NL1016146C2

NL1016146C2 - Duvet cover comprises sleeve of material with section into which duvet fits and which fastens it to cover and tuck-in section at end which fastens under duvet or can be used to fit over longer duvet

Info

Publication number: NL1016146C2
Application number: NL1016146A
Authority: NL
Inventors: Madelon Revermann
Original assignee: Madelon Revermann
Priority date: 1999-09-10
Filing date: 2000-09-11
Publication date: 2001-03-20

Abstract

The duvet cover comprises a sleeve of material with a section (13) into which the duvet fits and which fastens it to the cover. A tuck-in section (14) at the end is fastened under the duvet or can be used to fit over a longer duvet.

Description

Dekbedhoes.Duvet cover.

De uitvinding betreft een dekbedhoes.The invention relates to a duvet cover.

De laatst bekende stand van de techniek op het gebied 5 van de dekbedhoes is: een hoes bestaande uit een boven- en benedendeel die aan de bovenrand naadloos in elkaar overgaan en ter weerszijden permanent door een stiknaad aan elkaar zijn vastgezet met alleen een opening aan de onderrand bij de instopstrook; een overeenkomstige hoes met voorts in het bo-10 vendeel daarvan een halverwege tussen de boven- en onderrand vanaf de ene zijrand tot aan de andere zijrand lopende, met drukknopen te sluiten spleetopening; en een hoes als eerstgenoemde, waarbij de stiknaden ter weerszijden vervangen zijn door telkens een vanaf de bovenrand tot vrijwel de onderrand 15 doorlopende ritssluiting.The last known state of the art in the field of the duvet cover is: a cover consisting of an upper and lower part that seamlessly merge at the top edge and are permanently secured together on both sides by a stitching seam with only an opening on the bottom edge at the tuck-in strip; a corresponding sleeve further comprising in the top part thereof a slit opening halfway between the top and bottom edge from one side edge to the other side edge, which can be closed with snap fasteners; and a cover as the former, wherein the stitching seams on both sides have been replaced by a zipper running from the top edge to almost the bottom edge.

UK Patent Application GB 2272639 A beschrijft een tweedelige hoes met een benedendeel langs alle vier buitenranden waarvan via een permanente stiknaad respectieve stofstroken zijn vastgenaaid. Deze stofstroken zijn naar binnen toe omge-20 slagen op de naar het bovendeel gekeerde zijde van het bene-denpaneel en met hun bij elkaar komende uiteinden onder verstek permanent aan elkaar vastgenaaid. Aldus is bovenop het benedendeel als het ware een sponning gevormd. Het dekbed is met zijn vier buitenranden in de sponning gestoken. Het bo-25 vendeel is met drukknopen aan zijn buitenranden vastgezet aan de vrije langsranden van de stofstroken.UK Patent Application GB 2272639 A describes a two piece cover with a bottom section along all four outer edges of which respective fabric strips are sewn with a permanent stitching. These fabric strips are turned inwardly on the upper side of the lower panel, and with their mating ends permanently sewn together by miter. Thus, as it were, a rebate is formed on top of the lower part. The duvet is inserted into the rebate with its four outer edges. The top part is secured with snap fasteners on its outer edges to the free longitudinal edges of the fabric strips.

Nadelen van deze bekende dekbedhoezen zijn: het feit dat het dekbed door haar eigen afmeting en volume moeilijk vlak in de hoes geplaatst kan worden en het feit dat het moeite 30 kost om de hoeken en randen van het dekbed precies in de hoeken en randen van de hoes te positioneren. Hoe groter het dekbed, des te groter is de benodigde lichamelijke inspanning om de hoes er goed omheen te krijgen. Bij de tweedelige hoes met vier insteekflappen en los bovendeel, beschreven in pa-35 tent GB 2272639, zijn de problemen dat het dekbed makkelijk verschuift op het matras door het ontbreken van een instopstrook, dat er door het ontbreken van een instopstrook een groot aantal gemakkelijk losneembare verbindingen nodig zijn om het benedendeel met het bovendeel te fixeren en dat de 40 insteekflappen aan alle zijden van het benedendeel van de 1 0 1 61 4 6^ 2 hoes, deze uitsluitend geschiktmaakt voor een dekbed met een overeenkomstige lengte- en breedtemaat. Bovendien zijn de stofstroken nodig, en bevindt zich langs de bovenrand van de hoes een stiknaad, hetgeen oncomfortabel is.Disadvantages of these known duvet covers are: the fact that due to its own size and volume, the duvet is difficult to place flat in the cover and the fact that it takes effort to place the corners and edges of the duvet exactly in the corners and edges of the position cover. The larger the duvet, the greater the physical effort required to get it around properly. With the two-piece cover with four insert flaps and loose top part, described in patent GB 2272639, the problems are that the duvet easily shifts on the mattress due to the lack of a tuck-in strip, that a large number of easily detachable connections are required to fix the bottom part with the top part and that the 40 insert flaps on all sides of the bottom part of the 1 0 1 61 4 6 ^ 2 cover make it suitable only for a duvet of a corresponding length and width. In addition, the fabric strips are required, and there is a stitching along the top edge of the cover, which is uncomfortable.

5 Het doel van de uitvinding is veelzijdig en beoogt in een aspect een hoes die zodanig ontworpen is dat het verwisselen van de hoes om.het dekbed zeer eenvoudig is. In een ander aspect beoogt de uitvinding de hiervoor genoemde problemen op te heffen.The object of the invention is versatile and in one aspect aims to provide a cover which is designed in such a way that changing the cover around the duvet is very simple. In another aspect, the invention aims at overcoming the aforementioned problems.

10 Het principe van de uitvinding is gebaseerd op het idee dat de hoes op althans een van de boven- en benedendeel en/of aan de zijkanten zoveel mogelijk, bij voorkeur volledig te openen is, waardoor het dekbed eenvoudig in de juiste positie op het onderste deel van de hoes gelegd wordt en daarna met 15 het bovenste deel wordt bedekt en gefixeerd. Door het volgens een voorkeursuitvoering althans in hoofdzaak volledig openen van de hoes en de voorziening van telkéns een insteekflap ter weerszijden, is het dekbed gemakkelijk op de juiste plaats in de hoes te brengen en door het gebruik van gemakkelijk los-20 neembare verbindingen tussen bovendeelsegmenten onderling en/of tussen boven- en benedendeel blijft het dekbed goed in de hoes liggen. Met behulp van de instopstrook is het geheel onder het matras te fixeren en zijn de gemakkelijk losneembare verbindingen tussen beneden- en bovendeel tot een minimum 25 te beperken. Deze methode maakt het bovendien mogelijk de hoes met geringe lichamelijke inspanning te verwisselen en maakt de hoes bruikbaar voor dekbedden met verschillende lengtematen. Daarnaast kan de hoes uit zo min mogelijk afzonderlijke lappen stof vervaardigd worden, hetgeen een vervaar-30 digingseconomisch voordeel betekent. Voorts is het mogelijk, de bovenrand van de hoes naadloos uit te voeren, hetgeen het comfort ten goede komt. Bovendien is de hoes volgens de uitvinding ook geschikt om zonder dekbed te gebruiken, bijvoorbeeld wanneer het te warm is voor een dekbed.The principle of the invention is based on the idea that the cover can be opened as much as possible on at least one of the top and bottom parts and / or on the sides, so that the duvet is simply in the correct position on the bottom part of the cover is laid and then the top part is covered and fixed. By, according to a preferred embodiment, at least substantially opening the cover completely and providing each insertion flap on both sides, the duvet can easily be placed in the correct position in the cover and by the use of easily detachable connections between top segments mutually and / or between the top and bottom part, the duvet remains well in the cover. With the help of the tuck-in strip, the whole can be fixed under the mattress and the easily detachable connections between the lower and upper parts can be kept to a minimum. This method also makes it possible to change the cover with little physical effort and makes the cover suitable for duvets with different lengths. In addition, the cover can be manufactured from as few separate pieces of fabric as possible, which means a production economic advantage. Furthermore, it is possible to make the top edge of the cover seamless, which improves comfort. In addition, the cover according to the invention is also suitable for use without a duvet, for example when it is too warm for a duvet.

35 Het volledig openen van de hoes kan volgens de uitvin ding op verschillende manieren:According to the invention, opening the cover completely can be done in different ways:

Type A: het beneden- en bovendeel van de hoes zitten bij de bovenrand en de zijranden aan elkaar vast (de hoes blijft i! Ï ( ' ; -\'f ,;**«! 3 één geheel). Type A is desondanks volledig of nagenoeg volledig te openen.Type A: the lower and upper parts of the cover are joined together at the top edge and the side edges (the cover remains one piece). Type A is nevertheless fully or almost completely open.

Type B: het beneden- en bovendeel van de hoes zijn gesplitst (de hoes bestaat uit twee afzonderlijke delen: een 5 beneden- en een bovendeel).Type B: the bottom and top part of the cover are split (the cover consists of two separate parts: a 5 bottom and a top part).

Type A en B verschillen niet wezenlijk op het gebied van het gebruiksgemak; het plaatsen van het dekbed in de hoes vraagt voor alle types vrijwel dezelfde (geringe) lichamelijke inspanning. Type B kent echter een groot milieuvoordeel 10 bij het wassen van de hoes: het benedendeel van de hoes is de zijde die direct contact maakt met het lichaam, dus over het algemeen eerder vuil wordt dan het bovendeel en daardoor vaker gewassen moet worden. De overslag aan de bovenrand voorkomt het vuil worden van het bovendeel door de gedeelte-15 lijke overlapping ervan. Type B maakt het mogelijk beide delen separaat te wassen.Type A and B do not differ significantly in terms of ease of use; placing the duvet in the cover requires almost the same physical effort for all types. Type B, however, has a great environmental advantage when washing the cover: the bottom part of the cover is the side that makes direct contact with the body, so generally gets dirty earlier than the top and therefore has to be washed more often. The overlap flap at the top prevents the top from getting dirty due to its partial overlap. Type B makes it possible to wash both parts separately.

Waar in de beschrijving de term "gemakkelijk losneembare verbinding" gebruikt wordt, wordt daarmee bedoeld dat de verbinding of bevestiging kan worden losgenomen zonder blijvende 20 schade toe te brengen aan althans één van de betrokken onderdelen, zoals het doorsnijden van stiksel o.d. Een gemakkelijk losneembare verbinding is bijvoorbeeld een ritssluiting, knoop-en-knoopsgat, drukkerverbinding, klittenbandbevesti-ging, haken-en-ogen, veters, strikken, o.d. Een permanente 25 verbinding is bijvoorbeeld een stiknaad of een lijmnaad, d.w.z. een verbinding die niet zonder beschadigen van een van de betrokken onderdelen kan worden weggenomen. Met de term "verbinding" wordt tevens "bevestiging" of "vast zetten" bedoeld, tenzij anders aangegeven.Where in the description the term "easily detachable connection" is used, it is meant that the connection or fastening can be detached without causing permanent damage to at least one of the parts concerned, such as cutting stitching or the like. An easily detachable connection is for example a zipper, button-and-buttonhole, press-button connection, Velcro fastening, hooks-and-eyes, laces, bows, etc. A permanent connection is, for example, a stitching seam or an adhesive seam, i.e. a connection which cannot be removed without damaging one of the parts concerned. The term "connection" also includes "attachment" or "securing" unless otherwise indicated.

30 De uitvinding wordt in het vervolg nader toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen getoonde uitvoeringsvarianten, die overigens niet bedoeld zijn voor het beperken van de strekking van de uitvinding. Getoond zijn varianten van type A (fig. 1-6, 15-23, 25-28) en type B (fig. 35 7-14, 24).The invention will be further elucidated hereinafter on the basis of a number of embodiments shown in the attached drawings, which, incidentally, are not intended to limit the scope of the invention. Variants of type A (fig. 1-6, 15-23, 25-28) and type B (fig. 35 7-14, 24) are shown.

Fig. 1, 4, 5, 7-9, 11-14, 21, 22, 24-28 zijn ruimtelijke schetsen. De overige figuren, fig. 10, uitgezonderd, zijn bovenaanzichten. Fig. 10 toont een dwarsdoorsnede.Fig. 1, 4, 5, 7-9, 11-14, 21, 22, 24-28 are spatial sketches. The other figures, fig. 10, are top views. Fig. 10 shows a cross section.

101614 6« 4101614 6 «4

Fig. 5 laat de hoes van fig. 4 (de hoes ligt op een matras en twee kussens zijn zichtbaar) zien in gedeeltelijk opengevouwen toestand. Het bovendeel bestaat uit drie segmenten die aan de bovenrand en de beide zijranden van het bene-5 dendeel naadloos vastzitten. Ze worden na plaatsing van het dekbed naar elkaar toe gevouwen en met elkaar gefixeerd met behulp van gemakkelijk losneembare verbindingen. Bij het in gebruik nemen van de hoes wordt deze vlak neergelegd met het benedendeel 9 op het matras. Het bovendeel, met de segmenten 10 10, 11 en 12, is opengeklapt. Het dekbed wordt op het bene dendeel 9 gelegd. De bovenrand van het dekbed wordt onder de insteekhoeken 13 geschoven. Deze insteekhoeken 13 zijn verkregen door de segmenten 11 en 12 beide over een korte afstand vanaf de relevante zijrand permanent vast te zetten aan 15 het benedendeel 9. Dan wordt eerst het bovendeelsegment 11 over het dekbed gelegd en vervolgens met segment 12 en 10 gefixeerd d.m.v. gemakkelijk losneembare verbindingen 15 en 16. Eventueel kan het bovendeel ook aan het dekbed gefixeerd worden, afhankelijk van de bevestigingsconstructie. De in-20 stopstroken 14 (ongeveer eindigend bij de stippellijn 17, afhankelijk van de lengte van het dekbed) van boven- en benedendeel liggen nu op elkaar en worden (indien gewenst) samen onder het matras geschoven om het geheel niet te laten verschuiven.Fig. 5 shows the cover of fig. 4 (the cover lies on a mattress and two cushions are visible) in partially unfolded condition. The top consists of three segments that are seamlessly attached to the top edge and both side edges of the bottom part. They are folded together after the duvet is placed and fixed together using easily detachable connections. When the cover is put into use, it is laid flat with the lower part 9 on the mattress. The top section, with segments 10, 11 and 12, is folded open. The duvet is placed on the bottom part 9. The top edge of the duvet is slid under the insertion angles 13. These insertion angles 13 are obtained by permanently securing the segments 11 and 12 to the lower part 9 over a short distance from the relevant side edge. Then the top segment 11 is first laid over the duvet and then fixed with segments 12 and 10 by means of easily detachable connections 15 and 16. Optionally, the upper part can also be fixed to the duvet, depending on the fastening construction. The stopper strips 14 (approximately ending at the dotted line 17, depending on the length of the duvet) of the top and bottom parts now lie on top of each other and (if desired) are pushed together under the mattress so as not to shift the whole.

25 Fig. 6 laat de uitslag zien van de hoes van fig. 4. De stippellijnen zijn vouwlijnen. Nummers 18 zijn vouwlijnen die de bovendeelsegmenten 11 en 12 markeren, al dan niet doorgestikt. De vouwlijn 13 wordt links en rechts, -minimaal ter breedte van de insteekhoek-, vastgestikt of anderszins 30 permanent vastgezet, om als aanslag te functioneren voor het eenvoudig positioneren van de bovenflap en bovenhoeken van het dekbed. De vertikale streepjes 16 geven de gemakkelijk losneembare verbindingen aan die zichtbaar zijn in deze uitslag. De kruisjes 15 corresponderen met deze streepjes; ze -35 geven het andere deel aan van de gemakkelijk losneembare verbindingen die niet zichtbaar zijn in deze figuur.FIG. 6 shows the deflection of the cover of fig. 4. The dotted lines are fold lines. Numbers 18 are folding lines marking the top segments 11 and 12, whether quilted or not. The folding line 13 is stitched on the left and right, at least the width of the insertion angle, or otherwise permanently fixed, to function as a stop for easy positioning of the top flap and top corners of the duvet. The vertical dashes 16 indicate the easily detachable connections visible in this result. The crosses 15 correspond to these dashes; they -35 indicate the other part of the easily detachable connections that are not visible in this figure.

Bij fig. 21 blijven de insnijdingen op ruime afstand van de zijranden van de hoes. In fig. 18 is de overeenkomstige n ~· · · - ^ ··_' ; . . Vij 5 uitslag weergegeven; de bovenrand (vouwlijn 14) van de hoes is naadloos. De vertikale insnijding 7 creëert twee segmenten 2, 3 en maakt het zijwaarts openen mogelijk. De te openen bovenflap 4 ontstaan door de insnijdingen 5, 6, draagt ertoe 5 bij dat het dekbed gemakkelijk in de hoeken van de hoes te plaatsen is. 8 en 9 vormen de instopstrook. In fig. 19 zijn de overslagranden 15 voor de gemakkelijk losneembare bevestigingen weergegeven. Fig. 20 toont de hoes van fig. 21 gedeeltelijk dichtgevouwen.In Fig. 21, the cuts remain well away from the side edges of the cover. In Fig. 18, the corresponding n ~ · · · - ^ ·· _ '; . . Five results displayed; the top edge (fold line 14) of the cover is seamless. The vertical cut 7 creates two segments 2, 3 and allows lateral opening. The open top flap 4, created by the cuts 5, 6, contributes to the fact that the duvet is easy to place in the corners of the cover. 8 and 9 form the tuck strip. Figure 19 shows the transfer edges 15 for the easily detachable fixings. Fig. 20 shows the sleeve of FIG. 21 partially folded.

10 Fig. 22 toont een hoes waarin een afsluitbare opening in het midden en in de lengterichting van de hoes ervoor zorgt dat de hoes voldoende te openen is om het dekbed gemakkelijk op zijn plaats te brengen. Aan de bovenrand lopen het benedendeel en het bovendeel van de hoes bij voorkeur naadloos in 15 elkaar over, d.w.z. dat de hoes gemaakt kan zijn van een lap stof van tweemaal de lengte van de hoes, en die lap wordt dubbel gevouwen waarbij de vouwrand de bovenrand van de hoes vormt. De zijranden worden dan met een stiknaad permanent aaneen vastgezet. In fig. 23 is de hoes te zien in opengevou-20 wen toestand. Deze oplossing is vooral geschikt voor (de relatief smalle) eenpersoons of lits-jumeaux dekbedden, voor de bredere (tweepersoons) dekbedden is het gebruiksgemak te vergroten door vanaf de in de richting van de onderrand naar de bovenrand lopende afsluitbare opening, zich naar een of 25 beide zijden opzij uitstrekkende afsluitbare openingen aan te brengen (zie fig. 25-28). Eventueel kunnen de zijsegmenten van het bovenvlak functioneren als insteekflappen door ze aan de onderzijde te bevestigen aan het benedendeel.FIG. 22 shows a cover in which a closable opening in the center and length of the cover ensures that the cover can be opened sufficiently to easily place the comforter in place. At the top edge, the bottom part and the top part of the cover preferably merge seamlessly, ie the cover can be made of a piece of fabric twice the length of the cover, and that piece is folded in half with the fold edge the top edge of the cover. The side edges are then permanently secured together with a stitching seam. In Fig. 23 the cover can be seen when unfolded. This solution is especially suitable for (the relatively narrow) single or twin duvets, for the wider (double) duvets, the ease of use is increased by opening from the bottom opening towards the top edge to one or more 25 make lockable openings extending on both sides (see fig. 25-28). Optionally, the side segments of the top surface can function as insert flaps by attaching them to the bottom part at the bottom.

In fig. 7 bestaat de hoes uit twee afzonderlijke delen; 30 een benedendeel 20 met omslagflap 21 en een bovendeel 19, die, zoals de voorgaande uitvoering, met gemakkelijk losneembare verbindingsmiddelen worden vastgezet. De breedtemaat van beneden- en bovendeel is althans in hoofdzaak gelijk.In Fig. 7, the cover consists of two separate parts; 30 a bottom part 20 with a flap 21 and a top part 19, which, like the previous embodiment, are secured with easily detachable connecting means. The width of the bottom and top is at least substantially the same.

In fig. 8 is het bovendeel breder dan het benedendeel.In Fig. 8, the top part is wider than the bottom part.

35 De constructie is verder gelijk als fig. 7. De stippellijnen 25 en 26 geven de maat aan van het dekbed. De extra breedte is behalve decoratief, ook functioneel: de zijkanten kunnen als extra instopstroken gebruikt worden om het dekbed onder 1016146 6 het matras te fixeren.The construction is otherwise the same as fig. 7. The dotted lines 25 and 26 indicate the size of the duvet. The extra width is not only decorative, it is also functional: the sides can be used as additional tuck-in strips to fix the duvet under the mattress 1016146 6.

Fig. 9 toont een uiteengetrokken weergave van de hoes van fig. 7. Het benedendeel 20 is aan beide zijkanten voorzien van een insteekflap 22 om de zijkanten van het dekbed 5 onder te schuiven. De insteekflappen zijn over de gehele lengte van het benedendeel tot en met de instopstrook 24 aangebracht, zodat de hoes geschikt is voor dekbedden met verschillende lengtematen. De insteekflappen 25 eindigen bij de bovenrand 23 op de plaats waar de overslag 21 aan de bo-10 venrand begint, door middel van een dwars geplaatste stiknaad (of andere permanente bevesting) en dient als aanslag om het dekbed aan de bovenrand juist te positioneren; het dekbed ligt met de bovenrand en -hoeken tegen deze stiknaad aan. Bij het in gebruik nemen van de hoes wordt het benedendeel 20 op 15 het matras gelegd. Het dekbed wordt erop gelegd waarbij de bovenrand van het dekbed gelijk ligt met de bovenrand 23 van het benedendeel. Daarna worden de zijkanten van het dekbed onder de insteekranden 22 van het benedendeel 20 geschoven (afhankelijk van de bevestigingsconstructie wordt het dekbed 20 al dan niet mee vastgezet aan de insteekflappen). Vervolgens wordt het bovendeel 19 op het dekbed gelegd. De overslagrand 21, die bij voorkeur naadloos vastzit aan het benedendeel 20 wordt over het dekbed met bovendeel gelegd en daaraan bevestigd met gemakkelijk losneembare verbindingen 33 en 34. De 25 zijkanten van het benedendeel en het bovendeel worden ook met gemakkelijk losneembare verbindingen vastgezet. De instop-stroken 24 van boven- en benedendeel liggen nu op elkaar en worden (indien gewenst) samen onder het matras geschoven om het geheel niet te laten verschuiven. Wanneer de instopstrook 30 vervalt, eindigt de hoes bij de stippellijn 25 en worden benedendeel 20 en bovendeel 19 met gemakkelijk losneembare verbindingen gesloten.Fig. 9 shows an exploded view of the cover of FIG. 7. The lower part 20 is provided on both sides with an insert flap 22 for sliding the sides of the duvet 5 underneath. The insertion flaps are arranged along the entire length from the lower part up to and including the tuck-in strip 24, so that the cover is suitable for duvets of different lengths. The insertion flaps 25 terminate at the top edge 23 at the location where the wrap 21 starts at the top edge, by means of a transverse stitching seam (or other permanent attachment) and serves as a stop to correctly position the duvet at the top edge; the duvet lies with the top edge and corners against this stitching. When the cover is put into use, the lower part 20 is placed on the mattress. The duvet is placed on it, the top edge of the duvet being flush with the top edge 23 of the lower part. Then the sides of the duvet are slid under the insertion edges 22 of the lower part 20 (depending on the fastening construction, the duvet 20 may or may not be secured to the insertion flaps). Then the top part 19 is placed on the duvet. The wrapover edge 21, which is preferably seamlessly secured to the lower part 20, is placed over the upper cover quilt and secured thereto with easily detachable connections 33 and 34. The sides of the lower part and the upper part are also secured with easily detachable connections. The tuck strips 24 of the top and bottom parts now lie on top of each other and (if desired) are pushed together under the mattress so as not to cause the whole to slide. When the tuck strip 30 lapses, the sleeve ends at the dotted line 25 and the lower part 20 and the upper part 19 are closed with easily detachable connections.

In de dwarsdoorsnede van fig. 7 (zie fig. 10) heeft het benedendeel 28 twee insteekflappen 30 waar het dekbed tussen 35 geschoven wordt. Omdat het dekbed tussen de insteekflappen blijft liggen is hierdoor een bevestiging mogelijk die gevormd wordt door langs de bevestigingslengte zich op afstand van elkaar bevindende bevestigingsplaatsen, die elk gevormd ] 0 ; .In the cross section of Fig. 7 (see Fig. 10), the lower part 28 has two insert flaps 30 where the duvet is slid between 35. Since the duvet remains between the insertion flaps, this permits attachment which is formed by spacing locations spaced along the attachment length, each of which is formed; .

* 7 kunnen zijn door bijvoorbeeld een knoopbevestiging of een lengtestuk ritssluiting o.d. Door deze wijze van positioneren ontstaat tevens een tijdelijke fixatie van het dekbed in de hoes. De insteekflap kan tevens een decoratieve meerwaarde 5 krijgen door een eigen stoftoepassing, die mede door de maatvoering en stofkeuze van het bovendeel 25 zichtbaar wordt.* 7 can be, for example, by a button fastening or a length zipper or the like. This positioning method also creates a temporary fixation of the duvet in the cover. The insert flap can also have a decorative added value 5 due to its own fabric application, which becomes visible partly due to the dimensions and choice of fabric of the upper part 25.

Het bevestigingspunt 31 geeft de fixering aan tussen de insteekflap 30 en het bovendeel 29 met gemakkelijk losneembare verbindingen. Bij 32 is aangegeven dat het dekbed tevens 10 vastgezet kan worden aan de insteekflap 30 en het bovendeel 29 met behulp van dezelfde verbinding. Het fixeren van het dekbed aan de insteekflappen van de hoes kan natuurlijk ook met een afzonderlijke verbinding, bijvoorbeeld met klittenband.The attachment point 31 indicates the fixation between the insert flap 30 and the top 29 with easily detachable connections. At 32 it is indicated that the duvet can also be secured to the insert flap 30 and the top part 29 using the same connection. Fixing the duvet to the insert flaps of the cover can of course also be done with a separate connection, for example with Velcro.

15 Bij de uitvoering volgens fig. 11 zijn de insteekflappen ter weerszijden bij de bovenrand permanent vastgezet aan de omslagflap van het benedendeel. In het opengeslagen detail van fig. 12 zijn de stiknaden 38, 39, 40 en 41 aangegeven waarmee de omslagflap permanent aan de insteekflap vastzit.In the embodiment according to Fig. 11, the insert flaps on either side at the top edge are permanently secured to the cover flap of the lower part. In the opened detail of Fig. 12, the stitching seams 38, 39, 40 and 41 are indicated with which the cover flap is permanently attached to the insert flap.

20 Door de vaste positie van de omslagflap zijn er nu drie insteekf lappen. Figuren 13 is een variant gebaseerd op de uitvoering van fig. 11; fig. 14 is een uiteengetrokken weergave van de uitvoering van fig. 13. De bovenflap kan eventueel een afgeronde in plaats van (drie)hoekige vorm hebben. Fig. 24 25 toont een variant van fig. 12, waarbij het voor de zijdelingse insteekflap niet nodig is dat de omslagflap permanent vast zit aan de insteekflap.20 Due to the fixed position of the cover flap, there are now three insert flaps. Figures 13 is a variant based on the embodiment of Figure 11; Fig. 14 is an exploded view of the embodiment of Fig. 13. The top flap may optionally have a rounded instead of (triangular) shape. Fig. 24 shows a variant of fig. 12, in which the side insert flap does not require the cover flap to be permanently attached to the insert flap.

De uitvinding betreft voorts de ten opzichte van de stand van de techniek nieuwe combinatie van één of meer maat-30 regelen van één van de met deze aanvrage geopenbaarde uitvoeringen en één of meer maatregelen van één of meer met deze aanvrage geopenbaarde andere uitvoeringen. Daarnaast betreft de aanvrage een ten opzichte van de stand van de techniek nieuwe uitvoering die tot stand komt door het weglaten van 35 één of meer maatregelen van een met deze aanvrage geopenbaarde uitvoering.The invention furthermore relates to the new combination compared to the prior art of one or more measures of one of the embodiments disclosed with this application and one or more measures of one or more other embodiments disclosed with this application. In addition, the application relates to a new embodiment compared to the prior art, which is effected by omitting one or more measures of an embodiment disclosed with this application.

Fig. 1 en 2 tonen een verdere uitvoering van het A-type. Het bovendeel 2 is aanzienlijk smaller dan het benedendeel 1.Fig. 1 and 2 show a further embodiment of the A type. The top part 2 is considerably narrower than the bottom part 1.

1016146 δ1016146 δ

Ter weerszijden van het bovendeel 2 bevinden zich insteek-flappen 22 waaronder het dekbed kan worden geschoven. Het bovendeel 2 wordt aan de insteekflappen vastgezet met gemakkelijk losneembare verbindingsmiddelen. Met stippellijn 17 is 5 het begin aangegeven van de instopstrook.On both sides of the top part 2 there are insert flaps 22 under which the duvet can be slid. The top part 2 is secured to the insertion flaps with easily detachable connecting means. Dashed line 17 indicates the start of the tuck-in strip.

In een weergave overeenkomstig fig. 5 toont fig. 3 een alternatief voor de uitvoering van fig. 4. Ook nu weer is het bovendeel gevormd door drie segmenten 2, 3, 4. In afwijking van fig. 4 zijn dit echter afzonderlijke stukken stof, die 10 met stiknaden 11, 13, 14 langs de boven- en zijranden van de hoes permanent zijn vastgestikt aan het benedendeel 1. Bovendien zijn van het segment 2 midden boven de evenwijdig aan de stiknaden 11, 13 lopende zijranden permanent vastgezet met stiknaden aan het benedendeel 1. Aldus vormt het segment 2 15 midden boven met het benedendeel 1 een insteekflap voor het gemakkelijk geschikt positioneren van het dekbed. Nadat het dekbed is aangebracht, worden uitgaande van fig. 3 de segmenten op elkaar gelegd en aan elkaar vastgezet met gemakkelijk losneembare bevestigingsmiddelen, zodat een vrijwel met fig. 20 4 overeenstemmende weergave wordt verkregen.In a representation corresponding to Fig. 5, Fig. 3 shows an alternative to the embodiment of Fig. 4. Again, the upper part is formed by three segments 2, 3, 4. However, in deviation from Fig. 4, these are separate pieces of fabric, those 10 with stitching 11, 13, 14 along the top and side edges of the sleeve are permanently stitched to the lower part 1. In addition, of the segment 2 mid-center, the side edges running parallel to the stitching 11, 13 are permanently secured with stitching to the lower part 1. Thus, the segment 2 forms an insert flap at the top center with the lower part 1 for convenient positioning of the duvet. After the duvet has been fitted, the segments are superimposed on fig. 3 and fastened together with easily detachable fasteners, so that a representation similar to fig. 20 4 is obtained.

' ï L", 4 c ."L", 4 c.

Claims

1. Duvet cover, comprising a casing of fabric which at least substantially completely surrounds the duvet and protects it from getting dirty, the cover being provided with easily detachable connecting means with which the cover can be opened in such a way that the cover is fitted therein is facilitated; of insertion means in which an edge part of the duvet can be received to fix it with respect to the cover; and of a tuck strip at its bottom end to clamp the cover relative to the bed, the tuck strip being configured to allow a longer length comforter to pass therein.

2. Cover as claimed in claim 1, the top panel of which is formed by at least two segments which are easily detachably fastened together along an edge, at least one of said segments defining an insertion means.

Cover according to claim 2, with at least three of said segments.

4. Cover as claimed in claim 2 or 3, wherein an attachment edge extends in the direction from the bottom edge to the top edge of the cover.

A sleeve according to claim 4, wherein a fastening edge extends along at least substantially the center longitudinal line of the top panel of the sleeve.

Cover according to any one of claims 2-5, in which an attachment edge has a kink or pendulum shape.

Cover according to any one of claims 2-6, wherein a first mounting edge is oriented at least substantially perpendicular to a second mounting edge.

Cover according to any one of claims 2-7, wherein a first mounting edge crosses a second mounting edge between its ends.

Cover according to any one of the preceding claims, wherein an insertion means is bounded by at least one permanent seam.

A cover according to any one of the preceding claims, wherein the top panel and the bottom panel are easily detachably attached to each other. 1016146