NL1016103C1 - Inrichting voor elektriciteitsopwekking uit golfbewegingen. - Google Patents

Inrichting voor elektriciteitsopwekking uit golfbewegingen. Download PDF

Info

Publication number
NL1016103C1
NL1016103C1 NL1016103A NL1016103A NL1016103C1 NL 1016103 C1 NL1016103 C1 NL 1016103C1 NL 1016103 A NL1016103 A NL 1016103A NL 1016103 A NL1016103 A NL 1016103A NL 1016103 C1 NL1016103 C1 NL 1016103C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
chamber
wave
pressure
movement
chamber parts
Prior art date
Application number
NL1016103A
Other languages
English (en)
Inventor
Hans Georg Jerie
Original Assignee
First Design B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by First Design B V filed Critical First Design B V
Priority to NL1016103A priority Critical patent/NL1016103C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1016103C1 publication Critical patent/NL1016103C1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F03MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS; WIND, SPRING, OR WEIGHT MOTORS; PRODUCING MECHANICAL POWER OR A REACTIVE PROPULSIVE THRUST, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F03BMACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS
    • F03B13/00Adaptations of machines or engines for special use; Combinations of machines or engines with driving or driven apparatus; Power stations or aggregates
    • F03B13/12Adaptations of machines or engines for special use; Combinations of machines or engines with driving or driven apparatus; Power stations or aggregates characterised by using wave or tide energy
    • F03B13/14Adaptations of machines or engines for special use; Combinations of machines or engines with driving or driven apparatus; Power stations or aggregates characterised by using wave or tide energy using wave energy
    • F03B13/16Adaptations of machines or engines for special use; Combinations of machines or engines with driving or driven apparatus; Power stations or aggregates characterised by using wave or tide energy using wave energy using the relative movement between a wave-operated member, i.e. a "wom" and another member, i.e. a reaction member or "rem"
    • F03B13/18Adaptations of machines or engines for special use; Combinations of machines or engines with driving or driven apparatus; Power stations or aggregates characterised by using wave or tide energy using wave energy using the relative movement between a wave-operated member, i.e. a "wom" and another member, i.e. a reaction member or "rem" where the other member, i.e. rem is fixed, at least at one point, with respect to the sea bed or shore
    • F03B13/1845Adaptations of machines or engines for special use; Combinations of machines or engines with driving or driven apparatus; Power stations or aggregates characterised by using wave or tide energy using wave energy using the relative movement between a wave-operated member, i.e. a "wom" and another member, i.e. a reaction member or "rem" where the other member, i.e. rem is fixed, at least at one point, with respect to the sea bed or shore and the wom slides relative to the rem
    • F03B13/1855Adaptations of machines or engines for special use; Combinations of machines or engines with driving or driven apparatus; Power stations or aggregates characterised by using wave or tide energy using wave energy using the relative movement between a wave-operated member, i.e. a "wom" and another member, i.e. a reaction member or "rem" where the other member, i.e. rem is fixed, at least at one point, with respect to the sea bed or shore and the wom slides relative to the rem where the connection between wom and conversion system takes tension and compression
    • F03B13/186Adaptations of machines or engines for special use; Combinations of machines or engines with driving or driven apparatus; Power stations or aggregates characterised by using wave or tide energy using wave energy using the relative movement between a wave-operated member, i.e. a "wom" and another member, i.e. a reaction member or "rem" where the other member, i.e. rem is fixed, at least at one point, with respect to the sea bed or shore and the wom slides relative to the rem where the connection between wom and conversion system takes tension and compression the connection being of the rack-and-pinion type
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E10/00Energy generation through renewable energy sources
    • Y02E10/30Energy from the sea, e.g. using wave energy or salinity gradient

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Other Liquid Machine Or Engine Such As Wave Power Use (AREA)

Description

' r.
INRICHTING VOOR ELEKTRICITEITSOPWEKKING UIT GOLFBEWEGINGEN
De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor het genereren van elektriciteit uit energie van golfbeweging van een waterlichaam. Een dergelijke inrichting, zoals deze bekend is, omvat een verankering; een 5 drukkamer met hierin gas, waarbij de inrichting in gebruik althans gedeeltelijk ondergedompeld in het waterli-chaam een opwaartse kracht ondervindt, welke drukkamer twee ten opzichte van elkaar beweegbare en lucht- en waterdicht verbonden kamerdelen, zoals een cilinder en 10 een hierin geplaatste zuiger, omvat, waarbij een eerste van de kamerdelen met de verankering is verbonden en een tweede van de kamerdelen in gebruik van de inrichting onder invloed van de golfenergie van en naar de eerste van de kamerdelen beweegbaar is; en een generator, welke 15 is aangebracht om uit relatieve beweging van de kamerdelen elektriciteit te genereren.
De bestaande inrichtingen hebben als nadeel, dat deze als gevolg van de door de golven opgelegde beweging, die bij benadering een harmonische beweging is, 20 een min of meer oscillerend bewegingspatroon hebben, waarvoor het nodig is dat de eigentrilling van de inrichting aangepast is aan de golflengte van de golven. Dit betekent ofwel dat de bestaande inrichtingen een optimale werking hebben bij één specifieke golflengte (uiteraard 25 de meest voorkomende golflengte) en een lager rendement opleveren bij andere golflengten, ofwel dat er een kostbare en/of technisch complexe regeling nodig is om de dynamische eigenschappen van de inrichting aan te passen aan de momentane golflengte. Dit laatste is volgens 30 octrooi NL 1006933 gerealiseerd door het volume van de 1 η 1 ü 1 ö 3*
I I
2 gasgevulde ruimte variabel te maken, waardoor de veercon-stante van het systeem kan worden gewijzigd.
Bij normaal gebruik, dat wil zeggen energieopwekking, is het wenselijk dat de inrichting zo dicht 5 mogelijk onder het vloeistofoppervlak werkzaam is, daar de drukverschillen als gevolg van de hydrostatische drukverschillen dicht onder het oppervlak het grootst zijn; naarmate de diepte toeneemt zullen de drukverschillen als gevolg van de golven minder aanwezig zijn. Dit 10 kan in de praktijk echter niet gerealiseerd worden, omdat dicht aan het vloeistofoppervlak tevens de potentieel schadelijke kracht van golfslag bij storm aanwezig is. Om die reden worden de bekende inrichtingen ofwel dieper onder het oppervlak geplaatst, met als gevolg een lager 15 rendement, ofwel zeer zwaar en sterk uitgevoerd, met een negatief kosteneffect.
De positionering van een dergelijke bekende inrichting op zee wordt niet alleen bepaald door gunstige ligging ten opzichte van de heersende golven en de beno-20 digde minimale diepte, maar ook door de mogelijkheid ter plaatse een fundering in zee te bouwen. Ook hierdoor moet telkens de afweging gemaakt worden tussen een niet optimaal rendement en hoge kosten voor moeilijke bouwplaatsen. Voor het reguliere onderhoud dat ieder mechanisch 25 systeem nodig heeft dienen duikers zich onder water ' toegang te verschaffen tot de inrichting, of wordt in een enkel geval de inrichting zelf teruggesleept naar de wal, met alle kosten van dien.
Met de onderhavige uitvinding is beoogd de 30 bovengenoemde problemen van de bekende inrichting te verhelpen of althans te verlichten, waartoe een inrichting volgens de onderhavige uitvinding is verschaft, die zich onderscheidt, door arreteermiddelen, welke de eerste en tweede kamerdelen gedurende een periode althans bij 35 benadering in een met een extreem van een golfbeweging overeenkomende ingenomen relatieve stand houden, in hoofdzaak tot voordat een volgend, tegengesteld extreem van de golfbeweging de inrichting bereikt.
—·
I I
3
Met een inrichting volgens de onderhavige uitvinding is verwezenlijkt, dat de werking hiervan onafhankelijk wordt van de golfkarakteristieken van de harmonische beweging van de golfbeweging van het waterli-5 chaam. De harmonische karakteristieken van de golfbeweging wordt namelijk omgezet in een periodieke, niet harmonische beweging van de kamerdelen ten opzichte van elkaar. Hierbij is aanpassing van de eigen-trilling van de inrichting overbodig en is bij alle voorkomende golf-10 karakteristieken een optimaal rendement verwezenlijkt. Bovendien kan een inrichting volgens de uitvinding zeer eenvoudig en robuust worden vormgegeven, zonder behoefte aan een zware fundering, die in zee moet worden gebouwd, waarbij de inrichting dicht onder het wateroppervlak van 15 het waterlichaam kan worden gepositioneerd om optimaal de invloed van de golfbeweging van het waterlichaam te ondervinden. Bij voorkeur geven de arreteermiddelen relatieve beweging van de kamerdelen vrij kort nadat de golfbeweging de gemiddelde waterspiegelhoogte heeft 20 doorlopen. Naar verwachting resulteert dit loslaatpunt in samenhang met de traagheid van het systeem in een optimaal rendement.
Wanneer de hydrostatische drukverschillen toenemen, ondervindt de drukkamer hierdoor een invloed, 25 waarbij deze de neiging heeft oni in te krimpen, waarbij' de kamerdelen naar elkaar toe bewegen om het volume hiervan te verkleinen. Met de arreteermiddelen wordt de beweging van beide kamerdelen ten opzichte van elkaar gedurende een vooraf bepaalde tijd tegengehouden of 30 althans afgeremd. Hierdoor wordt het drukverschil tussen de interne druk in de drukkamer en de vloeistofdruk als gevolg van de golfbeweging verhoogd. Bij vrijgave van de beweging van de kamerdelen ten opzichte van elkaar zal dit met een opgevoerde kracht plaatsvinden ten opzichte 35 van de situatie bij bekende vrij oscillerende systemen, waardoor een beweging van de beide kamerdelen over een grotere afstand ten opzichte van elkaar mogelijk is en een hoger rendement behaald kan worden.
Η/ 1 0 i U Λ-Μ I , 4
Bovendien zijn de arreteermiddelen selectief te bekrachtigen, bij voorkeur in een toestand met de kamer-delen op een bij benadering maximale afstand van elkaar om toegang tot de drukkamer voor onderhoud en/of inspec-5 tie zonder risico's te kunnen verwezenlijken. De arreteermiddelen dienen dan ongevoelig te zijn voor de golfslag en aldus sterker en continu bekrachtigd te worden in de plaats van de bovenbeschreven tijdelijk remmende toepassing. De arreteermiddelen kunnen voor elk van de 10 bovenbeschreven toepassingen gezamenlijk of afzonderlijk zijn vormgegeven.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting met het inwendige van de drukkamer verbonden drukmiddelen, welke zijn ingericht om in gebruik de druk 15 in de drukkamer in te stellen. Hoewel met de arreteermiddelen volgens de onderhavige uitvinding de door de druk in de drukkamer bepaalde veerconstante van de inrichting aanmerkelijk minder relevant is voor het behalen van een optimaal rendement, hetgeen afhangt bij de bekende in-20 richtingen van de relatie tussen deze veerconstante en de golfkarakteristieken van de golfslag van het waterli-chaam, kan het in bepaalde gevallen wenselijk zijn om de interne gasdruk in de drukkamer in te stellen. Dit ook om de veerconstante van de inrichting volgens de uitvinding 25 te beheersen.
Ook kan het wenselijk zijn om de druk in de drukkamer in te stellen, wanneer onderhoud gewenst is of om de druk bij te stellen nadat hierin verandering, bijv. als gevolg van temperatuursveranderingen, is opgetreden. 30 Door verhoging van de druk neemt de afstand tussen de beide kamerdelen toe en kan de tweede van de kamerdelen bij een stationair blijvende eerste van de kamerdelen naar het oppervlak van het waterlichaam worden gebracht. Wanneer als aanvulling of als alternatief op deze uitvoe-35 ringsvorm een in- en uitgang, zoals een luik, is aangebracht ten behoeve van onderhoudspersoneel nabij de bovenzijde hiervan, behoeven geen duikers te worden gebruikt om de inrichting te bereiken of hoeft de inrich- 5 ting niet aan wal gesleept te worden. Het tweede van de kamerdelen wordt eenvoudigweg aan het wateroppervlak gebracht waarna onderhoudspersoneel door openen van het luik in het inwendige van de drukkamer onderhoud kan 5 plegen. Na het onderhoud kan het luik worden gesloten en kan de druk op een gewenste waarde worden gebracht om de kamerdelen weer bij elkaar te brengen, waarbij het tweede van de kamerdelen weer afzinkt.
Een inrichting met de bovengenoemde drukmidde-10 len volgens de onderhavige uitvinding kan een luchtleiding naar het oppervlak van het waterlichaam omvatten om in samenhang met de drukmiddelen, bijv. een pomp, de druk in het inwendige van de drukkamer te beheersen.
In het bijzonder in samenhang met de mogelijk-15 heid om het tweede van de kamerdelen aan het wateroppervlak te brengen, kan deze langgerekt zijn en zich opwaarts uitstrekken.
In een uitvoeringsvorm kan het tweede kamerdeel een balgconstructie omvatten, die plooibaar is en moge-20 lijk schadelijke invloed van de golfslag in principe beter op kan vangen.
In een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm, zoals deze is gedefinieerd in conclusie 15, wordt een optimaal rendement van het in de techniek welbekende 25 "point-absorbing” effect verkregen. Hierbij kan de inrichting een vrije slag van 13 m vertonen en een met een intern volume van tussen 18 en 20 m3 per vierkante meter oppervlak samenhangende lengte hebben.
De uitvinding zal nader worden beschreven aan 30 de hand van uitvoeringsvoorbeelden met bovengenoemde en andere eigenschappen, voordelen en opties hiervan, zoals deze zijn weergegeven in de bijgevoegde tekening, waarin: fig. 1 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch aanzicht toont van een eerste uitvoeringsvorm; 35 fig. 2 een gedeeltelijk opengewerkt perspecti visch aanzicht toont van een detail uit fig. 1; 6 fig. 3 een schematische weergave toont van de beweging van een inrichting volgens de uitvinding onder invloed van golfslag; fig. 4 een andere uitvoeringsvorm toont van een 5 inrichting volgens de onderhavige uitvinding; fig. 5 een aanzicht toont van een binnenwerk van een inrichting met arreteermiddelen volgens de onderhavige uitvinding; en fig. 6 een schematisch bovenaanzicht toont van 10 een binnenwerk met arreteermiddelen in een inrichting fig. 5.
In de figuren als weergave van verscheidene uitvoeringsvormen van inrichtingen volgens de onderhavige uitvinding zijn gelijke of gelijksoortige componenten met 15 dezelfde referentienummers aangeduid.
In fig. 1 is een inrichting 1 volgens de uitvinding getoond. De inrichting 1 omvat een cilinder 2 met een hierin beweegbaar aangebrachte zuiger 3. De cilinder 2 en de zuiger 3 vormen resp. één van de kamerdelen van 20 de drukkamer, die door de cilinder 2 en de zuiger 3 is ingesloten.
In deze door de cilinder 2 en de zuiger 3 ingesloten drukkamer 4 is gas onder een zekere druk gebracht. Dit gas kan bijvoorbeeld buitenlucht zijn, dat 25 via een aan een boei 5 aangebrachte lucht leiding 6 niét als bijvoorbeeld een (niet getoonde) pomp in de zuiger 3 gevormde drukmiddelen is aangebracht. Met een dergelijke (niet getoonde) pomp kan de druk in de drukkamer worden ingesteld, niet alleen tijdens installatie, inspectie of 30 oppompen vanuit de veilige stormstand, waarin cilinder 2 zo ver mogelijk van de mogelijk schadelijke invloed van het wateroppervlak is teruggetrokken, maar ook ter compensatie van bijv. als gevolg van temperatuurvariaties veroorzaakte drukveranderingen.
35 In de hier getoonde uitvoeringsvorm is de zuiger 3 stationair en verbonden met een ankerkabel 7, die aan het tegenover de inrichting 1 gelegen, uiteinde is verbonden met een als gewiaht 8 vormgegeven verankering.
7
Zoals ook in fig. 2, 5 en 6 is getoond, zijn in het binnenste van de cilinder 2 een aantal, hier vier, tandheugelbanen 9 aangebracht, waarlangs bijvoorbeeld met cardanassen 28 onderling gekoppelde tandwielen 10 aan de 5 zuiger 3 lopen bij een op- en/of neergaande beweging van de cilinder 2 ten opzichte van de zuiger 3. De tandwielen 10 of de cardanassen 28 zijn via een snaar 11 of bijvoorbeeld een ketting verbonden met een vliegwielen 12 omvattende generator 13.
10 Als aanvulling of als alternatief kan gebruik worden gemaakt van kettingen om de tandwielen 10 te koppelen met de generator 13. Ook kunnen andere overbrengingen en generatoren worden toegepast om de relatieve beweging van de cilinder 2 - het tweede van de kamerdelen 15 - en de zuiger - het eerste van de kamerdelen - om te zetten in elektrische energie.
In fig. 2 en 5 zijn zijaanzichten van een uitvoeringsvoorbeeld getoond van de aandrijving van de feitelijke generator 18, waarbij vliegwielen 12 omvatten-20 de samenstel met de snaar 11 of met een met de tandwielen 10 verbonden ketting is gekoppeld, welk samenstel is voorzien van een met een daadwerkelijke generator 18 verbonden aandrijfas 19. De vliegwielen 12 zijn uitgelijnd met een as 20.
25 Fig. 6 toont een bovenaanzicht van een binnen werk van de in fig. 5 getoonde inrichting 1 langs lijn VI-VI en in samengestelde toestand.
In fig. 2 is overigens tevens een afdichting 21 getoond voor lucht- en waterdichte afdichting of waterke-30 ring tussen de cilinder 2 en de zuiger 3, die als rolmem-braan 21 is vormgegeven.
In fig. 3 is schematisch het bewegingsverloop 23 van een cilinder 2 ten opzichte van een zuiger 3 in de configuratie van de inrichting volgens fig. 1 en 2 onder 35 invloed van een golfbeweging 22 getoond. Duidelijk blijkt, dat met de hierna te beschrijven arreteermiddelen de cilinder 2 bij het bereiken van een uiterste stand ten opzichte van de zuiger 3 een vertraging heeft in het i 0 '> 01 0 3;* 8 bijzonder tot aan de punt 24 langs het bewegingsverloop 23. Dit geldt zowel voor opgaande als voor neergaande beweging van de cilinder 2 ten opzichte van de zuiger 3. Aldus is een bewegingsverloop 23 verkregen, dat niet 5 harmonisch, maar wel althans bij benadering periodiek is. Doordat de cilinder 2 het harmonische van de golfbeweging 22 niet nauwgezet volgt maar hieruit door de werking van de arreteermiddelen de periodieke karakteristieken destilleert, hoeft de eigen trilling van de inrichting 1 10 niet nauwkeurig te zijn afgestemd op de golfkarakteristieken van een op een bepaald moment heersende golfbeweging om een optimaal rendement te verkrijgen.
Opgemerkt wordt, dat in fig. 3 de relatie tussen de golfbeweging 22 en het bewegingsverloop 23 van 15 de inrichting slechts schematisch is weergegeven.
Duidelijk blijkt uit fig. 3, dat nabij de extremen in het bewegingsverloop 23 van de inrichting volgens de uitvinding gedurende een bepaalde tijd geen of een zeer geringe beweging in de inrichting te bespeuren 20 valt. Om te bewerkstelligen, dat de daadwerkelijke generator 18, zoals deze in fig. 2 is getoond, ook in deze "dode tijden" wordt aangedreven, zijn de vliegwielen 12 verschaft.
De inrichtingen kunnen naast elkaar gepositio- 25 neerd zijn. De inrichtingen werken onafhankelijk van.....
elkaar en kunnen op willekeurige afstand en positie van elkaar geplaatst worden. De elektrische geleiders 25 in fig. 1 en 4 kunnen dan naar een gezamenlijk knooppunt worden geleid, vanwaaruit de door de afzonderlijke in-30 richtingen 1 opgewekte elektriciteit via een gezamenlijke geleider bijvoorbeeld naar de vaste wal wordt gevoerd.
Fig. 1 en 2 tonen schematisch uitvoeringsvormen van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij aan de bovenzijde van de cilinder 2 een als luik 26 vormgegeven 35 in- en uitgang is aangebracht. Door de druk in de drukka-mer 4 te verhogen is het mogelijk de cilinder 2 op te laten komen ten opzichte van de zuiger 3 tot een onderlinge positionering, waarbij het luik zich boven het 9 wateroppervlak van het waterlichaara bevindt. Een persoon kan voor onderhoud of inspectie vervolgens het lucht- en waterdicht verzegelde luik 26 openen bij een druk in de drukkamer 4 op een gelijke waarde als de buitenwereld.
5 Vóór onderhoud hoeft de inrichting derhalve niet naar de wal te worden gesleept en er zijn geen duikers nodig. Bij voorkeur zijn dan de arreteermiddelen bekrachtigd om risico's dat de inrichting in beweging komt, terwijl een persoon binnen is, te vermijden.
10 Opgemerkt wordt, dat in het voorgaande telkens de zuiger 3 in hoofdzaak stationair bleef ten opzichte van de heen-en-weer bewegende cilinder 2. Opgemerkt wordt, dat deze taakverdeling ook eenvoudig kan worden omgekeerd, bijvoorbeeld door in de cilinder een afzonder-15 lijke drukkamer te vormen. Ook zijn totaal andere configuraties van de drukkamer mogelijk, bijvoorbeeld één, waarbij zuiger 3 in een aan die van cilinder 2 tegengestelde beweging doorloopt. Zo is verder in fig. 4 een configuratie met een balg 27 weergegeven. Hierbij strekt 20 een vast met de top van de balg verbonden tandheugelbaan 32 zich door het binnenste van de balg 27 heen uit en drijft bij op- of neergaande beweging van de top van de balg 27 de vliegwielen aan, waartoe de as 20, die tussen de vliegwielen 12 loopt bijvoorbeeld een spiebaan is, 25 waarop de tandheugelbaan 32 aangrijpt. De vliegwielën zijn op hun beurt weer verbonden met de feitelijke generator 18, waarmee elektriciteit kan worden opgewekt om via de elektrische geleiders 25 afgevoerd te worden.
In fig. 5 en 6 is schematisch een binnenwerk 30 van een inrichting volgens de uitvinding getoond, met arreteermiddelen om de in fig. 3 schematisch weergegeven werking te verwezenlijken.
Hiertoe is blokkering 29 aangebracht welke in dit uitvoeringsvoorbeeld een schijf 30 van een schijfrem 35 31. De schijf 30 is op de cardanas 28 aangebracht, en de rest van de schijfrem 31 is bevestigd aan de zuiger 3 om beweging van cilinder 2 en zuiger 3 ten opzichte van elkaar te arreteren. Als alternatief kan een elektromotor 10 met een tandwiel worden toegepast, die direct aangrijpt op tandheugelbaan 9 van cilinder 2 of inwerkt op een van de tandwielen.
De blokkering 29 fixeert cilinder 2 en zuiger 3 5 gedurende een gedeelte van de op-en-neergaande slagen van de golfbeweging zoals in fig. 3. is getoond, en geeft beweging van cilinder 2 en zuiger 3 ten opzichte van elkaar daarna, voor het bereiken van een volgend extreem in de golfbeweging, vrij. De blokkering 29 met schijfrem 10 30, 31 of een (niet getoonde) electromotor kan door generator 18 van elektriciteit worden voorzien.
Als alternatief kan een veerkrachtig mechanisch element vanuit de zuiger 3 de cilinder 2 aangrijpen, of omgekeerd, om bij het overschrijden van een met de hydro-15 dynamische druk overeenkomende kracht aangrijping te verliezen en beweging vrij te geven. Zo blijkt dat de vakman na kennisneming van het voorgaande in verband met de uitvinding vele alternatieve of aanvullende uitvoeringsvormen voor de arreteermiddelen zal herkennen, 20 zonder hiertoe zelf enige inventieve arbeid te hoeven verrichten.
Het ontwerp van de inrichting maakt, in tegenstelling tot de bestaande technieken, een eenvoudige en goedkope installatie mogelijk. De inrichtingen drijven in 25 zee, en kunnen dus gesleept worden, terwijl het afzinken kan gebeuren door tijdelijk extra ballast aan te brengen. Daar geen fundering nodig is maar slechts een anker of contragewicht, zijn geen bouwactiviteiten onder water nodig. Het anker kan afgezonken worden en dan worden 30 gevuld met zand, puin of schroot.
Om een eenvoudige en kostenbewuste installatie mogelijk te maken dient de volgende voorkeursprocedure voor het installeren van één of meerdere golfenergieom-zetters gebruikt te worden: 35 l. Bepaal op de kaart bij benadering de juiste plaats voor de inrichting (één of meer inrichtingen).
2. Bepaal op zee de juiste plaats door door middel van sonar de juiste diepte te zoeken.
A Λ .Γι* s t·«*.? 11 3. De juiste locatie wordt middels coördinaten vastgelegd, bijvoorbeeld met behulp van GPS.
4. Aan het te gebruiken anker/contragewicht wordt een kabel/ketting bevestigd die de juiste lengte heeft 5 om de inrichting aan te kunnen bevestigen. Om de kabel/ketting drijfvermogen te geven wordt er een boei aangebracht.
5. Het anker/contragewicht is in de voorgaande stap op de beoogde plaats van de inrichting afgezonken, en 10 wordt vervolgens (zonodig) verzwaard. Dit anker/con tragewicht is zelf bij voorkeur een lichte, open bak, die, eenmaal op z'n plaats, verzwaard wordt met puin, schroot o.i.d.
6. Voorzieningen voor het afnemen van elektriciteit, 15 die door de inrichting is opgewekt, worden aange bracht .
7. De inrichting wordt nu boven het anker gemanoeuvreerd, en vervolgens tijdelijk met ballast verzwaard, zodat de inrichting langzaam zal zinken.
20 8. Op het moment dat de inrichting tot de juiste diepte is gezakt, bevestigt een duiker de kabel/ketting aan de inrichting, evenals de elektriciteitsaahsluiting.
9. De tijdelijke ballast van de inrichting kan nu worden verwijderd, evenals de boei die aan de kabel 7 25 bevestigd was.
10. De inrichting is nu gereed om in gebruik genomen te worden.

Claims (19)

1. Inrichting voor het genereren van elektriciteit uit energie van golfbeweging van een waterlichaam, omvattende: - een verankering; 5. een drukkamer met hierin gas, waarbij de inrichting in gebruik althans gedeeltelijk ondergedompeld in het waterlichaam een opwaartse kracht ondervindt, welke drukkamer twee ten opzichte van elkaar beweegbare en lucht- en waterdicht verbonden kamerdelen, zoals een cilinder en 10 een hierin geplaatste zuiger, omvat, waarbij een eerste van de kamerdelen met de verankering is verbonden en een tweede van de kamerdelen in gebruik van de inrichting onder invloed van de golfenergie van en naar de eerste van de kamerdelen beweegbaar is; en 15 - een generator, welke is aangebracht om uit relatieve beweging van de kamerdelen elektriciteit te genereren, verder omvattende: arreteermiddelen, welke de eerste en tweede kamerdelen gedurende een periode althans bij benadering in een met 20 een extreem van een golfbeweging overeenkomende ingenomen relatieve stand houden, in hoofdzaak tot voordat een volgend, tegengesteld extreem van de golfbeweging de inrichting bereikt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de 25 inrichting met het inwendige van de drukkamer verbonden drukmiddelen omvat, welke zijn ingericht om in gebruik de druk in de drukkamer in te stellen.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij een met de drukmiddelen verbonden luchtleiding naar het 30 oppervlak van het waterlichaam is gelegd.
4. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de tweede van de kamerdelen langgerekt is en zich opwaartse uitstrekt.
5. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het tweede kamerdeel een balgconstructie omvat.
6. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de verankering een langgerekt plooibaar element, zoals een 5 kabel of een ketting, als verbinding tussen de bodem van het waterlichaam of een anker/contragewicht op die bodem en het eerste kamerdeel omvat.
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij het langgerekte plooibare element in lengte instelbaar is.
8. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de drukkamer een in- en uitgang, zoals een luik, voor inspectie- of onderhoudspersoneel nabij de bovenzijde hiervan omvat.
9. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de 15 beide kamerdelen in de met golfslag samenhangende relatieve beweging zijn geleid door geleidingsmiddelen hiertussen .
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de geleidingsmiddelen ten minste één tandheugelbaan en 20 hierover lopend tandwiel omvatten.
11. Inrichting volgens conclusies 4 en 9, waarbij de geleidingsmiddelen een centrering voor beweging van het eerste kamerdeel in het tweede vormen.
12. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de 25 geleidingsmiddelen een overbrenging vormen voor over-..... dracht bewegingsenergie aan de generator.
13. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de geleidingsmiddelen ten minste drie tandheugelbanen omvatten en de hierover lopende tandwielen onderling zijn 30 verbonden voor gelijkloop.
14. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de drukkamer tussen een samenstel van zuiger en cilinder is vormgegeven.
15. Inrichting volgens conclusie 14, waarbij de 35 diameter van de inrichting bij benadering tussen 2 en 6 meter bedraagt.
16. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de arreteermiddelen een schijfrem, een trommelrem, een bijv. 1 i'\ ï l·: i ij 4 > « door de generator gevoede electromotor of een dergelijke omvatten.
17. Inrichting volgens conclusies 10 en 16, waarbij de arreteermiddelen op het tandwiel inwerken.
18. Werkwijze voor het opwekken van energie uit golfbewegingen, omvattende: het vormen van een drukkamer uit in hoofdzaak twee ten opzichte van elkaar beweegbare kamerdelen; het in een invloedgebied van de golfbewegingen plaatsen van ten minste een van de kamerdelen om 10 golfbewegingen om te zetten in relatieve bewegingen van de kamerdelen; en het omzetten van de relatieve bewegingen van de kamerdelen in electrische energie, waarbij het omzetten omvat: het gedurende een deel van de opgaande en/of gedurende een deel van de neergaande gedeelten van 15 de golfbewegingen arreteren van de relatieve beweging van de kamerdelen.
19. Werkwijze volgens conclusie 18, waarbij het plaatsen omvat: 1. het bepalen op de kaart van een bij benadering juis- 20 te plaats voor ten minste één inrichting volgens één van de conclusies 1-17, 2. het bepalen op zee van de juiste plaats door door middel van sonar een gewenste diepte te zoeken; 3. het vastleggen van de juiste locatie middels coördi- 25 naten, bijvoorbeeld met behulp van GPS; 4. het aan een te gebruiken anker/contragewicht aan-brengen van een kabel/ketting die de juiste lengte heeft om de inrichting aan te bevestigen; om de kabel/ketting drijfvermogen te geven wordt er een 30 boei aangebracht; 5. het op de beoogde plaats van de inrichting afzinken en eventueel verzwaren van een anker/contragewicht, welk anker/contragewicht bij voorkeur een lichte, open bak is, die, eenmaal op z'n plaats, verzwaard 35 wordt met puin, schroot o.i.d.; 6. het aanbrengen van voorzieningen voor het afnemen van door de inrichting opgewekte elektriciteit; * ‘ ► 7. het manoeuvreren van de inrichting boven het anker en het vervolgens tijdelijk met ballast verzwaren hiervan, zodat de inrichting langzaam zinkt; 8. het op de juiste diepte van de inrichting bevestigen 5 van de kabel/ketting aan de inrichting, evenals de elektriciteitsaansluiting; 9. het verwijderen van de tijdelijke ballast van de inrichting, evenals de aan de kabel bevestigde boei; en 10. ingebruikname van de inrichting.
NL1016103A 2000-09-05 2000-09-05 Inrichting voor elektriciteitsopwekking uit golfbewegingen. NL1016103C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016103A NL1016103C1 (nl) 2000-09-05 2000-09-05 Inrichting voor elektriciteitsopwekking uit golfbewegingen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016103 2000-09-05
NL1016103A NL1016103C1 (nl) 2000-09-05 2000-09-05 Inrichting voor elektriciteitsopwekking uit golfbewegingen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1016103C1 true NL1016103C1 (nl) 2002-03-07

Family

ID=19772023

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1016103A NL1016103C1 (nl) 2000-09-05 2000-09-05 Inrichting voor elektriciteitsopwekking uit golfbewegingen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1016103C1 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2950397A1 (fr) * 2009-09-22 2011-03-25 Cie Engrenages Et Reducteurs Messian Durand Dispositif de conversion de l'energie mecanique de la houle d'une etendue d'eau en energie electrique.
WO2015015245A1 (en) * 2013-08-01 2015-02-05 Nozawa Tsukasa Wave activated power generation system with rack & pinion mechanism
CN107917036A (zh) * 2016-11-10 2018-04-17 徐丕义 利用浪潮驱动的动力设备

Cited By (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2950397A1 (fr) * 2009-09-22 2011-03-25 Cie Engrenages Et Reducteurs Messian Durand Dispositif de conversion de l'energie mecanique de la houle d'une etendue d'eau en energie electrique.
WO2011036401A3 (fr) * 2009-09-22 2011-05-26 Compagnie Engrenages Et Reducteurs - Messian - Durand Dispositif de conversion de l'énergie mécanique de la houle d'une étendue d'eau en énergie électrique
CN102725516A (zh) * 2009-09-22 2012-10-10 梅西安-杜兰德齿轮公司 用于将来自一片水域的波浪的机械能转换成电力的装置
CN102725516B (zh) * 2009-09-22 2015-12-02 梅西安-杜兰德齿轮公司 用于将来自一片水域的波浪的机械能转换成电力的装置
US9303618B2 (en) 2009-09-22 2016-04-05 Compagnie Engrenages et Reducteurs—Messian—Durand Device for converting the mechanical energy from the swell of an expanse water into electric power
WO2015015245A1 (en) * 2013-08-01 2015-02-05 Nozawa Tsukasa Wave activated power generation system with rack & pinion mechanism
US9810194B2 (en) 2013-08-01 2017-11-07 Tsukasa NOZAWA First improvement of wave activated power generation system with the rack and pinion mechanism
CN107917036A (zh) * 2016-11-10 2018-04-17 徐丕义 利用浪潮驱动的动力设备

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6291904B1 (en) Wave energy converter utilizing pressure differences
RU2554704C2 (ru) Устройство для производства электрической или механической энергии из движения волн
AU2006320515B2 (en) Wave energy converter utilizing internal reaction mass and spring
US7140180B2 (en) Wave energy converter (WEC) device and system
AU2007272290B2 (en) Wave energy converter
DK2776707T3 (en) Wave power generator
US7339285B2 (en) Hydroelectric wave-energy conversion system
US20080053084A1 (en) Method and Apparatus for Utilising Wave Energy
CA2808614C (en) Apparatus and method for conversion of water waves energy to electrical energy
WO1989007197A1 (en) Wave generator
CA3008148A1 (en) Tethered ballast systems for point absorbing wave energy converters and method of use thereof
EP0224506A1 (en) Apparatus for deriving energy from variation of the level of a body of fluid
CA2537035C (en) Improved wave energy converter (wec) device and system
NL1016103C1 (nl) Inrichting voor elektriciteitsopwekking uit golfbewegingen.
EP2401496B1 (en) A power capture device
JP2020193606A (ja) 波力発電装置
RU2655182C1 (ru) Энергетическая установка для автономного электропитания морских устройств в районах со сложной ледовой обстановкой
WO2001092718A1 (en) Wave energy converters utilizing pressure differences
EP2995807A1 (en) System for obtaining electrical energy from a wave motion
IE892411A1 (en) Wave Generator

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050401