NL1014846C2

NL1014846C2 - Method and device for milking animals.

Info

Publication number: NL1014846C2
Application number: NL1014846A
Authority: NL
Inventors: Pieter Adriaan Oosterling; Jacobus Petrus Maria Dessing
Original assignee: Prolion Bv
Priority date: 2000-04-05
Filing date: 2000-04-05
Publication date: 2001-10-08
Also published as: WO2001074146A1

Description

Werkwijze en inrichting voor het melken van dieren.Method and device for milking animals.

De uitvinding betreft een werkwijze voor het melken van dieren overeenkomstig de aanhef van conclusie 1. Een dergelijke werkwijze is bekend en wordt toegepast om 5 blindmelken te voorkomen. Een nadeel van de bekende werkwijze is dat het melken lang kan duren omdat elk kwartier van de uier gemolken wordt totdat de melkstroom onder een laag niveau is gedaald en het kwartier leeg is.The invention relates to a method for milking animals according to the preamble of claim 1. Such a method is known and is used to prevent blind milking. A drawback of the known method is that milking can take a long time because every quarter of an udder is milked until the milk flow has dropped below a low level and the quarter is empty.

Teneinde dit nadeel te beperken wordt de werkwijze 10 uitgevoerd overeenkomstig het kenmerk van conclusie 1. Hierdoor wordt de melktijd bekort, omdat het leegmelken van de kwartieren van de uier niet meer de bepalende factor is omdat er wordt gekeken of de melkstroom nog voldoende groot is. Hierdoor kan het dier de melkstal snel-15 Ier verlaten en wordt de capaciteit van de melkstal vergoot .In order to limit this drawback, the method 10 is carried out according to the feature of claim 1. This reduces the milking time, because the milking of the udder's quarters is no longer the determining factor because it is checked whether the milk flow is still sufficiently large. This allows the animal to leave the milking parlor quickly and the capacity of the milking parlor is increased.

Overeenkomstig een uitvoeringsvorm wordt de werkwijze uitgevoerd volgens conclusie 2. Hierdoor wordt langdurig melken voorkomen.According to an embodiment, the method is carried out according to claim 2. This prevents long-term milking.

20 Overeenkomstig een uitvoeringsvorm wordt de werkwij ze uitgevoerd volgens conclusie 3. Hierdoor wordt langdurig melken voorkomen en de capaciteit van de melkstal verder vergroot.According to an embodiment, the method is carried out according to claim 3. This prevents long-term milking and further increases the capacity of the milking parlor.

Overeenkomstig een uitvoering wordt de werkwij ze 25 uitgevoerd volgens conclusie 4. Hierdoor wordt overbelasting van de speen tengevolge van blindmelken voorkomen.According to an embodiment, the method is carried out according to claim 4. This prevents overloading of the teat as a result of blind milking.

Overeenkomstig een uitvoering wordt de werkwijze uitgevoerd volgens conclusie 5. Hierdoor wordt overbelasting van de speen voorkomen terwijl de uier voldoende 30 leeg gemolken wordt.According to an embodiment, the method is carried out according to claim 5. This prevents overloading of the teat while the udder is milked sufficiently empty.

1014348· 210143482

Tevens omvat de uitvinding een inrichting overeenkomstig de aanhef van conclusie 6. Een dergelijke inrichting is bekend en wordt toegepast om blindmelken te voorkomen. Deze inrichting heeft het eerder beschreven na-5 deel.The invention also comprises a device according to the preamble of claim 6. Such a device is known and is used to prevent blind milking. This device has the previously described part-5.

Ten einde dit nadeel te vermijden is de inrichting uitgevoerd overeenkomstig het kenmerk van conclusie 6. Hierdoor wordt het mogelijk om zowel blindmelken als langdurig uitmelken te voorkomen.In order to avoid this drawback, the device is designed according to the feature of claim 6. This makes it possible to prevent both blind milking and long-term milking.

10 Overeenkomstig een uitvoering is de inrichting uit gevoerd volgens conclusie 7. Hierdoor is het op eenvoudige wijze mogelijk om de capaciteit van de melkinrichting te vergroten.According to an embodiment, the device is designed according to claim 7. This makes it possible in a simple manner to increase the capacity of the milking device.

De uitvinding wordt hierna toegelicht met behulp van 15 een tekening waarin figuur 1 schematisch een inrichting voor melken van een zoogdier toont, en figuur 2 een diagram toont van de melkstroom zoals deze tijdens het melken met de inrichting volgens figuur 1 is 20 gemeten of vastgesteld.The invention is explained below with the aid of a drawing in which figure 1 schematically shows a device for milking a mammal, and figure 2 shows a diagram of the milk flow as measured or determined during milking with the device according to figure 1.

In figuur 1 is schematisch een bekende inrichting voor het melken van koeien getoond. De inrichting omvat vier melkbekers 1 die via afzonderlijke melkleidingen 2 verbonden zijn met een verzamelleiding 5. De verzamellei-25 ding 5 is verbonden met een afvoer 6 die op bekende wijze is aangesloten op een niet getoonde luchtafscheider. Uit de luchtafscheider wordt de melk op bekende wijze verpompt naar een melktank. De luchtafscheider is aangesloten op een vacuümbron, zodat de melk onder invloed van de 30 onderdruk in de luchtafscheider door de melkleiding 2 stroomt. De melkbekers 1 worden nadat de koe in de melk-stal staat om de spenen van de uier aangebracht. Dit kan met de hand gebeuren of eventueel wordt daarbij gebruik 1 f> - < ·-.Figure 1 schematically shows a known device for milking cows. The device comprises four teat cups 1, which are connected via separate milk lines 2 to a collection line 5. The collection line 5 is connected to a discharge 6 which is connected in known manner to an air separator (not shown). The milk is pumped from the air separator in a known manner to a milk tank. The air separator is connected to a vacuum source, so that the milk flows through the milk line 2 under the influence of the underpressure in the air separator. The teat cups 1 are placed around the teats of the udder after the cow is in the milking shed. This can be done manually or, if necessary, use 1 f> - <· -.

3 gemaakt van een niet getoonde melkrobot, waarmee de melkbekers 1 automatisch om de spenen worden aangebracht.3 made of a milking robot (not shown), with which the teat cups 1 are automatically fitted around the teats.

De melkbekers 1 zijn voorzien van de pulsatie aansluiting waarmee de rubberen voering in de melkbeker 1 5 een pulserende beweging om de speen maakt en de melk uit de speen in de melkbeker 1 en de melkleiding 2 stroomt.The teat cups 1 are provided with the pulsation connection with which the rubber lining in the teat cup 1 makes a pulsating movement around the teat and the milk flows from the teat into the teat cup 1 and the milk line 2.

In iedere melkleiding 2 is een elektrisch bediende afsluiter 3 aangebracht en een melkstroommeter 4. De melk-stroommeter 4 kan de hoeveelheid melk meten die per 10 tijdseenheid door de melkleiding 2 stroomt. In een eenvoudige uitvoeringsvorm is de melkstroommeter 4 zodanig ingericht dat deze een signaal geeft als de melkstroom groter of kleiner dan een bepaalde waarde is. De afsluiters 3 en de melkstroommeters 4 zijn gekoppeld aan een 15 besturing 7.An electrically operated shut-off valve 3 and a milk flow meter 4 are arranged in each milk line 2. The milk flow meter 4 can measure the amount of milk flowing through the milk line 2 per unit of time. In a simple embodiment, the milk flow meter 4 is arranged such that it gives a signal if the milk flow is greater or less than a certain value. The valves 3 and the milk flow meters 4 are coupled to a control 7.

Nadat is vastgesteld door de melkstroommeter 4 dat de melkstroom in een melkleiding 2 kleiner is dan een eerste waarde a wordt de afsluiter 3 gesloten en wordt het melken van dat kwartier van de uier gestopt. Hierdoor 20 wordt voorkomen dat de speen gemolken wordt terwijl er geen melk meer uit komt. Teneinde de totale melktijd te verkorten worden afsluiters 3 gesloten als de totale melkstroom kleiner wordt dan een tweede waarde b, dit wordt vastgesteld in de besturing 7 waarin elke melk-25 stroom die met een melkstroommeter 4 gemeten wordt bij de andere gemeten melkstromen wordt opgeteld om zo de totale melkstroom te verkrijgen.After it has been determined by the milk flow meter 4 that the milk flow in a milk line 2 is smaller than a first value a, the valve 3 is closed and the milking of that quarter of the udder is stopped. This prevents the teat from being milked while no more milk comes out. In order to shorten the total milking time, valves 3 are closed when the total milk flow falls below a second value b, this is determined in the controller 7 in which each milk flow measured with a milk flow meter 4 is added to the other measured milk flows to thus obtaining the total milk flow.

Naast de hiervoor genoemde componenten kan de inrichting op bekende wijze uitgerust zijn met middelen die 30 bij het melken en vooral het volautomatisch melken worden toegepast. Zo zullen er voorzieningen kunnen zijn voor het reinigen van spenen, voor het afvoeren van de eerste melk, middelen voor het onderzoeken van de kwaliteit van 4 de melk, middelen voor het afzonderen van melk van slechtere kwaliteit, etc. Ook zullen er voorzieningen zijn voor het aanbrengen van de pulserende beweging in de melkbeker 1, waarbij deze pulserende beweging kan worden 5 aangepast aan de voortgang van het melken, aan de identiteit van het dier of aan fase in de lactatie voor het betreffende dier.In addition to the aforementioned components, the device can be equipped in known manner with means which are used in milking and in particular fully automatic milking. There will be facilities for cleaning teats, for removing the first milk, means for examining the quality of the milk, means for separating milk of poorer quality, etc. There will also be facilities for applying the pulsating movement in the teat cup 1, wherein this pulsating movement can be adapted to the milking progress, to the identity of the animal or to the phase in the lactation for the relevant animal.

In het diagram van figuur 2 is een melkstroom Q per speen en de totale melkstroom getoond, zoals deze ver-10 loopt met de tijd t na start van het melken. Met een lijn LF is de melkstroom uit de speen links voor aangegeven. Met een lijn RF is de melkstroom uit de speen rechtsvoor aangegeven. Met een lijn RR is de melkstroom uit de speen rechtsachter aangegeven en een lijn LR is de melkstroom 15 uit de speen linksachter aangegeven. De totale melkstroom van de vier spenen is aangegeven met een lijn T. Met een lijn a is de waarde van de melkstroom aangegeven waarbij het melken van een speen wordt beëindigd en met een lijn b is de waarde van de totale melkstroom aangegeven waar-20 bij het melken van de overige spenen wordt beëindigd.The diagram of figure 2 shows a milk flow Q per teat and the total milk flow, as it progresses with time t after milking has started. The flow of milk from the teat at the front left is indicated by a line LF. The flow of milk from the teat at the front right is indicated by a line RF. A line RR indicates the milk flow from the teat at the rear right and a line LR indicates the milk flow from the teat at the rear left. The total milk flow of the four teats is indicated by a line T. A line a indicates the value of the milk flow ending milking of a teat and a line b indicates the value of the total milk flow where 20 milking of the remaining teats is stopped.

Uit de grafiek blijkt dat de voorspenen meer en langduriger melk geven dan de achterspenen. Op het tijdstip ti, wordt de melkstroom uit de speen rechtsachter kleiner dan de eerste waarde a. Dit wordt vastgesteld met 25 de melkstroommeter 4 die de melkstroom meet en de waarde ervan doorgeeft aan de besturing 7. De besturing 7 sluit vervolgens de betreffende afsluiter 3 en het pulseren in de melkbeker 1 wordt beëindigd. Op het tijdstip t2 gebeurt hetzelfde met de melkstroom uit de speen linksach-30 ter en ook het melken van deze speen wordt gestopt.The graph shows that the front teats provide more and longer milk than the rear teats. At time ti, the milk flow from the teat at the back right becomes smaller than the first value a. This is determined with the milk flow meter 4 which measures the milk flow and transmits its value to the controller 7. The controller 7 then closes the relevant valve 3 and the pulsation in the teat cup 1 is stopped. At time t2 the same happens with the milk flow from the teat left rear and the milking of this teat is also stopped.

De eerste waarde a waarop het melken van een speen of kwartier van een uier wordt beëindigd is bij voorkeur 1 ü I 4 β 4 ösü 5 een instelbare waarde. Een gebruikelijke waarde is een eerste waarde van de melkstroom a van 25 gram/minuut.The first value a at which the milking of a teat or quarter of an udder is ended is preferably 1 I I 4 β 4 ösü 5 an adjustable value. A usual value is an initial value of the milk flow a of 25 grams / minute.

De totale melkgift, die is aangegeven met de lijn T is de som van de melkgiften van de afzonderlijke spenen.The total milk yield, indicated by the line T, is the sum of the milk yields of the individual teats.

5 Als de totale melkgift T kleiner wordt dan de tweede waarde b wordt het melken van de spenen door de melkbekers waarvan het melken nog niet gestopt was eveneens gestopt door het afsluiten van de nog niet gesloten afsluiters 3. Een gebruikelijke waarde voor de tweede waarde 10 van de melkstroom b is 300 gr/minuut. Voor bepaalde dieren en/of bij kleine melkgiften of op bepaalde tijdstippen gedurende de dag kan bijvoorbeeld gekozen worden voor 150 gram/minuut. Doordat het melken gestopt wordt als de totale melkgift kleiner is. dan een bepaalde waarde wordt 15 de tijdsduur van het melken beperkt. Hierdoor kan de gemolken koe de melkstal eerder verlaten en kunnen in een melkstal meer koeien per uur gemolken worden. Hierdoor wordt de capaciteit van de melkstal vergoot, hetgeen vooral een voordeel is als er per melkstal veel geïnves-20 teerd is zoals bij het volautomatisch melken met een melkrobot.5 If the total milk yield T becomes less than the second value b, the milking of the teats by the teat cups whose milking has not yet been stopped is also stopped by closing the valves not yet closed 3. A usual value for the second value 10 of the milk flow b is 300 g / minute. For certain animals and / or for small milk yields or at specific times during the day, for example, 150 grams / minute can be chosen. Because the milking is stopped when the total milk yield is smaller. then a certain value, the duration of the milking is limited. As a result, the milked cow can leave the milking parlor earlier and more cows can be milked per hour in a milking parlor. As a result, the capacity of the milking parlor is increased, which is an advantage in particular if a great deal has been invested per milking parlor, such as in the case of fully automatic milking with a milking robot.

Door het beëindigen van het melken voordat een bepaald kwartier van een uier geheel is leeggemolken lijkt het alsof de melkopbrengst van het gemolken dier afneemt. 25 Dit is echter schijn omdat gebleken is dat een beperkte hoeveelheid restmelk geen negatieve invloed heeft op de melkgift van de melkklieren. Het in de uier achterblijven van een kleine hoeveelheid restmelk blijkt niet nadelig te zijn. De achtergebleven hoeveelheid restmelk is dan 30 ook gering, bijvoorbeeld ongeveer 100-200 gram per kwartier.By ending the milking before a certain quarter of an udder has been completely milked, it seems as if the milk yield of the milked animal is decreasing. However, this is an illusion because it has been shown that a limited amount of residual milk has no negative influence on the milk yield of the mammary glands. The fact that a small amount of residual milk remains in the udder does not appear to be disadvantageous. The amount of residual milk left behind is then also small, for example about 100-200 grams per quarter.

De tweede waarde van de melkstroom b waarbij het melken beëindigd wordt is bij dieren met vier spenen ten- 6 minste zesmaal de eerste waarde a waarbij het melken van de afzonderlijke spenen wordt beëindigd. Hierdoor worden de spenen die het langste gemolken worden niet geheel leeg gemolken waardoor de melktijd korter kan zijn.The second value of the milk flow b at which the milking is ended is in animals with four teats at least six times the first value a at which the milking of the individual teats is stopped. As a result, the teats that are milked the longest are not milked completely empty, so that the milking time can be shorter.

5 Naast de hier getoonde uitvoering van de inrichting met vier afzonderlijke melkstroommeters 4 en waarbij de totale melkstroom wordt vastgesteld door het berekenen van de totale melkstroom door sommeren van de vier gemeten melkstromen in de besturing 7, is een alternatieve 10 uitvoering mogelijk waarbij in elke melkleiding 2 de melkstroommeter 4 vaststelt of de melkstroom groter of kleiner is dan de eerste waarde van de melkstroom a, en waarbij in de verzamelleiding 5 een vijfde niet getoonde melkstroommeter is opgenomen die vaststelt of de totale 15 melkstroom naar de afvoer 6 groter of kleiner is dan de tweede waarde van de melkstroom b. De melkstroommeters in deze alternatieve uitvoering kunnen eenvoudiger zijn uitgevoerd, terwijl ook de besturing 7 eenvoudiger kan zijn.In addition to the embodiment of the device shown here with four separate milk flow meters 4 and in which the total milk flow is determined by calculating the total milk flow by summing the four measured milk flows in the control 7, an alternative embodiment is possible in which each milk line 2 the milk flow meter 4 determines whether the milk flow is greater or less than the first value of the milk flow a, and wherein a fifth milk flow meter (not shown) is included in the collection line 5, which determines whether the total milk flow to the outlet 6 is greater or less than the second value of the milk flow b. The milk flow meters in this alternative embodiment can be simpler, while the control 7 can also be simpler.

ii

Claims

Method for milking animals using a milking device with teat cups (1), the 5 teat cups being placed around the teats of the udder of the animal to be milked, the milk collected in the teat cup (1) via a milk line ( 2) and a collection line (5) is led to a receptacle (6), whereby it is determined per teat cup whether the milk flow has fallen below a first value (a), after which the milking with that teat cup is ended, characterized in that after it has been determined that the total milk flow is less than a second value (b) the milking with the other teat cups is ended.

Method according to claim 1, characterized in that the second value (b) is 150 grams of milk per minute.

Method according to claim 1, characterized in that the second value (b) is 300 grams of milk per minute.

Method according to claim 1, 2 or 3 for milking animals with four teats, characterized in that the first value (a) of the milk flow under which milking with a teat cup (1) is ended is less than 1/6 of the second value (b).

Method according to any one of the preceding claims, characterized in that the first value (a) of the milk flow under which milking with a teat cup (1) is ended is 25 grams per minute.

6. Device for milking animals, comprising teat cups (1) for collecting milk, a milk line 30 (2) for transporting the collected milk, possibly via a collecting line (5), to a collection (6), means (4) for measuring the milk flow in 1014846 * the milk line (2) and means (3, 7) for ending milking with a teat cup (1) if the milk flow becomes less than a first value (a) characterized in that means (4, 7) are provided for determining the total milk flow as well as means (3, 7) for ending milking with all teat cups (1) when the total milk flow falls below a second value (b).

A device according to claim 6, characterized in that each milk line (2) is provided with a milk flow meter (4) for measuring the milk flow through the milk line (2) and means are provided for determining the total milk flow at by measuring with the milk flow meters (4). 15 Ί η "Γ” -Vi 1. h ^ V, ..; j