NL1015355C1 - Process of treating a carpet with composition comprising a non irritant surfactant. Werkwijze voor het behandelen van een tapijt met een samenstelling die een niet-irriterende oppervlakteactieve stof bevat. - Google Patents

Process of treating a carpet with composition comprising a non irritant surfactant. Werkwijze voor het behandelen van een tapijt met een samenstelling die een niet-irriterende oppervlakteactieve stof bevat. Download PDF

Info

Publication number
NL1015355C1
NL1015355C1 NL1015355A NL1015355A NL1015355C1 NL 1015355 C1 NL1015355 C1 NL 1015355C1 NL 1015355 A NL1015355 A NL 1015355A NL 1015355 A NL1015355 A NL 1015355A NL 1015355 C1 NL1015355 C1 NL 1015355C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
treating
carpet
composition
surfactant
irritating
Prior art date
Application number
NL1015355A
Other languages
English (en)
Inventor
Carlo Ricci
Pierre Antoine Dresco
Gabriella Grippaudo
Luca Sarcinelli
Original Assignee
Procter & Gamble
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Procter & Gamble filed Critical Procter & Gamble
Application granted granted Critical
Publication of NL1015355C1 publication Critical patent/NL1015355C1/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C11ANIMAL OR VEGETABLE OILS, FATS, FATTY SUBSTANCES OR WAXES; FATTY ACIDS THEREFROM; DETERGENTS; CANDLES
    • C11DDETERGENT COMPOSITIONS; USE OF SINGLE SUBSTANCES AS DETERGENTS; SOAP OR SOAP-MAKING; RESIN SOAPS; RECOVERY OF GLYCEROL
    • C11D1/00Detergent compositions based essentially on surface-active compounds; Use of these compounds as a detergent
    • C11D1/02Anionic compounds
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C11ANIMAL OR VEGETABLE OILS, FATS, FATTY SUBSTANCES OR WAXES; FATTY ACIDS THEREFROM; DETERGENTS; CANDLES
    • C11DDETERGENT COMPOSITIONS; USE OF SINGLE SUBSTANCES AS DETERGENTS; SOAP OR SOAP-MAKING; RESIN SOAPS; RECOVERY OF GLYCEROL
    • C11D3/00Other compounding ingredients of detergent compositions covered in group C11D1/00
    • C11D3/0005Other compounding ingredients characterised by their effect
    • C11D3/0031Carpet, upholstery, fur or leather cleansers
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C11ANIMAL OR VEGETABLE OILS, FATS, FATTY SUBSTANCES OR WAXES; FATTY ACIDS THEREFROM; DETERGENTS; CANDLES
    • C11DDETERGENT COMPOSITIONS; USE OF SINGLE SUBSTANCES AS DETERGENTS; SOAP OR SOAP-MAKING; RESIN SOAPS; RECOVERY OF GLYCEROL
    • C11D2111/00Cleaning compositions characterised by the objects to be cleaned; Cleaning compositions characterised by non-standard cleaning or washing processes
    • C11D2111/10Objects to be cleaned
    • C11D2111/12Soft surfaces, e.g. textile

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Detergent Compositions (AREA)
  • Paints Or Removers (AREA)
  • Pretreatment Of Seeds And Plants (AREA)
  • Organic Insulating Materials (AREA)

Description

- 1 -5
WERKWIJZE VOOR HET BEHAHDELEN VAN EEN TAPIJT MET EEN SAMENSTELLING DIE EEN NIET-IRRITERENDE OPPERVLAKTEACTIEVE
STOF BEVAT
10
Technisch terrein
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het behandelen van een tapijt met een vloeibare samenstelling. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrek-15 king op een werkwijze voor het behandelen van een tapijt, welke werkwijze het met een elektrische spuitapparaat op het tapijt aanbrengen van een vloeibare samenstelling omvat, waarbij de samenstelling een voordeel van geen irritatie voor de slijmvliezen verschaft.
20
Achtergrond van de uitvinding
Tapijten vervaardigd van synthetische of natuurlijke vezels en mengsels daarvan worden gewoonlijk gebruikt voor woontoepassingen en commerciële toepassingen als een 25 vloerbedekking. Verschillende soorten vezels kunnen worden gebruikt bij het maken van tapijten zoals polyamidevezels, polyestervezels alsmede wol, katoen of zelfs zijde in het geval van vloerkleden.
Tapijten zijn echter, ongeacht of ze van natuur-30 lijke of synthetische vezels zijn gemaakt, alle gevoelig voor vuil worden of vlekken indien ze in contact komen met vele huishoudproducten. Voedingsmiddelen, vet, oliën, dranken, in het bijzonder zoals koffie, thee en frisdranken in het bijzonder die zure kleurstoffen bevatten, kunnen lelij-35 ke, vaak donkere vlekken op tapijten veroorzaken. Ook kunnen vezels vuil worden als gevolg van vuildeeltjes, klei, stof, dat wil zeggen, deeltjesvormig vuil in het algemeen, 1015355 *· k - 2 - dat in contact komt met de vezels van het tapijt en eraan blijft hechten. Dit laatste vuil verschijnt vaak in de vorm van een diffuse laag van vuil in plaats van in de vorm van vlekken en heeft de neiging te verzamelen in het bijzonder 5 in de zogenaamde "gebieden waar veel gelopen wordt", zoals in de nabijheid van deuren, als gevolg van intensief gebruik van de tapijten in dergelijke gebieden.
Vloeibare samenstellingen voor het behandelen van tapijten zijn reeds in het vak bekend. Bijvoorbeeld zoals 10 beschreven in WO 95/04127. Om de reinigingsprestatie van dergelijke vloeibare samenstellingen te verbeteren, worden oppervlakteactieve stoffen aan de tapijtreinigingssamen-stellingen toegevoegd, zoals bijvoorbeeld beschreven in EP-A-0 794 244.
15 Vloeibare samenstellingen voor het behandelen van tapijten kunnen op een aantal wijzen op een tapijt worden aangebracht met bijvoorbeeld handmatig bediende spuitappa-raten zoals met de hand geactiveerde trekkerspuitapparaten, onder druk gebrachte aërosolspuitinrichtingen zoals onder 20 druk gebrachte spuitbussen, elektrisch aangedreven spuitap-paraten en dergelijke. Grote oppervlakken, zoals tapijten, zijn echter moeilijk te behandelen met handmatig aangedreven spuitapparaten of onder druk gebrachte aërosolspuitinrichtingen. Het grote te behandelen oppervlak vereist de 25 aanbrenging van een grote hoeveelheid van de vloeibare samenstelling. Onder druk gebrachte aërosolspuitinrichtingen bevatten slechts een beperkte hoeveelheid product en hebben negatieve milieu-effecten. Handmatig aangedreven spuitapparaten vereisen herhaalde handmatige bediening van het 30 apparaat om de samenstelling op het grote oppervlak aan te brengen. Dit is bewerkelijk voor de gebruiker en leidt tot een ongelijkmatige verdeling van de vloeibare samenstelling over het behandelde oppervlak. Daarom zijn elektrisch aangedreven spuitapparaten een aanbrengingsvorm voor vloei-3 5 bare tapij tbehandelingssamenstellingen die de voorkeur heeft. Elektrisch aangedreven spuitapparaten voor gebruik bij tapijtbehandelingstoepassingen zijn bekend in het vak, 1015355
I I
- 3 - zoals bijvoorbeeld beschreven in hangende octrooiaanvrage PCT/US99/07347.
Vloeibare tapijtbehandelingssamenstellingen die een oppervlakteactieve stof bevatten en die op een tapijt 5 zijn aangebracht met een elektrisch aangedreven spuitapparaat, kunnen echter irritatie veroorzaken van de slijmvliezen van de gebruiker van het spuitapparaat of andere personen die in de nabijheid staan van waar de samenstelling op het tapijt wordt gespoten. Tijdens het aanbrengen 10 van de vloeibare samenstelling vormt het elektrisch aangedreven spuitapparaat een fijne nevel van druppels van de samenstelling. Deze fijne nevel van druppels omvat druppels die klein genoeg zijn om een aërosol of een mist van druppels te vormen. Deze aërosol is ten minste gedeeltelijk 15 gesuspendeerd in de lucht gedurende een beperkte tijdsperiode en kan zo worden geïnhaleerd door de gebruiker of door mensen die in de nabijheid zijn. Wanneer de geïnhaleerde samenstellingen een oppervlakteactieve stof bevat, is gevonden dat dergelijke samenstellingen irritatie van 2 0 slijmvliezen, bijvoorbeeld in de neus, mond, keel of ogen kunnen veroorzaken.
Zo is het doel van de uitvinding een werkwijze te verschaffen voor het behandelen van een tapijt, welke werkwijze het aanbrengen van een vloeibare samenstelling op het 25 tapijt omvat met een elektrisch spuitapparaat, waardoor de gebruiker of de mensen in de nabijheid niet worden getroffen door irritatie van slijmvliezen.
Verder is het een doel van de uitvinding een werkwijze van de uitvinding te verschaffen voor het behandelen 30 van een tapijt, welke werkwijze een uitstekende allesomvattende reinigingsprestatie op verschillende soorten vlekken verschaft, waaronder deeltjesvormige vlekken, vetvlekken, bleekbare vlekken en/of enzymatische vlekken.
Er is nu gevonden dat de bovenstaande doelen kun-35 nen worden bereikt met een werkwijze voor het behandelen van een tapijt volgens de onderhavige uitvinding.
1015355
‘ V
- 4 -
Een voordeel van de werkwijze voor het behandelen van tapijten volgens de uitvinding is dat de werkwijze een veilige, gemakkelijke en snelle wijze verschaft voor de gebruiker om een tapijt te reinigen, terwijl de werkwijze ook 5 uitstekende allesomvattende reinigingsprestatie verschaft.
Nog voordeliger verschaft de werkwijze voor het behandelen van tapijten volgens de uitvinding uitstekende reinigingsprestatie, wanneer zij wordt gebruikt om zowel het hele tapijt als gelokaliseerde tapijtenvlekken te rei-10 nigen.
Voordelig wordt uitstekende reinigingsprestatie verkregen op verschillende soorten vlekken en vuil, waaronder enzymatische vlekken alsmede deeltjesvormig vuil en/of vetvlekken, in het bijzonder in sterk vervuilde, zogenaamde 15 "gebieden waar veel gelopen wordt".
Een verder voordeel van de uitvinding is dat de werkwijze voor het behandelen voor tapijten hierin toepasbaar is op alle tapijtsoorten, in het bijzonder tere natuurlijke vezels. De uitvinding is ook geschikt om te wor-20 den gebruikt om duurzame textielmaterialen en duurzame stoffen, bijvoorbeeld stoffering, vloerkleden en gordijnen, te reinigen.
Nog een ander voordeel van de werkwijze voor het behandelen van tapijten en van de samenstellingen van de 25 onderhavige uitvinding is dat ze direct op het tapijt kunnen worden aangebracht zonder schade te veroorzaken. In het bijzonder zijn de bij de uitvinding gebruikte samenstellingen veilig voor alle bekende tapijtverfstoffen, zelfs goed-bekende bijzonder gevoelige natuurlijke verfstoffen.
30
Achtergrondtechniek
Van bepaalde oppervlakteactieve stoffen is bekend dat ze het voordeel hebben van een lage huid-, oog- en/of slijmvliesirritatie. Bijvoorbeeld beschrijven 35 EP-A-0 396 340, JP-A-07197079 en GB 2.236.321 samenstellingen die een sulfosuccinaatsurfactans bevatten, waarbij de samenstellingen het voordeel hebben van en lage huid-, oog- 1 015 3 5 5 I 1 - 5 - en/of slijmvliesirritatie· Er worden echter geen spuittoe-passingen beschreven.
DE-OS-21 16 147 beschrijft een spuitbare tapijt-reinigingshampoo die een specifiek sulfosuccinamaatsurfac-5 tans, een natriumlaurylsulfaat en een specifiek sulfosuc-cinaatsurfactans omvat. Verder verschaft de tapijtreini-gingsshampoo het voordeel van geen irritatie voor de slijmvliezen als gevolg van de aanwezigheid van het surfactans-systeem. Er worden echter geen tapijtreinigingssamenstel-10 lingen beschreven die worden aangebracht op het tapijt met een elektrisch spuitapparaat.
Samenvatting van de uitvinding
De uitvinding omvat een werkwijze voor het behan-15 delen van een tapijt, welke werkwijze het aanbrengen van een vloeibare samenstelling op het tapijt met een elektrisch spuitapparaat omvat, waarbij de samenstelling een niet-irriterende anionogene oppervlakteactieve stof bevat die als niet-irriterend voor slijmvliezen wordt geklasseerd 20 zoals gemeten met een oplossing van 5% actieve oppervlakteactieve stof met de Draize-testmethode.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de samenstelling verder een perzuurstofbleekmiddel.
25 Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding
Werkwijze voor het behandelen van een tapijt
De uitvinding omvat een werkwijze voor het behandelen van een tapijt, welke werkwijze het aanbrengen van een vloeibare samenstelling op het tapijt met een elek-30 trisch spuitapparaat omvat, waarbij de samenstelling een niet-irriterende anionogene oppervlakteactieve stof zoals hierin beschreven bevat.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige aanvrage omvat de werkwijze de stappen van het aanbren-3 5 gen van de samenstelling op het oppervlak van het tapijt en het nagenoeg laten drogen van de samenstelling op het tapijt. Liever omvat de werkwijze voor het behandelen van 1 0153 55 - 6 - een tapijt verder de stap van het verwijderen van de samenstelling, nog liever omvat de werkwijze voor het behandelen van een tapijt verder de stap van het verwijderen van de samenstelling in combinatie met vuildeeltjes.
5 Bij een andere uitvoeringsvorm van de aanvrage om vat de werkwijze de stappen van het aanbrengen van de samenstelling op delen, bij voorkeur sterk vervuilde delen, van het tapijt, het mechanisch bewegen van de samenstelling met een werktuig in de bevuilde delen van de tapijtlaag en 10 het nagenoeg laten drogen van de samenstelling op het tapijt. Liever omvat de werkwijze voor het behandelen van een tapijt verder de stap van het verwijderen van de samenstelling, nog liever omvat de werkwijze voor het behandelen van een tapijt verder de stap van het verwijderen van de samen-15 stelling in combinatie met vuildeeltjes. Een aantal werktuigen kunnen worden gebruikt om de mechanische beweging te verschaffen, waaronder borstels, papieren handdoekjes, een menselijke vinger en dergelijke. De mechanische beweging maakt het mogelijk dat de vloeibare samenstelling beter in 20 de tapijtvezels dringt en verbetert zo de chemische reini-gingswerking. Bovendien maakt dit contact de vuildeeltjes die de vlek vormen los.
Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt de samenstelling op het tapijt aangebracht met een elektrisch 2 5 aangedreven spuitapparaat. Het spuitapparaat is bij voor keur een houder die ten minste één opening heeft waardoor de samenstelling wordt afgegeven zodat een nevel van druppels wordt gevormd.
Dergelijke elektrisch aangedreven spuitapparaten 30 kunnen middelen bevatten voor het afgeven van de samenstelling door middel van een pomp ("pompspuitinrichting") . De elektrisch aangedreven spuitapparaten hebben bijzonder de voorkeur wanneer een groot oppervlak moet worden behandeld en/of wanneer een grote hoeveelheid moet worden aangebracht 3 5 op een sterk bevlekt gebied ("vlek") van het tapijt omdat ze het gemak van gebruik door de consument vergemakkelij- 1015355 - 7 - ken. De elektrisch aangedreven spuitapparaten verzekeren uniforme bedekking van het te behandelen gebied.
Een elektrisch aangedreven spuitapparaat dat hierin de voorkeur heeft, is een houder waarbij de middelen 5 voor het afgeven van de samenstelling een elektrisch aangedreven pomp en een sproeiarm omvatten. De sproeiarm is ofwel verlengd of uittrekbaar en heeft ten minste één opening zodat in bedrijf de samenstelling door de elektrisch aangedreven pomp uit de houder, door de sproeiarm naar de 10 opening waaruit zij wordt afgegeven wordt gepompt. Het heeft de voorkeur dat de sproeiarm in verbinding staat met de houder door middel van een flexibel verbindingsstuk. De sproeiarm kan ten minste één opening hebben gelegen langs de lengte ervan. De sproeiarm maakt het gemakkelijker om te 15 regelen waar de samenstelling wordt gespoten, waardoor de nauwkeurigheid waarmee de samenstelling wordt aangebracht wordt vergroot. De elektrisch aangedreven pomp kan bijvoorbeeld een tandwielpomp, een waaierpomp, een pistonpomp, een schroefpomp, een peristaltische pomp, een membraanpomp of 20 iedere andere miniatuurpomp zijn. Bij een uitvoeringsvorm die sterk de voorkeur heeft, is de elektrisch aangedreven pomp voor gebruik hierin een tandwielpomp met een typisch snelheid tussen 6000 opm en 12000 opm. De elektrisch aangedreven pomp wordt aangedreven door middelen die 25 gewoonlijk een koppel produceren tussen 1 en 20 mN.m, zoals een elektrische motor. De elektrische motor moet op zijn beurt voorzien zijn van een energiebron. De energiebron kan ofwel elektriciteit uit het net (eventueel via een transformator) zijn, of het kan een wegwerpbatterij of oplaadba-30 re batterij zijn. De sproeiarm kan stijf zijn verlengd. Een dergelijke sproeiarm kan echter moeilijk te bewaren zijn en de sproeiarm is bij voorkeur uittrekbaar door een telescopische of vouwbare configuratie.
Bij een uitvoeringsvorm die sterk de voorkeur 35 heeft, wordt de samenstelling op het tapijt aangebracht in de vorm van een nevel van druppels met een deeltjesgrootte-verdeling met een gemiddelde diameter D(v, 0,9) kleiner dan 1015355 • 1 - 8 - 1.500 micron, bij voorkeur kleiner dan 1.000 micron, liever kleiner dan 750 micron, nog liever kleiner dan 500 micron en liefst van 350 micron tot 10 micron.
Met "gemiddelde diameter D(v, 0,9) kleiner dan 5 1500 micron" voor een druppelgrootteverdeling wordt bedoeld dat 90% van de nevel van afgegeven druppels (uitgedrukt in volume-eenheid) een druppeldiameter kleiner dan 1500 micron heeft. Bijvoorbeeld geeft een D(v, 0,9) kleiner dan 1500 micron aan dat 90% van het totaal verspoten volume wordt 10 afgegeven met de druppels waarvan de diameter kleiner is dan 1500 micron.
De deeltjesgrootteverdeling van een nevel van druppels kan worden bepaald met de volgende procedure die hieronder in detail is beschreven: 15 Een geschikte testuitrusting is de Malvern Master- sizer S LongBed® met een 1000 mm lens en een maximum deel-tjesgroottetraject van 3475 micron. De Malvern Mastersizer S LongBed® heeft een opening van 21 cm (tussen de lenzen ervan) om stroming van de nevel mogelijk te maken. Bij alle 20 aflezingen bij de Malvern® moet het lensoppervlak vrij blijven van vervuiling met de nevel. In de onderhavige instellingsprocedure werd de afstand van de opening van de nevelafgifte-inrichting tot de laser ingesteld op 8 cm, dit om lensvervuiling te minimaliseren. Op een afstand van 8 cm 25 werd de nevel gericht op de laserstraal om de laser in het midden van de sproeikegel te plaatsen. Ten minste drie uitlezingen moeten worden uitgevoerd voor iedere gespoten samenstelling om de deeltjesgrootteverdeling van de nevel van druppels te bepalen. De elektrisch aangedreven spuitap-30 paraten die moeten worden gebruikt bij de test volgens de uitvinding zijn bij voorkeur door een batterij aangedreven systemen. Wanneer een dergelijke door een batterij aangedreven systeem wordt gebruikt, wordt een "test bij volle lading" uitgevoerd. Met "test met volle lading" wordt 35 hierin bedoeld dat de stroom constant werd gehouden door de door een batterij aangedreven spuitinrichting te verbinden 10153 55 - 9 - met een 3,9 volt gelijkstroom (vdc) uit een uitwendige energiebron, dit verzekert een constante spuitkracht.
Iedere houder die aangepast is om een nevel van druppels zoals hierin gedefinieerd af te geven, is geschikt 5 voor gebruik hierin. Er kunnen verschillende modificaties worden uitgevoerd aan de gebruikelijke sproeikop met enkele opening om te verzekeren dat een nevel van dergelijke druppels als hierin vereist, wordt gevormd.
De aangebrachte hoeveelheid van de samenstellingen 10 voor het behandelen van tapijt volgens de uitvinding zal afhangen van de ernst van de vlek of het vuil. In het geval van hardnekkige vlekken kan meer dan één keer aanbrengen zijn vereist om volledige verwijdering van de vlek te verzekeren .
15 Het door het aanbrengen van de samenstellingen volgens de uitvinding te behandelen gebied kan iedere grootte hebben. Zo kunnen delen van de tapijten, een volledige sectie en/of het gehele tapijt worden behandeld met de samenstelling voor het behandelen van een tapijt volgens de 20 uitvinding.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm laat men de op het tapijt aangebrachte samenstelling vrijwel opdrogen. Meestal laat men de samenstelling op het tapijt minder dan twee uur, bij voorkeur minder dan één uur, liever minder 25 dan 40 minuten, nog liever 1 tot 30 minuten en liefst 1 tot 20 minuten drogen.
Bij voorkeur kan de stap van het laten drogen van de samenstelling op het tapijt (droogstap) ofwel een "actieve droogstap" of een "passieve droogstap" zijn. Met "ac-30 tieve droogstap" wordt hierin bedoeld het uitvoeren van een extra actie om de verdamping van de vluchtige bestanddelen van de vloeibare samenstelling zoals hierin beschreven te vergemakkelijken, bij voorkeur door het tapijt en/of de daarop aangebrachte vloeibare samenstelling te verwarmen, 3 5 bij voorkeur het verwarmen door middel van het toepassen van hete lucht, infraroodstraling en dergelijke. Met "passieve droogstap" wordt hierin bedoeld verdamping van de 1015355
’ I
- 10 - vluchtige bestanddelen van de vloeibare samenstelling zoals hierin beschreven zonder verdere actie te ondernemen.
Met "nagenoeg droog" wordt hierin de fase bedoeld waarbij ten minste 40%, bij voorkeur ten minste 60% van de 5 aanvankelijke hoeveelheid samenstelling die aangebracht is op het tapijt verloren is gegaan als gevolg van verdamping.
De stap van het laten drogen van de samenstelling op het tapijt wordt natuurlijk uitgevoerd onder "normale temperatuur-" en "normale vochtigheidsomstandigheden". Met 10 "normale temperatuuromstandigheden" wordt hierin bedoeld 15 tot 25°C, bij voorkeur 20 tot 25°C. Met "normale vochtigheidsomstandigheden" wordt hierin bedoeld 40% relatieve vochtigheid tot 80% relatieve vochtigheid, bij voorkeur 50% relatieve vochtigheid tot 65% relatieve vochtigheid.
15 Natuurlijk kan men de samenstelling vrijwel laten opdrogen totdat de samenstelling gecombineerd met vuil nagenoeg droge residuen vormt. Bij voorkeur wordt de samenstelling, en nog liever worden de nagenoeg droge residuen vervolgens uit het tapijt verwijderd. Nog liever worden de 20 nagenoeg droge residuen mechanisch verwijderd zoals bijvoorbeeld door borstelen, vegen, kloppen, en/of door stofzuigen. Dit kan worden uitgevoerd met behulp van iedere in de handel verkrijgbare stofzuiger, zoals bijvoorbeeld een standaard Hoover® 1300W stofzuiger.
25 Volgens de uitvinding kunnen de samenstellingen hierin worden gebruikt voor de verwijdering van vlekken en vuil alsmede van luchtjes uit tapijten of duurzame textielmaterialen en duurzame stoffen, bijvoorbeeld bekleding. Bovendien kunnen de samenstellingen volgens de uitvinding 30 worden gebruikt om een hygiënische behandeling uit te voeren, om te desinfecteren en/of om microinsecten te verdelgen in tapijten of duurzame textielmaterialen en stoffen, bijvoorbeeld bekleding, vloerkleden en gordijnen.
35 De samenstelling
De samenstellingen van de uitvinding worden geformuleerd als vloeibare samenstellingen. Voorkeurssamenstel- 1015355 - 11 - lingen hierin zijn waterige samenstellingen en deze bevatten bij voorkeur water liever in een hoeveelheid van 60 tot 98 gew.%, nog liever van 80 tot 97 gew,% en liefst 85 tot 97 gew.% van de totale samenstelling.
5 De pH van de vloeibare samenstellingen volgens de uitvinding kan meestal 1 tot 14 zijn. Bij de voorkeursuitvoeringsvorm is het aanbevolen pH-traject 1 tot 10, bij voorkeur pH 2 tot 8, liever pH 3 tot 7 en liefst pH 3,5 tot 6,5. Sterker nog, er is verrassend gevonden dat de reini-10 gingsprestatie verder wordt verbeterd bij deze pH-trajecten die de voorkeur hebben. Ook dragen deze pH-trajecten die de voorkeur hebben bij aan de stabiliteit van waterstofperoxide, indien aanwezig. Dienovereenkomstig kunnen de samenstellingen hierin verder een zuur of base bevatten om de pH 15 juist in te stellen.
Voorkeurszuren hierin zijn organische of anorganische zuren of mengsels daarvan. Organische zuren die de voorkeur hebben zijn azijnzuur of citroenzuur of een mengsel daarvan. Anorganische zuren die de voorkeur hebben zijn 20 zwavelzuur of fosforzuur of een mengsel daarvan. Een zuur dat hierin kan worden gebruikt dat bijzonder de voorkeur heeft, is een anorganisch zuur en is liefst zwavelzuur.
Typische gehalten van dergelijke zuren, indien aanwezig, zijn 0,01 tot 1,0 gew.%, bij voorkeur 0,05 tot 25 0,8 gew.% en liefst 0,1 tot 0,5 gew.% van de totale samen stelling .
De hierin te gebruiken basen kunnen organische of anorganische basen zijn. Geschikte basen voor gebruik hierin zijn de caustische alkali's, zoals natriumhydroxide, ka-30 liumhydroxide en/of lithiumhydroxide, en/of de alkalime-taaloxides zoals natrium- en/of kaliumoxide of mengsels daarvan. Een voorkeursbase is een caustische alkali, liever natriumhydroxide en/of kaliumhydroxide.
Andere geschikte basen omvatten ammoniak, ammo-35 niumcarbonaat en waterstofcarbonaat.
Typische gehaltes van dergelijke basen, indien aanwezig, zijn 0,01 tot 1,0 gew.%, bij voorkeur 0,05 tot 1015355 - 12 - 0,8 gew.% en liever 0,1 tot 0,5 gew.% van de totale samenstelling .
Niet-irriterende anionoqene oppervlakteactieve stof 5 Als een essentieel bestanddeel bevat de samenstel ling volgens de uitvinding een niet-irriterende anionogene oppervlakteactieve stof die als niet-irriterend voor slijmvliezen wordt geklasseerd zoals gemeten met een oplossing van 5% actieve oppervlakteactieve stof met de Drai-10 ze-testmethode.
Meestal kunnen de samenstellingen hierin maximaal 50 gew.%, bij voorkeur 0,1 tot 20 gew.%, liever 0,5 tot 10 gew.% en liefst 1 tot 5 gew.% van de totale samenstelling van de niet-irriterende anionogene oppervlakteactieve 15 stof bevatten.
Bij voorkeur is de niet-irriterende anionogene oppervlakteactieve stof een niet-irriterende anionogene oppervlakteactieve stof die niet-irriterend wordt geacht voor slijmvliezen, zoals gemeten met een oplossing van 10% ac-20 tieve oppervlakteactieve stof met de Draize-testmethode. Liever is de niet-irriterende anionogene oppervlakteactieve stof een niet-irriterende anionogene oppervlakteactieve stof die als niet-irriterend voor slijmvliezen wordt geklasseerd zoals gemeten met een oplossing van 20% actieve 25 oppervlakteactieve stof met de Draize-testmethode.
De Draize-testmethode (Draize, J.H., Appraisal of the Safety of Chemicals in Foods, Drugs and Cosmetics, Assoc. Food Drug Officials, U.S., Topeka, Kansas, 1959) wordt gebruikt om bestanddelen (zoals oppervlakteactieve 30 stoffen) in voedingsmiddelen, geneesmiddelen en/of cosmetische producten te testen op hun irritatie-eigenschappen voor huid, ogen, slijmvliezen en dergelijke.
Een typische test volgens de Draize-testmethode gebruikt tussen zes en negen konijnen. Konijnen worden 35 traditioneel gebruikt op basis van hun lichaamsgewicht en gemak van gebruik. Een vooraf bepaalde hoeveelheid (bijvoorbeeld 0,1 ml) en concentratie (bijvoorbeeld een oplos- 1015355 - 13 - sing van 5% actieve oppervlakteactieve stof, bij voorkeur een oplossing van 10% actieve oppervlakteactieve stof, liever een oplossing van 20% actieve oppervlakteactieve stof) van de teststof wordt gedruppeld, geplaatst of 5 gespoten in het onderste ooglid van een oog van een konijn waarbij het niet-behandelde oog als controle dient. De verkregen verwondingen aan de ogen worden visueel beoordeeld door een beoordelingsexpert die het niveau van irritatie bepaalt (bijvoorbeeld zoals gezien als roodheid) 10 bij intervallen van 1, 24, 48, 72 en 168 uur na blootstelling en gevoelsmatig een irritatiewaarde voor de teststof bepaalt. De beoordeling is gebaseerd op de mate van roodheid van het hoornvlies en de ontsteking van de iris en conjuctiva. De mate van de totale irritatie wordt ingevoerd 15 in een genummerde schaal van 0 tot 110, waarbij 110 een hoge mate van irritatie betekent. Een score tussen 0 en 10 is vereist om een chemische stof te definiëren als "niet-irriterend", dat wil zeggen de stof (bijvoorbeeld de oppervlakteactieve stof) wordt als niet-irriterend voor 20 slijmvliezen "geklasseerd". Een score tussen 11 en 25 definieert een stof als enigszins irriterend. Een score tussen 2 6 en 56 definieert de chemische stof als matig irriterend. Een score tussen 57 en 110 definieert de chemische stof als ernstig irriterend.
25 Er is nu gevonden dat een voordeel van geen irri tatie wordt verschaft wanneer een niet-irriterende aniono-gene oppervlakteactieve stof zoals hierin beschreven in een samenstelling die op een tapijt aangebracht wordt met een elektrisch spuitapparaat wordt gebruikt. Het voordeel van 30 geen irritatie blijkt uit een vermindering of zelfs afwezigheid van irritatie van de slijmvliezen van de gebruiker van een elektrisch spuitapparaat of personen die daarbij in de nabijheid zijn.
Met "verminderde irritatie van de slijmvliezen" 35 wordt hierin bedoeld dat de irritatie van slijmvliezen van de gebruiker van een elektrisch spuitapparaat waarbij deze een niet-irriterende anionogene oppervlakteactieve stof als 1015355 - 14 - hierin beschreven spuit, of die in de nabijheid daarvan is verminderd vergeleken met de irritatie van slijmvliezen die op kan treden wanneer een anionogene oppervlakteactieve stof die niet als niet-irriterend voor slijmvliezen is 5 geklasseerd zoals gemeten met een oplossing van 5% actieve oppervlakteactieve stof met de Draize-testmethode, aanwezig is in de verspoten samenstelling.
Geschikte niet-irriterende anionogene oppervlakteactieve stoffen zoals hierin beschreven, worden gekozen uit 10 de groep bestaande uit sarcosinaatsurfactantia, sulfosucci-naatsurfactantia, alkylsulfonaatsurfactantia, alkylsulfaat-surfactantia, sulfosuccinamaatsurfactantia, sulfosuccinami-desurfactantia, carboxylaatsurfactantia en mengsels daarvan. Bij voorkeur worden de niet-irriterende anionogene op-15 pervlakteactieve stoffen gekozen uit de groep bestaande uit sarcosinaatsurfactantia, sulfosuccinaatsurfactantia, alkyl-sulfonaatsurfactantia, alkylsulfaatsurfactantia, carboxylaat surf actantia en mengsels daarvan. Liever worden de niet-irriterende anionogene oppervlakteactieve stoffen ge-20 kozen uit de groep bestaande uit sarcocinaatsurfactantia, sulfosuccinaatsurfactantia, alkylsulfonaatsurfactantia, alkylsulfaatsurfactantia, en mengsels daarvan. Nog liever worden de niet-irriterende anionogene oppervlakteactieve stoffen gekozen uit de groep bestaande uit sulfosuccinaat-25 surfactantia, alkylsulfaatsurfactantia, alkylsulfonaatsur-factantia en mengsels daarvan. Liefst worden de niet-irriterende anionogene oppervlakteactieve stoffen gekozen uit de groep bestaande uit sulfosuccinaatsurfactantia, alkylsulfaatsurfactantia, en mengsels daarvan.
30 Niet-irriterende anionogene oppervlakteactieve stoffen hierin die sterk de voorkeur hebben, zijn sulfosuccinaatsurf actantia .
Sterker nog, er is gevonden dat sulfosuccinaatsurfactantia niet alleen niet-irriterend of minder irriterend 35 zijn voor slijmvliezen dan andere oppervlakteactieve stoffen, maar er werd ook gevonden dat ze de irritatie die veroorzaakt wordt door andere oppervlakteactieve stoffen 1 0 153 55 - 15 - wanneer ze in combinatie worden gebruikt, verminderen (zie Surfactant Science Series, Anionic Surfactants, Organic Chemistry deel 56, bladzijde 341, Marcel Dekker, Inc. NY en Basel).
5 Geschikte sulfosuccinaatsurfactantia hebben de formule
O
R'^° i^Y0^ 10 0=s=00 O' +
M
15 waarin: Rx waterstof of een koolwaterstofgroep is gekozen uit de groep bestaande uit rechte of vertakte alkylgroepen met 6 tot 2 0 koolstof atomen, bij voorkeur 8 tot 18 koolstof atomen, liever 10 tot 16 koolstofatomen, en alkylfenyl-groepen met 6 tot 18 koolstof atomen in de alkylgroep; R2 20 een koolwaterstofgroep is gekozen uit de groep bestaande uit rechte of vertakte alkylgroepen met 6 tot 20 koolstof-atomen, bij voorkeur 8 tot 18 koolstofatomen, liever 10 tot 16 koolstofatomen, en alkylfenylgroepen met 6 tot 18 koolstofatomen in de alkylgroep; en M waterstof of een 25 kationogene rest is, bijvoorbeeld een alkalimetaal-kation (bijvoorbeeld natrium, kalium, lithium, calcium, magnesium en dergelijke) of ammonium of gesubstitueerd ammonium (bijvoorbeeld methyl-, dimethyl- en trimethylammonium-kationen en quatemaire amnonium-kationen, zoals tetramethylarmranium-3 0 en dimethylpiperidinium-kat ionen en quaternaire ammonium-kationen afgeleid van alkylamines zoals ethylamine, di-ethylamine, triethylamine en mengsels daarvan en dergelijke) .
Dergelijke sulfosuccinaatsurfactantia zijn in de 35 handel verkrijgbaar onder de handelsmerken Aërosol® bij Cytec, Anionyx® bij Stepan, Arylene® bij Hart, Setacin® bij 1015355 - 16 -
Zschimmer & Schwarz, Mackanate® bij McIntyre en Monowet® bij Mona Industries.
Geschikte alkylsulfonaatsurfactantia voor gebruik hierin omvatten in water oplosbare zouten of zuren met de 5 formule RS03M, waarin R en lineaire of vertakte, verzadigde of onverzadigde C6-C20-alkylgroep, bij voorkeur een C8-C18-alkylgroep en liever een C10-C16-alkylgroep is, en Μ H of een kation is, bijvoorbeeld een alkalimetaal-kation (bijvoorbeeld natrium, kalium, lithium), of ammonium of 10 gesubstitueerd ammonium (bijvoorbeeld methyl-, dimethyl- en trimethylammonium-kationen en quaternaire ammonium-kationen zoals tetramethylammonium- en dimethylpiperidinium-kationen en quaternaire ammoniumkationen afgeleid van alkylamines, zoals ethylamine, diethylamine, triethylamine en mengsels 15 daarvan en dergelijke).
Een voorbeeld van een C14-C16-alkylsulfonaat is Hostapur® SAS verkrijgbaar bij Hoechst.
Geschikte alkylsulfaatsurfactantia voor gebruik hierin hebben de formule RjSC^M, waarin een koolwater-20 stofgroep betekent, gekozen uit de groep bestaande uit rechte of vertakte alkylgroepen met 6 tot 20, bij voorkeur 8 tot 18, liever 10 tot 16 koolstof atomen en alkylfenyl-groepen met 6 tot 18 koolstofatomen in de alkylgroep. M is H of een kation, bijvoorbeeld een alkalimetaal-kation (bij-25 voorbeeld natrium, kalium, lithium, calcium, magnesium en dergelijke) of ammonium of gesubstitueerd ammonium (bijvoorbeeld methyl-, dimethyl- en trimethylammonium-kationen en quaternaire ammonium-kationen zoals tetramethylammonium-en dimethylpiperidinium-kationen en quaternaire ammonium-30 kationen afgeleid van alkylamines zoals ethylamine, diethylamine, triethylamine en mengsels daarvan en dergelijke) .
Met "lineair alkylsulfaat of -sulfonaat" wordt hierin een niet-gesubstitueerd alkylsulfaat of -sulfonaat 35 bedoeld waarin de alkylketen 6 tot 20 koolstofatomen, bij voorkeur 8 tot 18 koolstofatomen en liever 10 tot 16 kool- 1015355 - 17 - stofatomen bevat, en waarbij deze alkylketen bij één uiteinde gesulfateerd of gesulfoneerd is.
Met "vertakt sulfonaat of sulfaat" wordt hierin een alkylketen met 6 tot 20 koolstofatomen, bij voorkeur 8 5 tot 18 koolstofatomen en liever 10 tot 16 koolstofatomen bedoeld, waarbij de alkylhoofdketen gesubstitueerd is door ten minste een andere alkylketen, en waarbij de alkylketen bij één uiteinde gesulfateerd of gesulfoneerd is.
Vertakte alkylsulfaten die hierin kunnen worden 10 gebruikt die bijzonder de voorkeur hebben, zijn die die totaal 10 tot 14 koolstofatomen bevatten zoals Isal-chem 123 AS®. Isalchem 123 AS® dat in de handel verkrijgbaar is bij Enichem is een C12_13-surfactans dat 94% vertakt is. Dit materiaal kan worden beschreven als 15 CH3-(CH2)m-CH(CH20S03Na) - (CH2)n-CH3 waarin n+m=8-9. Alkylsul-faten die ook de voorkeur hebben, zijn alkylsulfaten waarin de alkylketen een totaal van 12 koolstofatomen bevat, dat wil zeggen natrium-2-butyloctylsulfaat. Een dergelijk alkylsulf aat is in de handel verkrijgbaar bij Condea onder de 20 merknaam Isofol® 12S. Bijzonder geschikte lineaire alkyl-sulfonaten omvatten C12-C16-paraffinesulfonaat zoals Hosta-pur® SAS dat in de handel verkrijgbaar is bij Hoechst.
Geschikte sulfosuccinamaatsurfactantia voor gebruik hierin hebben de formule 25
O
Rt\ JL 03
tV
o waarin R3 en R2 elk onafhankelijk een koolwaterstofgroep betekenen gekozen uit de groep bestaande uit rechte of ver-35 takte alkylgroepen met 6 tot 20, bij voorkeur 8 tot 18, liever 10 tot 16 koolstofatomen en alkylfenylgroepen met 6 tot 18 koolstofatomen in de alkylgroep. M is H of een 1015355 - 18 - kation, bijvoorbeeld een alkalimetaal-kation (bijvoorbeeld natrium, kalium, lithium, calcium, magnesium en dergelijke) of ammonium of gesubstitueerd ammonium (bijvoorbeeld methyl-, dimethyl- en trimethylammonium-kationen en quater-5 naire ammonium-kationen zoals tetramethylammonium- en dime-thylpiperidinium-kationen en quaternaire ammonium-kationen afgeleid van alkylamines, zoals ethylamine, diethylamine, triethylamine en mengsels daarvan en dergelijke).
Geschikte sulfosuccinamidesurfactantia voor ge-10 bruik hierin hebben de formule
I M
Rl^N^Y^°|Ri 15 b γ]%
O
waarin Rx en R2 elk onafhankelijk een koolwaterstofgroep be-20 tekenen gekozen uit de groep bestaande uit rechte en vertakte alkylgroepen met 6 tot 20, bij voorkeur 8 tot 18, liever 10 tot 16 koolstofatomen en alkylfenylgroepen met 6 tot 18 koolstofatomen in de alkylgroep. M is H of een kation, bijvoorbeeld een alkalimetaal-kation (bijvoorbeeld 25 natrium, kalium, lithium, calcium, magnesium en dergelijke) of ammonium of gesubstitueerd ammonium (bijvoorbeeld methyl-, dimethyl- en trimethylammonium-kationen en quaternaire ammonium-kationen zoals tetramethylammonium- en dimethylpiperidinium-kationen en quaternaire ammonium-30 kationen afgeleid van alkylamines zoals ethylamine, di ethylamine, triethylamine en mengsels daarvan en dergelijke) .
Geschikte alkylcarboxylaatsurfactantia voor gebruik hierin hebben de formule RC02M, waarin: R een koolwa- 35 terstofgroep betekent gekozen uit de groep bestaande uit rechte of vertakte alkylgroepen met 6 tot 20, bij voorkeur 8 tot 18, liever 10 tot 16 koolstofatomen en alkylfenyl- 1015355 - 19 - groepen met 6 tot 18 koolstofatomen in de alkylgroep. M is H of een kation, bijvoorbeeld een alkalimetaal-kation (bijvoorbeeld natrium, kalium, lithium, calcium, magnesium en dergelijke) of ammonium of gesubstitueerd ammonium (bij-5 voorbeeld methyl-, dimethyl- en trimethylammonium-kationen en quaternaire ammonium-kationen zoals tetramethylammonium-en dimethylpiperidinium-kationen en quaternaire ammonium-kationen afgeleid van alkylamines, zoals ethylamine, diethylamine, triethylamine en mengsels daarvan en derge-10 lijke) .
Geschikte sarcosinaatsurfactantia om hierin te worden gebruikt, omvatten acylsarconsinaat of mengsels daarvan in de zure en/of zoutvorm daarvan, bij voorkeur acylsarcosinaten met lange keten met de volgende formule: 15 A-v” ch3 o 20 waarin M waterstof of een kationrest is en waarin R een alkylgroep met 11 tot 15 koolstofatomen, bij voorkeur 11 tot 13 koolstofatomen is. De voorkeur voor M hebben waterstof en alkalimetalen, in het bijzonder natrium en kalium. De 25 acylsarcosinaatsurfactantia zijn afgeleid van natuurlijke vetzuren en het aminozuur sarcosine (N-methylglycine). Ze zijn geschikt om te gebruiken als waterige oplossing van hun zout of in hun zure vorm als poeder. Omdat het derivaten van natuurlijke vetzuren zijn, zijn de acylsarconsina-30 ten snel en volledig biologisch afbreekbaar en hebben een goede verenigbaarheid met de huid.
Dienovereenkomstig omvatten acylsarconsinaten met lange keten die bijzonder de voorkeur hebben om hierin te worden gebruikt, C12-acylsarcosinaat, dat wil zeggen een 35 acylsarcosinaat volgens de bovenstaande formule waarin M waterstof is en R een alkylgroep met 11 koolstofatomen, na-trium-N-lauroylsarcosinaat (dat wil zeggen een acylsarcosi- 1015355 - 20 - naat volgens de bovenstaande formule waarin M natrium is en R een alkylgroep met 11 koolstofatomen is) en C14-acylsarco-sinaat (dat wil zeggen een acylsarcosinaat volgens de bovenstaande formule waarin M waterstof is en R een alkyl-5 groep met 13 koolstofatomen is). Natrium-N-lauroylsarcosi-naat is in de handel verkrijgbaar als bijvoorbeeld Hampo-syl L-30® geleverd door Hampshire, of Crodasinic LS30® geleverd door Croda. C14-acylsarcosinaat is in de handel verkrijgbaar als bijvoorbeeld Hampsyl M-30® geleverd door 10 Hampshire of Crodasinic MS30® geleverd door Croda.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is de niet-irriterende anionogene oppervlakteactieve stof een mengsel van een sulfosuccinaatsurfactans en een tweede niet-irriterende anionogene oppervlakteactieve stof. Liever 15 is de niet-irriterende anionogene surfactans een mengsel van een sulfosuccinaatsurfactans en een sulfaatsurfactans.
Een dergelijk mengsel van een sulfosuccinaatsur-factans en een sulfaatsurfactans is in de handel verkrijgbaar onder de merknaam Zoharpon® bij Zohar.
20 De samenstellingen die gebruikt worden bij de werkwijze voor het behandelen van tapijten volgens de uitvinding verschaffen uitstekende reinigingsprestatie op verschillende soorten vuil waaronder diffuus vuil (bijvoorbeeld deeltjesvormig en/of vettig vuil) die de neiging 25 hebben op te hopen in de zogenaamde "gebieden waar veel gelopen wordt", maar geeft ook een goede reinigingsprestatie op andere typen vlekken of vuil, dat wil zeggen enzymatische vlekken zoals bloed.
Met "gebieden waar veel gelopen wordt" wordt 30 hierin gebieden bedoeld met een intensief gebruik van de tapijten in dergelijke gebieden zoals bijvoorbeeld in de nabijheid van deuren.
Met "deeltjesvormige vlekken" worden hierin al het vuil of alle vlekken van deeltjesvormige aard bedoeld die 35 kunnen worden gevonden op een tapijt, bijvoorbeeld klei, viezigheid, stof, modder, beton en dergelijke.
1015355 - 21 -
Met "vet/olievlekken" worden hierin al het vuil of vlekken bedoeld van vettige/oliehoudende aard die kunnen worden gevonden op een tapijt, bijvoorbeeld make-up, lipstick, vieze motorolie en minerale olie, vettige voe-5 dingsmiddelen, zoals mayonaise en spaghettisaus.
Met "enzymatische vlekken" worden hier al het vuil of vlekken van enzymatische aard bedoeld die kunnen worden gevonden op een tapijt, bijvoorbeeld gras.
De reinigingsprestatie van een gegeven samenstel-10 ling op een vuil tapijt kan worden beoordeeld met de volgende testmethode: een vloeibare samenstelling volgens de uitvinding wordt eerst aangebracht, bij voorkeur gespoten, op het vuile deel van een tapijt, men laat het daarop 1 tot 60 minuten inwerken, bij voorkeur 30 minuten, waarna het 15 tapijt wordt gezogen met een in de handel verkrijgbare stofzuiger zoals bijvoorbeeld een standaard Hoover® 1300W stofzuiger. Het vuil dat gebruikt wordt in deze test kunnen deeltjesvormige vlekken, vet/olievlekken of enzymatische vlekken zijn zoals boven beschreven. De reinigingsprestatie 20 kan met het oog worden beoordeeld met panelscore-eenheden om de reinigingsprestatie te beoordelen.
Optionele bestanddelen Perzuurstofbleekmiddel 2 5 Als een eventueel bestanddeel dat sterk de voor deel heeft, kunnen de bestanddelen volgens de uitvinding een perzuurstofbleekmiddel bevatten.
Geschikte perzuurstofbleekmiddelen om hierin te worden gebruikt, worden gekozen uit de groep bestaande uit: 30 waterstofperoxide; in water oplosbare bronnen van waterstofperoxide; organische of anorganische perzuren; hydroperoxides; diacylperoxides en mengsels daarvan.
Zoals hierin gebruikt, heeft een waterstofperoxi-debron betrekking op iedere verbinding die perhydroxyl-35 ionen vormt wanneer de verbinding in contact staat met water. Geschikte in water oplosbare bronnen voor waterstofperoxide voor gebruik hierin worden gekozen uit de groep 1015355 - 22 - bestaande uit percarbonaten, perboraten en persilicaten en mengsels daarvan.
Geschikte diacylperoxides voor gebruik hierin worden gekozen uit de groep bestaande uit alifatische, aroma-5 tische en alifatisch-aromatische diacylperoxides en mengsels daarvan.
Geschikte alifatische diacylperoxides voor gebruik hierin zijn dilaurolyperoxide, didecanoylperoxide, dimyris-toylperoxide of mengsels daarvan. Een geschikt aromatisch 10 diacylperoxide voor gebruik hierin is bijvoorbeeld benzoyl-peroxide. Een geschikt alifatisch-aromatisch diacylperoxide voor gebruik hierin is bijvoorbeeld lauroylbenzoylperoxide. Dergelijke diacylperoxides hebben het voordeel dat ze bijzonder veilig zijn voor tapijten en tapijtkleurstoffen ter-15 wijl ze een uitstekende bleekprestatie verschaffen.
Geschikte organische of anorganische perzuren voor gebruik hierin worden gekozen uit de groep bestaande uit: persulfaten zoals monopersulfaat; peroxyzuren zoals diper-oxydodecaandizuur (DPDA); magnesiumperftaalzuur; perlauri-20 nezuur; perbenzoëzuur en alkylperbenzoëzuur en mengsels daarvan.
Geschikte hydroperoxides voor gebruik hierin worden gekozen uit de groep bestaande uit tert-butylhydroper-oxide, cumylhydroperoxide, 2,4,4-trimethylpentyl-2-hydro- 25 peroxide, di-isopropylbenzeen-monohydroperoxide, tert-amyl-hydroperoxide en 2,5-dimethylhexaan-2,5-dihydroperoxide en mengsels daarvan. Dergelijke hydroperoxides hebben het voordeel dat ze bijzonder veilig zijn voor tapijten en tapij tkleurstof fen terwijl ze een uitstekende bleekprestatie 3 0 geven.
Perzuurstofbleekmiddelen die de voorkeur hebben hierin worden gekozen uit de groep bestaande uit: waterstofperoxide ; in water oplosbare bronnen van waterstofperoxide, organische of anorganische perzuren; hydroperoxi-35 des en diacylperoxides en mengsels daarvan.
Perzuurstofbleekmiddelen die meer de voorkeur hebben hierin worden gekozen uit de groep bestaande uit 1015355 - 23 - waterstofperoxide, in water oplosbare bronnen van waterstofperoxide en diacylperoxides en mengsels daarvan. Perzuurstofbleekmiddelen die nog meer de voorkeur hebben hierin worden gekozen uit de groep bestaande uit waterstof-5 peroxide, in water oplosbare bronnen van waterstofperoxide, alifatische diacylperoxides, aromatische diacylperoxides en alifatisch-aromatische diacylperoxides en mengsels daarvan. Perzuurstofbleekmiddelen die het meest de voorkeur hebben, zijn waterstofperoxide, in water oplosbare bronnen van 10 waterstofperoxide of mengsels daarvan.
Meestal bevatten de vloeibare samenstellingen hierin 0,01 tot 20 gew.%, bij voorkeur 0,5 tot 10 gew.% en liever 1 tot 7 gew.% van de totale samenstelling van een perzuurstofbleekmiddel of mengsels daarvan.
15 De aanwezigheid van een perzuurstofbleekmiddel in voorkeurssamenstelling die gebruikt worden bij de werkwijze voor het behandelen van tapijten volgens de uitvinding draagt bij aan de uitstekende reinigings- en zuiverings-prestaties op verschillende soorten vuil waaronder vlekken 20 zoals bleekbare vlekken (bijvoorbeeld koffie, drank, voedingsmiddelen) van de samenstellingen van de onderhavige uitvinding.
Met "bleekbare vlekken" worden hierin al het vuil of vlekken bedoeld die bestanddelen bevatten die gevoelig 25 zijn voor bleekmiddel die kunnen worden gevonden op een tapijt, bijvoorbeeld koffie of thee.
Middel teoen opnieuw vuil worden
De samenstellingen zoals hierin beschreven, kunnen 30 als een eventueel bestanddeel dat sterk de voorkeur heeft een middel tegen opnieuw vuil worden bevatten.
Geschikte middelen tegen opnieuw vuil worden, omvatten polymeren tegen opnieuw vuil worden.
Geschikte poly(vinylmethylether/maleïnezuur)copo-35 lymeren hebben de algemene formule: 1015355
- 24 -COOH
'T'Y)"n
5 OCH3 COOH
waarin n (polymerisatiegraad) een geheel getal van 50 tot 1600, bij voorkeur 100 tot 800 en liever 200 tot 400 is.
Dienovereenkomstig hebben geschikte poly(vinylme-10 thylether/maleïnezuur)copolymeren voor gebruik hierin een gemiddeld molecuulgewicht van 1.000 tot 10.000.000, bij voorkeur 10.000 tot 1.000.000, liever 10.000 tot 500.000 en liefst 50.000 tot 100.000.
Geschikte poly(vinylmethylether/maleïnezuur)copo-15 lymeren zijn in de handel verkrijgbaar bij bijvoorbeeld ISP Corporation, New York, NY en Montreal, Canada onder de productnaam Gantrez AN Copolymer® (AN-119-copolymeer, gemiddeld molecuulgewicht van 20.000; AN-139-copolymeer, gemiddeld molecuulgewicht van 41.000; AN-149-copolymeer, gemid-20 deld molecuulgewicht van 50.000; AN-169-copolymeer, gemiddeld molecuulgewicht van 67.000; AN-179-copolymeer, gemiddeld molecuulgewicht van 80.000), Gantrez S® (Gantrez S97®, gemiddeld molecuulgewicht van 70.000) en Gantrez ES® (ES-225, ES-335, ES-425, ES-435), Gantrez V® (V-215, V-225, 25 V-425).
Bij voorkeur zijn de poly(vinylmethylether/maleïnezuur) copolymeren ofwel verknoopt, ofwel niet verknoopt, dat wil zeggen lineair. Liefst zijn de poly(vinylmethylether/maleïnezuur) copolymeren niet verknoopt.
30 Geschikte polymeren tegen opnieuw vuil worden om vatten vuilsuspenderende polyaminepolymeren. Ieder vuilsus-penderend polyaminepolymeer dat bekend is bij de deskundigen kan hierin ook worden gebruikt. Bijzonder geschikte polyaminepolymeren voor gebruik hierin zijn gealkoxyleerde 35 polyamines. Dergelijke materialen kunnen geschikt worden weergegeven als moleculen met de empirische structuren met de herhalende eenheden: 1015355 - 25 - ΓΝ R1 η .
-1 - J- Amxnevorm
5 I
(alkoxy)y en R1
10 I
_[N+____Rl-n Gequaterniseerde vorm 15 (alkoxy)y waarin R een koolwaterstofgroep is, gewoonlijk met 2-6 koolstof atomen; Rx een C^-Cjo-koolwaterstof kan zijn; de al-koxygroepen ethoxy, propoxy en dergelijke zijn en y 2 tot 30, liefst 7 tot 2 0 is; n een geheel getal van ten minste 20 2, bij voorkeur 2 tot 40, liefst 2 tot 5 is en X- een anion is zoals halogenide of methylsulfaat, afkomstig van de qua-terniseringsreactie.
De polyamines die het meest de voorkeur hebben voor gebruik hierin zijn de zogenaamde geëthoxyleerde poly-25 ethyleenamines, dat wil zeggen het gepolymeriseerde reac-tieproduct van ethyleenoxide met ethyleenimine met de algemene formule: (EtO)y_[N_CH2_CH2_]_n_N_(EtO)y 30 i i (EtO)y (EtO)y waarin y 2 tot 50, bij voorkeur 3 tot 50 is en η 1 tot 40, 3 5 bij voorkeur 2 tot 40 is. Bijzonder de voorkeur voor gebruik hierin heeft een geëthoxyleerd polyethyleenamine, in het bij zonder een geëthoxyleerd polyethyleenamine waarin 1 0 15 3 5 5 - 26 - n=2 en y=20 en een geëthoxyleerd polyethyleenamine waarin n=40 en y=7.
Geschikte geëthoxyleerde polyethyleenamines zijn in de handel verkrijgbaar bij Nippon Shokubai CO., LTD 5 onder de productnamen ESP-062OA® (geëthoxyleerd polyethyleenamine waarin n=2 en y=20) of bij BASF onder de productnamen ES-8165 en bij BASF onder de productnaam LUTENSIT K - 187/50® (geëthoxyleerd polyethyleenamine waarin n=40 en y=7).
10 Geschikte polymeren tegen opnieuw vuil worden omvatten ook polyamine-N-oxidepolymeren.
Geschikte polyamine-N-oxidepolymeren voor gebruik hierin hebben de volgende formule: R-Αχ-Ρ met ten minste één N-oxidegroep (N-O-groep); 15 waarin P een polymeriseerbare eenheid is waaraan een N-O-groep kan worden bevestigd en/of de N-O-groep deel uit kan maken van de polymeriseerbare eenheid; A één van de volgende structuren is: 0 0 0 2 0 II II II | -NC-, -CO-, -C-, -N-, -O-, -S-; X 0 of 1 ÏS; en R een alifatische, geëthoxyleerde alifatische, aromatische, heterocyclische of alicyclische groep is of 25 iedere combinatie daarvan waaraan de N-O-groep kan worden bevestigd aan R of de stikstof van de N-O-groep is deel van R.
Met "N-O-groep" wordt één van de volgende algemene structuren bedoeld: 30
O O
(Rl)x-N—(Rl)y\ =N (Rl)x (R-3)z 35 waarin Rl; R2, R3 alifatische, aromatische, heterocyclische of alicyclische groepen of combinaties daarvan zijn; x, y en z 0 of 1 zijn; en de stikstof van de N-O-groep kan 1015355 - 27 - gebonden zijn aan of deel uitmaken van de hiervoor genoemde groepen.
Iedere polymeriseerbare eenheid P kan worden gebruikt zo lang als het gevormde amineoxidepolymeer in water 5 oplosbaar is en de tapijtbehandelingssamenstelling tapijt-reinigingsvoordelen geeft en/of voordelen met betrekking tot het niet opnieuw vuil worden van het tapijt. Voor de polymeriseerbare eenheid P hebben de voorkeur vinyl, alky-lenen, esters, ethers, amides, imides, acrylaten en meng-10 seis daarvan. Een polymeriseerbare eenheid P die meer de voorkeur heeft, is vinyl.
Polyamine-N-oxidepolymeren die de voorkeur hebben, zijn die waarin R een heterocyclische groep is zoals pyridine, pyrrool, imidazool of een derivaat daarvan, waaraan 15 de stikstof van de N-O-groep kan worden bevestigd of waarbij de N-O-groep deel uitmaakt van deze groepen. Het meest de voorkeur voor polyamine-N-oxidepolymeren hebben die polymeren waarin R een pyridine is.
Het polyamine-N-oxidepolymeer kan in bijna iedere 20 polymerisatiegraad worden verkregen. Meestal ligt het gemiddelde molecuulgewicht in het traject van 1.000 tot 100.000, liever 5.000 tot 100.000, liefst 5.000 tot 25.000.
Geschikte polyamine-N-oxidepolymeren zijn polyvi-nyl-pyridine-N-oxidepolymeren waarin: de polymeriseerbare 25 eenheid P vinyl is; x=0; en R pyridine is, waarbij de stikstof van de N-O-groep daar deel van uitmaakt.
Geschikte polyvinylpyridine-N-oxidepolymeren zijn in de handel verkrijgbaar bij Hoechst onder de merknaam Hoe S 4268® en bij Reilly Industries Ine. onder de merknaam 3 0 PVNO.
Verder omvatten polymeren tegen opnieuw vuil worden N-vinylpolymeer.
Geschikte N-vinylpolymeren omvatten polyvinylpyr-rolidonpolymeren, copolymeren van N-vinylpyrrolidon en 35 N-vinylimidazool, copolymeren van N-vinylpyrrolidon en acrylzuur en mengsels daarvan.
1015355 - 28 -
Geschikte copolymeren van N-vinylpyrrolidon en N-vinylimidazoolpolymeren (aangeduid als een klasse als "PVPVI") hebben de formule:
5 Η H
--C—CH2---c—ch2-- óH ö n m waarin n tussen 50 en 500 en bij voorkeur tussen 80 en 200 15 ligt en m tussen 50 en 500 en bij voorkeur tussen 80 en 200 ligt.
Het PVPVI heeft bij voorkeur een gemiddeld mole-cuulgewichtstraject van 1.000 tot 100.000, liever van 5.000 tot 100.000 en liefst van 5.000 tot 20.000. (Het gemiddelde 20 molecuulgewichttraject wordt bepaald door lichtverstrooiing zoals beschreven in Barth, et al., Chemical Analysis, deel 113. "Modern Methods of Polymer Characterization", waarvan de beschrijving hierin is opgenomen door verwijzing.)
De PVPVI-copolymeren hebben meestal een molver-25 houding N-vinylimidazool tot N-vinylpyrrolidon van 1:1 tot 0,2:1, liever van 0,8:1 tot 0,3:1, liefst van 0,6:1 tot 0,4:1. Deze copolymeren kunnen ofwel lineair of vertakt zijn.
Geschikte copolymeren van N-vinylpyrrolidon en 3 0 N-vinylimidazool zijn in de handel verkrijgbaar bij BASF onder de merknaam Sokalan® PG55.
Geschikte polyvinylpyrrolidon ("PVP") voor gebruik hierin zijn homopolymeren van N-vinylpyrrolidon met de volgende herhalende monomeer: 1015355 - 29 -Η --i—ch2--
N
5 n2c' sc=o H2 C— Ah2
Vinylpyrrolidonhomopolymeren die de voorkeur heb-10 ben voor gebruik hierin hebben een gemiddeld molecuulge-wicht van 1.000 tot 100.000, bij voorkeur 5.000 tot 100.000, en liever van 5.000 tot 20.000.
Geschikte vinylpyrrolidonhomopolymeren zijn in de handel verkrijgbaar bij BASF onder de merknamen Luviskol® 15 KI5 (viscositietsmolecuulgewicht van 10.000), Luviskol® K25 (viscositietsmolecuulgewicht van 24.000), Luviskol® K30 (viscositietsmolecuulgewicht van 40.000) en andere vinylpyrrolidonhomopolymeren bekend bij deskundigen op het reinigingsmiddelengebied (zie bijvoorbeeld EP-A-262.897 en 20 EP-A-256.696).
Geschikte copolymeren van N-vinylpyrrolidon en acrylzuur (als een klasse aangeduid als "PV/AA") hebben de formule: 25 Γ ï Ί Γ ï --C-CH2---C-CH2--
I I
C O OH
*— —*01 30 n waarin n tussen 50 en 1000 en bij voorkeur tussen 100 en 200 ligt en m tussen 150 en 3000 en bij voorkeur tussen 300 35 en 600 ligt.
1015355 - 30 -
Bij voorkeur hebben de PV/AA een gemiddeld mole-cuulgewichttraject van 1.000 tot 10.000, liever van 5.00 tot 100.000 en liefst van 5.000 tot 25.000.
Geschikte copolymeren van N-vinylpyrrolidon en 5 acrylzuur zijn in de handel verkrijgbaar bij BASF onder de merknaam Sokalan® PG 310.
N-vinylpolymeren die de voorkeur hebben, zijn polyvinylpyrrolidonpolymeren, copolymeren van N-vinylpyrrolidon en N-vinylimidazool, copolymeren van N-vinylpyrroli-10 don en acrylzuur en mengsels daarvan, nog meer de voorkeur hebben polyvinylpyrrolidonpolymeren.
Geschikte polymeren tegen opnieuw vuil worden omvatten ook vuilsuspenderende polycarboxylaatpolymeren.
Ieder vuilsuspenderend polycarboxylaatpolymeer dat 15 bekend is bij de deskundigen, kan worden gebruikt volgens de onderhavige uitvinding zoals homo- of copolymere poly-carbonzuren of hun zouten waaronder polyacrylaten en copolymeren van maleïnezuuranhydride of/en acrylzuur en dergelijke. In feite kunnen dergelijke vuilsuspenderende poly-20 carboxylaatpolymeren worden bereid door het polymeriseren of copolymeriseren van geschikte onverzadigde monomeren, bij voorkeur in hu zuurvorm. Onverzadigde monomere zuren die kunnen worden gepolymeriseerd zodat geschikte polymere polycarboxylaten worden gevormd, omvatten acrylzuur, ma-25 leïnezuur (of maleïnezuuranhydride), fumaarzuur, itacon-zuur, aconietzuur, mesaconzuur, citraconzuur en methyleen-malonzuur. De aanwezigheid in de polymere polycarboxylaten hierin van monomere segmenten die geen carboxylaatgroepen bevatten zoals vinylmethylether, styreen, ethyleen, enzo-30 voort is geschikt met dien verstande dat dergelijke segmenten niet meer dan 40 gew.% vormen.
Bijzonder geschikte polymere polycarboxylaten om hierin te worden gebruikt kunnen worden afgeleid van acrylzuur. Dergelijke polymeren op acrylzuurbasis die hierin 35 bruikbaar zijn, zijn de in water oplosbare zouten van gepolymeriseerd acrylzuur. Het gemiddelde molecuulgewicht van dergelijke polymeren in de zuurvorm varieert bij voor- 1015355 - 31 - keur van 2.000 tot 10.000, liever van 4.000 tot 7.000 en liefst van 4.000 tot 5.000. In water oplosbare zouten van dergelijke acrylzuurpolymeren kunnen bijvoorbeeld de alka-limetaal-, ammonium- en gesubstitueerde ammoniumzouten om-5 vatten. Oplosbare polymeren van dit type zijn bekende materialen. Gebruik van polyacrylaten van dit type in de was-middelsamenstelling is bijvoorbeeld beschreven in Diehl Amerikaans octrooischrift 3.308.067, toegekend op 7 maart 1967 .
10 Copolymeren op acrylzuur/maleïnezuurbasis kunnen ook worden gebruikt als een vuilsuspenderend carbonzuurpo-lymeer dat de voorkeur heeft. Dergelijke materialen omvatten in water oplosbare zouten van copolymeren van acrylzuur en maleïnezuur. Het gemiddelde molecuulgewicht van derge-15 lijke copolymeren in de zuurvorm varieert bij voorkeur van 2.000 tot 10.000, liever van 5.000 tot 75.000, liefst van 7.000 tot 65.000. De verhouding van acrylaat- tot maleaat-segmenten in dergelijke copolymeren zal in het algemeen variëren van 30:1 tot 1:1, liever van 10:1 tot 2:1. In water 20 oplosbare zouten van dergelijke acrylzuur/maleïnezuurcopo-lymeren kunnen bijvoorbeeld de alkalimetaal-, ammonium- en gesubstitueerde ammoniumzouten omvatten. Oplosbare acrylaat /maleaatcopolymeren van dit type zijn bekende materialen die beschreven zijn in Europese octrooiaanvrage 25 66915, gepubliceerd op 15 december 1982. Bijzonder de voor keur heeft een copolymeer van maleïnezuur/acrylzuur met een gemiddeld molecuulgewicht van 70.000. Dergelijke copolymeren zijn in de handel verkrijgbaar bij BASF onder de merknaam SOKALAN® CP5.
30 Andere geschikte polymeren tegen opnieuw vuil wor den omvatten die polymeren tegen opnieuw vuil worden met: (a) één of meer niet-ionogene hydrofiele componenten die in wezen bestaan uit (i) polyoxyethyleensegmenten met een po-lymerisatiegraad van ten minste 2 of (ii) oxypropyleen- of 3 5 polyoxypropyleensegmenten met een polymerisatiegraad van 2 tot 10, waarbij het hydrofiele segment geen oxypropyleen-eenheid omvat tenzij het is gebonden aan naburige delen bij 1015355 - 32 - elk uiteinde door etherbindingen, of (iii) een mengsel van oxyalkyleeneenheden die oxyethyleeneenheden en 1 tot ongeveer 30 oxypropyleeneenheden omvatten, waarbij het mengsel een voldoende hoeveelheid oxyethyleeneenheden bevat 5 zodat de hydrofiele component een hydrofiliteit heeft die groot genoeg is om de hydrofiliteit van gebruikelijke synthetische polyestervezeloppervlakken te vergroten bij afzetten van het vuillosmakende middel op een dergelijk oppervlak, waarbij de hydrofiele segmenten bij voorkeur ten 10 minste ongeveer 25% oxyethyleeneenheden en liever, in het bijzonder voor dergelijke componenten met ongeveer 20 tot 30 oxypropyleeneenheden, ten minste ongeveer 50% oxyethyleeneenheden bevatten; of (b) één of meer hydrofobe componenten die omvatten (i) C3-oxyalkyleentereftalaatsegmenten 15 waarin, wanneer de hydrofobe componenten ook oxyethyleente-reftalaat omvatten, de verhouding van oxyethyleenterefta-laat: C3-oxyalkyleentereftalaateenheden ongeveer 2:1 of lager is, (ii) C4-C6-alkyleen- of oxy-C4-C6-alkyleensegmen-ten of mengsels daarvan, (iii) poly(vinylester)segmenten 20 (bij voorkeur polyvinylacetaat) met een polymerisatiegraad van ten minste 2 of (iv) C^-C^-alkylether- of C4-hydroxyal-kylethersubstituenten of mengsels daarvan, waarbij de substituenten aanwezig zijn in de vorm van C^-C^-alkylether of C4-hydroxyalkylethercellulosederivaten of mengsels 25 daarvan, en dergelijke cellulosederivaten amfifiel zijn, waardoor ze een voldoende gehalte van C^-C^-alkylether-en/of C4-hydroxyalkylethereenheden hebben om af te zetten op gebruikelijke synthetische polyestervezeloppervlakken en een voldoende gehalte aan hydroxyl behouden zodra ze 30 gehecht zijn aan een dergelijk gebruikelijk synthetisch vezeloppervlak, om de hydrofiliteit van het vezeloppervlak te vergroten, of een combinatie van (a) en (b).
Meestal zullen de polyoxyethyleensegmenten van (a) (i) een polymerisatiegraad van ongeveer 1 tot ongeveer 35 200 hebben, hoewel hogere niveaus kunnen worden gebruikt, bij voorkeur 3 tot ongeveer 150, liever ongeveer 6 tot ongeveer 100. Geschikte hydrofobe oxy-C4-C6-alkyleensegmenten 1 0 153 55 I » - 33 - omvatten, maar zijn niet beperkt tot, "eindkappen" van po-lymere vuillosmakende middelen zoals M03S (CH2) n0CH2CH20-, waarin M natrium is en n een geheel getal van 4-6 is, zoals beschreven in Amerikaans octrooischrift 4.721.580 op 26 5 januari 1988 toegekend aan Gosselink.
Polymeren tegen opnieuw vuil worden die bruikbaar zijn bij de onderhavige uitvinding omvatten ook cellulose-derivaten zoals hydroxyethercellulosepolymeren, copolymere blokken van ethyleentereftalaat of propyleentereftalaat met 10 polyethyleenoxide- of polypropyleenoxidetereftalaat en dergelijke. Dergelijke polymeren tegen opnieuw vuil worden zijn in de handel verkrijgbaar en omvatten hydroxyethers van cellulose zoals METHOCEL® (Dow). Cellulosepolymeren tegen opnieuw vuil worden voor gebruik hierin omvatten ook 15 die gekozen uit de groep bestaande uit Cx-C4-alkyl- en C4-hydroxyalkylcellulose; zie Amerikaans octrooischrift 4.000.093 op 28 december 1976 toegekend aan Nicol et al.
Polymeren tegen opnieuw vuil die worden gekenmerkt door hydrofobe poly(vinylester)segmenten omvatten entcopo- 2 0 lymeren van poly (vinylester) , bijvoorbeeld Ci-Cg-vinyles- ters, bij voorkeur poly(vinylacetaat) geënt op polyalky-leenoxideskeletten, zoals polyethyleenoxideskeletten. Zie Europese octrooiaanvrage 0 219 048, gepubliceerd op 22 april 1987 van Kud, et al. In de handel verkrijgbare poly-25 meren tegen opnieuw vuil worden van deze soort omvatten het SOKALAN®-type materiaal, bijvoorbeeld SOKALAN HP-22®, verkrijgbaar bij BASF.
Een type van polymeren tegen opnieuw vuil worden die de voorkeur hebben, is een copolymeer met statistische 30 blokken van ethyleentereftalaat en polyethyleenoxide-(PEO)-tereftalaat. Het molecuulgewicht van deze polymeren tegen opnieuw vuil worden, ligt in het traject van ongeveer 25.000 tot ongeveer 55.000. Zie Amerikaans octrooischrift 3.959.230 op 25 mei 1976 toegekend aan Hays en Amerikaans 3 5 octrooischrift 3.893.929 op 8 juli 1975 toegekend aan
Basadur.
1015355 - 34 -
Een ander polymeer tegen opnieuw vuil worden dat de voorkeur heeft, is een polyester met herhalende eenheden van ethyleentereftalaateenheden dat 10-15 gew.% ethyleen-tereftalaateenheden samen met 90-80 gew.% polyoxyethyleen-5 tereftalaateenheden bevat, afgeleid van een polyoxyethy-leenglycol met een gemiddeld molecuulgewicht van 300-5000. Voorbeelden van dit polymeer omvatten het in de handel verkrijgbare materiaal ZELCON 5126® (van Dupont) en MILEASE T® (van ICI). Zie ook Amerikaans octrooischrift 4.702.857 op 10 27 October 1987 toegekend aan Gosselink.
Een ander middel tegen opnieuw vuil worden dat de voorkeur heeft, is een gesulfoneerd product van een nagenoeg lineair esteroligomeer bestaande uit een oligomeeres-terskelet van herhalende tereftaloyl- en oxyalkyleenoxyeen-15 heden en eindstandige resten die covalent gebonden zijn aan het skelet. Deze polymeren tegen opnieuw vuil worden, zijn volledig beschreven in Amerikaans octrooischrift 4.968.451 op 6 november 1990 toegekend aan J.J. Scheibel en E.P. Gosselink. Andere geschikte polymeren tegen opnieuw vuil 20 worden, omvatten de tereftalaatpolyesters van Amerikaans octrooischrift 4.711.730 op 8 december 1987 toegekend aan Gosselink et al., de anionogeen eindgekapte oligomere esters van Amerikaans octrooischrift 4.721.580 op 26 januari 1988 toegekend aan Gosselink en de oligomere 25 polyesterblokverbindingen van Amerikaans octrooischrift 4.702.857 op 27 October 1987 toegekend aan Gosselink.
Polymeren tegen opnieuw vuil worden die de voorkeur hebben, omvatten ook de vuillosmakende middelen van Amerikaans octrooischrift 4.877.896 op 31 October 1989 3 0 toegekend aan Maldonado et al., dat anionogene, in het bijzonder sulfoaroyl, eindgekapte tereftalaatesters beschrijft .
Nog een ander middel tegen opnieuw vuil worden dat de voorkeur heeft, is een oligomeer met herhalende eenheden 35 van tereftaloyleenheden, sulfoisotereftaloyleenheden, oxy-ethyleenoxy- en oxy-1,2-propyleeneenheden. De herhalende eenheden vormen het skelet van het oligomeer en zijn bij 1015355 - 35 - voorkeur getermineerd met gemodificeerde isethionaateind-kappen. Een middel tegen opnieuw vuil worden van dit type dat bijzonder de voorkeur heeft, omvat ongeveer één sulfo-isoftaloyleenheid, 5 tereftaloyleenheden, oxyethyleenoxy-5 en oxy-1,2-propyleenoxyeenheden in een verhouding van ongeveer 1,7 tot ongeveer 1,8 en twee eindkapeenheden van natrium-2-(2-hydroxyethoxy) ethaansulfonaat. Het middel tegen opnieuw vuil worden, kan ook ongeveer 0,5 tot ongeveer 0,20 gew.% van het oligomeer van een kristalliniteitsver-10 minderende stabilisator, bijvoorbeeld gekozen uit de groep bestaande uit xyleensulfonaat, cumeensulfonaat, tolueensul-fonaat en mengsels daarvan bevatten. Zie Amerikaans oc-trooischrift 5.415.807 op 16 mei 1995 toegekend aan Gosse-link et al.
15 De vloeibare samenstellingen kunnen 0,01 tot 10 gew.%, bij voorkeur 0,01 tot 5 gew.% en liever 0,05 tot 2 gew.% van de totale samenstelling van een verder middel tegen opnieuw vuil worden bevatten.
Een middel tegen opnieuw vuil worden dat de voor-20 keur heeft, is een polymeer tegen opnieuw vuil worden. Een middel tegen opnieuw vuil worden dat meer de voorkeur heeft, is een poly(vinylmethylether/maleïnezuur)copolymeer, een vuilsuspenderend polyaminepolymeer, een polyvinylpyri-dine-N-oxidepolymeer of een mengsel daarvan. Een middel te-25 gen opnieuw vuil worden dat nog meer de voorkeur heeft, is een poly(vinylmethylether/maleïnezuur)copolymeer, een geal-koxyleerd polyaminepolymeer, een polyvinylpyridine-N-oxide-polymeer of een mengsel daarvan. Het middel tegen opnieuw vuil worden dat het meest de voorkeur heeft dat bruikbaar 30 is in de samenstellingen hierin, wordt gekozen uit de groep bestaande uit: een poly(vinylmethylether/maleïnezuur)copolymeer; een geëthoxyleerd polyethyleenamine volgens de formule als boven beschreven waarin n=2 en y=20; een geëthoxyleerd polyethyleenamine volgens de formule zoals hierin be-35 schreven waarin n=40 en y=7; een polyvinylpyridine-ΚΓ-oxide-polymeer en mengsels daarvan.
1015355 - 36 -
Vluchtige organische verbindingen
Als een bestanddeel dat optioneel is maar zeer sterk de voorkeur heeft, kunnen de samenstellingen volgens de uitvinding een vluchtige organische verbinding (VOC, 5 volatile organic compound) of een mengsel daarvan bevatten.
Meestal kunnen de samenstellingen hierin tot 90 gew.%, bij voorkeur 0,1 tot 2 0 gew.%, liever 0,5 tot 10 gew.% en liefst 1 tot 5 gew.% van de totale samenstelling van een vluchtige organische verbinding of een mengsel 10 daarvan bevatten.
Geschikte vluchtige organische verbindingen voor gebruik hierin worden gekozen uit de groep bestaande uit: een alifatische en/of aromatische alcohol; glycolethers en/of een derivaat daarvan; een polyol en mengsels daarvan. 15 Geschikte aromatische alcoholen om hierin te wor den gebruikt, hebben de formule Ri-OH, waarin Rx een alkyl-gesubstitueerde of niet-alkylgesubstitueerde arylgroep met 1 tot 20 koolstofatomen, bij voorkeur 2 tot 15 en liever 2 tot 10 koolstofatomen is. Een geschikte aromatische alcohol 20 om hierin te worden gebruikt, is benzylalcohol.
Geschikte alifatische alcoholen om hierin te worden gebruikt, hebben de formule R2-0H, waarin R2 een lineaire of vertakte verzadigde of onverzadigde koolwaterstofke-ten met 1 tot 20 koolstof atomen, bij voorkeur 1 tot 10 en 25 liever 2 tot 6 koolstofatomen is. Sterker de voorkeur hierin hebben alifatische alcoholen met 2 tot 4 koolstofatomen en liefst 4 koolstofatomen of mengsels daarvan. Geschikte alifatische alcoholen om hierin te worden gebruikt, omvatten lineaire alcohol, zoals 2-octanol, dicanol, isopropyl-3 0 alcohol, propylalcohol, ethanol en/of methanol. Sterk de voorkeur hierin hebben ethanol, isopropylalcohol of een mengsel daarvan.
Ethanol kan in de handel worden verkregen bij Eridania Italia onder de chemische naam ervan.
35 Isopropanol kan in de handel worden verkregen bij
Merck/BDH Italia onder de chemische naam ervan.
1015355 - 37 -
Geschikte glycolethers en/of derivaten ervan om hierin te worden gebruikt, omvatten monoglycolethers en/of derivaten ervan, polyglycolethers en/of derivaten ervan en mengsels daarvan.
5 Geschikte monoglycolethers en derivaten ervan om hierin te worden gebruikt, omvatten n-butoxypropanol (n-BP), in water oplosbare CELLOSOLVE®-oplosmiddelen of mengsels daarvan. CELLOSOLVE®-oplosmiddelen die de voorkeur hebben, omvatten propoxyethylacetaatzout (dat wil zeggen 10 Propyl Cellosolve acetate salt®), ethanol-2-butoxyfosfaat-zout (dat wil zeggen Butyl Cellosolve phosphate salt®), 2-(Hexyloxy)ethanol (dat wil zeggen 2-hexyl Cellosolve®), 2-ethoxyethanol (dat wil zeggen 2-ethyl Cellosolve®), 2-bu-toxyethanol (dat wil zeggen 2-butyl Cellosolve®) of meng-15 seis daarvan.
Geschikte polyglycolethers en derivaten daarvan om hierin te worden gebruikt, omvatten n-butoxypropoxypropanol (n-BPP), butyltriglycolether (BTGE), butyldiglycolether (BDGE), in water oplosbare CARBITOL® oplosmiddelen of 20 mengsels daarvan.
In water oplosbare CARBITOL® oplosmiddelen die de voorkeur hebben, zijn verbindingen van de 2-(2-alkoxy-ethoxy)ethanolklasse, 2-(2-alkoxyethoxy)propanolklasse en/of 2-(2-alkoxyethoxy)butanolklasse waarbij de alkoxy-25 groep is afgeleid van ethyl, propyl, of butyl. Een in water oplosbaar carbitol dat de voorkeur heeft, is 2-(2-butoxy-ethoxy)ethanol ook bekend als Butylcarbitol®.
Glycolethers en/of derivaten daarvan die de voorkeur hebben, zijn 2-ethoxyethanol, 2-butoxyethanol, n-bu-30 toxypropoxypropanol, Butylcarbitol® of mengsels daarvan.
Geschikte polyoloplosmiddel om hierin te worden gebruikt, zijn de polyolen met ten minste twee hydroxyl-groepen (-OH) zoals diolen. Geschikte diolen om hierin te worden gebruikt omvatten 2-ethyl-l,3-hexaandiol, 35 2,2,4-trimethyl-l,3-pentaandiol, methyl-2,4-pentaandiol of mengsels daarvan.
1015355 - 38 -
De vluchtige organische verbindingen, indien aanwezig, dragen verder bij aan de uitstekende totale reini-gingsprestatie van de onderhavige uitvinding. Bovendien verbetert hun toevoeging in de samenstellingen hierin ook 5 de zuiveringseigenschappen van de samenstellingen.
Oppervlakteactieve stoffen
De voorkeurssamenstellingen volgens de uitvinding bevatten meestal een extra oppervlakteactieve stof of een 10 mengsel daarvan naast de niet-irriterende anionogene oppervlakteactieve stof als boven beschreven.
Meestal kunnen de samenstellingen hierin tot 5 0 gew.%, bij voorkeur 1 tot 20 gew.%, liever 0,5 tot 10 gew.% en liefst 1 tot 5 gew.% van de totale samenstel-15 ling van een extra oppervlakteactieve stof bevatten.
Geschikte extra oppervlakteactieve stoffen kunnen worden gekozen uit die die bekend zijn in het vak waaronder anionogene oppervlakteactieve stoffen naast de niet-irrite-rende anionogene oppervlakteactieve stof zoals boven be-20 schreven, niet-ionogene oppervlakteactieve stoffen, zwit-terionogene oppervlakteactieve stoffen, amfotere oppervlakteactieve stoffen en kationogene oppervlakteactieve stoffen en mengsels ervan.
Geschikte niet-ionogene oppervlakteactieve stoffen 25 omvatten amineoxidesurfactantia. Geschikte amineoxidesur-f actant ia hebben de formule R1R2R3NO, waarbij elk van R3, R2 en R3 onafhankelijk een verzadigde gesubstitueerde of ongesubstitueerde, lineaire of vertakte alkylgroep met 1 tot 30 koolstofatomen, bij voorkeur 1 tot 20 koolstofatomen is en 30 mengsels daarvan.
Amineoxidesurfactantia die bijzonder de voorkeur hebben om te worden gebruikt volgens de uitvinding zijn amineoxidesurfactantia met de volgende formule R1R2R3NO, waarin R3 een verzadigde lineaire of vertakte alkylgroep 3 5 met 1 tot 3 0 koolstofatomen, bij voorkeur 6 tot 2 0 koolstofatomen, liever 6 tot 16 koolstofatomen is, en waarbij R2 en R3 onafhankelijk gesubstitueerde of ongesubstitueerde, 1015355 - 39 - lineaire of vertakte alkylgroepen met 1 tot 4 koolstofato-men, bij voorkeur 1 tot 3 koolstofatomen, en liever methyl-groepen zijn. Amineoxidesurfactantia die de voorkeur hebben en die hierin worden gebruikt, zijn onversneden amineoxide-5 surfactantia, dat wil zeggen, een zuivere enkele amineoxi-desurfactans, bijvoorbeeld CB-N,N-dimethylamineoxide, in tegenstelling tot een mengsels van amideoxidesurfactantia met verschillende ketenlengtes.
Geschikte amineoxidesurfactantia voor gebruik 10 hierin zijn bijvoorbeeld onversneden CB-aminoxide, onversneden C10-amineoxide, onversneden C14-amineoxide, natuurlijke gemengde C8-C10-amineoxides, alsook natuurlijke gemengde C12-C16-amineoxides. Dergelijke amineoxidesurfactantia kunnen in de handel verkregen worden bij Hoechst of 15 Stephan.
Geschikte niet-ionogene surfactantia voor gebruik hierin omvatten ook ieder niet-ionogene geëthoxyleerde C6-C24-vetalcoholsurfactans, alkylpropoxylaten en mengsels daarvan, vetzuur-Ce-C24-alkanolamides, C6-C20-polyethyleen-20 glycolethers, polyethylglycolethers, polyethyleenglycol met een molecuulgewicht van 1.000 tot 80.000 en glucoseamides, alkylpyrrolidonen.
Geschikte kationogene oppervlakteactieve stoffen voor gebruik hierin omvatten quaternaire ammoniumverbindin-25 gen met de formule R1R2R3R4N+, waarin Rlf R2 en R3 methylgroe-pen zijn en R4 een C12_ls-alkylgroep is, of waarin ^ ethyl-of hydroxyethylgroep is, R2 en R3 methylgroepen zijn en R4 een C12_15-alkylgroep is.
Geschikte zwitterionogene oppervlakteactieve stof-30 fen zijn zwitterionogene betaïnesurfactantia. Geschikte zwitterionogene betaïnesurfactantia voor gebruik hierin bevatten zowel een kationogene hydrofiele groep, dat wil zeggen een quaternaire ammoniumgroep, als een anionogene hydrofiele groep op hetzelfde molecuul bij een relatief 35 breed traject van pH's. De typische anionogene hydrofiele groepen zijn carboxylaten en sulfonaten, hoewel andere groepen zoals sulfaten, fosfonaten en dergelijke kunnen 1015355 - 40 - worden gebruikt. Een algemene formule voor de zwitterion-ogene betaïnesurfactans om hierin te worden gebruikt is: Η,-Ν+ί^) (R3)R4X-5 waarin Rx een hydrofobe groep is, R2 waterstof, C^-Cg-alkyl, -hydroxyalkyl of andere gesubstitueerde C^-Cg-alkylgroep is; R3 een C1-C6-alkyl-, -hydroxyalkyl- of andere gesubstitueerde Ci-Cg-alkylgroep is die ook kan zijn 10 verbonden met R2 om ringstructuren te vormen met de N, of een C^-Cg-sulfonaatgroep; R4 een rest is die het kationogene stikstofatoom verbindt met de hydrofiele groep en meestal een alkyleen-, hydroxyalkyleen- of polyalkoxygroep met 1 tot 10 koolstof atomen is; en X is de hydrofiele groep die 15 een carboxylaat- of sulfonaatgroep is.
Hydrofobe groepen Rx die de voorkeur hebben, zijn alifatische of aromatische, verzadigde of onverzadigde, gesubstitueerde of ongesubstitueerde koolwaterstofketens die verbindende groepen zoals amidogroepen en estergroepen 2 0 kunnen bevatten. Liever is R3 een alkylgroep met 1 tot 24, bij voorkeur 8 tot 18 en liever 10 tot 16 koolstof atomen. Deze eenvoudige alkylgroepen hebben de voorkeur om redenen van kosten en stabiliteit. De hydrofobe groep R3 kan ook een amidogroep zijn met de formule Ra-C (O)-NH-(C (Rb) 2) m, 25 waarin Ra een alifatisch of aromatische, verzadigde of onverzadigde, gesubstitueerde of ongesubstitueerde koolwaterstof keten is, bij voorkeur een alkylgroep met 8 tot 20, bij voorkeur maximaal 18, liever maximaal 16 koolstofatomen, Rb wordt gekozen uit de groep bestaande uit waterstof en hy- 3 0 droxygroepen en ml tot 4, bij voorkeur 2 tot 3, liever 3 is, met niet meer dan 1 hydroxygroep in ieder (C (Rb) 2) -rest.
R2 is bij voorkeur waterstof of een C1-C3-alkyl en liever methyl. R3 is bij voorkeur een C1-C4-sulfonaatgroep of een Ci-C-j-alkyl en liever methyl. R4 is bij voorkeur 35 (CH2)n, waarin n een geheel getal van 1 tot 10, bij voorkeur 1 tot 6, liever 1 tot 3 is.
1015355 - 41 -
Sommige gewone voorbeelden van betaïne/sulfo-betaïne worden beschreven in Amerikaanse octrooischriften 2.082.275, 2.702.279 en 2.255.082 die hierin door verwij zing zijn opgenomen.
5 Voorbeelden van bijzonder geschikte alkyldimethyl- betaïnes omvatten kokosnoot-dimethylbetaïne, lauryldime-thylbetaïne, decyldimethylbetaïne, 2-(N-decyl-N,N-dimethyl-ammonia)acetaat, 2-(N-kokos-N,N-dimethylammonio)acetaat, myristyldimethylbetaïne, palmityldimethylbetaïne, cetyldi-10 methylbetaïne, stearlyldimethylbetaïne. Kokusnootdimethyl-betaïne is bijvoorbeeld in de handel verkrijgbaar bij Seppic onder de merknaam Amonyl 265®. Laurylbetaïne is in de handel verkrijgbaar bij Albright & Wilson onder de merknaam Empigen BB/L®.
15 Voorbeelden van amidobetaïnes omvatten kokosami- do-ethylbetaïne, kokoamidopropylbetaïne of C10-C14-vetacyla-miopropyleen(hydropropyleen)sulfobetaïne. Bijvoorbeeld is Cio-C^-vetacylamiopropyleen(hydropropyleen)sulfobetaïne in de handel verkrijgbaar bij Sherex Company onder de merknaam 20 "Varion CAS® sulfobetaïne".
Een verder voorbeeld van betaïne is laurylimino-dipropionaat dat in de handel verkrijgbaar is bij Rhone-Poulenc onder de merknaam Mirataine H2C-HA®
Een extra oppervlakteactieve stof voor gebruik 25 hierin die de voorkeur heeft, is een zwitterionogene oppervlakteactieve stof, een niet-ionogene oppervlakteactieve stof of een kationogene oppervlakteactieve stof of een mengsel daarvan, een oppervlakteactieve stof die meer de voorkeur heeft is een zwitterionogene betaïnesurfactans.
30
Andere optionele bestanddelen
De samenstellingen hierin kunnen verder gebruikelijk tapijtreinigingsbestanddelen bevatten. De samenstellingen hierin kunnen bij voorkeur een aantal extra compo-35 nenten gekozen uit de groep bestaande uit stabilisatiemid-delen, cheleermiddelen, buildersystemen, radicaalwegvan-gers, parfums, kleurstoffen, schuimonderdrukkende middelen, 1015 355 - 42 - enzymen, fotobleekmiddelen, bleekactivatoren en andere ondergeschikte stoffen en mengsels daarvan bevatten.
In een voorkeursuitvoeringsvorm kunnen de samenstellingen hierin verder een aantal extra verbindingen ge-5 kozen uit de groep bestaande uit stabiliseringsmiddelen, cheleermiddelen, buildersystemen, radicaalwegvangers,parfums, verfstoffen, schuimonderdrukkende middelen, enzymen, fotobleekmiddelen, bleekactivatoren en andere ondergeschikte stoffen en mengsels daarvan bevatten.
10
Stabiliseringsmiddelen
De samenstellingen van de uitvinding kunnen verder een stabiliseringsmiddel gekozen uit de groep bestaande uit hydroxypyridine-N-oxides of derivaten daarvan en mengsels 15 daarvan bevatten.
Geschikte hydroxypyridine-N-oxides of derivaten ervan hebben de volgende formule:
Y
25 waarin X stikstof is, Y één van de volgende groepen zuurstof, -CHO, -OH, -(CH2)n-COOH is, waarin n een geheel getal van 0 tot 20, bij voorkeur 0 tot 10 is en liever 0 is, en waarin Y bij voorkeur zuurstof is. Dienovereenkomstig is een hydroxypyridine-N-oxide of derivaat ervan dat bijzonder 30 de voorkeur heeft om hierin te worden gebruikt 2-hydroxypyridine-N- oxide .
Hydroxypyridine-N-oxides of derivaten ervan kunnen in de handel verkrijgbaar zijn bij Sigma.
Meestal kunnen de samenstellingen hierin tot 35 2 gew.%, bij voorkeur 0,001 tot 1 gew.% en liever 0,001 tot 0,5 gew.% van de totale samenstelling van een hydroxypyri- 1015355
( I
- 43 - dine-N-oxide of derivaten daarvan of mengsels daarvan bevatten.
Cheleermiddelen 5 De samenstellingen van de uitvinding kunnen verder een cheleermiddel bevatten.
Geschikte cheleermiddelen zijn die bekend bij de deskundigen. Bijzonder geschikte cheleermiddelen omvatten bijvoorbeeld fosfonaatcheleermiddelen, polyfunctioneel ge-10 substitueerde aromatische cheleermiddelen, aminocarboxy- laatcheleermiddelen, andere cheleermiddelen, zoals ethy-leendiamine-Ν,Ν'-dibarnsteenzuur en mengsels daarvan.
Meestal kunnen de samenstellingen hierin tot 4 gew.%, bij voorkeur 0,001 tot 1 gew.% en liever 0,001 tot 15 0,5 gew.% van de totale samenstelling van een cheleermiddel bevatten.
Geschikte fosfonaatcheleermiddelen om hierin te worden gebruikt kunnen ethydronzuur, alkalimetaal-ethaan-1-hydroxydifosfonaten alsook aminefosfonaatverbindingen 20 omvatten, waaronder aminoalkyleenpoly(alkyleenfosfonaat), alkalimetaal-ethaan-l-hydroxydifosfonaten, nitrilotrimethy-leenfosfonaten, ethyleendiaminetetramethyleenfosfonaten en ethyleentriaminepentamethyleenfosfonaten. De fosfonaatver-bindingen kunnen ofwel in hun zure vorm of als zouten van 25 verschillende kationen op sommige of al hun zuurfunctiona liteiten aanwezig zijn. Fosfonaatcheleermiddelen die de voorkeur hebben om hierin te worden gebruikt zijn ethyleen-triaminepentamethyleenfosfonaten (DETPMP). Dergelijke fosfonaatcheleermiddelen zijn in de handel verkrijgbaar bij 30 Monsanto onder de merknaam DEQUEST®.
Polyfunctioneel gesubstitueerde aromatische cheleermiddelen kunnen ook bruikbaar zijn in de samenstellingen hierin. Zie Amerikaans octrooischrift 3.812.044 op 21 mei 1974 toegekend aan Connor et al. Voor keurs ve rb in-3 5 dingen van dit type in zuurvorm zijn dihydroxydisulfobenze- nen zoals 1,2-dihydroxy-3,5-disulfobenzeen.
1015355 - 44 -
Een biologisch afbreekbaar cheleermiddel dat de voorkeur heeft voor gebruik hierin is ethyleendiami-ne-N,N'-dibarnsteenzuur, of alkalimetaal- of aardalkalimetaal-, ammonium- of gesubstitueerde ammoniumzouten daarvan 5 of mengsels daarvan. Ethyleendiamine-Ν,Ν'-dibarnsteenzuren, in het bijzonder de (S,S)-isomeer zijn uitgebreid beschreven in Amerikaans octrooischrift 4.704.233 op 3 november 1987 toegekend aan Hartman en Perkins. Ethyleendiamine-Ν,Ν' -dibarnsteenzuur is bijvoorbeeld in de handel ver-10 krijgbaar onder de merknaam ssEDDS® bij Palmer Research Laboratories.
Geschikte aminocarboxylaatcheleermiddelen om hierin te worden gebruikt, omvatten ethyleendiaminetetraaceta-ten, diethyleentriaminepentaacetaten, diethyleentriamine-15 pentaacetaat (DTPA), N-hydroxyethylethyleendiaminetriaceta-ten, nitrilotriacetaten, ethyleendiaminetetrapropionaten, triethyleentetraaminehexaacetaten, ethanoldiglycines, pro-pyleendiaminetetraazijnzuur (PDTA) en methylglycinediazijn-zuur (MGDA), beide in de zure vorm ervan of in de alkalime-20 taal-, ammonium- en gesubstitueerde ammoniumzoutvormen ervan. Een bijzonder geschikt aminocarboxylaat om hierin te worden gebruikt is diethyleentriaminepentaazijnzuur (DTPA).
Andere geschikte cheleermiddelen om hierin te worden gebruikt omvatten salicylzuur of derivaten daarvan of 25 mengsels ervan met de volgende formule:
eX
30 Y
waarin X koolstof is, Y één van de volgende groepen -CHO, -OH, -(CHz)n-C00H is en bij voorkeur -(CH2)n-COOH is, en 35 waarin n een geheel getal van 0 tot 20, bij voorkeur van 0 tot 10 en liever 0 is. Salicylzuur en derivaten ervan kun- 1015355 - 45 - nen hierin ofwel in hun zure vorm ofwel in hun zoutvorm zoals bijvoorbeeld natriumzout worden gebruikt.
Salicylzuur heeft hierin bijzonder de voorkeur en kan in de handel worden verkregen bij Rhone Poulenc.
5
Bleekactivatoren
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding waar de samenstellingen hierin een perzuurstofbleekmiddel bevatten, bij voorkeur waterstofperoxide, kunnen de samenstellingen 10 verder een bleekactivator als een optioneel bestanddeel bevatten.
Met "bleekactivator", wordt hierin een verbinding bedoeld die reageert met het perzuurstofbleekmiddel, bij voorkeur waterstofperoxide, om een perzuur te vormen. Het 15 zo gevormde perzuur vormt het geactiveerde bleekmiddel.
Geschikte bleekactivatoren om hierin te worden gebruikt omvatten die die behoren tot de klasse van esters, amides, imides of anhydrides. Voorbeelden van geschikte verbindingen van dit type worden beschreven in Brits oc-20 trooischrift GB 1 586 769 en GB 2 143 231 en een werkwijze voor hun vorming tot een prill-vorm is beschreven in de gepubliceerde Europese octrooiaanvrage EP-A-62 523. Geschikte voorbeelden van dergelijke verbindingen om hierin te worden gebruikt zijn tetracetylethyleendiamine (TAED), natrium-25 3,5,5-trimethylhexanoyloxybenzeensulfonaat, diperoxydo- decaanzuur zoals bijvoorbeeld beschreven in US 4 818 425 en nonylamide van peroxyadipinezuur zoals bijvoorbeeld beschreven in US 4 259 201 en n-nonanoyloxybenzeensulfonaat (NOBS). Ook geschikt zijn N-acylcaprolactam gekozen uit de 30 groep bestaande uit gesubstitueerd of niet-gesubstitueerd benzoylcaprolactam, octanoylcaprolactam, nonanoylcaprolac-tam, hexanoylcaprolactam, decanoylcaprolactam, undecenoyl-caprolactam, formylcaprolactam, acetylcaprolactam, propa-noylcaprolactam, butanoylcaprolactam, pentanoylcaprolactam 35 of mengsels daarvan. Een bijzondere familie van bleekactivatoren van belang werd beschreven in EP 624 154, en in deze familie heeft acetyltriethylcitraat (ATC) bijzonder de 1015355 - 46 - voorkeur. Acetyltriethylcitraat heeft het voordeel dat het milieuvriendelijk is omdat het uiteindelijk afbreekt tot citroenzuur en alcohol. Verder heeft acetyltriethylcitraat een goede hydrolytische stabiliteit in de samenstelling bij 5 bewaren en is het een efficiënte bleekactivator.
De samenstellingen volgens de uitvinding kunnen tot 30 gew.%, bij voorkeur 1 tot 20 gew.% en liever 2 tot 10 gew.% van de totale samenstelling van een bleekactivator bevatten.
10
Builders
De samenstellingen volgens de uitvinding kunnen verder een buildersysteem bevatten. Ieder gebruikelijk builder systeem dat bekend is in het vak, is geschikt voor 15 gebruik hierin. Geschikte builders voor gebruik hierin omvatten derivaten van barnsteenzuur met de formule R-CH (COOH) CH2 (COOH) waarin R C10_20-alkyl of -alkenyl is, bij voorkeur c12_16-alkyl of -alkenyl is, of waarin R kan worden gesubstitueerd met hydroxyl-, sulfo-, sulfoxyl- of sulfon-20 substituenten. Specifieke voorbeelden omvatten laurylsucci-naat, myristylsuccinaat, palmitylsuccinaat, 2-dodecenylsuc-cinaat, 2-tetradecenylsuccinaat. Succinaatbuilders worden bij voorkeur gebruikt in de vorm van hun in wateroplosbare zouten, waaronder natrium-, kalium-, ammonium- en alkanol-25 ammoniumzouten.
Verdere geschikte builders zijn oxodisuccinaten en mengsels van tartraatmonobarnsteenzuur en tartraatdibarn-steenzuur zoals beschreven in US 4.663.071.
Verdere geschikte builders voor gebruik hierin 30 zijn vetzuurbuilders waaronder verzadigde of onverzadigde Cic.iB-vetzuren, alsmede de overeenkomstige zepen. Verzadigde species die de voorkeur hebben, hebben 12 tot 16 koolstof-atomen in de alkylketen. Het onverzadigde vetzuur dat de voorkeur heeft, is oliezuur.
35 De samenstellingen hierin kunnen tot 10 gew.%, bij voorkeur 1 tot 7 gew.% van de totale samenstelling van een buildersysteem bevatten.
1015355 - 47 -
Radicaalvancrers
De samenstellingen hierin kunnen een radicaalvan-ger bevatten als een ander optioneel bestanddeel. Geschikte radicaalvangers voor gebruik hierin omvatten de goedbekende 5 gesubstitueerde mono- en dihydroxybenzenen en derivaten ervan, alkyl- en arylcarboxylaten en mengsels daarvan. Radicaalvangers die de voorkeur hebben voor gebruik hierin omvatten di-tert-butylhydoxytolueen (BHT), p-hydroxytolueen, hydochinon (HQ), di-tert-butylhydrochinon (DTBHQ), mono-10 tert-butylhydrochinon (MTBHQ), tert-butyl-hydroxyanisool (BHA), p-hydroxyanisool, benzoëzuur, 2,5-dihydroxyben-zoëzuur, 2,5-dihydroxytereftaalzuur, toluïnezuur, catechol, t-butylcatechol, 4-allylcatechol, 4-acetylcatechol, 2-me- thoxyfenol, 2-ethoxyfenol, 2-methoxy-4-(2-propenyl)fenol, 15 3,4-dihydroxybenzaldehyd, 2,3-dihydroxybenzaldehyd, benzyl- amine, 1,1,3-tris(2-methyl-4-hydroxy-5-t-butylfenyl)butaan, tert-butyl-hydroxyaniline, p-hydroxyaniline alsmede n-pro-pylgallaat. Sterk de voorkeur voor gebruik hierin heeft di-tert-butylhydroxytolueen, dat bijvoorbeeld in de handel 20 verkrijgbaar is bij SHELL onder de merknaam IONOL CP® en/of tert-butyl-hydroxyanisool en/of propylgallaat. Deze radicaalvangers dragen verder bij aan de stabiliteit van de samenstellingen hierin.
Meestal kunnen de samenstellingen volgens de uit-25 vinding maximaal 5 gew.%, bij voorkeur 0,002 tot 1,5 gew.% en liever 0,002 tot 0,5 gew.% van de totale samenstelling van een radicaalvanger bevatten.
Voorbeelden 30 De volgende voorbeelden zullen de uitvinding ver der toelichten. De samenstellingen worden gemaakt door de vermelde bestanddelen in de vermelde hoeveelheden (gew.% tenzij anders aangegeven) te combineren. De volgende voorbeelden zijn bedoeld om samenstellingen gebruikt bij een 35 werkwijze volgens de uitvinding toe te lichten, maar worden niet noodzakelijk gebruikt om de beschermingsomvang van de uitvinding te beperken of verder te definiëren.
1015355 - 48 -
Samenstellingen (gew.%)__I II III XV V VI
Waterstofperoxide__4,0 4,0 -- 6,0 4,0 4,0 PVNO__0,5 0,4 0,2 0,5 1,0 2,0 PVPVI__0,5 5 PV/AA__0,3 PVP__-..... -- 0,1
Ethanol__3,0 2,0 1,0 3,0 3,0 3,0
PnB__1,0 0,5 PA__0,1 0,2 0,1 -- 0,1 10 Dioctylnatriumsulfosuccinaat__1,0 -- 0,3 -- 2,5 5,0
Dinatriumlaurylsulfosuccinaat__2,5 0,7 -- 0,5
Dinatriumlaurethsulfosuccinaat -- -- 1,0 3,0__--
Dinatriumlauramido-MEA-sulfosuc- 0,5 cinaat_______ 15 Natriumlauryl sulfaat__--__0,5__--____ BHT__0,01 0,01 0,02 0,01 -- 0,01 AMCP__0,5
Cheleermiddel*__0,2 0,2 0,2 0,2 0,3 0,3
NaCnAS__3,0 0,5 20 Salicylzuur__0,5 0,5 0,5 0,5 __0,5
Propylgallaat__--__--____--__1, 0
NaOH__0,16 0,16 0,16 0,16 0,06 0,26
Water en ondergeschikte stoffen Rest Rest Rest Rest Rest Rest
Maximaal pH_6_6_6_6_3,5 8_ 25 PVP is polyvinylpyrrolidon.
PVNA is poly(4-vinylpyridine-N-oxide) (Mw 20.000) dat in de handel verkrijgbaar is bij Reilly.
3 0 PV/AA is het copolymeer van N-vinylpyrrolidon en acrylzuur dat in de handel verkrijgbaar is onder de merknaam Sokalan® PG 310.
PVPVI is het copolymeer van N-vinylpyrrolidon en N-vinylimidazool dat in de handel verkrijgbaar is onder de 35 merknaam Sokalan® PG55.
1015355 - 49 -
Sarcosinaat is natrium-N-lauroylsarcosinaat dat in de handel verkrijgbaar is bij Croda onder de merknaam Crodasinic® LS 30.
Dioctylnatriumsulfosuccinaat is in de handel ver-5 krijgbaar bij Cytec onder de merknaam Aerosol OT®.
Dinatriumlaurylsulfosuccinaat is in de handel verkrijgbaar bij Witco onder de merknaam Rewopol SBF 12®.
Dinatriumlauramido-MEA-sulfosuccinaat is verkrijgbaar bij Witco onder de merknaam Rewopol SBC212P®.
10 PnB is propyleenglycol-n-butylether dat in de handel verkrijgbaar is bij Arco onder de merknaam Acrosolv® PNB.
BHT is gebutyleerd hydroxytolueen.
AMCP is een copolymeer op basis van acrylzuur/ma-15 leïnezuur dat in de handel verkrijgbaar is onder de merknaam Sokalan CP5®.
Cheleermiddel* is een fosfonaatcheleermiddel dat verkrijgbaar is onder de merknaam DEQUEST®.
NaCnAS is natriumalkylsulfaat.
20 PA is een geëthoxyleerd tetraethyleenpentamine, gemiddeld molecuulgewicht 12.000.
De hierboven toegelichte samenstellingen worden bij voorkeur verpakt in een elektrisch aangedreven spuitap-25 paraat.
De samenstellingen in de bovenstaande voorbeelden verschaffen, wanneer ze worden gebruikt bij een werkwijze volgens de uitvinding het voordeel van geen irritatie voor de slijmvliezen.
1015355

Claims (15)

1. Werkwijze voor het behandelen van een tapijt, 10 welke werkwijze het aanbrengen van een vloeibare samenstelling op het tapijt met een elektrisch spuitapparaat omvat, waarbij de samenstelling een niet-irriterende anionogene oppervlakteactieve stof omvat die als niet-irri-terend voor slijmvliezen wordt geklasseerd zoals gemeten 15 met een oplossing met 5% actief oppervlakteactieve stof met de Draize-testmethode.
2. Werkwijze voor het behandelen van een tapijt volgens conclusie 1, waarbij de niet-irriterende anionogene oppervlakteactieve stof als niet-irriterend voor slijmvlie- 20 zen wordt geklasseerd zoals gemeten met een oplossing van 10% actieve oppervlakteactieve stof met de Draize-testmethode .
3. Werkwijze voor het behandelen van een tapijt volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de samen- 25 stelling maximaal 50 gew.% van de totale samenstelling van de niet-irriterende anionogene oppervlakteactieve stof bevat.
4. Werkwijze voor het behandelen van een tapijt volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het 30 niet-irriterende oppervlakteactieve middel wordt gekozen uit de groep bestaande uit sarcosinaatsurfactantia, sulfo-succinaatsurfactantia, alkylsulfonaatsurfactantia, alkyl-sulfaatsurfactantia, sulfosuccinamaatsurfactantia, sulfo-succinamidesurfactantia, carboxylaatsurfactantia en meng- 35 seis daarvan.
5. Werkwijze voor het behandelen van een tapijt volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de 1015355 4 - 51 - niet-irriterende oppervlakteactieve stof een mengsel is van een sulfosuccinaatsurfactans en een tweede anionogene oppervlakteactieve stof.
6. Werkwijze voor het behandelen van een tapijt 5 volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de samenstelling verder een perzuurstofbleekmiddel bevat.
7. Werkwijze voor het behandelen van een tapijt volgens conclusie 6, waarbij de samenstelling 0,01 tot 20 gew.% van de totale samenstelling van het perzuurstof- 10 bleekmiddel bevat.
8. Werkwijze voor het behandelen van een tapijt volgens één van de conclusie 6 of 7, waarbij het perzuurstofbleekmiddel wordt gekozen uit de groep bestaande uit: waterstofperoxide, in water oplosbare bronnen van water- 15 stofperoxide, organische of anorganische perzuren, hydroperoxides en diacylperoxides en mengsels daarvan.
9. Werkwijze voor het behandelen van een tapijt volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de samenstelling verder een middel tegen het opnieuw vuil worden 20 bevat.
10. Werkwijze voor het behandelen van een tapijt volgens conclusie 9, waarbij het middel tegen opnieuw vuil worden een poly(vinylmethylether/maleïnezuur)copolymeer, een vuilsuspenderend polyaminepolymeer, een polyvinylpyri- 25 dine-N-oxidepolymeer of een mengsel daarvan is.
11. Werkwijze voor het behandelen van een tapijt volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de samenstelling verder een vluchtige organische verbinding bevat.
12. Werkwijze voor het behandelen van een tapijt 30 volgens conclusie 11, waarbij de vluchtige organische verbinding wordt gekozen uit de groep bestaande uit: een ali-fatische en/of aromatische alcohol; glycolethers en/of een derivaat ervan; een polyol en mengsels daarvan.
13. Werkwijze voor het behandelen van een tapijt 3. volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de samenstelling verder een extra oppervlakteactieve stof bevat 1015355 ** - 52 - naast de niet-irriterende anionogene oppervlakteactieve stof.
14. Werkwijze voor het behandelen van een tapijt volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de samen- 5 stelling verder een aantal extra verbindingen bevat gekozen uit de groep bestaande uit stabiliseringsmiddelen, cheleer-middelen, buildersystemen, radicaalvangers, parfums, kleurstoffen, schuimonderdrukkende middelen, enzymen, fotobleek-middelen, bleekactivatoren en andere ondergeschikte stoffen 10 en mengsels daarvan.
15. Gebruik van een anionogene oppervlakteactieve stof die als niet-irriterend voor slijmvliezen wordt geklasseerd zoals gemeten met een oplossing van 5% actieve oppervlakteactieve stof met de Draize-testmethode in een 15 samenstelling om tapijten te behandelen met een elektrisch spuitapparaat, waardoor de samenstelling het voordeel verschaft dat zij slijmvliezen niet irriteert wanneer het op het tapijt wordt gespoten. 1015355
NL1015355A 1999-06-07 2000-05-31 Process of treating a carpet with composition comprising a non irritant surfactant. Werkwijze voor het behandelen van een tapijt met een samenstelling die een niet-irriterende oppervlakteactieve stof bevat. NL1015355C1 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
EP99870116A EP1059349A1 (en) 1999-06-07 1999-06-07 Process of treating a carpet with a composition comprising a non irritant surfactant
EP99870116 1999-06-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1015355C1 true NL1015355C1 (nl) 2000-12-08

Family

ID=8243845

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1015355A NL1015355C1 (nl) 1999-06-07 2000-05-31 Process of treating a carpet with composition comprising a non irritant surfactant. Werkwijze voor het behandelen van een tapijt met een samenstelling die een niet-irriterende oppervlakteactieve stof bevat.

Country Status (6)

Country Link
EP (2) EP1059349A1 (nl)
AU (1) AU5467900A (nl)
CA (1) CA2374075A1 (nl)
IT (1) IT1318555B1 (nl)
NL (1) NL1015355C1 (nl)
WO (1) WO2000075268A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2849593B1 (fr) * 2003-01-02 2005-03-18 Oreal Dispositif aerosol comprenant une composition capillaire de coiffage dans un milieu aqueux propulsee par le dimethylether, a base d'au moins un copolymere de n-vinyl pyrrolidone et n-vinyl imidazole

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3779929A (en) * 1972-02-23 1973-12-18 Minnesota Mining & Mfg Cleaning composition
GB8912386D0 (en) * 1989-05-30 1989-07-12 Tedder Kenneth S Cleaning apparatus
EP0906950A1 (en) * 1997-10-03 1999-04-07 The Procter & Gamble Company Peroxygen bleach-containing compositions comprising a particular chelating agent system
EP0949006A1 (en) * 1998-04-08 1999-10-13 The Procter & Gamble Company A packaged product

Also Published As

Publication number Publication date
WO2000075268A1 (en) 2000-12-14
CA2374075A1 (en) 2000-12-14
ITMI20001253A0 (it) 2000-06-06
EP1183324A1 (en) 2002-03-06
IT1318555B1 (it) 2003-08-27
AU5467900A (en) 2000-12-28
ITMI20001253A1 (it) 2001-12-06
EP1059349A1 (en) 2000-12-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20050250662A1 (en) Carpet cleaning compositions and methods for cleaning carpets
US6403547B1 (en) Process of cleaning carpets with a composition comprising peroxygen bleach
US20020187908A1 (en) Process of cleaning carpets with a composition comprising a fluorinated compound
US6407048B1 (en) Process for cleaning carpets comprising polyvinyl pyridine-N-oxide
US20040016059A1 (en) Process of treating carpets with a composition comprising a brightener
NL1015355C1 (nl) Process of treating a carpet with composition comprising a non irritant surfactant. Werkwijze voor het behandelen van een tapijt met een samenstelling die een niet-irriterende oppervlakteactieve stof bevat.
CA2293726A1 (en) Carpet cleaning compositions and method for cleaning carpets
US20020177540A1 (en) Liquid compositions for sanitizing and cleaning carpets with reduced color damage to carpets
AU744689B2 (en) Carpet cleaning compositions and method for cleaning carpets
EP0997526A1 (en) Process of cleaning carpets with a composition comprising peroxygen bleach
EP0997525A1 (en) Process of cleaning carpets with a composition comprising a poly (vinyl methyl ether/maleic acid) copolymer
EP0988361B1 (en) Carpet cleaning compositions and method for cleaning carpets
WO2000074550A1 (en) Process of cleaning a carpet with a glove
EP0988362B1 (en) Carpet cleaning compositions and method for cleaning carpets
JP2002531715A (ja) 布地/織物柔軟剤としての過酸素漂白剤の使用
FR2794471A1 (fr) Procede de traitement d'un tapis par une composition comprenant un tensioactif non irritant
MXPA01005309A (en) The use of a peroxygen bleach as a fabric/textile softening agent

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20041201