NL1016241C2 - Scherminstallatie. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Scherminstallatie.

De uitvinding heeft betrekking op een scherminstallatie voor tuinbouwkassen en dergelijke en een daarin toe te passen motor.

In tuinbouwkassen en dergelijke worden scherminstallaties gebruikt om de wanden of daken van een kas te kunnen afschermen. Een 5 schermdoek wordt dan voor de wanden of daken gehangen. Een van de meest voorkomende redenen om dergelijke scherminstallaties toe te passen is het isoleren van de kas ten behoeve van energiebesparing. Een andere toepassing is het verduisteren van een kas, zowel om gewassen in de kas tegen zonlicht te beschermen als om hinderlijk 10 uitvallend licht vanuit de kas naar de omgeving te verhinderen. Verder worden dergelijke scherminstallaties gebruikt voor het onderverdelen van de kas in verschillende compartimenten. De schermen kunnen ook worden toegepast voor het filteren van licht en voor het beschermen van gewassen tegen insecten en vogels. Voor al 15 deze toepassingen is het regelmatig nodig het schermdoek op te hangen en/of weer weg te halen. Met dit doel zijn er allerlei scherminstallaties te verkrijgen waarmee het schermdoek is weg te schuiven, weg te halen of op te rollen en indien gewenst weer is terug te plaatsen.

20 In de Nederlandse octrooiaanvrage NL 8401662 wordt een scherminstallatie beschreven, waarin het schermdoek met een zijde aan een buis is bevestigd. Door middel van een daarvoor ingerichte motor kan het schermdoek opgerold worden op deze buis. De motor wordt in de buis geplaatst, zodat de lichtinval in de kas niet wordt 25 verstoord door de aanwezigheid van de motor. Zoals gebruikelijk in alle bekende scherminstallaties wordt een elektromotor toegepast voor het aandrijven van de buis waarop het schermdoek kan worden op-of afgerold. Deze elektromotoren zijn oorspronkelijk ontwikkeld voor het op- en afrollen van het doek van een zonnescherm voor gebruik in 30 kantoren en huizen. In tuinbouwkassen en dergelijke is de vochtigheidsgraad doorgaans hoog, typisch 50-90%. Als gevolg van deze hoge vochtigheidsgraad slijt de motor sneller dan gebruikelijk.

- 2 -

Bovendien blijkt dat vocht zich verzamelt in de buis, waardoor de motor nog meer met het vocht in contact komt en daardoor nog sneller slijt. Buiten slijtage van de elektromotor, ontstaat er door het vocht ook nog gevaar voor kortsluiting en brand. De levensduur van 5 een in een scherminstallatie toegepaste elektromotor in een dergelijke vochtige omgeving is in het algemeen een half tot anderhalf jaar. Dat is ongeveer 5-15% van de levensduur van de scherminstallatie zelf. Hierdoor moet de elektromotor relatief vaak worden vervangen, wat tijdrovend en duur is. Daarbij is het zeer 10 moeilijk het schermdoek handmatig op en af te rollen. Aangezien met een niet functionerende scherminstallatie de gewassen niet meer kunnen worden afgeschermd, kan dit schadelijke gevolgen hebben voor de gewassen in de kas.

In de Nederlandse aanvrage NL 9101231 wordt dit probleem 15 onderkend. In deze publicatie wordt ervoor gekozen nog steeds een elektromotor toe te passen, maar deze buiten de buis te plaatsen zodat de motor gemakkelijker te repareren en te vervangen is.

Deze installatie heeft echter een aantal nadelen. De toegepaste elektromotor is nog steeds niet bedrijfszeker door de hoge 20 vochtigheidsgraad in de tuinbouwkas. Verder wordt de lichtinval op het gewassen verstoord door de buiten de buis geplaatste motor en is er een aparte overbrenging nodig van de motor naar de buis.

Er bestaat dan ook nog steeds een grote behoefte aan bedrijfszekere scherminstallaties voor tuinbouwkassen, waarbij de 25 motoren relatief weinig ruimte innemen en bij voorkeur in de buis van de scherminstallatie kunnen worden geplaatst.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een scherminstallatie voor tuinbouwkassen en dergelijke die bedrijfszekerder is dan de tot nu toe gebruikelijke 30 scherminstallaties.

Dit doel wordt bereikt door een scherminstallatie volgens de aanhef van conclusie 1 te verschaffen die is voorzien van een motor die wordt aangedreven door een fluïdum, zoals een gas of een vloeistof, bijvoorbeeld olie. Door een met een fluïdum aangedreven 35 motor toe te passen is de kans op storingen als gevolg van een hoge vochtigheidsgraad kleiner en daardoor is de motor bedrijfszekerder. Bovendien blijkt het mogelijk te zijn om met een door een fluïdum - 3 - aangedreven motor een aanzienlijk groter koppel te verkrijgen dan met een elektromotor met in hoofdzaak gelijke afmetingen. Hierdoor wordt het mogelijk een groter schermdoek, langer en/of breder, dan gebruikelijk aan te drijven.

5 In een voorkeursuitvoering is de motor een omkeerbaar aan te drijven roterende motor. Met name voor scherminstallaties, waarbij het vlak van het schermdoek horizontaal ligt of waarbij twee buizen zijn voorzien, waartussen het schermdoek heen en weer wordt gerold, is het voordelig een motor te hebben die de buis in twee richtingen 10 kan laten roteren. Indien er een roterende motor wordt gebruikt kan de motor zo worden opgesteld dat de as in lijn ligt met de langsas van de buis, hetgeen een directe koppeling tussen de motor en de buis mogelijk maakt.

Bij voorkeur is de motor voorzien van een rem die de uitgaande 15 as van de motor blokkeert, indien de motor niet onder druk staat van het fluïdum waarmee hij wordt aangedreven, en die wordt ontkoppeld indien de motor wordt aangedreven door het fluïdum. Door het gebruik van een rem wordt voorkomen, dat bij een scherminstallatie, waarvan het vlak van het schermdoek schuin of verticaal staat, als gevolg 20 van de zwaartekracht die op het schermdoek wordt uitgeoefend, de buis gaat roteren en het schermdoek dus afrolt.

In een bijzondere uitvoeringsvorm wordt de scherminstallatie aangedreven door een met een fluïdum aangedreven omkeerbare roterende vaanrotor, bij voorkeur aangedreven met lucht. Het is 25 gebleken dat met een rotor van dit type en eventueel met een aan de rotor gekoppelde vertragingskast een geschikt koppel en een geschikte rotatiesnelheid kan worden verkregen voor het aandrijven van een buis van een scherminstallatie, waarbij de motor dusdanige afmetingen heeft dat hij ten minste voor een gedeelte in een 30 gebruikelijke buis van een scherminstallatie past.

De motor omvat bij voorkeur een uit een of meer delen in hoofdzaak cilindrisch gevormd huis dat aan een einde is voorzien van een blokvormig aansluitgedeelte. Op het aansluitgedeelte zijn twee aansluitingen voor de twee aandrijfleidingen en een aansluiting voor 35 de leiding voor het ontkoppelen van de rem aangebracht. Aan het einde van het aansluitgedeelte is een nok voorzien voor het draaivast bevestigen van de motor in bijvoorbeeld een tü 1 ö:, - 4 - geleidingsorgaan. Naast het aansluitgedeelte is het aandrijfgedeelte voorzien. De uitgaande as van het aandrijfgedeelte loopt door het remgedeelte naar een of meerdere planeetwieloverbrengingen. De uitgaande as kan draaivast worden gekoppeld aan de buis van de 5 scherminstallatie.

Een in de gebruikelijke scherminstallaties toegepast schermdoek heeft een lengte van ongeveer 80-150 meter en een breedte van 2-3 meter. Met de scherminstallatie volgens de uitvinding is het mogelijk schermdoeken met lengtes tot 300 meter aan te drijven.

10 Hierdoor wordt het mogelijk bij kassen met een lengte tot 300 meter deze gehele lengte te overbruggen met één scherminstallatie, waarvoor dan ook maar één motor hoeft te worden aangebracht. Het is dus ook niet meer nodig om voor de aandrijving van de scherminstallaties aandrijfleidingen tot midden in de kas aan te 15 brengen.

In bepaalde tuinbouwkassen, de zogenoemde foliekassen, bestaat het grootste gedeelte van de bedekking van de buitenkant van de kas niet meer uit glas maar uit een folie, bijvoorbeeld een schermdoek.

Er zijn verschillende uitvoeringen van deze foliekassen bekend, 20 zoals bijvoorbeeld tunnelkassen. Het is voordelig een dergelijke foliekas te verkrijgen die geheel open en geheel gesloten kan worden. Door middel van scherminstallaties volgens de uitvinding kan een foliekas op een eenvoudige manier geheel worden geopend en gesloten.

25 Verdere bijzondere uitvoeringsvormen zullen hiernavolgend nader worden toegelicht aan de hand van een aantal tekeningen, waarin:

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een scherminstallatie volgens de uitvinding toont.

Figuur 2 een langsdoorsnede van een omkeerbare pneumatische 30 roterende vaanmotor toont.

Figuur 3 een gedeeltelijke doorsnede van een in een buis geplaatste omkeerbare pneumatische roterende vaanmotor met aansluitingen toont.

Figuur 4 een perspectivisch aanzicht van een scherminstallatie 35 volgens de uitvinding met twee buizen toont.

Figuur 5 een gedeelte van het dak van een foliekas voorzien van scherminstallaties volgens de uitvinding.

- 5 -

In figuur 1 is een scherminstallatie volgens de uitvinding getoond. Deze scherminstallatie is als geheel aangeduid met het verwijzingscijfer 1. Het schermdoek 2 is met een zijde bevestigd aan een profielbalk 3 en met de tegenoverliggende zijde bevestigd aan 5 een buis 4. Het schermdoek 2 is voor een gedeelte om de buis 4 gerold. In de buis 4 is een motor 5 geplaatst. Deze motor 5 wordt aangedreven door een fluïdum. De motor 5 is aan een zijde met zijn aandrijfas draaivast verbonden aan de buis 4 (aan de binnenzijde van de buis) en aan de andere zijde met het motorhuis aan een 10 geleidingsorgaan 6. Dit geleidingsorgaan 6 omsluit een geleidingsrail 7, waarlangs dit geleidingsorgaan 6 vrij kan verschuiven. Een tweede geleidingsorgaan 8 is aangebracht aan het andere einde van de buis 4 van de scherminstallatie 1. Dit tweede geleidingsorgaan 8 is vrij verschuifbaar om een tweede 15 geleidingsrail 9. De buis 4 is aan deze andere zijde draaibaar gekoppeld aan het tweede geleidingsorgaan 8. Indien de motor 5 nu wordt aangedreven in de richting aangegeven met de pijl, roteert de buis in dezelfde richting en wordt het schermdoek 2 opgerold. Hierdoor wordt het geleidingsorgaan 6 en daarmee de buis 4 en het 20 tweede geleidingsorgaan 8 langs de geleidingsrails 7, 9 naar boven geleid. Wordt de buis 4 door de motor 5 in de tegenovergestelde richting geroteerd, dan wordt het schermdoek 2 afgerold. Nabij de einden van de geleidingsrails 7, 9 zijn sensoren (niet getoond) aangebracht die detecteren of de buis 4 bij het op- of afrollen van 25 het schermdoek 2 de einden van de geleidingsrails 7, 9 bereikt.

Wanneer de buis door deze sensoren wordt gedetecteerd wordt de motor bijvoorbeeld door middel van een kleppensysteem gestopt.

Figuur 2 toont een doorsnede van een omkeerbare pneumatische roterende vaanmotor. De motor, in het geheel aangeduid met het 30 verwijzingscijfer 10, omvat een uit een of meer delen in hoofdzaak cilindrisch gevormd huis 11 dat aan een einde is voorzien van een blokvormig aansluitgedeelte 12. Op het aansluitgedeelte 12 zijn twee aansluitingen 13 (waarvan één getoond) voor de twee aandrijfleidingen voorzien en een aansluiting 14 voor de leiding 15 35 voor het ontkoppelen van de rem. Tevens is er een uitlaatopening 16 voor uit de motor 10 komend fluïdum Aan het einde van het aansluitgedeelte 12 is een nok 17 voorzien voor het draaivast - 6 - bevestigen van de motor in bijvoorbeeld een geleidingorgaan. Aan de andere zijde van het aansluitgedeelte 12 ligt het aandrijfgedeelte 18, dat een bekende vaanrotor 19 omvat. De uitgaande as 20 van het aandrijfgedeelte 18 loopt door het remgedeelte 21 naar een 5 vertragingsgedeelte 22. Het vertragingsgedeelte omvat vier planeetwieloverbrengingen 23-26. De uitgaande as 27 van de motor 10 kan bijvoorbeeld worden gekoppeld aan een buis van een scherminstallatie. Het andere einde van de leiding 15 voor het ontkoppelen van de rem is bij de aansluiting 28 aangesloten op het 10 remgedeelte 21. Indien deze leiding niet onder druk staat blokkeert de rem de as van het aandrijfgedeelte. Wanneer de leiding onder druk wordt gezet wordt de rem ontkoppeld.

In figuur 3 wordt getoond hoe de motor 10 van figuur 2 bijvoorbeeld kan worden geplaatst tussen de buis 4 en het 15 geleidingsorgaan 6 van figuur 1. De motor 10 is voor ongeveer de helft van zijn lengte geplaatst in de buis 4. De nok 17 is draaivast verbonden met het geleidingsorgaan 6 dat de geleidingsrail 7 omsluit. Het geleidingsorgaan 6 kan vrij bewegen inde langsrichting van de geleidingsrail 7 door middel van bijvoorbeeld wieltjes die in 20 het geleidingsorgaan 6 zijn aangebracht. De uitgaande as 27 van de motor 10 is draaivast gekoppeld aan de buis 4. De aandrijfleidingen 29 lopen weg langs het geleidingsorgaan, zodat ze niet, wanneer het schermdoek wordt opgerold, tussen het schermdoek en de buis beklemd kunnen raken. Hiermee wordt eventuele schade aan de 25 scherminstallatie voorkomen en de bedrijfszekerheid verhoogd.

Figuur 4 toont een andere uitvoeringsvorm van de scherminstallatie volgens de uitvinding. Door het hogere koppel van de motor is het in plaats van langere schermdoeken ook mogelijk bredere schermdoeken te gebruiken. Als gevolg is het mogelijk een 30 schermdoek toe te passen waarin meerdere achter elkaar geplaatste schermen, dat wil zeggen verschillende schermtypen, zoals bijvoorbeeld voor lichtverduistering, het filteren van licht en het weren van insecten, worden gebruikt. Een voorbeeld van dergelijke scherminstallatie is getoond in figuur 4. De installatie omvat twee 35 buizen 30, 31 die ieder op een vaste hoogte ten opzichte van de kasconstructie zijn bevestigd. Eén einde van het schermdoek is bevestigd aan de eerste buis 30 en het tegenoverliggende einde van ► - 7 - het schermdoek is bevestigd aan de andere buis 31. Het schermdoek 32 bestaat uit meerdere achter elkaar geplaatste gedeelten 33, 34 die elk een specifieke schermfunctie hebben. Aan elk van de buizen 30, 31 is een door een fluïdum aangedreven motor 35, respectievelijk 36 5 gekoppeld voor het laten roteren van de buizen, zodat van het ene naar het andere gedeelte van het schermdoek kan worden overgegaan.

Een gedeelte van een dak van een foliekas wordt getoond in figuur 5. Het frame van de foliekas is opgebouwd uit gebruikelijke elementen zoals staanders 40 en liggers 41. Het dak wordt gevormd 10 door een schermdoek 42. Dit schermdoek 42 is met één zijde bevestigd aan een nokprofiel 43 en met de andere zijde aan een buis 44. Voor het openen en sluiten van het foliedak door middel van het op- en afrollen van het schermdoek 42 is een scherminstallatie volgens de uitvinding voorzien met een door een fluïdum aangedreven motor 45, 15 een geleidingsorgaan 46 en een geleidingsrail 47. De motor 45 is in het verlengde van de buis 44 geplaatst, zodat de buis een kleinere diameter kan hebben dan de motor. Het foliedak is in figuur 5 volledig gesloten afgebeeld en het schermdoek 42 wordt strak getrokken tussen het nokprofiel 43 en een gootprofiel 48. Omdat de 20 motor minder gevoelig is voor vocht dan de gebruikelijke motoren t levert het minder snel problemen als de motor in de goot met water in contact komt.

Onder het eerste schermdoek 42 is een schermdoek 49 van een tweede scherminstallatie 50 aangebracht. Met deze tweede 25 scherminstallatie 50 kan in een tweede schermfunctie worden voorzien, zoals isolatie of het geheel of gedeeltelijk tegenhouden van het binnenvallende licht. De goot is speciaal ingericht om de twee buizen van de twee scherminstallaties in zich op te kunnen nemen, zodat het dakoppervlak door beide scherminstallaties volledig 30 bedekt wordt.

35

Claims (18)

1. Scherminstallatie voor toepassing in tuinbouwkassen en dergelijke, omvattende: 5 ten minste een schermdoek (2;32;42,49), dat aan een zijde daarvan is bevestigd aan een buis (4;30,31;44), welke buis vrij kan roteren ten opzichte van de kasconstructie, en een motor (5;10;35,36;45) die is gekoppeld met de buis, zodanig dat de motor de buis kan laten roteren, waardoor het schermdoek op 10 de buis wordt op- of afgerold, met het kenmerk, dat de motor (5;10;35,36;45) wordt aangedreven door een fluïdum onder druk.

2. Scherminstallatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 motor (5; 10; 35,36; 45) een omkeerbaar roterend aandrijfmechanisme omvat.

3. Scherminstallatie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de motor (5;10;35, 36; 45) voorzien is van een rem die de 20 uitgaande as van de motor blokkeert indien de motor niet onder druk staat van het fluïdum waarmee hij wordt aangedreven, en die wordt ontkoppeld indien de motor wordt aangedreven door het fluïdum.

4. Scherminstallatie volgens een van de conclusies 1-3, met het 25 kenmerk, dat de motor (5;10;35,36;45) een omkeerbare roterende vaanrotor omvat.

5. Scherminstallatie volgens een van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de motor (5;10;35,36;45) omvat: 30 een in hoofdzaak cilindrisch gevormd huis (11) dat aan een einde is voorzien van een blokvormig aansluitgedeelte (12) dat twee aansluitingen (13) voor de twee aandrijfleidingen, een aansluiting (14) voor de leiding (15) voor het ontkoppelen van de rem en een uitlaatopening (16) voor het uit de motor komende fluïdum omvat, 35 waarbij aan het einde van het aansluitgedeelte is voorzien in een nok (17) voor het draaivast bevestigen van de motor aan bijvoorbeeld een geleidingsorgaan, \ ij - 9 - een aandrijfgedeelte (18), dat wordt aangedreven door het fluïdum uit een van de aandrijfleidingen (29), een remgedeelte (21) en een vertragingsgedeelte (22) dat een of meerdere 5 planeetwieloverbrengingen (23, 24, 25, 26) omvat.

6. Scherminstallatie volgens een van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de motor (5;10;35,36;45) althans gedeeltelijk in de buis (4;30,31;44) is geplaatst. 10

7. Scherminstallatie volgens een van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de motor (5;10;35,36;45) naast en in lijn met de buis (4;30,31;44) is geplaatst.

8. Scherminstallatie volgens een van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de zijde van het schermdoek (2;32;42,49) die ligt tegenover de zijde die aan de buis (4;30,31;44) is bevestigd, vast aan de kasconstructie is bevestigd en dat de scherminstallatie verder ten minste een vast aan de kasconstructie bevestigde 20 geleidingsrail (6,8;46) en een geleidingsorgaan (7,9;47) omvat, waarbij het geleidingsorgaan in de langsrichting van de geleidingsrail kan bewegen, waarbij de uitgaande as van de motor (5; 10; 35,36; 45,) draaivast is verbonden met de buis en het motorhuis draaivast is verbonden met het geleidingsorgaan, zodanig dat, 25 wanneer de buis wordt geroteerd, de buis, de motor en het geleidingsorgaan als gevolg van het op- of afrollen van het schermdoek een translerende beweging langs de geleidingsrail maken.

9. Scherminstallatie volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de 30 aandrijfleidingen (29) die op de motor (5;10;35,36;45) zijn aangesloten van de buis (4;30,31;44) en het schermdoek (2;32;42,49) zijn weggeleid.

10. Scherminstallatie volgens een van de conclusies 1-7, met het 35 kenmerk, dat de zijde van het schermdoek (2;32;42, 49) die ligt tegenover de zijde die is bevestigd aan de buis (4;30,31;44), is bevestigd aan een tweede buis (30,31) die eveneens is gekoppeld met * - 10 - een motor, waarbij het schermdoek meerdere in serie geplaatste schermen omvat en tussen de eerste buis en een tweede buis heen en weer kan worden gerold, waarbij de beide buizen op een vaste plaats ten opzichte van de kasconstructie zijn ondersteund. 5

11. Tuinbouwkas voorzien van ten minste één scherminstallatie volgens een van de conclusies 1-10.

12. Tuinbouwkas volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de 10 scherminstallatie over de gehele lengte van de tuinbouwkas doorloopt.

13. Foliekas voorzien van ten minste één scherminstallatie volgens een van de conclusies 1-10. 15

14. Foliekas volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de scherminstallatie over de gehele lengte van de foliekas doorloopt.

15. Foliekas volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat de 20 scherminstallatie of scherminstallaties in een gesloten toestand het gehele dakoppervlak van de foliekas overdekken en in een open toestand het volledige dakoppervlak van de foliekas openen.

16. Foliekas volgens een van de conclusies 13-15, met het kenmerk, 25 dat de scherminstallatie of scherminstallaties in een gesloten toestand de gevels van de foliekas bedekken en in een open toestand de gevels van de foliekas openen.

17. Foliekas volgens een van de conclusies 13-16, met het kenmerk, 30 dat evenwijdig aan een eerste scherminstallatie een tweede scherminstallatie met een andere schermfunctie is opgesteld.

18. Motor (5;10;35,36;45) geschikt voor gebruik in een scherminstallatie en dergelijke volgens een van de conclusies 1-10. 35 j o '·; o " ! U > '