NL1015727C2 - Verwarmingsinrichting. - Google Patents

Description

VERWARMINGSINRICHTING

De uitvinding heeft betrekking op een verwarmingsinrichting die in het bijzonder bestemd is voor het warm houden van jong vee en dergelijke.

Bijvoorbeeld is het in de fokzeugenhouderij van 5 essentieel belang dat voor. pas geboren biggetjes bijverwarming wordt toegepast om deze jonge dieren te helpen bij het handhaven van hun lichaamstemperatuur. De voedselopname met bijbehorende spijsvertering is de eerste dagen na de geboorte nog onvoldoende ontwikkeld, 10 waardoor de lichaamstemperatuur sterk afhangt van de omgevingstemperatuur. Als de omgevingstemperatuur laag is, bijvoorbeeld in de winterperiode, dan koelen de dieren teveel af met alle mogelijke nadelige, gevolgen van dien, zoals een verhoogde vatbaarheid voor ziektes, 15 verminderde groei en zelfs sterfte.

Een bijkomend voordeel van bijverwarming is dat de biggensterfte door doodliggen door de zeug wordt verminderd, omdat de biggen naar de warmtebron toetrekken.

20 In de praktijk wordt vier tot zes dagen na de worp bijverwarmd. Aangezien deze bijverwarming gewoonlijk elektrisch is, zijn de kosten daarvan aanzienlijk.

De uitvinding beoogt nu een verwarmingsinrichting te verschaffen, die economisch in gebruik is, en toch 25 voor voldoende verwarming zorgt.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een verwarmingsinrichting die een elektrisch warmte-afgevend toestel omvat en een regelinrichting welke het door het toestel opgenomen vermogen over een bepaalde 30 tijdsduur van een hoge waarde naar een lage waarde terugregelt. Gebleken is namelijk dat de warmtebehoefte, van het jonge vee al vrij snel na de geboorte terugloopt, naarmate de lichaamsfuncties beter beginnen te werken.

Door het opgenomen vermogen terug te regelen geeft de ^ 0 1 5 7 o 7 2 verwarmingsinrichting volgens de uitvinding een goed aan de behoefte van het jonge vee aangepaste warmte af.

Gebleken is dat in de praktijk een besparing in de grootte orde van 40% van het elektriciteitsverbruik voor 5 deze verwarmingsinrichtingen haalbaar is.

Bij een geschikte uitvoeringsvorm van de uitvinding, wordt de maatregel van conclusie 2 toegepast. Aangezien de behoeft aan bijverwarming gewoonlijk over enige dagen afneemt, is het gunstig om de bepaalde 10 tijdsduur waarover de verwarming wordt terug geregeld op tenminste enige dagen te kunnen instellen.

De verwarmingsinrichting kan terug geregeld worden tot een bepaalde minimale waarde doch bij voorkeur wordt de maatregel van conclusie 3 toegepast.

15 Het terug regelen kan stapsgewijs geschieden. Dit kan in het bijzonder gunstig zijn wanneer gebruik gemaakt wordt van een verwarmingsinrichting met een aantal afzonderlijk te schakelen verwarmingselementen. Voor een gelijkmatige afname van de bijverwarming wordt echter bij 20 voorkeur de maatregel van conclusie 4 toegepast. Het jonge vee bemerkt dan niets van de teruglopende verwarming en hun lichaamsfuncties kunnen zich goed aanpassen aan de afnemende bijverwarming.

Bij voorkeur wordt de maatregel van conclusie 5 25 toegepast. Het personeel dat de dieren verzorg kan dan in een oogopslag zien op welke waarde de bijverwarming staat en eenvoudig controleren of dit overeenkomt met de behoefte.

Een andere uitvoeringsvorm wordt gekenmerkt in 30 conclusie 6. Op deze wijze is direct zichtbaar of de verwarmingsinrichting goed is ingesteld, doordat het vertoonde aantal dagen overeenkomt met de leeftijd van het j onge vee.

Bij voorkeur is de verwarmingsinrichting volgens 35 de uitvinding verplaatsbaar uitgevoerd. Deze is dan voorzien van aansluitmiddelen ter aansluiting aan een elektriciteitsnet en kan op elke gewenste plaats in de fokkerij worden ingezet.

HR707 3

Een geschikte uitvoering is gekenmerkt in conclusie 8. De regelinrichting met zijn eventuele instelorganen wordt hierdoor vanzelf op een goed bereikbare plaats gefixeerd.

5 De uitvinding wordt verder toegelicht aan de hand van de bijgevoegde figuren.

Figuur 1 toont een kraamhok in een varkensfokkerij voorzien van een verwarmingsinrichting volgens de uitvinding.

10 Figuur 2 toont een verwarmingsinrichting volgens een andere uitvoeringsvorm, geschikt voor het bijverwarmen van kuikens. ^

In het kraamhok 1 wordt op bekende wijze een zeug 2 gehouden, die een aantal biggen 5 geworpen heeft. De 15 biggen worden de eerste dagen nadat deze zijn geboren warm gehouden met behulp van een verwarmingsmat 3. Deze verwarmingsmat 3 is een op zichzelf bekende mat waarin een elektrisch verwarmingselement is opgenomen.

De verwarmingsmat 3 is aangesloten op een 20 contactdoos 6 van een regelinrichting 4, die deel uitmaakt van de verwarmingsinrichting volgens de uitvinding.

Deze regelinrichting omvat een elektronische schakeling waarmee het door het verwarmingstoestel 3 25 opgenomen vermogen over een bepaalde tijdsduur van een hoge waarde naar een lage waarde wordt terug geregeld.

Deze schakeling is niet in detail getoond, maar kan voor een deskundige op het gebied eenvoudig worden gemaakt. In principe komt deze overeen met een op 30 zichzelf bekende lichtdimmer, die aangestuurd wordt met een schakeling welke een regelspanning afgeeft die in een instelbare tijd geleidelijk veranderd, bijvoorbeeld terugloopt.

De regelinrichting 4 is voorzien van een display 7 35 dat op geschikte wijze het percentage weergeeft dat het op dat moment opgenomen vermogen is van de hoge waarde.

Een persoon die toezicht houdt op de dieren kan zo zeer snel zien of de hoeveelheid warmte die de ‘ ·* ·*·<.' , v' ·/ ·:' * 4 verwarmingsinrichting 3 afgeeft geschikt is voor de betreffende biggen 5.

Het display 7 kan ook, of in plaats daarvan, de tijdsduur tonen die verlopen is sinds de inrichting 5 ingeschakeld is op de hoge waarde. Bij deze toepassing zal deze tijdsduur aangegeven worden in dagen. Het aantal getoonde dagen komt dan overeen met de leeftijd van de biggen 5.

De inrichting 4 omvat verder een aantal 10 bedieningstoetsen 8, waarmee op verder voor de hand liggende wijze de tijdsduur waarover terug geregeld wordt kan worden ingesteld, en eventueel de hoge waarde en de lage waarde waartussen wordt geregeld. Ook kan een toets de functie hebben dat door het bedienen daarvan een 15 vooraf ingestelde cyclus aanvangt.

De regelinrichting is via een leiding 9 aangesloten aan het elektriciteitsnet.

Figuur 2 toont een andere inrichting volgens de uitvinding die bijvoorbeeld in het bijzonder geschikt is 20 voor het tijdelijk verwarmen van kuikens. De verwarmingsinrichting 10 heeft hier de vorm van een hanglamp met een lamphuis respectievelijk reflector 15.

De lamp hangt aan het elektriciteitssnoer 12. Aan het lamphuis 15 is een regelinrichting ll aangebracht die op 25 een overeenkomstige wijze functioneert als hiervoor beschreven voor de regelinrichting 4. Deze regelinrichting 11 regelt het opgenomen vermogen van de in het lamphuis 15 aangebrachte verwarmingslamp. De inrichting 11 omvat ook hier een venster 13 waarop 30 ingestelde waarden en dergelijke afgelezen kunnen worden en een aantal bedieningstoetsen 14 voor het instellen van de regelinrichting 11.

1 0 1 5 7 2 7

Claims (8)

1. Verwarmingsinrichting omvattende een elektrisch warmte-afgevend toestel en een regelinrichting die het door het toestel opgenomen vermogen over een bepaalde tijdsduur van een hoge waarde naar een lage waarde 5 terugregelt.

2. Verwarmingsinrichting volgens conclusie 1, verder omvattende instelmiddelen voor het instellen van de bepaalde tijdsduur op ten minste enige dagen.

3. Verwarmingsinrichting volgens conclusie 1, 10 waarbij de hoge waarde overeenkomt met de maximale warmte-afgifte van het toestel en de lage waarde met geen warmte-afgifte.

4. Verwarmingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij de regelinrichting het opgenomen vermogen 15 traploos terugregelt.

5. Verwarmingsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de regelinrichting een vertoonorgaan omvat, dat het momentane opgenomen vermogen als percentage van de hoge waarde van het opgenomen 20 vermogen weergeeft.

6. Verwarmingsinrichting volgens conclusie 2, waarbij de regelinrichting een vertoonorgaan omvat, dat het aantal dagen sinds het begin van de tijdsduur weergeeft.

7. Verwarmingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij deze verplaatsbaar is en aansluitmiddelen ter aansluiting aan een elektriciteitsnet omvat.

8. Verwarmingsinrichting volgens conclusie 7, met 30 het kenmerk dat de regelinrichting opgenomen is in een stekkerbehuizing. ·*:<;?«:? 7 • - c. /