NL1015964C2 - Measuring station for a system for determining a transponder. - Google Patents
Measuring station for a system for determining a transponder. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1015964C2 NL1015964C2 NL1015964A NL1015964A NL1015964C2 NL 1015964 C2 NL1015964 C2 NL 1015964C2 NL 1015964 A NL1015964 A NL 1015964A NL 1015964 A NL1015964 A NL 1015964A NL 1015964 C2 NL1015964 C2 NL 1015964C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- measuring
- signal
- measuring station
- antenna
- calibration
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01S—RADIO DIRECTION-FINDING; RADIO NAVIGATION; DETERMINING DISTANCE OR VELOCITY BY USE OF RADIO WAVES; LOCATING OR PRESENCE-DETECTING BY USE OF THE REFLECTION OR RERADIATION OF RADIO WAVES; ANALOGOUS ARRANGEMENTS USING OTHER WAVES
- G01S5/00—Position-fixing by co-ordinating two or more direction or position line determinations; Position-fixing by co-ordinating two or more distance determinations
- G01S5/02—Position-fixing by co-ordinating two or more direction or position line determinations; Position-fixing by co-ordinating two or more distance determinations using radio waves
- G01S5/06—Position of source determined by co-ordinating a plurality of position lines defined by path-difference measurements
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01S—RADIO DIRECTION-FINDING; RADIO NAVIGATION; DETERMINING DISTANCE OR VELOCITY BY USE OF RADIO WAVES; LOCATING OR PRESENCE-DETECTING BY USE OF THE REFLECTION OR RERADIATION OF RADIO WAVES; ANALOGOUS ARRANGEMENTS USING OTHER WAVES
- G01S1/00—Beacons or beacon systems transmitting signals having a characteristic or characteristics capable of being detected by non-directional receivers and defining directions, positions, or position lines fixed relatively to the beacon transmitters; Receivers co-operating therewith
- G01S1/02—Beacons or beacon systems transmitting signals having a characteristic or characteristics capable of being detected by non-directional receivers and defining directions, positions, or position lines fixed relatively to the beacon transmitters; Receivers co-operating therewith using radio waves
- G01S1/022—Means for monitoring or calibrating
- G01S1/026—Means for monitoring or calibrating of associated receivers
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Radar, Positioning & Navigation (AREA)
- Remote Sensing (AREA)
- Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
- Radar Systems Or Details Thereof (AREA)
- Position Fixing By Use Of Radio Waves (AREA)
Description
Meetstation voor een stelsel voor positiebepaling van een transponder.Measuring station for a system for determining a transponder.
5 De uitvinding heeft betrekking op een meetstation voor gebruik in een stelsel voor het bepalen van de positie van een transponder, die een signaal uitzendt en zich voortbeweegt langs een traject met tenminste een meetstation voorzien van antenne-middelen voor het ontvangen van het genoemde signaal op tenminste twee meetpunten gepositioneerd op de twee uiterste punten van een lijnstuk dat het traject kruist welk 10 meetstation is voorzien van een eerste en een tweede ontvanger elk voor het meten van het signaal via de an-tennemiddelen op een der genoemde uiterste punten, löoptijdmeetmiddelen waarmee het looptijdverschil tussen de signalen van de ontvangers wordt gemeten, 15 - waardeermiddelen waarmee op grond van het gemeten looptijdverschil wordt vastgesteld op welke plaats de transponder het genoemde lijnstuk passeert.The invention relates to a measuring station for use in a system for determining the position of a transponder, which transmits a signal and travels along a path with at least one measuring station provided with antenna means for receiving said signal on at least two measuring points positioned at the two extreme points of a line section which crosses the path which measuring station is provided with a first and a second receiver, each for measuring the signal via the antenna means at one of said extreme points, at which time measuring means transit time difference between the signals from the receivers is measured, - value means with which, on the basis of the measured transit time difference, it is determined at which place the transponder passes said line segment.
Een dergelijk meetstation is bekend uit een eerdere Nederlandse aanvrage NL1012907 eveneens ten name van AMB-IT Holding. In deze aanvrage wordt beschreven hoe onder andere met behulp van een langgerekte lusvormige antenne posities 20 van transponders kunnen worden gemeten. De transponders bevinden zich in een uitvoeringsvorm bijvoorbeeld op een auto of een ander voertuig dat zich voort beweegt langs een vaste baan waarbij langs de baan meetstations zijn opgesteld elk voorzien van een langgerekte lusvormige antenne die zich dwars over de baan uitstrekt.Such a measuring station is known from an earlier Dutch application NL1012907, also in the name of AMB-IT Holding. This application describes how, among other things, positions of transponders can be measured with the aid of an elongated loop-shaped antenna. In one embodiment, for example, the transponders are located on a car or another vehicle which travels along a fixed track, measuring stations being arranged along the track, each provided with an elongated loop-shaped antenna that extends across the track.
Een probleem bij dergelijke meetstations wordt gevormd door het ijken ervan. Bij 25 vaste stations kunnen, na een initiële ijkprocedure, toch veranderingen optreden in bijvoorbeeld de eigenschappen van de lusvormige antenne, die aanleiding kunnen geven tot fouten in het meetsignaal. De lusvormige antenne kan bijvoorbeeld ingebed zijn in een asfaltlaag van een weggedeelte. Deze asfaltlaag zal in het algemeen niet overal homogeen zijn en de elektrische eigenschappen zullen veranderen onder invloed van 30 temperatuur en vochtigheid.A problem with such measuring stations is the calibration thereof. At 25 fixed stations, after an initial calibration procedure, changes can nevertheless occur in, for example, the properties of the loop-shaped antenna, which can give rise to errors in the measurement signal. The loop-shaped antenna can for instance be embedded in an asphalt layer of a road section. This asphalt layer will generally not be homogeneous everywhere and the electrical properties will change under the influence of temperature and humidity.
Dergelijke meetstations kunnen ook als mobiel station uitgevoerd zijn en telkens voor een bepaalde gebeurtenis worden geïnstalleerd en weer worden verwijderd. Ook 1015964 2 daarbij is het noodzakelijk om telkens na installatie in elk geval een ijkprocedure uit te voeren.Such measuring stations can also be designed as a mobile station and can be installed and removed for a specific event each time. It is also necessary here to always perform a calibration procedure after each installation.
De uitvinding heeft nu ten doel de middelen te verschaffen om een dergelijke ijkprocedure gemakkelijk te kunnen uitvoeren, zowel direct na een eerste installatie van 5 een meetstation alsook tussentijds en eventueel zelfs tijdens actief bedrijf daarvan.The invention now has for its object to provide the means for easily carrying out such a calibration procedure, both immediately after a first installation of a measuring station and also in the interim and possibly even during active operation thereof.
Aan deze doelstelling wordt voldaan door een meetstation als gedefinieerd in de eerste alinea van deze beschrijving, welk meetstation het kenmerk heeft dat het meetstation verder voorzien is van tenminste een ijksignaalgever die op een bekende positie op het lijnstuk kan worden geplaatst voor het doen van een ijkmeeting.This objective is met by a measuring station as defined in the first paragraph of this description, which measuring station is characterized in that the measuring station is further provided with at least one calibration signal generator which can be placed at a known position on the line for performing a calibration measurement .
10 Met een ijksignaalgever op een bekende positie kan nu een ijking worden uitgevoerd om vast te stellen of de betreffende positie overeenstemt met de positie die door de waardeermiddelen wordt aangegeven. De ijksignaalgever kan naar wens op elk moment worden geplaatst en op elke positie. Zolang de ijksignaalgever zich op deze positie bevindt en deze positie met voldoende nauwkeurigheid bekend is, kan er in elk 15 geval ten opzichte van deze positie geijkt worden.With a calibration signal generator at a known position, a calibration can now be carried out to determine whether the relevant position corresponds to the position indicated by the valuation means. The calibration signal generator can be placed at any time and at any position as desired. As long as the calibration signal generator is in this position and this position is known with sufficient accuracy, it is possible to calibrate with respect to this position in any case.
Het verdient daarbij de voorkeur dat de ijksignaalgever op de bekende positie aan de antenne is gefixeerd. In het bijzonder bij mobiele installaties is de gebruiker er daardoor zeker van dat de ijksignaalgever na installatie ook aanwezig is en voor de ijking van de installatie kan worden toegepast.It is thereby preferred that the calibration signal generator is fixed to the antenna at the known position. In particular in the case of mobile installations, the user is therefore certain that the calibration signal generator is also present after installation and can be used for calibration of the installation.
20 De ijksignaalgever kan op identieke wijze opgebouwd zijn als het zendgedeelte in een transponder waarvan de positie in de bedrijfstoestand door het stelsel moet worden bepaald. In dat geval kan een standaard transponder tijdelijk als ijksignaalgever worden gebruikt. Het zal echter in de meeste gevallen de voorkeur verdienen dat een afzonderlijke ijksignaalgever wordt toegepast waarvan het signaal zich duidelijk onderscheidt 25 van de transpondersignalen.The calibration signal generator can be constructed in an identical manner to the transmitting part in a transponder whose position in the operating state must be determined by the system. In that case, a standard transponder can be used temporarily as a calibration signal generator. However, in most cases it will be preferable to use a separate calibration signal generator whose signal clearly differs from the transponder signals.
Teneinde in het bijzonder rekening te kunnen houden met veranderingen in de looptijdeigenschappen van de antenne en/of van de draden of kabels die verlopen tussen de antenne en de fasemeetmiddelen verdient het de voorkeur dat het meetstation voorzien is van twee of meer ijksignaalgevers die elk op een bekende positie kunnen 30 worden geplaatst en/of worden gefixeerd.In order to be able to take particular account of changes in the transit time characteristics of the antenna and / or of the wires or cables that run between the antenna and the phase measuring means, it is preferable that the measuring station is provided with two or more calibration signal generators each on a known position can be placed and / or fixed.
In het bijzonder verdient het de voorkeur dat twee ijksignaalgevers zijn geplaatst bij de uiterste punten van de langgerekte lusvormige antenne. Met twee ijksignaalgevers op deze twee bijzondere plaatsen wordt bereikt dat eventuele 1015964 3 veranderingen in de eigenschappen van de antenne direct kunnen worden gedetecteerd zodat zonodig correctiemaatregelen kunnen worden uitgevoerd. Bovendien is het daarmee mogelijk om eventuele lengteverschillen in de verbindingskabels tussen de antenne en de looptijdmeetmiddelen op geschikte wijze te corrigeren.In particular, it is preferred that two calibration signal generators are positioned at the extreme points of the elongated loop-shaped antenna. With two calibration signal generators at these two special locations, it is achieved that any changes in the properties of the antenna can be directly detected so that corrective measures can be taken if necessary. Moreover, it is thereby possible to appropriately correct for any length differences in the connecting cables between the antenna and the transit time measuring means.
5 Het verdient de voorkeur het meetstation zodanig uit te voeren dat dit zowel bij brede trajecten als ook bij smalle trajecten correct functioneert. Afhankelijk van de breedte van het traject zal de lengte van de antennemiddelen variëren waarbij het niet denkbeeldig is dat de looptijd van het signaal langs de antenne langer is dan 1 cyclus van het toegepaste meetsignaal. In dat geval is het met eenvoudige fasemeetmiddelen 10 niet meer mogelijk om een eenduidige ijking uit te voeren. Teneinde universeel toepasbaar te zijn verdient het dan ook de voorkeur dat de looptijdmeetmiddelen voorzien zijn van: - tijdmeetmiddelen waarmee het verschil in aankomsttijd van een signaal bij de genoemde uiterste punten wordt gemeten, uit welk tijdverschil en uit de bekende 15 signaalfrequentie en dus cyclustijd van het signaal door de antennegeleiders het looptijdverschil grof tot op een deel van een signaalcyclus kan worden bepaald, - fasemeetmiddelen waarmee het faseverschil binnen een cyclus kan worden gemeten, met welke meting de grove bepaling van het looptijdverschil kan worden verfijnd.It is preferable to design the measuring station in such a way that it functions correctly for both wide and narrow paths. Depending on the width of the trajectory, the length of the antenna means will vary, whereby it is not inconceivable that the duration of the signal along the antenna is longer than 1 cycle of the applied measuring signal. In that case it is no longer possible to carry out an unambiguous calibration with simple phase measuring means 10. In order to be universally applicable, it is therefore preferable for the travel time measuring means to be provided with: - time measuring means with which the difference in arrival time of a signal at the said extreme points is measured, from which time difference and from the known signal frequency and thus cycle time of the signal through the antenna conductors the transit time difference can be roughly determined up to a part of a signal cycle, - phase measuring means with which the phase difference can be measured within a cycle, with which measurement the coarse determination of the transit time difference can be refined.
In het bovenstaande is als voorbeeld gewezen op een lange lusvormige antenne. Er 20 kunnen echter ook andere antenne-configuraties worden gebruikt als de omstandigheden dat wenselijk maken. Een detail bespreking van deze configuraties wordt in het kader van de uitvinding overbodig geacht. Ook bij deze configuraties kan de uitvinding zonder meer worden toegepast.In the above, an example of a long loop-shaped antenna has been mentioned. However, other antenna configurations can also be used if the circumstances make it desirable. A detailed discussion of these configurations is considered superfluous in the context of the invention. The invention can also be applied to these configurations without any problem.
De uitvinding zal in het volgende nader worden verklaard aan de hand van de 25 bijgaande figuur.The invention will be explained in more detail below with reference to the accompanying figure.
In de bijgaande figuur is schematisch een uitvoeringsvorm getoond van een meetstation met bijbehorende ijksignaalgevers volgens de uitvinding.The accompanying figure schematically shows an embodiment of a measuring station with associated calibration signals according to the invention.
In de figuur is schematisch een deel van een traject 10 weergegeven waarover zich bijvoorbeeld de voertuigen 12 en 14 bewegen die elk voorzien zijn van een trans-30 ponder. Op vooraf bepaalde afstanden zijn meetstations ingericht voorzien van een langgerekte detectieantenne 16 die via de kabels 18 en 20 verbonden is met een fase-meter 22. Als een transponder deze detectieantenne 16 passeert dan zal er in de antenne een signaal worden opgewekt dat zowel via de kabel 18 als via de kabel 20 de faseme- 1015964 4 ter 22 bereikt. Het faseverschil tussen de beide signalen is afhankelijk van de positie waar de betreffende transponder de detectielus 16 passeert. Een en ander is in meer detail beschreven in de boven al aangegeven oudere aanvrage NL1012907.The figure schematically shows a part of a track 10 over which, for example, the vehicles 12 and 14 move, each of which is provided with a trans-pounder. At predetermined distances, measuring stations are provided with an elongated detection antenna 16 which is connected via cables 18 and 20 to a phase meter 22. If a transponder passes this detection antenna 16, a signal will be generated in the antenna that can be transmitted via the cable 18 when the phase meter 4b 22 reaches via the cable 20. The phase difference between the two signals depends on the position where the relevant transponder passes through the detection loop 16. All this is described in more detail in the above-mentioned older application NL1012907.
Een probleem dat bij een dergelijk stelsel kan optreden is het ijken van de diverse 5 meetstations. Hiertoe wordt nu volgens de uitvinding gebruik gemaakt van tenminste een ijksignaalgever die op een vooraf bepaalde nauwkeurig bekende plaats wordt gepositioneerd om daarmee het meetstelsel ten opzichte van althans deze ene plaats te kunnen ijken. In de figuur is als voorbeeld een ijksignaalgever 24 aangebracht nabij het onderste uiteinde van de detectieantenne 16, samenvallend met de onderrand van het 10 traject 10. Het signaal, dat door deze ijksignaalgever wordt uitgezonden, wordt door de antenne 16 opgevangen en op grond van de in de fasemeter 22 ontvangen signalen wordt een bepaalde fasewaarde afgegeven die door de waardeereenheid 30 moet worden vertaald in bijvoorbeeld een signaal x = 0. Daarbij is er vanuit gegaan dat de x-as verloopt in de breedterichting van het traject 10 en dat de waarde x = 0 behoort bij de 15 onderste rand en de waarde x = xm behoort bij de bovenste rand. Het zal duidelijk zijn dat nu de schakeling in elk geval op de onderrand x = 0 kan worden geijkt en afgeregeld. Als de (elektrische) lengte van de antenne 16 op zich bekend is en ook de fre-è quenties die door de transponders worden gebruikt bekend zijn dan kan zonodig zonder verdere ij king worden vastgesteld bij welke fasewaarde van de fasemeter 22 het signaal 20 is x = xm in de waardeerinrichting 30 moet ontstaan.A problem that can occur with such a system is the calibration of the various measuring stations. To this end, according to the invention use is made of at least one calibration signal generator which is positioned at a predetermined accurately known location in order to thereby be able to calibrate the measuring system relative to at least this one location. In the figure, as an example, a calibration signal generator 24 is arranged near the lower end of the detection antenna 16, coinciding with the lower edge of the trajectory 10. The signal transmitted by this calibration signal generator is picked up by the antenna 16 and based on the signals received in the phase meter 22 are given a specific phase value which must be translated by the valuation unit 30 into, for example, a signal x = 0. It is assumed that the x-axis extends in the width direction of the path 10 and that the value x = 0 belongs to the lower edge and the value x = xm belongs to the upper edge. It will be clear that now the circuit can in any case be calibrated and adjusted on the lower edge x = 0. If the (electrical) length of the antenna 16 is known per se and also the frequencies used by the transponders are known, then if necessary it can be determined without further calibration at which phase value of the phase meter 22 the signal is 20 x = xm must occur in the evaluator 30.
Om echter eventuele onnauwkeurigheden, looptijdveranderingen als gevolg van temperatuursinvloeden of andere fouten te vermijden verdient het de voorkeur dat het stelsel voorzien is van een tweede ijksignaalgever 26 die bij voorkeur geïnstalleerd is nabij het boveneinde van de antenne 16, samenvallend met de bovenrand van het traject 25 10. Het signaal dat door deze tweede ijksignaalgever 26 wordt uitgezonden moet in de fasemeter 22 leiden tot een fasewaarde die door de waardeereenheid 30 wordt omgezet in een signaal corresponderend met x = xm. Nu kan het stelsel dus zodanig worden gecorrigeerd en nageregeld dat zowel de waarde x = 0 als de waarde x = xm corresponderen met de posities van de ijksignaalgevers 24 en 26.However, in order to avoid any inaccuracies, transit time changes due to temperature influences or other errors, it is preferable for the system to be provided with a second calibration signal generator 26 which is preferably installed near the upper end of the antenna 16, coinciding with the upper edge of the trajectory 25 10. The signal transmitted by this second calibration signal generator 26 must lead to a phase value in the phase meter 22 which is converted by the evaluation unit 30 into a signal corresponding to x = xm. The system can now be corrected and adjusted in such a way that both the value x = 0 and the value x = xm correspond to the positions of the calibration signal emitters 24 and 26.
30 Het zal duidelijk zijn dat de ijksignaalgevers ook op andere plaatsen aangebracht mogen worden als daar de nauwkeurige positie van deze signaalgevers bekend is. Ook daar kan dit stelsel ten opzichte van deze posities dan nauwkeurig kan worden geijkt.It will be clear that the calibration signal generators may also be arranged at other locations if the precise position of these signal generators is known there. There too, this system can then be accurately calibrated relative to these positions.
1015964 51015964 5
Als verondersteld mag worden dat het gehele stelsel een lineair verloop heeft tussen de plaats van de signaalgever 24 en die van de signaalgever 26 dan is een verdere ijking overbodig. Als echter aan de lineairiteit van het stelsel wordt getwijfeld dan kan het nuttig zijn om een derde ijksignaalgever 28 toe te passen die geplaatst wordt op een 5 bekende positie tussen de transponders 24 en 26. Het signaal van deze ijktransponder 28 levert een fasesignaal op dat door de waardeereenheid 30 vertaald zal worden in een x-signaal dat moet corresponderen met de positie van de transponder 28. Is dat niet het geval, dan kan ook hier weer een correctie worden uitgevoerd zodanig dat de signalen van de ijktransponders 24 en 26 blijven liggen bij x - 0 respectievelijk x = xm.If it can be assumed that the entire system has a linear course between the position of the signal generator 24 and that of the signal generator 26, a further calibration is unnecessary. However, if the linearity of the system is questioned, it may be useful to use a third calibration signal generator 28 which is placed at a known position between transponders 24 and 26. The signal from this calibration transponder 28 produces a phase signal which the value unit 30 will be translated into an x signal which must correspond to the position of the transponder 28. If this is not the case, a correction can also be made here again such that the signals from the calibration transponders 24 and 26 remain at x - 0 and x = xm respectively.
10 De ijksignaalgevers kunnen worden gevormd door het zendgedeelte van een transponder waarvan tijdens bedrijf de positie moet worden bepaald. Met andere woorden voor het ijken van een meetstation worden tijdelijk twee transponders geplaatst nabij de uiteinden van de antenne op de randen van het traject 10 en de ijkprocedure wordt uitgevoerd. Daarna worden de transponders verwijderd en wordt het meetstation 15 in bedrijf genomen. Deze methode heeft het nadeel dat de ijking slechts tijdelijk is en dat dus bij wijziging van de omstandigheden de door het meetstation geleverde data wel eens onnauwkeurig kunnen worden.The calibration signal generators can be formed by the transmitting part of a transponder whose position must be determined during operation. In other words, for calibrating a measuring station, two transponders are temporarily placed near the ends of the antenna on the edges of the path 10 and the calibration procedure is performed. The transponders are then removed and the measuring station 15 is put into operation. This method has the disadvantage that the calibration is only temporary and that if the circumstances change, the data supplied by the measuring station may become inaccurate.
Het verdient derhalve de voorkeur dat de ijksignaalgevers vast met de antenne zijn verbonden en ook tijdens bedrijf van het meetstation kunnen worden gebruikt om 20 het meetstation telkens waanneer dit nodig wordt geacht, dan wel met vaste tussentijden, te herijken.It is therefore preferable that the calibration devices are permanently connected to the antenna and can also be used during operation of the measuring station to recalibrate the measuring station whenever this is deemed necessary or at fixed intervals.
Afhankelijk van de gebruikte frequenties en van de breedte van het traject 10 kan het voorkomen dat er meerdere golfcyclussen op de lengte van de antenne 16 passen. Bovendien zullen in het algemeen de lengten van de kabels 18 en 20 niet gelijk zijn.Depending on the frequencies used and on the width of the trajectory 10, it may happen that several wave cycles fit on the length of the antenna 16. Moreover, the lengths of the cables 18 and 20 will generally not be the same.
25 Het is niet denkbeeldig dat er tientallen meters en soms meer verschil in kabellengte moet worden geconstateerd. Aangezien ook deze kabels in de meting zijn betrokken leidt een lengteverschil al snel tot een niet-eenduidige meting. In zo’n geval verdient het de voorkeur dat er naast de fasemeetmiddelen 22 ook tijdmeetmiddelen 23 aanwezig zijn waarmee het verschil in aankomsttijd via de kabel 18 en via de kabel 20 30 kan worden gemeten tot op een een deel van een signaalcyclus nauwkeurig. Uit de meting van de signaalgever 24 en die van de signaalgever 26 kan de invloed van de kabels op de meting worden vastgesteld. Verder kan daaruit worden vastgesteld hoe lang de antenne 16 is uitgedrukt in signaalcyclussen. De beide eindpunten van de 1015964 6 antenne zijn nu geijkt. De tijdmeetmiddelen 24 verschaffen de positie van een passerende transonder uitgedrukt in signaalcyclussen en wel tot op een deel van een cyclus nauwkeurig en de fasemeetmiddelen geven een nauwkeurige bepaling van het laatste cyclusdeel. De exacte berekening wordt na het bovenstaande binnen het bereik 5 van een deskundige geacht en behoeft derhalve geen nadere toelichting.25 It is not inconceivable that tens of meters and sometimes more difference in cable length must be observed. Since these cables are also included in the measurement, a difference in length quickly leads to an inconclusive measurement. In such a case it is preferred that, in addition to the phase measuring means 22, there are also time measuring means 23 with which the difference in arrival time can be measured via the cable 18 and via the cable 30, accurate to a part of a signal cycle. The influence of the cables on the measurement can be determined from the measurement of the signal generator 24 and that of the signal generator 26. Furthermore, it can be determined therefrom how long the antenna 16 is expressed in signal cycles. The two end points of the 1015964 6 antenna are now calibrated. The time measuring means 24 provides the position of a passing transonder expressed in signal cycles and accurate to a part of a cycle and the phase measuring means give an accurate determination of the last cycle part. After the above, the exact calculation is considered to be within the reach of an expert and therefore requires no further explanation.
Bij veel fasemeters kunnen problemen optreden op de plaatsen waar de fase van fase 2π overgaat naar fase 0 of andersom. Om de daaruit resulterende onduidelijk op te heffen kan het de voorkeur verdienen om de fasemeter 22 dubbel uit te voeren waarbij de tweede fasemeter het inverse signaal krijgt toegeleverd. Daarmee wordt de meting 10 over 180° verschoven en wordt het gesignaleerde probleem geelimineerd.Many phase meters can cause problems in places where the phase passes from phase 2π to phase 0 or vice versa. In order to eliminate the resulting uncertainty, it may be preferable to design the phase meter 22 twice, the second phase meter being supplied with the inverse signal. The measurement 10 is thus shifted by 180 ° and the problem identified is eliminated.
10159041015904
Claims (5)
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1015964A NL1015964C2 (en) | 2000-08-18 | 2000-08-18 | Measuring station for a system for determining a transponder. |
PCT/NL2001/000613 WO2002021151A1 (en) | 2000-08-18 | 2001-08-20 | Measuring station for a system for determining the position of a transponder |
AU2001292441A AU2001292441A1 (en) | 2000-08-18 | 2001-08-20 | Measuring station for a system for determining the position of a transponder |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1015964A NL1015964C2 (en) | 2000-08-18 | 2000-08-18 | Measuring station for a system for determining a transponder. |
NL1015964 | 2000-08-18 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1015964C2 true NL1015964C2 (en) | 2002-02-19 |
Family
ID=19771913
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1015964A NL1015964C2 (en) | 2000-08-18 | 2000-08-18 | Measuring station for a system for determining a transponder. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
AU (1) | AU2001292441A1 (en) |
NL (1) | NL1015964C2 (en) |
WO (1) | WO2002021151A1 (en) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6700494B2 (en) | 2001-07-19 | 2004-03-02 | Dennis O. Dowd | Equine tracking |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0581137A1 (en) * | 1992-07-25 | 1994-02-02 | Alcatel SEL Aktiengesellschaft | Method for correcting measurement errors induced by clock time drifts inside a secondary surveillance radar system |
US5424746A (en) * | 1993-11-16 | 1995-06-13 | Cardion, Inc. | Method and system for monitoring vehicles |
WO1996014626A1 (en) * | 1994-11-05 | 1996-05-17 | Robert Bosch Gmbh | Method of determining a vehicle's position on a road |
US5648767A (en) * | 1994-11-30 | 1997-07-15 | Hughes Aircraft | Transponder detection system and method |
-
2000
- 2000-08-18 NL NL1015964A patent/NL1015964C2/en not_active IP Right Cessation
-
2001
- 2001-08-20 WO PCT/NL2001/000613 patent/WO2002021151A1/en active Application Filing
- 2001-08-20 AU AU2001292441A patent/AU2001292441A1/en not_active Abandoned
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0581137A1 (en) * | 1992-07-25 | 1994-02-02 | Alcatel SEL Aktiengesellschaft | Method for correcting measurement errors induced by clock time drifts inside a secondary surveillance radar system |
US5424746A (en) * | 1993-11-16 | 1995-06-13 | Cardion, Inc. | Method and system for monitoring vehicles |
WO1996014626A1 (en) * | 1994-11-05 | 1996-05-17 | Robert Bosch Gmbh | Method of determining a vehicle's position on a road |
US5648767A (en) * | 1994-11-30 | 1997-07-15 | Hughes Aircraft | Transponder detection system and method |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2002021151A1 (en) | 2002-03-14 |
AU2001292441A1 (en) | 2002-03-22 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP0926509B1 (en) | Sonic position measurement system | |
US10501101B2 (en) | Train-position detection device | |
US4717915A (en) | Method and apparatus for the graphic registration of moving vehicles | |
MY130258A (en) | Method for determining the distance between an object and a device of varying location, in particular a motor vehicle | |
US20160003943A1 (en) | Obstacle detection device for vehicle and obstacle detection system for vehicle | |
KR100778309B1 (en) | Apparatus and Method for computing location of a moving beacon using received signal strength and multi-frequencies | |
JP2002533730A (en) | Non-contact detection method and device for external electric or magnetic field | |
WO1996024027A3 (en) | Improvements relating to pulse echo distance measurement | |
JP2010501952A (en) | Driver assistance system and method for determining the validity of an object | |
CN110582803B (en) | Processing apparatus | |
US20080143585A1 (en) | Methods and systems for interferometric cross track phase calibration | |
NL1015964C2 (en) | Measuring station for a system for determining a transponder. | |
EP1210615B1 (en) | System for determining the position of a transponder | |
US10906572B2 (en) | Method for the detection of crosstalk phenomena | |
US6366532B1 (en) | Apparatus for detecting position | |
KR20170110988A (en) | System and method for measuring position of trail | |
US8198888B2 (en) | Method and system for determining the distance between a profiled surface and a functional surface moving in relation thereto by using measurement coils and a reference coil | |
US5635844A (en) | Object sensing apparatus using predicting means for Determining if the object is a guardrail | |
CN110807949B (en) | Parking space detection method and device | |
JPH1164507A (en) | Range finder method | |
US7275015B2 (en) | Method and device for determining motion parameters of a conductive, profiled surface | |
JP3221424B2 (en) | Receiving level measuring method and measuring device | |
KR20170092741A (en) | Apparatus for measuring position of train | |
US11763108B2 (en) | Radio frequency identification discontinuity correction | |
US20210103043A1 (en) | Object detection apparatus, object detection method, and computer-readable recording medium |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20190901 |