NL1016183C2 - Inrichting voor het melken van dieren. - Google Patents

Inrichting voor het melken van dieren. Download PDF

Info

Publication number
NL1016183C2
NL1016183C2 NL1016183A NL1016183A NL1016183C2 NL 1016183 C2 NL1016183 C2 NL 1016183C2 NL 1016183 A NL1016183 A NL 1016183A NL 1016183 A NL1016183 A NL 1016183A NL 1016183 C2 NL1016183 C2 NL 1016183C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
animal
milking
milked
skin
cow
Prior art date
Application number
NL1016183A
Other languages
English (en)
Inventor
Pieter Adriaan Oosterling
Original Assignee
Prolion Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Prolion Bv filed Critical Prolion Bv
Priority to NL1016183A priority Critical patent/NL1016183C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1016183C2 publication Critical patent/NL1016183C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/12Milking stations
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J5/00Milking machines or devices
    • A01J5/017Automatic attaching or detaching of clusters
    • A01J5/0175Attaching of clusters
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K13/00Devices for grooming or caring of animals, e.g. curry-combs; Fetlock rings; Tail-holders; Devices for preventing crib-biting; Washing devices; Protection against weather conditions or insects
    • A01K13/004Rubbing-posts

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • External Artificial Organs (AREA)

Description

Inrichting voor het melken van dieren.
De uitvinding betreft een inrichting overeenkomstig de aanhef van conclusie 1. Het nadeel van de bekende inrichting is dat tijdens het onbemand melken te melken 5 dieren erg onrustig kunnen zijn en bijvoorbeeld nauwelijks stilstaan. Daardoor wordt het automatisch aansluiten van de melkbekers belemmerd want de automatische mel-kapparatuur kan de bewegingen van de spenen door de onrustige bewegingen van het te melken dier niet goed vol-10 gen.
Teneinde dit nadeel te vermijden is de inrichting uitgevoerd overeenkomstig het kenmerk van conclusie 1. Hierdoor is het op eenvoudige wijze mogelijk om de aandacht van het te melken dier af te leiden waardoor het 15 ook bij afwezigheid van mensen tot rust komt en de melkbekers om de spenen aangebracht kunnen worden.
Overeenkomstig een uitvoering is de inrichting uitgevoerd overeenkomstig conclusie 2. Door mechanische middelen langs of tegen de huid te bewegen worden de dieren 20 met eenvoudige middelen gekalmeerd.
Overeenkomstig een verbetering is de inrichting uitgevoerd volgens conclusie 3. Het bewegen van de mechanische middelen langs en/of tegen de rug blijkt een voldoende kalmerend effect te hebben, terwijl de daarvoor 25 benodigde apparatuur op eenvoudige wijze in de melkstal geplaatst kan worden en naar een in de melkstal aanwezig dier bewogen kan worden.
Overeenkomstig een verbetering is de inrichting uitgevoerd volgens conclusie 4. Hierdoor wordt op eenvoudige 30 wijze een strijkende beweging langs de huid verkregen.
1016183 2
Overeenkomstig een verbetering is de inrichting uitgevoerd volgens conclusie 5. Hierdoor is het mogelijk dat de mechanische middelen werkzaam zijn op een klein gebied van de huid van het te melken dier, waardoor het te mel-5 ken dier sneller de werking van de kalmeringsmiddelen opmerkt.
Overeenkomstig een verbetering is de inrichting uitgevoerd volgens conclusie 6. Hierdoor kan de op de huid uitgeoefende kracht gevarieerd worden, bij voorbeeld af-10 hankelijk van de identiteit van het te melken dier of van de tijd van de dag.
Overeenkomstig een verbetering is de inrichting uitgevoerd overeenkomstig conclusie 7. Hierdoor is het mogelijk om de kalmeringsmiddelen alleen in te schakelen als 15 dit noodzakelijk blijkt, bijvoorbeeld als het aansluiten van de melkbekers herhaaldelijk is afgebroken. Dit voorkomt dat de dieren aan de kalmeringsmiddelen gewend raken.
Overeenkomstig een verbetering is de inrichting uit-20 gevoerd overeenkomstig conclusie 8. Door sensoren te gebruiken die het gedrag van de dieren vaststellen, kan sneller gereageerd worden op onrustig gedrag van de dieren, waardoor het aansluiten van de melkbekers sneller kan plaats vinden.
25 Overeenkomstig een verbetering is de inrichting uit gevoerd overeenkomstig conclusie 9. Hierdoor kan op eenvoudige wijze het gedrag van het te melken dier vastgesteld worden.
Overeenkomstig een verbetering is de inrichting uit-30 gevoerd overeenkomstig conclusie 10. Hierdoor kan het gebruik van de kalmeringsmiddelen aangepast worden aan het te melken dier, bijvoorbeeld door afstemming van de druk- 1016183 3 kracht, bewegingssnelheid en frequentie op de voorkeuren van een bepaald dier.
De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden met behulp van een te-5 kening waarin figuur 1 een zijaanzicht toont van een eerste uitvoe-ringsvoorbeeld van melkstal voor koeien met kalmeringsmiddelen, figuur 2 een achteraanzicht toont van de melkstal over-10 eenkomstig figuur 1, figuur 3 een achteraanzicht toont" een~tweede uitvoerings-voorbeeld toont van een melkstal voor koeien met kalmeringsmiddelen, en figuur 4 een bovenaanzicht toont van de kalmeringsmidde-15 len volgens figuur 3.
In figuur 1 en 2 is een melkstal 1 getoond waarin een koe 8 gemolken wordt. De koe 8 is rondom ingesloten door een hek 2, waarvan enkele delen op bekende wijze scharnierbaar zijn zodat de koe 8 de melkstal 1 kan be-20 treden en verlaten. De melkstal 1 is voorzien van een voerbak 3 voor het voeren van de in de melkstal 1 aanwezige koe 8. Ook is er een niet getoonde antenne die met een transponder 4 kan communiceren en die gekoppeld is met een besturingssysteem zodat de identiteit van de in 25 de melkstal 1 aanwezige koe 8 kan worden vastgesteld.
Voor het melken is apparatuur aanwezig voor het automatisch om de spenen van de koe 8 aanbrengen van de melkbekers 7. De melkbekers 7 worden onder en om een speen gebracht met een melkrobot 5 die schematisch is 30 aangegeven. Voor het vaststellen van de posities van de spenen is op de melkrobot 5 een sensor 6 aangebracht.
Naast de melkstal 1 is een aai-inrichting 23 geplaatst. Aan een steun 13 is een arm 11 draaibaar beves- 10161 S3 4 tigd. Aan het einde van de arm 11 is een roteerbare borstel 9 bevestigd die in een rotatierichting A geroteerd kan worden door een aandrijving 10. De arm 11 is beweegbaar met een pneumatische cylinder 12.
5 Bij het betreden van de melkstal 1 door de koe 8 is de arm 11 door de pneumatische cylinder 12 omhoog gebracht zodat de koe 8 de melkstal 1 ongehinderd kan betreden. In de voerbak 3 wordt lokvoer gebracht zodat de koe 8 rustig in de melkstal 1 blijft staan. Met behulp 10 van de sensor 6 wordt de positie van de spenen bepaald en de melkrobot 5 brengt op bekende wijze de melkbekers 7 om de spenen. Voorafgaande aan het melken is in de meeste gevallen met behulp van de transponder 4 de identiteit van de koe 8 vastgesteld, zodat de melkrobot 5 van de in 15 een geheugen van het besturingssysteem aanwezige gegevens van de koe 8 gebruik kan maken. Het aansluiten van de melkbekers 7 om de spenen gaat gewoonlijk zonder problemen. Er zijn echter situaties waarbij het aansluiten meer moeite kan kosten bijvoorbeeld ten gevolge van onrustig 20 gedrag van het te melken dier.Dit onrustige gedrag kan vele oorzaken hebben. Als een dier onrustig is, beweegt het frequenter en soms ook met grote snelheid, zodat het voor de melkrobot 5 moeilijk is om de door de sensor 6 geleverde posities van de spenen accuraat te volgen zodat 25 het aanbrengen van de melkbekers kan mislukken en/of herhaald moet worden.
De besturing van de melkrobot 5 is voorzien van middelen waarmee dergelijk onrustig gedrag van dieren herkend wordt. Deze middelen gebruiken daarbij informatie 30 over het te melken dier, over het melken, over de voortgang van het aansluiten van de melkbekers 7 en eventueel de gegevens over de bewegingen van de spenen die door de sensor 6 worden waargenomen. Ook is het mogelijk dat ex- 1016183 5 tra sensors gebruikt worden die de positie en de bewegingen van de koe 8 waarnemen.
Als in de besturing is vastgesteld dat het voor het aansluiten van de melkbekers 7 beter is dat het te melken 5 dier gekalmeerd wordt, dan wordt de aai-inrichting 23 ingeschakeld. Eventueel worden uit het geheugen van de be-sturingsmiddelen de instellingen voor de aai-inrichting 23 voor de bepaalde koe opgehaald. De aai-inrichting 23 wordt ingeschakeld door de arm 11 te laten zakken met be-10 hulp van de pneumatisch cylinder 12. Hierdoor komt de roteerbare borstel 9 met een instelbare kracht te rusten op de rug van de te melken koe 8. Tegelijk wordt de aandrijving 10 gestart waardoor de borstel 9 in de rotatierich-ting A gaat roteren en een naar de staart gerichte strij-15 kende beweging op de rug van de koe uitoefent. Hierdoor wordt de aandacht van de koe 8 afgeleid en staat ze enige tijd stil of in elk geval rustiger zodat de melkrobot 5 de melkbekers 7 om de spenen kan aanbrengen.
Teneinde de aandacht van de koe 8 voldoende af te 20 kunnen leiden op het moment dat de melkbekers 7 moeten worden aangebracht bij een onrustig dier, is het van belang dat de strijkende beweging geen routine wordt en dat deze beweging alleen wordt toegepast als het noodzakelijk is. Eventueel kan de druk waarmee de roterende borstel 9 25 tijdens het melken of bij achtereenvolgende melkingen gevarieerd worden en ook kan de rotatiesnelheid gevarieerd worden.
In de figuren 3 en 4 is een tweede uitvoeringsvoor-beeld getoond van de aai-inrichting 23, welke op verge-30 lijkbare wijze wordt gebruikt als hiervoor beschreven. Hierbij wordt de zijkant van de rug van de te melken koe 8 geactiveerd door een krabber 14. De krabber 14 kan bestaan uit een klein borsteltje. Ook kan de krabber zijn 1 o 161 8 3 6 uitgevoerd met enkele veerkrachtige, gladde en afgeronde kunststof tanden die tussen de haren de huid van de koe 8 activeren. De krabber 14 is bevestigd op een arm 15 die met een arm 17 bevestigd is aan een steun 22 en die bewo-5 gen kan worden door een roteerbare schijf 16. De roteerbare schijf 16 is bevestigd op de as van een aandrijving 18 en kan roteren in een rotatierichting B. De aandrijving 18 is bevestigd op een slede 19 die langs een geleiding 20 kan bewegen. De slede 19 wordt bewogen door een 10 pneumatisch cylinder 21. De geleiding 20 en de steun 22 zijn bevestigd aan de steun 13 die naast de melkstal 1 is geplaatst. De verschillende onderdelen zijn zodanig gedimensioneerd en bestuurd dat de krabber 14 tijdens de naar de staart van het te melken dier gerichte beweging tegen 15 de huid wordt aangedrukt en tijdens de naar de kop gerichte beweging vrij blijft van de huid. Ook kan de slede 19 zodanig van de melkstal 1 vandaan gewogen worden dat de koe 8 bij het inlopen van de melkstal 1 de krabber 14 niet raakt. In de figuren 3 en 4 is de aai-inrichting 23 20 aan één zijde van de melkstal 1 getoond. Het is vanzelfsprekend ook mogelijk dat deze aai-inrichting 23 boven de melkstal 1 is geplaatst en de bovenzijde van de rug van de koe activeert. Eventueel worden er meerdere aai-inrichtingen 23 toegepast, bijvoorbeeld aan weerszijden 25 van de melkstal 1 en erboven.
Naast de hier besproken uitvoeringsvoorbeelden waarbij de huid van de te melken koe 8 met mechanische middelen wordt geactiveerd, is het ook mogelijk om de huid op andere wijze te activeren, zodat de koe 8 tot rust komt.
30 Een voorbeeld hiervan is het ter plaatse toevoeren van warmtestraling, zodat een weldadig gevoel ontstaat. Ook andere vormen van elektro-magnetische straling zijn mogelijk en eventueel ook ultra- of subsoon geluid. Naast het activeren van de bovenkant en zijkanten van de rug kunnen 1016183 5 7 ook andere delen van de koe 8 geactiveerd worden, waarbij bijvoorbeeld delen van de buik geactiveerd worden.
101618 3

Claims (10)

1. Inrichting voor het melken van dieren omvattende een melkstal (1) en automatische melkapparatuur (5,6) voor 5 het aanbrengen van melkbekers (7) om spenen van een te melken dier (8) met het kenmerk dat in de melkstal kalmeringsmiddelen (23) zijn aangebracht die werkzaam zijn op in de huid van het te melken dier gelegen zintuigen.
2. Inrichting overeenkomstig conclusie 1 met het kenmerk dat de kalmeringsmiddelen mechanische middelen (9,14) omvatten die langs en/of tegen de huid bewegen.
3. Inrichting overeenkomstig conclusie 2 met het kenmerk dat de mechanische middelen langs en/of tegen de bo- 15 ven en/of zijkant van de rug bewegen.
4. Inrichting overeenkomstig een der conclusies 2 of 3 met het kenmerk dat de mechanische middelen een roterend borstel (9) omvatten.
5. Inrichting overeenkomstig een der conclusies 2, 3 of 4 20 met het kenmerk dat de mechanische middelen een krabber en/of borstel (14) omvatten die een overwegend rechtlijnige beweging langs en/of tegen de huid maakt.
6. Inrichting overeenkomstig een der conclusies 4 of 5 met het kenmerk dat de mechanische middelen aandruk- 25 middelen (12,21) omvatten voor het met een instelbare kracht tegen de huid drukken van de krabber en/of borstel (9,14).
7. Inrichting overeenkomstig een der voorgaande conclusies met het kenmerk dat inschakelmiddelen aanwezig 30 zijn voor het vaststellen dat de kalmeringsmiddelen (23) ingeschakeld moeten worden. 1016163
8. Inrichting overeenkomstig conclusie 7 met het kenmerk dat de inschakelmiddelen verbonden zijn met sensoren (6) waarmee de posities en/of bewegingen van het dier (8) of delen ervan worden vastgesteld.
9. Inrichting overeenkomstig conclusie 8 met het kenmerk dat de sensoren (6) bovendien gebruikt worden voor het vaststellen van de posities van de spenen voor het aanbrengen van de melkbekers.
10. Inrichting overeenkomstig conclusie 7, 8 of 9 met 10 het kenmerk dat de inschakelmiddelen gebruik maken van eventueel bij eerdere melkingen in een geheugen opgeslagen gegevens van het te melken dier. 1C16U3
NL1016183A 2000-09-14 2000-09-14 Inrichting voor het melken van dieren. NL1016183C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016183A NL1016183C2 (nl) 2000-09-14 2000-09-14 Inrichting voor het melken van dieren.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016183A NL1016183C2 (nl) 2000-09-14 2000-09-14 Inrichting voor het melken van dieren.
NL1016183 2000-09-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1016183C2 true NL1016183C2 (nl) 2002-03-15

Family

ID=19772079

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1016183A NL1016183C2 (nl) 2000-09-14 2000-09-14 Inrichting voor het melken van dieren.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1016183C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1026513C2 (nl) * 2004-06-29 2005-12-30 Lely Entpr Ag Inrichting voor het automatisch uitvoeren van een diergerelateerde handeling en werkwijze voor het uitvoeren van een diergerelateerde handeling.
WO2015057141A1 (en) * 2013-10-14 2015-04-23 Delaval Holding Ab Gate arrangement and animal feeding station

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3766890A (en) * 1968-04-05 1973-10-23 W Baker Cow controlling method
US5878692A (en) * 1994-12-28 1999-03-09 Alfa Laval Agri Ab Apparatus and method for monitoring animals
US5950562A (en) * 1994-12-28 1999-09-14 Alfa Laval Agri Ab Apparatus for and a method of managing animals

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3766890A (en) * 1968-04-05 1973-10-23 W Baker Cow controlling method
US5878692A (en) * 1994-12-28 1999-03-09 Alfa Laval Agri Ab Apparatus and method for monitoring animals
US5950562A (en) * 1994-12-28 1999-09-14 Alfa Laval Agri Ab Apparatus for and a method of managing animals

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1026513C2 (nl) * 2004-06-29 2005-12-30 Lely Entpr Ag Inrichting voor het automatisch uitvoeren van een diergerelateerde handeling en werkwijze voor het uitvoeren van een diergerelateerde handeling.
EP1611783A1 (en) * 2004-06-29 2006-01-04 Lely Enterprises AG A device for automatically performing an animal related action and a method for this purpose
WO2015057141A1 (en) * 2013-10-14 2015-04-23 Delaval Holding Ab Gate arrangement and animal feeding station

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL193715C (nl) Inrichting voor het melken van een dier.
US6050219A (en) Apparatus for milking animals
AU2013348451B2 (en) A leg spreading device to be mounted in a milking stall
CA2626286C (en) Arrangement and method for visual detection in a milking system
NL193181C (nl) Inrichting voor het melken van een dier.
NL1018146C2 (nl) Inrichting voor het afkoelen van een melkdier, zoals een koe.
EP0313109A1 (en) Implement for milking animals
NL9200091A (nl) Melkmachine.
NL1009632C2 (nl) Automatische melkinrichting met lichtsensor.
EP0643910A2 (en) A cleaning apparatus
NL1016183C2 (nl) Inrichting voor het melken van dieren.
US4805559A (en) Implement for milking animals
NL1016375C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het reinigen van spenen.
NL9200924A (nl) Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
JP2001500746A (ja) 家畜の搾乳装置を含む構成及びその方法
CA2388923C (en) Means for improved milking
US6158394A (en) Apparatus for and a method of controlling the position of an animal in a space having a floor
WO1999031970A1 (en) An animal related apparatus
NL1016380C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het reinigen van spenen.
EP3634117B1 (en) Control system for a rotary milking parlor and method of controlling a rotary milking parlor
NL1017984C2 (nl) Melkinrichting.
EP1267606B1 (en) Milking apparatus with pretreatment system
WO2003086057A1 (en) Tiltable feed trough
NL192318C (nl) Inrichting voor het melken van dieren.
NL9200095A (nl) Melkmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050401