NL1014766C1 - Verrijdbare displayruimte met uitschuifbare toonbladen. - Google Patents

Description

Verrijdbare displayruimte met uitschuifbare toon bladen

De uitvinding betreft een verrijdbare displayinrichting, met verstelbare en uitschuifbare toonbladen, ten behoeve van het trapsgewijs tonen van bloemen, planten dan wel andere producten op een dusdanige manier dat hier een verkoopstimulerende werking 5. vanuit gaat.

De inrichting bestaat uit een verrijdbaar onderstel waarop een aantal staanders gemonteerd zijn. Tussen deze staanders zijn, per zijde, op verschillende hoogten, een drietal bladen gemonteerd welke direct aan de staanders dan wel via een railsysteem aan de staanders bevestigd zijn. Deze toonbladen zijn voorzien van een aantal ringen waarin emmers, ten 10. behoeve van de verkoop van bloemen, geplaatst kunnen worden. In een andere uitvoeringsvorm zijn deze bladen voorzien van plaatmateriaal zodat losse producten, bijvoorbeeld bakjes met planten dan wel andere producten, hier op geplaatst kunnen worden.

Het railsysteem is dusdanig ontworpen dat de genoemde toonbladen uit- dan wel inschuifbaar zijn op verschillende horizontale of schuine standen waarbij de te hanteren stand 15. afhankelijk is van de gebruikstoestand van de inrichting. De schuine positionering van de toonbladen verbeterd het zicht op de te verkopen goederen en bevorderd tevens het uit- dan wel afhemen van de te verkopen goederen.

De onderste toonbladen zijn eventueel voorzien van pootjes welke op de vloer rusten en zodoende voorkomen dat deze bladen te veel doorbuigen ten gevolge van de massa van de 20. op de toonbladen te plaatsen producten. Op de uiteinden van de verticale staanders is een dak dan wel schot geplaatst welke op vaste hoogte gemonteerd dan wel in hoogte verstelbaar is.

Alle onderdelen zijn dusdanig in te schuiven dan wel eenvoudig te demonteren dat de uiteindelijke afmetingen bij ingeklapte ofwel ingeschoven toestand niet veel groter zijn dan de breedte of lengte van het onderstel 25. De inrichting biedt verkopers dan wel verkopende instanties van bloemen, planten of andere producten grote voordelen met betrekking tot het tonen van hun te verkopen waren. Door de trapsgewijze instelling van de toonbladen krijgen potentiële klanten een zeer goed overzicht van de koopwaar.

Met de speciale railsystemen kunnen de toonbladen dusdanig uitgetrokken worden 30. zodoende dat deze bladen in een schuine stand gepositioneerd kunnen worden. Door de schuine hoek die de toonbladen maken ten opzichte van het horizontale vlak wordt het zicht op deze producten en de uit- en afheembaarheid van de producten nog eens extra verhoogd. Met het speciale railsysteem zijn de toonbladen geheel inschuifbaar, waarbij de bladen onder- ! o U 7 6 6 2 respectievelijk boven- elkaar heen lopen. Omdat het dak tevens aiheembaar dan wel inklapbaar is, kan bij ingeschoven toestand de displaykar dusdanig in breedte beperkt worden dat de kar gemakkelijk door deuropeningen verplaatst kan worden. Daarnaast wordt het ruimtebeslag van de displaykar hierdoor sterk verminderd. Dit heeft grote voordelen bij het 5. opslaan en transport van de displaykar.

Het onderste railsysteem biedt tevens de mogelijkheid om de toonbladen half in te schuiven. In deze stand, waarbij de steunpootjes van de onderste toonbladen los komen van de vloer, is het mogelijk om met de displaykar te rijden zonder de te verkopen waren van de kar af te nemen. Dit biedt grote voordelen voor bijvoorbeeld verkopers van bloemen en 10. planten omdat zij de inrichting in zijn geheel kunnen verplaatsen, in bijvoorbeeld een koelcel, zonder eerst de display ruimte te ontdoen van de te verkopen producten.

Boven de kar is op het uiteinde van de verticale staanders een schuin gepositioneerd dakdeel te plaatsen. Dit dak beschermt tegen neerslag bij buitengebruik van de inrichting. De eventuele schuine stand van het dak dan wel dakdeel bevordert tevens het zicht op de te 15. verkopen waren en vergroot de beschikbare ruimte voor het uit- dan wel afhemen van producten van de inrichting.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding kunnen de railsystemen aan zowel voor- en achterzijde als mede linker- en rechterzijde tussen de staanders gemonteerd worden. Op deze manier zijn op het middelste en onderste niveau ieder vier toonbladen in 20. dan wel uitschuifbaar. Voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat het etaleer oppervlak sterk toeneemt zodat een veel grotere hoeveelheid te verkopen goederen op de inrichting te plaatsen is.

In een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is voorzien dat de aan het toonblad gemonteerde voorste geleiderollen, vervangen zijn door een haaksysteem waarmee de 25. toonbladen in een grotere hoeveelheid standen in te stellen zijn.

In een verdere uitvoeringsvorm zijn de bovenste en onderste rail verticaal uit elkaar geplaatst zodat er een dusdanige hoeveelheid ruimte ontstaat tussen de boven- en onderrail zodoende dat, in plaats van een toonblad, bakken dan wel manden in- dan wel uitgeschoven kunnen worden.

30. De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden, getoond in tekeningen, waarin:

Fig.l: Schematisch een vooraanzicht toont van een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.

1014766 3

Fig.2: Schematisch een tweede vooraanzicht toont van een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fig.3: Schematisch een derde vooraanzicht toont van een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding 5. Fig.4: Schematisch een zijaanzicht toont van een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding

Fig.5: Schematisch een zijaanzicht toont van een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fig.6: Schematisch een zijaanzicht toont van een uitvoeringsvorm van een toonbiad.

10. Fig.7: Schematisch een bovenaanzicht toont van een uitvoeringsvorm van een toonbiad.

Fig.8: Schematisch een zijaanzicht toont van een railsysteem met ingeschoven toonbladen.

Fig.9: Schematisch een zijaanzicht toont van een railsysteem met uitgeschoven 15. toonbladen.

Fig.10: Schematisch een zijaanzicht toont van een tweede uitvoeringsvorm van een railsysteem met ingeschoven toonbladen.

Fig.ll: Schematisch een zijaanzicht toont van een tweede uitvoeringsvorm van een railsysteem met half uitgeschoven toonbladen.

20. Fig. 12: Schematisch een zijaanzicht toont van een tweede uitvoeringsvorm van een railsysteem met toonbladen in vrijloopstand.

Fig. 13: Schematisch een zijaanzicht toont van een tweede uitvoeringsvorm van een railsysteem met uitgeschoven toonbladen.

25. Fig. 14: Schematisch een perspectief toont van een steunsysteem voor de onderste toonbladen.

Fig. 15: Schematisch een zijaanzicht toont van een derde uitvoeringsvorm van een railsysteem met half uitgeschoven toonbladen 30. Fig. 16: Schematisch een zijaanzicht toont van een vierde uitvoeringsvorm van een railsysteem met uitgeschoven toonmanden.

De in fig.l getoonde inrichting omvat een onderstel 1, voorzien van wielen 2, waarop een viertal staanders 3 gemonteerd is. Op de staanders kan een afneembaar dak dan wel afneembare dakdelen 4 geplaatst worden welke in een schuine stand gepositioneerd zijn zodat ï o » « / & 6 4 het afhemen van koopwaar vergemakkelijkt wordt en zodat, bij buitengebruik van de inrichting, de koopwaar beschermd wordt tegen neerslag. Op het bovenste niveau zijn tussen de staanders zijn twee toonbladen 5 gemonteerd welke een schuine hoek maken met het horizontale vlak. Op middenhoogte van de inrichting zijn tussen de staanders railsystemen 5. gemonteerd waartussen twee toonbladen 7 respectievelijk boven dan wel onder elkaar langs gepositioneerd zijn bij ingeschoven toestand. Op het onderste niveau van de inrichting zijn eveneens tussen de staanders railsystemen 8 gemonteerd waartussen twee toonbladen 9 respectievelijk boven dan wel onder elkaar langs gepositioneerd zijn bij ingeschoven toestand.

In fïg.2 zijn de in de railsystemen 6 & 8 geplaatste toonbladen 7 & 9 half 10. ingeschoven. De steunpootjes 10 van de onderste toonbladen 9 staan omhoog. In deze toestand is de inrichting verrijdbaar, zonder dat de te verkopen goederen van de inrichting verwijderd moeten worden.

In fig.3 zijn de in de railsystemen 6 & 8 geplaatste toonbladen 7 & 9 half ingeschoven. De steunpootjes 10 van de onderste toonbladen 9 staan op de grond zodat de 15. toonbladen 9 niet doorbuigen onder het gewicht van de te verkopen goederen. Doordat de middelste toonbladen 7 half uitgeschoven en de onderste toonbladen 9 volledig uitgeschoven zijn, ontstaat een trapsgewijze presentatie van de te verkopen goederen, zoals getoond in fig.3.

In fig.4 zijn de in de railsystemen geplaatste toonbladen volledig uitgeschoven De toonbladen zijn in deze uitvoeringsvorm voorzien van ringen 11 van bijvoorbeeld staaldraad 20. waarin emmers 12 geplaatst kunnen worden

In fïg.5 zijn railsystemen 6 & 8 aan alle zijden van de inrichting gemonteerd waarbij de steunpootjes 10 langer uitgevoerd zijn. In deze uitvoeringsvorm is de breedte van de inrichting gelijk aan de lengte. De afinetingen van de vier uitschuifbare toonbladen 7 & 9 zijn in deze uitvoeringsvorm identiek.

25. Aan het toonblad 7 in fig.6 en fig.7 zijn twee geleiderollen 13 & 14 dan wel lagerwieltjes gemonteerd welke in het railsysteem 6 lopen. De afstand tussen de geleiderollen 13 & 14 bepaald de uiteindelijke hoek ten opzichte van het horizontale vlak van het toonblad 7 in de uitgeschoven toestand. In fig.7 staat een uitvoeringsvorm van een toonblad 7, waarbij het binnenwerk 15 bestaat uit een aantal ringvormige elementen 11 waarin emmers 12 30. geplaatst kunnen worden. Met de getoonde uitvoeringsvorm is het tevens mogelijk om inlegbladen op het binnenwerk 15 te plaatsen welke door de opstaande rand 16 van het toonblad 7 geborgd worden.

In fig.8 en 9 staat een recht railsysteem 6 waarbij zowel aan boven- als onderrail 17 & 18 een haaks stuk 19 gemonteerd is. Fig.8 toont het railsysteem 6 met ingeschoven 10U786 5 toonbladen 7. Fig.9 toont het railsysteem 6 met uitgeschoven- en schuin gepositioneerde toonbladen 7.

De borgpin 20 in de bovenrail 17 borgt de achterste geleiderol 13 van het toonblad 7 zodoende dat deze niet aan de achterzijde uit de rail 17 kan lopen. De achterste geleiderol 13 5. van het in de onderste rail 18 geplaatste toonblad 7 wordt geborgd door het haakse gedeelte 21 van de bovenste rail 17. Op een zelfde manier wordt met borgpinnen 22 voorkomen dat de voorste geleiderollen 14 van een toonblad 7 niet aan de onderzijde van de haakse railgedeelten 19 & 21 uit de rails 17 & 18 lopen.

Aan de onderzijde van de van de haakse raildelen 19 & 21 in fig. 9 bevindt zich een 10. sleuf 23 dan wel gat waarmee het railsysteem 6 aan de staanders 3 bevestigd wordt. Door het toepassen van een schroefdraad en bout dan wel vleugelmoerverbinding kunnen de railsystemen 6 eenvoudig gedemonteerd worden zodat zij in hoogte versteld kunnen worden. De verbinding tussen de rail 6 en de staander 3 dient dan tevens als borgpin 22 van de voorste geleiderol 14.

15. De zelfde functionaliteit van de borgpinnen 20 & 22 kan eenvoudig bereikt worden door het omzetten van een stuk railprofïel dan wel het plaatsen van een afsluitend schotje aan het uiteinde van openingen van de rails 17 & 18.

In de figuren 10 t/m 13 wordt een tweede uitvoeringsvorm van een railsysteem 8 getoond. Dit systeem 8 bestaat uit een boven- en onderrad 24 & 25 waarbij een gedeelte van 20. de onder dan wel bovenrail onder een hoek gemonteerd is. Deze hoek bepaald de uiteindelijke stand van een toonblad 9 in de uitgeschoven posities.

Met het in de figuren 10 t/m 13 getoonde railsysteem 8 kan een toonblad 9 op twee verschillende standen uitgeschoven worden. In fig. 10 zijn de toonbladen 9a & 9b in ingeschoven toestand waarbij het bovenste toonblad 9a horizontaal paralel loopt aan de 25. bovenste rail 24. Het onderste toonblad 9b is schuin onder het bovenste toonblad 9a gepositioneerd. De montagepunten 26, van het railsysteem 8 met de staanders 3 aan de uiteinden van de rails 24 & 25 dan wel borgpinnen op eenzelfde positie, zorgen ervoor dat de geleiderollen 27 & 28 van de toonbladen 9 niet uit de rails 24 & 25 kunnen lopen.

Op de eerste uitgeschoven stand zoals getoond in fig. 11 komen de toonbladen 9a & 9b 30. in een schuine stand ten opzichte van het horizontale vlak. De voorste geleiderol 27 van de toonbladen 9a & 9b blijft achter het borgpunt 26 dan wel montage punt hangen.

Fig. 12 toont de beweging die de toonbladen 9a & 9b maakt bij het uitschuiven naar de tweede stand. De voorste geleiderol 27 van de toonbladen 9a & 9b wordt via een opening 29, aan de boven- dan wel onderzijde van de rails 24 & 25, uit de rail getrokken. De toonbladen 1 o U 7 6 6 6 9a & 9b gebruiken de achterste geleiderollen 28 als rotatiepunt. In deze vrijloopstand kunnen de toonbladen 9a & 9b verder naar achter getrokken worden totdat de achterste geleiderollen 28 achter de borgpunten 26 dan wel montagepunten vallen.

In fig.13 zijn de toonbladen 9a & 9b volledig uitgeschoven waarbij de geleiderollen 28 5. achter de borgpunten 26 gepositioneerd zijn. Omdat de achterste geleiderol 28 als rotatiepunt functioneert wordt het neerwaarts draaien van de toonbladen 9a & 9b voorkomen door steunpootjes 30.

In een andere uitvoeringsvorm, zoals getoond in fig.14, wordt de steun van de toonbladen bewerkstelligd door onder het uiteinde van de rails gepositioneerde steunblokjes.

10. Deze steunblokjes 31 kunnen ook uitgevoerd worden als een geheel onder de twee railsystemen 8 doorlopende strip 31 waar het toonblad 9a & 9b bij uitgeschoven toestand op rust.

In fig. 15 zijn de aan de toonbladen 9a & 9b gemonteerde voorste geleiderollen 27, vervangen door een haaksysteem 33 waarmee de toonbladen 9a & 9b in meerdere standen uit te 15. schuiven zijn. De haakjes 33 welke aan de zijkanten van de toonbladen 9a & 9b gemonteerd zijn vallen achter opstaande randjes 34 dan wel opstaande elementen welke op dan wel aan het railsysteem 8 gemonteerd zijn.

In een verdere uitvoeringsvorm, zoals getoond in fig. 16, zijn de bovenste en onderste rail 24 & 25 verticaal uit elkaar geplaatst zodat er een dusdanige hoeveelheid ruimte ontstaat 20. tussen de boven- en onderrad 24 & 25 zodoende dat, in plaats van toonbladen 9a & 9b , bakken 35 dan wel manden 36 in- dan wel uitgeschoven kunnen worden.

De getoonde uitvoeringsvormen dan wel aanpassingen gedaan op de railsystemen 6 & 8 en toonbladen 7 & 9, zoals getoond in de figuren 14,15 & 16 zijn toepasbaar of gecombineerd toepasbaar voor beide beschreven en getoonde railsystemen en de hier uit 25. volgende uitvoeringsvormen.

Het zal duidelijk zijn, dat slechts een beperkt aantal mogelijke uitvoeringsvormen van een inrichting volgens de uitvinding in de tekening is weergegeven en hierboven beschreven en dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen zoals deze in de conclusies is aangegeven.

1014766

Claims (13)

1. Inrichting voor het tonen van goederen dan wel uitstallen van te verkopen goederen met het kenmerk dat de inrichting een aantal toonbladen (5,7 & 9) heeft welke aan een viertal verticale staanders (3) gemonteerd zijn en dat op deze staanders een afneembare dakdeel (4) te plaatsen is. 5.

2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de inrichting verrijdbaar is door de bevestiging van een aantal wielen (2) onder een onderstel (1).

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de inrichting een aantal toonbladen (7 & 9) heeft welke voorzien zijn van een aantal geleidingselementen (13 en 14) welke in aan de verticale staanders (3) gemonteerde railsystemen (6 & 8) geplaatst zijn, 10. waardoor de toonbladen (7 & 9) aan één dan wel aan beide zijden van de inrichting uitschuifbaar zijn en waarbij de achterste- (14) dan wel voorste geleidingselementen door borgpinnen (22) dan wel door een boutbevestiging in de rail gehouden worden.

4. Inrichting volgens conclusie 3 met het kenmerk dat de railsystemen (6 & 8) met de bijbehorende toonbladen (7 & 9), doormiddel van een sleuf (23) bevestiging op de uiteinden 15. van de railsystemen (6 & 8), eenvoudig losgekoppeld kunnen worden van de staanders (3) en zodoende in hoogte versteld kunnen worden.

5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk dat de toonbladen (7 & 9) bij volledig ingeschoven toestand boven respectievelijk onder elkaar gepositioneerd zijn en dat de toonbladen (7 & 9) elkaar tijdens het in- dan wel uitschuiven niet raken. 20.

6. Inrichting volgens een der conclusies 3-5 met het kenmerk dat de toonbladen (5,7&9) voorzien zijn van een binnenwerk (15) bestaand uit een aantal ringen (11) waarin emmers (12) geplaatst kunnen worden dan wel voorzien van een binnenwerk bestaand uit een gesloten plaat.

7. Inrichting volgens een der conclusies 3-5 met het kenmerk dat de toonbladen (5,7 & 25. 9) voorzien zijn van een los dan wel verwisselbaar binnenwerk (15) bestaande uit een bak (35) dan wel een mand (36) en met het kenmerk dat de railsystemen (7 & 9) hierop zijn uitgerust doordat de bovenste- (17 & 24) en onderste delen (18 & 25) van de railsystemen (7 & 9) verticaal uit elkaar geplaatst zijn.

8. Inrichting volgens een der conclusies 5-7 met het kenmerk dat de toonbladen (7 & 9) 30. voorzien zijn van één dan wel een aantal steltvormige steunpootjes (30) welke, bij uitgeschoven toestand van de toonbladen (7 & 9), op de vloer rusten. i ij 'i 4 / 6 6 δ

9. Inrichting volgens een der conclusies 5-7 met het kenmerk dat onder de uiteinden van het railsysteem aan beide zijden een blokje (31) dan wel doorlopende strip (32) tussen de aan weerskanten bevestigde railsystemen (9) gemonteerd is zodoende dat de toonbladen (7 & 9. bij uitgeschoven toestand hierop kunnen steunen. 5.

10. Inrichting volgens een der conclusies 5-9, met het kenmerk dat de toonbladen (7 & 9) op verschillende standen uitschuifbaar zijn zodoende dat een trapsgewijze tentoonstelling van de toonbladen en daarmee de te verkopen goederen te bewerkstelligen is.

11. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk dat de schuine plaatsing van de toonbladen (7 & 9) bewerkstelligd wordt doordat de voorste geleidingelementen (13 & 14) in 15. een haaks, verticaal geplaatst, gedeelte (19 & 21) van het railsysteem (6) zakken.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de toonbladen (7 & 9) in een schuine stand ten opzichte van het horizontale vlak te plaatsen zijn. 10. 12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de schuine plaatsing van de toonbladen bewerkstelligd wordt door een schuin gemonteerd uiteinde van een deel van het railsysteem(8).

12. Inrichting volgens een der conclusie 10 - 12, met het kenmerk dat door een opening (29) aan de boven- dan wel onderzijde van het railsysteem (8) de toonbladen (9) in verschillende standen te plaatsen zijn.

13. Inrichting volgens een der conclusies 10 - 12, met het kenmerk dat de voorste 20. geleidingselementen (13) welke aan de toonbladen (7 & 9) gemonteerd zijn vervangen zijn door een haaksysteem (33) welke achter een aantal op de railsystemen (6 & 8) gemonteerde opstaande elementen (34) geplaatst kan worden. η 1 k 7 6 δ l; \ï