NL1010827C2

NL1010827C2 - Milking device for animals, has milk storage tank which allows storage volume to be varied according to volume of milk stored in milk tank

Info

Publication number: NL1010827C2
Application number: NL1010827A
Authority: NL
Inventors: Pieter Adriaan Oosterling; Jacobus Petrus Maria Dessing
Original assignee: Prolion Bv
Priority date: 1998-12-16
Filing date: 1998-12-16
Publication date: 2000-06-19

Abstract

The device has a milk tank (11) which stores the milk extracted from the milking stalls (1) by the air separator (3) and vacuum pump (4). The milk tank is provided with a vertically displaceable piston-like board so that the storage volume (12) is designed as a closed chamber which varies corresponding to the volume of the milk stored in the milk tank. Cooling devices (9,10) are provided for cooling the milk to approximately the storage temperature while the milk is conveyed to the milk tank. An Independent claim is also included for the method of milking animals using the device.

Description

Werkwijze en inrichting voor het melken van dierenMethod and device for milking animals

De uitvinding betreft een werkwijze overeenkomstig de aanhef van conclusie 1. Een dergelijke werkwijze is onder andere bekend uit EP 0399604. Het nadeel van de be-5 kende werkwijze is dat de melk van de verschillende koeien in één opslagtank wordt opgeslagen. De melk van te melken dieren kan verschillende stoffen bevatten, zoals bepaalde eiwitten of vetten, die voor de farmaceutische industrie van groot belang kunnen zijn en die uit de melk 10 gewonnen kunnen worden. Deze stoffen komen in de melk van bepaalde dieren in hogere concentraties voor dan in de melk van andere dieren. Ook kan de samenstelling van de melk van verschillende dieren verschillen. Bij de bekende werkwijze wordt de melk van alle dieren van een kudde 15 echter samengevoegd waardoor de concentratie van een uit de melk af te zonderen stof wordt verminderd hetgeen ongewenst is.The invention relates to a method according to the preamble of claim 1. Such a method is known, inter alia, from EP 0399604. The drawback of the known method is that the milk of the different cows is stored in one storage tank. The milk of animals to be milked can contain various substances, such as certain proteins or fats, which can be of great importance for the pharmaceutical industry and which can be obtained from the milk. These substances are found in higher concentrations in the milk of certain animals than in the milk of other animals. The composition of the milk of different animals can also differ. In the known method, however, the milk of all animals of a herd 15 is combined, whereby the concentration of a substance to be separated from the milk is reduced, which is undesirable.

De uitvinding beoogt dit nadeel te vermijden en daartoe wordt de werkwijze uitgevoerd overeenkomstig het 20 kenmerk van conclusie 1. Door de melk van bepaalde dieren in een aparte opslagtank op te slaan, wordt in deze opslagtank melk opgeslagen waarin de concentratie van een bepaalde stof zo hoog mogelijk is, hetgeen het winnen van deze stof uit de melk zo eenvoudig mogelijk maakt of het 25 verdere gebruik ervan verbetert.The object of the invention is to avoid this drawback and to that end the method is carried out according to the feature of claim 1. By storing the milk of certain animals in a separate storage tank, milk is stored in this storage tank in which the concentration of a certain substance is so high. is possible, which makes the recovery of this substance from the milk as simple as possible or improves its further use.

Overeenkomstig een verdere verbetering wordt de werkwijze uitgevoerd overeenkomstig conclusie 2. Door om te schakelen aan de hand van de verstreken tijdsduur of de afgenomen hoeveelheid melk wordt op eenvoudige wijze 30 rekening gehouden met veranderingen in de concentratie gedurende het melken.According to a further improvement, the method is carried out according to claim 2. By switching on the basis of the elapsed time or the quantity of milk taken off, changes in the concentration during milking are taken into account in a simple manner.

1010827 21010827 2

Overeenkomstig een andere werkwijze wordt deze uitgevoerd overeenkomstig conclusie 3. Door de concentratie en/of de eigenschappen te meten wordt alle en uitsluitend die melk met tenminste de gewenste concentratie bepaalde 5 stof en/of eigenschappen afgezonderd en opgeslagen, waardoor latere verwerking ervan vereenvoudigd wordt.According to another method, this is carried out according to claim 3. By measuring the concentration and / or the properties all and only that milk with at least the desired concentration of determined substance and / or properties is separated and stored, so that subsequent processing thereof is simplified.

Overeenkomstig een verdere verbetering van de werkwijze is deze uitgevoerd overeenkomstig conclusie 4. Hierdoor wordt bereikt dat melk met wisselende concentra-10 ties van stoffen en/of wisselende eigenschappen zodanig verdeeld wordt over de opslagtanks, dat de melk in een van de opslagtanks de hoogste concentratie heeft of zoveel mogelijk voldoet aan een gewenste eigenschap.According to a further improvement of the method, it has been carried out according to claim 4. This ensures that milk with varying concentrations of substances and / or varying properties is distributed over the storage tanks in such a way that the milk in one of the storage tanks has the highest concentration. has or as much as possible meets a desired property.

Ook omvat de uitvinding een inrichting overeenkom-15 stig de aanhef van conclusie 5. Een dergelijke inrichting is bekend uit EP 0399604 en heeft de eerder genoemde nadelen. Deze nadelen worden vermeden door de inrichting uit te voeren overeenkomstig het kenmerk van conclusie 5. Hierdoor wordt bereikt dat melk met een hogere concentra-20 tie van een bepaalde stof en/of met bepaalde eigenschappen apart in een opslagtank kan worden opgeslagen, zodat ~ verdere verwerking bijvoorbeeld in een melkfabriek een voudiger is.The invention also comprises a device according to the preamble of claim 5. Such a device is known from EP 0399604 and has the aforementioned drawbacks. These drawbacks are avoided by designing the device according to the characterization of claim 5. This ensures that milk with a higher concentration of a certain substance and / or with certain properties can be stored separately in a storage tank, so that further for example, processing in a dairy is simpler.

Overeenkomstig een verdere verbetering is de inrich-25 ting uitgevoerd overeenkomstig conclusie 6. Hierdoor is het mogelijk om de melk van bepaalde dieren af te zonderen, hetgeen van belang is als deze dieren bepaalde genetische eigenschappen hebben waardoor hun melk bepaalde stoffen bevat.According to a further improvement, the device is designed according to claim 6. This makes it possible to separate the milk from certain animals, which is important if these animals have certain genetic properties, as a result of which their milk contains certain substances.

30 Overeenkomstig een verdere verbetering is de inrich ting uitgevoerd overeenkomstig conclusie 7. Hierdoor wordt de mogelijkheid verder verbeterd om bepaalde melk af te zonderen, zoals melk met een hoog vetgehalte.According to a further improvement, the device is designed according to claim 7. This further improves the possibility of separating certain milk, such as milk with a high fat content.

1010827 31010827 3

Overeenkomstig een verdere verbetering is de inrichting uitgevoerd overeenkomstig conclusie 8. Hierdoor kan op eenvoudige wijze melk met voldoende hoge concentratie van een bepaalde stof en/of bepaalde eigenschap worden 5 afgezonderd.According to a further improvement, the device is designed according to claim 8. As a result, milk with a sufficiently high concentration of a certain substance and / or certain property can be separated in a simple manner.

Overeenkomstig een uitvoering is de inrichting uitgevoerd volgens conclusie 9. Hierdoor kunnen meerdere dieren tegelijk gemolken worden.According to an embodiment, the device is designed according to claim 9. This allows multiple animals to be milked simultaneously.

De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand 10 van enkele uitvoeringsvoorbeelden met behulp van een tekening. In de tekening toont figuur 1 een schematische weergave eerste uitvoeringsvorm van een melkinrichting voor koeien, en figuur 2 een gewijzigde uitvoering van de melkinrichting 15 voor koeien volgens figuur 1.The invention is explained below with reference to some exemplary embodiments with the aid of a drawing. In the drawing, figure 1 shows a schematic representation of a first embodiment of a milking implement for cows, and figure 2 shows a modified embodiment of the milking implement 15 for cows according to figure 1.

In de beide figuren hebben overeenkomstige onderdelen steeds zoveel mogelijk hetzelfde verwijzingscijfer.In the two figures, corresponding parts always have the same reference numerals as much as possible.

De in figuur 1 getoonde melkinrichting omvat een eerste melkstal A, een tweede melkstal B en een derde 20 melkstal C. Elke melkstal is op bekende wijze ingericht voor het melken van koeien en is op identieke wijze uitgevoerd. Een koe kan op bekende wijze bijvoorbeeld de eerste melkstal A betreden en worden daar gemolken door melkbekers 1 aan te sluiten op de spenen van de uier. Dit 25 aansluiten van de melkbekers 1 kan op bekende wijze met de hand gebeuren. Ook is het mogelijk dat de melkbekers 1 automatisch op de spenen worden aangesloten, waarvoor een automatisch bestuurde melkrobot kan worden gebruikt.The milking implement shown in figure 1 comprises a first milking parlor A, a second milking parlor B and a third milking parlor C. Each milking parlor is designed in a known manner for milking cows and is designed in an identical manner. A cow can enter the first milking parlor A in a known manner and are milked there by connecting teat cups 1 to the teats of the udder. This connection of the teat cups 1 can be done by hand in a known manner. It is also possible that the teat cups 1 are automatically connected to the teats, for which an automatically controlled milking robot can be used.

De melkbekers 1 zijn elk met een melkslang 2 via een 30 omschakelklep 6 verbonden met of een afvoerleiding 3 of een melkleiding 4. De omschakelkleppen 6 zijn samengebouwd in een eerste kleppenblok 5 en worden bediend door een besturing 8. In elke melkstal is een identificatie- 1010827 4 systeem 7 aangebracht waarmee op bekende wijze de identiteit van het aanwezige dier kan worden vastgesteld, bijvoorbeeld door het herkennen van een door het dier gedragen transponder. De afvoerleiding 3 is verbonden met een 5 afvoervat 16, dat met een vacuümleiding 15 verbonden is met een vacuümvat 21. Het vacuümvat 21 wordt op bekende wijze op onderdruk gehouden door een vacutlmpomp 22. Het afvoervat 16 is voorzien van een afvoer waarmee het geleegd kan worden.The teat cups 1 are each connected with a milk hose 2 via a changeover valve 6 to either a discharge line 3 or a milk line 4. The changeover valves 6 are assembled in a first valve block 5 and are operated by a controller 8. In each milking parlor there is an identification 1010827 4 system 7 provided with which the identity of the animal present can be determined in a known manner, for instance by recognizing a transponder carried by the animal. The discharge line 3 is connected to a discharge vessel 16, which is connected with a vacuum line 15 to a vacuum vessel 21. The vacuum vessel 21 is kept under negative pressure in a known manner by a vacuum pump 22. The discharge vessel 16 is provided with a drain with which it can be emptied. turn into.

10 De melkleiding 4 verbindt de melkbekers 1 met een tweede kleppenblok 12 waarin afsluitkleppen 13 zijn opgenomen. De afsluitkleppen 13 worden bediend door de besturing 8. Elke afsluitklep 13 staat via een leiding 14 in verbinding met een eerste opslagtank 17, een tweede op-15 slagtank 18, een derde opslagtank 19 of een vierde opslagtank 20. Elk opslagtank is voorzien van niet aangegeven aansluitingen voor het periodiek legen van de opslagtank.The milk line 4 connects the teat cups 1 to a second valve block 12 in which shut-off valves 13 are included. The shut-off valves 13 are operated by the controller 8. Each shut-off valve 13 is connected via a pipe 14 to a first storage tank 17, a second storage tank 18, a third storage tank 19 or a fourth storage tank 20. Each storage tank is provided with specified connections for periodic emptying of the storage tank.

In de melkleiding 4 is een melkhoeveelheidsmeter 9 20 opgenomen. De melkhoeveelheidsmeter 9 heeft een hoeveel-heidssensor 11, waarmee gemeten wordt hoeveel melk er van een koe is afgenomen. Tevens is in de melkhoeveelheidsmeter een sensor 10 opgenomen, die eventueel direct in de melkstroom geplaatst is, of die geplaatst is in een buf-25 ferruimte waarin de afgenomen melk tijdens het melken gedurende korte tijd verblijft. De sensor 10 en de hoeveel-heidssensor 11 zijn verbonden met de besturing 8.A milk quantity meter 9 is included in the milk line 4. The milk quantity meter 9 has a quantity sensor 11, with which it is measured how much milk has been taken from a cow. Also included in the milk quantity meter is a sensor 10, which optionally is placed directly in the milk flow, or which is placed in a buffer space in which the milk taken off remains for a short time during milking. The sensor 10 and the quantity sensor 11 are connected to the control 8.

De melkhoeveelheidsmeters 9 zijn eventueel via een niet getoonde leiding verbonden met een tweede vacuümvat 30 waarin een lagere onderdruk heerst dan in het vacuümvat 21. Hierdoor is transport uit de melkhoeveelheidsmeter 9 naar elk der opslagtanks 17-20 mogelijk, terwijl de onderdruk in de melkbekers 1 vooral bepaald wordt door de 1010827 5 onderdruk in de melkhoeveelheidsmeter 9. Door het gebruik van het tweede vacuümvat is de onderdruk in de melkbekers 1 stabieler en wordt niet beïnvloed door transport door de leiding 14.The milk quantity meters 9 are optionally connected via a pipe (not shown) to a second vacuum vessel 30 in which there is a lower negative pressure than in the vacuum vessel 21. This allows transport from the milk quantity meter 9 to each of the storage tanks 17-20, while the negative pressure in the teat cups 1 in particular, it is determined by the 1010827 5 negative pressure in the milk quantity meter 9. By using the second vacuum vessel, the negative pressure in the teat cups 1 is more stable and is not influenced by transport through the line 14.

5 De sensor 10 kan een enkelvoudige sensor zijn voor het meten van bepaalde eigenschappen van de melk of het is een sensor die is uitgevoerd om de concentraties in de melk van bepaalde soorten stoffen of bepaalde moleculen te meten. De door de sensor 10 gemeten concentratie kan 10 het vetgehalte van de melk zijn, eventueel ook het eiwitgehalte of eventueel de concentratie van een bepaalde stof of een bepaald eiwit in de melk. Eventueel is de sensor 10 bijvoorbeeld uitgevoerd als biosensor waarmee de concentratie van een bepaalde molecuul kan worden be-15 paald, bijvoorbeeld de concentratie van lactoferrine.The sensor 10 can be a single sensor for measuring certain properties of the milk or it is a sensor which is designed to measure the concentrations in the milk of certain types of substances or certain molecules. The concentration measured by the sensor 10 can be the fat content of the milk, optionally also the protein content or optionally the concentration of a specific substance or a specific protein in the milk. Optionally, the sensor 10 is, for example, designed as a biosensor with which the concentration of a certain molecule can be determined, for example the concentration of lactoferrin.

De besturing 8 is schematisch gescheiden getoond voor elke melkstal, echter bij voorkeur is deze gemeenschappelijk voor de gehele melkinstallatie uitgevoerd. In de besturing 8 zijn de gegevens van de te melken koeien 20 opgenomen waaronder de eventuele aanwezigheid of concentratie van een bepaalde stof in de melk. Daarbij kan zijn aangeduid hoe verwacht wordt dat deze concentratie gedurende het melken of eventueel gedurende de lactatie zal variëren, zodat in de besturing bepaald kan worden op 25 welk moment tijdens het melken of na welke hoeveelheid afgenomen melk de melk in een bepaalde opslagtank moet worden opgeslagen.The control 8 is shown schematically separately for each milking parlor, however it is preferably designed jointly for the entire milking installation. Control 8 contains the data of the cows 20 to be milked, including the possible presence or concentration of a certain substance in the milk. It can be indicated here how it is expected that this concentration will vary during milking or possibly during lactation, so that it can be determined in the control system at what time during the milking or after what quantity of milk taken off the milk must be stored in a particular storage tank. .

De werking van de inrichting is als volgt: een te melken dier betreedt een melkstal, bijvoorbeeld de eerste 30 melkstal A en wordt daar geïdentificeerd met het identificatiesysteem 7. De melkbekers 1 worden aangesloten aan de spenen van de uier. De omschakelkleppen 6 staan daarbij zodanig ingesteld dat de melkslang 2 verbonden is met 1 0 1 08 27 6 het afvoervat 16. Na het starten van het melken waarbij in de melkbekers 1 op bekende wijze een pulserende beweging op de spenen wordt uitgeoefend stromen onder invloed van de in het afvoervat 16 heersende onderdruk de eerste 5 stralen uit een speen naar het afvoervat 16. Deze eerste melk bevat meestal verontreinigingen zoals ingedroogde melk en bacteriën en wordt daarom apart afgevoerd. Eventueel wordt in de melkbeker 1 water gedoseerd waarmee deze verontreinigde eerste melk uit de melkslang 2 wordt 10 gespoeld. Na korte tijd (10-20 seconden) worden de om- schakelkleppen 6 omgeschakeld waardoor de melkbekers 1 in verbinding komen met de melkleiding 4.The operation of the device is as follows: an animal to be milked enters a milking parlor, for instance the first milking parlor A and is identified there with the identification system 7. The teat cups 1 are connected to the teats of the udder. The change-over valves 6 are set in such a way that the milk hose 2 is connected to the discharge vessel 16. After milking has started, in which teat cups 1 exert a pulsating movement on the teats in the known manner, under the influence of the negative pressure prevailing in the discharge vessel 16 the first 5 jets from a teat to the discharge vessel 16. This first milk usually contains impurities such as dried milk and bacteria and is therefore discharged separately. Optionally, water is dosed into the teat cup 1, with which this contaminated first milk is rinsed from the milk hose 2. After a short time (10-20 seconds), the changeover valves 6 are switched over so that the teat cups 1 come into contact with the milk line 4.

In het tweede kleppenblok 12 is steeds ten minste één van de afsluitkleppen 13 geopend, waardoor de melk-15 leiding 4 in verbinding staat met de onderdruk in één van de opslagtanks 17, 18, 19 of 20. De afgenomen melk zal door deze onderdruk uit de melkbeker 1 naar een van de opslagtanks stromen.In the second valve block 12, at least one of the shut-off valves 13 is always opened, whereby the milk line 4 is in communication with the underpressure in one of the storage tanks 17, 18, 19 or 20. The milk taken off will escape from this underpressure. the teat cup 1 flows to one of the storage tanks.

In de eerste opslagtank 17 wordt bijvoorbeeld kal-20 vermelk opgeslagen, dat is melk met bepaalde stoffen die voor kalveren zeer geschikt zijn zoals onder andere een extra hoog vetgehalte en die wordt gegeven door koeien die kort daarvoor gekalfd hebben. In de tweede opslagtank 18 wordt vette melk opgeslagen, dat is melk waarvan het 25 vetgehalte om andere redenen hoger is dan normaal. Bij de meeste koeien heeft de melk die aan het einde van een melking wordt afgenomen een hoger vetgehalte. Voor de melkfabriek kan het een voordeel zijn om melk met een hoger vetgehalte apart aangeleverd te krijgen.In the first storage tank 17, for example, calf 20 milk is stored, which is milk with certain substances which are very suitable for calves, such as, inter alia, an extra high fat content and which is given by cows that have calved recently. Fat milk is stored in the second storage tank 18, which is milk whose fat content is higher than normal for other reasons. In most cows, the milk taken at the end of a milking has a higher fat content. It can be an advantage for the dairy to have milk with a higher fat content delivered separately.

30 In de derde opslagtank 19 wordt bijvoorbeeld de melk met een hoog celgetal opgeslagen. Dit is melk die afkomstig is van dieren die bijvoorbeeld een mastitis infectie hebben waardoor er veel bacteriën in de melk zitten. Ook 1010827 7 kan ervoor gekozen worden om in de derde opslagtank 19 melk op te slaan die sporen penicilline bevat.In the third storage tank 19, for example, the milk with a high cell count is stored. This is milk that comes from animals that have a mastitis infection, for example, which means that there are many bacteria in the milk. It is also possible to choose 1010827 7 to store milk containing traces of penicillin in the third storage tank 19.

In het vierde opvangvang 20 wordt de beste melk opgeslagen. Deze melk is nu niet vermengd met melk van ge-5 infecteerde koeien en is daardoor beter houdbaar of verwerkbaar in de melkfabriek. Door de melk gescheiden op te slaan wordt dus een kwaliteitsverbetering bereikt.The best milk is stored in the fourth receptacle 20. This milk is now not mixed with milk from infected cows and is therefore more durable or processable in the milk factory. Thus, a quality improvement is achieved by storing the milk separately.

De beslissing in welk van de opslagtanks de melk opgeslagen moet worden, wordt genomen in de besturing 8. In 10 het hier beschreven uitvoeringsvoorbeeld kan de keuze gemaakt worden voor de eerste opslagtank 17 en de derde opslagtank 19 op basis van de identiteit van het te melken dier, eventueel gecombineerd met een meting met de sensor 10, waarmee bijvoorbeeld de geleidbaarheid van de melk 15 wordt gemeten.The decision in which of the storage tanks the milk is to be stored is made in the controller 8. In the exemplary embodiment described here, the choice can be made for the first storage tank 17 and the third storage tank 19 on the basis of the identity of the milk to be milked. animal, optionally combined with a measurement with the sensor 10, with which, for example, the conductivity of the milk 15 is measured.

De beslissing om de melk in de tweede opslagtank 18 op te slaan kan gebaseerd zijn op de tijdsduur van de melking, op de tijdsduur van de melking gecombineerd met de identiteit van de koe of bijvoorbeeld op een met de 20 sensor 10 uitgevoerde meting. Ook kan gebruik gemaakt worden van de meting met de hoeveelheidssensor 11 om te weten in hoeverre het melken gevorderd is om een verwachte concentratie van bepaalde stoffen te bereiken.The decision to store the milk in the second storage tank 18 can be based on the duration of the milking, on the duration of the milking combined with the identity of the cow or, for example, on a measurement carried out with the sensor 10. Use can also be made of the measurement with the quantity sensor 11 to know to what extent milking has progressed to achieve an expected concentration of certain substances.

Naast de hiervoor besproken voorbeelden is het met 25 de beschreven inrichting ook mogelijk om speciale melk apart op te slaan. Door genetische manipulatie is het mogelijk koeien en andere zoogdieren te laten opgroeien die melk geven waarin een bepaald molecuul, bijvoorbeeld een eiwit of een vet aanwezig of eventueel in verhoogde mate 30 aanwezig is. De identiteit van deze dieren is bekend en in de besturing is bekend in welke opslagtank deze melk moet worden opgeslagen, eventueel zijn hiervoor extra opslagtanks met een klep 13 gekoppeld aan de melkleiding 4.In addition to the examples discussed above, with the described device it is also possible to store special milk separately. By genetic engineering it is possible to grow up cows and other mammals that give milk in which a certain molecule, for instance a protein or a fat, is present or possibly to an increased extent. The identity of these animals is known and it is known in the control system in which storage tank this milk must be stored, possibly additional storage tanks with a valve 13 for this purpose are coupled to the milk line 4.

1010827 81010827 8

Naast de hiervoor besproken mogelijkheden om vast te stellen in welke opslagtank de melk moet worden opgeslagen, zijn ook verschillende combinaties mogelijk.In addition to the options discussed above to determine in which storage tank the milk is to be stored, various combinations are also possible.

De verschillende melkstallen A, B en C maken in het 5 hier getoonde voorbeeld gebruik van dezelfde opslagtanks. Eventueel kunnen verschillende opslagtanks gebruikt worden.In the example shown here, the different milking parlors A, B and C use the same storage tanks. Different storage tanks can be used.

Doordat bij gebruik van de verschillende opslagtanks gebruik gemaakt wordt van hetzelfde vacuümsysteem dat met 10 leidingen 15 van geringe weerstand verbonden is met de opslagtanks, wordt bereikt dat in de verschillende opslagtanks dezelfde onderdruk heerst, zodat bij het schakelen van de afsluitkleppen 13 geen verandering in de onderdruk in de melkbeker 1 optreedt. Daarbij is de bestu-15 ring 8 van de afsluitkleppen zodanig uitgevoerd dat tijdens het melken steeds tenminste één klep 13 open blijft, zodat in de melkbeker 1 altijd onderdruk heerst.By using the same vacuum system, which is connected to the storage tanks with 10 lines 15 of low resistance, when using the different storage tanks, it is achieved that the same underpressure prevails in the different storage tanks, so that when the shut-off valves 13 are switched, there is no change in the underpressure occurs in the teat cup 1. The control 8 of the shut-off valves is designed in such a way that at least one valve 13 remains open during milking, so that there is always underpressure in the teat cup 1.

J In figuur 2 is een andere uitvoering van het melk- transport naar de opslagtanks 17-20 getoond. Na de melk-20 hoeveelheidsmeter 9 is in de melkleiding 4 een opvangvat 23 opgenomen, waarin de melk tijdens het melken wordt opgeslagen. Tijdens het melken is het opvangvat 23 verbonden met de vacuümvat 21, waarbij een terugslagklep 24 in de leiding naar het tweede kleppenblok 12 gesloten is. Na 25 het melken wordt de verbinding met de vacuümvat 21 door een afsluiter 26 afgesloten en wordt het opvangvat 23 met een pomp 25 leeggepompt naar een der opslagtanks 17-20. Eventueel is de pomp 25 zo uitgevoerd dat deze ook melk kan verpompen als in het opvangvat 23 onderdruk heerst, 30 zodat de melk al tijdens het melken naar een van de opslagtanks 17-20 verpompt kan worden.J In figure 2 another embodiment of the milk transport to the storage tanks 17-20 is shown. After the milk-quantity meter 9 a milk container 23 is received in the milk line 4, in which the milk is stored during milking. During milking, the receiving vessel 23 is connected to the vacuum vessel 21, a non-return valve 24 in the conduit to the second valve block 12 being closed. After milking, the connection to the vacuum vessel 21 is closed by a valve 26 and the collecting vessel 23 is pumped empty with a pump 25 to one of the storage tanks 17-20. Optionally, the pump 25 is designed such that it can also pump milk if there is underpressure in the receiving vessel 23, so that the milk can already be pumped to one of the storage tanks 17-20 during milking.

De sensor 10 voor het meten van de eigenschappen van de melk is in de uitvoering van figuur 2 aangebracht in 1010827 9 de melkbeker 10. hierdoor kunnen eigenschappen die per uier-kwartier verschillen nauwkeurig worden gemeten. Eventueel kan de sensor 10 ook in het opvangvat 23 geplaatst zijn.In the embodiment shown in Figure 2, the sensor 10 for measuring the properties of the milk is arranged in the teat cup 10. As a result, properties that differ per udder quarter can be accurately measured. Optionally, the sensor 10 can also be placed in the receiving vessel 23.

5 In de getoonde uitvoeringsvoorbeelden zijn de voor de vakman bekende delen van een melkinstallatie, zoals een koelsysteem voor het koelen van melkleidingen en opslagtanks, een reinigingssysteem voor het reinigen van de melkinstallatie, een afvoersysteem voor het afvoeren van 10 de opgeslagen melk en een automatisch aanbreng- en/of af-neemsysteem zoals een melkrobot verder niet getoond.In the exemplary embodiments shown, the parts of a milking installation known to the person skilled in the art, such as a cooling system for cooling milk lines and storage tanks, a cleaning system for cleaning the milking installation, a discharge system for discharging the stored milk and an automatic application - and / or take-off system such as a milking robot not further shown.

Naast de hier getoonde en besproken uitvoeringen zijn diverse varianten mogelijk waarin het principe van de uitvinding kan worden toegepast.In addition to the embodiments shown and discussed here, various variants are possible in which the principle of the invention can be applied.

15 De in het uitvoeringsvoorbeeld opgenomen afvoer van de eerste stralen uit een speen naar het afvoervat 16 is bijvoorbeeld niet noodzakelijk als er met de hand gemolken wordt, of als een dergelijke aparte afvoer niet noodzakelijk geacht wordt.The discharge of the first jets from a teat to the discharge vessel 16, included in the exemplary embodiment, is not necessary, for example, if milking is done by hand, or if such a separate discharge is not deemed necessary.

10108271010827

Claims

Method for milking animals, such as cows, in which milking cups (1) are connected to the udder of the animal to be milked in a milking parlor (A, B, C), the milking cups (1) are connected to a receiving vessel ( 17, 18, 19, 20) after possibly being connected for a short time to a drain (3,16) for discharging cleaning liquid or first contaminated milk, characterized in that by a control system (8), possibly after identification the animal to be milked is determined in which of the two or more available storage tanks (17, 18, 19, 20) the milk is to be stored, after which the teat cups (1) are connected thereto.

Method according to claim 1, characterized in that the switching between different storage tanks takes place on the basis of the elapsed period of milking or on the basis of the quantity of milk taken off.

Method according to claim 1 or 2, characterized in that the concentration of a certain substance in and / or a property of the milk taken off is measured, after which the control system (8) is determined on the basis of the measured concentration or property. in which of the available storage tanks (17,18,19,20) the milk will be stored.

Method according to claim 3, characterized in that during milking, possibly on the basis of changes in the measured concentration and / or property, the milking cups (1) are successively connected to different storage tanks (17, 18, 19, 20). 1010827

5. Device for milking animals, such as cows, in a milking parlor (A, B, C), using milking equipment comprising teat cups (1) for taking off milk, a milk line (4) between the teat cups (1) and a 5 storage tank (17, 18, 19, 20), optionally a discharge pipe (3) between the teat cups (1) and a discharge vessel (16) for discharging cleaning liquid or first contaminated milk and a control system (8), characterized in that the device comprises at least two storage tanks (17, 18, 19, 20) connectable to the milk line (4) and also connecting means (12, 13) connected to the control system (8) for connecting the milk line (4) to one of the storage tanks (17,18,19,20).

Device according to claim 5, characterized in that the device comprises identification means (7) for identifying animals to be milked and also memory means (8) in which the expected concentration of a particular substance in and / or the property of is the milk of an identified animal.

Device according to claim 6, characterized in that the memory means (8) contain the expectations of the changes in the concentration and / or property during lactation or during milking.

8. Device as claimed in claim 5,6 or 7, characterized in that sensor means (10) for milk for measuring the concentration of a certain substance and / or of a certain property are included in the milk line (4).

9. Device as claimed in any of the claims 5-8, characterized in that a plurality of milking parlors (A, B, C) are provided, each comprising switching means (12, 13) for coupling the milk line (4) to one of the storage tanks (17 , 18,19,20). 1010827