 is voorzien van een boutsteel 22 met bus 23. Het tweede omhullende buiselement 6 is voorzien 5 van een doorgaande bout 24 met bus 25. Het naar elkaar toe en van elkaar af bewegen van de bussen 23 en 25 geschiedt door het hendelmechanisme 26 uitgevoerd met tapsverlopende randen e.d. De bediening geschiedt door het in- resp. uittrekken van genoemd hendelmechanisme 26.

10 In de figuren 6A en 6B is een aanzicht van twee onder ling gekoppelde kogelrolinrichtingen 1 volgens de figuren 5A en 5B weergegeven. Hierbij is de koppeling uitgevoerd met het stangenstelsel 27, 28, 29, waarbij 27 de bedieningshen-del is.

15 In de figuren 7A en 7B is een aanzicht weergegeven van een andere uitvoeringsvorm van de bedieningshefboom. Het eerste buiselement 5 is uitgevoerd als kogelpot, evenals de eerdere uitvoeringsvormen. De hefboom 30 heeft een geknikte vorm om deze bij gebruik niet te veel te doen uitsteken. De 20 bediening is verder duidelijk uit de figuren 7A en 7B te zien.

In figuur 8 is in bovenaanzicht de onderlinge koppeling voor de bediening van de uitvoeringsvorm van de figuren 7A en 7B weergegeven, waarbij het geheel gemonteerd is aan een 25 tableau 31 voor het verplaatsen van bijvoorbeeld een wasmachine 32. Het bedienende stangenstelsel is aangegeven met 33, 34, 35.

Tenslotte dient nadrukkelijk vermeld te worden, dat hiervoor een aantal de voorkeur genietende uitvoeringsvormen 30 beschreven zijn en dat verdere modificaties mogelijk zijn zonder dat de beschermingsomvang van dit octrooischrift verlaten wordt.

35

Claims (9)

1. 7. i i i l. Inrichting voor het aan de onderzijde bevestigen van zwaarder belaste afsteuningen, zoals poten, staanders van 5 bijvoorbeeld tafels e.d., waarop zwaardere machines zijn geplaatst zoals broodsnijmachines, vleessnijmachines, werktafels in slagerijen, horeca, verder poten of staanders van bureaumeubelen, ziekenhuisbedden, medische apparatentafels, voor het gemakkelijk verrijden van genoemde tafels of meube-10 len ten behoeve van schoonmaakwerkzaamheden e.d., waarbij de inrichting per genoemde afsteuning, veelal in de vorm van een poot, een gelagerde kogel of bol omvat, waarbij in de normale gebruikstoestand van de zwaarder belaste afsteuning de rolbeweging uitgeschakeld is, met het kenmerk, dat ge-15 noemde kogelrolinrichting (1) is opgebouwd uit een gelagerde kogel of bol (4), welke gelagerd afsteunt tegen en bevestigd is aan een eerste buiselement (5), dat een verticaal verschuifbare plaatsing heeft in een tweede omhullend buiselement (6), dat op zijn beurt bevestigd is aan de onderzijde 20 van genoemde zwaarder belaste afsteuningen (14, 20, 21), waarbij genoemde verticaal verschuifbare plaatsing van genoemd eerste buiselement (5) ten opzichte van genoemd tweede omhullend buiselement (6) middels mechanische middelen, zoals opzetmechanismen tot stand te brengen is, waarbij 25 het materiaal van de inrichting zeer buigvast en vormwast is, zoals bijvoorbeeld een metaal of een geëigende kunststof, waarbij de onderzijde van genoemd tweede omhullende buiselement verder een vergroot contactoppervlak (13) kan hebben met de vloer.
2. 2. Inrichting volgens conclusie l, met het kenmerk, dat genoemde gelagerde kogel of bol (4) een in de handel verkrijgbare kogelpot kan zijn, welke qua afmetingen aanpasbaar is aan het te dragen gewicht.
3. 3. Inrichting volgens conclusie 1 en 2, met het ken-35 merk, dat de bovenzijde van genoemd eerste buiselement (5) een buis met een cirkelvormige dwarsdoorsnede is, waarbij de bovenzijde een gegolfd randoppervlak (10, 11) heeft, dat op 101 7: ? ? - 8 - zijn beurt afstuit tegen een tweetal bussen (8,9) aangebracht rondom een doorgaande boutsteel (7) door het tweede buiselement (6) , waarbij het verdraaien van genoemd eerste buiselement middels een hendel (12) plaatsheeft, waardoor 5 genoemde kogel (4) van de kogelpot wel al dan niet onder het uiteinde van het tweede buiselement (6) voorzien van verbrede voetrand of pootdop (13) uitsteekbaar is om zodoende genoemde tafels e.d. al dan niet verrijdbaar te doen zijn.
4. 4. Inrichting volgens conclusie 1 en 2, met het ken-10 merk, dat genoemd eerste buiselement (5) bij voorkeur een buiselement is met een rechthoekige dwarsdoorsnede, waarbij de bovenzijde voorzien is van een V-vormige gleuf (17) met opstaand vlak plaatje (18), dat heen en weer bewogen kan worden met een pedaal- of hanghefboom (19) met aangepast 15 contactvlak om genoemde kogelpot in het bijzonder de kogel of bol (4) wel al dan niet onder het uiteinde van het tweede buiselement voorzien van verbrede voetrand of pootdop (13) uit te laten steken om zodoende genoemde tafels e.d. verrijdbaar te doen zijn.
5. 5. Inrichting volgens de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat genoemd tweede buiselement (6) aan de onderzijde van de poten van genoemde tafels e.d. te bevestigen is middels bijvoorbeeld bouten of lassen.
6. 6. Inrichting volgens de conclusies 1-4, met het ken-25 merk, dat genoemde hendels en/of hefbomen onderling koppel- baar zijn ter vereenvoudiging van de bediening ervan.
7. 7. Inrichting volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat genoemde bovenzijde van het eerste buiselement (5) apart voorzien is van een asbout (22) met en bus (23) en dat 30 het tweede buiselement eveneens voorzien is van een bout (24) met bus (25), waarbij voor de verticale beweging van de kogelpot een heen en weer beweegbare plaat met tapsverlopen-de randen is gemonteerd, waarbij tevens middels een centraal hendelmechanisme (26) genoemde beweegbare platen van een 35 tweetal aan poten gemonteerde inrichtingen te bedienen is, waarbij tevens de dwarsdoorsneden van genoemd eerste en tweede buiselement (5, 6) rechthoekig is. - 9 -
8. 8. Inrichting volgens conclusie 1-4 en 7, met het kenmerk, dat genoemde inrichting met aangegeven kenmerken monteerbaar is aan een vlakke plaat (31) voor plaatsing onder bijvoorbeeld een huishoudelijk apparaat (32), zoals 5 een wasmachine e.d., zodat betreffend apparaat verrijdbaar wordt door bediening van pedalen of hendels (30, 34, 35, 33) .
9. 9. Inrichting volgens de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat genoemd materiaal bij voorkeur metaal, 10 zoals roestvrij staal is.