NL1016541C2 - Grondbewerkingsinrichting. - Google Patents
Grondbewerkingsinrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1016541C2 NL1016541C2 NL1016541A NL1016541A NL1016541C2 NL 1016541 C2 NL1016541 C2 NL 1016541C2 NL 1016541 A NL1016541 A NL 1016541A NL 1016541 A NL1016541 A NL 1016541A NL 1016541 C2 NL1016541 C2 NL 1016541C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- disc
- computer
- adjusting
- shaped
- data
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B21/00—Harrows with rotary non-driven tools
- A01B21/08—Harrows with rotary non-driven tools with disc-like tools
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B63/00—Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements
- A01B63/14—Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements drawn by animals or tractors
- A01B63/24—Tools or tool-holders adjustable relatively to the frame
- A01B63/32—Tools or tool-holders adjustable relatively to the frame operated by hydraulic or pneumatic means without automatic control
Description
GRONDBEWERKINGSINRICHTING
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bewerken van grond volgens de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijke inrichting is bekend uit EP-A-5 0 481 538. Deze bekende inrichting bevat een frame met een aantal zwenkbaar op het frame aangebrachte zwenkbare, staande assen. Instelmiddelen zijn verbonden met de staande assen voor het collectief zwenken van de assen. Hierdoor is de hoek van elk schijfvormige lichaam ten opzichte van de draagbalk 10 instelbaar en vergrendelbaar. Elk van de staande assen is aan het vrije uiteinde voorzien van een liggende as waarop een schijfvormig lichaam roteerbaar is gemonteerd. De inclinatiehoek van de schijfvormige elementen ten opzichte van de grond is instelbaar door gemeenschappelijke instelling 15 van de hoekpositie van de liggende as. De vergrendeling kan plaatsvinden door middel van spindels of een combinatie van bouten en moeren. Een dergelijke constructie is nogal omvangrijk, vergt veel onderdelen, en is minder geschikt voor het dragen van grotere schijfvormige elementen.
20 Het is onder meer een doel van de uitvinding een inrichting voor het bewerken van grond te verschaffen waarbij ten minste gedeeltelijk een of meer van de bovengenoemde nadelen wordt vermeden.
Hiertoe wordt een inrichting van de boven 25 beschreven soort volgens de uitvinding gekenmerkt doordat elk schijfvormig element door middel van een kogelgewricht aan de draagbalk is gemonteerd. Door gebruik van een kogelgewricht kan de inrichting met weinig onderdelen compact worden uitgevoerd.
30 Een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding bevat een draaias, waarbij tevens elk kogelgewricht en elk schijfvormige element is voorzien van 101 654 1«* 2 een althans nagenoeg centrale opening voor het ontvangen van de draaias. Hierdoor kunnen zonder problemen grotere schijfvormige elementen worden gebruikt.
Op voordelige wijze is de inrichting voorzien van 5 een stelarm die evenwijdig is aan de draaias, waarbij elk kogelgewricht via een gewrichtsarm is verbonden met de stelarm, en waarbij de stelarm via een eerste stelinrichting verbonden is met de draagbalk. Hierdoor kan op eenvoudige wijze een collectieve zwenking van de schijfvormige elementen 10 worden uitgevoerd, zodat de hoek van de schijfvormige elementen ten opzichte van de draagbalk instelbaar is. Bij voorkeur is de gewrichtsarm gebogen.
Een uiterst compacte constructie wordt verkregen wanneer de eerste stelinrichting een werkingsrichting heeft 15 die in hoofdzaak evenwijdig aan de stelarm is.
De optimale inclinatiehoek van de schijfvormige elementen ten opzichte van de grond, ook wel scheppende hoek genoemd, hangt van verschillende condities af, zoals grondtype, grondreliëf, et cetera. Volgens een 20 voorkeursuitvoering van een inrichting volgens de uitvinding is de inclinatiehoek van elk schijfvormige lichaam ten opzichte van de grond gemeenschappelijk instelbaar en vergrendelbaar doordat de draagbalk omhoog zwenkbaar is gemonteerd.
25 Een uitermate stabiele inrichting wordt verkregen wanneer de draaias door middel van draaiasarmen verbonden is met de draagbalk. De draaiasarmen zorgen onder meer voor ontlasting van krachten. Bij voorkeur is de draagbalk door middel van een tweede stelinrichting omhoog zwenkbaar.
30 Een gecontroleerd omhoog zwenken van de draagbalk wordt bij voorkeur gerealiseerd doordat aan de uiteinden van de draaias een plaatvormig element is aangebracht, welk plaatvormig element is voorzien van een sleufvormige opening voor het opnemen van de uiteinden van de draagbalk.
1016S4 1 - 3
Hoewel het kogelgewricht zo geconstrueerd kan worden dat de instelling van de schijfvormige elementen in alle richtingen mogelijk is, heeft het onder meer vanwege kostenoverwegingen de voorkeur dat elk kogelgewricht 5 uitsluitend geschikt is voor het instellen van de hoek van elk schijfvormige lichaam ten opzichte van de draagbalk.
Teneinde het aantal onderdelen verder te reduceren heeft het de voorkeur dat de stelinrichtingen tevens vergrendelingsinrichtingen zijn. Dergelijke stelinrichtingen 10 kunnen bijvoorbeeld gevormd worden door hydraulische cilinders, hoewel de uitvinding hier niet toe beperkt is.
In een voorkeursuitvoering van een inrichting volgens de uitvinding is ten minste één van de stelinrichtingen door een computer gestuurd. Hierdoor wordt 15 onder meer de nauwkeurigheid, alsmede de veiligheid van de bediening, die dan met minder handmatige handelingen aan de machine zelf uitgevoerd kan worden, van de inrichting verhoogd.
Een vergaand automatisch bedrijf van de inrichting 20 gestuurd door de computer kan gerealiseerd worden wanneer de computer de stelinrichtingen stuurt gebaseerd op één of meer van de volgende gegevens:
Gegevens aanwezig in het geheugen van de computer, en wel één of meer gegevens behorende tot de groep 25 bestaande uit: plattegrond te bewerken grond, reliëf te bewerken grond, grondtype, gecultiveerd gewas, aanwezigheid onkruid, type onkruid, en grondgesteldheid.
- Snelheidsgegevens. Hiertoe is de inrichting bij voorkeur voorzien van middelen voor het bepalen van de 30 snelheid van beweging van de inrichting, en voor het verschaffen van snelheidsgegevens aan de computer.
- Positiegegevens. Hiertoe is de inrichting bij voorkeur voorzien van middelen voor het bepalen van de momentane positie van de inrichting, en van middelen voor het 35 verschaffen van positiegegevens aan de computer. Bijzonder 101654 1* 4 voordelig is het wanneer de positiebepalingsmiddeien geschikt zijn voor het ontvangen van GPS-gegevens.
Bij voorkeur zijn meetmiddelen voorzien voor het meten van de momentane positie van ten minste één 5 schijfvormig element, welke meetmiddelen een indicatie kunnen geven van de momentane positie van het schijfvormige element. Deze indicatie kan worden doorgegeven aan de operateur van de inrichting, die een vergelijk kan maken of de momentane positie van de schijf overeenkomt met de veronderstelde 10 ingestelde positie. Aangezien de instellen van de positie van de schijfvormige elementen gemeenschappelijk plaatsvindt, is de meting van de momentane positie van één schijfvormig element voldoende. Natuurlijk kan ook de momentane positie van meerdere schijven gemeten worden.
15 Voordelig is echter dat de meetmiddelen de momentane positie van het schijfvormige element aan de computer doorgeven. Deze kan voorzien zijn van vergelijkingsmiddelen die de momentane positie vergelijken met de ingestelde positie. Bij afwijking kan de vergelijker 20 een signaal afgeven dat de operateur waarschuwt of een signaal dat de eerste en/of tweede stelinrichtingen zodanig bedient dat de ingevoerde positie wordt bereikt.
In een voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding is een camera voorzien voor het 25 waarnemen van het door de schijfvormige elementen veroorzaakte wegwerpgedrag van de grond. Bij voorkeur is de computer voorzien van een programma voor het analyseren van het door de camera waargenomen wegwerpgedrag. Het is gebleken dat het wegwerpgedrag van de grond tijdens bedrijf van de 30 inrichting onder meer indicaties kan geven omtrent de grondgesteldheid. Door dit wegwerpgedrag, dat eenvoudig visueel waar te nemen is, te analyseren kan een indicatie omtrent het bedrijf verkregen worden. Deze indicatie kan gebruikt worden om het momentane bedrijf van de inrichting 35 bij te stellen. Daarnaast kan de indicatie gebruikt worden 10 1 654 1-1 5 voor toekomstig gebruik, in het bijzonder wanneer de indicatie gekoppeld wordt aan posititiegegevens.
Een uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding wordt aldus gekenmerkt doordat gebaseerd op het 5 analyseresultaat de computer gegevens opslaat voor toekomstige besturing van de instelmiddelen en/of de computer signalen afgeeft voor de momentane besturing van de instelmiddelen.
Wanneer de inrichting wordt voortbewogen door een 10 aandrijvend voertuig, heeft het voordeel dat de inrichting is voorzien van middelen voor het gedurende bedrijf van de inrichting meten van het vermogen respectievelijk koppel van het aandrijvend voertuig, en het versturen van de meetgegevens naar de computer. Bij voorkeur stuurt de 15 computer gebaseerd op de meetgegevens met betrekking tot het vermogen respectievelijk koppel toekomstig of momentaan bedrijf van de inrichting. Het vermogen of koppel van het aandrijvende voertuig blijkt een indicatie te verschaffen voor onder meer de grondgesteldheid, en de arbeid die nodig 20 is om de grond naar wens te bewerken.
De uitvinding zal hierna bij wijze van voorbeeld nader toegelicht worden aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Hierin toont:
Figuur IA, 1B en 1C respectievelijk een boven-, 25 onder- en zijaanzicht van een uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij de schijfvormige elementen dwars op de draagbalk staan;
Figuur 2A, 2B en 2C respectievelijk een boven-, onder- en zijaanzicht van een uitvoering van een inrichting 30 volgens de uitvinding, waarbij de schijfvormige elementen onder een hoek ten opzichte van de draagbalk staan;
Figuur 3A, 3B en 3C respectievelijk een boven-, onder- en zijaanzicht van een uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij de schijfvormige elementen 101 654 Ή 6 zowel onder een hoek ten opzichte van de draagbalk als onder een inclinatiehoek ten opzichte van de grond staan, en
Figuur 4 schematisch een aanzicht in doorsnede ter plaatse van een kogelgewricht van een inrichting volgens de 5 uitvinding.
De uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkingsinrichting van het algemene type beschreven in EP-A-0 482 538, die ook wel schijveneg genoemd wordt. Een dergelijke inrichting is voorzien van een zich dwars op de 10 voortbewegingsrichting van de inrichting uitstrekkende draagbalk 1. De draagbalk 1 draagt evenwijdig aan elkaar staande, schijfvormige elementen 2. De afstand tussen de schijfvormige elementen 2 bedraagt bij voorbeeld 15 cm, terwijl hun diameter 50 cm of meer kan bedragen.
15 Elk van de schijfvormige elementen 2 is voorzien van een althans nagenoeg centraal gelegen kogelgewricht 3. Bij voorkeur zijn het kogelgewricht 3 en het schijfvormige element 2 voorzien van een opening 5 respectievelijk 6 (figuur 4), geschikt voor het opnemen van een draaias 4. Voor 20 het instellen en vergrendelen van de hoek van elk schij fvormige lichaam 2 ten opzichte van de draagbalk 1, is een stelarm 7 aanwezig die evenwijdig aan de draaias 4 loopt. Elk kogelgewricht 3 is via een gewrichtsarm 8, die bij voorkeur gebogen is, verbonden met de stelarm 7.
25 De stelarm 7 is via een eerste stelinrichting 9 verbonden met de draagbalk 1. De eerste stelinrichting 9 heeft een werkingsrichting die in hoofdzaak evenwijdig is aan de stelarm 7. Aldus wordt een compacte constructie verkregen. Bij voorkeur is de stelinrichting een hydraulische cilinder, 30 zodat deze tevens gebruikt kan worden als vergrendelingsinrichting voor de ingestelde positie.
Natuurlijk kunnen ook andere stelinrichtingen die tevens vergrendelen gebruikt worden. Door bediening van de eerste stelinrichting 9 kan aldus de hoek van de schi j fvormige 35 elementen 2 ten opzichte van de draagbalk 1 worden ingesteld.
Aanvullend kan de inclinatiehoek van elk schijfvormig element 2 ten opzichte van de grond instelbaar 1 O ··? r* & 'j , * O i W ίί 7 en vergrendelbaar zijn, doordat de draagbalk 1 omhoog zwenkbaar is gemonteerd. Dit wordt bij voorkeur gerealiseerd door middel van een tweede stelinrichting 11 die de draagbalk 1 omhoogzwenkt. Om krachten werkende op de draaias 4 te 5 ontlasten is de draaias 4 door middel van draaiasarmen 10 verbonden met de draagbalk 1.
Om het omhoogzwenken van de draagbalk 1 gecontroleerd te doen plaatsvinden is aan de uiteinden van de draaias 4 een plaatvormig element 12 aangebracht. Dit 10 plaatvormige element 12 is voorzien van een sleufvormige opening 13 voor het opnemen van de uiteinden van de draagbalk 1.
De verschillende posities die de schijfvormige elementen 2 van de inrichting volgens de uitvinding kunnen 15 innemen, zijn weergegeven in de Figuren 1 tot en met 3. In Figuur IA, 1B en 1C is de stand weergegeven waarin de schijfvormige elementen dwars op de draagbalk 1 staan. In figuur 2A, 2B en 2C is de stand weergegeven waarbij, door correcte bediening van de eerste stelinrichting 9, de 20 schijfvormige elementen 2 onder een hoek ten opzichte van de draagbalk 1 staan. In figuur 3A, 3B en 3C wordt de stand getoond waarbij, door correcte bediening van de tweede stelinrichting 11, de schijfvormige elementen 2 tevens onder een inclinatiehoek ten opzichte van de grond staan, met 25 andere woorden scheppend zijn.
Zoals in figuur 4 is weergegeven, is elk kogelgewricht 3, in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld door dimensionering van de opening 5, uitsluitend geschikt voor het instellen van de hoek van elk schijfvormige lichaam 2 ten 30 opzichte van de draagbalk 1. Hoewel het kogelgewricht 3 ook kan worden geconstrueerd om instellen van de inclinatiehoek toe te staan, dus niet via het heffen van de draagbalk 1, zou een dergelijk kogelgericht onevenredig duur worden, en zou de bediening van de inrichting gecompliceerd worden.
35 Het zal duidelijk zijn dat ook de tweede I U i -/ - - ί Ά 8 stelinrichting 11 tevens een vergrendelingsinrichting kan zijn.
Teneinde een vergaande automatische bediening van de inrichting te verkrijgen, die rekening houdt met onder 5 meer de bodemgesteldheid (type, vochtigheid en dergelijke van de grond) , het grondreliëf, de vorm en grootte van het te bewerken perceel, de snelheid en positie van de inrichting ten opzichte van het te bewerken perceel grond, is ten minste één van de stelinrichtingen 9, 11 door een computer 14, 10 schematisch weergegeven in figuur 1B, gestuurd.
De computer 14 is voorzien van een geheugen 15 voor het bevatten van relevante gegevens zoals één of meer gegevens uit de groep bestaande uit: plattegrond te bewerken grond, reliëf te bewerken grond, grondtype, gecultiveerd 15 gewas, aanwezigheid onkruid, type onkruid, en grondgesteldheid. De inrichting bevat middelen 16 voor het bepalen van de snelheid van beweging van de inrichting, en voor het verschaffen van snelheidsgegevens aan de computer 14 .
20 Middelen 17 bepalen de momentane positie van de inrichting ten opzichte van de te bewerken grond, en verschaffen positiegegevens aan de computer 14. De positiebepalingsmiddelen 17 zijn in het bijzonder geschikt voor het ontvangen van GPS-gegevens. De computer 14 kan dan 25 de stelinrichtingen 9, 11 sturen gebaseerd op één of meer van de genoemde gegevens.
Het kan tijdens het gebruik van de bekende inrichting gebeuren dat de instelling ongewenst verandert, ondanks de vergrendeling van de ingestelde positie. Volgens 30 een aspect van de uitvinding kan door middel van meetmiddelen voor het meten van de door ten minste één van de schijfvormige elementen 2 ingenomen hoek, een indicatie gegeven worden van de momentane positie van de schijfvormige elementen 2. Deze indicatie kan worden doorgegeven aan de 35 operateur van de inrichting, die een vergelijk kan maken of
101 654 H
9 de momentane positie van de schijven overeenkomt met de veronderstelde ingestelde positie.
Voordelig is echter dat de meetmiddelen de positie aan de computer 14 doorgeven. Deze kan zijn voorzien van 5 vergelijkingsmiddelen die de momentane positie vergelijken met de ingestelde positie. Bij afwijking kan de vergelijker een signaal afgeven dat de operateur waarschuwt of een signaal dat de stelinrichtingen 9, 11 zodanig bedient dat de ingevoerde positie wordt bereikt.
10 In een voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding is een camera voorzien voor het waarnemen van het door de schijfvormige elementen veroorzaakte wegwerpgedrag van de grond. Bij voorkeur is de computer voorzien van een programma voor het analyseren van 15 het door de camera waargenomen wegwerpgedrag. Het is gebleken dat het wegwerpgedrag van de grond tijdens bedrijf van de inrichting onder meer indicaties kan geven omtrent de grondgesteldheid. Door dit wegwerpgedrag, dat eenvoudig visueel waar te nemen is, te analyseren kan een indicatie 20 omtrent het bedrijf verkregen worden. Deze indicatie kan gebruikt worden om het momentane bedrijf van de inrichting bij te stellen. Daarnaast kan de indicatie gebruikt worden voor toekomstig gebruik, in het bijzonder wanneer de indicatie gekoppeld wordt aan posititiegegevens.
25 Een uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding wordt aldus gekenmerkt doordat gebaseerd op het analyseresultaat de computer gegevens opslaat voor toekomstige besturing van de instelmiddelen en/of de computer signalen afgeeft voor de momentane besturing van de 30 instelmiddelen.
Wanneer de inrichting wordt voortbewogen door een aandrijvend voertuig, heeft het voordeel dat de inrichting is voorzien van middelen voor het gedurende bedrijf van de inrichting meten van het vermogen respectievelijk koppel van 35 het aandrijvend voertuig, en het versturen van de 101 654 1»* 10 meetgegevens naar de computer. Bij voorkeur stuurt de computer gebaseerd op de meetgegevens met betrekking tot het vermogen respectievelijk koppel toekomstig of momentaan bedrijf van de inrichting. Het vermogen of koppel van het 5 aandrijvende voertuig blijkt een indicatie te verschaffen voor onder meer de grondgesteldheid, en de arbeid die nodig is om de grond naar wens te bewerken.
1016S4 1«i
Claims (25)
1. Inrichting voor het bewerken van grond, waarbij de inrichting in bedrijf een bewegingsrichting heeft, waarbij de inrichting een draagbalk (1) omvat voor het dragen van evenwijdig aan elkaar staande schijfvormige lichamen (2), 5 waarbij de hoek van elk schijfvormige lichaam (2) ten opzichte van de draagbalk (1) instelbaar en vergrendelbaar is, met het kenmerk, dat elk schijf vormig lichaam (2) door middel van een kogelgewricht (3) aan de draagbalk (1) gemonteerd is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een draaias (4), dat elk kogelgewricht (3) en elk schijfvormige lichaam (2) is voorzien van een althans nagenoeg centrale opening (5 respectievelijk 6) voor het ontvangen van de draaias (4).
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een stelarm (7) die evenwijdig aan de draaias (4) is, waarbij elk kogelgewricht (3) via een gewrichtsarm (8) is verbonden met de stelarm (7), en dat de stelarm (7) via een eerste stelinrichting (9) is 20 verbonden met de draagbalk (1).
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de gewrichtsarm (8) gebogen is.
5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de eerste stelinrichting (9) een 25 werkingsrichting heeft die in hoofdzaak evenwijdig is aan de stelarm (7).
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inclinatiehoek van elk schijfvormig element (2) ten opzichte van de grond instelbaar en 30 vergrendelbaar is doordat de draagbalk (1) omhoog zwenkbaar gemonteerd is.
7. Inrichting volgens conclusie 6, onder verwijzing naar conclusie 2, met het kenmerk, dat de draaias (4) door 1016541·" middel van draaiasarmen (10) verbonden is met de draagbalk (1) .
8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de draagbalk (1) door middel van een tweede 5 stelinrichting (11) omhoog zwenkbaar is.
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat aan de uiteinden van de draaias (4) een plaatvormig element (12) is aangebracht, welk plaatvormig element (12) is voorzien van een sleufvormige opening (13) 10 voor het opnemen van de uiteinden van de draagbalk (1).
10. Inrichting volgens conclusie 6, 7, 8 of 9, met het kenmerk, dat elk kogelgewricht (3) uitsluitend geschikt is voor het instellen van de hoek van elk schijfvormige lichaam (2) ten opzichte van de draagbalk (1).
11. Inrichting volgens conclusie 3 of 8, met het kenmerk, dat de stelinrichtingen (9, 11) tevens vergrendelingsinrichtingen zijn.
12. Inrichting volgens conclusie 3 of 8, met het kenmerk, dat ten minste één van de stelinrichtingen (9, 11) 20 door een computer (14) wordt gestuurd.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de computer (14) is voorzien van een geheugen (15) bevattende één of meer gegevens uit de groep bestaande uit: plattegrond te bewerken grond, reliëf te bewerken grond, 25 grondtype, gecultiveerd gewas, aanwezigheid onkruid, type onkruid, en grondgesteldheid.
14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van middelen (16) voor het bepalen van de snelheid van beweging van de inrichting, 30 en voor het verschaffen van snelheidsgegevens aan de computer (14) .
15. Inrichting volgens conclusie 12, 13 of 14, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van middelen (17) voor het bepalen van de momentane positie van de inrichting, en van middelen voor het verschaffen van positiegegevens aan de computer (14) .
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de positiebepalingsmiddelen (17) geschikt zijn voor het 5 ontvangen van GPS-gegevens.
17. Inrichting volgens' conclusie 13, 14, 15 of 16, met het kenmerk, dat de computer (14) de stelinrichtingen (9, 11) stuurt gebaseerd op één of meer van de genoemde gegevens.
18. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk, dat de inrichting meetmiddelen bevat voor het meten van de momentane positie van ten minste één schijfvormig element (2).
19. Inrichting volgens conclusie 12 en 18, met het kenmerk, dat de computer (14) een vergelijkingsinrichting 15 bevat voor het vergelijken van de gewenste, i.e. in te stellen positie van de schijfvormige elementen met de momentane positie zoals gemeten door de meetmiddelen.
20. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de vergelijkingsinrichting een signaal afgeeft voor het 20 sturen van de stelinrichtingen (9, 11).
21. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 12 tot en met 20, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een camera voor het waarnemen van het door de schijfvormige elementen veroorzaakte wegwerpgedrag van de 25 grond.
22. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de computer is voorzien van een programma voor het analyseren van het door de camera waargenomen wegwerpgedrag.
23. Inrichting volgens conclusie 22, met het kenmerk, 30 dat gebaseerd op het analyseresultaat de computer gegevens opslaat voor toekomstige besturing van de instelmiddelen en/of de computer signalen afgeeft voor de momentane besturing van de instelmiddelen.
24. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 12 35 tot en met 23, waarbij de inrichting wordt voortbewogen door 101 654 l"* * een aandrijvend voertuig, met het kenmerk, dat de inrichting verder is voorzien van middelen voor het gedurende bedrijf van de inrichting meten van het vermogen respectievelijk koppel van het aandrijvend voertuig, en het versturen van de 5 meetgegevens naar de computer.
25. Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat de computer gebaseerd op de meetgegevens met betrekking tot het vermogen respectievelijk koppel toekomstig of momentaan bedrijf van de inrichting stuurt. 101 65 4 1·«
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1016541A NL1016541C2 (nl) | 2000-11-03 | 2000-11-03 | Grondbewerkingsinrichting. |
EP01204057A EP1203521A1 (en) | 2000-11-03 | 2001-10-25 | A device for soil preparation |
US09/985,261 US20020053444A1 (en) | 2000-11-03 | 2001-11-02 | Device for soil preparation |
AU87326/01A AU8732601A (en) | 2000-11-03 | 2001-11-02 | A device for soil preparation |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1016541A NL1016541C2 (nl) | 2000-11-03 | 2000-11-03 | Grondbewerkingsinrichting. |
NL1016541 | 2000-11-03 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1016541C2 true NL1016541C2 (nl) | 2002-05-07 |
Family
ID=19772339
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1016541A NL1016541C2 (nl) | 2000-11-03 | 2000-11-03 | Grondbewerkingsinrichting. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20020053444A1 (nl) |
EP (1) | EP1203521A1 (nl) |
AU (1) | AU8732601A (nl) |
NL (1) | NL1016541C2 (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
MA30829B1 (fr) * | 2008-04-04 | 2009-11-02 | Said Kamal | Systeme de commande hydraulique pour le changement d'orientation des disques de la charrue du tracteur |
US20100314144A1 (en) * | 2009-06-10 | 2010-12-16 | Mark Hennes | Blade arrangement for disk harrows |
US10064322B2 (en) * | 2015-09-23 | 2018-09-04 | Deere & Company | Compact tillage implement with independent rank adjustment |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1796311A (en) * | 1927-08-25 | 1931-03-17 | George Voss | Agricultural machine |
FR798565A (fr) * | 1934-12-26 | 1936-05-20 | Flaba Thomas Ets | Perfectionnements aux montages à disques orientables pour houes à betteraves |
FR2463319A1 (fr) * | 1979-08-09 | 1981-02-20 | Viaud Ste Nle | Palier porteur pour arbre oscillant |
US4275791A (en) * | 1979-07-27 | 1981-06-30 | Rottinghaus Robert B | Yieldable disc blade assembly |
EP0481538A1 (en) | 1990-10-19 | 1992-04-22 | Evers Research B.V. | Device for working the ground |
EP0482538A2 (de) | 1990-10-20 | 1992-04-29 | Sulzer Escher Wyss GmbH | Kühlgerät für einen Blasextruder |
WO1997040660A1 (en) * | 1996-05-02 | 1997-11-06 | Crister Stark | Agricultural machine |
-
2000
- 2000-11-03 NL NL1016541A patent/NL1016541C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2001
- 2001-10-25 EP EP01204057A patent/EP1203521A1/en not_active Withdrawn
- 2001-11-02 US US09/985,261 patent/US20020053444A1/en not_active Abandoned
- 2001-11-02 AU AU87326/01A patent/AU8732601A/en not_active Abandoned
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1796311A (en) * | 1927-08-25 | 1931-03-17 | George Voss | Agricultural machine |
FR798565A (fr) * | 1934-12-26 | 1936-05-20 | Flaba Thomas Ets | Perfectionnements aux montages à disques orientables pour houes à betteraves |
US4275791A (en) * | 1979-07-27 | 1981-06-30 | Rottinghaus Robert B | Yieldable disc blade assembly |
FR2463319A1 (fr) * | 1979-08-09 | 1981-02-20 | Viaud Ste Nle | Palier porteur pour arbre oscillant |
EP0481538A1 (en) | 1990-10-19 | 1992-04-22 | Evers Research B.V. | Device for working the ground |
EP0482538A2 (de) | 1990-10-20 | 1992-04-29 | Sulzer Escher Wyss GmbH | Kühlgerät für einen Blasextruder |
WO1997040660A1 (en) * | 1996-05-02 | 1997-11-06 | Crister Stark | Agricultural machine |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
AU8732601A (en) | 2002-05-09 |
EP1203521A1 (en) | 2002-05-08 |
US20020053444A1 (en) | 2002-05-09 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5031704A (en) | Guidance control apparatus for agricultural implement | |
US4930581A (en) | Guidance control apparatus for agricultural implement | |
CA1233371A (en) | Depth sensing structure for an agricultural implement | |
JP3122461B2 (ja) | 作物検出装置 | |
US5458203A (en) | Device for working the ground | |
US6397569B1 (en) | Method of adjusting a sensor unit mounted on a field machine and an adjusting device therefor | |
US5259460A (en) | Device for working the ground | |
EP0776598A1 (en) | A rotary harrow | |
NL1016541C2 (nl) | Grondbewerkingsinrichting. | |
US20210315148A1 (en) | Agricultural implements having row unit position sensors and a rotatable implement frame, and related control systems and methods | |
WO2020161001A1 (en) | A mower for an agricultural machine | |
NL1016543C2 (nl) | Grondbewerkingsinrichting. | |
NL1016542C2 (nl) | Grondbewerkingsinrichting. | |
WO2008046958A1 (en) | Front lifting device for a tractor and method for operating a tractor's front lifting device | |
US5040613A (en) | Counterbalanced sensing wand assembly | |
EP1190613A2 (en) | An implement for treating a soil surface | |
EP3476188A1 (en) | Method and system for determining and storing surface conditions for a field | |
US5088561A (en) | Sensing apparatus for a guidance system | |
EP3818795B1 (en) | Planter | |
US5579716A (en) | Device for indicating the position of a tractor with respect to a crop row or planter mark | |
US4553609A (en) | Gang plow of varible working width | |
EP3476189B1 (en) | An earth-working roller system for an agricultural machine | |
NL1005389C2 (nl) | Grondbewerkings-machine zoals een rotorkopeg of dergelijke. | |
CZ278353B6 (en) | Revesible plough with tilting soil removing blade | |
JPH1146506A (ja) | 畦塗り機 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20050601 |